JAARREKENING EN/OF ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN
2024-00431182 | 0739852652 | 2023 | EUR | 22.18.20 | m87-f | 30/08/2024 | 16 | MIC-inb 1 |
JAARREKENING EN/OF ANDERE OVEREENKOMSTIG HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN NEER TE LEGGEN DOCUMENTEN
IDENTIFICATIEGEGEVENS (op datum van de neerlegging)
Naam : Druifkracht
Rechtsvorm : Coöperatieve vennootschap
Adres : P.I. Xxxxxxxxxxxxx Xx : 00 Bus : Postnummer : 3090 Gemeente : Overijse
Land : België
Rechtspersonenregister (RPR) - Ondernemingsrechtbank van Brussel, Nederlandstalige Internetadres :
E-mailadres :
0739.852.652
Ondernemingsnummer
19-12-2019
Datum van de neerlegging van het recentste stuk dat de datum van bekendmaking van de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt
Deze neerlegging betreft :
EURO
27-04-2024
de JAARREKENING in goedgekeurd door de algemene vergadering van
de ANDERE DOCUMENTEN
met betrekking tot
het boekjaar dat de periode dekt van | 01-01-2023 | tot | 31-12-2023 |
het vorige boekjaar van de jaarrekening van | 01-01-2022 | tot | 31-12-2022 |
De bedragen van het vorige boekjaar zijn identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt.
Nummers van de secties van het standaardmodel die niet werden neergelegd omdat ze niet dienstig zijn :
MIC-inb 6.1.1, MIC-inb 6.1.3, MIC-inb 6.2, MIC-inb 6.3, MIC-inb 6.4, MIC-inb 6.6, MIC-inb 7, MIC-inb 8, MIC-inb 9, MIC-inb 10,
MIC-inb 11, MIC-inb 12, MIC-inb 13, MIC-inb 14, MIC-inb 15, MIC-inb 16
N° | 0739852652 | MIC-inb 2.1 |
LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN EN VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE
LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN
VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente) en functie in de vennootschap
Xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxx XXXXXX Begin van het mandaat : 2019-12-19 | Einde van het mandaat : 2024-04-27 | Bestuurder |
Baeyens Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx XXXXXX Begin van het mandaat : 2022-04-23 | Einde van het mandaat : 2026-04-22 | Bestuurder |
Xxxxx Xxx Xxxxx Isisoor Xxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxx XXXXXX Begin van het mandaat : 2019-12-19 | Einde van het mandaat : 2024-04-27 | Bestuurder |
Xxxx Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxx XXXXXX Begin van het mandaat : 2019-12-19 | Einde van het mandaat : 2024-04-27 | Bestuurder |
N° | 0739852652 | MIC-inb 2.2 |
VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE
Het bestuursorgaan verklaart dat geen enkele opdracht voor nazicht of correctie werd gegeven aan iemand die daar wettelijk niet toe gemachtigd is met toepassing van de artikelen 34 en 37 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen.
De jaarrekening werd niet geverifieerd of gecorrigeerd door een externe accountant of door een bedrijfsrevisor die niet de commissaris is.
In bevestigend geval, moeten hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke externe accountant of bedrijfsrevisor en zijn lidmaatschapsnummer bij zijn Instituut, evenals de aard van zijn opdracht:
A. Het voeren van de boekhouding van de vennootschap*,
B. Het opstellen van de jaarrekening*,
C. Het verifiëren van de jaarrekening en/of
D. Het corrigeren van de jaarrekening.
Indien taken bedoeld onder A. of onder B. uitgevoerd zijn door erkende boekhouders of door erkende boekhouders-fiscalisten, kunnen hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke erkende boekhouder of erkende boekhouder-fiscalist en zijn lidmaatschapsnummer bij het Beroepsinstituut van erkende Xxxxxxxxxxx en Fiscalisten, evenals de aard van zijn opdracht.
(* Facultatieve vermelding.)
Naam, voornamen, beroep en woonplaats | Lidmaatschapsnummer | Aard van de opdracht (A, B, C en/of D) |
N° | 0739852652 | MIC-inb 3.1 |
JAARREKENING
BALANS NA WINSTVERDELING
Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
20 | ||
21/28 | 192.255 | 198.242 |
21 | ||
22/27 | 192.255 | 198.242 |
22 | ||
23 | 192.255 | 198.242 |
24 | ||
25 | ||
26 | ||
27 | ||
28 | ||
29/58 | 374.491 | 351.823 |
29 | 2.500 | |
290 | ||
291 | 2.500 | |
3 | ||
30/36 | ||
37 | ||
40/41 | 16.253 | 14.255 |
40 | 13.492 | 14.255 |
41 | 2.761 | |
50/53 | 10.000 | 5.000 |
54/58 | 344.203 | 331.465 |
490/1 | 1.535 | 1.103 |
20/58 | 566.746 | 550.065 |
Toel.
ACTIVA OPRICHTINGSKOSTEN VASTE ACTIVA
Immateriële vaste activa 6.1.1
Materiële vaste activa 6.1.2
Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Leasing en soortgelijke rechten Overige materiële vaste activa
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
Financiële vaste activa 6.1.3
VLOTTENDE ACTIVA
Vorderingen op meer dan één jaar
Handelsvorderingen Overige vorderingen
Voorraden en bestellingen in uitvoering
Voorraden
Bestellingen in uitvoering
Vorderingen op ten hoogste één jaar
Handelsvorderingen Overige vorderingen
Geldbeleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen
TOTAAL VAN DE ACTIVA
N° | 0739852652 | MIC-inb 3.2 |
Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
10/15 | 546.580 | 545.183 |
10/11 | 523.000 | 517.500 |
110 | 523.000 | 517.500 |
111 | ||
12 | ||
13 | 1.444 | 880 |
130/1 | 1.444 | 880 |
1311 | 1.444 | 880 |
1312 | ||
1313 | ||
1319 | ||
132 | ||
133 | ||
14 | 22.136 | 26.803 |
15 | ||
19 | ||
16 | ||
160/5 | ||
160 | ||
161 | ||
162 | ||
163 | ||
164/5 | ||
168 |
Toel.
PASSIVA
EIGEN VERMOGEN
Inbreng
Beschikbaar Onbeschikbaar
Herwaarderingsmeerwaarden
Reserves
Onbeschikbare reserves
Statutair onbeschikbare reserves Inkoop eigen aandelen Financiële steunverlening Andere
Belastingvrije reserves Beschikbare reserves
Overgedragen winst (verlies) (+)/(-)
Kapitaalsubsidies
Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto- actief
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN
Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Belastingen
Grote herstellings- en onderhoudswerken Milieuverplichtingen
Overige risico's en kosten
Uitgestelde belastingen
N° | 0739852652 | MIC-inb 3.2 |
Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
17/49 | 20.166 | 4.882 |
17 | ||
170/4 | ||
172/3 | ||
174/0 | ||
175 | ||
176 | ||
178/9 | ||
42/48 | 19.111 | 2.418 |
42 | ||
43 | ||
430/8 | ||
439 | ||
44 | 3.062 | 387 |
440/4 | 3.062 | 387 |
441 | ||
46 | ||
45 | 562 | 2.031 |
450/3 | 562 | 2.031 |
454/9 | ||
47/48 | 15.487 | |
492/3 | 1.055 | 2.463 |
10/49 | 566.746 | 550.065 |
Toel.
SCHULDEN
Schulden op meer dan één jaar
Financiële schulden
Kredietinstellingen, leasingschulden en soortgelijke schulden Overige leningen
Handelsschulden Vooruitbetalingen op bestellingen Overige schulden
Schulden op ten hoogste één jaar
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden
Kredietinstellingen Overige leningen
Handelsschulden Leveranciers
Te betalen wissels Vooruitbetalingen op bestellingen
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten Belastingen
Bezoldigingen en sociale lasten Overige schulden
Overlopende rekeningen
TOTAAL VAN DE PASSIVA
N° | 0739852652 | MIC-inb 4 |
Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
9900 | 23.328 | 29.411 |
76A | ||
70 | ||
60/61 | ||
62 | ||
630 | 10.985 | 10.957 |
631/4 | ||
635/8 | ||
640/8 | 1.343 | 2.442 |
649 | ||
66A | ||
9901 | 11.000 | 16.012 |
75/76B | 247 | |
75 | 157 | |
753 | ||
76B | 90 | |
65/66B | 69 | 135 |
65 | 69 | 135 |
66B | ||
9903 | 11.178 | 15.877 |
780 | ||
680 | ||
67/77 | -107 | 40 |
9904 | 11.286 | 15.837 |
789 | ||
689 | ||
9905 | 11.286 | 15.837 |
RESULTATENREKENING
Bedrijfsopbrengsten en bedrijfskosten
Brutomarge (+)/(-)
Waarvan: niet-recurrente bedrijfsopbrengsten Omzet
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (+)/(-)
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa
Waardeverminderingen op voorraden, op bestellingen in uitvoering en op handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen)
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen)
Andere bedrijfskosten
(+)/(-)
(+)/(-)
Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-)
Niet-recurrente bedrijfskosten
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) (+)/(-)
Financiële opbrengsten
Recurrente financiële opbrengsten Waarvan: kapitaal- en interestsubsidies
Niet-recurrente financiële opbrengsten
Financiële kosten
Recurrente financiële kosten Niet-recurrente financiële kosten
Winst (Verlies) van het boekjaar vóór belasting (+)/(-)
Onttrekking aan de uitgestelde belastingen Overboeking naar de uitgestelde belastingen
Belastingen op het resultaat (+)/(-)
Winst (Verlies) van het boekjaar (+)/(-)
Onttrekking aan de belastingvrije reserves Overboeking naar de belastingvrije reserves
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar (+)/(-)
N° | 0739852652 | MIC-inb 5 |
Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
9906 | 38.089 | 27.683 |
(9905) | 11.286 | 15.837 |
14P | 26.803 | 11.846 |
791/2 | ||
691/2 | 564 | 880 |
691 | ||
6920 | 564 | |
6921 | 880 | |
(14) | 22.136 | 26.803 |
794 | ||
694/7 | 15.389 | |
694 | 15.389 | |
695 | ||
696 | ||
697 |
RESULTAATVERWERKING
Te bestemmen winst (verlies) (+)/(-)
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar (+)/(-)
Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar (+)/(-)
Onttrekking aan het eigen vermogen Toevoeging aan het eigen vermogen
aan de inbreng
aan de wettelijke reserve aan de overige reserves
Over te dragen winst (verlies) (+)/(-)
Tussenkomst van de vennoten in het verlies Uit te keren winst
Vergoeding van de inbreng Bestuurders of zaakvoerders Werknemers
Andere rechthebbenden
N° | 0739852652 | MIC-inb 6.1.2 |
TOELICHTING
Codes | Boekjaar | Vorig boekjaar |
8199P | XXXXXXXXXX | 219.144 |
8169 | 4.998 | |
8179 | ||
8189 | ||
8199 | 224.141 | |
8259P | XXXXXXXXXX | |
8219 | ||
8229 | ||
8239 | ||
8249 | ||
8259 | ||
8329P | XXXXXXXXXX | 20.902 |
8279 | 10.985 | |
8289 | ||
8299 | ||
8309 | ||
8319 | ||
8329 | 31.887 | |
(22/27) | 192.255 |
STAAT VAN DE VASTE ACTIVA
MATERIËLE VASTE ACTIVA
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar
Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Overdrachten en buitengebruikstellingen
Overboekingen van een post naar een andere (+)/(-)
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Meerwaarden per einde van het boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar
Geboekt
Verworven van derden Afgeboekt
Overgeboekt van een post naar een andere (+)/(-)
Meerwaarden per einde van het boekjaar
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar
Geboekt Teruggenomen Verworven van derden
Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen
Overgeboekt van een post naar een andere (+)/(-) Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
N° | 0739852652 | MIC-inb 6.5 |
WAARDERINGSREGELS
ALGEMENE PRINCIPES
1. Samenvatting van de waarderingsregels
KB-V art. 28, §1, lid 2
§1. Elke vereniging of stichting bepaalt de regels die, met nakoming van de bepalingen van dit hoofdstuk, doch rekening gehouden met haar eigen kenmerken, gelden voor de waardering van de inventaris bedoeld in artikel 9, §1, van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, en, onder meer, voor de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten evenals voor de herwaarderingen.
Deze regels worden bepaald door het bestuursorgaan van de vereniging of stichting en vastgelegd in het boek bedoeld in artikel 9, §1, van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen. Ze worden samengevat in de toelichting; overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 24, eerste lid, moet deze samenvatting voldoende nauwkeurig zijn zodat inzicht wordt verkregen in de toegepaste waarderingsmethoden.
2. Bijkomende vermeldingen die een getrouw beeld moeten verzekeren
KB-V art. 24, lid 2
De jaarrekening moet een getrouw beeld geven van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vereniging of stichting.
Wanneer de toepassing van de bepalingen van deze titel niet volstaat om te voldoen aan dit voorschrift moeten aanvullende inlichtingen worden verstrekt in de toelichting.
3. Belangrijke rechten en verplichtingen die mogelijk niet becijferbaar zijn
KB-V art. 25, §3, lid 2
§3. In de toelichting worden per soort de rechten en verplichtingen vermeld die niet in de balans voorkomen en die het vermogen, de financiële positie of het resultaat van de vereniging of stichting aanmerkelijk kunnen beïnvloeden.
Belangrijke rechten en verplichtingen die niet kunnen worden becijferd, worden op passende wijze vermeld in de toelichting.
4. Afwijking op de gebruikelijke waarderingsregels
KB-V art. 29, 2de en 3de lid
Indien in uitzonderingsgevallen blijkt dat de toepassing van een in dit hoofdstuk bedoelde waarderingsregel niet leidt tot nakoming van het bepaalde in artikel 24, eerste lid, moet daarvan worden afgeweken ten einde te voldoen aan de in het voornoemde artikel bedoelde verplichting.
Dergelijke afwijking wordt in de toelichting vermeld en verantwoord.
De geraamde invloed ervan op het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de vereniging of stichting wordt vermeld in de toelichting bij de jaarrekening over het boekjaar waarin de afwijkende waarderingsregel voor het eerst wordt toegepast.
5. Aanpassing van de waarderingsregels ten opzichte van vorig boekjaar
KB-V art. 30, lid 3
De waarderingsregels bedoeld in artikel 28, §1, eerste lid, moeten van het ene boekjaar op het andere identiek blijven en stelselmatig worden toegepast.
Ze worden evenwel gewijzigd wanneer, onder meer uit hoofde van belangrijke veranderingen in de activiteiten van de
vereniging of stichting, in de structuur van haar vermogen of in de economische dan wel technologische omstandigheden de vroeger gevolgde waarderingsregels niet langer aan het voorschrift van artikel 24, eerste lid, beantwoorden.
Het tweede en het derde lid van artikel 29 zijn van toepassing op deze wijzigingen.
Deze bepaling is niet van toepassing op de jaarrekening over het eerste boekjaar waarop voor een vereniging of stichting de bepalingen van deze titel van toepassing zijn.
6. Aleatoire waardering van bepaalde risico's, verliezen en ontwaardingen
KB-V art. 33, lid 1
Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico's, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico's, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan van de vereniging of stichting wordt opgesteld. In de gevallen waarin, bij gebrek aan objectieve
beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico's, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk aleatoir is, wordt hiervan melding gemaakt in de toelichting, wanneer de betrokken bedragen rekening houdend met de doelstelling van artikel 24, eerste lid, belangrijk zijn.
7. Belangrijke invloed van kosten en opbrengsten die betrekking hebben op een ander boekjaar
KB-V art. 33, lid 2
Er moet rekening worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is. Ten laste van het boekjaar moeten inzonderheid worden geboekt: het geraamde bedrag van de belastingen op het resultaat van het boekjaar of op het resultaat van vorige boekjaren, alsmede de bezoldigingen, uitkeringen en andere sociale voordelen die in de loop van een volgend boekjaar zullen worden betaald voor diensten die tijdens het boekjaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht. Wanneer de opbrengsten of de kosten in belangrijke mate worden beïnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting.
8. Methoden en grondslagen voor de omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen
KB-V art. 34
De methoden en grondslagen voor de omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen, alsmede de methoden voor de omrekening van de financiële staten van bijkantoren of centra van werkzaamheden in het buitenland, worden in de toelichting vermeld bij de in artikel 28, §1 bedoelde waarderingsregels.
9. Vergelijkbaarheid van de cijfers van vorig boekjaar met deze van huidig boekjaar
KB-V art. 83, 2de en 3de lid (gewijzigd door KB-Z art. 11)
Bij elke rubriek en onderrubriek van de balans en van de resultatenrekening wordt het bedrag van de overeenkomstige post van het voorafgaande boekjaar vermeld; wanneer evenwel een vereniging of stichting die haar jaarrekening over het voorafgaande boekjaar heeft opgesteld overeenkomstig artikel 82, §2, haar jaarrekening over het nieuwe boekjaar moet opstellen overeenkomstig artikel 82, §1, volstaat het dat zij als vergelijkende cijfers voor het voorafgaande boekjaar de bedragen vermeldt die als zodanig voorkwamen in de jaarrekening over dat boekjaar.
Wanneer de bedragen van het boekjaar niet vergelijkbaar zijn met die van het voorafgaande boekjaar, mogen de bedragen van het voorafgaande boekjaar worden aangepast met het oog op hun vergelijkbaarheid; in dat geval worden deze aanpassingen, behalve indien zij onbelangrijk zijn, in de toelichting vermeld en onder verwijzing naar de betrokken rubrieken, toegelicht. Worden de bedragen van het voorafgaande boekjaar niet aangepast, dan moet de toelichting de nodige gegevens bevatten om een vergelijking mogelijk te maken.
Onderhavige bepaling geldt niet voor de resultatenrekening en de toelichting die deel uitmaken van de jaarrekening van het eerste boekjaar waarop de bepalingen van onderhavige titel van toepassing zijn. De cijfers van de openingsbalans, vastgelegd conform artikel 37 van het KB-Z, worden beschouwd als de cijfers van de balans van het vorige boekjaar.
10. Wijziging van de voorstelling van de jaarrekening
KB-V art. 86, lid 2
De voorstelling van de jaarrekening moet identiek zijn van het ene jaar tot het andere.
Ze wordt echter gewijzigd wanneer, onder meer ingevolge een belangrijke wijziging in de structuur van het vermogen, van de opbrengsten en van de kosten van de vereniging of stichting ze niet meer beantwoordt aan het voorschrift van artikel 24, eerste lid. Deze wijzigingen worden vermeld en verantwoord in de toelichting die behoort tot het boekjaar waarin ze werden ingevoerd.
11. Verandering van boekhoudmodel
KB-Z art. 21
Elke vereniging of stichting die niet langer voldoet aan de criteria van de artikelen 17, §3, 37, § 3 of 53, §3 van de wet van 27 juni 1921 en die besluit om haar boekhouding te voeren volgens het model van de vereenvoudigde boekhouding, vastgelegd in uitvoering van de artikelen 17, §2, 37, § 2 of 53, § 2 van de wet van 27 juni 1921, moet deze beslissing melden en verantwoorden in de toelichting bij haar jaarrekening en aanvullen met de belangrijkste gevolgen van deze wijziging voor de vereniging of stichting. Vanaf dat moment voert ze haar boekhouding met de exclusieve toepassing van de bepalingen die werden vastgelegd in uitvoering van de artikelen 17, §2, 37, § 2 of 53, § 2 van de wet van 27 juni 1921.
KB-Z art. 22
Elke vereniging of stichting die haar boekhouding voerde in overeenstemming met het model van de vereenvoudigde boekhouding en die de verplichtingen moet naleven die gelden voor de verenigingen en stichtingen bedoeld in de artikelen 17, §3, 37, § 3 of 53, § 3 van de wet van 27 juni 1921, moet de wijziging van toepasselijke regels vermelden in de toelichting bij haar jaarrekening en de belangrijkste gevolgen van deze wijziging voor de vereniging of stichting opgeven. Vanaf dat moment voert ze haar boekhouding en stelt ze haar jaarrekening op met de exclusieve toepassing van de bepalingen van onderhavig besluit.
12. Vergoedingen en huurgelden in het kader van een leasingovereenkomst
KB-V art. 102, §1
§1. Wat de overeenkomsten betreft die de in artikel 62 bedoelde rechten verlenen en die betrekking hebben op onroerende goederen, afgesloten vóór 1 januari 1980:
1° worden de gespreide vergoedingen en huurgelden die op het boekjaar betrekking hebben op de resultatenrekening geboekt in de rubriek "II.B. Diensten en diverse goederen"; hun bedrag wordt in de toelichting vermeld;
2° worden de gebruiksrechten elk jaar op het actief van de nemer geboekt voor het gedeelte van de gespreide stortingen der vergoedingen en huurgelden die op latere boekjaren betrekking hebben, dat de wedersamenstelling in kapitaal vertegenwoordigt van de waarde van het goed waarop het contract betrekking heeft;
3° wordt in de staat van de vaste activa waarvan sprake is onder nummer 3 van de toelichting bij de jaarrekening, het deel van de vergoedingen en huurgelden die op afgesloten boekjaren betrekking hebben dat de wedersamenstelling in kapitaal vertegenwoordigt van de waarde van het goed waarop het contract betrekking heeft, vermeld in de rubriek "Afschrijvingen en waardeverminderingen";
4° boekt de eigenaar het in leasing gegeven goed op de balans, onder de actiefpost "Andere materiële vaste activa", en de vergoedingen en huurgelden op de resultatenrekening, onder de bedrijfsopbrengsten.
13. Openingsbalans en boekhouding die tenminste overeenstemt met die welke het KB-Z vereist
KB-Z art. 37
§1. Elke vereniging of stichting die bestaat op het ogenblik waarop onderhavig besluit van kracht wordt, past de hierna vastgestelde regels toe om omzichtig, oprecht en te goeder trouw de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen te verrichten die nodig zijn om de openingsbalans van het boekjaar op te stellen op de eerste dag van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden.
Dit artikel is op analoge wijze van toepassing op alle verenigingen en stichtingen die, aan het begin van het boekjaar over een vermogen beschikkend, ertoe gehouden zijn, in toepassing van artikel 17, § 3 respectievelijk artikel 37, § 3 of 53, § 3 van de wet van 27 juni 1921, of die beslissen, in toepassing van artikel 15 van het koninklijk besluit van 26 juni 2003 betreffende de vereenvoudigde boekhouding van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen, om voor de eerste maal de bepalingen van dit besluit toe te passen.
§2. Als de vereniging of stichting, naar de mening van haar raad van bestuur, die wordt vermeld in de toelichting bij de jaarrekening, al een boekhouding voert die ten minste overeenstemt met deze die onderhavig besluit vereist, stemt de openingsbalans van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden, overeen met de afsluitingsbalans van het vorige boekjaar.
Indien een vereniging of stichting waarderingsregels toepast die niet overeenstemmen met de regels die onderhavig besluit oplegt, moet ze deze regels aanpassen.
De vermelding van deze aanpassing in de toelichting wordt vervolledigd met een inschatting van de gevolgen ervan.
§3. Als de vereniging of stichting, naar de mening van haar raad van bestuur, geen boekhouding voert die ten minste overeenstemt met deze die onderhavig besluit vereist, worden de bestanddelen van de activa voor de redactie van de openingsbalans van het eerste boekjaar waarvoor de bepalingen van onderhavig besluit gelden, gewaardeerd tegen de marktwaarde of, bij ontstentenis van marktwaarde, tegen de gebruikswaarde die ze op dat ogenblik hebben.
Bij ontstentenis van betrouwbare marktwaarde of gebruikswaarde, worden de activa in de toelichting bij de jaarrekening opgenomen, aangevuld met de vermelding dat er geen betrouwbare marktwaarde of gebruikswaarde aan kan worden gekoppeld.
AANSCHAFFINGSWAARDE - PRINCIPE EN UITZONDERINGEN
14. Het niet-meerekenen van de onrechtstreekse productiekosten in de kostprijs van bepaalde producten
KB-V art. 37
De vervaardigingsprijs omvat naast de aanschaffingskosten der grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen, de productiekosten die rechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn evenals het
evenredig deel van de productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op de normale productieperiode betrekking hebben. Het staat de verenigingen en stichtingen echter vrij deze onrechtstreekse productiekosten niet geheel of gedeeltelijk in de vervaardigingsprijs op te nemen; ingeval van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt zulks in de toelichting vermeld.
15. Opnemen van de interestlasten in de aanschaffingswaarde van de immateriële en materiële vaste activa en de voorraden of bestellingen in uitvoering
KB-V art. 38
In de aanschaffingswaarde van immateriële en materiële vaste activa mag de rente op vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering worden opgenomen, doch slechts voor zover zij betrekking heeft op de periode welke de bedrijfsklaarheid van deze vaste activa voorafgaat.
In de vervaardigingsprijs van voorraden en bestellingen in uitvoering mag de rente op vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering slechts worden opgenomen voor zover deze rente voorraden of bestellingen betreft waarvan de productie of uitvoering meer dan één jaar bestrijkt en zij op de normale productieperiode van deze voorraden of de normale uitvoeringstermijn van deze bestellingen betrekking heeft.
Het opnemen van de rente op vreemd vermogen in de aanschaffingswaarde van immateriële of materiële vaste activa of van voorraden of bestellingen in uitvoering, wordt bij de waarderingsregels in de toelichting vermeld.
16 Verschil tussen de boekwaarde van voorraden en de waardering op basis van de marktwaarde
KB-V art. 43
De aanschaffingswaarde van activa met identieke technische of juridische kenmerken wordt bepaald hetzij door individualisering van de prijs van elk bestanddeel, hetzij volgens de methode van gewogen gemiddelde prijzen, volgens de methode "Fifo" (eerst in - eerst uit) of volgens de methode "Lifo" (laatst in - eerst uit).
Indien de methode wordt gewijzigd, mag de aanschaffingswaarde van de goederen die geacht worden eerst te zijn ingekomen, niet lager zijn dan de waarde waarvoor ze, voor toepassing van de desbetreffende waardeverminderingen, voorkwamen in de inventaris bij het afsluiten van het boekjaar tevoren.
Wanneer, inzonderheid bij toepassing van de Lifo-methode, de boekwaarde van de voorraden aanzienlijk verschilt van de waarde berekend op basis van de marktwaarde op balansdatum, moet het totale bedrag van dit verschil, per voorraadpost die in de balans voorkomt, in de toelichting worden vermeld. Dit verschil kan door de grote verenigingen en stichtingen, die de in de artikelen 17, §5, 37, § 5 of 53, § 5 van de wet van 27 juni 1921 bepaalde groottecriteria voor zeer grote verenigingen en stichtingen niet bereiken, door middel van een totaalbedrag voor het geheel van de betrokken posten worden opgegeven.
HERWAARDERINGSMEERWAARDEN
17 Herwaardering van materiële en financiële vaste activa
KB-V art. 57, §1, lid 2
§1. De verenigingen en stichtingen mogen de materiële vaste activa, de deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen of bepaalde soorten hiervoorgenoemde vaste activa herwaarderen, wanneer de waarde van deze activa, bepaald in functie van hun nut voor de vereniging of stichting, op vaststaande en duurzame wijze uitstijgt boven hun boekwaarde. Wanneer de betrokken activa noodzakelijk zijn voor de werking van de vereniging of stichting of van een onderdeel daarvan mogen zij slechts worden geherwaardeerd in de mate waarin de aldus uitgedrukte meerwaarde wordt verantwoord door de activiteit van de vereniging of stichting of van het betrokken onderdeel.
De geherwaardeerde waarde die voor deze vaste activa in aanmerking wordt genomen wordt verantwoord in de toelichting bij de jaarrekening waarin de herwaardering voor het eerst werd toegepast.
VASTE ACTIVA
18. Voorwaarden voor het activeren van de herstructureringskosten
KB-V art. 58, lid 2 (gewijzigd door het KB-Z art. 7, 3°)
De oprichtingskosten worden slechts op het actief geboekt voor zover ze niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar waarin ze werden besteed.
Kosten die worden gemaakt in het kader van een herstructurering worden alleen dan onder de activa opgenomen, wanneer het gaat om welbepaalde kosten die verband houden met een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie van de vereniging of stichting en die kosten ertoe strekken een gunstige en duurzame invloed te hebben op
de activiteit van de vereniging of stichting. In de toelichting moet worden verantwoord dat aan deze voorwaarden is voldaan. De herstructureringskosten die het karakter hebben van bedrijfskosten of van uitzonderlijke kosten worden geactiveerd door ze op zichtbare wijze in mindering te brengen van het totaal bedrag respectievelijk van de bedrijfskosten en van de uitzonderlijke kosten.
19. Voorwaarden voor het afschrijven van de kosten voor onderzoek en ontwikkeling en goodwill over een periode van meer dan vijf jaar
KB-V art. 61, §1, lid 1 (gewijzigd door het KB-Z art. 7, 4°) en lid 4
§1. Voor immateriële vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt overgegaan tot afschrijvingen, berekend volgens een overeenkomstig artikel 28, §1 opgesteld plan.
Voor de in het vorige lid bedoelde vaste activa wordt overgegaan tot aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen wanneer, ingevolge hun technische ontwaarding of wegens de wijziging van economische of technologische omstandigheden, hun boekhoudkundige waarde hoger is dan hun gebruikswaarde voor de vereniging of stichting.
De afschrijvingen met toepassing van het eerste lid op immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur mogen slechts worden teruggenomen, wanneer blijkt dat het daarvoor toegepaste afschrijvingsplan, wegens gewijzigde economische of technologische omstandigheden, een te snelle afschrijving tot gevolg heeft gehad. De afschrijvingen met toepassing van het tweede lid, die niet langer verantwoord blijken, moeten worden teruggenomen ten belope van het surplus ten opzichte van de overeenkomstig het eerste lid geplande afschrijvingen.
Wordt in uitzonderlijke gevallen de afschrijving van kosten voor onderzoek en ontwikkeling of van goodwill over meer dan vijf jaar gespreid dan moet dit worden verantwoord in de toelichting.
20. Het niet-afschrijven van materiële vaste activa met constante functionaliteit
KB-V art. 64, §1, lid 1 (gewijzigd door KB-Z art. 7, 5°) en §3 (toegevoegd door het KB-Z art. 7, 6°)
§1. Voor materiële vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt overgegaan tot afschrijvingen, berekend volgens een overeenkomstig artikel 28, §1 opgesteld plan.
Voor de in het vorige lid bedoelde vaste activa wordt overgegaan tot aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen wanneer, ingevolge hun technische ontwaarding of wegens de wijziging van economische of technologische omstandigheden, hun boekhoudkundige waarde hoger is dan hun gebruikswaarde voor de vereniging of stichting.
De afschrijvingen met toepassing van het eerste lid op materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur mogen slechts worden teruggenomen, wanneer blijkt dat het daarvoor toegepaste afschrijvingsplan, wegens gewijzigde economische of technologische omstandigheden, een te snelle afschrijving tot gevolg heeft gehad. De afschrijvingen met toepassing van het tweede lid, die niet langer verantwoord blijken, moeten worden teruggenomen ten belope van het surplus ten opzichte van de overeenkomstig het eerste lid geplande afschrijvingen.
§3 Wanneer de functionaliteit van materiële vaste activa constant is, kan de raad van bestuur van de vereniging of stichting, mits melding en verantwoording in de toelichting, beslissen om deze materiële vaste activa niet af te schrijven en de onderhouds- en vervangingskosten die daaraan verbonden zijn, op zich te nemen.
ANDERE ACTIVA
21. Afwijking op de boekhoudregels met betrekking tot het disconto op vorderingen
KB-V art. 67, aangevuld met §3 (toegevoegd door het KB-Z art. 7, 7°)
§1. Vorderingen worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde, onverminderd de toepassing van §2 van dit artikel en van de artikelen 68 en 73.
§2. Bij de boeking van een vordering in de balans voor haar nominale waarde worden in voorkomend geval in de overlopende rekeningen van het passief geboekt en pro rata temporis in resultaat genomen op grond van de samengestelde interesten:
a) de rente die op basis van de overeenkomst tussen partijen in de nominale waarde van de vordering begrepen is;
b) het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de nominale waarde van de vordering;
c) het disconto op renteloze of abnormaal laag rentende vorderingen, wanneer deze vorderingen:
1° terugbetaalbaar zijn na meer dan één jaar te rekenen vanaf het ogenblik waarop zij in het vermogen van de vereniging of stichting zijn opgenomen, en
2° betrekking hebben hetzij op als opbrengst geboekte bedragen in de resultatenrekening, hetzij op de prijs van de overdracht van vaste activa of van een activiteitsbranche.
Het in sub c) bedoelde disconto wordt berekend op basis van de voor dergelijke vorderingen geldende marktrente op het ogenblik waarop de vordering werd opgenomen in het vermogen van de vereniging of stichting.
Bij vorderingen die in termijnen worden betaald of afbetaald en waarvan de rente of het lastenpercentage gedurende de gehele contractduur wordt toegepast op het oorspronkelijke bedrag van de financiering of van de lening, worden de respectieve bedragen van de gelopen rente en het lastenpercentage die in resultaat moeten worden genomen en van de niet gelopen rente en het lastenpercentage die moeten worden overgedragen naar een volgend boekjaar bepaald door toepassing van de reële rente op het bij het begin van elke periode uitstaande saldo; deze reële rente wordt berekend met inachtneming van de spreiding en de periodiciteit van de betalingen. Een andere methode mag slechts worden toegepast op voorwaarde dat zij, per boekjaar, een gelijkwaardig resultaat oplevert.
Het bedrag van de rente of het lastenpercentage mag niet worden gecompenseerd met de kosten en provisies in verband met deze verrichtingen.
§3. De raad van bestuur van de vereniging of stichting mag afwijken van §2, c) mits melding en verantwoording van de afwijking in de toelichting bij de jaarrekening die in dat geval bovendien het overzicht moet bevatten van de vorderingen waarop de afwijking betrekking heeft. De tenuitvoerlegging van deze bepaling mag geen inbreuk vormen op het beginsel bedoeld in artikel 24.
22. Toegepaste methoden en criteria voor het waarderen van de bestellingen in uitvoering
KB-V art. 71, lid 2
De bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs vermeerderd, naarmate de productie of de werkzaamheden vorderen, met het verschil tussen de in de overeenkomst bepaalde prijs en de vervaardigingsprijs, wanneer dit verschil met voldoende zekerheid als verworven mag worden beschouwd; een vereniging of stichting kan echter ook als regel aannemen de bestellingen in uitvoering of bepaalde soorten daarvan op de balans te blijven boeken tegen hun vervaardigingsprijs.
In de toelichting worden onder de waarderingsregels de methoden en criteria vermeld die voor de waardering van bestellingen in uitvoering zijn toegepast.
*
* *