HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
Huishoudelijk reglement van het Chemotechnisch Studentengenootschap ALEMBIC
Zoals voorgesteld op de Algemene Ledenvergadering van 04 maart 2015
HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN
5
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
1. De vereniging: De vereniging Chemotechnisch Studentengenootschap Alembic
2. De statuten: De statuten, als vervat in de akte van oprichting van de vereniging met
10 inachtneming van nadien ingetreden wijzigingen of vervangingen van deze statuten
3. Het reglement: Het huishoudelijk reglement, zoals bedoeld in artikel 20 van de statuten
4. De algemene ledenvergadering:
De algemene ledenvergadering, zoals bedoeld in artikel 14 van de statuten
15 5. Jaarvergadering: De algemene ledenvergadering, zoals bedoeld in artikel 14, lid 2a van de
statuten
6. Het bestuur: Het orgaan bedoeld in artikel 9 van de statuten
7. Bestuursvoorzitter: De voorzitter van het bestuur
8. De kascommissie: Het orgaan bedoeld in artikel 13 lid 4 van de statuten
20 9. Studiereis: Een bezoek of uitwisseling waarbij de deelnemers minimaal 6 nachten in
het buitenland verblijven en een latere werksituatie wordt bezocht.
10. Excursie: Een bezoek of uitwisseling waarbij een mogelijk toekomstige werkgever wordt bezocht, anders dan een studiereis
11. Het buitenlandfonds:
25
De financiële voorziening op de balans van de vereniging voor het opvangen van onvoorziene tekorten, of kosten in een noodsituatie van studiereizen
12. De universiteit: De Universiteit Twente
13. De faculteit: De faculteit Technische Natuurwetenschappen van de universiteit
14. Stembureau: Persoon/personen die verantwoordelijk zijn voor het ordelijk laten verlopen
30 van een schriftelijke stemming, zoals bedoeld in artikel 16 lid 5 van de statuten
15. Hij: Hij/zij
16. Zijn: Zijn/haar
35 Artikel 2 Doel
De vereniging tracht haar doel te bereiken door:
▪ Het doen houden van bijeenkomsten en vergaderingen
▪ Het doen houden van voordrachten
▪ Het regelmatig plegen van overleg met, het kritisch begeleiden van en het stimuleren van de daarvoor
40 in aanmerking komende organen van de universiteit, en die van de faculteit in het bijzonder.
▪ Het organiseren van en medewerking verlenen aan excursies
▪ Het doen uitgeven van geschriften
▪ Het onderhouden van contacten met andere verenigingen die eenzelfde doel nastreven als de vereniging
45 ▪ Het ten behoeve van de leden verkopen van studiemateriaal
▪ Het gebruik maken van alle wettige middelen die de vereniging ten dienste staan
HOOFDSTUK 2 LIDMAATSCHAP
50 Artikel 3 Aanmelding
1. Aanmelding voor het lidmaatschap dient te geschieden bij het bestuur.
2. De studie die bedoeld wordt in de statuten, artikel 4, lid 2b, is de masteropleiding Nanotechnology.
3. Het bestuur dient zowel de gehonoreerde als de afgewezen verzoeken tot gewoon en
55 buitengewoon lidmaatschap, zoals bedoeld in de statuten, artikel 4, lid 2c respectievelijk lid 3b, op de eerstvolgende algemene ledenvergadering bekend te maken. Het bestuur dient elk besluit te voorzien van een motivatie voor honorering dan wel afwijzing.
Artikel 4 Rechten der leden
60 1. De rechten van de gewone leden zijn:
a. Deelname aan alle door de vereniging georganiseerde activiteiten, voor zover dit tot de reële mogelijkheden behoort en in overeenstemming is met de statuten en het reglement;
b. Ontvangst van verenigingspublicaties tot maximaal een jaar na verschijnen;
c. Kandidaat te staan voor een functie binnen de vereniging;
65 d. Kandidaten voor een functie binnen de vereniging voor te dragen;
e. Stemrecht op de algemene ledenvergaderingen;
f. Uitroepen van een algemene ledenvergadering met inachtneming van het in de statuten bepaalde;
g. Voorleggen van voorstellen ter beoordeling van de algemene ledenvergadering;
70 h. Spreekrecht op de algemene ledenvergaderingen;
i. Inzage in eindafrekeningen van verenigingsactiviteiten.
2. Buitengewone leden hebben dezelfde rechten als gewone leden, behoudens het bepaalde in lid 1, sub e en f.
3. De rechten van de alumnileden zijn:
75 a. Deelname aan alle door de vereniging georganiseerde activiteiten die het bestuur heeft opengesteld voor alumnileden, voor zover dit tot de reële mogelijkheden behoort en in overeenstemming is met de statuten en het reglement.
b. Het bepaalde in lid 1, sub g, h en i.
4. Ereleden hebben gelijke rechten als gewone leden.
80 5. Leden van verdienste hebben gelijke rechten als gewone leden.
85
90
95
100
105
110
Artikel 5 Plichten der leden
1. De plichten van gewone leden zijn:
a. De goede naam van de vereniging te bewaren.
b. Het voldoen van de jaarlijkse bijdrage.
Gewone leden, die na 1 augustus van het lopende verenigingsjaar lid zijn geworden en de bijdrage voor het lopende verenigingsjaar hebben betaald, zijn vrijgesteld van de jaarlijkse bijdrage in het daaropvolgende verenigingsjaar.
c. Het machtigen van de vereniging voor het automatisch overschrijven van de jaarlijkse bijdrage van zijn bank- of girorekening. Hiertoe dient hij het formulier ten behoeve van een automatische incasso in te vullen en te ondertekenen middels een handtekening. Uitsluitend door een schriftelijk bericht aan het bestuur kan een lid verzoeken om van de bovenstaande regeling af te wijken. Binnen twee maanden na ontvangst van de factuur dient het verschuldigde bedrag dan gestort of contant betaald te zijn.
d. Het melden van zijn adres bij het bestuur.
e. Het onderschrijven van de bepalingen in de statuten en het reglement, evenals de besluiten van de vereniging.
2. Buitengewone leden hebben gelijke plichten als gewone leden.
3. Alumnileden hebben gelijke plichten als gewone leden, behoudens het in lid 1, sub c bepaalde.
4. Ereleden hebben gelijke plichten als gewone leden, behoudens het in lid 1, sub b en c bepaalde.
5. Leden van verdienste hebben gelijke plichten als gewone leden, behoudens het in lid 1, sub b en c bepaalde.
Artikel 6 Schuldvereffening
1. Schulden ontstaan door het niet uitvoeren van de plichten genoemd in artikel 5, lid 1 sub b en indien van toepassing sub c dienen binnen twee maanden na het ontstaan van de schuld betaald te zijn. Schulden dienen ten alle tijde te zijn betaald alvorens van de in artikel 4 lid 1 sub a tot en met sub e genoemde rechten gebruik kan worden gemaakt, tenzij het bestuur anders beslist.
2. Schulden van de vereniging aan alle leden dienen binnen twee maanden na het ontstaan van de schuld betaald te worden.
3. Voor het bestuur geldt:
a. Het zittende bestuur kan niet gewisseld worden indien één der bestuursleden in de boekhouding van de vereniging als debiteur vermeld staat voor een bedrag groter dan EUR 50,-
115 | b. Geen der bestuursleden mag gedurende het lopende bestuursjaar in de boekhouding | |
vermeld staan als debiteur met een bedrag hoger dan EUR 100,-. | ||
c. Het is bestuursleden niet toegestaan de pinpas van de verenigingsrekening te gebruiken voor | ||
persoonlijke doeleinden. | ||
120 | d. Het is niet toegestaan contante opnamen te doen uit de verenigingskas om zo het crediteursaldo van een bestuurslid ten aanzien van de vereniging te verlagen, dit kan door de | |
penningmeester via de bank worden gedaan. Bestuursschuld is bedoeld om te voorzien in | ||
gevallen van onvoorziene uitgaven voor bestuursleden in relatie tot werken bij/met Alembic. | ||
Boekingen hiertoe behoren te gebeuren zoals gebruikelijk voor alle overige boekingen binnen | ||
125 | de vereniging. De maximale cumulatieve bestuursschuld dient in acht te worden genomen. | |
Artikel 7 | Schorsing | |
1. | Leden die zich niet aan de bepalingen van de statuten en de reglementen houden, of zij die door | |
hun gedrag, woorden of handelen daartoe aanleiding geven, kunnen door het bestuur voor een | ||
130 | 2. | door het bestuur te bepalen periode, maximaal een jaar, geschorst worden. Een besluit tot schorsing dient aan het betreffende lid per aangetekend schrijven, met redenen |
omkleed kenbaar gemaakt te worden. | ||
3. | Beroep tegen de schorsing is mogelijk op de eerstvolgende algemene ledenvergadering. | |
Hangende het beroep is het geschorst. Indien het besluit tot schorsing niet gevolgd wordt door | ||
135 | besluit tot ontslag, eindigt de schorsing bij afloop van de door het bestuur gestelde termijn. | |
HOOFDSTUK | 3 BESTUUR EN COMMISSIES |
140
145
150
155
160
165
Artikel 8 Bestuur
1. De bestuursvoorzitter heeft een coördinerende taak binnen de vereniging
2. De secretaris draagt zorg voor:
a. De formele schriftelijke communicatie binnen en buiten de vereniging;
b. Het archief;
c. De notulen van de algemene ledenvergadering en de bestuursvergadering;
d. Het secretarieel jaarverslag.
3. De penningmeester draagt zorg voor:
a. De inkomsten en uitgaven van de vereniging;
b. Een financieel jaarverslag aan de algemene ledenvergaderingen over zijn bestuursperiode;
c. Een begroting voor het komende verenigingsjaar.
4. De penningmeester is verplicht een daartoe door de algemene ledenvergadering aangestelde kascommissie behulpzaam te zijn bij de controle van de financiële administratie.
5. Het bestuur draagt zorg voor de ledenadministratie.
6. Het bestuur heeft het recht door haar aangestelde commissies te ontbinden.
Artikel 9 Bestuursvergaderingen
1. De bestuursvoorzitter of een door hem daartoe aangewezen ander bestuurslid zit de vergadering voor.
2. Bestuursvergaderingen zijn open voor bestuursleden en door het bestuur genodigde personen.
Artikel 10 Commissies
1. Een door het bestuur aangestelde commissie is verantwoording schuldig aan het bestuur en dient zorg te dragen voor een door het bestuur correct bevonden financiële afhandeling van haar activiteiten, totdat het bestuur deze commissie heeft ontbonden.
2. Leden van een commissie dienen lid te zijn van de vereniging, tenzij het bestuur anders besluit.
Artikel 11 Geldmiddelen
De begroting van de penningmeester is taakstellend. Voor overschrijding van een begroot bedrag met meer dan 20 % met een minimum van EUR 200,- is vooraf de goedkeuring van de algemene ledenvergadering vereist.
170
175
180
185
190
195
200
205
210
215
220
225
HOOFDSTUK 4 ALGEMENE LEDENVERGADERING EN ADVIESORGANEN
Artikel 12 Bijeenroeping en vergaderorde
1. De oproep voor de eerste algemene ledenvergadering van het verenigingsjaar vermeldt een voorstel voor de agenda, en bevat tevens een financieel verslag, een secretarieel verslag en een begroting voor het komende verenigingsjaar. Het secretarieel verslag en financieel verslag lopen over een zo groot mogelijk deel van het afgelopen verenigingsjaar.
2. De oproep voor de algemene ledenvergadering zal voor de leden, die op de laatst gehouden algemene ledenvergadering aanwezig of met kennisgeving afwezig waren, de verkorte notulen van de laatst gehouden algemene ledenvergadering bevatten en deze zal per brief gedaan worden. Overige leden kunnen bij de secretaris de notulen en eventuele andere stukken ophalen.
3. Tijdens de algemene ledenvergadering leggen de bestuursfunctionarissen verantwoording af over hun bestuursperiode.
4. De algemene ledenvergadering kan, op voorstel van het bestuur, beslissen een lid het woord te ontnemen of uit de vergadering te verwijderen, indien een ordelijk verloop van de vergadering in gevaar komt.
Artikel 13 Kiesrecht en stemming
1. Bij schriftelijke stemming dient de voorzitter van de vergadering een stembureau in het leven te roepen.
2. Een schriftelijke stem is ongeldig wanneer zij:
a. een onduidelijk geschreven tekst bevat;
b. ondertekend is;
c. een keuze uitspreekt voor meer of andere zaken of personen dan er verkiesbaar zijn gesteld;
d. blanco is.
3. De uitslag van een schriftelijke stemming wordt door het bestuur tijdens de vergadering bekend gemaakt.
Artikel 14 Vaststelling agenda en verslaglegging
1. Aan het begin van de algemene ledenvergadering stelt het bestuur in overleg met de aanwezige stemgerechtigde leden de agenda vast.
a. Van de algemene ledenvergadering worden notulen gemaakt.
b. Notulen bevatten tenminste de volgende onderdelen: een overzicht van aanwezige, afgemelde en gemachtigde leden en de besluiten die bij elk agendapunt zijn genomen.
c. In toevoeging op sub a dient er van de ALV een digitaal geluidsbestand gearchiveerd te worden waarin de agendapunten en genomen besluiten eenvoudig terug te vinden zijn.
d. Het digitale geluidsbestand dient uiterlijk vier weken na de sluiting van de vergadering aan de leden van de vereniging ter beschikking gesteld te worden.
2. Tijdens de algemene ledenvergadering dienen de notulen van de laatst gehouden algemene ledenvergadering ter goedkeuring te worden voorgelegd. Bij afkeuring van de notulen dienen deze staande de vergadering naar tevredenheid van de algemene ledenvergadering gecorrigeerd te worden.
Artikel 15 Adviesorganen
1. Door de algemene ledenvergadering aangestelde commissies zijn verantwoording verschuldigd aan de algemene ledenvergadering.
Raad van Advies
2. De Raad van Advies geeft advies aan het bestuur en de algemene ledenvergadering. De leden van de Raad van Advies worden op voordracht van de Raad van Advies door de algemene ledenvergadering aangesteld.
3. Het lidmaatschap van de Raad van Advies eindigt:
a. Door bedanken;
b. Door ontslag door de algemene ledenvergadering.
4. De Raad van Advies vergadert minimaal 1 maal per jaar met het bestuur.
230
235
240
245
Buitenlandreis Advies Commissie
5. De Buitenlandreis Advies Commissie geeft advies aan het bestuur, de buitenlandreiscommissie en de algemene ledenvergadering betreffende studiereizen en de continuïteit ervan.
6. De Buitenlandreis Advies Commissie bestaat uit minstens vier leden die ervaring hebben met studiereizen (bij voorkeur oud Buitenlandreiscommissieleden), en een (niet stemgerechtigd)contactpersoon bestuur die de vergadering voorzit.
De leden van de Buitenlandreis Advies Commissie worden op voordracht van de Buitenlandreis Advies Commissie door de algemene ledenvergadering aangesteld.
7. Het lidmaatschap van de Buitenlandreis Advies Commissie eindigt:
a. Door bedanken;
b. Door ontslag door de algemene ledenvergadering.
Kascommissie
8. De kascommissie controleert minimaal twee keer per verenigingsjaar de financiële administratie.
Artikel 16 Afstudeersteun
1. Het totaal aantal door de Universiteit toegekende activismebeurzen aan bestuurders van de vereniging, wordt op de jaarvergadering ter informatie gepresenteerd.
2. Het totaal aantal door de Universiteit toegekende extra en incidentele activismebeurzen aan leden van de vereniging, wordt eveneens op de jaarvergadering ter informatie gepresenteerd.
3. Indien de in lid 2 bedoelde algemene ledenvergadering niet plaatsvindt, vervalt lid 2.
HOOFDSTUK 5 EXCURSIES EN STUDIEREIZEN
250
255
260
265
270
275
280
Artikel 17 Algemene bepalingen
1. Aanmelding voor een excursie of studiereis geschiedt via de daartoe bestemde intekenlijst, per e- mail aan het bestuur of via de website van de studievereniging.
2. Deelnemers aan een studiereis of excursie dienen de vastgestelde financiële bijdrage te voldoen. Indien een studiereis of excursie om welke reden dan ook niet doorgaat, hebben de deelnemers recht op restitutie van de al door hen betaalde bijdrage in de kosten.
3. De organisatie van de desbetreffende studiereis of excursie kan de deelnemers verplichtingen en voorwaarden opleggen, voor zover dit noodzakelijk geacht wordt voor de kwaliteit van een studiereis of excursie en dit niet in strijd is met het in dit artikel bepaalde.
Artikel 18 Excursies
1. Inschrijving voor een excursie verplicht tot deelname. In geval van overinschrijving vindt loting plaats.
2. De deelnemersbijdragen voor excursies worden op de jaarvergadering vastgesteld.
3. De door de deelnemers aan de excursies gemaakte reiskosten worden door de vereniging vergoed op basis van een tweede klas treintarief voor een retour Enschede tot de plaats van bestemming, tenzij het bestuur anders beslist.
4. Afmelding dient uiterlijk zeven dagen voor de excursie schriftelijk of mondeling bij een bestuurslid op de bestuurskamer van de vereniging te geschieden. Afmelden binnen zeven dagen verplicht de inschrijver tot het betalen van de deelnemersbijdrage, tenzij een vervanger kan worden aangewezen door een bestuurslid.
5. Geplaatsten op de eventuele reservelijst worden bij terugtrekking, van een deelnemer of indien er extra plaatsen voor een excursie ontstaan, automatisch deelnemer. Men heeft in dit geval het recht het deelnemerschap te weigeren.
Artikel 19 Studiereizen
1. In geval van overinschrijving vindt loting plaats. Er wordt alleen geloot tussen inschrijvers die nog nimmer aan een studiereis hebben deelgenomen. Mochten er plaatsen over zijn, dan wordt er geloot tussen de overige inschrijvers, zijnde diegenen, die al eens aan een studiereis hebben deelgenomen. Alle belanghebbenden hebben het recht om de loting bij te wonen.
2. Voor elke studiereis dient het bestuur er zorg voor te dragen dat er voor elke deelnemer en elk commissielid een contract opgesteld wordt.
285
290
295
300
305
a. Voor deelnemers geldt dat elk contract ondertekent dient te worden door vier verschillende personen, te weten: de deelnemer, een lid van de buitenlandreiscommissie en twee bestuursleden. Het bestuur ziet toe op naleving van dit contract.
b. Voor buitenlandreiscommissieleden geldt dat elk contract ondertekent dient te worden door drie verschillende personen, te weten: het buitenlandreiscommissielid en twee bestuursleden.
Het bestuur ziet toe op naleving van dit contract.
3. Afmelding voor de studiereis kan geschieden tot het moment van ondertekening van het contract, tenzij in het contract anders staat vermeld. Bij afmelding krijgt de hoogstgeplaatste op de eventuele reservelijst de mogelijkheid tot ondertekening van het contract.
4. In het contract als bedoeld in lid 2 moeten tenminste opgenomen worden:
a. de eisen waaraan een deelnemer of commissielid moet voldoen;
b. de rechten en plichten van de deelnemers;
c. de streefbijdrage van een deelnemer of commissielid.
d. de datum waarop besloten wordt omtrent het doorgaan studiereis aan de hand van de op dat moment bestaande financiële situatie;
e. een omschrijving van het pakket waarvoor de organisatie van de desbetreffende studiereis zowel organisatorisch als financieel zorg draagt. Dit pakket dient minimaal te bevatten:
i. de heenreis naar en de terugreis vanuit het te bezoeken land dan wel de te bezoeken landen;
ii. het noodzakelijke vervoer ter plaatse;
iii. het primaire levensonderhoud;
iv. de bezoeken aan bedrijven en/of instellingen
v. een redelijke reis- en ongevallenverzekering.
vi. Tevens mag het contract niet in tegenspraak zijn met het in dit reglement bepaalde.
310
315
320
325
330
335
Artikel 20 Afrekening en verantwoording studiereizen
1. Van elke studiereis dient binnen zes maanden na afloop van de reis een definitieve afrekening gereed te zijn.
2. Indien bij het vaststellen van de definitieve deelnemersbijdrage van een studiereis een tekort blijkt te bestaan, dient de organisatie van de reis zich daarvoor bij het bestuur te verantwoorden. Het ontstane tekort wordt, indien geen opzet of grove nalatigheid van de organisatiecommissie is gebleken, opgevangen door de deelnemersbijdrage te verhogen naar maximaal 110% van de voor de reis vastgestelde streefbijdrage. De rest van het tekort, dat aan Alembic wordt toegewezen, wordt betaald uit het buitenlandfonds. Indien het saldo van het buitenlandfonds niet toereikend blijkt, zal de eerder genoemde rest van het tekort ten laste van de vereniging komen.
3. Voor studiereizen geldt: indien bij het vaststellen van de definitieve deelnemersbijdrage van een studiereis een overschot blijkt te bestaan, wordt de deelnemersbijdrage verlaagd naar minimaal 80% van de voor de reis vastgestelde streefbijdrage. De rest van het overschot, dat aan Alembic wordt toegewezen, komt geheel ten goede aan het buitenlandfonds zoals beschreven in lid 6.
4. Het buitenlandfonds berust bij de penningmeester van de vereniging. Het buitenlandfonds moet in de vorm van liquide middelen aanwezig zijn gedurende de periode van 2 maanden voor de vertrekdatum tot 2 maanden na de terugkomstdatum van de studiereis. Gedurende de overige maanden moet er minimaal EUR 5.000,- van het buitenlandfonds aanwezig zijn in de vorm van liquide middelen.
5. Overschrijding van lid 4 wordt gedoogd, tot het minimum van EUR 5.000,-, in de periode van 2 maanden voor de begindatum tot 6 maanden na de einddatum van een verenigingslustrum.
6. Indien het saldo van het buitenlandfonds hoger is dan EUR 7.500,- kunnen overschotten ten gunste komen van, door de vereniging georganiseerde, (buitenlandse) activiteiten dan wel middelen ter bevordering van studiereizen. Indien het saldo van het buitenlandfonds hoger is dan EUR 15.000,- moeten overschotten ten gunste komen van, door de vereniging georganiseerde, (buitenlandse) activiteiten dan wel middelen ter bevordering van studiereizen.
HOOFDSTUK 6 WIJZIGINGEN EN SLOTBEPALINGEN
340
345
Artikel 21 Wijziging reglement
1. Een voorstel tot wijziging van dit reglement wordt aangenomen bij meerderheid van stemmen op de algemene ledenvergadering.
2. De wijzigingen dienen aan de leden bekend gemaakt te worden.
3. Indien vervolgens binnen vier weken minimaal tien leden bezwaren aantekenen, worden de wijzigingen niet doorgevoerd, maar worden ze wederom behandeld op de eerstvolgende algemene ledenvergadering. Na deze vergadering is over het betreffende punt geen bezwaar meer mogelijk.
4. Het bestuur is verplicht het met het in werking treden van een wijziging van dit reglement ongeldig geworden reglement tien jaar lang te bewaren.
Artikel 22 Slotbepalingen
In alle gevallen, waarin niet door de statuten of het reglement wordt voorzien, beslist het bestuur.