INHOUD
INHOUD
BRANDPOLIS HANDEL
ALGEMENE POLISVOORWAARDEN
HOOFDSTUK 1 - GEMEENSCHAPPELIJKE WAARBORGEN GELDIG VOOR ALLE WAARBORGEN 3
Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst. 5
Artikel 2. Te verzekeren bedragen. 5
Artikel 4a. Tijdelijke verplaatsing van de inhoud. 7
Artikel 4b. Tijdelijk verblijf. 7
Artikel 6. Afzonderlijk gelegen in huur genomen autobergplaats. 8
Artikel 7. Uitsluitingen voor alle waarborgen. 8
Artikel 8. Verplichtingen van de verzekerde. 9
Artikel 10. Samenloop van verzekeringen. 10
Artikel 11. Overdraagbaarheid. 10
Artikel 13. Raming van de schade. 10
Artikel 14. Vrijstellingen. 11
Artikel 15. Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx. 00
Artikel 16. Doorstijging verzekerd bedrag. 12
Artikel 17. Deskundige schatting van woningen. 12
Artikel 18. Bedrag van de vergoeding. 13
Artikel 19. Herwaardering schadevergoeding. 13
Artikel 20. Betaling van de vergoeding. 13
D. ADMINSTRATIEVE BEPALINGEN 15
Artikel 22. Aanvangsdatum van de overeenkomst. 15
Artikel 23. Duur van de overeenkomst. 15
Artikel 24. Betaling van de premie. 15
Artikel 25. Aanpassing van voorwaarden en tarief. 16
Artikel 26. Opzegging van de overeenkomst. 16
Artikel 27. Opzeggingswijze. 16
Artikel 28. Beschrijving en wijziging van het risico. 16
Artikel 29. Overdracht van de verzekerde goederen. 18
Artikel 30. Faillissement van de verzekeringnemer. 18
Artikel 31 Verscheidene verzekeringnemers. 18
Artikel 32. Woonplaats, kennisgeving, rechtsgebied. 18
HOOFDSTUK 2 - XXXXXXXXXX XXXXXXXXXX 00
XXXXXXXX 0: BRAND EN AANVERWANTE GEVAREN 19
Artikel 34. Aanvullende waarborgen. 21
Artikel 35. Niet-verzekerde gevallen. 22
WAARBORG 2: AANSLAGEN EN ARBEIDSCONFLICTEN 22
Artikel 36. Verzekerde gevaren. 22
Artikel 38. Specifieke verplichtingen van de verzekerde. 23
Artikel 39. Specifieke schorsingsmogelijkheid. 23
Artikel 40. Aanvullende waarborgen. 23
Artikel 41. Niet-verzekerde gevallen. 23
WAARBORG 3: STORM, HAGEL, SNEEUW- EN IJSDRUK 24
Artikel 43. Aanvullende waarborgen. 24
Artikel 44. Niet-verzekerde gevallen. 24
Artikel 46. Aanvullende waarborgen. 27
Artikel 47. Niet-verzekerde gevallen. 27
Artikel 49. Aanvullende waarborgen. 29
Artikel 50. Niet-verzekerde gevallen. 29
WAARBORG 6: BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID GEBOUW 30
Artikel 51. Toepassingsgebied en waarborgen. 30
Artikel 52. Reddingskosten. 30
Artikel 53. Uitgesloten schadelijders. 31
Artikel 54. Leiding van het geschil. 31
Artikel 55. Niet-verzekerde gevallen. 31
HOOFDSTUK 3 - FACULTATIEVE WAARBORGEN 34
Artikel 57. Verzekerde gevaren en waarborgen. 35
Artikel 58. Preventiemaatregelen. 35
Artikel 60. Aanvullende waarborgen. 36
Artikel 61. Niet-verzekerde gevallen. 37
Artikel 62. Teruggevonden voorwerpen. 38
Artikel 64. Welke waarborgen worden in de waarborg ‘Rechtsbijstand’ ten laste genomen? 39
Artikel 65. Wat is de reikwijdte van de waarborg ‘Rechtsbijstand’? 40
Artikel 66. De grenzen van de tussenkomst 41
Artikel 67. De uitsluitingen 41
Artikel 68. Verplichtingen van de verzekerde bij een schadegeval: 42
WAARBORG 10: BEDRIJFSSCHADE 42
Artikel 69. Begripsomschrijvingen. 42
Artikel 72. Niet-verzekerde gevallen. 43
HOOFDSTUK 4 - ALGEMENE WAARBORGUITBREIDINGEN 43
HOOFDSTUK 5 - BIJSTAND HANDEL 45
Artikel 73. Wat is PNP Bijstand? 45
Artikel 74. In welke gevallen kunnen de verzekerden een beroep doen op PNP Bijstand? 45
Artikel 75. Welke zijn de prestaties van PNP Bijstand? 46
Artikel 76. In welke gevallen komt de PNP Bijstand niet tussen? 47
Artikel 77. Tussenkomstmodaliteiten van de PNP Bijstand 48
Artikel 78. Organisatie van de PNP Bijstand 48
HOOFDSTUK 6 – WETTELIJKE VERMELDINGEN 48
HOOFDSTUK 1 - GEMEENSCHAPPELIJKE WAARBORGEN GELDIG VOOR ALLE WAARBORGEN
1. Verzekerde
Als verzekerden worden beschouwd:
a) de verzekeringnemer;
b) de bij hem inwonende personen, ook als die tijdelijk elders verblijven;
c) hun personeel in de uitoefening van zijn functies;
d) de lasthebbers en de vennoten van de verzekeringnemer in de uitoefening van hun functies;
e) elke andere persoon die in onderhavige overeenkomst als verzekerde wordt aangeduid;
f) de naakte eigenaar(s) indien de verzekeringnemer de hoedanigheid van vruchtgebruiker heeft of vice versa;
g) de mede-eigenaars voor zover de overeenkomst werd gesloten door de vereniging van de mede- eigenaars.
2. Maatschappij
De cv P&V Verzekeringen, met maatschappelijke zetel te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx 000, verzekeringsonderneming toegelaten onder code NBB nr. 00058.
Behalve voor de afhandeling van de schadegevallen binnen de waarborg rechtsbijstand wordt de cv P&V Verzekeringen vertegenwoordigd door haar gevolmachtigde onderschrijver Piette & Partners nv, met zetel te 0000 Xxxxxxxx, Casinoplein 6, toegelaten onder code FSMA nr. 0448.811.575
3. Vrijstelling
Het gedeelte van de schade dat door de verzekerde bij een schadegeval zelf gedragen wordt.
4. Nieuwwaarde
a) Voor het gebouw:
Het bedrag dat men zou moeten aanwenden om op dezelfde plaats een gelijkaardig gebouw te bouwen of te herbouwen, vooropgesteld dat alle werken door professionelen worden uitgevoerd, de honoraria voor architecten en ingenieurs inbegrepen.
b) Voor de inhoud:
De wedersamenstelling in nieuwe staat. De niet-terugvorderbare B.T.W. is steeds in de prijs of waarde inbegrepen.
5. Werkelijke waarde
De nieuwwaarde onder aftrek van slijtage.
6. Slijtage
De waardevermindering van een goed rekening houdend met de ouderdom en het gebruik, de frequentie en de kwaliteit van het onderhoud ervan.
7. Verkoopwaarde
De prijs van het goed die de verzekerde normaal zou krijgen zo hij het op de dag van het schadegeval te koop zou aanbieden op de nationale markt.
8. Dagwaarde
Beurs-, markt- of vervangingswaarde van een goed op de dag van het schadegeval
9. Gebouw
a) Onder gebouw wordt verstaan:
Alle constructies die zich op de aangeduide ligging bevinden, eventueel aanpalend aan andere gebouwen doch zonder gemeenschap.
Dit begrip omvat eveneens:
1) de roerende goederen die blijvend aan het erf verbonden zijn, zoals een ingerichte keuken of badkamer, vaste verwarmingsinstallaties, aansluitingen op nutsvoorzieningen en dergelijke door de eigenaar van het gebouw aangebracht, met uitsluiting van de goederen die voor beroepsdoeleinden bestemd zijn;
2) de afsluitingen en omheiningen, zelfs onder de vorm van beplantingen, de private ingangen tot het gebouw, de aanpalende binnenpleinen en terrassen die verhard zijn;
3) de materialen die ter plaatse gebracht zijn en bestemd om deel uit te maken van het gebouw;
4) voor zover zij vermeld zijn in de Bijzondere Voorwaarden, de constructies opgericht door de huurder of gebruiker van het gebouw.
b) Het gebouw moet aan de hierna volgende criteria voldoen:
1) de buitenmuren dienen voor ten minste 75% van hun oppervlakte opgetrokken te zijn uit onbrandbare materialen;
2) de dragende elementen, met uitsluiting van de vloeren en het dakgebinte, dienen uit onbrandbare materialen vervaardigd te zijn;
3) de dakbedekking mag geen riet of stro zijn;
4) de bijgebouwen mogen opgetrokken en gedekt zijn in brandbare materialen voor zover hun bewoonbare of begaanbare oppervlakte niet meer dan 25% van deze van het hoofdgebouw beslaat.
5) de verwarming en verluchting mag niet gebeuren met warmeluchtkanonnen of systemen met gestuurde lucht die brandbare leidingen bevatten.
10. Inhoud
a) Elk roerend goed dat aan de verzekerde toebehoort of hem toevertrouwd werd en dat zich bevindt op de aangeduide ligging vermeld in de Bijzondere Voorwaarden, zijnde:
- Inboedel: elk roerend goed bestemd voor privégebruik, dat zich bevindt in het woninggedeelte van het verzekerde risico;
Inboedel omvat eveneens:
1) de huisdieren die voor privédoeleinden worden gehouden;
2) de vaste installaties (behalve constructies), verbeteringen, behang en schilderwerk die door de huurder of gebruiker van het gebouw werden aangebracht in het woninggedeelte :
- op eigen kosten en voor eigen rekening;
- voor zover zij niet verzekerd zijn in de polis van de verhuurder of van de eigenaar.
3) de inboedel toebehorend aan uw gasten en dit tot 5.000,00 euro; met uitsluiting van waarden
- Materieel: roerende of blijvend aan het erf verbonden goederen bestemd voor beroepsgebruik, koopwaar uitgezonderd;
Materieel omvat eveneens:
1) iedere vaste inrichting of aanpassing die door de huurder of gebruiker werd aangebracht;
2) alle goederen toebehorend aan het personeel;
3) de gemotoriseerde werktuigen die bij landbouw-, tuinbouw-, wijnbouw- en fruitteeltbedrijven of fokkerijen worden aangewend bij de werkzaamheden en dit overal in België
- Koopwaar: grondstoffen, voorraden, producten in bewerking, afgewerkte producten, verpakkingen, afvalstoffen en goederen van het cliënteel, bestemd voor beroepsdoeleinden.
- Dieren: alle huis- en fokdieren, alsook de dieren van landbouwbedrijven of bestemd voor verkoop, overal in België.
b) Behoren niet tot de inhoud, tenzij andersluidende vermelding in de Bijzondere Voorwaarden:
1) de motorrijtuigen met een cilinderinhoud van méér dan 50 cc die bestemd zijn voor het vervoer van personen en/of zaken, en hun aanhangwagens. De tuinwerktuigen, gemotoriseerd speelgoed en elektrische rolstoelen blijven wel verzekerd.
2) de enige en originele exemplaren van plans en modellen.
c) Zijn niet in de inhoud begrepen:
1) muntstukken, bankbiljetten, zegels, aandelen, obligaties, cheques en/of andere waardepapieren;
Evenwel zijn deze waarden gedekt in het woninggedeelte van het gebouw tot 3.000,00 euro voor de waarborg Brand en aanverwante gevaren en tot 4.000,00 euro (6.000,00 euro in een verankerde kluis) voor de facultatieve waarborg “Diefstal”.
2) staven edel metaal, niet ingezette edelstenen en echte parels;
3) de goederen die met naam in een andere overeenkomst vermeld staan voor dezelfde waarborgen.
Artikel 1. Voorwerp van de overeenkomst.
De maatschappij waarborgt, binnen de grenzen van de overeenkomst, de stoffelijke schade aan de verzekerde goederen waarvan de verzekerde eigenaar is. Deze schade moet het gevolg zijn van een verzekerd gevaar, vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
Indien de verzekerde in de hoedanigheid van huurder of gebruiker is gedekt, verleent de maatschappij, binnen de grenzen van de overeenkomst, haar waarborg voor zijn aansprakelijkheid voor stoffelijke schade voortvloeiend uit de artikelen 1732, 1733, 1735 of 1302 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover deze schade het gevolg is van een verzekerd gevaar, vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
De Belgische wetgeving is van toepassing op deze overeenkomst, meer bepaald:
- de Wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014 en de diverse uitvoeringsbesluiten;
- het K.B. dd. 24 december 1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren wat de
eenvoudige risico’s betreft;
- de wet van 17 september 2005 op de natuurrampenverzekering en de diverse uitvoeringsbesluiten. De dwingende bepalingen van deze wetgeving primeren op de voorwaarden van deze overeenkomst.
Artikel 2. Te verzekeren bedragen.
De verzekerde bedragen worden door de verzekeringnemer vastgesteld en bevatten alle belastingen, taksen en rechten, in de mate waarin zij niet kunnen gerecupereerd worden.
a) Voor het gebouw.
1) Als eigenaar: de nieuwwaarde;
2) Als huurder of gebruiker:
a. van een volledig gebouw: de werkelijke waarde;
b. van een gedeelte van een gebouw: de werkelijke waarde van het gedeelte van het gebouw dat de verzekeringnemer huurt of gebruikt.
b) Voor de inhoud.
1) De inboedel: de nieuwwaarde; Nochtans dient verzekerd te worden:
a. voor linnengoed en kledingstukken: de werkelijke waarde;
b. voor antieke meubelen, kunst- of verzamelingsvoorwerpen, collecties en juwelen: de vervangingswaarde, hetzij de aankoopprijs voor hetzelfde voorwerp op de Belgische tweedehandsmarkt;
c. voor alle goederen, die niet vervangen kunnen worden omwille van hun zeldzaamheid: de verkoopwaarde, hetzij de prijs bij verkoop van het voorwerp op de Belgische tweedehandsmarkt;
d. voor de motorrijtuigen: de verkoopwaarde, hetzij de prijs bij verkoop van het motorrijtuig op de Belgische tweedehandsmarkt;
e. voor documenten, plannen, modellen en alle andere informatiedragers: de kosten die nodig zijn voor hun materiële wedersamenstelling met uitsluiting van opzoekings- en studiekosten;
f. voor de waarden: de dagwaarde.
2) Het materieel: de werkelijke waarde, zonder dat deze hoger mag liggen dan de prijs van nieuw materieel met vergelijkbare prestaties.
Nochtans dient verzekerd te worden:
a. voor bedrijfsdocumenten, plannen en alle informatiedragers: de kosten die nodig zijn voor hun materiële wedersamenstelling met uitsluiting van opzoekings- en studiekosten;
b. voor motorrijtuigen: de verkoopwaarde.
3) De koopwaar: de kostprijs, zijnde de prijs die de verzekerde zou moeten betalen om het goed in normale omstandigheden te vervangen.
Nochtans dient verzekerd te worden:
a. voor landbouwproducten: de dagwaarde;
b. voor koopwaar toebehorend aan het cliënteel: de werkelijke waarde;
c. voor motorrijtuigen toebehorend aan het cliënteel: de verkoopwaarde.
4) Dieren: de dagwaarde, zonder rekening te houden met hun competitie- of wedstrijdwaarde.
Artikel 3. Indexatie.
a) Begripsomschrijving.
De Abex-index is het indexcijfer van de bouwkosten dat om de zes maand wordt vastgesteld door de Associatie van Belgische Experten. De Consumptie-index is het indexcijfer van de kleinhandelsprijzen dat maandelijks wordt gepubliceerd door het Ministerie van Economische Zaken.
b) Werking.
Op de jaarlijkse vervaldag schommelen:
1) de premies en de verzekerde bedragen voor het gebouw en de inhoud volgens de verhouding die bestaat tussen de Abex-index van kracht op die vervaldag en de Abex-index die is aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden bij de onderschrijving van de overeenkomst.
2) de schadevergoedingsgrenzen:
a. Voor de waarborgen B.A. gebouw en verhaal van derden, volgens het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basisindexcijfer dat van november 2016, namelijk 241,52 (basis 1981 = 100).
b. Voor de overige waarborgen volgens de Abex-index, van kracht op de datum van het schadegeval en Abex-index 754.
c) Bij schadegeval.
Het indexcijfer dat zal worden toegepast, is dit van de maand die het schadegeval voorafgaat.
Artikel 4a. Tijdelijke verplaatsing van de inhoud.
a) inboedel:
De verzekerde inboedel, motorrijtuigen uitgesloten, blijft gedekt, ook tijdens de overbrenging ervan, wanneer deze zich tijdelijk en gedeeltelijk in een ander gebouw bevindt, overal ter wereld, ongeacht de constructie ervan (inclusief caravans, campingcars en tenten; de keuzewaarborg Diefstal is in deze gevallen evenwel niet verworven).
Tijdens reizen of vakanties is de verplaatsing van de inboedel in tijd beperkt tot 90 dagen per verzekeringsjaar. Voor de inboedel in studieverblijven wordt geen beperking in tijd opgelegd.
b) materieel en koopwaar:
Het materieel en de koopwaar blijven gedekt tot beloop van 40% van de verzekerde waarde ter gelegenheid van een handelsbeurs of tentoonstelling in een lidstaat van de Europese Unie:
1) in een gebouw dat beantwoordt aan de criteria vermeld in punt 9. b) van de Begripsomschrijvingen: voor de onderschreven waarborgen vermeld in de Bijzondere Voorwaarden met uitzondering van de facultatieve waarborg Diefstal;
2) in een ander gebouw, ongeacht de constructie ervan: voor de schade veroorzaakt door brand, blikseminslag, ontploffing, implosie, neerstorten van lucht- en ruimtevaartuigen, arbeidsconflicten en aanslagen.
Artikel 4b. Tijdelijk verblijf.
Wanneer de overeenkomst het gebouw, welke de gewone woonplaats van de verzekerde uitmaakt en/of de aldaar aanwezige inhoud dekt, waarborgt de maatschappij de aansprakelijkheid die de verzekerde oploopt voor de stoffelijke schade aan gebouwen met hun inhoud, ongeacht het gebruik en de constructie ervan, die hij tijdelijk huurt of gebruikt:
- tijdens een reis of een vakantie voor zover de huur of het gebruik niet langer duurt dan 120 dagen per verzekeringsjaar;
- naar aanleiding van een familiefeest;
- als studentenverblijf.
- als vervangingsverblijf na een zwaar schadegeval.
Deze waarborg is overal ter wereld geldig tot beloop van 1.000.000,00 euro zonder toepassing van de evenredigheidsregel en volgens de voorwaarden van de verzekerde gevaren, vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
De schade die echter valt onder toepassing van de aansprakelijkheidsverzekering privé-leven overeenkomstig het K.B. dd. 12 januari 1984, wordt evenwel niet vergoed.
Artikel 5. Verhuizing.
a) In geval van verhuizing in België blijft de overeenkomst nog 120 dagen van kracht voor de inhoud en het gebouw en dit zowel op het oude als op het nieuwe adres, zelfs indien de hoedanigheid van de verzekeringnemer als eigenaar, huurder of gebruiker verandert. Tijdens de verhuizing is de inhoud tevens verzekerd in het voertuig van de verzekeringnemer. Voorwaarde is wèl dat de verzekeringnemer zijn voornemen tot verhuizing meldt aan de maatschappij binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de dag waarop hij met de verhuizing begint. Bij verzuim hieraan worden de waarborgen van de overeenkomst geschorst van zodra deze termijn verlopen is.
b) In geval van verhuizing naar het buitenland houdt de verzekering van rechtswege op te bestaan.
Artikel 6. Afzonderlijk gelegen in huur genomen autobergplaats.
De maatschappij waarborgt de huuraansprakelijkheid voor maximum twee afzonderlijk gelegen autobergplaatsen, alsook de aanwezige inhoud zonder motorrijtuigen. Deze dekking wordt verleend zonder toepassing van de evenredigheidsregel tot beloop van 50.000,00 euro.
Artikel 7. Uitsluitingen voor alle waarborgen.
Tenzij anders vermeld in de voorwaarden van de verzekerde waarborgen en in de Bijzondere Voorwaarden van deze overeenkomst, wordt niet verzekerd of ten laste genomen:
a) de schade die verband houdt met één van de hierna volgende gevallen:
1) opzettelijke daad van een verzekerde;
2) oorlog of gelijkaardige feiten en burgeroorlog;
3) opeising in elke vorm, gehele of gedeeltelijke bezetting van de aangeduide goederen door een militaire of politiemacht, geregelde of ongeregelde strijders;
4) de schade die het gevolg is van een oorzaak, die bij een vorig schadegeval aan het licht kwam en niet binnen een redelijke termijn werd weggenomen;
5) de schade die geheel of gedeeltelijk bestond voor de aanvang van deze overeenkomst;
6) milieuvervuiling, hetzij het verspreiden van giftige, bijtende, bederf veroorzakende stoffen, en dit zowel in vaste, vloeibare of in gasvorm;
7) schade aan bouwvallige en voor afbraak bestemde delen van een gebouw.
b) de schade veroorzaakt of verergerd door:
1) wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door wijziging van de structuur van de atoomkern;
2) nucleaire brandstof, radioactief product of radioactieve afval, elke bron van ioniserende stralingen waarvoor enkel en alleen de uitbater van een nucleaire installatie aansprakelijk is;
3) elke bron van ioniserende stralingen, en meer in het bijzonder elke radio-isotoop, die gebruikt wordt of bestemd is voor gebruik buiten een nucleaire installatie waarvan de verzekerde of iedere persoon waarvoor hij instaat, eigenaar, bewaarhouder of gebruiker is.
c) de schade aan gebouwen die geheel of gedeeltelijk bouwvallig of bestemd zijn voor afbraak.
d) de bijkomende schade door verlies of diefstal van voorwerpen, ontstaan naar aanleiding van een schadegeval.
e) de schade veroorzaakt door de aanwezigheid of de verspreiding van asbest, asbestvezels of producten die asbest bevatten, voor zover deze schade voortvloeit uit de schadelijke eigenschappen van asbest.
Artikel 8. Verplichtingen van de verzekerde.
Ten allen tijde moeten de verzekeringnemer en de verzekerden alle dringende en redelijke maatregelen nemen om schadegevallen te voorkomen.
Bij schadegeval moeten de verzekerden:
a) alle dringende en redelijke maatregelen treffen om de schade te voorkomen en te beperken;
b) schriftelijk aangifte doen bij de maatschappij met vermelding van omstandigheden en oorzaken ervan:
1) uiterlijk binnen de 10 dagen te rekenen van de dag waarop het schadegeval zich voordeed of, in geval van overmacht, zo snel als redelijkerwijze mogelijk is;
2) binnen de 24 uur na kennisname van xxxxxx veroorzaakt:
- aan dieren;
- door ontdooiing van de diepvriezer;
- door diefstal of poging tot diefstal;
- door gewelddaden;
In de laatste twee gevallen dient de verzekerde bovendien onmiddellijk klacht neer te leggen bij de gerechtelijke autoriteiten en alle bewarende maatregelen te treffen, ook al is de schade beperkt gebleven tot het verzekerde gebouw.
In geval van diefstal dient de verzekerde de maatschappij in te lichten van zodra de gestolen goederen teruggevonden worden.
c) zo snel mogelijk en uiterlijk binnen de 60 dagen na de aangifte een omstandige staat over te maken met begroting van de schade en de waarde van de verzekerde goederen, met vermelding van de identiteit van de eigenaars;
De verzekerde zal tevens alle gegevens tot staving van die staat aan de maatschappij bezorgen.
d) alle richtlijnen van de maatschappij volgen en alle stappen ondernemen die door haar worden gevraagd;
e) alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten binnen de 48 uur na hun betekening aan de maatschappij overmaken, op de zittingen verschijnen, zich onderwerpen aan alle onderzoeksmaatregelen bevolen door de rechtbank en alle rechtsplegingshandelingen vervullen die door de maatschappij worden gevraagd;
Deze laatste heeft het recht de leiding van de onderhandelingen met derden en het burgerlijk geding op zich te nemen alsmede de vrijheid het strafrechtelijk geding te volgen;
f) zich te onthouden van elke erkenning van aansprakelijkheid, van elke transactie, van elke vaststelling van schade, van elke betaling of elke belofte tot schadevergoeding. Het louter erkennen van de feiten of het verschaffen van eerste materiële hulp of medische bijstand worden evenwel niet aanzien als een erkenning van aansprakelijkheid;
g) zich te onthouden van het doen van afstand van verhaal op aansprakelijke personen of borgen zonder de geschreven toestemming van de maatschappij;
h) zich te onthouden van een gehele of gedeeltelijke afstand van of nodeloze wijziging aan de beschadigde goederen, waardoor de bepaling van de oorzaak van de schade of de omvang ervan onmogelijk of moeilijker wordt.
Artikel 9. Sancties.
Indien de verzekerde één van deze verplichtingen niet nakomt, kan de maatschappij haar prestaties verminderen of terugvorderen in de mate waarin zij, door de tekortkoming van de verzekerde, nadeel heeft geleden, tenzij de verzekerde één van zijn verplichtingen met bedrieglijk opzet niet heeft nageleefd, in welk geval de maatschappij haar waarborg kan weigeren.
Artikel 10. Samenloop van verzekeringen.
Indien bij een schadegeval zou blijken dat dezelfde schade door verscheidene overeenkomsten gedekt is en de verzekeringnemer onderhavige overeenkomst aanspreekt, vergoedt de maatschappij de schade binnen de grenzen van deze overeenkomst.
Nadien wordt de last van het schadegeval verdeeld onder de verschillende verzekeraars en dit evenredig met de verzekerde bedragen in elk van deze verzekeringen.
Artikel 11. Overdraagbaarheid.
Indien bij schadegeval blijkt dat sommige bedragen groter zijn dan deze die verzekerd hadden moeten zijn, zal het overschot verdeeld worden over de bedragen met betrekking tot de onvoldoende verzekerde en al dan niet beschadigde goederen en dit pro-rata van de tekorten der bedragen en evenredig met de toegepaste premievoeten. De overdraagbaarheid wordt slechts toegestaan voor goederen die tot hetzelfde geheel behoren en op dezelfde plaats gelegen zijn.
In de waarborg diefstal mag het eventuele overschot van het bedrag dat voor het gebouw verzekerd is niet aangewend worden om een eventuele onvoldoende verzekering van de inhoud te compenseren.
Artikel 12. Expertise.
De beide partijen of hun afgevaardigden bepalen in onderling akkoord het bedrag van de schadevergoeding.
Zo zij echter geen regeling in der minne bereiken, zal het bedrag van de schadevergoeding worden vastgesteld door twee deskundigen waarvan de ene door de verzekeringnemer en de andere door de maatschappij wordt benoemd. Worden deze deskundigen het niet eens, dan duiden zij, op gemene kosten, een derde deskundige aan, wiens advies doorslaggevend is.
Zo een van de partijen geen schatter benoemt, of er geen akkoord kan bereikt worden over de keuze van de derde schatter, zal de schatter aangeduid worden op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de verzekeringnemer.
De beslissing van de deskundigen is onherroepelijk en bindend voor alle partijen.
Artikel 13. Raming van de schade.
Deze raming zal gebeuren volgens dezelfde criteria die gelden voor de vaststelling van de te verzekeren bedragen zoals bepaald in artikel 2 van de Algemene Bepalingen.
In geval van verzekering tegen nieuwwaarde, wordt de slijtage van het beschadigd goed of van het beschadigde deel van het goed, enkel afgetrokken voor het gedeelte dat 30% van de nieuwwaarde overschrijdt.
Artikel 14. Vrijstellingen.
Per schadegeval bedraagt het aandeel van de verzekerde 150,00 euro voor stoffelijke schade. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.
Het aandeel van de verzekerde per schadegeval wordt evenwel gebracht op 1.232,62 euro voor:
- de waarborg ‘aardbeving’,
- de volledige waarborg ‘natuurrampen’, indien het risico verzekerd wordt volgens de Algemene
Voorwaarden van het Tariferingsbureau inzake Natuurrampen.
Deze verhoogde vrijstelling is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basisindexcijfer dat van november 2016 namelijk 241,52 (basis 1981 = 100). Het indexcijfer dat zal worden toegepast is dit van de maand die het schadegeval voorafgaat.
Het geheel van de schade die te wijten is aan éénzelfde schadeverwekkend feit, wordt beschouwd als één schadegeval.
Deze vrijstellingen kunnen niet afgekocht noch verzekerd worden. Zij worden in mindering gebracht voor eventuele toepassing van de evenredigheidsregel.
Artikel 15. Evenredigheidsregel.
Indien, ondanks de eventuele indexatie van de verzekerde bedragen en de toepassing van overdraagbaarheid, de verzekerde bedragen onvoldoende zijn, zal de vergoeding evenredig zijn tot beloop van de verhouding die bestaat tussen het werkelijk verzekerde bedrag en het bedrag dat verzekerd had moeten zijn.
Deze bepaling is echter niet van toepassing:
a) indien de ontoereikendheid van het verzekerde bedrag niet meer bedraagt dan 10% van het bedrag dat verzekerd had moeten zijn;
b) op het verzekerde bedrag van het gebouw of de huuraansprakelijkheid, indien de verzekerde:
1) het bedrag heeft verzekerd dat bekomen werd door correcte toepassing van het evaluatiesysteem voor de woning dat door de maatschappij werd voorgesteld of goedgekeurd, en het bedrag in kwestie heeft geïndexeerd, of
2) het bedrag heeft verzekerd dat bekomen werd na expertise van een door de maatschappij erkend deskundige, en het bedrag in kwestie heeft geïndexeerd, of
3) een verzekering op eerste risico gekozen heeft;
4) voor een gehuurde woning ten minste 20 maal de jaarlijkse huurprijs of huurwaarde liet verzekeren waarbij de hoogste werd weerhouden, verhoogd met de lasten en aldus het totaalbedrag in kwestie geïndexeerd werd.
De lasten omvatten niet de verbruikskosten voor verwarming, water, gas of elektriciteit. Indien deze kosten forfaitair in de huurprijs of huurwaarde begrepen zijn, worden ze ervan afgetrokken.
c) op het verzekerde bedrag van de inboedel:
1) bij een verzekering op eerste risico;
2) indien het minimaal 30% (35% indien motorvoertuigen meeverzekerd worden) vertegenwoordigt van het verzekerde bedrag voor het gebouw dat, via de correcte toepassing van het voorgestelde of goedgekeurde evaluatiesysteem voor de woning, werd bekomen.
d) op de verzekerde bedragen voor de aansprakelijkheid van de huurder of gebruiker van een gedeelte van een gebouw dienstig tot woning:
1) indien het verzekerde bedrag de werkelijke waarde vertegenwoordigt van het gedeelte dat de verzekerde huurt of gebruikt;
2) indien het verzekerde bedrag ten minste 20 maal de jaarlijkse huurprijs of huurwaarde vertegenwoordigt waarbij de hoogste werd weerhouden, verhoogd met de lasten en aldus het totaalbedrag in kwestie geïndexeerd werd;
De lasten omvatten niet de verbruikskosten voor verwarming, water, gas of elektriciteit. Indien deze kosten forfaitair in de huurprijs begrepen zijn, worden ze ervan afgetrokken.
3) wanneer de huurder of gebruiker het bedrag heeft verzekerd dat bekomen werd door correcte toepassing van het evaluatiesysteem dat door de maatschappij werd voorgesteld of goedgekeurd en het bedrag in kwestie heeft geïndexeerd;
4) indien het verzekerde bedrag werd bekomen na expertise van een door de maatschappij erkend deskundige, en het bedrag in kwestie werd geïndexeerd.
Indien de aansprakelijkheid van de huurder of gebruiker van een gedeelte van een gebouw voor een lager bedrag verzekerd is, wordt de evenredigheidsregel toegepast in de verhouding die bestaat tussen:
a. het werkelijk verzekerd bedrag en
b. het bedrag dat overeenstemt met 20 maal de jaarlijkse huurprijs verhoogd met de lasten of, bij gebrek aan verhuring, 20 maal de jaarlijkse huurwaarde van de gebruikte gedeelten, vermeerderd met de lasten, zonder dat het op die wijze verkregen bedrag de werkelijke waarde van het gedeelte dat de verzekerde huurt of gebruikt, mag overschrijden;
e) op de waarborg Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid Gebouw;
f) op de diverse kosten die als “Algemene waarborguitbreidingen” en “Aanvullende waarborgen”
verzekerd zijn;
g) op de verzekeringen op eerste risico;
h) op schadegevallen in een tijdelijk verblijf zoals omschreven in artikel 4b;
i) indien, bij verzekering van een woning, de maatschappij niet bewijst dat zij bij het sluiten van de overeenkomst een evaluatiesysteem heeft voorgesteld dat het mogelijk maakt de evenredigheidsregel te vermijden.
Artikel 16. Doorstijging verzekerd bedrag.
Ingeval de verzekeringnemer het evaluatiesysteem van een maatschappij correct heeft toegepast, wordt de schade aan de woning vergoed zonder rekening te houden met het verzekerde bedrag dat op basis van dit evaluatiesysteem door de verzekeringnemer werd bekomen. Daardoor ziet de maatschappij niet alleen af van de toepassing van de evenredigheidsregel, doch vergoedt zij tevens de schade die het verzekerde bedrag overschrijdt, op voorwaarde dat het bedrag in kwestie werd geïndexeerd.
Indien het bedrag van de huur- of gebruikersaansprakelijkheid werd bepaald op basis van 20 maal de jaarlijkse huurprijs of huurwaarde (waarbij de hoogste werd weerhouden), verhoogd met de lasten, en het bedrag in kwestie werd geïndexeerd, dan ziet de maatschappij niet alleen af van de toepassing van de evenredigheidsregel, doch vergoedt zij tevens de schade die het voornoemd bedrag overschrijdt.
Artikel 17. Deskundige schatting van woningen.
Ingeval het verzekerde bedrag voor de gebouwen werd bepaald door een door de maatschappij erkend deskundige, wordt de schade aan de woning vergoed zonder rekening te houden met het verzekerde bedrag dat op basis van het schattingsverslag van de deskundige werd bekomen. Daardoor ziet de maatschappij niet alleen af van de toepassing van de evenredigheidsregel, doch vergoed zij tevens de schade die het verzekerde bedrag overschrijdt, op voorwaarde dat het bedrag in kwestie werd geïndexeerd.
Artikel 18. Bedrag van de vergoeding.
a) Voor de goederen verzekerd in nieuwwaarde:
1) zal het bedrag van de vergoeding 100% van de nieuwwaarde bedragen in geval van wederopbouw, vervanging of wedersamenstelling van de beschadigde goederen, verminderd met slijtage, voorzien in artikel 13;
Indien de wederopbouwprijs, de vervangingswaarde of de wedersamenstellingswaarde lager ligt dan de vergoeding voor het beschadigde goed, berekend in nieuwwaarde op de dag van het schadegeval, is de vergoeding minstens gelijk aan deze wederopbouw-, wedersamenstellings- of vervangingswaarde, verhoogd met 80% van het verschil tussen de oorspronkelijk voorziene vergoeding en deze wederopbouw-, wedersamenstellings-, of vervangingswaarde. Dit bedrag wordt evenwel verminderd met het slijtagepercentage van het beschadigde gebouw en met de taksen en rechten die zouden verschuldigd zijn op dit verschil na aftrek van slijtage;
2) zal het bedrag van de vergoeding 80% van de nieuwwaarde bedragen in geval van niet- wederopbouw, niet-vervanging of niet-wedersamenstelling van de beschadigde goederen, verminderd met de slijtage, voorzien in artikel 13.
b) In de andere gevallen zal de vergoeding, naargelang de bepalingen van de overeenkomst, 100% bedragen van de waarde waartegen het goed verzekerd is.
c) De vergoeding bevat alle taksen en rechten, voor zover de betaling ervan gerechtvaardigd wordt en ze niet terugvorderbaar zijn.
Artikel 19. Herwaardering schadevergoeding.
Indien de verzekerde bedragen werden geïndexeerd en het Abex-indexcijfer wijzigt tijdens de wederopbouw van het verzekerde gebouw, dan wordt de schadevergoeding of het saldo ervan, zoals deze oorspronkelijk werd vastgelegd op de dag van het schadegeval, verhoogd volgens de stijging van het Abex- indexcijfer tussen de dag van het schadegeval en de dag waarop de maatschappij de vergoeding of het saldo ervan betaalt. Deze verhoogde schadevergoeding kan echter nooit meer bedragen dan 120% van de oorspronkelijk vastgestelde vergoeding en zal tevens beperkt worden tot de totale kostprijs van heropbouw.
Artikel 20. Betaling van de vergoeding.
a) Binnen de 30 dagen na afsluiting van de expertise of, bij gebrek hieraan, na vaststelling van het bedrag van de schade, wordt het in artikel 18 voorziene bedrag van de vergoeding aan de verzekerde uitbetaald.
b) Om van de vergoeding te kunnen genieten, moet de verzekerde op de afsluitingsdatum van de expertise alle verplichtingen nagekomen zijn die hem door de overeenkomst worden opgelegd. Indien dit niet het geval is, beginnen de termijnen, waarvan hierboven sprake, slechts te lopen om 0 uur vanaf de dag volgend op die waarop de verzekerde de genoemde verplichtingen is nagekomen.
Indien er vermoedens bestaan dat het schadegeval opzettelijk veroorzaakt werd door de verzekerde of de begunstigde, alsook in geval van diefstal, kan de maatschappij voorafgaandelijk kopie van het strafdossier lichten; het verzoek er kennis van te nemen moet uiterlijk binnen 30 dagen na de sluiting van de expertise geformuleerd worden en indien de verzekerde of de begunstigde, die om vergoeding vraagt, niet strafrechtelijk wordt vervolgd, moet de eventuele betaling geschieden binnen de 30 dagen nadat de maatschappij van de conclusies van het genoemde dossier kennis heeft genomen. Indien de vaststelling van de vergoeding of de verzekerde aansprakelijkheden betwist worden, moet de betaling van de eventuele vergoeding geschieden binnen de 30 dagen die volgen op de afsluiting van de genoemde betwistingen.
Indien de schade veroorzaakt is door een ‘natuurramp’, zoals omschreven onder de voorwaarden van waarborg 7 Natuurrampen, kan de maatschappij haar betaling uitstellen als het vergoedingsplafond dreigt doorbroken te worden (D. Specifieke bepalingen, Tussenkomstbeperking). De betalingstermijn begint dan te lopen zodra de maatschappij kennis heeft van alle schadegevallen en van zodra ze de evenredige vermindering van de vergoeding kan berekenen.
c) Indien de verzekerde goederen getroffen worden door een ernstig schadegeval, betaalt de maatschappij onmiddellijk een voorschot voor uitgaven die hoogdringend en dwingend noodzakelijk moeten gedaan worden door de verzekerde.
Dit voorschot moet door de verzekerde terugbetaald worden voor zover het de vergoeding, die de maatschappij in hoofde van het schadegeval verschuldigd is, overtreft.
Artikel 21. Verhaal.
a) De maatschappij, die de schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde of de begunstigde tegen de aansprakelijke derden. Overeenkomstig het vergoedingsbeginsel, moeten de kosten gerecupereerd ten laste van derden en de rechtsplegingsvergoeding, terugbetaald worden aan de maatschappij.
Indien, door toedoen van de verzekerde of de begunstigde, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben ten voordele van de maatschappij, kan deze van hem de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
De indeplaatsstelling mag de verzekerde of de begunstigde, die slechts gedeeltelijk vergoed is, niet benadelen. In dat geval kan hij zijn rechten uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is, bij voorrang boven de maatschappij.
b) Behalve in geval van kwaad opzet, doet de maatschappij afstand van verhaal tegenover:
1) de verzekerde voor de schade veroorzaakt aan goederen die hem werden toevertrouwd of door hem voor rekening van derden verzekerd zijn, uitgezonderd indien het gaat over het gebouw waarvan de verzekerde huurder of gebruiker is;
2) de naakte eigenaars en vruchtgebruikers die samen door deze overeenkomst verzekerd zijn;
3) de mede-eigenaars die samen door deze overeenkomst verzekerd zijn;
4) de echtgenoot van de verzekerde;
5) de personen die bij de verzekeringnemer inwonen;
6) de bloed- en aanverwanten in recht opgaande of neerdalende lijn van de verzekerde;
7) de broers, zusters, xxxxxxxxxxxx en schoonzusters van de verzekerde;
8) het personeel en de lasthebbers in dienstverband van de verzekerde en, indien zij in het gebouw wonen, de met hen in gezinsverband samenwonende personen;
9) de gasten van de verzekerden;
10) de leveranciers van elektriciteit, water, gas of andere nutsvoorzieningen alsmede de regies ten opzichte waarvan en in de mate waarin de verzekeringnemer afstand van verhaal heeft moeten doen;
11) het cliënteel van de verzekerde;
12) de verhuurder van de verzekerde, indien het geschreven huurcontract in deze afstand voorziet.
c) Xxxx afstand van verhaal vanwege de maatschappij heeft slechts uitwerking in de mate waarin de aansprakelijke persoon niet door een aansprakelijkheidsverzekering is gedekt of zelf geen verhaal kan nemen op gelijk welke andere aansprakelijke persoon.
Artikel 22. Aanvangsdatum van de overeenkomst.
Het verzekeringsvoorstel verbindt noch de kandidaat-verzekeringnemer, noch de maatschappij tot het sluiten van de overeenkomst. De maatschappij verbindt er zich wel toe de overeenkomst te sluiten, indien zij verzuimt, binnen de 30 dagen na ontvangst van het voorstel, een verzekeringsaanbod, een weigering tot verzekering of een verzoek tot onderzoek of expertise van het te verzekeren goed ter kennis te brengen aan de kandidaat-verzekeringnemer.
De overeenkomst ontstaat door ondertekening van beide partijen.
De waarborg gaat in op de datum vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
Artikel 23. Duur van de overeenkomst.
De overeenkomst is gesloten voor de duur van één jaar.
Op de eindvervaldag wordt de overeenkomst van rechtswege vernieuwd voor achtereenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzegging door de verzekeringnemer of de maatschappij. Deze opzegging dient te gebeuren ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode bij een ter post aangetekende brief, bij deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Het uur van de aanvang en de beëindiging van de overeenkomst is, bij overeenkomst, vastgesteld op 0 uur.
De schorsing, vernietiging of opzegging van de waarborg Natuurrampen heeft, van rechtswege, die van de overige waarborgen tot gevolg. Op dezelfde manier heeft de schorsing, vernietiging of opzegging van alle waarborgen, behalve Natuurrampen, van rechtswege, die van de waarborg Natuurrampen tot gevolg.
Artikel 24. Betaling van de premie.
De premie is een haalschuld, is jaarlijks en ondeelbaar. Zij is vooraf betaalbaar op aanbieding van het kwijtschrift of een vervaldagbericht en wordt verhoogd met de taksen op de verzekeringsovereenkomsten en de opgelegde bijdragen.
Indien de premie niet volledig betaald is binnen de 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de dag van de betekening van het deurwaardersexploot of de afgifte bij de post van de aangetekende brief, houdende ingebrekestelling van de verzekeringnemer, wordt de waarborg onmiddellijk na het verstrijken van deze termijn geschorst.
Indien de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst opzeggen indien zij zich dat recht in de ingebrekestelling heeft voorbehouden; in dat geval wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van ten minste 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing.
Heeft de maatschappij zich de mogelijkheid om de overeenkomst op te zeggen niet voorbehouden in de ingebrekestelling, dan kan de opzegging slechts gebeuren mits een nieuwe aanmaning wordt gedaan.
De maatschappij behoudt zich het recht voor de premies op te eisen die tijdens de periode van de schorsing vervallen. Het recht van de maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
De geschorste waarborg herneemt slechts zijn uitwerking om 0 uur de dag volgend op de integrale betaling van de vervallen premies, vermeerderd met de intresten en de kosten, op de zetel van de maatschappij.
Artikel 25. Aanpassing van voorwaarden en tarief.
De maatschappij kan haar voorwaarden en/of tarief wijzigen en zal de overeenkomst aanpassen op de jaarlijkse vervaldag die volgt op de kennisgeving aan de verzekeringnemer. Indien deze kennisgeving minstens 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag gebeurt, dan kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen tegen de jaarlijkse vervaldag mits naleving van een opzeggingstermijn van minstens 3 maanden. Gebeurt deze kennisgeving op minder dan 4 maanden vóór de jaarlijkse vervaldag, dan kan de verzekeringnemer de overeenkomst opzeggen binnen de drie maand na de kennisgeving en eindigt de overeenkomst 1 maand na ontvangst van de opzegbrief doch ten vroegste op de jaarlijkse vervaldag.
Indien de verzekeringnemer geen gebruik maakt van deze opzegmogelijkheid, wordt het nieuw tarief en/of voorwaarden als aangenomen beschouwd.
De in het vorig lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
Artikel 26. Opzegging van de overeenkomst.
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen:
a) tegen de jaarlijkse vervaldag, mits naleving van een opzegtermijn van minstens 3 maanden;
b) na schadegeval, maar uiterlijk één maand na de volledige uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
c) in geval van bedrieglijk niet-nakomen door een verzekerde van zijn verplichtingen bij schadegeval.
De verzekeringnemer kan de overeenkomst opzeggen:
a) tegen de jaarlijkse vervaldag, mits naleving van een opzegtermijn van minstens 3 maanden;
b) na schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
c) in geval van gedeeltelijke opzegging van de overeenkomst door de maatschappij, uiterlijk één maand na ontvangst van de opzegging door de maatschappij;
d) in geval van tariefverhoging van één of meer dekkingen door de maatschappij om een andere reden dan risicoverzwaring, volgens de voorwaarden van artikel 25.
Artikel 27. Opzeggingswijze.
De opzegging geschiedt bij een ter post aangetekende brief, bij deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 23, 24 en 25, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in geval van een aangetekende brief, te rekenen vanaf de dag volgend op de afgifte bij de post.
De opzegging van de overeenkomst door de maatschappij, na aangifte van een schadegeval, wordt van kracht drie maanden na de dag van de betekening. Wanneer de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de maatschappij te misleiden, wordt de opzegging evenwel van kracht één maand na de dag van de betekening ervan, op voorwaarde dat de maatschappij bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van de artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het Strafwetboek.
Artikel 28. Beschrijving en wijziging van het risico.
a) Beschrijving van het risico
1) De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mede te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten.
2) Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mededelen van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist mededelen van gegevens, komen haar toe.
3) Wanneer het verzwijgen of het onjuist mededelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen de termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist mededelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist mededelen van gegevens.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de 15 dagen.
Niettemin kan de maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist mededelen van gegevens kennis heeft gekregen.
b) Wijziging van het risico
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringnemer de verplichting om, onder de voorwaarden van artikel 28. a) de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van die aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1) Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, zo verzwaard is dat de maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de 15 dagen.
Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
2) Wanneer, in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde geval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen één maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
c) Het verzuim van aangifte van andere verzekeringen met hetzelfde voorwerp en die betrekking hebben op goederen die zich op dezelfde plaats bevinden, wordt gelijkgesteld met het onjuist mededelen van het risico.
Artikel 29. Overdracht van de verzekerde goederen.
a) In geval van overdracht van het verzekerde goed ingevolge overlijden van de verzekeringnemer, blijven de rechten en verplichtingen voortspruitend uit de overeenkomst behouden ten voordele en ten laste van de nieuwe houder van het verzekerde belang.
De nieuwe houder van het verzekerde belang evenals de maatschappij kunnen evenwel kennis geven van de beëindiging van de overeenkomst, de eerstgenoemde met een aangetekende brief binnen 3 maanden en 40 dagen na het overlijden, de maatschappij met een aangetekende brief, bij deurwaardersexploot of door afgifte van een opzegbrief tegen ontvangstbewijs binnen 3 maanden te rekenen vanaf de dag waarop ze kennis heeft gekregen van het overlijden.
b) Bij overdracht onder de levenden van de verzekerde onroerende goederen vervalt de verzekering van rechtswege drie maand na het verlijden van de authentieke akte, tenzij de verzekeringsovereenkomst eerder wordt beëindigd. Tot het verstrijken van die periode geldt de waarborg van de overdrager ook voor de overnemer voor zover hij niet reeds door een andere overeenkomst gewaarborgd is.
c) Bij overdracht onder de levenden van de verzekerde roerende goederen eindigt de waarborg van rechtswege op de dag waarop de verzekerde de roerende goederen niet meer in zijn bezit heeft.
Artikel 30. Faillissement van de verzekeringnemer.
In geval van faillissement of gerechtelijk akkoord met boedelafstand blijft de verzekering bestaan ten voordele en ten laste van de massa van de schuldeisers. De curator kan de overeenkomst opzeggen binnen de 3 maanden volgend op de faillietverklaring. De maatschappij kan de overeenkomst ten vroegste 3 maanden na de faillietverklaring opzeggen.
Artikel 31 Verscheidene verzekeringnemers.
Indien er verscheidene verzekeringnemers zijn, zijn zij hoofdelijk en ondeelbaar gebonden en iedere mededeling van de maatschappij tot één van hen gericht, is geldig ten opzichte van allen.
Artikel 32. Woonplaats, kennisgeving, rechtsgebied.
a) De woonplaats van beide partijen wordt in rechte gekozen: die van de maatschappij op haar maatschappelijke zetel, die van de verzekeringnemer op zijn adres, aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden of op het adres dat hij later aan de maatschappij opgeeft.
b) Om geldig te zijn, dienen alle mededelingen aan de maatschappij gericht te worden aan haar maatschappelijke zetel. De berichten bestemd voor de verzekeringnemer worden geldig overgemaakt op zijn officieel door de maatschappij laatst gekende woonplaats.
Deze mededelingen en kennisgevingen kunnen met instemming van de verzekeringnemer eveneens gebeuren via elektronische post op het laatste door hem opgegeven mailadres. Iedere wijziging van dit mailadres dient meegedeeld te worden aan de maatschappij.
c) Alle betwistingen in verband met de verplichtingen van de partijen en de uitvoering van de overeenkomst behoren tot de bevoegdheid van de Belgische hoven en rechtbanken.
d) De verzekeringnemer, die zijn woonplaats in het buitenland heeft, kiest woonplaats op de plaats waar het risico, waarover de betwisting is ontstaan, is gelegen.
HOOFDSTUK 2 - VERZEKERDE WAARBORGEN
WAARBORG 1: BRAND EN AANVERWANTE GEVAREN
Artikel 33. Waarborgen.
a) Brand.
De maatschappij vergoedt de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen door brand. Dit begrip omvat niet de schade aan voorwerpen die in een vuurhaard geworpen of gelegd zijn.
b) Ontploffing en implosie.
De maatschappij vergoedt de schade veroorzaakt door een plotselinge en hevige uiting van druk of depressie van gassen of dampen.
Is eveneens gedekt:
- elke ontploffing of implosie die geen rechtstreeks verband heeft met het verzekerde risico;
- de ontploffing van springstoffen waarvan de aanwezigheid in het verzekerde risico niet vereist is voor de erin uitgeoefende beroepsactiviteit;
- de implosie van beeldbuizen van televisietoestellen en computers.
c) Blikseminslag.
De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt door de rechtstreekse, materieel vastgestelde blikseminslag en door aanraking van neergebliksemde voorwerpen.
d) Botsing.
Botsing is een kort en hevig contact door een voorwerp, een dier of een persoon.
De maatschappij vergoedt de stoffelijke schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen, rechtstreeks veroorzaakt door botsing alsook het indrukken van vergaarbakken van het gebouw en de ermee verbonden privatieve leidingen.
Wordt uitgesloten, de schade:
- veroorzaakt aan het voorwerp of dier, dat het botsen of indrukken heeft veroorzaakt;
- veroorzaakt door een verzekerde, een huurder, een gebruiker, een gast of door een goed waarvan een verzekerde, een huurder, een gebruiker of een gast eigenaar of houder is. Blijft evenwel gewaarborgd: de schade veroorzaakt door een voertuig (of zijn lading), een werfmachine (of zijn lading) of door een boom;
- veroorzaakt aan een voertuig door botsing met een ander voertuig.
e) Elektrocutie.
De maatschappij waarborgt de elektrocutie van dieren.
f) Rook of roet.
De maatschappij vergoedt de schade, veroorzaakt aan de verzekerde goederen door de plotse en abnormale uitstoot van rook of roet in het gebouw.
g) Elektriciteitsrisico.
1) Waarborg.
De maatschappij waarborgt de stoffelijke schade veroorzaakt aan elektriciteitsmeters, elektrische leidingen en leidingkokers, generatoren en elektrische of elektronische toestellen, inclusief installaties, schakelborden en computers, die deel uitmaken van het verzekerd gebouw of de inhoud, met uitzondering van koopwaar, door de inwerking van elektriciteit, onder om het even welke vorm, inclusief rechtstreekse of onrechtstreekse blikseminslag en inductie.
2) Voor elektrische of elektronische toestellen of installaties en computers vergoedt de maatschappij:
a. bij gedeeltelijke schade:
de herstellingskosten, met inbegrip van de kosten van voorlopige herstelling, vastgesteld bij tegensprekelijke schatting;
b. bij totaal verlies:
de werkelijke waarde, verminderd met de liquidatiewaarde van het beschadigde toestel of installatie. Er is totaal verlies als het bedrag van de herstellingskosten hoger is dan de werkelijke waarde van het toestel of de installatie op het ogenblik van het schadegeval.
De slijtage voor goederen bestemd voor privé- en beroepsgebruik wordt als volgt bepaald:
Ouderdom toestel | Sleetpercentage |
Van 0 t.e.m. 9 jaar | 0% |
Vanaf 10 jaar | 70% |
Voor computers en randapparatuur wordt geen slijtage toegepast gedurende de eerste drie ouderdomsjaren. Vanaf het vierde ouderdomsjaar wordt 10% slijtage in mindering gebracht per bijkomend begonnen ouderdomsjaar, met een maximum van 70%.
De vergoeding kan echter nooit meer bedragen dan de prijs van een nieuw toestel met vergelijkbare prestaties.
3) Schadevergoedingsgrenzen.
De schade aan de domotica-installatie wordt vergoed met een maximum van 30.000,00 euro. De schade aan computers en hun randapparatuur wordt vergoed met een maximum van 4.000,00 euro. De bijkomende kosten voor de aankoop en installatie van de commercieel populaire standaardsoftware, zijn gewaarborgd met een maximum van 1.250,00 euro.
4) Aanvullende waarborg.
De maatschappij vergoedt eveneens de kosten voor het openmaken en opnieuw in goede staat brengen van wanden en vloeren met het oog op het herstellen van een defecte elektrische verwarmingsinstallatie.
5) Niet-verzekerde gevallen, tenzij andersluidende vermelding in de Bijzondere Voorwaarden.
Wordt uitgesloten, de schade:
a. veroorzaakt aan motorrijtuigen en hun toebehoren;
b. waarvoor een leverancier, hersteller, onderneming belast met het onderhoud, monteur of verhuurder, al dan niet contractueel, aansprakelijk is;
c. veroorzaakt aan software en door verlies aan computergegevens van informatie verwerkende systemen behalve de bijkomende kosten voor aankoop en installatie van de commercieel populaire standaardsoftware.
h) Inbraakschade en vandalisme, inclusief graffiti
De maatschappij vergoedt de schade aan de woning of het woninggedeelte van het gebouw, aangeduid onder ‘Ligging risico’ in de Bijzondere Voorwaarden, alsook aan het handelsgedeelte indien dat gebouw wordt verhuurd, veroorzaakt door diefstal, poging tot diefstal of vandalisme. De schade aan het verhuurde handelsgedeelte wordt vergoed met een maximum van 6.000,00 euro. Deze waarborg wordt verleend voor zover de verzekerde gebouwen een woning of een woninggedeelte omvatten, die regelmatig bewoond worden en niet in staat van opbouw, verbouwing of afbraak verkeren.
i) Stoffelijke schade aan de verzekerde goederen die het gevolg is van een gedekt schadegeval in het verzekerde gebouw of in de nabijheid ervan, veroorzaakt door:
1) instorting;
2) het vrijkomen van rook, warmte, gassen en bijtende dampen;
3) gisting of zelfontbranding gevolgd door brand of ontploffing;
4) de hulpdiensten en de ingezette blus- en preventiemiddelen, inclusief de door de overheid bevolen afbraakwerken;
5) het binnendringen van atmosferische neerslag;
j) Temperatuurswijziging.
De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde inboedel door wijziging van temperatuur ten gevolge van een gedekt schadegeval. Schade ingevolge het uitvallen van de elektrische stroom zonder dat er op de aangeduide ligging een gedekt schadegeval aan voorafging, blijft gewaarborgd in geval van een accidentele stroomonderbreking dewelke door de elektriciteitsleverancier wordt geattesteerd.
k) Schroeischade in de woning of het woninggedeelte van het gebouw.
De maatschappij vergoedt de schade aan de voorwerpen die deel uitmaken van de verzekerde inboedel, veroorzaakt door de plotse inwerking van warmte of door het onmiddellijk en rechtstreeks contact met vuur of een gloeiende substantie, zelfs wanneer er noch brand, noch begin van brand die in werkelijke brand kan overgaan, geweest is. De tussenkomst van de maatschappij wordt beperkt tot 1.500,00 euro per schadegeval.
Artikel 34. Aanvullende waarborgen.
Samen met de “Algemene Waarborguitbreidingen” vermeld onder Hoofdstuk 4, waarborgt de maatschappij bij een gedekt schadegeval, zonder toepassing van de evenredigheidsregel, tot 100% van de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, het geheel van volgende uitbreidingen:
a) Verhaal.
De maatschappij staat in voor het verhaal van derden.
Dit is de aansprakelijkheid die de verzekerde oploopt ingevolge de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek voor de stoffelijke schade aan goederen, veroorzaakt door een verzekerd schadegeval, dat zich voortzet op goederen die eigendom zijn van derden, gasten inbegrepen.
Het verhaal van derden is gedekt tot 1.250.000,00 euro op eerste risico. De terugbetaling van intresten en kosten, die boven op de schadevergoeding in hoofdsom wordt toegekend, zal binnen de wettelijk toegelaten grenzen beperkt worden.
Deze waarborg wordt uitgebreid tot de aldus veroorzaakte tijdelijke onbruikbaarheid van onroerende goederen en bedrijfsschade in de mate dat het voormelde bedrag van 1.250.000,00 euro bij schadegeval niet werd uitgeput voor de schade aan goederen.
b) Kosten van verweer.
De kosten van de burgerrechtelijke verdediging van de verzekerde ingeval een derde één van de
aansprakelijkheden inroept die in de waarborgen “ Brand “ en “ Elektriciteitsrisico “ gedekt zijn.
c) Kosten van verhaal.
Wanneer de maatschappij verhaal uitoefent op een aansprakelijke derde, zal zij het verhaal van de verzekeringnemer voor de stoffelijke schade, die hem niet of slechts gedeeltelijk werd uitbetaald, aan het hare koppelen.
d) Waarden.
De maatschappij vergoedt de schade aan muntstukken, bankbiljetten, zegels, aandelen, obligaties, cheques en /of waardepapieren tot maximaal 3.000,00 euro, voor zover deze waarden zich in de woning of het woninggedeelte bevinden van het gebouw, aangeduid onder ‘Ligging Risico’ in de Bijzondere Voorwaarden.
Artikel 35. Niet-verzekerde gevallen.
Wordt uitgesloten, de schade:
a) die verband houdt met de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van de Algemene Bepalingen;
b) veroorzaakt aan de inhoud van installaties voor droging door uitstraling, ovens, rook- en roostinstallaties, broed- en kweekmachines, indien de oorsprong van het schadegeval binnen deze installaties of toestellen ligt;
c) aan dieren veroorzaakt door het samen drummen van de dieren of door het loutere feit van een gebrekkige werking van de klimaatregeling.
WAARBORG 2: AANSLAGEN EN ARBEIDSCONFLICTEN
Artikel 36. Verzekerde gevaren.
a) Aanslagen: alle vormen van oproer, volksbeweging, daden van terrorisme of van sabotage, namelijk:
1) oproer: gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de organen die met de handhaving van de openbare orde belast zijn zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft de gevestigde openbare machten omver te werpen;
2) volksbeweging: gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;
3) daad van terrorisme of sabotage: clandestien georganiseerde actie met ideologische, politieke, economische of sociale bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij een aanslag gepleegd wordt op personen, of goederen vernield worden, hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen, hetzij om het verkeer of de normale werking van een dienst of onderneming te hinderen.
b) Arbeidsconflict: elke collectieve betwisting, in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van arbeidsverhoudingen, met inbegrip van:
1) staking: door een groep werknemers, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamde neerlegging van het werk;
2) lock-out: voorlopige sluiting van een onderneming waartoe beslist is, om het personeel tot een vergelijk te dwingen in een arbeidsconflict.
Artikel 37. Waarborgen.
De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde goederen te wijten aan brand, ontploffing (met inbegrip van de ontploffing van springtuigen) en implosie:
a) rechtstreeks veroorzaakt door personen die deelnemen aan een arbeidsconflict of een aanslag;
b) die zou voortspruiten uit maatregelen die genomen zijn door een wettelijk gevormd gezag voor de beveiliging en de bescherming van de verzekerde goederen.
Deze schade is gedekt tot 100% van de verzekerde bedragen voor het gebouw en de inhoud en met een maximum van 1.500.000,00 euro.
Voor woningen, landbouw-, tuinbouw-, wijnbouw- en fruitteeltbedrijven en fokkerijen wordt de waarborg uitgebreid tot andere stoffelijke schade aan goederen dan deze veroorzaakt door brand, ontploffing of implosie.
Artikel 38. Specifieke verplichtingen van de verzekerde.
De verzekerde verbindt er zich toe bij schadegeval, en wanneer er door de openbare instanties een schadeloosstelling is voorzien, binnen de kortst mogelijke tijd alle stappen bij de bevoegde overheid te doen om de vergoeding van zijn schade te bekomen. De vergoeding die door de maatschappij verschuldigd is, zal slechts uitbetaald worden voor zover het bewijs wordt geleverd dat de nodige stappen werden gedaan. De verzekeringsbegunstigde verbindt er zich toe de vergoeding die hem door de overheid zou worden uitgekeerd, door te betalen aan de maatschappij in de mate dat die vergoeding zou samenvallen met die welke hem, in uitvoering van deze overeenkomst, voor diezelfde schade is toegekend.
Artikel 39. Specifieke schorsingsmogelijkheid.
De maatschappij kan de onderhavige waarborg schorsen wanneer, bij wijze van algemene maatregel, in een met redenen omkleed besluit, de toelating daarvoor door de Minister van Economische Zaken wordt verleend. In geval van schorsing zal ze ingaan 7 dagen na de betekening ervan.
Artikel 40. Aanvullende waarborgen.
De uitbreidingen vermeld onder Hoofdstuk 4 “Algemene Waarborguitbreidingen” zijn door de maatschappij bij een gedekt schadegeval gewaarborgd zonder toepassing van de evenredigheidsregel, tot 100% van de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud.
Artikel 41. Niet-verzekerde gevallen.
De maatschappij verleent geen dekking voor de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van de Algemene Bepalingen.
WAARBORG 3: STORM, XXXXX, SNEEUW- EN IJSDRUK
Artikel 42. Waarborgen.
De maatschappij waarborgt de vergoeding van de schade veroorzaakt door:
a) Storm.
De orkanen of andere stormwinden, die binnen een straal van 10 km rond het aangeduide gebouw, vernieling, breuk of schade veroorzaken aan:
- hetzij tegen deze winden verzekerbare constructies,
- hetzij andere goederen die aan die winden een weerstand bieden gelijkwaardig aan de weerstand van de verzekerbare goederen;
of een wind die, volgens het dichtst bijgelegen waarnemingsstation van het K.M.I, een topsnelheid van ten minste 80 km per uur haalt.
b) Hagel.
c) Sneeuw- of ijsdruk.
De druk die uitgeoefend wordt:
- door een ophoping van sneeuw of ijs;
- door het vallen, het glijden of de verplaatsing van een compacte hoeveelheid sneeuw of ijs.
d) Aanraking van voorwerpen die bij deze gebeurtenissen worden weggeslingerd of omvergeworpen.
Artikel 43. Aanvullende waarborgen.
Samen met de “Algemene Waarborguitbreidingen” vermeld onder Hoofdstuk 4, waarborgt de maatschappij bij een gedekt schadegeval zonder toepassing van de evenredigheidsregel, tot 100% van de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, het geheel van volgende uitbreidingen:
a) Instorting die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een schadegeval dat aan een verzekerd gevaar te wijten is.
b) Het binnendringen van atmosferische neerslag na schadegeval.
c) Temperatuurswijziging.
De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde inboedel door wijziging van temperatuur, onder meer de ontvriezing van voedingswaren. Schade ingevolge het uitvallen van de elektrische stroom zonder dat er op de aangeduide ligging een gedekt schadegeval aan voorafging, blijft gewaarborgd in geval van een accidentele stroomonderbreking dewelke door de elektriciteitsleverancier wordt geattesteerd.
Artikel 44. Niet-verzekerde gevallen.
Wordt uitgesloten, de schade:
a) die verband houdt met de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van de
Algemene Bepalingen;
b) veroorzaakt door terugvloeien of overlopen van water, lek in leidingen of riolering;
c) veroorzaakt aan de inhoud die zich bevindt in een gebouw dat niet vooraf door de stormwind, hagel, sneeuw- of ijsdruk beschadigd werd;
d) veroorzaakt:
1) aan voorwerpen die zich buiten de constructies bevinden, behalve het tuinmeubilair in de privétuin van de woning. Onder tuinmeubilair wordt verstaan: tafels, stoelen, opbergkasten, zetels, ligzetels, kussens en parasols;
2) aan antennes, zonnetenten, rolgordijnen , stoffen luifels en buitenschermen vastgemaakt aan een constructie bestemd voor beroepsdoeleinden;
3) aan alle ruiten met inbegrip van spiegelglas en doorschijnend onroerend plastiekmateriaal.
e) veroorzaakt aan de navolgende goederen en hun eventuele inhoud:
1) afdak van glas of plastiekmateriaal, broeibakken en serres;
Hobbyserres en glasbroeibakken en hun inhoud, bestemd voor privégebruik, blijven echter gewaarborgd.
2) windmolens, silo’s, vergaarbakken in open lucht en torens die geen deel uitmaken van de woning;
3) constructies of gedeelten van constructies bestemd voor alle doeleinden:
a. in opbouw, verbouwing of herstelling die niet volledig gesloten zijn met afgewerkte en definitief geplaatste deuren en ramen, en niet definitief en volledig gedekt zijn, tenzij er geen oorzakelijk verband bestaat met de schade;
b. geheel of gedeeltelijk bouwvallig of in afbraak.
4) constructies of gedeelten van constructies bestemd voor beroepsdoeleinden:
a. gemakkelijk te verplaatsen of uit elkaar te nemen;
b. waarvan de buitenmuren voor meer dan 50% van hun totale oppervlakte samengesteld zijn uit lichte materialen (zoals plaatijzer, asbest- en cementagglomeraten, gegolfde platen en lichte materialen zoals onder meer hout, plastiek, spaanplaten en dergelijke);
Als licht materiaal wordt beschouwd, elk materiaal lichter dan 6 kg per vierkante meter.
c. waarvan de dakbedekking voor meer dan 20% van haar totale oppervlakte samengesteld is uit lichte materialen (zoals spaanplaten, hout of dergelijke, asfaltpapier, plastiekmateriaal en andere lichte materialen), met uitzondering van kunstleien, kunstdakpannen, riet en roofing;
Als licht materiaal wordt beschouwd, elk materiaal lichter dan 6 kg per vierkante meter.
d. die geheel of gedeeltelijk open zijn.
Blijft evenwel gewaarborgd:
- schade door xxxxx, sneeuw- of ijsdruk;
- stormschade aan carports die aan de grond verankerd zijn door middel van een fundering of een betonnen sokkel.
Met een “carport” wordt bedoeld: een staanplaats voor een auto onder een
vrijstaand dak.
Artikel 45. Waarborgen.
De maatschappij verleent tussenkomst voor de schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt door:
a) het wegvloeien van water uit hydraulische installaties van het verzekerde of naburige gebouw;
Hydraulische installaties zijn aan- en afvoerleidingen van water, zowel binnen als buiten het gebouw, alsook de toestellen die ermee verbonden zijn.
b) het wegvloeien van water uit flexibele toe- en afvoerleidingen van huishoudtoestellen;
c) het binnendringen van atmosferische neerslag doorheen het dak of dakterras van het verzekerde of naburige gebouw;
d) de terugslag van water uit de openbare en private riolering in de woning of het woninggedeelte van het verzekerde gebouw, behalve als dit het gevolg is van een overstroming:
Onder overstroming wordt verstaan :
- het buiten de oevers treden van waterlopen, meren, vijvers en zeeën, ten gevolge van atmosferische neerslag; smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf. De oorspronkelijke overstroming en elke overstroming binnen de 168 uren na de daling en het weer op normaal peil komen van de waterlopen, meren, vijvers en zeeën, worden beschouwd als één enkele overstroming.
- het overlopen of een opstuwing van de openbare en private riolering of het stijgen van water als gevolg van atmosferische neerslag die, ofwel 40 mm per m2 in 60 minuten, ofwel 60 mm per m2 in 24 uur overschrijdt.
e) de waterinfiltratie via de afsluitranden van geplaatste sanitaire toestellen in de woning of het woninggedeelte van het gebouw;
f) het wegvloeien van water uit aquaria tengevolge van een breuk of een lek. De schade aan de inhoud van aquaria is gedekt voor zover deze aquaria zich bevinden in de woning of het woninggedeelte van het verzekerde gebouw;
g) het wegvloeien van water uit waterbedden en jacuzzi’s tengevolge van een breuk of een lek in de
woning of het woninggedeelte;
h) het wegvloeien van stookolie uit de vaste verwarmingsinstallatie van het verzekerde gebouw, alsook uit de tank en de leidingen die ermee verbonden zijn en dit voor zover er voldaan werd aan de terzake geldende wetgeving, voorschriften en reglementeringen. De weggevloeide stookolie wordt vergoed tot 1.500,00 euro.
De schade die door deze gebeurtenis werd veroorzaakt in de omgeving van het verzekerde gebouw wordt eveneens vergoed.
De kosten voor herstelling, verwijdering, neutralisatie en vervanging van de stookolietank alsook de kosten voor het afgraven, verwijderen en saneren van de bodem, het grond- en oppervlaktewater, worden evenwel nooit vergoed.
i) het ontijdig in werking treden of het accidenteel lekken van de brandblusinstallatie gevormd door sprinklers;
j) het vormen van schimmels en huiszwammen, die het rechtstreeks gevolg is van een gedekt schadegeval en voor zover de verzekerde de ontwikkeling van deze schimmels niet tijdig kon vaststellen en aldus kon voorkomen;
k) het accidenteel wegvloeien van water uit het ingebouwde binnen- of buitenzwembad en de daarmee verbonden leidingen van het verzekerde gebouw;
l) het wegvloeien van water uit leidingen van het publieke waternet.
Artikel 46. Aanvullende waarborgen.
Samen met de “Algemene Waarborguitbreidingen” vermeld onder Hoofdstuk 4, waarborgt de maatschappij bij een gedekt schadegeval zonder toepassing van de evenredigheidsregel, tot 100% van de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, het geheel van volgende uitbreidingen:
a) Het openen en opnieuw in goede staat brengen van de wanden, vloeren en zolderingen alsook de bedachtzaam gemaakte opsporingskosten die hieraan voorafgaan, met oog op het lokaliseren van lekken en het herstellen van ingebouwde hydraulische leidingen die oorzaak waren van het schadegeval.
In voorkomend geval vergoedt de maatschappij tevens de herstellingskosten van de lekken in deze ingebouwde leidingen.
Deze verscheidene kosten worden eveneens vergoed indien verborgen lekken geen zichtbare gevolgschade aan de verzekerde goederen veroorzaken.
b) Verhaal.
De maatschappij staat in voor het verhaal van derden.
Dit is de aansprakelijkheid die de verzekerde oploopt ingevolge de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek voor de stoffelijke schade aan goederen, veroorzaakt door een verzekerd schadegeval, dat zich voortzet op goederen die eigendom zijn van derden, gasten inbegrepen.
Het verhaal van derden is gedekt tot 1.250.000,00 euro in eerste risico. De terugbetaling van intresten en kosten, die boven op de schadevergoeding in hoofdsom wordt toegekend, zal binnen de wettelijk toegelaten grenzen beperkt worden.
De waarborg verhaal van derden wordt uitgebreid tot de aldus veroorzaakte tijdelijke onbruikbaarheid van onroerende goederen en bedrijfsschade in de mate dat het voormelde bedrag van 1.250.000,00 euro bij schadegeval niet werd uitgeput voor de schade aan goederen.
c) Het meerverbruik en het verlies van leidingwater wordt vergoed tot maximaal 1.500,00 euro.
Artikel 47. Niet-verzekerde gevallen.
Wordt uitgesloten, de schade:
a) die verband houdt met de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van de
Algemene Bepalingen;
b) veroorzaakt door overstroming, door water dat teruggestuurd of niet afgevoerd wordt door rioleringen, putten en vergaarbakken, onverminderd hetgeen bepaald in artikel 45. d);
c) veroorzaakt door grondwater en het doorsijpelen van neerslagwater in gevels, ramen en deuren;
d) door of tijdens opbouw-, afbraak- en verbouwingswerken, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat met de schade;
e) veroorzaakt door vorst, voor zover de plaats waar de schade zich heeft voorgedaan niet beveiligd of verwarmd werd tijdens de periode van 1 november tot 31 maart van ieder jaar, of indien de verzekerde de hydraulische installaties niet heeft laten leeglopen. Indien deze tekortkomingen verweten kunnen worden aan een huurder van de verzekerde, of indien de verzekerde bewijst dat het bedoelde verzuim geen verband houdt met het schadegeval, dan geldt deze uitsluiting niet;
f) aan koopwaar die zich bevindt op minder dan 10 cm boven de vloer. In de verkoops- of uitstalruimte blijft de koopwaar die zich bevindt op minder dan 10 cm boven de vloer gewaarborgd doch met uitzondering van tapijten;
g) aan hydraulische installaties, niet-ingebouwde leidingen, tanks die stookolie bevatten, de buitenkant van de daken en de waterdichte laag van de dakbedekking, die oorzaak waren van het schadegeval;
h) door het wegvloeien van water uit zwembaden en hun leidingen xxxxxxx niet conform zijn aan de vigerende reglementeringen en bouwvoorschriften, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat met de schade.
Artikel 48. Waarborgen.
De maatschappij vergoedt de stoffelijke schade die de verzekerde lijdt door:
a) het breken of barsten van ruiten, spiegels, glazen deuren, doorschijnende en doorzichtige plastieken platen, panelen, koepels, uithangborden en windschermen, die deel uitmaken van het verzekerde gebouw;
De maatschappij verleent tussenkomst voor glasbreuk die zich voordoet aan hobbyserres en glasbroeikassen voor privégebruik.
Het breken van kunstglas, uithangborden en windschermen is gewaarborgd tot 4.000,00 euro voor het geheel van deze goederen.
b) het breken of barsten van geplaatste sanitaire toestellen in de woning of het woongedeelte van het verzekerde gebouw met een maximum van 3.000,00 euro. De kosten voor herstelling of herinrichting van de ruimten waarin het gebroken sanitair geïnstalleerd is, wordt niet vergoed;
c) het ondoorzichtig worden van de isolerende beglazing van de woning of woninggedeelte van het verzekerde gebouw tengevolge van condensatie in de geïsoleerde tussenruimte, doch slechts nadat de waarborg van de producent of de leverancier werd uitgeput. Elke getroffen ruit wordt als een afzonderlijk schadegeval beschouwd; tenzij de verzekerde bewijst dat de ruit minder dan 25 jaar oud is;
d) het breken of barsten van het glas van tafels, kasten, ovens en kachels, aquaria, deuren en spiegels, die deel uitmaken van de verzekerde inhoud, met uitzondering van koopwaar;
e) het breken van vitrokeramische en inductiekookplaten in de woning of het woninggedeelte van het verzekerde gebouw.
f) het breken of barsten van zonnepanelen en zonnecollectoren die deel uitmaken van de dakbedekking van het verzekerde gebouw.
g) het breken of barsten van beeldschermen van televisies en desk-topcomputers in het woninggedeelte van het gebouw tot maximaal 2.000 euro per schadegeval.
Blijven dus uitgesloten: alle beeldschermen van laptops, tablets en alle andere kleine apparaten, die je vast kunt houden in de hand, zoals bijvoorbeeld phablets, GSM’s, smartphones, MP3-spelers, camera’s, fototoestellen, GPS-systemen, enz.
De waarborg is door de verzekerde verworven, zowel als eigenaar, huurder of gebruiker van het gebouw.
Artikel 49. Aanvullende waarborgen.
Samen met de “Algemene Waarborguitbreidingen” vermeld onder Hoofdstuk 4, waarborgt de maatschappij bij een gedekt schadegeval zonder toepassing van de evenredigheidsregel, tot 100% van de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, het geheel van volgende uitbreidingen:
a) De beschadiging van de andere verzekerde goederen ingevolge een gedekt schadegeval;
b) De kosten voor voorlopige afsluiting en afscherming;
c) De kosten voor het opnieuw samenstellen van opschriften, beschilderingen, versieringen en gravures op de voorwerpen gewaarborgd in artikel 48;
d) De kosten voor herstelling van glasbreuksensoren en inbraakfolie.
Artikel 50. Niet-verzekerde gevallen.
Wordt uitgesloten, de schade:
a) die verband houdt met de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van de
Algemene Bepalingen;
b) overkomen tijdens de opbouw-, afbraak- en verbouwingswerken van het omschreven gebouw, of door de uitvoering van werken, reiniging uitgezonderd, aan de ruiten en omlijstingen; tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband is met de schade;
c) aan spiegel- en vensterglas dat nog niet in omlijstingen of onderstellen vastgelegd en geplaatst werd;
d) aan het glas van gordijnwanden en marbrieten;
e) bestaande uit krassen en afschilferingen;
f) veroorzaakt aan het glas van motorrijtuigen;
g) aan ruiten van meer dan 15 m² in lokalen gebruikt voor beroepsdoeleinden, tenzij andersluidende vermelding in de Bijzondere Voorwaarden;
h) aan zonnepanelen die geen deel uitmaken van de dakbedekking van het gebouw, tenzij andersluidende vermelding in de Bijzondere Voorwaarden.
WAARBORG 6: BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID GEBOUW
Artikel 51. Toepassingsgebied en waarborgen.
De maatschappij waarborgt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dewelke de verzekerde, krachtens de artikelen 1382 tot 1386bis en 1721 van het Burgerlijk Wetboek, kan ten laste worden gelegd voor de schade veroorzaakt door:
1) het verzekerde gebouw, zijn terreinen, binnenpleinen, afsluitingen en aangrenzende voetpaden, waarvan de ligging is aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden.
2) de verzekerde inhoud;
3) de personen- en goederenliften voor zover zij worden nagezien door een terzake erkende instelling in het kader van een onderhoudscontract. Deze waarborg blijft beperkt tot het deel in mede- eigendom van appartementsgebouwen en buildings;
4) het belemmeren van en het niet tijdig ruimen van sneeuw of ijs op de aangrenzende voetpaden;
5) milieuvervuiling veroorzaakt door toedoen van de woning of het woninggedeelte van het verzekerde gebouw, hetzij het verspreiden van giftige, bijtende, bederf veroorzakende stoffen in vaste, vloeibare of in gasvorm, voor zover dit het gevolg is van een plotse en voor de verzekerde onverwachte gebeurtenis en voor zover er door de verzekerde voldaan werd aan de terzake geldende wetgeving, voorschriften en reglementeringen.
De schade veroorzaakt door het uitoefenen van een beroepsactiviteit blijft evenwel uitgesloten.
Voor de woning of het woninggedeelte van het verzekerde gebouw biedt de maatschappij eveneens waarborg voor de schade die veroorzaakt wordt door bovenmatige burenhinder, zoals bedoeld in artikel
3.101 van Boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek, voor zover dit het gevolg is van een plotse en
voor de verzekerde onverwachte gebeurtenis De kosten voor het voorkomen van de bovenmatige
burenhinder zoals voorzien in artikel 3.102 van Boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek, zijn daarentegen uitdrukkelijk uitgesloten uit de waarborgen van deze verzekering en worden bijgevolg niet ten laste genomen door de maatschappij.
Werd de overeenkomst gesloten voor de gezamenlijke mede-eigenaars van een gebouw, dan geldt de overeenkomst zowel voor de gemeenschap van de mede-eigenaars, als voor ieder van hen afzonderlijk.
Behalve voor stoffelijke schade aan de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw, worden de mede- eigenaars de ene tegenover de andere en tegenover de gemeenschap als derden beschouwd.
De waarborg per schadegeval bedraagt 25.250.000,00 euro voor lichamelijke schade en 1.250.000,00 euro voor stoffelijke schade. De vrijstelling van 150,00 euro vermeld in artikel 14, is echter niet van toepassing voor lichamelijke schade.
Artikel 52. Reddingskosten.
De maatschappij vergoedt eveneens de reddingskosten die voortvloeien uit:
a) de maatregelen die de maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken;
b) de dringende en redelijke maatregelen die de verzekerde met de zorg van een goed huisvader uit eigen beweging of op bevel van de bevoegde overheid heeft genomen om:
- bij nakend gevaar een schadegeval te voorkomen, nl. wanneer, bij gebreke aan maatregelen, het schadegeval zeker en op zeer korte termijn zou ontstaan;
- zodra het schadegeval ontstaat, de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken.
Onder dringende maatregelen wordt verstaan: de maatregelen die de verzekerde zonder uitstel dient te nemen, zonder dat hij de mogelijkheid heeft om de maatschappij te verwittigen of haar voorafgaand akkoord te bekomen, op gevaar af de belangen van de maatschappij te schaden.
De terugbetaling van deze kosten zal gebeuren boven op de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, doch beperkt tot de bij wet toegelaten grensbedragen.
Artikel 53. Uitgesloten schadelijders.
1. De verzekeringnemer, tenzij in zijn hoedanigheid van mede-eigenaar, en de gezinsleden van de aansprakelijke verzekerde kunnen geen aanspraak maken op een vergoeding.
2. Vennoten, zaakvoerders, syndicussen, beheerders of commissarissen van de verzekeringnemer.
Artikel 54. Leiding van het geschil.
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking gehouden is, en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden.
De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
De tussenkomst van de maatschappij houdt geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mag hem ook geen nadeel berokkenen.
Artikel 55. Niet-verzekerde gevallen.
De maatschappij verleent geen dekking voor:
a) de schade die verband houdt met de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen”
van de Algemene Bepalingen;
b) de aansprakelijkheid privéleven die reeds door een andere verzekering gedekt wordt overeenkomstig het K.B. dd. 12 januari 1984;
c) schade veroorzaakt aan roerende en onroerende goederen en dieren die de verzekerde, al dan niet rechtmatig, onder zijn bewaking heeft;
d) schade ingevolge de uitoefening van een beroep of exploitatie van een bedrijf door de verzekerde of veroorzaakt door één van zijn aangestelden;
e) de aansprakelijkheid van de verzekerde die reeds gedekt is door een andere waarborg van deze polis;
f) de aansprakelijkheid die onderworpen is aan een wettelijk verplichte verzekering;
g) constructies die zich in bouwvallige of slechte staat van onderhoud bevinden en waarbij de verzekerde geen voorzorgsmaatregelen heeft genomen om schade te voorkomen;
h) schade veroorzaakt tijdens opbouw-, afbraak-, vergrotings- of verbouwingswerken aan het aangeduide gebouw, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat met de schade.
A. Waarborgen
A.1. De maatschappij vergoedt de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen door :
- een aardbeving van natuurlijke oorsprong die :
- tegen dit gevaar verzekerbare goederen vernietigt, breekt of beschadigt binnen 10 kilometer van het omschreven gebouw
- of werd geregistreerd met een minimum magnitude van vier graden op de schaal van Richter,
alsmede de overstromingen, het overlopen of het opstuwen van openbare of private riolen, de aardverschuivingen of verzakkingen die eruit voortvloeien.
Xxxxxx beschouwd als één enkele aardbeving, de initiële aardbeving en haar naschokken die optreden binnen 72 uur, alsook de verzekerde gevaren die er rechtstreeks uit voortvloeien.
- een aardverschuiving of grondverzakking, te weten een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag, die goederen vernielt of beschadigt, welke geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen anders dan een aardbeving,
- een overstroming, te weten het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf, alsook het afvloeien van water wegens onvoldoende absorptie door de grond tengevolge van atmosferische neerslag,
Als één enkele overstroming wordt beschouwd, de initiële overstroming van een waterloop, kanaal, meer, vijver of zee en elke overloop die optreedt binnen 168 uur na het zakken van het waterpeil te weten de terugkeer binnen zijn gewone limieten van de waterloop, kanaal, meer, vijver of zee alsook de verzekerde gevaren die er rechtstreeks uit voortvloeien.
- het doorstromen van water ingevolge de stijging van het waterpeil, atmosferische neerslag, een storm, het smelten van sneeuw of ijs of een overstroming,
- het overlopen of een opstuwing van de openbare of private riolen veroorzaakt door het wassen van het water, atmosferische neerslag, een storm, het smelten van sneeuw of ijs of een overstroming.
De metingen uitgevoerd door bevoegde openbare instellingen of bij ontstentenis door private instellingen die over de nodige wetenschappelijke bevoegdheden beschikken, kunnen gebruikt worden voor de vaststelling van een natuurramp.
A.2. De maatschappij vergoedt eveneens:
- de schade die aan de verzekerde goederen wordt veroorzaakt door een verzekerd gevaar dat rechtstreeks uit één van de hierboven beschreven gebeurtenissen voortvloeit, onder andere brand, ontploffing (met inbegrip van ontploffing van springstoffen) en implosie;
- de schade aan de verzekerde goederen die zou voortspruiten uit maatregelen die zouden zijn genomen door een bij de wet ingesteld gezag voor de beveiliging en de bescherming van de goederen en personen, daarbij inbegrepen de overstromingen die het gevolg zijn van het openzetten of de vernietiging van sluizen, stuwdammen of dijken, met het doel een eventuele overstroming of de uitbreiding ervan te voorkomen;
- de opruimings- en afbraakkosten nodig voor het herbouwen of de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen;
- voor woningen, de huisvestingskosten gedaan in de loop van de drie maanden die volgen op het schadegeval wanneer de woonlokalen onbewoonbaar zijn geworden.
B. Aanvullende waarborgen
Bij een gedekt schadegeval waarborgt de maatschappij eveneens de Algemene Waarborguitbreidingen, vermeld onder Hoofdstuk 4 van de Algemene Voorwaarden, zonder toepassing van de evenredigheidsregel, in de mate dat ze deze voorzien in A.2. overschrijden.
C. Niet-verzekerde gevallen
Wordt uitgesloten, de verdwijning en de schade:
- aan de voorwerpen die zich buiten een gebouw bevinden, behalve als ze er blijvend aan vastgemaakt zijn;
- aan de constructies die gemakkelijk verplaatsbaar of uiteen te nemen zijn, en aan hun eventuele inhoud, behalve indien deze constructies aan de bodem of aan grondslagen zijn verankerd of bevestigd of indien ze als uw hoofdverblijf dienen;
- aan de constructies die bouwvallig of in afbraak zijn, en aan hun eventuele inhoud, behalve indien deze constructies als uw hoofdverblijf dienen;
- aan de schuurtjes en aan de berghokken en hun eventuele inhoud;
- aan de beplantingen, zelfs indien zij een omheining vormen;
- aan de luxegoederen zoals zwembaden, tennis- en golfterreinen;
- aan de gebouwen of gedeelten van gebouwen in opbouw, verbouwing of herstelling en hun eventuele inhoud, behalve indien zij bewoond of normaal bewoonbaar zijn;
- aan de voertuigen, tenzij andersluidende vermelding in de Bijzondere Voorwaarden;
- aan de goederen waarvan de herstelling van de schade door bijzondere wetten of internationale overeenkomsten wordt georganiseerd;
- door diefstal, vandalisme, onroerende en roerende beschadigingen gepleegd bij een diefstal of een poging tot diefstal en daden van kwaadwilligheid die mogelijk gemaakt werden of vergemakkelijkt door een verzekerd schadegeval.
Zijn eveneens uitgesloten:
- in het kader van de gevaren overstroming, doorstromen van water en overlopen of opstuwing van de openbare en private riolen, de schade veroorzaakt aan de inhoud van kelders die op minder dan 10 cm van de grond is opgesteld.
Deze uitsluiting geldt niet indien de schade zich op dezelfde wijze zou hebben voorgedaan indien de inhoud wel op een hoogte van tenminste 10 cm was opgesteld.
Deze uitsluiting geldt evenmin voor de verwarmings-, elektriciteits- en waterinstallaties die in de kelders blijvend bevestigd zijn.
- in het kader van de gevaren overstroming en overlopen of opstuwing van de openbare en private riolen, de schade veroorzaakt aan gebouwen of gedeelten van gebouwen (evenals aan hun eventuele inhoud) die werden gebouwd meer dan achttien maanden na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit, dat de zone waarin het gebouw zich bevindt, als risicozone klasseert.
Deze uitzondering is eveneens van toepassing op de uitbreidingen op de grond van de goederen die bestonden voor de datum van klassering van de risicozone.
Ze is niet van toepassing op de goederen of delen van goederen die werden heropgebouwd of weder samengesteld na een schadegeval en die overeenstemmen met de waarde van de wederopbouw of de wedersamenstelling van de goederen vóór het schadegeval.
D. Specifieke bepalingen
Tussenkomstbeperking
Het totaal van de vergoedingen door de maatschappij bij het voorvallen van een natuurramp, zal beperkt worden, voor het geheel van de contracten die eenvoudige risico’s dekken, tot de bedragen vastgesteld op basis van het artikel 130 van de Wet betreffende de verzekeringen van 4 april 2014.
Indien die beperking overschreden wordt, zal de maatschappij bij voorrang de vergoedingen verschuldigd uit hoofde van de contracten waarop, op het ogenblik van het schadegeval, het artikel 130 van voornoemde wet wettelijk van toepassing is, betalen.
Het eventuele overschot zal, op evenredige wijze, gebruikt worden voor de uitbetaling van de vergoedingen verschuldigd in het kader van de andere contracten die eenvoudige risico’s dekken.
Wanneer de limieten voorgeschreven door artikel 34-3, derde lid van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen overschreden worden, zal de maatschappij de vergoedingen, die zij verschuldigd is uit hoofde van de contracten die eenvoudige
risico’s dekken, evenredig verminderen.
E. Samenhang
Elke schorsing, nietigheid, beëindiging of opzegging van de waarborg natuurrampen brengt van rechtswege deze van de waarborg met betrekking tot het gevaar brand met zich mee.
Elke schorsing, nietigheid, beëindiging of opzegging van de waarborg brand brengt eveneens van rechtswege deze van de waarborg met betrekking tot het gevaar natuurrampen met zich mee.
HOOFDSTUK 3 - FACULTATIEVE WAARBORGEN
Enkel de facultatieve waarborgen die vermeld worden in de Bijzondere Voorwaarden zijn van toepassing.
Artikel 56. Voorwaarden.
De waarborg diefstal is slechts verworven op voorwaarde dat:
a) het gebouw enkel dienstig is tot woning, of tot eender welke bestemming vermeld in de Bijzondere Voorwaarden;
b) het aangeduide gebouw ‘s nachts regelmatig bewoond wordt tenzij andersluidende vermelding in de
Bijzondere Voorwaarden.
De niet-bewoning gedurende 90 nachten waarvan hoogstens 60 opeenvolgende, binnen de 12 maanden die het schadegeval voorafgaan, wordt evenwel toegestaan.
Artikel 57. Verzekerde gevaren en waarborgen.
1) De maatschappij waarborgt het verlies en de beschadiging van de verzekerde inhoud in geval van diefstal of poging daartoe, gepleegd:
a) in afsluitbare gebouwen en bijgebouwen aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden:
1. met braak, inklimming, geweld of bedreiging van de verzekerde;
2. met gebruik van valse, gestolen of verloren sleutels;
3. door of met de medeplichtigheid van personen in dienst van de verzekerde, voor zover zij gerechtelijk schuldig bevonden zijn;
4. door een persoon die heimelijk in het gebouw is binnengeslopen of er zich heeft laten insluiten.
b) wereldwijd:
1. met geweld op de persoon van de verzekeringnemer, van zijn echtgenote of van zijn ongehuwde inwonende kinderen;
2. met inbraak, geweld of bedreiging indien het de inboedel betreft, die tijdelijk en gedeeltelijk verplaatst is naar een ander gebouw, voor zover de verzekerde er effectief verblijft en er geen eigenaar van is (studentenverblijf, vakantieverblijf, ...).
Deze waarborg is beperkt tot 8.000,00 euro per schadegeval en is slechts geldig voor voorwerpen die tot de verzekerde inboedel behoren; waarden zijn evenwel beperkt tot 4.000,00 euro.
2) Indien de verzekeringnemer eigenaar is van het aangeduide gebouw, vergoedt de maatschappij de beschadiging ervan tengevolge van diefstal of poging tot diefstal; de vergoeding van de schade aan (het gedeelte van) het gebouw gebruikt voor beroepsdoeleinden is evenwel beperkt tot 10.000,00 euro.
3) Indien de verzekeringnemer huurder of gebruiker is van het aangeduide gebouw, vergoedt de maatschappij de beschadiging ervan tengevolge van diefstal of poging tot diefstal en dit voor rekening van de eigenaar; de vergoeding van de schade aan (het gedeelte van) gebouw gebruikt voor beroepsdoeleinden is evenwel beperkt tot 10.000,00 euro.
4) Mits vermelding in de Bijzondere Voorwaarden en indien de inhoud verzekerd wordt tegen diefstal, waarborgt de maatschappij voor 100% het verlies en de beschadiging van zonnepanelen of -collectoren in geval van diefstal of poging daartoe voor zover deze geplaatst werden op het dak van regelmatig bewoonde gebouwen.
Artikel 58. Preventiemaatregelen.
Onverminderd de bepalingen van artikel 8 en de eventuele bepalingen in de Bijzondere Voorwaarden, dient de verzekerde alle gebruikelijke voorzorgsmaatregelen te nemen met het oog op de beveiliging en het behoud van de verzekerde goederen.
Dit behelst onder meer dat:
1) bij afwezigheid van de verzekerde, alle buitendeuren en, indien hij slechts een gedeelte van een gebouw bewoont, alle deuren naar gemeenschappelijke delen, gesloten zijn met een slot of door middel van een elektronische beveiliging.
Alle vensterdeuren, vensters en andere openingen in het gebouw moeten eveneens op correcte wijze gesloten zijn.
2) de verzekerde zorg moet dragen voor het onderhoud en de goede werking van alle sloten en, indien aanwezig, de elektronische beveiliging.
Al naargelang de aard van het risico of de uitbating, kunnen bijkomende veiligheidsmaatregelen worden opgelegd.
De maatschappij kan haar tussenkomst bij schadegeval weigeren als zou blijken dat de verzekerde niet heeft voldaan aan deze maatregelen, behalve wanneer het verzuim geen verband houdt met het schadegeval.
Artikel 59. Beperkingen.
a) De waarborg wordt toegestaan tot beloop van 50% van het verzekerd bedrag aangeduid in de Bijzondere Voorwaarden;
b) De schadevergoeding per voorwerp dat deel uitmaakt van de inhoud wordt beperkt tot 20.000,00 euro;
c) De schadevergoeding voor het geheel aan juwelen die deel uitmaken van de verzekerde inhoud wordt beperkt tot 20.000,00 euro.
Onder juwelen wordt verstaan:
- de voorwerpen van edel metaal zoals zilver, goud en platina;
- de voorwerpen met ingezette edelstenen, zoals diamant, briljant, smaragd, robijn, saffier, echte of cultuurparels, Juwelen die koopwaar uitmaken zijn steeds uitgesloten;
d) De schadevergoeding voor het geheel aan waarden, dit zijn bankbiljetten en muntstukken, zegels, obligaties, aandelen, kasbons en vooraf genaamtekende cheques, wordt als volgt beperkt :
- in de regelmatig bewoonde woning of het woninggedeelte van het gebouw aangeduid onder ‘Ligging risico’ van de Bijzondere Voorwaarden: tot 4.000,00 euro, doch verhoogd tot 8.000,00 euro indien deze waarden zich in een verankerde en afgesloten kluis bevinden;
- in het beroepsgedeelte van het gebouw aangeduid onder ‘Ligging risico’ van de Bijzondere Voorwaarden: tot 4.000,00 euro indien deze waarden zich in een verankerde en afgesloten kluis bevinden;
e) In geval van verhuizing in België blijft de inhoud, vanaf de eerste verhuisdag, gewaarborgd op het adres waar de verzekeringnemer effectief verblijft gedurende een periode van 30 dagen. Na deze periode wordt de waarborg diefstal geschorst.
Artikel 60. Aanvullende waarborgen.
Bij een gedekt schadegeval waarborgt de maatschappij eveneens, zonder toepassing van de evenredigheidsregel, tot 100% van de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, het geheel van volgende uitbreidingen:
a) de kosten voor de voorlopige beveiliging van het gebouw in afwachting van de herstelling;
b) expertisekosten.
Wanneer de verzekerde een expert aanduidt om het verlies van of de schade aan zijn verzekerde goederen te ramen, worden de honoraria en kosten met inbegrip van taksen, door de maatschappij terugbetaald volgens de hieronder vermelde criteria met een maximum van 25.000,00 euro:
1) Op de eerste schijf van de schadevergoeding tot 7.500,00 euro, 5%;
2) Op de tweede schijf van de schadevergoeding tussen 7.500,00 euro en 50.000,00 euro, 3,5%;
3) Op de derde schijf van de schadevergoeding tussen 50.000,00 euro en 250.000,00 euro, 2%,
4) Op de vierde schijf van de schadevergoeding tussen 250.000,00 euro en 500.000,00 euro, 1,5%,
5) Op de vijfde schijf van de schadevergoeding tussen 500.000,00 euro en 1.250.000,00 euro, 0,75%,
6) Op de zesde schijf van de schadevergoeding boven 1.250.000,00 euro, 0,35%.
c) Medische en begrafeniskosten.
De maatschappij komt tussen in de medische en begrafeniskosten, met een maximum van 30.000,00 euro per schadegeval:
1) tot beloop van 6.000,00 euro per gewonde: de geneeskundige, farmaceutische en verplegingskosten, gedurende maximaal 365 dagen volgend op het schadegeval indien de verzekeringnemer of de bij hem inwonende personen gewond worden;
2) tot beloop van 6.000,00 euro per slachtoffer: de begrafeniskosten indien de verzekeringnemer of de bij hem inwonende personen tijdens, of binnen 365 dagen volgend op het schadegeval, aan de gevolgen ervan overlijden. De betaling van de begrafeniskosten zal geschieden in handen van de personen die bewijzen dat zij die kosten ten laste hebben genomen.
Deze waarborg is evenwel niet van toepassing indien de overeenkomst onderschreven is door of voor rekening van een feitelijke vereniging of een vereniging met rechtspersoonlijkheid. Enkel de
schadegevallen die zich voordoen op het adres vermeld onder “ligging risico” of in een “tijdelijk verblijf”, komen voor vergoeding in aanmerking. Deze waarborg is van aanvullende aard en derhalve slechts verschuldigd na uitputting van de waarborgen verleend of te verlenen door een ander verzekeringsorganisme (o.a. ziekenfonds) waarop de verzekerde aanspraak zou kunnen maken.
d) De kosten voor de gelijkaardige vervanging van de sloten van de buitendeuren van het omschreven gebouw in geval van diefstal van de sleutels.
Artikel 61. Niet-verzekerde gevallen.
De maatschappij verleent geen tussenkomst voor:
a) De stoffelijke schade aan of diefstal van:
1) dieren van een landbouwbedrijf of die bestemd zijn voor verkoop;
2) juwelen verzekerd als koopwaar, staven edel metaal, niet ingezette edelstenen en parels;
3) motorrijtuigen, vaartuigen, aanhangwagens en toebehoren, behalve wanneer zij koopwaar uitmaken;
4) inhoud die zich bevindt:
a. buiten de gebouwen, in eilandvitrines en buitenuitstalkasten losstaand van het gebouw;
b. op binnenplaatsen, in doorgangen of in tuinen, behalve het tuinmeubilair in de privétuin van de woning. Onder tuinmeubilair wordt verstaan: tafels, stoelen, opbergkasten, zetels, ligzetels, kussens en parasols.
c. voor zover de verzekerde slechts een gedeelte van het gebouw bewoont:
1. in de gemeenschappelijke delen;
2. in bijgebouwen bestemd voor beroepsdoeleinden die geen gemeenschap hebben met het hoofdgebouw;
3. in niet slotvaste kelders, garages en zolders.
d. in tenten, caravans, campingcars, vaartuigen, motorrijtuigen en hun aanhangwagens.
5) zonnepanelen of -collectoren geplaatst op het dak van onbewoonde gebouwen of op de gelijkvloerse grond, tenzij anders vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
b) Diefstal gepleegd, en stoffelijke schade toegebracht:
1) door of met de medeplichtigheid van de verzekerde of zijn echtgenoot;
2) door personen in dienst van de verzekerde:
a. tijdens de diensturen;
b. buiten de diensturen, tenzij de diefstal gepaard gaat met braak of geweldpleging;
3) in de bedrijfsruimten, tijdens de uren dat deze voor het publiek toegankelijk zijn, tenzij de diefstal gepaard gaat met geweld of bedreiging;
4) tijdens de opbouw, herstelling of verbouwing van het aangeduide gebouw, tenzij de verzekerde bewijst dat er geen oorzakelijk verband bestaat met de schade.
c) Schade of verlies:
1) die verband houdt met de gevallen vermeld in artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van
de Algemene Bepalingen;
2) die reeds verzekerd is door een andere waarborg in deze overeenkomst.
d) Diefstal van waarden, in de mate dat zij door een financiële instelling gedekt zijn.
e) De loutere verdwijning van voorwerpen en diefstal van niet-verwerkte bouwmaterialen.
f) Indirecte schade zoals winst- en gebruiksderving, rendementsverlies en waardevermindering na herstelling of wegens het niet meer volledig zijn van een set, een stel of een collectie.
Artikel 62. Teruggevonden voorwerpen.
Indien de gestolen voorwerpen teruggevonden worden, dient de verzekerde de maatschappij hiervan onmiddellijk in te lichten.
Indien de vergoeding nog niet betaald werd, verleent de maatschappij enkel tussenkomst voor de stoffelijke schade aan de teruggevonden voorwerpen.
Indien de vergoeding reeds uitbetaald werd, kan de verzekerde naar keuze:
1) de voorwerpen terugnemen na terugbetaling van deze vergoeding aan de maatschappij, eventueel verminderd met de vergoeding voor beschadigingen aan deze voorwerpen;
2) de teruggevonden voorwerpen aan de maatschappij afstaan.
Het beheer van de dossiers “Rechtsbijstand” is toevertrouwd aan ‘Arces’, een gespecialiseerde entiteit van de maatschappij, onafhankelijk van andere entiteiten. Het is aan Arces dat de verzekerde zo snel mogelijk alle documenten en briefwisseling moet overmaken en alle informatie moet bezorgen die nuttig is om het beheer in het kader van de waarborg ‘Rechtsbijstand’ mogelijk te maken.
Het adres voor de briefwisseling:
ARCES merk van de Groep P&V Xxxxxxxxxx 00
0000 Xxxxxxxxx
Tel:+ 00 0 000 00 00
xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx
Artikel 64. Welke waarborgen worden in de waarborg ‘Rechtsbijstand’ ten laste genomen?
I. De strafverdediging
De waarborg ‘Rechtsbijstand’ komt tussen voor de strafverdediging van de verzekerden ten gevolge van een onopzettelijk schadegeval, gedekt in het kader van de “basiswaarborgen” of “natuurrampen” van huidig contract.
II. Het verhaal tegen een aansprakelijke derde
De waarborg ‘Rechtsbijstand’ komt tussen om verhaal uit te oefenen tegenover een aansprakelijke derde voor schade die veroorzaakt is aan de verzekerde gebouwen en goederen, indien deze schade niet - of onvoldoende - verzekerd is in het kader van huidig contract.
III. Het verhaal van de huurder of de gebruiker voor de schade aan de inhoud van het verzekerd goed
De waarborg ‘Rechtsbijstand’ verleent ook tussenkomst voor het verhaal dat huurders of gebruikers instellen tegen de eigenaar of verhuurder om een vergoeding te bekomen voor de schade aan de inhoud, als gevolg van gebreken of tekortkomingen van het verzekerd goed die het gebruik ervan hinderen, zelfs indien de verhuurder niet op de hoogte was van het bestaan ervan bij het aangaan van de huur. De waarborg geldt niet voor andere geschillen tussen de eigenaars en de huurders.
IV. Het vooruitbetalen van gelden en de vrijstelling
a) In het kader van de waarborg “Verhaal tegen een aansprakelijke derde” en “Verhaal van de huurder of de gebruiker voor de schade aan de inhoud van het verzekerd goed” betaalt de maatschappij het bedrag vooruit conform artikel 66 wanneer de onbetwistbare aansprakelijkheid van de geïdentificeerde derde of het gebrek van het verhuurde goed is vastgesteld. Dit vooruitbetalen van de schadevergoeding gebeurt slechts op uitdrukkelijke vraag van de verzekerde. Door de betaling treedt de maatschappij in de rechten en vorderingen van de verzekerde. De verzekerde zal, indien de maatschappij er niet in slaagt de voorgeschoten gelden te recupereren of indien het vooruitbetalen ten onrechte gebeurde, de gelden op eerste verzoek terugbetalen.
b) Wanneer, in het kader van de waarborg “Verhaal tegen een aansprakelijke derde”, de geïdentificeerde derde, waarvan de aansprakelijkheid onbetwistbaar is betrokken, de vrijstelling niet heeft betaald die te zijnen laste is gebleven conform diens verzekeringscontract “brand” of burgerlijke aansprakelijkheid, zal de maatschappij deze vrijstelling vooruitbetalen conform artikel 66. De maatschappij treedt in de rechten en vorderingen van de verzekerden tot het beloop van het voorgeschoten bedrag.
V. De contractuele geschillen met de verzekeraar “brand”
De waarborg ‘Rechtsbijstand’ verdedigt de belangen van de verzekerde bij elk geschil dat voortvloeit uit de
interpretatie of de toepassing van de andere waarborgen van dit verzekeringscontract.
VI. Tegenexpertise
In het kader van een schadegeval dat gedekt is in een andere waarborg van huidig contract, kan de
verzekerde beroep doen op de waarborg ‘Rechtsbijstand’ om een tegenexpert aan te duiden om hem te
helpen bij het bepalen van zijn schade.
VII. De onvermogendheid van de aansprakelijke derde
Wanneer verhaal moet worden ingesteld tegen een geïdentificeerde aansprakelijke derde die onvermogend is verklaard na onderzoek of bij rechterlijke beslissing, zal de maatschappij de vergoeding van haar verzekerde op zich nemen conform artikel 66, op voorwaarde dat deze vergoeding niet kan ingevorderd worden bij een publieke of private instelling.
VIII. De strafrechtelijke borgstelling
Wanneer ten gevolge van een schadegeval dat gedekt is in het huidig contract, de verzekerde in voorlopige hechtenis is geplaatst, betaalt de maatschappij de strafrechtelijke borgstelling, vereist door de bevoegde overheden voor het in vrijheid stellen van de verzekerde, vooruit, conform artikel 66.
Indien de verzekerde zelf de strafrechtelijke borgstelling heeft betaald, zal de maatschappij hem het bedrag terugbetalen.
Hij moet alle formaliteiten vervullen die onder zijn verantwoordelijkheid zouden vallen om de vrijgave van de gelden te bekomen. Zodra de strafrechtelijke borgstelling is vrijgegeven door de bevoegde overheden, en in de mate dat ze niet toegerekend wordt op kosten die volgens huidig contract ten laste vallen van de maatschappij, zal de verzekerde zonder uitstel het voorgeschoten bedrag terugstorten, ten laatste binnen de 15 dagen na de terugbetaling door de overheden.
Wanneer de borgstelling niet recupereerbaar is (bijvoorbeeld omdat ze in beslag is genomen of volledig of deels is aangewend om een boete, een strafrechtelijke schikking of gerechtskosten in strafzaken te betalen) zal de verzekerde de maatschappij op haar eerste verzoek terugbetalen en ten laatste binnen de 15 dagen na haar vraag. Bij het niet nakomen van deze verplichting binnen deze periode, zal het bedrag van de borgstelling vermeerderd worden met de wettelijke intresten, van toepassing in België.
Artikel 65. Wat is de reikwijdte van de waarborg ‘Rechtsbijstand’?
a. Het minnelijk beheer door de maatschappij
De maatschappij onderzoekt samen met de verzekerde de te nemen maatregelen om het geschil op te lossen. Ze informeert de verzekerde over diens rechten en neemt alle nuttige maatregelen, met inbegrip van de noodzakelijke onderhandelingen om tot een billijke minnelijke regeling te komen. De maatschappij neemt de kosten ten laste die aan deze maatregelen verbonden zijn, daarin begrepen de kosten en erelonen van onderzoek en expertise.
b. De vrije keuze
Wanneer een gerechtelijke, administratieve of arbitrageprocedure noodzakelijk is geworden, heeft de verzekerde de vrijheid om een advocaat of elke andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft, vereist door de wet die van toepassing is op de procedure, te kiezen om hem te verdedigen, te vertegenwoordigen en zijn belangen te behartigen en, in geval van een arbitrage, een mediatie of een andere buitengerechtelijke vorm van geschillenbeslechting, een persoon die hiertoe de gepaste en vereiste kwalificaties heeft.
Elke keer wanneer er zich een belangenconflict voordoet met de verzekeraar, heeft de verzekerde het recht om, ter behartiging van zijn belangen, een advocaat te kiezen of, indien hij dit verkiest, elke andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft, vereist door de wet die van toepassing is op de procedure.
Wanneer de aanstelling van een expert of een tegenexpert gerechtvaardigd is, kan de verzekerde deze vrij kiezen. De maatschappij neemt de kosten en erelonen ten laste van een enkele expert tenzij de verzekerde verplicht is geweest om een andere expert te nemen wegens redenen onafhankelijk van zijn wil.
c. De objectiviteitsclausule
Bij een meningsverschil tussen de maatschappij en de verzekerde over de regeling van het schadegeval deelt de maatschappij haar standpunt mee aan de verzekerde. De verzekerde kan hierop een raadsman van zijn keuze raadplegen, onverminderd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen. Indien deze advocaat het standpunt van de verzekerde bevestigt, neemt de maatschappij de kost van deze raadpleging ten laste net als de kosten van de procedure die op basis van het advies zal opgestart worden.
Indien de advocaat van de verzekerde het standpunt van de maatschappij bevestigt, zal die laatste haar tussenkomst beëindigen en betaalt zij de helft van het ereloon, verbonden aan deze raadpleging.
Indien de verzekerde beslist om, ondanks het advies van de maatschappij en van de geraadpleegde advocaat, op zijn eigen kosten een procedure te starten en indien hij een beter resultaat bekomt dan wat hij zou bekomen hebben indien hij het advies van de maatschappij zou gevolgd hebben, zal die laatste hem de kosten en erelonen terugbetalen van de procedure en die van de raadpleging.
Artikel 66. De grenzen van de tussenkomst
Voor de strafverdediging, het verhaal tegen een aansprakelijke derde, het verhaal van de huurder of de bewoner komt de maatschappij tussen ten belope van maximum 50.000 euro (niet geïndexeerd) per schadegeval, zonder toepassing van enige vrijstelling.
- In geval van onvermogendheid van de aansprakelijke derde, komt de maatschappij tussen ten belope van een maximumbedrag van 15.000 euro (niet geïndexeerd) per schadegeval, na toepassing van een vrijstelling van 415,68 euro. Dit bedrag is gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen (index 200,61- juli 2006 - basis 100 in 1981). Indien het verzekerd bedrag onvoldoende is, zal het bij voorrang gegeven worden aan de verzekeringnemer, vervolgens aan diens familie en tenslotte, bij gelijke delen, aan de andere verzekerden.
- Het vooruitbetalen van schadevergoedingen kan nooit 20.000 euro (niet geïndexeerd) overschrijden.
- Het vooruitbetalen van de vrijstelling, voorzien in het verzekeringscontract van de aansprakelijke derde, kan maximaal 215,17 euro bedragen (gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, basisindex 207,69 - januari 2008 - basis 100 in 1981).
- Het bedrag van de strafrechtelijke borgstelling beloopt maximum 15.000 euro (niet geïndexeerd).
Bij aanduiding van een tegenexpert ten voordele van de verzekerde is de tussenkomst van de maatschappij in de kosten en erelonen van de tegenexpert beperkt als volgt:
- Indien het bedrag van de schade lager is dan of gelijk aan 12.500,00 euro: maximum 5% van het bedrag btw inbegrepen.
- Indien het bedrag van de schade tussen 12.500,01 en 50.000,00 euro ligt: maximum 4% van het bedrag btw inbegrepen.
- Indien het bedrag van de schade tussen 50.000,01 en 124.000,00 euro ligt: maximum 3% van het bedrag btw inbegrepen.
- Indien het bedrag van de schade hoger is dan 124.000,00 euro: maximum 2% van het bedrag btw inbegrepen.
Hoe dan ook heeft de verzekerde recht op het maximumbedrag van de lagere schijf.
Indien de erelonen van de tegenexpert ook ten laste worden genomen in het kader van Hoofdstuk 4, 2) c) van dit contract, is de tussenkomst in het kader van de waarborg ‘Rechtsbijstand’ slechts aanvullend verschuldigd en na uitputting van de in dat artikel vermelde bedragen.
Artikel 67. De uitsluitingen
De waarborg ‘Rechtsbijstand’ komt niet tussen voor:
- de bedragen waartoe de verzekerde zou kunnen veroordeeld worden;
- de gerechtelijke en administratieve boetes, gerechtskosten in strafzaken, dadingen en kosten van de tests van het alcoholgehalte of van de bloedanalyse;
- de geschillen die voortvloeien uit schadegevallen die opzettelijk door de verzekerde werden veroorzaakt;
- de geschillen die ontstaan uit stakingen, oproer en politieke rellen waaraan de verzekerde heeft deelgenomen;
- de geschillen die voortvloeien uit schadegevallen die de verzekerde heeft veroorzaakt in een staat van alcoholintoxicatie, dronkenschap of onder invloed van verdovende middelen;
- de tussenkomst in een gerechtelijke procedure wanneer de hoofdsom van de schade niet meer is dan 207,84 euro of een procedure voor het Hof van Cassatie wanneer de hoofdsom van de schade niet meer is dan 2.078,40 euro. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen (index 200,61 – juli 2006 – basis 100 in 1981);
- de geschillen waarbij verzekerden van eenzelfde contract of hun eventuele verzekeraars tegenover elkaar staan;
- de geschillen die voortvloeien uit schadegevallen die niet in België hebben plaatsgevonden;
- de geschillen die gebaseerd zijn op artikel 3.101 van boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek of voortvloeien uit diefstal, een poging tot diefstal, een verlies of verdwijning van goederen, misbruik van vertrouwen, oplichting of valsheid in geschrifte;
- contractuele geschillen (behalve het geschil met de verzekeraar “brand” voorzien in artikel 64 V.).
Artikel 68. Verplichtingen van de verzekerde bij een schadegeval:
- Aan de maatschappij zo snel mogelijk, conform artikel 63, een volledig relaas van de feiten bezorgen en haar voorzien van alle noodzakelijke documenten.
- Aan de maatschappij de identiteit van eventuele andere verzekeraars ‘Rechtsbijstand’ meedelen.
- Geen enkele kost of ereloon veroorzaken zonder voorafgaandelijk akkoord van de maatschappij.
Artikel 69. Begripsomschrijvingen.
1. Termijn van schadeloosstelling
De maximumtermijn tijdens dewelke de verzekerde geheel of gedeeltelijk kan worden vergoed. Hij begint op de dag van het zich voordoen van een gedekt schadegeval en is beperkt tot de in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde duur.
2. Dagvergoeding
Ten hoogste het gemiddeld bedrag bepaald door de verzekerde in functie van zijn gemiddeld jaarlijkse nettowinst, verhoogd met de jaarlijkse vaste algemene onkosten, huur uitgezonderd, gedeeld door 365. Het aldus vastgestelde bedrag wordt evenwel beperkt tot maximaal 600,00 euro (Abex 750).
Artikel 70. Waarborgen.
De maatschappij waarborgt gedurende de schadeloosstellingstermijn de betaling aan de verzekeringnemer van de overeengekomen dagvergoeding berekend zoals hierna bepaald, wanneer de uitbating van het verzekerd risico geheel of gedeeltelijk onderbroken is ten gevolge van het zich voordoen van een verzekerd gevaar:
- hetzij in het aangeduide gebouw;
- hetzij in de omgeving ervan, wanneer het verzekerd risico geheel of gedeeltelijk ontoegankelijk is geworden ten gevolge van de versperring van de straat of de galerij waarin het gelegen is.
Artikel 71. Vergoeding.
a) De schadevergoeding wordt als volgt berekend:
1) per dag van totale onderbreking van de uitbating: de dagvergoeding;
2) per dag van gedeeltelijke onderbreking van de uitbating: een proportioneel - met de graad van onderbreking - vastgesteld percentage van de dagvergoeding.
b) Beperkingen:
1) De schadevergoeding voor de periode van gehele en gedeeltelijke onderbreking van de uitbating is beperkt tot het gedurende deze periode werkelijk geleden verlies.
2) In geval van niet-hervatting van de uitbating is de schadevergoeding beperkt tot de terugbetaling van de vaste algemene kosten die ten laste van de verzekeringnemer blijven gedurende een periode die nodig zou geweest zijn om, zelfs gedeeltelijk, de uitbating te hervatten.
Artikel 72. Niet-verzekerde gevallen.
Wordt uitgesloten:
1) De schadegevallen die verband houden met artikel 7: “Uitsluitingen voor alle waarborgen” van de
Algemene Bepalingen.
2) De verzwaring van de bedrijfsschade te wijten aan een onvoldoende verzekering van het door onderhavige overeenkomst verzekerde risico, of een gebrek aan financiële werkmiddelen in het algemeen.
HOOFDSTUK 4 - ALGEMENE WAARBORGUITBREIDINGEN
Deze waarborguitbreidingen zijn enkel van toepassing op de volgende waarborgen :
Brand en aanverwante gevaren, Aanslagen en arbeidsconflicten, Storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk, Waterschade,
Glasbreuk, Natuurrampen.
De waarborguitbreidingen voor de andere waarborgen worden afzonderlijk vermeld.
1) De maatschappij vergoedt eveneens de reddingskosten die voortvloeien uit:
a) de maatregelen die de maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken;
b) de dringende of redelijke maatregelen die de verzekerde met de zorg van een goed huisvader uit eigen beweging of op bevel van de bevoegde overheid heeft genomen om:
- bij nakend gevaar een schadegeval te voorkomen, nl. wanneer, bij gebreke aan maatregelen, het schadegeval zeker en op zeer korte termijn zou ontstaan;
- zodra het schadegeval ontstaat, de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken.
Onder dringende maatregelen wordt verstaan: de maatregelen die de verzekerde zonder uitstel dient te nemen, zonder dat hij de mogelijkheid heeft om de maatschappij te verwittigen of haar voorafgaand akkoord te bekomen, op gevaar af de belangen van de maatschappij te schaden.
De terugbetaling van deze kosten zal gebeuren tot 100% boven op de verzekerde bedragen voor gebouw en inhoud, doch zal steeds worden beperkt binnen de bij wet toegelaten grenzen.
2) Bij een gedekt schadegeval verleent de maatschappij haar tussenkomst tot 100% van de verzekerde bedragen op gebouw en inhoud voor het geheel van de afzonderlijk vermelde “Aanvullende waarborgen” en de hierna vermelde uitbreidingen, zonder toepassing van de evenredigheidsregel.
a) De kosten voor het verplaatsen, het onderbrengen en het terugplaatsen van de geredde goederen.
b) Afbraak- en opruimingskosten:
De kosten die worden gemaakt voor opruiming en afbraak van de beschadigde goederen.
Hieronder zijn ook gewaarborgd, de kosten die voortvloeien uit het voor herstelling noodzakelijk verplaatsen en terugplaatsen van beschadigde meubelen.
c) Expertisekosten:
Wanneer de verzekerde een expert aanduidt om de schade aan de verzekerde goederen te ramen, dan worden de honoraria en kosten met inbegrip van taksen, door de maatschappij terugbetaald volgens de hieronder vermelde criteria met een minimum van 250,00 euro en een maximum van 25.000,00 euro:
1) Op de eerste schijf van de schadevergoeding tot 7.500,00 euro, 5%;
2) Op de tweede schijf van de schadevergoeding tussen 7.500,00 euro en 50.000,00 euro, 3,5%;
3) Op de derde schijf van de schadevergoeding tussen 50.000,00 euro en 250.000,00 euro, 2%;
4) Op de vierde schijf van de schadevergoeding tussen 250.000,00 euro en 500.000,00 euro, 1,5%;
5) Op de vijfde schijf van de schadevergoeding tussen 500.000,00 euro en 1.250.000,00 euro, 0,75%,
6) Op de zesde schijf van de schadevergoeding boven 1.250.000,00 euro, 0,35%.
Schadevergoedingen die betrekking hebben op de aansprakelijkheidswaarborgen en de waarborg onrechtstreeks verlies, worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag van de tussenkomst van de maatschappij.
d) Kosten voor herstelling van de tuin:
De kosten voor de herstelling van de tuin en de heraanplanting met gelijksoortige jonge gewassen, die beschadigd werden door het schadegeval of bij de redding, opruiming of afbraak van de verzekerde goederen.
e) Kosten voor huisvesting:
De redelijk gemaakte kosten die door de verzekerde worden gemaakt om gedurende maximaal 2 maanden te logeren wanneer de woning onbruikbaar geworden is. Deze kosten kunnen niet gecumuleerd worden met de vergoeding voor tijdelijke onbruikbaarheid van het gebouw.
f) Kosten voor tijdelijke onbruikbaarheid van het gebouw:
De kosten voor tijdelijke onbruikbaarheid van het gebouw worden ten laste genomen gedurende de normale duur van herstelling of vervanging met een maximum van 24 maanden:
1) indien de verzekeringnemer eigenaar-gebruiker is van het verzekerde goed: het genotsverlies van het onroerend goed, dit wil zeggen, het niet kunnen bewonen en/of uitbaten of het gebrek aan comfort te wijten aan het schadegeval, geschat volgens de huurwaarde;
2) indien de verzekeringnemer eigenaar is en het verzekerde goed verhuurt: het verlies aan huur hem verschuldigd door zijn huurder en door hem geleden;
3) indien de verzekeringnemer huurder is van het verzekerde goed:de huur die hij verschuldigd is aan de eigenaar-verhuurder.
In de waarborg tijdelijke onbruikbaarheid is de bedrijfsschade uitgesloten.
In geval van niet-wederopbouw houdt de waarborg op te bestaan op de datum van betaling van de schadevergoeding of ten laatste 6 maanden na de afsluitdatum van de expertise.
g) Verhaal van de huurders en/of gebruikers.
Dit is de aansprakelijkheid van de verzekerde-verhuurder tegenover zijn huurder of, naar analogie, van de verzekerde-eigenaar tegenover de gebruiker, krachtens artikel 1721 tweede lid van het Burgerlijk Wetboek voor de in de betrokken waarborg verzekerde stoffelijke schade, kosten en verliezen alsook bedrijfsschade.
Onder bedrijfsschade wordt verstaan, het nettowinstverlies, vermeerderd met de vaste algemene onkosten, huurkosten niet inbegrepen.
h) Medische en begrafeniskosten.
De maatschappij komt tussen in de medische en begrafeniskosten, met een maximum van 30.000,00 euro per schadegeval:
1) tot beloop van 6.000,00 euro per gewonde: de geneeskundige, farmaceutische en verplegingskosten, gedurende maximaal 365 dagen volgend op het schadegeval indien de verzekeringnemer of de bij hem inwonende personen gewond worden;
2) tot beloop van 6.000,00 euro per slachtoffer: de begrafeniskosten indien de verzekeringnemer of de bij hem inwonende personen tijdens, of binnen 365 dagen volgend op het schadegeval, aan de gevolgen ervan overlijden. De betaling van de begrafeniskosten zal geschieden in handen van de personen die bewijzen dat zij die kosten ten laste hebben genomen.
Deze waarborg is evenwel niet van toepassing indien de overeenkomst onderschreven is door of voor rekening van een feitelijke vereniging of een vereniging met rechtspersoonlijkheid. Enkel de schadegevallen die zich voordoen op het adres vermeld onder “ligging risico” of in een “tijdelijk verblijf”, komen voor vergoeding in aanmerking. Deze waarborg is van aanvullende aard en derhalve slechts verschuldigd na uitputting van de waarborgen verleend of te verlenen door een ander verzekeringsorganisme (o.a. ziekenfonds) waarop de verzekerde zou kunnen aanspraak maken.
HOOFDSTUK 5 - BIJSTAND HANDEL
Artikel 73. Wat is PNP Bijstand?
De verzekerden kunnen een beroep doen op PNP Bijstand, 24 uur op 24, 7 dagen op 7, op het telefoonnummer 078 15 01 82, indien ze geconfronteerd worden met één van de in artikel 74 beschreven situaties in het omschreven gebouw, dit wil zeggen het gebouw dat zich bevindt op het adres vermeld in de Bijzondere Voorwaarden: ‘ligging risico’.
Artikel 74. In welke gevallen kunnen de verzekerden een beroep doen op PNP Bijstand?
1) Indien de verzekerden niet meer in normale omstandigheden in dit gebouw kunnen verblijven of er de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde activiteit niet meer kunnen uitoefenen ten gevolge van een schade die veroorzaakt wordt door brand, blikseminslag, een ontploffing of een implosie, rook of roet, botsing, storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk, inwerking van elektriciteit, glasbraak, schade door water of stookolie, een aardbeving, een aardverschuiving of een grondverzakking, een overstroming, het overlopen of opstuwen van de openbare of private riolen, arbeidsconflicten en aanslagen, diefstal, inbraak of vandalisme aan het gebouw of de inhoud.
2) Indien de verzekerden niet meer in normale omstandigheden in dit gebouw kunnen verblijven of er de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde activiteit uitoefenen door een andere ernstige, verstorende gebeurtenis die zich onverwachts aan het gebouw voordoet en die een tussenkomst binnen de kortst mogelijke termijn vereist.
Indien de sleutels van de buitendeur van het omschreven gebouw werden gestolen of indien de verzekeringnemer zijn woning niet meer kan betreden (doordat bijvoorbeeld de sleutel afbrak, de sleutel vergeten werd, …), organiseert en neemt PNP Bijstand de verplaatsingskosten van een slotenmaker en het arbeidsloon voor de vervanging van de sloten ten laste. De kosten van de sloten blijven ten laste van de verzekerden.
Artikel 75. Welke zijn de prestaties van PNP Bijstand?
1) Ter plaatste sturen van herstellers
In dringende gevallen, ten einde de verzekerden de mogelijkheid te bieden in het gebouw te blijven wonen of er de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde activiteit uit te oefenen en de noodzakelijke maatregelen tot het behoud ervan te treffen, organiseert PNP Bijstand zo spoedig mogelijk de verplaatsing van de erkende herstellers in de volgende activiteit sectoren: loodgieterij, verwarming, slotenmakerij, elektriciteit, schrijnwerkerij, glazenmakerij, metselwerk, dakbedekking en reiniging. De verplaatsingskosten en het eerste uur arbeidsloon van deze herstellers worden ook door PNP Bijstand te laste genomen.
Indien de bijstand verleend wordt in het kader van een schadegeval, zullen de door de herstellers uitgevoerde dringende werken aan de verzekeringnemer worden aangerekend (behalve de verplaatsingskosten en het eerste uur arbeidsloon), maar hem worden terugbetaald na voorlegging van de facturen en in de mate dat het om een schadegeval gaat dat door deze brandpolis is gewaarborgd.
Indien de bijstand wordt verleend in het kader van een in artikel 74.2) omschreven incident, blijven de herstellingen en de materialen steeds ten laste van de verzekerden (behalve de verplaatsingskosten en het eerste uur arbeidsloon).
2) Het organiseren en het ten laste nemen van de volgende prestaties indien bijstand wordt gevraagd in het kader van een gedekt schadegeval
- Dringende terugkeer naar het beschadigde gebouw
Bij afwezigheid of onmogelijkheid van de omgeving van de verzekeringnemer om de nodige maatregelen te treffen en indien de onmiddellijke aanwezigheid van de verzekeringnemer noodzakelijk is, organiseert PNP Bijstand de terugkeer naar het beschadigde gebouw en neemt zij de kosten ervan – per trein in eerste klasse, per lijnvliegtuig “economy class” of via om het even welk ander aangepast vervoermiddel – ten laste. In de hypothese dat de verzekeringnemer nadien verplicht is om naar zijn verblijfplaats terug te keren om de passagiers of zijn voertuig op te halen of het verblijf voort te zetten, dan neemt PNP Bijstand op dezelfde wijze de transportkosten tot aan de verblijfplaats ten laste.
- Bewakingsdienst
Indien het gebouw, ondanks de getroffen maatregelen voor het behoud ervan, bewaakt moet worden teneinde de goederen die ter plaatse bleven te vrijwaren, dan organiseert PNP Bijstand de bewaking ervan en neemt zij de kosten hiervoor ten laste voor maximum 48 uur.
- Hoogstnoodzakelijke kleren en toiletgerief
Indien ook de hoogstnoodzakelijke kleren en toiletgerief van de verzekerden vernield werden, dan neemt PNP Bijstand de vervanging ervan ten laste tot een maximumbedrag van 750,00 euro (niet geïndexeerd) per schadegeval.
- Voorlopige huisvesting
Indien het privé-gedeelte van het gebouw onbewoonbaar geworden is, dan organiseert PNP Bijstand de voorlopige huisvesting van de verzekerden en neemt zij de kosten ervan (met inbegrip van ontbijt) ten laste en dit gedurende een periode van maximum 5 nachten in een hotel waarvan het comfort beantwoordt aan de norm “twee sterren”. Indien nodig organiseert en vergoedt PNP Bijstand eveneens het eerste vervoer naar het hotel.
- Het voorlopig overbrengen van de inboedel en kosten voor een meubelbewaarplaats
Indien een deel van de inboedel snel moet worden opgeslagen om deze veilig te stellen, dan organiseert en vergoedt PNP Bijstand het overbrengen van deze goederen naar een meubelbewaarplaats en de terugkeer ervan naar het omschreven gebouw. PNP Bijstand neemt de kosten van deze meubelbewaarplaats ten laste voor een periode van maximum 30 dagen.
- Verhuizing
Indien het privé-gedeelte van het gebouw onbewoonbaar is geworden, dan organiseert en vergoedt PNP Bijstand de verhuizing van de inboedel naar de nieuwe verblijfplaats in België, binnen een periode van maximum 30 dagen na het schadegeval.
- Voorschot van gelden
Indien de verzekerden niet onmiddellijk over de nodige financiële middelen beschikken, kan PNP Bijstand hen een voorschot bezorgen, terug te betalen binnen de 30 dagen. Bij een schadegeval dat gedekt is door deze brandpolis, zal dit voorschot – voor zover het niet werd terugbetaald – beschouwd worden als een voorschot op de verschuldigde schadevergoeding.
- Opvang van kinderen van minder dan 18 jaar en hulpbehoevende verzekerden bij een onbewoonbaar geworden privé-gedeelte van het gebouw
Indien nodig organiseert en vergoedt PNP Bijstand de opvang voor de kinderen jonger dan 18 jaar en hulpbehoevende volwassen verzekerden die in gezinsverband met de verzekeringnemer samenwonen voor een periode van maximum 7 dagen na het schadegeval. Indien nodig organiseert PNP Bijstand ook de heen-en terugreis, in België of in een aangrenzend land, van de kinderen van minder dan 18 jaar en van een volwassen begeleider, naar naaste verwanten die hen kunnen opvangen (per trein eerste klasse of elk ander aangepast vervoermiddel) en neemt zij de kosten hiervan ten laste.
Is er geen enkele begeleider beschikbaar dan zal PNP Bijstand een andere persoon ter beschikking stellen om deze taak te vervullen en neemt ze ook de kosten voor deze begeleider ten laste.
- Opname in een ziekenhuis
Indien de verzekeringnemer na een gedekt schadegeval aan het privé-gedeelte van het gebouw voor méér dan 48 uur moet worden opgenomen in het ziekenhuis, dan regelt en neemt PNP Bijstand tot 7 dagen na het schadegeval het volgende ten laste :
- oppas van kinderen tot 18 jaar en hulpbehoevende volwassenen die met de verzekeringnemer in gezinsverband samenleven;
- oppas voor huisdieren;
- hulp van een familiale helpster naar keuze, wanneer niemand anders het huishouden kan doen.
- Huisdieren
Indien dieren die binnenshuis (d.w.z. een kat, een hond en elk ander dier binnenshuis) worden gehouden, voor andere dan beroepsdoeleinden, niet meer in het gebouw kunnen verblijven, dan regelt PNP Bijstand hun vervoer en hun bewaking in een dierenpension, en neemt zij deze kosten, evenals de kosten voor een verblijf aldaar gedurende een periode van maximum 30 dagen, ten laste.
- Doorgeven van dringende boodschappen
Indien nodig brengt PNP Bijstand dringende boodschappen over aan naaste verwanten van de verzekeringnemer.
Artikel 76. In welke gevallen komt de PNP Bijstand niet tussen?
De PNP Bijstand komt niet tussen
- bij schade in en aan caravans;
- bij schade aan huishoud- of audiovisuele toestellen, behalve indien het om koopwaar gaat.
Artikel 77. Tussenkomstmodaliteiten van de PNP Bijstand
- PNP Bijstand treedt in geen geval op in de plaats van openbare hulpdiensten op gebied van dringende hulp.
- PNP Bijstand komt niet tussen in de kosten die de verzekeringnemer op eigen initiatief gemaakt heeft, tenzij die kosten op een bedachtzame wijze werden gemaakt.
- PNP Bijstand kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het niet uitvoeren van één van haar verplichtingen in geval van overmacht of een toevallig feit en in alle gevallen die het uitvoeren van de gewaarborgde prestaties belemmeren, onder andere bij staking, oproer, volksopstand, vergeldingsmaatregelen, beperking van het vrije verkeer, sabotage, terrorisme, staat van oorlog, burgeroorlog of oorlog in het buitenland, natuurrampen of ruwe weersomstandigheden, gevolgen van de splitsing of fusie van atomen.
- PNP Bijstand treedt in al de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerden tegen de aansprakelijke derden ten belope van de prestaties die zij heeft geleverd.
- Indien het gaat op een gedekt schadegeval, wordt het bedrag van de bijstandsprestaties als voorschot beschouwd op de verschuldigde vergoeding.
- De tussenkomst in het kader van PNP Bijstand beïnvloedt in geen geval het al of niet ten laste nemen van het schadegeval.
Artikel 78. Organisatie van de PNP Bijstand
De organisatie van de Bijstand wordt toevertrouwd aan de dienst PNP Bijstand, hiervoor opgericht in de schoot van IMA Benelux, waarvan de zetel gevestigd is in het Business park Zénobe Gramme, gebouw
11/12, Square des Conduites d’Eau te 4020 Luik.
HOOFDSTUK 6 – WETTELIJKE VERMELDINGEN
Algemeen reglement met betrekking tot de gegevensbescherming.
PNP verbindt zich ertoe, als verwerkingsverantwoordelijke, om de persoonsgegevens te verwerken overeenkomstig de geldende privacywetgeving. Voor meer informatie wordt verwezen naar de PNP website: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxx.
Datassur
Elke oplichting op poging tot oplichting van PNP brengt niet alleen de toepassing met zich mee van de sancties voorzien in het toepasselijk recht, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd. Daarnaast zal PNP deze informatie doorsturen naar Datassur, een economisch samenwerkingsverband (ESV), opgericht op initiatief van de verzekeringsondernemingen, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden verzekeraars.
De persoonsgegevens die door PNP aan Datassur worden overgemaakt worden door deze laatste enkel gebruikt binnen het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en ermee verbonden schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben, in te kijken en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van de voorkant van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres: Datassur, dienst Bestanden, Xx Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Klachten
Voor elke klacht met betrekking tot deze overeenkomst (behoudens de verzekering rechtsbijstand) kan de verzekeringnemer zich richten tot, in eerste instantie, de dienst Klachtenmanagement van PNP, Xxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx
Voor elke klacht die louter betrekking heeft op de verzekering rechtsbijstand kan de verzekeringnemer zich richten tot, in eerste instantie, het Klachtenbeheer van ARCES, Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx, mailadres: xxxxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx.
Is de verzekeringnemer niet tevreden met het antwoord van de dienst Klachtenmanagement, dan verwijst PNP hem naar de Ombudsman van de Verzekeringen, Xx Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx, xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx, mailadres: xxxx@xxxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
PNP-Piette & Partners nv – Xxxxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxxx – Tel + 00 (0)00 00 00 00 – xxxx@xxx.xx – RPR Kortrijk 0448.811.575 – Gevolmachtigde onderschrijver van P&V Verzekeringen cv, toegelaten onder code FSMA 0488.811.575