STATUTENWIJZIGING STICHTING
Dossiernummer: 2020.0410.01 Ref: KH - 170920.V2
STATUTENWIJZIGING STICHTING
Xxxxx, eenendertig december tweeduizend twintig, verschijnt voor mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht:
xxxxxxx xx. Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx-Xxxxxxxxxx, geboren te Heerlen op zeven maart negentienhonderdzesenzeventig, die inzake
deze akte haar adres heeft te 3581 CM Xxxxxxx, Xxxxxxxxx 0, en handelend als _
hierna vermeld.
De verschenen persoon verklaart:
- het bestuur van de stichting: Stichting Rutgers, statutair gevestigd te Utrecht, xxxxxxxxxxxxxxx xx 0000 XX Xxxxxxx, Xxxxxx xxx Xxxxxxxxxxxxxx 000, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41193594, heeft besloten tot wijziging van de statuten zoals hierna vermeld;
- het bestuur heeft voorts besloten de verschenen persoon aan te wijzen om _
deze akte te verlijden;
- van de gemelde besluiten van het bestuur blijkt uit een besluit buiten vergadering, dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
- van de vereiste goedkeuring door de Raad van Toezicht blijkt uit een document dat aan deze akte wordt gehecht (Bijlage).
De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaart voorts, ter uitvoering _
van het hiervoor genoemde besluit, de statuten van de stichting algeheel te wijzigen zodat deze - met ingang van de dag na heden - komen te luiden als volgt:
STATUTEN PRE-AMBULE
De stichting is opgericht bij akte verleden op acht juli negentienhonderd zevenentachtig onder de naam "Stichting WPF (World Population Foundation)". _
Bij akte van statutenwijziging verleden op dertig december tweeduizend tien
wordt de naam van de stichting gewijzigd in "Stichting Rutgers WPF". De naamswijziging vindt plaats in het kader van een juridische fusie met de statutair
te Utrecht gevestigde stichting: “Stichting Rutgers Nisso Groep” per eenendertig _
december tweeduizend tien.
Laatst gemelde stichting is opgericht bij akte verleden op twaalf januari negentienhonderd negenennegentig in het kader van een juridische fusie met de destijds statutair te Utrecht gevestigde stichting: "Rutgers Stichting" en het
destijds te Utrecht gevestigde: "Nederlands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek". De Rutgers Stichting, voornoemd, is de opvolger van de in het jaar _
negentienhonderd negenenzestig opgerichte stichting: Nederlandse Stichting
Consultatiebureaus voor Huwelijks- en Geslachtsleven.
Bij akte verleden op vier december tweeduizend veertien wordt de naam van de _
stichting gewijzigd van "Stichting Rutgers WPF" naar "Stichting Rutgers".
Bij akte van fusie verleden op eenendertig december tweeduizend twintig is de stichting een juridische fusie aangegaan met de destijds statutair te Amsterdam _
gevestigde stichting: “stichting dance4life” per één januari tweeduizend
eenentwintig. De stichting dance4life is opgericht op twintig oktober tweeduizend drie.
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1.
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
auditcommissie betekent de commissie als nader omschreven in artikel 13.
bestuur betekent het bestuur van de stichting, tenzij anders vermeld.
bestuurder betekent een lid van het bestuur van de stichting, tenzij anders _
vermeld.
Code betekent de laatst vastgestelde code voor goed bestuur van de stichting: Stichting Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 52655571.
dagen betekent alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen.
presidium betekent de commissie als nader omschreven in artikel 14.
raad van toezicht betekent de raad van toezicht van de stichting. Richtlijn FGBD betekent Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen zoals opgesteld door de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Goede Doelen Nederland, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40538714.
schriftelijk betekent een bericht dat is overgebracht bij brief, e-mail of enig _
ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is.
statuten betekent de statuten van de stichting.
stichting betekent de stichting waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten, te weten de stichting: Stichting Rutgers, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 41193594.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘zijn’ (anders dan als werkwoord) of ‘hem’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’.
NAAM EN ZETEL
Artikel 2.
1. De stichting draagt de naam: Stichting Rutgers.
2. De stichting is statutair gevestigd in de gemeente Utrecht.
GRONDSLAG EN DOEL
Artikel 3.
1. De stichting heeft als doel om in Nederland en wereldwijd, met name in de landen waar jongeren een verhoogd risico lopen, mensen en met name jongeren te ondersteunen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten of gendergelijkheid. Daarmee beoogt de stichting bij
te dragen aan wereldwijde ontwikkeling en armoedebestrijding.
2. De stichting doet dit onder meer door:
a. het ontwikkelen en implementeren van programma’s onder de naam
Rutgers of Dance4Life met en voor jongeren of andere doelgroepen;
b. het doen van onderzoek om inzicht te krijgen in de stand van zaken ter_
onderbouwing en bewijsvoering;
c. het ondersteunen van professionals in het onderwijs en in de zorg met _
informatie, voorlichtingsmateriaal, adviezen, trainingen en tools;
d. met pleitbezorging bij overheden en beleidsmakers seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in te bedden in wet- en regelgeving alsmede het toezien op de naleving hiervan;
e. het betrekken van en samenwerken met (inter)nationale organisaties, bedrijven, overheden en ambassadeurs,
en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de meest ruime zin van het woord.
3. De stichting is uitsluitend opgericht voor charitatieve, educatieve en wetenschappelijke doeleinden, waaronder begrepen het verstrekken van middelen aan organisaties als bedoeld in artikel 501 (c) (3) van de Internal Revenue Code zoals deze geldt in de Verenigde Staten van Amerika, dan wel een daarmee corresponderend artikel van enige in de toekomst geldende federale belastingwet (federal tax code) in de Verenigde Staten van Amerika.
4. Onverminderd het bepaalde in enig ander artikel van deze statuten, zal de stichting geen activiteiten ontplooien die niet zijn toegestaan voor:
a. een organisatie die is vrijgesteld van federal income tax krachtens artikel
501 (c) (3) van de Internal Revenue Code zoals deze geldt in de Verenigde Staten van Amerika, dan wel een daarmee corresponderend_
artikel van enige in de toekomst geldende federale belastingwet (federal
tax code) in de Verenigde Staten van Amerika; of
b. een organisatie waaraan bijdragen aftrekbaar zijn krachtens artikel 170 _
(c) (2) van de Internal Revenue Code zoals deze geldt in de Verenigde _ Staten van Amerika, dan wel een daarmee corresponderend artikel van_ enige in de toekomst geldende federale belastingwet (federal tax code) _
in de Verenigde Staten van Amerika.
5. Bij het bereiken van het doel neemt de stichting de kernwaarden zoals opgenomen in de Code in acht.
6. De stichting heeft geen winstoogmerk en beoogt werkzaam te zijn als algemeen nut beogende instelling in de zin van artikel 5b van de Algemene _
wet inzake rijksbelastingen.
VERMOGEN
Artikel 4.
1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door alle ontvangen bijdragen, subsidies, giften, legaten, erfstellingen, alsmede andere baten.
2. Erfstellingen mogen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. De methoden ter verkrijging van middelen voor het bereiken van de doelstelling moeten efficiënt, effectief en behoorlijk zijn.
4. Het vermogen van de stichting dient ter verwezenlijking van het doel van de stichting. Geen natuurlijk persoon noch een rechtspersoon kan over het vermogen van de stichting beschikken als ware het zijn eigen vermogen. De stichting houdt geen groter vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de continuïteit van de voorziene werkzaamheden ten behoeve van het bereiken van de doelstelling van de stichting.
5. Het bestuur draagt zorg voor het opstellen van een treasury-statuut. Hierin _
wordt in ieder geval vastgelegd:
a. op welke wijze met (het beheer van) de geldmiddelen van de stichting _
wordt omgegaan;
b. wat het beleggingsbeleid van de stichting is.
Daarbij worden tenminste de normen uit de laatst vastgestelde Richtlijn FBGD nageleefd.
6. De stichting is gehouden het vermogen alsmede de vruchten daarvan van
de destijds te Amsterdam gevestigde stichting: stichting dance4life op dezelfde wijze te besteden dan voor de fusie tussen stichting dance4life en _
de stichting het geval was.
Hetgeen in dit artikellid staat vermeld, kan slechts worden gewijzigd door een daartoe strekkende rechterlijke machtiging.
In artikel 2 van de statuten van stichting dance4life zoals deze luidden op de datum waarop de akte van fusie tussen beide stichtingen is verleden (eenendertig december tweeduizend twintig), stond het volgende vermeld: "Doel
Artikel 2
De stichting heeft ten doel:
a. wereldwijd, met name in die landen waar jongeren verhoogd risico lopen, jongeren te ondersteunen zodat zij zich kunnen beschermen tegen onveilige seks om zo het aantal hiv besmettingen, ongeplande zwangerschappen en seksuele geweld onder jongeren terug te dringen;
b. middels een social franchise constructie het 'dance4life youth engagement and personal leadershipmodel' met partners wereldwijd op te schalen
c. het betrekken van internationale organisaties, bedrijven en ambassadeurs in het ondersteunen van de internationale ontwikkeling _
van 'dance4life'."
BESTUUR
Artikel 5.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door de raad van toezicht vast _
te stellen aantal van ten minste één en ten hoogste drie natuurlijke personen Aan iedere bestuurder kan de titel "directeur-bestuurder" worden toegekend.
2. Bestuurders worden benoemd door de raad van toezicht, met dien verstande dat:
x. xx xxxx van toezicht bij afzonderlijk besluit - in overleg met het bestuur - in de vorm van een profielschets de kwaliteiten en/of hoedanigheden vaststelt waaraan een bestuurder moet voldoen;
b. een bestuurder:
i. geen familie van een andere bestuurder mag zijn, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en
aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
ii. geen relatie mag hebben met een andere bestuurder, waarbij onder relatie in dit verband moet worden verstaan: een huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonend dan wel op andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend;
c. een bestuurder niet tevens deel uit kan maken van de raad van toezicht;
x. xx xxxx van toezicht - alvorens een bestuurder wordt benoemd - diens _
integriteit, kwaliteit en geschiktheid voor de functie als bestuurder toetst;
x. xx xxxx van toezicht overleg pleegt met het bestuur over een voorgenomen benoeming van een bestuurder en niet overgaat tot benoeming alvorens het bestuur daarover advies heeft uitgebracht althans daartoe op behoorlijke wijze door de raad van toezicht in de gelegenheid is gesteld.
3. De vaststelling van het salaris en de regeling van de overige arbeidsvoorwaarden van een bestuurder, geschiedt door de raad van toezicht.
4. Het salaris en de overige arbeidsvoorwaarden van een bestuurder heeft
betrekking op de arbeidsrechtelijke relatie van de betreffende bestuurder met de stichting. Een bestuurder ontvangt in zijn hoedanigheid van statutair_
bestuurder van de stichting dan ook geen bezoldiging, middellijk, noch
onmiddellijk. Een redelijke vergoeding voor de door een bestuurder ten behoeve van de stichting gemaakte onkosten en door hem verrichte
werkzaamheden - een en ander met in achtneming van het bepaalde in de _
van toepassing zijnde wet- en regelgeving waaronder begrepen de laatst vastgestelde Richtlijn FBGD en de Code - zijn toegestaan.
5. De in lid 4 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de stichting zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
6. Een bestuurder wordt benoemd voor een periode als omschreven in de overeenkomst waarin diens arbeidsrelatie met de stichting is vastgelegd.
7. Iedere bestuurder wordt geacht opgave te doen van diens nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Iedere _
bestuurder dient melding te doen van zakelijke banden tussen de stichting
en een andere rechtspersoon of onderneming waarbij hij - direct dan wel indirect - persoonlijk is betrokken.
8. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door zijn vrijwillig aftreden (bedanken);
c. door zijn ontslag door de raad van toezicht;
d. voor zover van toepassing: door een bepaling vermeld in de overeenkomst waarin diens arbeidsrelatie met de stichting is vastgelegd;
e. door de aanvaarding van een benoeming tot lid van de raad van toezicht;
f. door zijn onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Wetboek van strafvordering;
g. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen.
9. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overige bestuurders met het bestuur belast.
Indien één of meer bestuurders ontbreken, vormen de overgebleven bestuurders of de overgebleven bestuurder een bevoegd bestuur.
De raad van toezicht is echter steeds verplicht zo spoedig mogelijk in de vacature(s) te voorzien.
Indien alle bestuurders ontbreken wordt de stichting tijdelijk bestuurd door een persoon die daartoe door de raad van toezicht steeds moet zijn aangewezen.
Er is sprake van ontstentenis als een vacature ontstaat door aftreden
of ontslag waarbij geen directe opvolger is benoemd of door overlijden van _
een bestuurder.
Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval verstaan de omstandigheid dat:
a. een bestuurder gedurende een periode van meer dan één maand onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken; of
b. een bestuurder is geschorst.
De raad van toezicht is echter steeds verplicht zo spoedig mogelijk in een vacature te voorzien.
10. De raad van toezicht kan een bestuurder schorsen. Een schorsing geldt ten_
hoogste twee maanden, tenzij de raad van toezicht voor de afloop van die periode heeft besloten de termijn eenmalig met ten hoogste twee maanden _
te verlengen. De geschorste bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld
zich tegenover de raad van toezicht te verantwoorden en zich daarbij door
een raadsman te laten bijstaan. Indien de raad van toezicht niet besluit de geschorste bestuurder te ontslaan dan wel indien de schorsingstermijn niet _
tijdig wordt verlengd, vervalt de schorsing.
11. Een bestuurder kan door de raad van toezicht worden ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens _
ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn
handhaving als bestuurder redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd.
BESTUUR: TAAK EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 6.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Bij de vervulling van diens taak richt een bestuurder zich naar het belang van de stichting en de _
aan de stichting verbonden organisatie.
2. Het bestuur kan als zodanig één of meer van zijn taken en/of bevoegdheden, mits duidelijk omschreven, aan anderen verlenen. Degene _
die aldus bevoegdheden uitoefent, handelt in naam van en onder
verantwoordelijkheid van het bestuur.
3. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen.
4. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5. Aan de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht zijn
onderworpen besluiten van het bestuur met betrekking tot:
a. het vaststellen van de jaarrekening en het bestuursverslag;
b. het vaststellen en wijzigen van het (meerjaren)beleidsplan;
c. het vaststellen van de begroting voor het komende boekjaar en
het daarmee verbonden beleidsplan en de voor dat plan beschikbaar te stellen middelen alsmede van substantiële afwijkingen daarvan;
d. het vaststellen van een financiële meerjarenraming;
e. het wijzigen van bankrelaties en vermogensbeheerder relaties van de stichting en het ter leen verstrekken van gelden alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het doen van opnamen ten laste van een aan de stichting verleend krediet dat door de raad van toezicht is goedgekeurd;
f. het doen van aanmerkelijke uitgaven of investeringen die niet of niet volledig in de begroting zijn opgenomen en een jaarlijks door de raad van toezicht te bepalen bedrag te boven gaan;
g. het aangaan van overeenkomsten waarbij aan de stichting een bankkrediet wordt verleend;
h. het verlenen van een volmacht of anderszins doorlopende algemene of beperkte vertegenwoordigingsbevoegdheid, alsmede het intrekken en _
wijzigen hiervan;
i. beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers van de stichting, tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;
j. een ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden casu quo voorwaarden van een aanmerkelijk aantal werknemers verbonden aan _
de stichting;
k. het aangaan of verbreken van een duurzame samenwerking indien die _
van strategische grote betekenis is voor de stichting;
l. het aangaan van een juridische fusie of splitsing;
m. het doen van een aanvraag tot faillissement van de stichting of surséance van betaling voor de stichting;
n. het wijzigen van de statuten;
o. ontbinding van de stichting en bestemming van het liquidatiesaldo;
p. het vaststellen of wijzigen van het huishoudelijk reglement;
q. het aangaan en beëindigen van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen alsmede tot het aangaan en beëindigen van meerjarige overeenkomsten tot huur, verhuur of pacht daarvan;
r. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of _
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt _
of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt;
s. de oprichting van een nieuwe rechtspersoon alsmede de vaststelling van de statuten van een nieuwe rechtspersoon;
t. het verkrijgen van aandelen in een rechtspersoon alsmede het vervreemden of bezwaren van die aandelen;
u. het vaststelling en/of wijziging van reglementen als bedoeld in artikel 15 lid 1;
v. het vaststellen van het treasury-statuut als omschreven in artikel 4 lid 5;
w. het vaststellen van de randvoorwaarden en waarborgen voor een adequate invloed van belanghebbenden, waaronder is begrepen het goedkeuren van de volgende onderdelen daarvan:
(i)
wie de belanghebbenden bij de stichting zijn;
(ii) de wijze waarop vorm wordt gegeven aan het overleg met de belanghebbenden over het voorgenomen beleid en de uitvoering daarvan door de stichting;
(iii) de aard en inhoud van de informatieverschaffing aan de belanghebbenden (vertegenwoordiging) over de gang van zaken en het gevoerde beleid van de stichting;
(iv) de betrokkenheid van de belanghebbenden (vertegenwoordiging) _
bij de beleidsvorming en de uitvoering van het beleid van de stichting.
6. De raad van toezicht is bevoegd ook andere besluiten dan die in lid 5 zijn
genoemd aan zijn goedkeuring te onderwerpen. Die besluiten dienen duidelijk te worden omschreven en vooraf schriftelijk aan het bestuur te zijn _
medegedeeld.
BESTUUR: BESLUITVORMING EN TEGENSTRIJDIG BELANG
Artikel 7.
1. Het bestuur vergadert ten minste drie keer per jaar.
2. Het bestuur besluit met gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, tenzij in de statuten anders staat vermeld. Een besluit kan slechts worden genomen indien alle bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Een bestuurder kan zich door een medebestuurder doen vertegenwoordigen. Iedere bestuurder kan één stem uitbrengen. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
3. Bestuursvergaderingen kunnen ook worden gehouden door middel van telefonische- of videoconferenties, of door middel van xxxx xxxxx
communicatiemiddel, mits elke deelnemende bestuurder door alle anderen _
gelijktijdig kan worden gehoord.
4. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met gewone _
meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering opgenomen.
5. Van het verhandelde in de vergadering worden notulen opgemaakt. Het bestuur kan besluiten dat in plaats van notulen een besluitenlijst wordt opgemaakt.
6. In het geval dat een bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting, dient hij dit te melden aan de overige bestuurders en aan de raad van toezicht en verschaft daarover alle relevante informatie.
7. De betreffende bestuurder dient zich van de beraadslagingen omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt.
8. In het geval dat alle bestuurders een direct of indirect persoonlijk belang hebben dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting is besluitvorming
door het bestuur wel mogelijk en dient het bestuur dit te melden aan de raad van toezicht. Een besluit van het bestuur tot het verrichten van een _
rechtshandeling waarbij sprake is van een tegenstrijdig belang als bedoeld
in lid 6 van dit artikel, is in alle gevallen onderworpen aan de goedkeuring van de raad van toezicht, een en ander met in achtneming van het bepaalde in artikel 20. Het ontbreken van zodanige goedkeuring tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet aan.
9. Het bestuur draagt zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de _ besluitvorming indien sprake is van een tegenstrijdig belang als bedoeld in
lid 6 van dit artikel.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 8.
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Daarnaast kan de stichting worden vertegenwoordigd door twee bestuurders tezamen handelend. _
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan derden, om de
stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. Het bestuur zal van het toekennen van doorlopende _ vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave doen bij het handelsregister van
de Kamer van Koophandel.
INFORMATIEVOORZIENING DOOR HET BESTUUR
Artikel 9. _
1. Het bestuur verschaft de raad van toezicht tijdig de voor de uitoefening van
diens taak noodzakelijke informatie en gegevens met name waar het gaat om informatie en gegevens die op welke wijze dan ook verband houden of kunnen houden met hetgeen in artikel 6 lid 5 van deze statuten staat vermeld.
2. Het bestuur rapporteert zo vaak de raad van toezicht daarom verzoekt aan de raad van toezicht over de stand van zaken met betrekking tot de ontwikkeling van de strategie en het beleid van de stichting alsmede over de
financiële gang van zaken binnen de stichting.
RAAD VAN TOEZICHT
Artikel 10.
1. De stichting heeft een raad van toezicht.
2. De raad van toezicht bestaat uit een door de raad van toezicht zelf te bepalen aantal van ten minste vijf en ten hoogste negen natuurlijke personen.
Een lid van de raad van toezicht mag:
a. geen familie van een ander lid van de raad van toezicht of van een bestuurder zijn, waarbij onder familie in dit verband moet worden verstaan: bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk;
b. geen relatie hebben met een bestuurder of een ander lid van de raad van toezicht, waarbij onder relatie in dit verband moet worden verstaan:
een huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonend dan wel op_
andere wijze een gezamenlijke huishouding voerend.
3. Bij de samenstelling van de raad van toezicht wordt gestreefd naar een
optimale invulling van de door de raad van toezicht vastgestelde profielen van de raad van toezicht als geheel en van de leden van de raad van toezicht afzonderlijk. Deze profielen worden door de raad van toezicht vastgesteld na overleg met het bestuur.
De raad van toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
4. De leden van de raad van toezicht worden benoemd door de raad van toezicht, met dien verstande dat vacatures binnen de raad van toezicht openbaar worden gemaakt en nieuwe leden van de raad van toezicht worden geworven via een transparante procedure en op basis van de profielen als bedoeld in lid 3 van dit artikel. _
5. Een lid van de raad van toezicht mag geen directe belangen hebben bij de
stichting en het is niet toegestaan dat een lid van de raad van toezicht dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad:
a. in een periode van twee jaar voorafgaande aan diens benoeming dan wel gedurende de periode van lidmaatschap van de raad van toezicht werknemer of bestuurder van de stichting is geweest;
b. een persoonlijke financiële vergoeding van de stichting ontvangt, anders dan een vergoeding die voor de als lid van de raad van toezicht verrichte werkzaamheden wordt ontvangen;
c. in de twee jaar voorafgaande aan de benoeming dan wel gedurende de periode van lidmaatschap van de raad van toezicht een belangrijke zakelijke relatie met de stichting heeft gehad; _
d. bestuurder is van een rechtspersoon waarin een bestuurder lid van het
toezichthoudend orgaan is;
e. gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur van de stichting bij belet of ontstentenis van een bestuurder;
f. een persoon is die op andere wijze een functie bekleedt of relaties heeft waardoor het onafhankelijk opereren in de functie van de stichting in gevaar komt.
6. De raad van toezicht verstrekt bij iedere vacature aan het bestuur de vastgestelde profielschets alsmede de naam, de leeftijd, het beroep en overige relevante informatie van degene die hij wenst te benoemen. De raad
van toezicht vermeldt daarbij de betrekkingen die het te benoemen lid bekleedt of heeft bekleed, voor zover die van belang zijn in verband met de _
vervulling van de taak van het lid van de raad van toezicht.
7. De raad van toezicht gaat niet eerder tot benoeming van een lid van de raad
van toezicht over dan nadat het bestuur over de voorgenomen benoeming advies heeft uitgebracht dan wel in de gelegenheid is geweest advies uit te _
brengen.
8. Een lid van de raad van toezicht wordt benoemd voor een periode van drie _
jaar en is terstond ten hoogste tweemaal herbenoembaar.
9. De voorzitter en de vicevoorzitter van de raad van toezicht worden als zodanig in functie benoemd.
10. Tijdens het bestaan van (een) vacature(s) geldt de raad van toezicht als voltallig, ook indien het aantal leden van de raad van toezicht beneden de
vijf is gedaald, met dien verstande dat de raad van toezicht is gehouden onverwijld in de vacature(s) te voorzien.
In geval van ontstentenis of belet van alle leden van de raad van toezicht of_
van het enige lid van de raad van toezicht wordt het toezicht tijdelijk uitgeoefend door een persoon die daartoe door de raad van toezicht steeds_
moet zijn aangewezen.
Onder belet wordt in deze statuten verstaan de omstandigheid dat
a. het lid van de raad van toezicht gedurende een periode van meer dan één maand onbereikbaar is door ziekte of andere oorzaken; of
b. het lid van de raad van toezicht is geschorst.
11. Het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt:
a. door overlijden;
b. door aftreden (bedanken);
c. door het verlies door een lid van de raad van toezicht van het vrije beheer over diens vermogen;
d. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd;
e. door het verlies van de hoedanigheid op grond waarvan hij is benoemd;
f. indien en zodra sprake is van en situatie als omschreven in lid 5 van dit artikel;
g. door ontslag door de overige leden van de raad van toezicht;
h. door diens benoeming als bestuurder;
i. door zijn onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Wetboek van strafvordering.
12. De raad van toezicht kan een lid van de raad van toezicht ontslaan wegens _
verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens _
ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als lid redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd.
13. De raad van toezicht kan een lid van de raad van toezicht schorsen; de schorsing vervalt van rechtswege indien de raad van toezicht niet binnen een maand na de schorsing overgaat tot ontslag op een van de gronden als in lid 12 van dit artikel is genoemd.
14. De leden van de raad van toezicht ontvangen geen bezoldiging, noch middellijk noch onmiddellijk. De leden van de raad van toezicht kunnen recht hebben op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid) gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig
vacatiegeld ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de stichting, _
een en ander met in achtneming van het bepaalde in de van toepassing zijnde wet- en regelgeving waaronder begrepen de laatst vastgestelde Richtlijn FBGD en de Code.
15. De in lid 14 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de stichting zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
RAAD VAN TOEZICHT: TAAK EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 11.
1. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het _
bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting alsmede het aanwijzen van de accountant als bedoeld in artikel 16 lid 4. De raad van toezicht staat het bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richten de leden van de raad van toezicht zich naar het belang van de
stichting en de aan de stichting verbonden organisatie.
2. De leden van de raad van toezicht zijn voorts bevoegd - na voorafgaand overleg met het bestuur - inzage te nemen in de boeken, bescheiden en correspondentie van de stichting.
3. De raad van toezicht legt zijn werkzaamheden en al hetgeen zijn functioneren betreft, bij afzonderlijk reglement vast.
4. Een lid van de raad van toezicht wordt geacht opgave te doen van diens hoofd- en nevenfuncties, waaronder bestuursfuncties, commissariaten en adviseurschappen. Hij dient melding te doen van zakelijke banden tussen de stichting en een andere rechtspersoon of onderneming waarbij hij - direct dan wel indirect - persoonlijk is betrokken.
RAAD VAN TOEZICHT: BESLUITVORMING
Artikel 12.
1. Vergaderingen van de raad van toezicht worden gehouden zo dikwijls de
voorzitter van de raad van toezicht, ten minste twee van de overige leden van de raad van toezicht of het bestuur zulks wensen, doch ten minste drie _
maal per jaar.
2. De bijeenroeping van een vergadering geschiedt door de voorzitter van de raad van toezicht, dan wel namens deze door een door hem aan te wijzen persoon, en wel schriftelijk onder opgaaf van de te behandelen onderwerpen, op een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend.
Indien de bijeenroeping niet schriftelijk is geschied, of onderwerpen aan de _
orde komen die niet bij de oproeping werden vermeld, dan wel de
bijeenroeping is geschied op een termijn korter dan zeven dagen, is besluitvorming niettemin mogelijk, mits ter vergadering alle in functie zijnde _
leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de raad van toezicht besluiten van de wijze van oproeping en/of de termijn van oproeping af te wijken.
3. De vergaderingen van de raad van toezicht worden geleid door de voorzitter van de raad van toezicht. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de vergaderingen van de raad van toezicht geleid door de vicevoorzitter. Indien
_ ook de vicevoorzitter afwezig is, voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
4. Van de leden van de raad van toezicht wordt verwacht dat zij waar mogelijk_
besluiten op basis van consensus. Indien er geen consensus kan worden bereikt ten aanzien van een voorstel, wordt het betreffende voorstel in
stemming gebracht. In de vergaderingen van de raad van toezicht kunnen slechts besluiten worden genomen indien meer dan de helft van het aantal _
leden van de raad van toezicht ter vergadering in persoon aanwezig dan wel
vertegenwoordigd is. Een lid van de raad van toezicht kan zich door een medelid doen vertegenwoordigen. Een gevolmachtigde kan als zodanig voor één ander lid van de raad van toezicht optreden.
5. Ieder lid van de raad van toezicht kan één stem uitbrengen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen is _
het voorstel verworpen. Leden van de raad van toezicht stemmen zonder
last en ruggespraak.
6. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, met _
gewone meerderheid van stemmen en uitsluitend voor zover geen van de leden van de raad van toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het besluit wordt in het verslag van de eerstvolgende vergadering van de raad van toezicht opgenomen.
7. In het geval dat een lid van de raad van toezicht een direct of indirect _ persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting
dient hij dit te melden aan de overige leden van de raad van toezicht.
8. Een lid van de raad van toezicht dient zich van de beraadslaging en _ besluitvorming omtrent de aangelegenheid waarbij het tegenstrijdig belang
speelt te onthouden, hij heeft ter zake geen stemrecht en evenmin telt hij
mee voor een mogelijk quorum dat bij de besluitvorming geldt. _ Indien alle leden van de raad van toezicht een tegenstrijdig belang hebben
met de stichting, kan de raad van toezicht niettemin besluiten nemen, mits _ onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten
grondslag liggen.
9. De raad van toezicht draagt te allen tijde zorg voor een zorgvuldige verslaglegging van de besluitvorming indien sprake is van een tegenstrijdig _
belang als bedoeld in lid 7 van dit artikel.
10. De vergaderingen van de raad van toezicht worden bijgewoond door het bestuur, tenzij de raad van toezicht met opgaaf van redenen de wens te kennen geeft zonder het bestuur te willen vergaderen. Het bestuur heeft in de vergadering van de raad van toezicht geen stemrecht maar slechts een adviserende stem.
11. Van het verhandelde in de vergaderingen van de raad van toezicht worden _
notulen opgesteld door een door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. In plaats van notulen kan een besluitenlijst worden opgesteld.
AUDITCOMMISSIE
Artikel 13.
1. De stichting kent een auditcommissie als vaste commissie van de raad van _
toezicht. De leden van de auditcommissie worden benoemd door de raad van toezicht. De auditcommissie bestaat in meerderheid uit leden van de raad van toezicht.
2. De auditcommissie is - onder verantwoordelijkheid van de raad van toezicht - onder meer belast met het toezicht op de financiële gang van zaken binnen _
de stichting in het algemeen en voorts met de toetsing van de werking van
de interne administratieve organisatie controle, in het bijzonder de betalingsorganisatie.
3. De samenstelling en werkwijze van de auditcommissie alsmede overige relevante zaken worden nader vastgelegd bij een daartoe door de raad van _
toezicht vast te stellen en te wijzigen reglement.
PRESIDIUM
Artikel 14.
1. De stichting kent een presidium als vaste commissie van de raad van toezicht. De leden van het presidium worden benoemd door de raad van toezicht. Het presidium bestaat uit drie leden waaronder de voorzitter en vicevoorzitter van de raad van toezicht.
2. Het presidium is - onder verantwoordelijkheid van de raad van toezicht -
onder meer belast met de volgende taken:
a. het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden van het bestuur;
b. indien en zodra er binnen het bestuur een vacature bestaat, (doen) zorg dragen voor de werving en selectie van een nieuwe bestuurder;
c. uitvoering geven aan een periodieke beoordeling van het bestuur als geheel en de respectieve bestuurders afzonderlijk;
d. het optreden als mediator in geval sprake is van (een) conflict(en) tussen een bestuurder ten opzichte van het voltallige management team;
e. het voorbereiden van de profielen en selectie voor de benoeming van de leden van de raad van toezicht.
3. De werkwijze van het presidium alsmede overige relevante zaken worden nader vastgelegd bij een daartoe door de raad van toezicht vast te stellen en te wijzigen reglement.
REGLEMENTEN
Artikel 15.
1. Het bestuur is bevoegd één of meer reglementen vast te stellen, waarin die _
onderwerpen worden geregeld, waarvan nadere regeling wenselijk wordt geacht.
2. In afwijking van hetgeen in lid 1 van dit artikel staat vermeld, is de raad van _
toezicht bevoegd tot het vaststellen en wijzigen van:
a. het bestuursreglement;
b. het reglement raad van toezicht;
c. het reglement auditcommissie;
d. het reglement presidium.
Het vaststellen, wijzigen of opheffen van het bestuursreglement, het reglement raad van toezicht, het reglement auditcommissie alsmede het reglement presidium, geschiedt in overleg met het bestuur.
3. Voor het vaststellen, opheffen en/of wijzigen van een reglement - anders dan de reglementen als bedoeld in lid 2 van dit artikel is de voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht vereist.
4. Een reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN. BELEIDSPLAN
Artikel 16.
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van _
alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie _
te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend en waarbij ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar zijn naar bron en bestemming.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten met bijbehorende toelichting van de stichting te maken en op papier te stellen. Deze stukken worden in beginsel opgesteld conform richtlijn 650 van de Raad voor de Jaarverslaglegging voor fondsenwervende instellingen.
Daarnaast is het bestuur binnen diezelfde termijn verplicht een verslag van _ de doelrealisatie, de verrichtingen en gang van zaken zoals vastgelegd in het voor het betreffende jaar geldende beleidsplan op te maken.
4. Het bestuur laat - alvorens tot vaststelling van de hiervoor in lid 3 eerste
volzin van dit artikel bedoelde stukken over te gaan - deze onderzoeken door een door de raad van toezicht aan te wijzen accountant als bedoeld in _
artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek. Deze brengt alsdan omtrent zijn
onderzoek verslag uit aan het bestuur en de auditcommissie.
5. De balans en de staat van baten en lasten, met bijbehorende toelichting, wordt ten blijke van de vaststelling door alle bestuurders en de leden van de raad van toezicht ondertekend; ontbreekt de ondertekening van één of meer bestuurders of die van één of meer leden van de raad van toezicht, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Vaststelling geschiedt eerst na voorafgaande goedkeuring van de raad van toezicht.
6. Het bestuur stelt voor het einde van het boekjaar een jaarplan met een bijbehorende begroting en een (meerjaren)beleidsplan vast.
7. Het beleidsplan is in overeenstemming met de statutaire doelstelling en geeft onder meer inzicht in de door de stichting te verrichten
werkzaamheden, de wijze van verwerving van fondsen, het beheer van het _
vermogen en de besteding daarvan. Het beleidsplan beschrijft voorts het toekenningsbeleid en criteria voor de toewijzing van financiële bijdragen en _
andere vormen van ondersteuning door de stichting.
8. Het bestuur is belast met de uitvoering en de realisatie van de in het beleidsplan opgenomen programma's en activiteiten. Het bestuur stelt het beleidsplan zo nodig bij.
9. Het bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te_
bewaren.
STATUTENWIJZIGING, FUSIE EN SPLITSING
Artikel 17.
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen en tot fusie en splitsing te _
besluiten.
2. Het voorstel tot juridische fusie of splitsing op basis waarvan tot fusie respectievelijk splitsing wordt besloten, dient erin te voorzien dat de statuten van de verkrijgende rechtspersoon zoals zij na de juridische fusie of - splitsing zullen luiden, bepalen dat het vermogen dat de verkrijgende
rechtspersoon als gevolg van de bedoelde fusie respectievelijk splitsing zal _
verkrijgen alsmede de vruchten daarvan, slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de fusie respectievelijk splitsing het geval was.
3. Een besluit als omschreven in lid 1 van dit artikel kan slechts worden genomen na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de raad van toezicht.
4. De statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
ONTBINDING
Artikel 18.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in lid 3 van het_ vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
3. De stichting blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. _
De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaar geen baten
meer bekend zijn.
4. Het bestuur is de vereffenaar van het vermogen van de stichting. _
5. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt toegekend aan_
een door het bestuur te bepalen rechtspersoon in de zin van artikel 5b van
de Algemene wet inzake rijksbelastingen en welke rechtspersoon een _ soortgelijke doelstelling als stichting kent of aan een buitenlandse instelling _ die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een
soortgelijke doelstelling heeft, bij voorkeur - voorzover dit is toegestaan in de
Algemene wet inzake rijksbelastingen - aan een of meer doelen van vrijstelling in de zin van artikel 501 (c) (3) van de Internal Revenu Code (van
de Verenigde Staten van Amerika) dan wel een daarmee corresponderend _
artikel van enige in de toekomst naar het recht van de Verenigde Staten van Amerika geldende federale belastingwet (federal tax code) of zullen worden_
verdeeld aan de federale regering of de regering van een Amerikaanse staat
of plaats voor publieke doelen.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de _ ontbonden stichting gedurende zeven jaar onder berusting van de door het
bestuur aangewezen (rechts)persoon.
SLOTBEPALING
Artikel 19.
Aan het bestuur komen alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
OVERGANGSBEPALING
Artikel 20. _
Zodra het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen wet is geworden (op
één juli tweeduizend eenentwintig), luidt de inhoud van artikel 7 lid 8 als volgt: _
8. Indien alle bestuurders een tegenstrijdig belang hebben als bedoeld in lid 6
van dit artikel, wordt het besluit genomen door de raad van toezicht.
SLOTVERKLARING
Tenslotte verklaart de verschenen persoon, handelend als vermeld, dat met _ ingang van de dag na ondertekening van deze akte de raad van toezicht van de
stichting wordt gevormd door:
- xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx xx Xxxxxxxx-Xxxxxxxx, geboren op acht maart _ negentienhonderdvierenzestig, en wel in de functie van voorzitter, met dien _ verstande dat zij uiterlijk aftreedt op één oktober tweeduizend eenentwintig
en alsdan tweemaal herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxx Xxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx-xxx Xxxxxx, geboren op dertien juni negentienhonderdvijftig, met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op één juli tweeduizend tweeëntwintig en alsdan niet herbenoembaar is;
-
de xxxxxxx Xxxxx Xxxx Xxxxxxx Xxxxxx, geboren op één oktober _
negentienhonderddrieënzeventig, met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt
op negentien mei tweeduizend drieëntwintig en alsdan eenmaal herbenoembaar is;
- de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxx xxx Xxxxx, geboren op zestien juli negentienhonderdnegenenzestig, met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op één januari tweeduizend vierentwintig en alsdan eenmaal herbenoembaar is;
- de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx, geboren op acht september negentienhonderdeenennegentig, met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt op achttien februari tweeduizend tweeëntwintig en alsdan eenmaal herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, geboren op vierentwintig december negentienhonderddrieënnegentig, met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op vijfentwintig mei tweeduizend eenentwintig en alsdan tweemaal herbenoembaar is;
- de xxxx Xxxxx Xxxxxxx xxx xxx Xxxxx, geboren op eenendertig maart negentienhonderdvijfenzeventig, met dien verstande dat hij uiterlijk aftreedt _
op één oktober tweeduizend eenentwintig en alsdan tweemaal
herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxx-xxx Xx, geboren op dertig juni negentienhonderdtweeënzeventig, met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op tweeëntwintig april tweeduizend tweeëntwintig en alsdan niet herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxx, geboren op negentien maart negentienhonderddrieënzestig, met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op vijfentwintig mei tweeduizend eenentwintig en alsdan tweemaal herbenoembaar is;
- xxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx, geboren op vierentwintig maart negentienhonderdzeventig, met dien verstande dat zij uiterlijk aftreedt op één oktober tweeduizend eenentwintig en alsdan tweemaal herbenoembaar is.
In afwijking van artikel 10 lid 2 van de statuten kan de raad van toezicht in de periode tot en met een eenendertig december tweeduizend eenentwintig uit maximaal tien leden bestaan.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend. Verder heb ik, notaris, de zakelijke inhoud van de akte meegedeeld aan de verschenen persoon en daarop een toelichting gegeven, inclusief de uit de inhoud van de akte voortvloeiende gevolgen. De verschenen persoon verklaart van de inhoud van de akte te
hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen. Tevens verklaart de verschenen persoon uitdrukkelijk in te stemmen met de beperkte voorlezing van _ de akte. Dadelijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon _
en door mij, notaris, ondertekend. De akte is verleden te Utrecht op de datum
aan het begin van deze akte vermeld. Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
door mij, xx. Xxxxx Xxxx Xxxxxx-Xxxxxx, notaris te Utrecht op 31 december 2020