Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex)...
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
►B ►C1 OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de wederzijdse erkenning van certificaten van overeenstemming voor uitrusting van zeeschepen ◄
(PB L 150 van 30.4.2004, blz. 46)
Gerectificeerd bij:
►C1 Rectificatie PB L 185 van 24.5.2004, blz. 18 (22004A0430(03))
▼B
▼C1
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de wederzijdse erkenning van certificaten van overeenstemming voor uitrusting van zeeschepen
PREAMBULE
De EUROPESE GEMEENSCHAP en de VERENIGDE STATEN VAN AME-
XXXX, hierna „de partijen” genoemd,
GELET OP de traditionele vriendschapsbanden tussen de Verenigde Staten van Amerika (VS) en de Europese Gemeenschap (EG),
WENSENDE de bilaterale handel in uitrusting van zeeschepen te vereenvoudigen en de doeltreffendheid van de regelgeving van beide partijen te verhogen,
ZICH BEWUST VAN de mogelijkheden die de regelgevende instanties worden geboden doordat onnodige herhaling van bepaalde werkzaamheden wordt voorkomen,
BEVESTIGENDE de betrokkenheid van beide partijen bij het werk van de Inter- nationale Maritieme Organisatie (IMO),
OVERWEGENDE dat het streven van de partijen erop gericht is de veiligheid op zee te verbeteren en verontreiniging van de zee te voorkomen;
ERKENNENDE, enerzijds, dat overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning een positieve bijdrage kunnen leveren tot de internationale harmonisatie van normen;
ZICH BEWUST VAN, anderzijds, het feit dat bij de vaststelling van gelijk- waardigheid de regelgeving van de partijen volledig moet worden nageleefd en het niveau van veiligheid en bescherming niet mag worden verlaagd;
ERKENNENDE dat de wederzijdse erkenning van certificaten van overeenstem- ming op basis van de gelijkwaardigheid van de regelgevingen van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten betreffende de uitrusting van zeeschepen een belangrijk instrument is om de toegang tot de markt van de partijen te verbeteren;
OVERWEGENDE dat overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning van bij- zonder belang zijn voor het midden- en kleinbedrijf in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap;
OVERWEGENDE bovendien dat wederzijdse erkenning vertrouwen in de per- manente betrouwbaarheid van de overeenstemmingsbeoordelingen van de andere partij veronderstelt;
ZICH BEWUST van het feit dat de overeenkomst inzake technische handels- belemmeringen, die als bijlage aan de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is gehecht, de leden van de WTO ertoe aan- moedigt onderhandelingen over overeenkomsten inzake de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures van de andere partij te sluiten en de aanvaarding van de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften van andere leden in welwillende overweging te nemen, op voor- waarde dat zij zich er van hebben kunnen vergewissen dat deze voorschriften aan de doelstellingen van hun eigen voorschriften voldoen,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
HOOFDSTUK 1
DEFINITIES EN DOEL
Artikel 1
Definities
1. In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „regelgevende autoriteit”: een overheidsinstantie die gemachtigd is voorschriften betreffende de veiligheid op zee en ter voorkoming van verontreiniging van de zee vast te stellen, die wettelijk bevoegd is toezicht te houden op het gebruik of de verkoop van uitrusting voor zeeschepen binnen de jurisdictie van een partij en die maatregelen kan nemen om ervoor te zorgen dat binnen haar jurisdictie in de handel gebrachte producten aan de vigerende rechtsvoorschriften vol- doen. De regelgevende autoriteiten van de partijen zijn in bijlage III vermeld;
b) „overeenstemmingsbeoordelingsinstantie”: een rechtspersoon, hetzij een regelgevende autoriteit, hetzij een andere particuliere instantie of overheidsinstantie, die gemachtigd is certificaten van overeen- stemming af te geven overeenkomstig de binnenlandse wetten en voorschriften van een partij. De overeenstemmingsbeoordelings- instanties van de partijen voor de toepassing van deze overeenkomst zijn die bedoeld in artikel 6;
c) „technische voorschriften”: de verplichte productvoorschriften, beproevings- en prestatienormen en overeenstemmingsbeoordelings- procedures die zijn neergelegd in de wettelijke en bestuurrechtelijke bepalingen van de partijen betreffende de uitrusting van zeeschepen, alsmede alle bepalingen ter uitvoering daarvan;
d) „certificaat van overeenstemming”: een of meer door een overeen- stemmingsbeoordelingsinstantie van een partij afgegeven documen- ten waarin wordt bevestigd dat een product aan de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van die partij voldoet. In de Verenigde Staten is dit het door de United States Coast Guard afgegeven Certificate of Type Approval. In de Europese Gemeen- schap zijn dit de certificaten, goedkeuringen en verklaringen waarin Xxxxxxxxx 96/98/EG voorziet;
e) „gelijkwaardigheid van technische voorschriften”: het feit dat de technische voorschriften van de partijen betreffende een specifiek product in voldoende mate vergelijkbaar zijn opdat de doelstellingen van de respectieve voorschriften van de partijen worden bereikt. Gelijkwaardigheid van technische voorschriften betekent niet nood- zakelijk dat deze voorschriften identiek zijn.
f) „internationaal instrument”: de desbetreffende internationale overeen- komsten, resoluties, codes en circulaires van de Internationale Mari- tieme Organisatie (IMO) en de desbetreffende beproevingsnormen.
2. Andere in deze overeenkomst gebruikte termen in verband met de overeenstemmingsbeoordeling hebben de betekenis die daaraan is gege- ven, hetzij elders in deze overeenkomst, hetzij in de definities die zijn opgenomen in Guide 2 (uitgave 1996) van de International Organization for Standardization (ISO) en de International Electrotechnical Commission (IEC). In geval van tegenstrijdigheid tussen de definities van ISO/IEC Guide 2 en die welke in deze overeenkomst zijn opge- nomen, prevaleren de definities van deze overeenkomst.
Doel van de overeenkomst
1. In deze overeenkomst zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder de regelgevende autoriteiten van de importerende partij certificaten van overeenstemming aanvaarden die door de overeenstemmingsbeoor- delingsinstanties van de exporterende partij zijn afgegeven overeenkom- stig de technische voorschriften van de exporterende partij, hierna „we- derzijdse erkenning” genoemd.
2. Deze overeenkomst voorziet bovendien in een kader voor samen- werking op het gebied van de regelgeving met het doel de wederzijdse erkenning van de respectieve regelgevingen van de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op het gebied van de uitrusting van zee- schepen te handhaven en te bevorderen, de regelgeving ter verhoging van de veiligheid op zee en ter voorkoming van verontreiniging van de zee te verbeteren en te bevorderen en de consistente toepassing van deze overeenkomst veilig te stellen. Bij deze samenwerking wordt naar be- horen rekening gehouden met de autonomie van de regelgeving van de partijen en de ontwikkeling van hun respectieve beleidsmaatregelen en voorschriften evenals met het feit dat zij zich beide ertoe hebben ver- bonden de ontwikkeling van de desbetreffende internationale instrumen- ten te bevorderen.
3. Het is de bedoeling dat deze overeenkomst samen met de pro- gramma's en beleidsmaatregelen van de partijen evolueert. De partijen komen overeen deze overeenkomst op gezette tijden te herzien teneinde de gemaakte vorderingen te beoordelen en, naarmate de beleidsmaat- regelen van de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op dit gebied in de tijd evolueren, deze overeenkomst mogelijkerwijze te ver- beteren. Voorts zal bijzondere aandacht worden besteed aan de evolutie van de internationale instrumenten.
HOOFDSTUK 2
WEDERZIJDSE ERKENNING
Artikel 3
Algemene verplichtingen
1. Voor al de in bijlage II vermelde producten aanvaarden de Ver- enigde Staten als zijnde in overeenstemming met hun eigen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen als bedoeld in bijlage I, zonder enige verdere overeenstemmingsbeoordeling, certificaten van overeenstem- ming die door de overeenstemmingsbeoordelingsinstanties in de Euro- pese Gemeenschap overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Europese Gemeenschap zijn afgegeven.
2. Voor al de in bijlage II vermelde producten aanvaarden de Euro- pese Gemeenschap en haar lidstaten als zijnde in overeenstemming met hun eigen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen als bedoeld in bijlage I, zonder verdere overeenstemmingsbeoordeling, certificaten van overeenstemming die door de overeenstemmingsbeoordelingsinstan- ties in de Verenigde Staten overeenkomstig de wettelijke en bestuurs- rechtelijke bepalingen van de Verenigde Staten zijn afgegeven.
3. De technische voorschriften die krachtens deze overeenkomst in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op elk van deze producten van toepassing zijn, zijn in bijlage II vermeld.
Gelijkwaardigheid van technische voorschriften
1. De in artikel 3 bedoelde verplichtingen inzake wederzijdse erken- ning zijn gebaseerd op de vaststelling door de partijen dat de voor elk van de in bijlage II genoemde producten geldende technische voor- schriften gelijkwaardig zijn.
2. De vaststelling van de gelijkwaardigheid van de technische voor- schriften van de partijen is gebaseerd op de implementatie van de des- betreffende internationale instrumenten in hun respectieve wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, behalve wanneer een partij van oordeel is dat een bepaald instrument een ondoeltreffend of ongeschikt middel zou zijn om de doelstellingen van haar regelgeving te bereiken. In dergelijk geval wordt de gelijkwaardigheid op een voor beide partijen aanvaardbare grondslag vastgesteld.
Artikel 5
Markering
De partijen kunnen hun respectieve voorschriften in verband met de markering, de nummering en de identificatie van producten handhaven. Voor de in bijlage II vermelde producten hebben de overeenstemmings- beoordelingsinstanties in de Europese Gemeenschap het recht de door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Verenigde Staten voorgeschreven en door de U.S. Coast Guard toegewezen markeringen en nummeringen aan te brengen. De overeenstemmingsbeoordelings- instantie in de Verenigde Staten ontvangt het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen toegewezen identificatienummer waarin Richtlijn 96/98/EG voorziet. Dit identificatienummer wordt naast de door deze richtlijn voorgeschreven markering aangebracht.
Artikel 6
Overeenstemmingsbeoordelingsinstanties
1. Voor de afgifte van certificaten van overeenstemming krachtens de bepalingen van deze overeenkomst geldt het volgende:
a) de Verenigde Staten erkennen de aangemelde instanties die door de lidstaten van de Europese Gemeenschap krachtens Richtlijn 96/98/EG als overeenstemmingsbeoordelingsinstanties zijn aangewezen;
b) de Europese Gemeenschap en haar lidstaten erkennen als overeen- stemmingsbeoordelingsinstanties de United States Coast Guard en de laboratoria die deze overeenkomstig 46 CFR 159.010 heeft aanvaard.
2. De partijen erkennen dat de overeenstemmingsbeoordelingsinstan- ties van de andere partij krachtens de in bijlage I bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen gemachtigd zijn de hiernagenoemde werkzaamheden te verrichten:
a) het uitvoeren van tests en het opstellen testrapporten,
b) kwaliteitsbewaking of systeemcertificatie.
3. De regelgevende autoriteiten van de partijen zijn verantwoordelijk voor de hiernavolgende procedures, doch kunnen de daarmee verband houdende werkzaamheden geheel of ten dele aan overeenstemmings- beoordelingsinstanties delegeren:
a) toetsen van het ontwerp van apparatuur en testresultaten aan vast- gestelde normen,
b) afgifte van certificaten van overeenstemming.
4. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst wis- selen de partijen de lijsten van hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties uit. De partijen geven elkaar onverwijld kennis van elke wij- ziging in de lijst van hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties. De partijen stellen op het World Wide Web bijgewerkte lijsten van hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties beschikbaar.
5. De partijen verlangen van hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties dat zij de gegevens van het onderzoek naar de deskundigheid van hun onderaannemers en naar de naleving van de voorschriften door deze onderaannemers registreren en een register van alle onderaan- nemers bijhouden. Deze gegevens worden de andere partij op haar ver- zoek medegedeeld.
6. De partijen verlangen van hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties dat zij op verzoek van een in bijlage III vermelde regelge- vende autoriteit van de andere partij afschriften van de door hen afge- geven certificaten van overeenstemming en daarmee verband houdende technische documentatie ter beschikking stellen van de regelgevende autoriteiten.
HOOFDSTUK 3
GEMENGDE COMMISSIE
Artikel 7
Gemengde Commissie
1. De partijen stellen een Gemengde Commissie in bestaande uit vertegenwoordigers van elke partij. De Gemengde Commissie is ver- antwoordelijk voor het efficiënt functioneren van de overeenkomst.
2. Elke partij heeft een stem in de Gemengde Commissie. De Ge- mengde Commissie neemt haar besluiten met eenparigheid van stem- men. De Gemengde Commissie stelt haar reglement van orde vast.
3. De Gemengde Commissie kan elk vraagstuk in verband met het functioneren van deze overeenkomst behandelen. De Gemengde Com- missie is gemachtigd besluiten te nemen in de gevallen waarin deze overeenkomst voorziet. De partijen nemen de nodige maatregelen ter uitvoering van dergelijke besluiten van de Gemengde Commissie. De Gemengde Commissie is met name bevoegd voor:
a) het opstellen en bijwerken van de in bijlage II opgenomen lijst van producten en daarmee verband houdende wettelijke en bestuursrech- telijke bepalingen waarvan de partijen de gelijkwaardigheid hebben vastgesteld;
b) het behandelen van vraagstukken en het oplossen van problemen in verband met de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met in- begrip van de problemen die zich voordoen wanneer technische voorschriften van de partijen die op een specifiek in bijlage II ver- meld product betrekking hebben mogelijkerwijze niet meer gelijk- waardig zijn;
c) het oplossen van technische en technologische vraagstukken en pro- blemen in verband met de overeenstemmingsbeoordeling teneinde de consistente toepassing van deze overeenkomst te waarborgen, in het bijzonder ten aanzien van de desbetreffende internationale instrumenten;
d) het wijzigen van de bijlagen;
e) het verlenen van bijstand en, indien nodig, het opstellen van richt- snoeren ter vereenvoudiging van de tenuitvoerlegging en de toepas- sing van deze overeenkomst;
f) het opstellen en bijhouden van een werkprogramma voor de aan- passing en de harmonisatie van de technische voorschriften van de partijen;
4. De Gemengde Commissie kan voorzover nodig gemengde werk- groepen, bestaande uit vertegenwoordigers van de terzake bevoegde regelgevende autoriteiten en deskundigen, oprichten die de Gemengde Commissie bijstaan en adviseren over specifieke onderwerpen in ver- band met het functioneren van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK 4
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE REGELGEVING
Artikel 8
Behoud van regelgevingsbevoegdheid
Geen enkele bepaling van deze overeenkomst kan derwijze worden uitgelegd dat zij een beperking stelt op de bevoegdheid van een partij om door middel van haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen het niveau van bescherming te bepalen dat zij noodzakelijk acht ter verbetering van de veiligheid op zee en van de preventie van de ver- ontreiniging van de zee, dan wel andere maatregelen te nemen met betrekking tot de risico's die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen.
Artikel 9
Uitwisseling van informatie en contactpunten
1. De in bijlage III vermelde regelgevende autoriteiten van de par- tijen stellen passende instrumenten vast voor de uitwisseling van infor- matie betreffende alle problemen op het gebied van de regelgeving in verband met producten waarop deze overeenkomst van toepassing is.
2. Elke partij wijst minstens één contactpunt, bijvoorbeeld een in bijlage III vermelde regelgevende autoriteit, aan dat antwoord geeft op alle redelijke vragen van de andere partij en van ander belanghebben- den, zoals fabrikanten, consumenten en vakbonden, betreffende pro- cedures, voorschriften en andere onderwerpen in verband met deze overeenkomst. De partijen wisselen hun lijsten van contactpunten uit en maken deze openbaar.
4. Elke partij verbindt zich ertoe haar lijst van producten waarvoor zij krachtens haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen certifica- ten van overeenstemming heeft afgegeven op het World Wide Web bekend te maken en deze lijst regelmatig bij te werken.
Artikel 10
Wijzigingen in de regelgeving
1. Wanneer een partij nieuwe technische voorschriften in verband met deze overeenkomst vaststelt, doet zij dit op basis van bestaande internationale instrumenten, behalve wanneer zij van oordeel is dat een bepaald instrument een ondoeltreffend en ongeschikt middel is voor het bereiken van de door haar regelgeving beoogde doelstellingen.
2. De partijen geven elkaar kennis van wijzigingen in hun technische voorschriften die verband houden met het onderwerp waarop deze over- eenkomst betrekking heeft en dit minstens 90 dagen voor deze wijzi- gingen van kracht worden. Wanneer om redenen in verband met de veiligheid, de gezondheid of de bescherming van het milieu meer ur- gente maatregelen vereist zijn, stellen de partijen elkaar daarvan ten spoedigste in kennis.
3. De partijen en hun regelgevende autoriteiten informeren en raad- plegen elkaar, binnen de grenzen van hun respectieve wetten en voor- schriften, over de volgende onderwerpen:
a) voorstellen tot wijziging of tot invoering van nieuwe technische voorschriften, zoals deze zijn neergelegd in hun respectieve wette- lijke en bestuursrechtelijke bepalingen waaraan wordt gerefereerd in of die verband houden met de in de bijlagen I en II vermelde bepalingen;
b) de tijdige transponering van gewijzigde of nieuwe internationale in- strumenten in hun respectieve wettelijke en bestuursrechtelijke bepa- lingen; en
c) de herziening van bestaande en geldige certificaten van overeenstem- ming wanneer gewijzigde of nieuwe wettelijke en/of bestuursrechte- lijke bepalingen daarin voorzien.
De partijen stellen elkaar in de gelegenheid commentaar te geven op dergelijke voorstellen.
4. In geval van wijzigingen in de in de bijlagen I en II bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen gaat de Gemengde Com- missie na of de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften voor de in bijlage II vermelde producten is gehandhaafd.
Indien de Gemengde Commissie besluit dat de gelijkwaardigheid in stand is gehouden, dan wordt het product in bijlage II gehandhaafd.
Indien de partijen in de Gemengde Commissie geen overeenstemming bereiken over de vraag of hun technische voorschriften met betrekking tot een in bijlage II vermeld product nog gelijkwaardig zijn, wordt de wederzijdse erkenning voor dat product opgeschort overeenkomstig het bepaalde in artikel 15.
5. De partijen maken op het World Wide Web een bijgewerkte versie van bijlage II bekend.
Artikel 11
Samenwerking op het gebied van de regelgeving
1. De partijen komen overeen in de IMO en andere terzake bevoegde internationale organisaties zoals de International Organization for Standardization (ISO), de International Electrotechnical Commission (IEC) en de International Telecommunications Union (ITU), samen te werken met het doel internationale regels ter bevordering van de veiligheid op zee en ter voorkoming van veront- reiniging van de zee vast te stellen en de bestaande regels te verbeteren.
2. De partijen gaan na welke technische werkzaamheden, gegeven- suitwisseling, wetenschappelijke en technische samenwerking en andere samenwerkingsactiviteiten zij gemeenschappelijk kunnen verrichten met het doel de kwaliteit en het niveau van hun technische voorschriften betreffende de uitrusting van zeeschepen te verbeteren en de voor de samenwerking op het gebied van de regelgeving beschikbare middelen op doeltreffende wijze te gebruiken.
3. De partijen verbinden zich ertoe, voor producten die bij de in- werkingtreding van deze overeenkomst niet in bijlage II zijn opgenomen of waarvoor de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften werd beëindigd of opgeschort, hun respectieve technische voorschriften aan een onderzoek te onderwerpen teneinde in zoverre mogelijk tot weder- zijdse erkenning te komen. De partijen stellen een werkprogramma en een tijdschema voor de onderlinge aanpassing van hun technische voor- schriften vast, met inbegrip van de initiëring van werkzaamheden voor de totstandbrenging van passende internationale normen. Het streven van de partijen zal erop gericht zijn hun technische voorschriften op basis van bestaande internationale instrumenten in zoverre mogelijk te harmoniseren in het licht van de doelstellingen van hun binnenlandse wetgeving, namelijk het verhogen van de veiligheid op zee en het ver- beteren van de preventie van de verontreiniging van de zee.
4. Wanneer de partijen hebben bepaald dat voor een product en voor de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen de gelijk- waardigheid kan worden vastgesteld, neemt de Gemengde Commissie een besluit tot dienovereenkomstige wijziging van bijlage II.
Artikel 12
Samenwerking op het gebied van de overeenstemmingsbeoordeling
1. De partijen en hun autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de overeenstemmingsbeoordeling plegen overleg in de mate die noodzake- lijk is om het vertrouwen in de overeenstemmingsbeoordelingsprocedu- res en de overeenstemmingsbeoordelingsinstanties in stand te houden. Dit kan geschieden door, bijvoorbeeld, vergelijking van de methoden voor het verifiëren van en het houden van toezicht op de technische deskundigheid en bekwaamheid van overeenstemmingsbeoordelings- instanties en, met instemming van de partijen, gezamenlijke deelname aan audits/inspecties in het kader van overeenstemmingsbeoordelingen of andere evaluaties van overeenstemmingsbeoordelingsinstanties.
2. De partijen zullen hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties er- toe aanmoedigen deel te nemen aan coördinatie- en samenwerkingsacti- viteiten die door de partijen, hetzij afzonderlijk, hetzij gezamenlijk ge- organiseerd worden.
HOOFDSTUK 5
MAATREGELEN VAN TOEZICHT EN VRIJWARINGSMAATREGELEN
Artikel 13
Toezicht op overeenstemmingsbeoordelingsinstanties
1. De partijen dragen zorg dat hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties de bekwaamheid hebben en behouden om de overeenstem- ming van producten of processen overeenkomstig de vigerende wette- lijke en bestuursrechtelijke bepalingen te beoordelen. De partijen ver- binden zich wat dit betreft ertoe door middel van regelmatige audits of evaluaties permanent toezicht te houden of te doen houden, al naar gelang van het geval, op hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties en/of erkende laboratoria.
2. Wanneer een partij objectieve redenen heeft om de technische deskundigheid van een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie van de andere partij te betwisten, stelt zij de andere partij daarvan in kennis. Een dergelijke betwisting wordt, indien zij gerechtvaardigd is, op ob- jectieve en billijke wijze afgehandeld. De andere partij verstrekt binnen een redelijke termijn informatie om de betwisting te weerleggen of de tekortkomingen die aan de betwisting ten grondslag liggen te corrigeren. Indien nodig wordt het probleem aan de Gemengde Commissie voor- gelegd. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over de be- voegdheid van de betrokken overeenstemmingsbeoordelingsinstantie, kan de contesterende partij weigeren haar markering en/of nummering aan de betwiste overeenstemmingsbeoordelingsinstantie toe te kennen en de door deze instantie afgegeven certificaten van overeenstemming te erkennen.
Markttoezicht
1. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst kan derwijze wor- den uitgelegd dat zij voor een regelgevende autoriteit een beletsel vormt onverwijld passende maatregelen te nemen wanneer zij vaststelt dat een product mogelijkerwijze:
a) hoewel het op de juiste wijze is geïnstalleerd, wordt onderhouden en voor het beoogde doel wordt gebruikt, een gevaar vormt voor de gezondheid en/of de veiligheid van de bemanning, de passagiers of, in voorkomend geval, andere personen, dan wel nadelige gevolgen kan hebben voor het mariene milieu;
b) niet aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in het kader van deze overeenkomst voldoet; of
c) anderszins niet aan een uit deze overeenkomst voortvloeiende voor- waarde voldoet.
Dergelijke maatregelen kunnen onder meer bestaan in het uit de handel nemen van de betrokken producten, het opleggen van een verbod op het in de handel brengen en het beperken van het vrije verkeer ervan, het initiëren van een terugroeping van producten en het voorkomen van dergelijke problemen in de toekomst, onder meer door middel van een invoerverbod. Wanneer de regelgevende autoriteit dergelijke maat- regelen neemt, geeft zij de andere partij daarvan kennis uiterlijk 15 dagen nadat de maatregel is genomen, onder vermelding van de redenen welke aan haar besluit ten grond liggen.
2. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst vormt voor de par- tijen een beletsel producten die niet aan hun technische voorschriften voldoen uit de handel te nemen.
3. De partijen komen overeen dat alle grenscontroles en inspecties van producten die overeenkomstig de in bijlage I vermelde voorschriften van de importerende partij werden gecertificeerd, geëtiketteerd en ge- markeerd zo spoedig mogelijk worden afgehandeld. Wat eventuele in- specties in het kader van het interne verkeer op hun grondgebied betreft, komen de partijen overeen dergelijke inspecties te verrichten op een wijze die niet omslachtiger is dan voor soortgelijke binnenlandse producten.
Artikel 15
Opschorting van de wederzijdse erkenning
1. Wanneer een partij van oordeel is dat de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften voor één of meer van de in bijlage II vermelde producten niet wordt of niet kan worden gehandhaafd, stelt zij de andere partij daarvan in kennis, met vermelding van de objectieve redenen waarom zij deze mening is toegedaan. Elke betwisting van gelijkwaar- digheid wordt aan de Gemengde Commissie voorgelegd. Indien de Gemengde Commissie geen besluit neemt binnen 60 dagen na de datum waarop het probleem haar is voorgelegd, dan wordt de verplichting tot wederzijdse erkenning ten aanzien van dergelijke producten door één van de partijen of door beide partijen opgeschort. Deze opschorting blijft van kracht tot de Gemengde Commissie overeenstemming heeft bereikt.
2. De Gemengde Commissie actualiseert bijlage II door middel van een besluit tot opschorting van de wederzijdse erkenning voor de be- trokken producten. De partijen komen overeen samen te werken over- eenkomstig het bepaalde in artikel 11 teneinde de gelijkwaardigheid in zoverre mogelijk te herstellen.
3. In geval van opschorting van de wederzijdse erkenning van de in bijlage II bedoelde technische voorschriften zijn de partijen, wat het betrokken product betreft, niet meer gehouden de in artikel 3 van deze overeenkomst bedoelde verplichtingen na te komen. De importe- rende partij blijft eerder afgegeven certificaten van overeenstemming evenwel erkennen voor producten welke door die partij voor de op- schorting van de wederzijdse erkenning in de handel werden gebracht, tenzij een regelgevende autoriteit in die partij een andere beslissing neemt om redenen in verband met de gezondheid, de veiligheid of het milieu of omdat niet aan andere bepalingen van de overeenkomst is voldaan.
Artikel 16
Waarschuwingssysteem
De partijen komen overeen een tweerichtings-waarschuwingssysteem tussen hun regelgevende autoriteiten in te stellen teneinde elkaar kennis te kunnen geven van producten waarvan is vastgesteld dat zij niet aan de vigerende technische voorschriften voldoen of een onmiddellijk ge- vaar kunnen vormen voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu.
HOOFDSTUK 6
AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 17
Geheimhouding
1. De partijen komen overeen, voorzover hun respectieve wetgevin- gen dit voorschrijven, de in het kader van deze overeenkomst uitgewis- selde informatie geheim te houden. In het bijzonder verbinden de par- tijen zich ertoe geen in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie die onder het handelsgeheim valt of die als vertrouwelijke commerciële of financiële informatie wordt aangemerkt dan wel infor- matie in verband met een lopend onderzoek openbaar te maken, noch een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie toe te staan dergelijke infor- matie openbaar te maken.
2. Een partij of een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie kan na het uitwisselen van informatie met de andere partij of met een over- eenstemmingsbeoordelingsinstantie van die andere partij gedeelten van de verstrekte informatie aanwijzen die zij niet openbaar wenst te maken.
3. De partijen nemen alle redelijke voorzorgsmaatregelen om te voor- komen dat in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie zonder toestemming openbaar wordt gemaakt.
Vergoedingen
De partijen trachten ervoor te zorgen dat vergoedingen voor diensten op gebieden waarop deze overeenkomst betrekking heeft, in verhouding zijn tot de verleende diensten. De partijen komen overeen, voor over- eenstemmingsbeoordelingsprocedures waarop deze overeenkomst van toepassing is, geen vergoedingen in rekening te brengen voor door de andere partij verrichte overeenstemmingsbeoordelingen.
Artikel 19
Geografisch toepassingsgebied
1. Deze overeenkomst is van toepassing in de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden, enerzijds, en op het grondgebied van de Verenigde Staten, anderzijds.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 is deze overeenkomst van toepassing op schepen in het internationale verkeer die de vlag van een van de partijen of van de lidstaten van een van de partijen mogen voeren.
Artikel 20
Overeenkomsten met andere landen
1. Behoudens schriftelijk akkoord tussen de partijen gelden de ver- plichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten inzake wederzijdse er- kenning die een partij heeft gesloten met een partij die geen partij is bij deze overeenkomst (een derde partij) niet voor de andere partij bij deze overeenkomst wat de aanvaarding van de resultaten van in die derde partij verrichte overeenstemmingsbeoordelingen betreft.
2. De Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten komen over- een, teneinde de handel in uitrusting van zeeschepen met andere landen te vereenvoudigen, onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een multilaterale overeenkomst met andere belangstellende landen op het gebied waarop deze overeenkomst van toepassing is.
HOOFDSTUK 7
SLOTBEPALINGEN
Artikel 21
Inwerkingtreding, wijziging en beëindiging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen door middel van een briefwisseling de voltooiing van hun respectieve procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst hebben bevestigd.
2. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd, hetzij overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, hetzij door de partijen.
4. Na de beëindiging van de overeenkomst blijft een partij de door een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie krachtens deze overeen- komst, doch voor de beëindiging daarvan, afgegeven certificaten van overeenstemming aanvaarden, tenzij een regelgevende autoriteit in deze partij een andersluidende beslissing neemt om redenen in verband met de gezondheid, de veiligheid en het milieu of omdat niet is voldaan aan bepaalde andere vereisten van de overeenkomst.
Artikel 22
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en verplich- tingen van de partijen krachtens andere internationale overeenkomsten.
2. De partijen komen overeen het functioneren van deze overeen- komst op gezette tijden te herzien. De eerste herziening vindt uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst plaats.
3. Deze overeenkomst wordt gesteld in twee exemplaren in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle talen gelijkelijk authentiek. Bij onenigheid over de interpretatie prevaleert de Engelse tekst.
▼M2
BIJLAGE I
WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN
Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de EU:
— Richtlijn 2014/90/EU (hierna „MED” genoemd) en de uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 35, leden 2 en 3, van die richtlijn, die in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt en op xxxxx://xxxxxx.xxx.xxxx.xxxxxx.xx/ beschikbaar worden gesteld;
— richtsnoeren voor de uitvoering van met name conformiteitsbeoordelingspro- cedures die onder de MED-richtlijn vallen, zijn te vinden in:
— de „Blauwe Gids” voor de uitvoering van de productvoorschriften van de EU 2022, en
— uitleggingen uitgewerkt door de bij Richtlijn 2014/90/EU („MarED”, Marine Equipment Directive) opgerichte coördinatiegroep van aange- melde instanties en goedgekeurd door het bij Verordening (EG) nr. 2099/2002 van de Raad opgerichte Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen (COSS) en ter beschik- king gesteld van het publiek op xxxxx://xxxxxx.xxx.xxxx.xxxxxx.xx/
Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de VS:
— titel 46 (46 U.S.C. 3306) van de United States Code verleent de Amerikaanse kustwacht (via delegatie door de minister van Binnenlandse Veiligheid) de wettelijke bevoegdheid om voorschriften vast te stellen voor de goedkeuring van uitrusting van zeeschepen;
— United States Code of Federal Regulations:
— titel 46, subdeel 2.75 en deel 159, met betrekking tot de autoriteiten en procedures voor de goedkeuring van uitrusting van zeeschepen door de Amerikaanse kustwacht;
— titel 46, delen 160 tot en met 164, voor reddingsmiddelen, elektrische apparatuur, technische systemen;
— titel 47, deel 80, voor radioapparatuur. Apparatuur die een radiozender bevat, wordt gereguleerd door de U.S. Federal Communications Commission (FCC) en vereist een FCC-typecertificering om in de Ver- enigde Staten te mogen worden aangeboden, verkocht of gebruikt. Deze producten worden in bijlage II aangeduid met ‡;
— beleidsrichtsnoeren van de Amerikaanse kustwacht:
— circulaire inzake navigatie en vaartuiginspectie (NVIC, Navigation and Vessel Inspection Circular) 02-19 met betrekking tot goedkeuringen die zijn afgegeven door de Amerikaanse kustwacht in het kader van de over- eenkomst inzake wederzijdse erkenning;
— NVIC 08-01, voor goedkeuring van navigatieapparatuur;
— aanvullende richtsnoeren geplaatst op: xxxxx://xxx.xxx.xxxx.xxx/ CG-ENG-4/Equipment/
PRODUCTEN WAAROP DE WEDERZIJDSE ERKENNING BETREKKING HEEFT
Reddingsmiddelen
Benaming | Productnummer EU | Product VS |
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen: voor reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten | MED/1.2a | 161.101 |
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen: voor reddingsboeien | MED/1.2b | 161.110 |
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen: voor reddingsvesten | MED/1.2c | 161.112 |
Zelfwerkende rooksignalen voor reddingsboeien Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | MED/1.3 | 160.157 |
Valschermsignalen (pyrotechniek) Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | MED/1.8 | 160.136 |
Handstakellichten (pyrotechniek) Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | MED/1.9 | 160.121 |
Drijvende rooksignalen (pyrotechniek) Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | MED/1.10 | 160.122 |
Lijnwerptoestellen Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | MED/1.11 | 160.040 |
Vaste reddingsvlotten Noot: het noodpakket valt niet onder de overeenkomst. | MED/1.13 | 160.118 |
Zichzelf automatisch oprichtende reddingsvlotten (uitsluitend vaste red- dingsvlotten/opblaasbare reddingsvlotten vallen hier niet onder) Noot: het noodpakket valt niet onder de overeenkomst. | MED/1.14b | 160.118 |
Overdekte omkeerbare reddingsvlotten (uitsluitend vaste reddingsvlotten/op- blaasbare reddingsvlotten vallen hier niet onder) Noot: het noodpakket valt niet onder de overeenkomst. | MED/1.15 | 160.118 |
Zelfdrijfvoorzieningen voor reddingsvlotten (hydrostatische openers) | MED/1.16 | 160.162 |
Benaming | Productnummer EU | Product VS |
Loskoppelmechanisme voor: reddingsboten en hulpverleningsboten (met torenloper of -lopers te water gelaten) Beperkt tot door middel van davits te water gelaten reddingsvlotten met automatische loskoppelhaak | MED/1.26a | 160.170 |
Loskoppelmechanisme voor: reddingsvlotten (met torenloper of -lopers te water gelaten) Beperkt tot door middel van davits te water gelaten reddingsvlotten met automatische loskoppelhaak | MED/1.26b | 160.170 |
Systemen voor evacuatie op zee | MED/1.27 | 160.175 |
Inschepingsladders | MED/1.29 | 160.117 |
Retroflecterende materialen | MED/1.30 | 164.018 |
Brandbeveiliging
Benaming | Productnummer EU | Productnummer VS |
Primaire dekbedekking | MED/3.1 | 164.106 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klassen A en B: afscheidingen van klasse A: A-60 dekassemblages | MED/3.11a | 164.105 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klassen A en B: afscheidingen van klasse A: A-60 structurele isolatie | MED/3.11a | 164.107 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klassen A en B: afscheidingen van klasse B — schotten. | MED/3.11b | 164.108 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klassen A en B: afscheidingen van klasse B — plafonds. | MED/3.11b | 164.110 |
Niet-brandbare materialen | MED/3.13 | 164.109 |
Branddeuren Beperkt tot branddeuren zonder vensters of met een totaal vensteroppervlak van niet meer dan 645 cm2 per deurblad, tenzij waterstraal-, warmteflux- en/of temperatuurtoenametests zijn uitgevoerd overeenkomstig de richtsnoe- ren voor goedkeuring van de Amerikaanse kustwacht. Erkenning beperkt tot beproefd maximum deuroppervlak. Deuren moeten in brandbestendige deuromlijsting worden geplaatst. | MED/3.16 | 164.136 |
Onderdelen van bedieningssystemen voor branddeuren. | MED/3.17 | 164.146 |
Benaming | Productnummer EU | Productnummer VS |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend ver- mogen: decoratieve fineerlagen. | MED/3.18a | 164.112 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend ver- mogen: verfsystemen. | MED/3.18b | 164.112 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend ver- mogen: vloerbedekkingen. | MED/3.18c | 164.117 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend ver- mogen: brandbare leidingdoorvoeren. | MED/3.18f | 164.112 |
Draperieën, gordijnen en andere hangende materialen en wandbekledingen van textiel | MED/3.19 | 164.111 |
Beklede meubelen: bekledingsmateriaal voor brandvertragend vulmateriaal | MED/3.20b | 164.144 |
Beklede meubelen: bekledingsmateriaal voor brandvertragend vulmateriaal (getest in de specifieke combinatie zoals bedoeld voor de latere aanbren- ging.) | MED/3.20c | 164.144 |
Matrassen en beddengoed | MED/3.21 | 164.142 |
Brandkleppen | MED/3.22 | 164.139 |
Doorvoeren door afscheidingen van klasse A elektriciteitskabels. | MED/3.26a | 164.138 |
Doorvoeren door afscheidingen van klasse A buizen, leidingen, hoofdleidingen enz. | MED/3.26b | 164.138 |
Vuurbestendige materialen (met uitzondering van meubilair) voor hogesnel- heidsvaartuigen | MED/3.32 | 164.201 |
Vuurbestendige materialen voor meubilair voor hogesnelheidsvaartuigen | MED/3.33 | 164.201 |
Vuurbestendige afscheidingen voor hogesnelheidsvaartuigen | MED/3.34 | 164.207 |
Afscheidingen van klasse C | MED/3.64 | 164.109 |
Navigatieapparatuur
Benaming | Product EU | Productnummer VS |
Magnetisch kompas Klasse A voor schepen | MED/4.1 | 165.101 |
Zendend koers-instrument (Transmitting Heading Device — THD) (mag- netische methode) | MED/4.2 | 165.102 |
Echoloodapparatuur | MED/4.6 | 165.107 |
Snelheids- en afstandsmeetapparatuur (SDME) | MED/4.7 | 165.105 |
Bochtaanwijzer | MED/4.9 | 165.106 |
Koersautomaat (Heading Control System — HCS) | MED/4.16 | 165.110 |
Roerstandindicator | MED/4.20 | 165.167 |
Rpm-indicator (schroef) | MED/4.21 | 165.168 |
Spoedindicator | MED/4.22 | 165.169 |
Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR) | MED/4.29 | 165.150 |
Elektronischekaartsysteem (Electronic Chart Display and Information Sys- tem — ECDIS) met back-up, en rasterkaartsysteem (Raster Chart Display System — RCDS) | MED/4.30 | 165.123 165.124 |
Universele AIS-apparatuur (Automatic Identification System) | MED/4.32 | 165.155 |
Routeautomaat (Werkt wanneer het schip een snelheid van minimale manoeuvreersnelheid tot 30 knopen heeft.) | MED/4.33 | 165.112 |
Passieve radarreflector | MED/4.39 | 165.160 |
Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen | MED/4.40 | 165.210 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS- methode) | MED/4.41 | 165.102 |
Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen | MED/4.42 | 165.252 |
Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen | MED/4.43 | 165.251 |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (gyro- scopische methode) | MED/4.46 | 165.102 |
Vereenvoudigde reisgegevensrecorder (S-VDR) | MED/4.47 | 165.151 |
Loodsladder | MED/4.49 | 163.003 |
Dagseinlamp | MED/4.52 | 165.166 |
Wachtalarmsysteem (BNWAS) | MED/4.57 | 165.142 |
Benaming | Product EU | Productnummer VS |
Ontvanger voor geluidssignalen | MED/4.58 | 165.165 |
Geïntegreerd navigatiesysteem | MED/4.59 | 165.141 |
Gps-apparatuur | MED/4.63 | 165.130 |
GLONASS-apparatuur | MED/4.63 | 165.131 |
DGPS-apparatuur | MED/4.63 | 165.132 |
DGLONASS-apparatuur | MED/4.63 | 165.133 |
Radarapparatuur CAT 1 (Radarapparatuur die wordt gebruikt met ARPA moet afzonderlijke certifi- ceringen van de EU en de VS hebben.) ‡ | MED/4.64 | 165.115 |
Radarapparatuur CAT 2 (Radarapparatuur die wordt gebruikt met ATA moet afzonderlijke certifi- ceringen van de EU en de VS hebben.) ‡ | MED/4.64 | 165.116 |
Radarapparatuur CAT 3 (Radarapparatuur die wordt gebruikt met EPA moet afzonderlijke certifice- ringen van de EU en de VS hebben.) ‡ | MED/4.64 | 165.117 |
Radarapparatuur voor gebruik in hogesnelheidsvaartuigen (CAT 1H) ‡ | MED/4.64 | 165.216 |
Radarapparatuur voor gebruik in hogesnelheidsvaartuigen (CAT 2H) ‡ | MED/4.64 | 165.217 |
Gyrokompas | MED/4.65 | 165.103 |
Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen | MED/4.65 | 165.203 |
REGELGEVENDE AUTORITEITEN
EUROPESE UNIE
België SPF Mobilité
Xxx xx Xxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx FOD Mobiliteit
Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
1210 Brussel
Bulgarije Министерство на транспорта, информационните технологии и съобщенията
ул. „Дякон Игнатий” № 9 София 1000
Ministry of Transport, Information Technology and Communications (Ministerie van Vervoer, Informatie- technologie en Communicatie)
0, Xxxxxx Xxxxxxx xxx. Sofia 1000
Tsjechië Ministerstvo dopravy (Ministerie van Vervoer) Postbus 9
Nábřeží Xxxxxxx Xxxxxxx 00 000 00 Xxxxx 0
Denemarken Erhvervsministeriet
(Ministerie van Industrie, Bedrijfsleven en Financiële Zaken)
Xxxxxxxxxxxxxx 00-00 XX-0000 Xxxxxxxxxx X
Duitsland Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruk- tur (Ministerie van Vervoer en Digitale Infrastructuur)
Invalidenstr. 44
10115 Berlin
Estland Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium (Ministe- rie van Economische Zaken en Communicatie)
Suur- Ameerika 1
10122 Tallinn
Ierland Department of Transport Leeson Lane
Dublin D02 TR60 An Roinn Iompair Xxxx Xxxxxxx
Baile Átha Cliath D02 TR60
Griekenland Υπουργείο Ναυτιλίας & Νησιωτικής Πολιτικής
Ακτή Βασιλειάδη, Πύλη Ε 1-Ε 2 Τ.Κ. 185 10, Πειραιάς
Ministry of Shipping and Island Policy (Ministerie van Scheepvaart en Eilandbeleid)
Akti Vassiliadi, Gates E 1-E 2 18510 Piraeus
Spanje Ministerio de Fomento (Ministerie van Openbare Wer- ken)
Xxxxx xx xx Xxxxxxxxxx, 00 00000 Xxxxxx
Frankrijk Ministère de la Transition écologique et solidaire 000, Xxxxxxxxx Xx. Xxxxxxx
75007 Paris
Kroatië Ministarstvo mora, prometa i infrastructure (Ministerie van de Zee, Vervoer en Infrastructuur)
Prisavlje 14
10 000 Zagreb
Italië Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti (Ministerie van Infrastructuur en Vervoer)
Xxxxxxxx xx Xxxxx Xxx 0 00000 Xxxx
Cyprus Υπουργείο Μεταφορών, Επικοινωνιών και Έργω Αχαιών 28
1424 Λευκωσία
Ministry of Transport, Communications and Works (Ministerie van Verkeer, Communicatie en Openbare Werken)
Axaion 28
1424 Nicosia
Letland Satiksmes ministrija (Ministerie van Vervoer en Com- municatie)
Xxxxxx xxxx 0
Riga 1743
Litouwen Susisiekimo ministerija (Ministerie van Vervoer en Communicatie)
Gedimino av. 17
01505 Vilnius
Luxemburg Ministère du Développement durable et des Infrastruc-
tures
0, Xxxxx xx x’Xxxxxx 0000 Xxxxxxxxxx
Hongarije Nemzeti Fejlesztési Minisztérium (Ministerie van Na-
tionale Ontwikkeling) Fő u. 44-50
1011 Budapest
Malta Ministeru għat- Trasport, Infrastruttura u Proġetti Ka- pitali/ Ministry for Transport, Infrastructure and Capital Projects (Ministerie van Vervoer, Infrastructuur en Ka- pitaalprojecten)
Triq Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Floriana FRN1700
Nederland Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministry of Infrastructure and Water Management) Xxxxxxxxxx 0, 0000 XX ’x-Xxxxxxxxxx
Postbus 20901
2500 EX ’s-Gravenhage
Oostenrijk Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Tech-
nologie (Bondsministerie van Vervoer, Innovatie en Technologie)
Xxxxxxxxxxxxxx 0
1030 Wien
Polen Ministerstwo Infrastruktury (Ministerie van Infrastruc- tuur en Bouw)
ul. Xxxxxxxxxxxxxx 0/0 00 000 Xxxxxxxx
Portugal Direção-Geral de Recursos Naturais, Segurança e Ser- viços Marítimos (directoraat-generaal Natuurlijke Hulp- bronnen, Veiligheid en Maritieme Diensten)
Av. Brasília 1449-030 Lisboa
Roemenië Ministerul Transporturilor (Ministerie van Vervoer) 00, Xxxx. Xxxxxx Xxxxxxx
Sector 1 — Bucureşti
Slovenië Ministrstvo za infrastrukturo (Ministerie van Infrastruc- tuur)
Langusova 4
SI-1535 Ljubljana
Slowakije Ministerstvo dopravy a výstavby (Ministerie van Ver-
voer en Bouw) Námestie slobody 6
810 05 Bratislava
Finland Liikenne- ja viestintäministeriö (Ministerie van Vervoer en Communicatie)
Xxxxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxxxx
P.O. Box 31 00023 Government
Kommunikationsministeriet (Ministerie van Vervoer en Communicatie)
Xxxxx xxxxxxxxxx 00, Xxxxxxxxxxx XX 00
00023 Statsrådet
Zweden Näringsdepartementet (Ministerie van Ondernemingen en Innovatie)
Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxxxxx 000 00 Xxxxxxxxx
Europese Commissie Directoraat-generaal Xxxxxxxxxx en Vervoer
(DG MOVE)
Dienst Veiligheid van de zeevaart (Maritime Safety Unit)
Xxxxxxxxx 000
1049 Brussel, België
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
United States Coast Guard
Office of Design and Engineering Standards (CG-ENG) 0000 Xxxxxx Xxxxxx Xxxx Xx Xxx XX
STOP 7509
Washington DC 20593-7509