EMIR BIJLAGE
XXXXXXXXXXXXXXXX VOOR FINANCIËLE TRANSACTIES
EMIR BIJLAGE
Editie 2013
Deze bijlage vormt een aanvulling bij de Algemene Bepalingen en de Productbijlage voor Derivatentransacties die deel uitmaken van een Raamovereenkomst voor Financiële Transacties naar het model gepubliceerd door de FBE.
1. Doel, Toepassing en Werkdag
(1) Doel. Deze bijlage (“EMIR bijlage”) strekt ertoe het voor de partijen mogelijk te maken om te voldoen aan bepaalde regelgevende vereisten vermeld in Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende OTC-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (“EMIR”) en in Gedelegeerde Verordening van de Commissie (EU) nr. 149/2013 van 19 december 2012 (“Verordening nr. 149/2013”).
(2) Toepassing. Deze bijlage is van toepassing op OTC-derivaten in de zin van de definitie in Artikel 2(7) EMIR. Afdelingen 4, 5, 6 en 7 van deze Bijlage zijn niet van toepassing op Transacties (“Geclearde Transacties”) die door een Erkende CCP worden gecleared.. Onder een “Erkende CCP” wordt verstaan een centrale tegenpartij in de zin van Artikel 2(1) EMIR die een vergunning heeft gekregen op basis van Artikel 14 EMIR of die is erkend op basis van Artikel 25 EMIR.
(3) Werkdag. In verband met Afdelingen 5 en 6 en de naleving van enigerlei daarin vermelde verplichting wordt onder “Werkdag” verstaan een dag (behalve een zaterdag of zondag) waarop commerciële banken open zijn in de steden vermeld in de Bijzondere Bepalingen en, bij ontstentenis van dergelijke overeenkomst, de steden waarin de partijen hun organisatie, maatschappelijke zetel, hoofdkantoor of verblijfplaats hebben ondergebracht.
2. Clearing Status
(1) Bepaling van de Clearing Status. Overeenkomstig de vereisten in EMIR en Verordening nr. 149/2013 moet worden bepaald of de partijen moeten voldoen aan de verplichting waarvan sprake is in Artikel 4(1) of Artikel 10(1)(b) EMIR betreffende de clearing van bepaalde transacties via een Erkende CCP (“Clearing Verplichting”). De vraag of de Clearing Verplichting (“Clearing Status”) al dan niet geldt voor een partij, zal worden bepaald via een proces dat de partijen kiezen los van deze Bijlage of,
indien aldus door de partijen overeengekomen, via een verklaring door de partijen in de Bijzondere Bepalingen.
(2) Wijziging van Clearing Status. Wanneer de Clearing Status van een partij wijzigt, verbindt die partij zich ertoe de andere partij daarvan op de hoogte te brengen en zal zij, op verzoek van de andere partij, deze laatste aanvullende informatie verstrekken voor zover dit redelijkerwijze mogelijk is. De informatie moet worden verstrekt op het in de Bijzondere Bepalingen vermelde adres.
3. Rapportering van Transacties
(1) Rapportering. Tenzij anders overeengekomen, moet elke partij zonder duplicaat overeenkomstig Artikel 9 EMIR, Uitvoeringsverordening van de Commissie (EU) nr. 1247/2012 van 19 december 2012 (“Verordening nr. 247/2012”) en Gedelegeerde Verordening van de Commissie (EU) nr. 148/2013 van 19 december 2012 (“Verordening nr. 148/2013”), een gedetailleerde beschrijving van elke door haar gesloten Transactie en van elke wijziging of stopzetting van de Transactie rapporteren aan een Erkend Transactieregister of, bij ontstentenis van een dergelijk Erkend Transactieregister, aan de European Securities and Markets Authority (“ESMA”), uiterlijk de volgende Werkdag (“Rapporteringsverplichting”). Onder “Erkend Transactieregister wordt verstaan een transactieregister in de zin van Artikel 2(2) EMIR, dat is geregistreerd volgens Artikel 55 EMIR of erkend volgens Artikel 77 EMIR.
(2) Delegatie. Elke partij mag haar rapporteringsverplichting delegeren aan een derde partij.
(3) Bijhouden van Xxxxxxxx. De partijen stemmen ermee in om elke door hen aangegane Transactie en elke wijziging bij te houden gedurende minstens vijf jaar na het einde van de Transactie.
4. Tijdige bevestiging
Elke partij moet ervoor zorgen dat van iedere Transactie wordt bevestigd uiterlijk op het einde van de dag waarvan sprake is in artikel 12 van Verordening nr. 149/2013. Het falen in het bevestigen van de Transactie tegen het einde van die dag, houdt geen “Andere vormen van niet
naleving van de Overeenkomst“ in de zin van Afdeling 6(1)(a)(iii) van de Algemene Bepalingen in.
5. Portefeuille Reconciliatie
(1) Reconciliatie. Volgens het in paragraaf 2 vermelde tijdschema en in overeenstemming met de overeengekomen werkwijze waarvan sprake is in paragraaf 3, moeten de partijen zorgen voor het reconciliëren van alle gegevens (“Portefeuillegegevens”) die van belang zijn voor de waardering of vereffening van elke uitstaande Transactie. Voorbeelden van Portefeuillegegevens zijn het refertenummer, de verhandelingsdatum, de daadwerkelijke datum of aanvangsdatum, de einddatum, de vereffeningsdata, het notionele bedrag of de leverbare hoeveelheden, de dagtellingsbreuk, de Werkdag overeenkomst, de onderliggende tarieven (inbegrepen de rentetarieven of wisselkoeren, de kredietspreads, de prijzen, marktindicatoren of economische indicatoren, statistieken, weersomstandigheden, economische omstandigheden of een andere vorm van meting) alsook de onderliggende activa (inclusief munten, effecten, financiële instrumenten, grondstoffen, edele metalen, energie of andere activa). Tot de Portefeuillegegevens behoort ook de Waarde van de Transactie, indien een partij onder de toepassing van artikel 11(2) EMIR valt. Met “Waarde” wordt bedoeld, de waarde zoals bepaald door de partij op de Waarderingsdag via “marking-to-market” van de betrokken uitstaande Transactie of, wanneer dergelijke vorm van “marking-to-market” niet kan wegens de marktomstandigheden, via betrouwbare en voorzichtige “marking-to-model”. Met “Waarderingsdag” wordt bedoeld de dag die de partijen zijn overeengekomen in de Bijzondere Bepalingen en, bij onstentenis van een dergelijke overeenkomst, de Werkdag die onmiddellijk voorafgaat aan de Gegevens Voorlegdag .
(2) Frequentie. Tenzij de partijen kortere periodes overeenkomen of zulks is vereist volgens enigerlei wet die van toepassing is, moeten de partijen redelijke inspanningen leveren om de reconciliatie krachtens paragraaf 1 te verwezenlijken op de volgende dagen (elk een “Reconciliatiedag”):
(a) Indien de Clearing Verplichting geldt voor beide partijen en
(i) het aantal uitstaande Transacties tussen de partijen 500 of meer bedraagt: op elke Werkdag;
(ii) het aantal uitstaande Transacties tussen de partijen meer dan 50 en minder dan 500 bedraagt: eens per week op de dag zoals bepaald in de Bijzondere Bepalingen;
(iii) het aantal uitstaande Transacties tussen de partijen 50 of minder dan 50 bedraagt: eens per
kwartaal op de dag zoals bepaald in de Bijzondere Bepalingen.
(b) Indien de Clearing Verplichting niet geldt voor één partij en
(i) het aantal uitstaande Transacties tussen de partijen meer dan 100 bedraagt: eens per kwartaal op de dag zoals bepaald in de Bijzondere Bepalingen;
(ii) het aantal uitstaande Transacties tussen de partijen minder dan 100 bedraagt: eens per jaar op de dag zoals bepaald in de Bijzondere Bepalingen. Indien de aldus bepaalde dag geen Werkdag is, zal de Reconciliatiedag de volgende Werkdag zijn.
(3) Procedure. Op elke Gegevens Voorlegdag zal de Gegevensverstrekker de Portefeuillegevens niet later dan het Transfer Tijdstip aan de andere partij(en) verstrekken. Onder “Gegevens Voorlegdag” wordt begrepen de Werkdag onmiddellijk vóór de Reconciliatiedag. Met “Gegevensverstrekker” wordt bedoeld de partij, partijen of derde partij zoals overeengekomen door de partijen in de Bijzondere Bepalingen. Onder “Transfer Tijdstip ” wordt verstaan het tijdstip dat de partijen zijn overeengekomen in de Bijzondere Bepalingen, en, bij ontstentenis van dergelijke overeenkomst, het sluitingsuur van commerciële banken in de steden vermeld voor de doeleinden vermeld in Afdeling 1(3), en het vroegste sluitingsuur, wanneer meer dan één stad is vermeld. Het verstrekken van Portefeuillegegevens omvat elke vorm van kennisgeving of andere communicatie zoals overeengekomen door de partijen voor de doeleinden zoals aangegeven in Afdeling 8(1) van de Algemene Voorwaarden of de input van gegevens in een gegevensverwerkingssysteem waartoe de andere partij of partijen toegang hebben. De partij of partijen die Portefeuillegegevens krijgt (krijgen), moet(en) zorgen voor de reconciliatie tussen die gegevens en haar/hun eigen gegevens op de Reconciliatiedag.
(4) Verschillen. Elke partij die een Verschil opmerkt tussen de gegevens die ze heeft gekregen, en haar eigen gegevens, moet de andere partij onmiddellijk daarvan op de hoogte brengen en aangeven om welke Portefeuillegegevens het gaat. Bij ontvangst van een dergelijke kennisgeving of in aansluiting daarop, zullen de partijen te goeder trouw overleg plegen over een oplossing voor dat Verschil, inclusief via een uitwisseling van enigerlei relevante informatie, uiterlijk binnen vijf Werkdagen na die kennisgeving. Onder “Verschil” wordt verstaan (i) met betrekking tot de Waarde van een Transactie, iedere afwijking die groter is dan de Materialiteit Drempel die de partijen zijn overeengekomen in de Bijzondere Bepalingen of, bij ontstentenis van een dergelijke overeenkomst, iedere afwijking die de kennisgevende partij zelf
beschouwt als een aanzienlijke afwijking, en (ii) wat andere Portefeuillegegevens betreft, iedere afwijking.
(5) Vertrouwelijkheid. Elke partij zorgt ervoor dat de Portefeuillegegevens als vertrouwelijke informatie worden verwerkt en bewaard, alsook enigerlei andere informatie die werd verstrekt tijdens het overleg over een Verschil, en dat ze niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan die welke volgens de Overeenkomst zijn toegestaan.
(6) Betrokkenheid van Derde Partijen. Elke partij mag de reconciliatie, inclusief de oplossing voor een Verschil, geheel of gedeeltelijk delegeren aan een derde partij. De andere partij mag zich verzetten tegen de betrokkenheid van de derde partij, als het overmaken van Portefeuillegegevens aan, of de reconciliatie van Verschillen door die derde partij overdreven duur of omslachtig uitvalt of er reden bestaat om te besluiten dat de derde partij of de door haar gebruikte systemen ontoereikend of niet voldoende betrouwbaar zijn. Wanneer een partij de reconciliatie geheel of gedeeltelijk overdraagt aan een derde partij, dan zal die derde partij het recht hebben om de Portefeuillegegevens te ontvangen en te verwerken alsook alle overige informatie die nodig is voor de reconciliatie of de oplossing voor een Verschil, op voorwaarde dat de derde partij zich ertoe verbindt om de betrokken gegevens als vertrouwelijke informatie te verwerken en te bewaren.
6. Beslechting van geschillen
(1) Escalatie. Wanneer een partij besluit dat voor een Verschil geen oplossing is gevonden in overeenstemming met Afdeling 5(4) binnen een termijn van vijf Werkdagen, dan moet het de andere partij daarvan op de hoogte brengen. Bij die kennisgeving zal het Verschil als een geschil worden beschouwd. Elke partij moet een dergelijk geschil onmiddellijk doorverwijzen naar een specifiek daarvoor bestemde interne escalatieprocedure.
(2) Margebehoud. Elk geschil met betrekking tot de verplichting voor de partijen om cash geld of
effecten over te maken bij wijze van marge in bepaalde omstandigheden, zal worden behandeld en beslecht uitsluitend volgens de bepalingen van de toepasselijke Bijlage over Margebehoud zoals gepubliceerd door de FBE, of volgens enigerlei andere afzonderlijk vastgelegde regels.
7. Comprimeren van de Portefeuille
De partijen komen overeen om op geregelde tijdstippen en minstens tweemaal per jaar na te gaan of het nodig is om een oefening aan te gaan tot het comprimeren van de portefeuille overeenkomstig artikel 14 van Verordening nr. 149/2013. De werkwijze voor het comprimeren van de portefeuille zal nader worden bepaald in een afzonderlijke overeenkomst.
8. Akkoord met de Rapportering van Transacties
Het volgende is van toepassing wanneer een partij niet in de Europese Unie is gevestigd: hierbij gaan de partijen akkoord met de informatieverstrekking in de mate die nodig is om aan de Rapporteringsverplichting te voldoen. Die informatieverstrekking impliceert de openbaarmaking van transactiegegevens, inclusief de Portefeuillegegevens van een Transactie, het getransfereerde onderpand voor die transactie, en de identiteit van de partijen. De openbaarmaking gebeurt bij een Erkend Transactieregister, of bij ontstentenis van een dergelijk Erkend Transactieregister, bij ESMA, of in geval de partijen de Rapporteringsverplichting hebben overgedragen aan een derde partij, in overeenstemming met Afdeling 3(b), bij die derde partij. Het Erkende Transactieregister of ESMA mag die informatie ter beschikking stellen van nationale toezichthouders; het kan daarbij ook gaan om toezichthouders in derde landen waar de wetgeving niet noodzakelijk voorziet in een vergelijkbare bescherming van persoonlijke gegevens. Voor zover dit toepasselijk is, ontslaan de partijen elkaar van enigerlei vereiste inzake bankgeheim in de mate zoals aangegeven hierboven.