algemene voorwaarden
algemene voorwaarden
Artikel 1 Xxxx beroepspraktijkovereenkomst
Het doel van deze praktijkovereenkomst is het vastleggen van afspraken over beroepspraktijkvorming. De Algemene Voorwaarden zijn onlosmakelijk verbonden met het BPV-blad.
Artikel 2 Duur en omvang beroepspraktijkvorming
Xxxx en omvang van de beroepspraktijkvorming zijn vermeld op het BPV-blad.
Het aantal voor de opleiding toepasselijke BPV-uren en de verdeling over de tijdvakken staan vermeld in de Onderwijs- en Examenregeling (OER).
Artikel 3 Inhoud van de beroepspraktijkvorming
Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen, of waarnaar in de OER wordt verwezen.
1. Relatie met de OER
a. Tijdens de BPV wordt aandacht besteed aan (onderdelen van) de opleiding. Een beschrijving van de betreffende onderdelen (waaronder de keuzedelen) met vermelding van het einddoel: ontwikkelingsgericht of kwalificerend (examinering) is opgenomen in de OER en uitgewerkt in de documenten waarin de BPV wordt beschreven 1.
b. De OER is via de student in te zien en wordt tezamen met de documenten waarin de BPV wordt beschreven bij aanvang van de BPV op verzoek aan het bedrijf en/of de student overhandigd.
2. Begeleiding
a. Namens het BPV-bedrijf is een aangewezen praktijkbegeleider (ook wel aangeduid als praktijkopleider) binnen het BPV-bedrijf belast met de begeleiding van de student.
b. De schoolbegeleider van de onderwijsinstelling zal het verloop van de beroepspraktijkvorming volgen door regelmatig contact te onderhouden met de praktijkbegeleider en de student.
3. Beoordeling
a. ROC Mondriaan heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student de
kerntaken, werkprocessen, keuzedelen en/of opdrachten behorend tot de BPV heeft gerealiseerd.
b. De procedure van de beoordeling en/of de wijze van examinering van de kerntaken, werkprocessen, keuzedelen, en/of de opdrachten in de beroepspraktijkvorming staan beschreven in de OER van de opleiding en staan, waar van toepassing, tevens vermeld in de BPV-instructie.
c. ROC Mondriaan betrekt bij de beoordeling het oordeel van het BPV-bedrijf met inachtneming van de desbetreffende in de OER opgenomen regels.
d. Een voldoende eindbeoordeling van de BPV is een voorwaarde om het diploma te behalen.
Artikel 4 Tussentijdse wijzigingen
1. De BPV-gegevens zoals opgenomen op het BPV-blad kunnen gedurende de BPV-periode met instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. Het BPV-blad wordt daartoe vervangen door een nieuw BPV-blad. De klachtenprocedure uit het studentenstatuut is van toepassing.
2. ROC Mondriaan stuurt bericht van het nieuwe BPV-blad zo spoedig mogelijk schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student (bij minderjarigheid ook aan zijn ouder/wettelijk vertegenwoordiger) en aan het BPV-bedrijf.
3. De student (bij minderjarigheid zijn ouder/wettelijk vertegenwoordiger) en het BPV-bedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na ontvangst van het bericht van wijziging of van het nieuwe BPV-blad schriftelijk dan wel mondeling aan ROC Mondriaan door te geven als de inhoud van het nieuwe BPV-blad niet correct is. Indien niet wordt gereageerd vervangt het nieuwe BPV-blad het vorige BPV-blad en wordt daarmee onderdeel van de BPV-overeenkomst.
4. BPV-gegevens worden gewijzigd op verzoek van de student indien ze betreffen een wisseling of nadere invulling van de opleiding en op verzoek van het BPV-bedrijf wanneer het de begin- en/of geplande einddatum betreft.
5. De student is zelf verantwoordelijk voor (de gevolgen van) de studiefinanciering.
Artikel 5 Inspanningsverplichting van partijen
Alle partijen spannen zich zo goed mogelijk in om de leerdoelen van de student binnen de afgesproken termijn met succes te (laten) behalen.
Daadwerkelijke aanwezigheid op het bedrijf door de student, voldoende begeleiding door de school en het bedrijf maken daar onder andere deel van uit.
Voetnoot bij artikel 3
1 Bijvoorbeeld: BPV-instructie, stageboek, BPV-handboek.
Artikel 6 Deelname schoolverplichtingen
De student wordt door het BPV-bedrijf in staat gesteld deel te nemen aan het onderwijs dat door ROC Mondriaan volgens het geldende
rooster wordt aangeboden, evenals aan toetsen en examens. Voor het bepalen van de stagedagen worden in principe de schooldagen en schoolvakanties gevolgd, maar op grond van het bedrijfsbelang / branche-kenmerken kan hiervan worden afgeweken voor zover het de schooldagen niet raakt. Wat betreft een eventuele stagevergoeding / vakantie(geld)rechten wordt de regeling van het bedrijf gevolgd; ROC Mondriaan is hier niet als partij bij betrokken.
Artikel 7 Beoordeling beroepspraktijkvorming
Het BPV-bedrijf verklaart zich bereid de beoordeling van de beroepspraktijkvorming op de praktijkplaats mogelijk te maken.
Artikel 8 Aansprakelijkheid / Verzekeringen
1. In het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat het BPV-bedrijf voor de student op dezelfde wijze aansprakelijk en verantwoordelijk is als voor iedere andere medewerker van het bedrijf. Vandaar dat het BPV-bedrijf jegens de student aansprakelijk is voor schade die de student tijdens of in verband met de beroepspraktijkvorming lijdt, tenzij het BPV-bedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658, lid 1
Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student.
2. Het BPV-bedrijf is volgens diezelfde regeling in beginsel ook aansprakelijk voor schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de BPV toebrengt aan het BPV-bedrijf of derden (artikel 6:170 en 7:661 van het BW).
3. ROC Mondriaan is niet verantwoordelijk voor de beschikbaarheid, kwaliteit en veiligheid van de door de student tijdens de BPV tot stand gebrachte producten/diensten.
Opmerkingen:
- Normaliter dekt de verzekering van het BPV-bedrijf bovenstaande aansprakelijkheidsrisico's; dit kan anders zijn voor BPV-bedrijven van ZZP'ers. In dat geval is wellicht een aanvullende verzekering voor het bedrijf noodzakelijk.
- In het buitenland gelden andere regels ten aanzien van stage, verzekeringen en aansprakelijkheid.
Studenten wordt dringend geadviseerd met het stagebureau/de stagebegeleider te overleggen in het geval de BPV in het buitenland plaats vindt.
Het algemene advies luidt dan in ieder geval: sluit eigen (specifiek voor BPV/stage lopen) aansprakelijkheids-, ziektekosten- en reiskostenverzekeringen af voor de duur van het verblijf in het buitenland.
- Schoolverzekeringen: de school heeft een aantal beperkte aansprakelijkheids- en ongevallenverzekeringen afgesloten voor zichzelf en de studenten.
Bij concrete schadegevallen rondom de BPV, waarin gebleken is dat de eigen verzekering van de student geen / onvoldoende dekking biedt, kan contact worden opgenomen met "xxxxxxxx.xxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxx.xx".
Artikel 9 Gedragsregels en veiligheid
1. De student is verplicht de binnen het BPV-bedrijf in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid gegeven
regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen. De student wordt over deze regels door het BPV-bedrijf ingelicht.
2. Het BPV-bedrijf treft, in overeenstemming met de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student.
Artikel 10 Geheimhouding, privacy, intellectuele eigendom
1. De student en ROC Mondriaan zijn verplicht alles geheim te houden wat hen onder geheimhouding wordt toevertrouwd in het BPV- bedrijf of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
2. In het kader van de begeleiding van de student ontvangt het BPV-biedende bedrijf de noodzakelijke persoonsgegevens van ROC Mondriaan. Studievoortgangsgegevens worden door de school alleen aan het bedrijf verstrekt voor zover noodzakelijk voor een goede begeleiding door het bedrijf en nadat de student expliciet en ondubbelzinnig toestemming heeft gegeven. Het bedrijf verplicht zich tot geheimhouding van die gegevens en zal ze niet verder gebruiken dan noodzakelijk voor een goede begeleiding in het kader van de BPV. Na beëindiging van de BPV worden de persoonsgegevens binnen 12 maanden door het BPV-bedrijf vernietigd tenzij wettelijke bepalingen een langere termijn opleggen.
3. Alle intellectuele eigendomsrechten, ontstaan tijdens de werkzaamheden de student heeft verricht de BPV-periode, komen toe aan het BPV-biedende bedrijf. De intellectuele eigendomsrechten van het bedrijf zullen door de student niet worden geschonden, noch tijdens, noch na afloop van de stage.
Artikel 11 Afwezigheid
Voor de afwezigheid tijdens de beroepspraktijkvorming gelden voor de student de regels zoals deze door het BPV-bedrijf gehanteerd worden evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst tussen student en ROC Mondriaan
zijn afgesproken. Het BPV-bedrijf zal de afwezigheid van de student direct melden aan ROC Mondriaan.
Artikel 12 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming
1. Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student of het BPV-bedrijf zich in eerste instantie tot de praktijkbegeleider en/of de schoolbegeleider. Er wordt getracht in gezamenlijk overleg met de student of BPV-bedrijf tot een oplossing te komen.
2. Wanneer de student of het BPV-bedrijf vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost,
kan men zich wenden tot de schooldirecteur. Tegen de beslissing van de schooldirecteur kan een klacht worden ingediend bij de onderwijsdirecteur. Ook kan de zaak worden voorgelegd aan de Klachten- en bezwarenadviescommissie ROC Mondriaan.
Artikel 13 Beëindiging
De Beroepspraktijkovereenkomst eindigt:
a. bij onderling goedvinden van ROC Mondriaan, de student en het BPV-bedrijf, nadat dit schriftelijk door partijen is bevestigd;
b. van rechtswege in de volgende gevallen:
- door beëindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en ROC Mondriaan;
- op het moment dat de student de BPV met positieve beoordeling heeft voltooid of in het geval van een keuzedeel indien de student de BPV heeft voltooid;
- door het verstrijken van de geplande einddatum op het BPV-blad;
- door het verstrijken van de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning of het niet (meer) kunnen overleggen van een vereiste Verklaring Omtrent het Gedrag;
- indien de student ROC Mondriaan (voortijdig) verlaat;
- wanneer sprake is van ontbinding of verlies van rechtspersoonlijkheid van het BPV-bedrijf of wanneer het BPV-bedrijf ophoudt het in de BPV-overeenkomst bedoelde beroep of het genoemde bedrijf uit te oefenen;
- wanneer de erkenning van het BPV-bedrijf (zoals bedoeld in de WEB) is ingetrokken;
c. na een schriftelijke, gemotiveerde, opzegging in de hierna volgende gevallen nadat door de andere partij gelegenheid is geboden om binnen een redelijke termijn alsnog aan de verplichtingen te voldoen:
- indien de student zich, ondanks nadrukkelijke waarschuwing, niet houdt aan de regels volgens artikel 5, 9 en artikel 10 van deze Algemene Voorwaarden, nadat dit schriftelijk is bevestigd door het BPV-bedrijf en/of ROC Mondriaan;
- indien één der partijen op grond van zwaarwegende omstandigheden beëindiging van deze overeenkomst noodzakelijk acht en in redelijkheid niet verlangd kan worden de overeenkomst te laten voortduren;
- wanneer ROC Mondriaan, de student of het BPV-bedrijf de bij wet of bij deze BPV-overeenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt;
- wanneer, indien daar sprake van is, de overeenkomst op grond waarvan de student BPV-werkzaamheden verricht tussen de student en het BPV-bedrijf wordt beëindigd.
Een schriftelijke waarschuwing (ingebrekestelling) is niet nodig indien nakoming op voorhand blijvend onmogelijk is of als de partij reeds te kennen heeft gegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen en het stellen van een termijn overbodig is.
Artikel 14 Vervangende BPV-plaats
Indien ROC Mondriaan of het SBB na het sluiten van de BPV-overeenkomst vaststellen
dat de praktijkplaats niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekortschiet of ontbreekt, het BPV-bedrijf niet langer beschikt over een gunstige beoordeling (als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB) of indien er sprake is van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet naar behoren plaatsvindt, bevorderen ROC Mondriaan
en het SBB dat een toereikende vervangende voorziening zo spoedig mogelijk beschikbaar
wordt gesteld. De student spant zich tot het uiterste in om van het aanbod gebruik te maken.Daarnaast zal de student zich inspannen tot het zoeken van een vervangende BPV-plaats. De inspanning is gericht op het vinden van
een erkende BPV-plaats en richt zich niet op het tot stand komen van een vergoeding of arbeidsovereenkomst.
Artikel 15 Problemen en conflicten bij seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld
1. Het BPV-bedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld.
2. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling.
3. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkbegeleider en de schoolbegeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het BPV-bedrijf of van de onderwijsinstelling.
Artikel 16 Arbeid Vreemdelingen, ID bewijs
1. Het BPV-bedrijf, indien daartoe een wettelijke plicht bestaat, vergewist zich ervan een kopie van het geldig identiteitsbewijs te hebben ontvangen van de student.
2. Het BPV-bedrijf vergewist zich ervan dat er geen formele beletselen zijn om de student arbeid te doen uitvoeren / te werk te stellen (onder andere op grond van Wet Arbeid Vreemdelingen).
Artikel 17 Subsidies
Uitsluitend het BPV-bedrijf is verantwoordelijk voor het al dan niet aanvragen of verkrijgen van eventuele subsidies in het kader van het praktijkleren of anderszins. De school kan hier dus niet aansprakelijk voor worden gesteld.
Artikel 18 Nederlands recht
1. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen welke aan een rechter worden voorgelegd, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Den Haag.
Artikel 19 Slotbepalingen
1. In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist de onderwijsinstelling. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van de samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB) raken, wordt het SBB daarbij betrokken.
2. Nadere schriftelijke afspraken (waaronder een arbeidsovereenkomst, vergoedingenregeling of geheimhoudingsverklaring) tussen de student en het BPV-biedende bedrijf zijn mogelijk voor zover zij voldoen aan de algemene wet- en regelgeving en niet in strijd zijn met het hierboven bepaalde, met dien verstande dat zij ROC Mondriaan en/ of de student niet in een nadeliger positie plaatsen. Met name is een bepaling welke de student hindert om na afloop van deze stage bij een soortgelijk bedrijf te gaan werken niet toegestaan.
3. Deze BPV-overeenkomst met de Algemene Voorwaarden is na instemming van de Studentenraad door het College van Bestuur vastgesteld op 28 maart 2022.