BESTUURSREGLEMENT TEVENS MANAGEMENTSTATUUT STICHTING VOORTGEZET ONDERWIJS GEMERT E.O.
BESTUURSREGLEMENT TEVENS MANAGEMENTSTATUUT STICHTING VOORTGEZET ONDERWIJS GEMERT E.O.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. stichting Stichting Voortgezet Onderwijs Gemert en omstreken
b. statuten de statuten van de stichting
c. Code Goed Code Goed Onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs Onderwijsbestuur
d. raad de raad van toezicht van de stichting
e. bestuur de algemeen directeur-bestuurder en daarmee het bevoegd gezag van de stichting
f. managementteam de algemeen directeur-bestuurder en de locatiedirecteuren vormen samen het managementteam
Artikel 2 Bestuursreglement tevens managementstatuut
a. Het ‘bestuursreglement tevens managementstatuut’ is een reglement als bedoeld in artikel 32c van de wet op het voortgezet onderwijs.
b. Het ‘bestuursreglement tevens managementstatuut’ is van toepassing op het bestuur, het managementteam en op iedere individuele locatiedirecteur.
c. In geval van tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van het ‘bestuursreglement tevens managementstatuut’ enerzijds en de wet, statuten of het reglement van de raad prevaleren laatstgenoemden in volgorde als hiervoor vermeld.
Artikel 3 Taken en bevoegdheden
a. De taken en bevoegdheden van de algemeen directeur-bestuurder zijn vastgelegd in de statuten en de functiebeschrijving algemeen directeur-bestuurder.
b. De taken en bevoegdheden van de locatiedirecteuren zijn vastgelegd in de functiebeschrijving locatiedirecteur.
c. De portefeuilles die door de algemeen directeur-bestuurder zijn gedelegeerd aan de locatiedirecteuren staan beschreven in het document ‘portefeuilles bestuur en directie’ en worden jaarlijks, aan het begin van het schooljaar, opnieuw vastgesteld.
d. De locatiedirecteur is bevoegd tot de toepassing van de arbeidsvoorwaarden die bij of krachtens de wet en de cao VO zijn vastgesteld.
e. De locatiedirecteur is bevoegd tot de voordracht voor de benoeming en het ontslag van personeelsleden van desbetreffende locatie binnen de door het bestuur vastgestelde kaders.
f. De locatiedirecteur is bevoegd tot het doen van voorstellen aan het bestuur tot het opleggen van gedwongen ontslag en een ordemaatregel of disciplinaire maatregel ten aanzien van het personeel op desbetreffende locatie.
g. De locatiedirecteur is bevoegd tot het in naam van het bestuur tekenen van getuigschriften, diploma’s en andere verklaringen, bewijsstukken inzake de studie van leerlingen.
h. De onderstaande mandaten worden door een locatiedirecteur uitgevoerd:
- Vaststellen en tijdig uitreiken van het Examenreglement.
- Binnen de kaders van het Examenreglement vaststellen en tijdig uitreiken van het PTA per schoolsoort conform het Eindexamenbesluit.
- Zorgen dat voldoende onderwijstijd wordt gepland en wordt gerealiseerd als bedoeld in artikel 6g lid 6 van de wet.
- Overeenkomstig wettelijke voorschriften vaststellen van de lessentabel.
- Overeenkomstig inrichtingsbesluit WVO beleid uitvoeren m.b.t. de toelating van leerlingen.
- Overeenkomstig inrichtingsbesluit WVO beleid vaststellen en uitvoeren mb.t.. de schorsing en verwijdering van leerlingen.
- Verplichting tot overleg en aangifte inzake zedenmisdrijven als bedoeld in artikel 3 van de wet op het voortgezet onderwijs.
- Verlenen van ontheffingen van het onderwijsprogramma in de eerste twee leerjaren als bedoeld in artikel 11d van de wet op het voortgezet onderwijs.
- Het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, nadat hierover op overeenstemming gericht overleg is gevoerd met de ouders als bedoeld in artikel 26 van de wet op het voortgezet onderwijs.
- Het controleren op langdurige afwezigheid van leerlingen en het rapporteren daarover overeenkomst artikel 27a van de wet op het voortgezet onderwijs.
- Het in overeenstemming met artikel 28 van de wet op het voortgezet onderwijs melden in verband met voortijdig schoolverlaten van niet-leerplichtige leerlingen.
Artikel 4 Regeling toedeling, bestemming en aanwending van de bekostiging
a. De algemeen directeur-bestuurder zorgt voor een financieel gezonde huishouding en de kwaliteit en de uitvoering van de planning- en control cyclus inclusief het kansen- en risicomanagement.
b. De algemeen directeur-bestuurder stelt de locatiedirecteuren in de gelegenheid om advies uit te brengen over:
- De vaststelling van de (meerjaren)begroting.
- De vaststelling van het jaarverslag.
- De criteria die de algemeen directeur-bestuurder toepast bij de verdeling van de totale lumpsum tussen de centrale voorzieningen op bovenschools niveau en de voorzieningen op locatieniveau.
c. Voor het aangaan van (financiële) verplichtingen en het doen van bestedingen en
investeringen vanaf € 100.000,-, die niet zijn voorzien in de goedgekeurde begroting heeft de algemeen directeur-bestuurder de goedkeuring van de raad nodig.
d. De locatiedirecteuren zijn bevoegd uitgaven te doen met inachtneming van de vastgestelde begroting voor de locatie tot een maximum van € 15.000,-.
Artikel 5 Vergaderwijze en besluitvorming
a. De algemeen-directeur-bestuurder en locatiedirecteuren vormen samen het managementteam en komen regelmatig in vergadering bij elkaar.
b. De algemeen directeur-bestuurder treedt op als voorzitter van de vergadering en is tevens belast met de voorbereiding en uitvoering daarvan.
c. In de vergadering worden strategische, tactische en operationele zaken besproken en alle zaken die onder meerdere beleidsterreinen vallen en mogelijke consequenties voor de locaties of de school als geheel hebben. Tijdens de vergadering informeren en raadplegen de deelnemers elkaar, vindt afstemming plaats en leveren de deelnemers een bijdrage aan de meningsvorming.
d. De besluitvorming door het managementteam wordt veelal, afhankelijk van het onderwerp, door een staffunctionaris en/of een van de deelnemers voorbereid.
e. Besluitvorming over beleid vindt plaats op basis van consensus. Indien een situatie ontstaat waarin het niet mogelijk blijkt om op basis van consensus tot besluitvorming te komen, dan neem de algemeen directeur-bestuurder een besluit.
f. Verslaglegging van de vergaderingen van het managementteam vindt plaats onder verantwoording van de algemeen directeur-bestuurder door middel van een verslag op onderwerp en een besluitenlijst.
g. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld door het managementteam.
h. De genomen besluiten worden gepubliceerd op intranet.
Artikel 6 Transparantie en verantwoording
a. Aan de hand van een mandaatcontract evalueren de algemeen directeur-bestuurder en locatiedirecteuren hun eigen functioneren, worden conclusies en afspraken vastgelegd en vindt verantwoording plaats.
b. De algemeen directeur-bestuurder legt verantwoording af aan de raad door middel van een voortgangsrapportage die voor elke vergadering van de raad van toezicht wordt aangereikt.
c. De algemeen directeur-bestuurder publiceert jaarlijks, binnen zes maanden na afronding van het kalenderjaar, een jaarverslag.
d. Door naleving van de Code Goed Onderwijsbestuur VO wordt een transparante bestuurscultuur gegarandeerd.
Artikel 7 Vaststelling en werkingsduur
a. Dit reglement, alsmede elke wijziging daarin, wordt vastgesteld door de algemeen directeur- bestuurder na advisering door de medezeggenschapsraad en goedkeuring van de raad van toezicht.
b. Dit reglement heeft een werkingsduur van onbepaalde tijd.
Artikel 8 Slotbepaling
In alle gevallen, waarin zowel de wet als de statuten als dit reglement niet voorzien, beslist de algemeen directeur-bestuurder.
Bijlage(n):
- Portefeuilles algemeen directeur-bestuurder en locatiedirecteuren