Contract
BEHOREND BIJ COLLEGENOTA VAN | DATUM | CORRESPONDENTIENUMMER |
BO-Sociaal | 25-9-2014 | |
A. Deze nota is in overleg met de volgende disciplines geconcipieerd: financiën B&O, concernjurist, communicatie | ||
B. Er is overeenstemming C. Er heeft overleg plaatsgevonden de portefeuillehouder Xxxxxxx | ||
XXXXX INHOUD (GELIJKDUIDEND AAN VOORBLAD) | ||
Inkoop nieuwe taken sociaal domein 2015 (basisversie DVO) |
1. Aanleiding.
Om de nieuwe taken in het sociaal domein per 2015 uit te kunnen voeren dient onze gemeente contracten af te sluiten met aanbieders die kunnen voorzien in de (mogelijk) ondersteuningsvraag van onze burgers. Daartoe is begin dit jaar een proces van bestuurlijk aanbesteden gestart, dat inmiddels een belangrijk besluitvormingsmoment – de eerste tranche overeenkomsten voor 2015 - nadert. Alvorens uw College in november definitieve overeenkomsten per aanbieder voor te kunnen leggen, dient uw College de „basisversie van deze overeenkomsten vast te stellen. Deze “lege “versie vormt de basis voor het per instelling „vullen‟ van de Bijlage waarin prestatie en prijs worden vastgelegd. Het aldus vastgestelde pakket wordt begin november opnieuw aan uw College voorgelegd, waarna de contracten definitief worden getekend.
2. Relatie met bestaand beleid.
Onze gemeente bereidt zich samen met de 5 andere gemeenten in Maastricht-Heuvelland en voor wat betreft de Jeugdzorg ook met de 12 gemeenten in de Westelijke Mijnstreek en Parkstad – voor op de nieuwe taken in het sociaal domein. Onze Gemeenteraad heeft hiervoor in februari de kaders vastgesteld, waaraan uw College o.a. middels de collegenota‟s „Nadere invulling regie en opdrachtgeverschap Sociaal Domein‟ (maart 2014) en „Nadere kaders inkoop sociaal domein 2015‟ (juni 2014) verder invulling heeft gegeven.
Recent hebben de 17 andere gemeenten in Zuid-Limburg besloten Maastricht als centrumgemeente de inkoop voor de Jeugdzorg in 2015 te laten verzorgen. U heeft hierover zelf besloten op 8 juli 2014 (en de gemeenteraad op 16 september 2014). In overleg met de andere gemeenten in Maastricht- Heuvelland is besloten dit te integreren in de reeds lopende bestuurlijke aanbesteding.
Bij brief van 22 juli 2014 is Maastricht door het kabinet aangewezen als centrumgemeente voor Maastricht-Heuvelland én de Westelijke Mijnstreek voor de functie Beschermd Wonen. Ook deze functie is meegenomen in onderhavig traject.
PAGINA
3 van 12
3. Xxxxxxx beleid en mogelijke opties.
In de afgelopen twee maanden is in een viertal ontwikkeltafels gewerkt aan een inkoop-aanpak, waarmee invulling wordt gegeven aan de door u gestelde kaders. Dit proces is door alle betrokken partijen als zeer constructief ervaren. De vier ontwikkeltafels betroffen
- Dienstverleningsovereenkomst
- Prijs-Prestatie
- Kwaliteit
- PGB-ZIN1
Deze ontwikkeltafels hebben geresulteerd in een concept-dienstverleningsovereenkomst met een zestal bijlagen. De eerste twee betreffen prijs-prestatie (incl. PGB), waarbij de eerste de individuele afspraken per aanbieder bevat en de tweede beschrijft hoe de aanbieders hun prijzen dienen te bepalen. De derde betreft kwaliteit, de vierde uitsluitingsgronden, de vijfde afspraken over de toepassing van Social Return en de laatste een lijst met afkortingen. Er ontbreken nog 2 bijlagen over respectievelijk administratieve processen/systemen en over evaluaties/rapportages. Hierin wordt uiterlijk 31 december 2014 voorzien, waarbij het voorstel deze in mandaat te geven aan de (lokaal invullen), als lid van de directiegroep Sociaal Domein Maastricht Heuvelland. In deze concepten zijn alle meegegeven kaders nader uitgewerkt, respectievelijk geborgd. Onderstaand lichten we dit toe, beginnend met een viertal brede kaders vanuit de nota Xxxxxx Invulling regie en opdrachtgeverschap (18-3-14) en daarna de nadere kaders uit de nota Xxxxxx kaders inkoop sociaal domein (8-7-14)
Collegenota
Uw besluit (maart): Het garanderen van een voldoende aanbod aan zorg en ondersteuning…
Door de voorliggende concepten wordt gerealiseerd dat elke aanbieder van zorg tegen redelijke tarieven en eisen in staat wordt gesteld zijn aanbod in 2015 te continueren, terwijl tegelijkertijd ruimte wordt gecreëerd voor nieuwe aanbieders. Via voorliggende DVO‟s worden vrijwel2 alle nieuwe taken voor de Jeugdwet en de Wmo 2015 ingekocht. Het betreft:
Wmo 2015:
- Individuele begeleiding volwassenen |
- Individuele begeleiding volwassenen met een zintuigelijke beperking |
- Persoonlijke verzorging bij algemene dagelijkse levensverrichtingen volwassenen |
- Groepsbegeleiding ouderen |
- Groepsbegeleiding volwassenen met een verstandelijke of lichamelijke beperking |
- Groepsbegeleiding volwassenen volwassenen met een zintuigelijke beperking |
- Groepsbegeleiding Langdurig Zorgafhankelijken |
- Inloopfunctie Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) |
- Kortdurend verblijf |
- Beschermd wonen Jeugdwet - Ambulante individuele jeugdbegeleiding - Residentiële behandeling (jeugd) - Crisisopvang - Ambulante groepsjeugdhulp |
1 Persoonsgebonden budget – zorg in natura
2 Een zeer beperkt deel wordt via landelijke/bovenregionale arrangementen ingekocht.
PAGINA
4 van 12
- Ambulante Behandeling
- Begeleid wonen jeugdigen met een (lichte) verstandelijke beperking
- Behandeling jeugd-GGZ
- Verblijf zonder overnachting jeugd-GGZ
- Verblijf 24 uurs: residentieel jeugd-GGZ
- Casemanagement
- Consultatie
- Detachering
…binnen de financiële kaders…
Ook wordt door de voorliggende concepten gegarandeerd dat de gemeente tenminste 100% van de bestaande capaciteit aan ondersteuning kan continueren tegen fors lagere tarieven dan in 2013.
Daarnaast worden middelen gereserveerd voor risico‟s. Hoewel Jeugdwet en Wmo 2015 nadrukkelijk open einde regelingen zijn, is hiermee in redelijke mate geborgd dat binnen de financiële kaders wordt gebleven.
Met betrekking tot de prijs geldt dat op het geldende tarief per arrngement van de aanbieder, de rijkskorting in mindering wordt gebracht, alsmede een percentage voor risico‟s, voor uitvoeringskosten en voor innovatie. U vindt deze percentages per categorie terug op pagina 6. Dit leidt tot een nieuw, lager tarief voor 2015. Nieuwe aanbieders worden gecontracteerd op basis van een uit de historische tarieven afgeleid basis-prijs per arrangement.
Met betrekking tot het volume geldt dat de aanbieders hun huidige volume vermelden, alsmede hun mogelijk te realiseren volume. Dit huidig volume vormt in combinatie met het nieuwe tarief de basis voor bevoorschotting. Afrekening vindt plaats op basis van daadwerkelijk ingekochte zorg.
Collegenota
…de voorwaarden scheppen voor het in 2015 voortbestaan van bestaande aanbieders…
In de voorliggende concepten wordt voorgesteld om bestaande aanbieders de ruimte te geven om zelf (binnen door Rijk en gemeente gestelde kaders) te sturen op de kosten, de omvang en de vorm van ondersteuning. Dat doen we door vanaf 2015 niet langer te sturen (indiceren, inkopen) op uren en dagdelen, maar op arrangementen: het samenstel van inzet dat een klant in een bepaald jaar ontvangt op een bepaald terrein. Eenvoudig uitgedrukt: de gemeente bepaalt in overleg met de burger op welke terrein ondersteuning nodig is (ondersteuningsplan), de aanbieder bepaalt in overleg met de klant in de vorm van een plan van aanpak/behandelplan wat en hoe deze ondersteuning er uit ziet.
Daarbij wordt een passend arrangementstarief vastgelegd, dat is gebaseerd op de omzet historie van betreffende instelling. Hiermee wordt recht gedaan aan het feit dat verschillende instellingen verschillende zwaarten van klanten kennen. Hoewel aanbieders aangeven de kortingspercentages zeer fors te vinden, geven zij aan dat middels deze twee mechanismen de voorwaarden voor hun voortbestaan worden ingevuld.
…en mogelijkheden creëren voor nieuw aanbod, nieuwe aanbieders (waaronder vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatief) en marktverschuiving (maart)
Het staat elke professionele aanbieder die voldoet aan de minimumeisen vrij om een samenwerkingsovereenkomst met ons aan te gaan en daaronder een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de gemeente(n) af te sluiten. Indien de aanbieder vervolgens (op basis van een door de gemeente vastgesteld ondersteuningsplan) klanten aan zich weet te binden, is hun toetreding tot de
„markt‟ een feit. Voor burgerinitiatieven en vrijwilligersorganisaties, alsmede voor professionele organisaties die een algemeen toegankelijke voorziening willen realiseren worden nadere regelingen ontwikkeld. Deze worden separaat aan uw College voorgelegd. Financiering wordt gevonden in de voorliggende inkoop gehanteerde kortingen, i.c. het percentage voor nieuw aanbod/nieuwe aanbieders. Hierbij kan een relatie gelegd worden met uw voorstel aan de raad om in 2015 een
PAGINA
5 van 12
investeringsprogramma Duurzame Sociale Infrastructuur in te stellen. Hoe deze relatie er precies uitziet, beslist u als dit investeringsprogramma voorligt (1e kwartaal 2015).
Uw besluit (juni): Bepalen dat klanten in beginsel bij hun zorgaanbieder blijven, tenzij de klant zélf wil veranderen van aanbieder, of de aanbieder in kwestie niet voldoet aan onze minimale eisen.
De voorliggende concepten gaan hiervan uit.
Uw besluit (juni): De intentie uitspreken het PGB als een adequaat alternatief vorm te geven, zowel uit het perspectief van klanten, als van aanbieders.
Een volwaardig persoonsgebonden budget (PGB) vanuit klantperspectief wordt geregeld via de thans voorliggende Verordeningen Jeugdhulp en Wmo 2015. Overigens staat het bestaande PGB- aanbieders vrij om een DVO met gemeenten af te sluiten en op die manier Zorg-in-Natura leverancier te worden (mist zij voldoen aan de voorwaarden die de samenwerkingsovereenkomst en de DVO stellen). De verwachting is dat veel meer PGB-aanbieders in de nieuwe situatie voor een Zin-contract in aanmerking zullen kunnen komen dan via de huidige werkwijze via de zorgkantoren.
Collegenota
Uw besluit: Instemmen met het voorleggen aan de pre-ontwikkeltafel van een korting op het budget vanwege nieuw aanbod en nieuwe aanbieders, bovenop de reeds vastgestelde rijkskortingen op het deelbudget sociaal domein, met de volgende omvang:
2015 | Rijkskorting | Korting mbt risico en uitvoering | Middelen tbv nieuw aanbod/ nieuwe aanbieders | Totaal |
Jeugd | 3% | 5%+5% | 7% | 20% |
Begeleiding individueel | 11% | 5%+3% | ++PM% | 19+PM% |
Begeleiding groep | 11% | 5%+3% | ++PM% | 19+PM% |
Kortdurend verblijf | 0% | 5%+3% | +PM% | 8+PM% |
Beschermd Wonen | 0% | 5%+3% | +PM% | 8+PM% |
Inloop GGZ | 0% | 5%+3% | +PM% | 8+PM% |
Hulp bij het Huishouden | nvt3 | 0%+0% | ++PM% | PM% |
Nader overleg in de ontwikkeltafel prijs-prestatie heeft geleid tot een invulling van de PM-posten in bovenstaande tabel. Daarnaast is op instigatie van de aanbieders een beperkte verschuiving van posten gedaan. Daarbij is er voor gewaakt dat het financieel perspectief voor de gemeente niet verslechterd. Voorgesteld wordt uit te gaan van de volgende percentages:
3 Parallelle besluitvorming m.b.t. het budget HbH loopt via het Beleidsplan Wmo 2015.
PAGINA
6 van 12
U ziet in deze nieuwe percentages de productcategorie Hulp bij het Huishouden niet langer terug. In overleg met de aanbieders is besloten dat voor het beleid zoals dat is vastgelegd in het Addendum Beleidsplan Wmo 2015 de lopende contracten volstaan voor 2015. De inhoudelijke en financiële consequenties hiervan vindt u in genoemd Addendum, dat 23 september in uw College heeft voorgelegen, Hierin wordt aangenomen dat de financiële consequenties kunnen worden beperkt door reeds ingezet beleid en dat het resterende tekort kan worden opgevangen met behulp van de – aan te vragen – tijdelijke extra toelage voor Hulp bij het Huishouden, die door de Rijksoverheid is ingesteld.
Uw besluit (juni): Instemmen met het stellen van (in ieder geval) de volgende voorwaarden aan de afspraken met aanbieders
a) Budget volgt klant
Collegenota
b) Inspanningsverplichting op meer resultaat per euro
In de voorliggende concepten wordt voorgesteld om alle vormen van ondersteuning op „budget volgt klant‟-principe te gaan financieren. Dat betekent dat we raam- of 0-urencontracten afsluiten, waarin we vooraf geen vaste hoeveelheid ondersteuning inkopen. Pas indien een klant op basis vaan een geldige indicatie/ondersteuningsplan daadwerkelijk ondersteuning afneemt, wordt deze vergoed. Een uitzondering vormt de (diverse) verblijfsfunctie in de jeugdzorg. Vanwege de hoge mate van vaste kosten wordt hier voorgesteld om te werken met budgetten in plaats van klantvolgende tarieven. Dit is in lijn met het Regionaal Transitiearrangement uit 2013.
In de wettelijke en lokale kaders is bepaald welke resultaten aanbieders dienen te boeken. Deze zijn (tenminste) gelijk aan de bestaande resultaten. Aangezien de daartoe betaalde tarieven fors dalen, moet „meer resultaat per euro‟ worden gerealiseerd.
Uw besluit (juni): Instemmen met het in overleg met betrokken aanbieders nader afstemmen van in ieder geval
a. Kwaliteit
b. Terugdringing administratieve lasten
c. Ontwikkeling van preventieactiviteiten en algemene voorzieningen
d. Mogelijkheden tot (meer) resultaatfinanciering
e. Invulling relatie gemeentelijke toegangsfunctie <> aanbieders
Stand van zaken Ad a)
In bijlage 3 van de DVO worden de gehanteerde kwaliteitskaders vastgelegd. Hierbij wordt uitgegaan van
- Bestaande systemen
- High trust, high penalty
PAGINA
7 van 12
Daarbij is wederzijds de intentie uitgesproken om gezamenlijk te komen tot een fors ander systeem, waar meer aandacht is voor resultaten en minder voor „throughput‟ en procedures. Hiertoe wordt de ontwikkeltafel Kwaliteit in 2015 gecontinueerd.
Ad b)
De voorgestelde werkwijze met arrangementstarieven schept de mogelijkheid tot fors minder administratieve lasten. Deze mogelijkheid wordt evenwel in 2015 nog niet volledig benut, omdat nu nog wordt gewerkt met spiegelinformatie. Aanbieders geven aan dat dit geen probleem is, omdat alle informatie nu reeds door hen wordt geregistreerd. De werkwijze met „arrangementen‟ zorgt wel dat aan de indicatie-kant administratieve druk afneemt. In ondersteuningsplannen kan namelijk worden volstaan met het toewijzen van productcategorieën. Kwalitatieve en kwantitatieve productspecificaties kunnen achterwege blijven. Daarnaast hoeven veel minder vaak herindicaties te worden gedaan, omdat aanbieders veel meer ruimte hebben om veranderingen in de vraag op te vangen door het aanbod – binnen de kaders van het ondersteuningsplan - aan te passen.
Ad c)
Het gemeentelijk beleid vraagt van aanbieders om aan deze bewegingen mee te werken. De voorliggende stukken geven hen daarvoor ruimte, maar dwingen hen (nog) niet op deze punten. Er is dus sprake van een inspanningsverplichting, in de wetenschap dat als hieraan niet wordt voldaan dit voor hen uiteindelijk niet zonder budgettaire consequenties kan blijven. Wel worden via de kortingen conform uw besluiten van maart en juli (en de door de gemeenteraad vastgestelde financiële uitgangspunten in de beleidskaders van februari 2014) specifiek op dit punt middelen vrijgemaakt (zie kolom „nieuw aanbod‟ in de tabel bovenaan pagina 5). De inzet van deze middelen ligt thans niet voor maar is onderwerp van latere besluitvorming.
Collegenota
Ad d)
De beweging naar arrangementsfinanciering is (ook volgens betrokken aanbieders) een grote eerste stap richting resultaatfinanciering. Zeker aangezien deze gepaard gaat met de invoering van ondersteuningsplannen, waarin resultaten ook centraal staan.
Ad e)
In de afgelopen maanden is hierover zowel binnen de ontwikkeltafels als in andere beleids- en uitvoeringsgremia uitgebreid gesproken. De resultaten zoals vastgelegd in artikel 11 (met name lid 3 en 4) zijn breed gedragen. Overigens landen de resultaten niet slechts in de DVO. Ze zijn ook geland in de verordeningen en het addendum dat u heeft vastgesteld, alsmede in de implementatie van de uitvoering per 2015, zoals deze lokaal gestalte krijgt bij Sociale Zaken.
Uw besluit (juni): we willen alleen zaken doen met ‘goede werkgevers’.
Behalve in artikel 8 van de reeds door u vastgestelde Samenwerkingsovereenkomst (8 juli 2014), is dit geland in de DVO, meest specifiek in de artikelen 5, 8 en 12.
Expliciete randvoorwaarde
De thans voorliggende stukken zijn onder verantwoordelijkheid van de gemeenten in Maastricht- Heuvelland tot stand gekomen en kunnen rekenen op draagvlak onder de betrokken aanbieders. Daarbij is door de aanbieders wel nadrukkelijk een randvoorwaarde gesteld mbt het realiseren van de genoemde kortingspercentages. Dit is volgens hen alleen mogelijk, als gemeenten hen de vrijheid en actieve bestuurlijke rugdekking geven om in 2015 bínnen de wettelijke en lokale beleidskaders met hun bestaande klanten in gesprek te gaan over de invulling van hun indicatie. Uiteraard worden
PAGINA
8 van 12
daarbij de geldige indicaties – voor velen lopen indicaties onder het overgangsrecht door tot eind 2015 – gerespecteerd.
Deze „randvoorwaarde‟ ligt binnen de door wetgever, raad en college gestelde kaders. Aangezien de aanbieders deze randvoorwaarde echter zo expliciet hebben gesteld, wordt hij ook in deze Collegenota nog eens geëxpliciteerd.
Hoe omgaan met capaciteiten?
Onder de huidige financiers van Jeugdzorg en Langdurige zorg wordt gewerkt met budgetplafonds, waarbij bij aanbieders per product een maximaal te leveren hoeveelheid wordt bepaald; de zogenaamde „capaciteiten‟. Deze hebben als voordeel dat financiële risico‟s goed worden beheerst, nadeel is dat er wachtlijsten kunnen ontstaan. Vanuit de ontwikkeltafels is door enkele aanbieders aangegeven dat zij budgetplafonds beschouwen als een belangrijk instrument voor het beheersen van zorgvolumes. Vanuit gemeenten en andere aanbieders is juist benadrukt dat gemeenten een leveringsplicht hebben en dat de wetgeving een open-einde karakter heeft.
Voorgestelde lijn
Harde budgetplafonds lijken een belangrijk instrument voor budgetbeheersing te zijn. We willen dit instrument dan ook niet loslaten, gezien de grote financiële opgave die we hebben. Dit in combinatie met de open-eind karakter van de nieuwe regelingen stellen wij voor om in 2015 te gaan werken met
Collegenota
„zachte‟ budgetplafonds: we maken capaciteitsafspraken en spreken af dat slechts meer kan worden geleverd na toestemming van de gemeente(n). Indien ondercapaciteit bij een instelling kan worden ingezet ter dekking van overproductie bij een andere, wordt dat vertaald in hun DVO‟s (daartoe hanteren we jaarlijks 4 klikmomenten). Indien deze ruimte niet binnen de productcategorie kan worden gevonden, kan slechts via een College-besluit tot verruiming van productie-afspraken worden gekomen. Deze aanpak biedt ons een extra instrument om het aantal mensen dat ondersteuning krijgt van de gemeente te beheersen.
Voor burgers betekent dit dat er gekoerst wordt op tijdige4 beschikbaarheid van passend aanbod, maar dat wachttijden mogelijk zijn voor hun preferente aanbieder. Daarbij wordt systematisch getracht om middels verschuivingen in de productieafspraken tussen aanbieders in een bepaalde productcategorie te zorgen dat deze wachttijden zo kort mogelijk zijn.
Kortingspercentages intramuraal jeugd
Hiervoor is aangegeven dat er commitment is aan de door de colleges vastgestelde kortingspercentage per sector, waarbij op onderdelen een nadere differentiatie naar productcategorie is bepaald. Een uitzondering op het draagvlak moet worden gemaakt voor het kortingspercentage bij de intramurale Jeugd-LVG. Deze is vanwege het RTA – dat uitgaat van een generiek kortingspercentage voor de hele jeugdzorg - op 20% gesteld, maar vanuit de ontwikkeltafels is het signaal gekomen dat bij deze korting geen continuïteit van zorg zou kunnen worden gegarandeerd.
Voorgestelde lijn
Voorgesteld wordt om op basis van een nadere analyse te bezien of binnen het generieke RTA- percentage van 20% een lager percentage voor intramurale Jeugd-VG moet worden gehanteerd en daarvoor alsdan ruimte te bieden.
In het Regionaal Transitiearrangement is een generiek kortingspercentage voor de hele Jeugdzorg afgegeven. Dat was gezien de stand van kennis in 2013 logisch. Inmiddels hebben we een wat beter
4 De definitie van „tijdig‟ is afhankelijk van de situatie van de klant en de kenmerken van het te leveren product. Dit wordt vastgelegd in het Ondersteuningsplan (en geborgd via DVO).
PAGINA
9 van 12
zicht op de verschillen tussen categorieën. Dat heeft er voor de Wmo 2015 toegeleid dat u heeft gedifferentieerd naar verschillende kortingspercentages. De claim dat deze korting continuïteit in deze zorgsoort onmogelijk maakt, kan momenteel nog niet goed worden beoordeeld. Vandaar dat wordt voorgesteld de portefeuillehouders te mandateren op basis van nader onderzoek te besluiten.
Instemmen met dit advies zou – indien het percentage inderdaad wordt verlaagd – kostenverhogend kunnen werken. We schatten momenteel in dat eventuele extra kosten zijn te dekken binnen de budgetten voor de Jeugdwet, waar uw College heeft besloten een deel van de middelen te reserveren voor innovatie en risico‟s. Tevens biedt het RTA inhoudelijk de ruimte: u heeft bepaald dat zorgcontinuïteit zwaarder weegt dan kortingen.
Borgen positie cliënten, hun vertegenwoordigers, mantelzorgers en vrijwilligers bij instellingen
In de voorbereidende overleggen op deze collegenota is door betrokken wethouders uit Maastricht- Heuvelland benadrukt, dat zij het van groot belang vinden dat de zorgvuldige wijze waarop de positie van cliënten en hun omgeving middels de verordening wordt geborgd in het gemeentelijk proces (dat loopt tot en met het ondersteuningsplan), ook wordt voortgezet in het traject bij de aanbieders (het opstellen en uitvoeren van het Plan van Aanpak/behandelplan). Tevens is aangegeven dat zij het van belang achten dat aanbieders – net als gemeenten – inzetten op mantelzorgers en vrijwilligers en hen een goed geborgde plek in hun organisatorische structuren en processen te geven. Ook wordt van belang geacht dat aanbieders hun erkentelijkheid naar deze informele zorgers laten blijken. In het proces van Bestuurlijk Aanbesteden is het niet wenselijk om unilateraal – zonder overleg – voorwaarden in overeenkomsten aan te passen. Vandaar dat wordt voorgesteld te
Collegenota
besluiten dat de hier geformuleerde xxxxxx als „nader gemeentelijk kader‟ worden meegegeven aan de diverse ontwikkeltafels.
Overig
Uitbreiding van de reikwijdte van de bestuurlijke aanbesteding met Jeugdzorg voor Zuid-Limburg alsmede Beschermd Wonen voor de Westelijke Mijnstreek noopt tot enkele technische aanpassingen in de reeds vastgestelde Samenwerkingsovereenkomst. Deze hebben betrekking op het leveringsgebied (voor beschermd wonen ook de Westelijke Mijnstreek, voor jeugd Westelijke Mijnstreek en Parkstad) en de inhoudelijke reikwijdte (ook zware jeugdzorg).
In voorliggende DVO worden de inhoudelijke en financiële afspraken tussen gemeente(n) en aanbieder(s) vastgelegd. De bijlagen bieden hiervoor de kaders. Deze dienen nog vertaald te worden in een set administratieve afspraken, die onderdeel uitmaken van de DVO. Daartoe dienen bijlagen 4 en 5. Voorstel is dat u de directiegroep Maastricht-Heuvelland mandateert om deze Bijlage(n) te ontwikkelen in een ontwikkeltafel en uiterlijk 31 december 2014 vast te stellen.
Het is wenselijk om bovenop de inhoudelijke uitsluitingsgronden uit de Samenwerkingsovereenkomst een aantal technische uitsluitingsgronden te benoemen. Deze zijn opgenomen in Bijlage 6.
Op de overeenkomsten is het social return beleid van de gemeente Maastricht – dat in overeenstemming is met de regio – van toepassing. Dat wordt geregeld in Bijlage 7.
4. Duurzaamheid en gezondheid.
Met voorliggende voorstellen wordt een grote eerste stap gezet in de richting van een duurzaam sociaal domein.
PAGINA
10 van 12
5. Personeel & Organisatie.
De voorliggende aanpak zal – zeker in combinatie met de centrumgemeente van Maastricht op het gebied van Jeugdzorg en Beschermd Wonen – om een forse personele-inspanning vragen. Deze heeft betrekking op budgetbeheer (facturering, contractbeheer), maar ook op monitoring (cliëntniveau, contractniveau, beleidsniveau). Over deze zaken zullen uw College in oktober voorstellen worden voorgelegd via een separate nota Bedrijfsvoerings-organisatie sociaal domein.
6. Informatie en automatisering.
De voorliggende aanpak zal – zeker in combinatie met de centrumgemeente van Maastricht op het gebied van Jeugdzorg en Beschermd Wonen – om een forse I&A-inspanning vragen. Deze heeft betrekking op budgetbeheer (facturering, contractbeheer), maar ook op monitoring (cliëntniveau, contractniveau, beleidsniveau). Over deze zaken zullen uw College in oktober voorstellen worden voorgelegd via een separate nota Bedrijfsvoering-organisatie sociaal domein. Zeer belangrijk daarbij zijn de borging van de eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens aan de informatieverwerking stelt en de informatiebeveiliging in brede zin.
7. (Duurzame) aanbestedingen.
Collegenota
Deze nota is onderdeel van een traject van bestuurlijke aanbesteding. Het aangaan van duurzame relaties is daarvan de essentie.
8. Beheersparagraaf IBOR.
nvt
9. Financiën
Het financiële perspectief van de voorliggende concepten is bovenstaand reeds geduid: de nieuwe overkomende middelen lijken toereikend voor ter financiering van de beschreven aanpak, mits de gemeente er in slaagt het totaal aantal klanten (per productcategorie) niet met meer te laten groeien dan de volume index in het macro-budget. Daarbij dient een slag om de arm te worden gehouden, omdat we als gemeente nog steeds geen betrouwbare cijfers van de Rijksoverheid hebben ontvangen over onze (toekomstige) cliënten. Op basis van de uitvraag van Bijlage 1, zal in de collegenota van november waarin u wordt gevraagd de individuele DVO‟s vast te stellen, een uitgewerkte analyse worden opgenomen van de af te sluiten contracten in relatie tot de budgetten.5 De financiële aspecten van de bedrijfsvoeringsorganisatie, alsmede de bestemming van de middelen voor uitvoering en transformatie, zullen worden voorgelegd bij de desbetreffende (latere) besluitvorming.
5 Voor de goede orde: ook dan zijn er nog grote onzekerheden. Met name het zicht op het PGB-deel is moeilijk te verkrijgen, zolang het Rijk geen betrouwbare cijfers levert. Tevens is de randvoorwaarde dat de gemeenten het aantal klanten per arrangement beheerst gemakkelijker gezegd, dan gedaan.
PAGINA
11 van 12
10. Voorstel.
Beslispunten |
1. Instemmen met de voorliggende basistekst Dienstverleningsovereenkomst met een looptijd van 3 jaar 2. Kennis nemen van Bijlage 1, de invulformat waarin de afspraken over te leveren producten en te hanteren tarieven per aanbieder worden vastgelegd (looptijd 1 jaar) 3. Instemmen met Bijlage 2, waar in de systematiek om te komen tot prijs- en prestatieafspraken wordt vastgelegd (looptijd 1 jaar) 4. Instemmen met Bijlage 3, waarin de door de gemeente gehanteerde kwaliteitscriteria worden vastgelegd (looptijd 1 jaar) 5. De manager sociaal mandateren om – als lid van de directiegroep Maastricht-Heuvelland na bespreking in een Ontwikkeltafel – doch uiterlijk op 31-12-2014) Bijlagen 4 en 5 vast te stellen, waarin de administratieve voorwaarden waaraan aanbieders moeten voldoen worden beschreven 6. Instemmen met bijlage 6, waarin de uitsluitingsgronden voor een DVO worden bepaald. 7. Portefeuillehouders mandateren om - indien uit onderzoek blijkt dat sectorale kortingspercentages de continuïteit van de dienstverleners onmogelijk maken – deze percentages bij te stellen. 8. Instemmen met het werken van „zachte‟ capaciteitenplafonds: geen wachtlijsten op arrangementsniveau, sturen op het voorkomen van wachtlijsten bij instellingen door – binnen de financiële kaders – te schuiven met capaciteiten. 9. Als „nader kader‟ voor de ontwikkeltafels meegeven dat de positie van cliënten, cliëntvertegenwoordigers, mantelzorgers en vrijwilligers bij aanbieders goed is geborgd, alsmede dat het werken met én waarderen van informele zorgers van belang wordt gevonden. 10. De manager sociaal, als lid van de directiegroep Sociaal Domein Maastricht-Heuvelland, mandateren om enkele technische wijzigingen in de Samenwerkingsovereenkomst door te voeren om daarmee de bredere reikwijdte tgv de centrumfunctie Beschermd Wonen en de Centrumregeling Jeugdzorg vast te leggen. |
Collegenota
11. Vervolg / Planning.
Op basis van het voorliggende collegebesluit wordt de uitvraag met betrekking tot Bijlage 1 gestart. Deze loopt tot en met 10 oktober. Na analyse en beleidsmatige, juridische en financiële toetsing wordt het totaalpakket u weer voorgelegd in uw vergadering van 11 november 2014.
PAGINA
12 van 12