VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. KOMPAS UIT KORTRIJK
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de v.z.w. Kompas uit Kortrijk, die de revalidatievoorziening met dezelfde benaming beheert, verder in deze overeenkomst aangeduid als “de revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorziening.
Hoofdstuk I.VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor instaat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en de eigen bijdrage voor de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst sluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectieve bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofdstuk II. AARD EN DOELSTELLINGEN VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 0.Xx revalidatievoorziening Kompas uit Kortrijk bestaat uit drie afdelingen: een afdeling crisiscentrum, een afdeling die voorziet in een kortdurend therapeutisch programma (verder in de overeenkomst afdeling
«De Kier» genaamd) en een afdeling dagcentrum.
Het crisiscentrum en de afdeling «De Kier» bieden beiden een revalidatieformule in internaatsverband aan. Het dagcentrum biedt een revalidatieformule in externaatsverband aan. Iedere afdeling heeft haar eigen doelstellingen en revalidatieprogramma. Om die reden functioneren de afdelingen op therapeutisch vlak zo veel mogelijk gescheiden, wat minimum inhoudt dat iedere afdeling over eigen lokalen beschikt en dat tussen de zorggebruikers van de verschillende afdelingen een strikte scheiding gehandhaafd wordt. Iedere afdeling beschikt tevens over een eigen therapeutisch personeelskader (zie bijlagen II-A en II-B bij de overeenkomst). Sommige personeelsleden kunnen echter in meerdere afdelingen tewerkgesteld worden. Om organisatorische redenen zijn daarnaast ook overplaatsingen van personeelsleden van de ene naar de andere afdeling toegelaten, zonder dat dit evenwel een wijziging van de voor iedere afdeling vooropgestelde personeelsomkadering mag voor gevolg hebben.
Naast de revalidatie-activiteiten die onder deze overeenkomst vallen, mag de v.z.w. Kompas andere activiteiten ontwikkelen, op voorwaarde dat er een strikt onderscheid wordt gemaakt tussen de activiteiten die tot de overeenkomst behoren en die welke niet in de overeenkomst zijn opgenomen, inzonderheid met betrekking tot het personeel en de bezetting van de lokalen.
Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken voor het geheel van de door de V.Z.W. Kompas ontwikkelde activiteiten centraal uitgeoefend worden.
Artikel 3. §1. De afdeling crisiscentrum wil aan verslaafden die in een crisissituatie verkeren, de mogelijkheid bieden om, indien zij dat wensen, de dag zelf dat zij zich aanmelden in het centrum of ten laatste de dag daarna, in het centrum te worden opgenomen, ten einde in enkele weken tijd de crisissituatie te stabiliseren, indien mogelijk de verslaafden fysiek te ontwennen en ze te oriënteren naar en te motiveren voor een verdere, aangepaste therapeutische behandeling (om de onderliggende oorzaken van de drugverslaving weg te werken en de verslaafde weer in te schakelen in de maatschappij en in het beroepsleven). Voor de verdere behandeling kunnen zorggebruikers van de afdeling crisiscentrum doorverwezen worden, hetzij naar andere hulpverleningsinrichtingen, hetzij naar de afdeling «De Kier» of naar de afdeling dagcentrum van de revalidatievoorziening.
Van de zorggebruikers wordt, voorafgaand aan de opname in het crisiscentrum, weinig motivatie voor verandering van hun levenswijze verwacht. Om voor een opname in deze afdeling in aanmerking te komen, moet de crisissituatie waarin de zorggebruiker verkeert, echter dermate ernstig zijn dat ze ambulant niet afdoende kan opgevangen worden.
De revalidatievoorziening zal ervoor waken dat zorggebruikers die op deze afdeling een beroep doen, maar die niet onmiddellijk zouden kunnen worden opgenomen, terecht kunnen bij andere voorzieningen, eventueel slechts voorlopig; de revalidatievoorziening kan in dit verband met andere voorzieningen samenwerkingscontracten afsluiten.
§2. De afdeling «De Kier» biedt aan verslaafden die fysiek ontwend zijn en voor wie een langdurig residentieel revalidatieprogramma van ongeveer één jaar niet aangewezen is, onder meer omdat ze door een relatief korte verslavingsgeschiedenis nog niet volledig gemarginaliseerd zijn, een relatief kortdurende therapeutische behandeling van vier à vijf maanden aan. Het revalidatieprogramma, waarvan het gemeenschapsleven één van de pijlers vormt, heeft tot doel de onderliggende oorzaken van de drugverslaving weg te werken en de verslaafde op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij te integreren.
§3. De afdeling dagcentrum beoogt aan verslaafden een laagdrempelige mogelijkheid tot ambulante behandeling aan te bieden. Teneinde voldoende laagdrempelig te zijn voor de beoogde doelgroep, zal de revalidatievoorziening zoveel mogelijk uitgaan van de concrete onmiddellijke behoeften van de zorggebruikers zelf, evenwel zonder de totale context van hun problematiek uit het oog te verliezen en op het gepaste ogenblik te berde te brengen.
Om het laagdrempelig karakter van deze afdeling te waarborgen, moet zij voldoende uren per week toegankelijk zijn en daarbij rekening houden met de specifieke behoeften en levenswijzen van de beoogde populatie, ook als dat betekent dat de revalidatievoorziening 's avonds en tijdens zon- en feestdagen moet werken.
De revalidatie in het dagcentrum heeft tot doel de toestand van deze rechthebbenden op medisch, psychisch en sociaal vlak te verbeteren en een verandering van hun levenswijze te bewerkstelligen, teneinde op termijn deze rechthebbenden te ontwennen en weer in te schakelen in de maatschappij en in het beroepsleven. Om dit doel te realiseren, kan de afdeling dagcentrum, op ambulante en gestructureerde wijze, de rechthebbenden alle noodzakelijke medische, psychische en sociale hulp bieden, of de rechthebbenden motiveren voor een doorverwijzing naar andere, meer gepaste hulpverleningsinrichtingen. De revalidatievoorziening zal daartoe de volgende diensten aan de zorggebruikers aanbieden :
• individuele begeleiding op medisch, psychisch en sociaal vlak, in het kader van een gestructureerd revalidatieprogramma; indien aangewezen, kan de revalidatievoorziening een zorggebruiker ook buiten de revalidatievoorziening begeleiden;
• gezinsbegeleiding;
• revalidatie-activiteiten in groepsverband;
• onthaal van nieuwe zorggebruikers en van zorggebruikers voor wie geen gestructureerd revalidatieprogramma meer lopende is, met mogelijkheid van een eerste opvang op medisch, psychisch en sociaal vlak; toediening van vervangingsmedicatie (op medisch voorschrift) aan zorggebruikers van de revalidatievoorziening in het kader van een gestructureerd revalidatieprogramma; de toediening van vervangingsmedicatie dient te gebeuren onder de verantwoordelijkheid van een openbare officina en met inachtneming van alle wettelijke en reglementaire bepalingen terzake.
Van de afdeling dagcentrum wordt, net als van de andere afdelingen van de revalidatievoorziening, verwacht dat ze aan haar zorggebruikers een volledig medisch psycho-sociaal revalidatieprogramma aanbiedt dat tegemoet komt aan de noden zoals de zorggebruiker die zelf ervaart. Om die reden en vanuit de overweging dat een gelijktijdige begeleiding van eenzelfde zorggebruiker door twee verschillende revalidatiecentra voor verslaafden therapeutisch niet opportuun is, kunnen zorggebruikers die door de afdeling dagcentrum gevolgd worden, in dezelfde periode normaliter geen beroep doen op een ander ambulant revalidatiecentrum voor verslaafden dat met het Verzekeringscomité een overeenkomst heeft gesloten.
De revalidatievoorziening zal zich permanent inspannen teneinde na te gaan of haar zorggebruikers in een zelfde periode niet door verschillende ambulante revalidatiecentra voor verslaafden worden gevolgd. Indien blijkt dat bepaalde zorggebruikers met meerdere ambulante revalidatiecentra voor verslaafden contact hebben, dan zal de revalidatievoorziening deze zorggebruikers wijzen op de inopportuniteit van een gelijktijdige begeleiding door twee verschillende revalidatiecentra en met de zorggebruiker en de andere betrokken revalidatiecentra, vanuit een fundamenteel respect voor de vrijheid van de zorggebruiker om zelf zijn zorgverleners te kiezen en deze keuze gelijk wanneer te wijzigen, afspraken maken met betrekking tot het revalidatiecentrum dat voor de begeleiding van de zorggebruiker zal instaan.
De afdeling dagcentrum beschikt naast zijn hoofdzetel te Kortrijk ook over plaatselijke antennes op diverse plaatsen in de regio Zuid-West-Vlaanderen, zoals is beschreven in het therapeutisch project dat als bijlage I bij deze overeenkomst gaat, inclusief een plaatselijke antenne in Torhout, die nog niet beschreven wordt in bijlage
I. De hoofdzetel en de plaatselijke antennes worden in het kader van deze overeenkomst als één geheel beschouwd. De bepalingen van deze overeenkomst zijn dus zowel op de hoofdzetel als op de plaatselijke antennes van toepassing. De term "dagcentrum" heeft in deze overeenkomst steeds betrekking op én de hoofdzetel én de plaatselijke antennes.
§4. De verschillende afdelingen van de revalidatievoorziening werken multidisciplinair. Voor de afdeling dagcentrum houdt dit onder meer in dat in principe teamleden van verschillende disciplines bij de behandeling van een zorggebruiker moeten tussenkomen en dat de zorggebruikers zo nodig gemotiveerd worden voor de tussenkomsten van andere teamleden dan het teamlid waar ze contact meehebben.
Het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening brengt ook met zich mee dat er in stafvergaderingen gezamenlijk kan overlegd worden over de behandeling van zorggebruikers. De verschillende teamleden dienen tegenover de zorggebruikers, indien nodig, dan ook de draagwijdte van hun beroepsgeheim toe te lichten, rekening houdend met de gezamenlijke zorggebruikersbesprekingen in de stafvergaderingen.
Artikel 4. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, leeftijd, geslacht, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en individuele vrijheid.
Artikel 5. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de zorggebruikers integreren in een netwerk van allerlei bestaande voorzieningen en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere zorggebruiker steeds te verwijzen naar die vorm van hulpverlening die het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening zal zich inspannen om (met respect voor het medisch geheim) gegevens uit te wisselen tussen al de zorgverleners die te maken hebben met eenzelfde zorggebruiker.
Ook zal de revalidatievoorziening er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde zorggebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot die zorggebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie.
De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de druggebruikers te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de zorggebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§2. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle geneesheren, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten enz. die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van hogergenoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
Hoofdstuk III. RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 6.Onder rechthebbenden als bedoeld in deze overeenkomst dient te worden verstaan de rechthebbenden die illegale drugs gebruiken en die in de revalidatievoorziening worden gerevalideerd. Het gaat hier om zorggebruikers die lijden aan stoornissen veroorzaakt door het gebruik van psycho-actieve middelen zoals die in de «Diagnostic and Statistica! Manual of Mental Disorders» (DSM- IV) zijn beschreven onder de codenummers 304.00, 304.10, 304.20, 304.30, 304.40, 304.50, 304.60 en 304.90.
Op het ogenblik van de opname in het crisiscentrum van de revalidatievoorziening, moet de zorggebruiker zich, ten gevolge van het gebruik van psycho-actieve middelen, op medisch, psychologisch of sociaal vlak in
een crisissituatie bevinden die een opname verantwoordt.
Op het ogenblik van de opname in de afdeling «De Kier» moet de zorggebruiker fysiek ontwend zijn.
Voor een revalidatie in de afdeling dagcentrum van de revalidatievoorziening komen alleen verslaafden in aanmerking voor wie, omwille van een problematiek op meerdere vlakken (medisch, psychisch of sociaal) een multidisciplinaire behandeling aangewezen is. Zodra een multidisciplinaire behandeling niet meer nodig is, behoort een zorggebruiker niet meer tot de doelgroep van de revalidatievoorziening en zal de revalidatievoorziening de nodige maatregelen nemen om de overdracht van de behandeling naar andere zorgvoorzieningen te realiseren.
Hoofdstuk IV. AARD VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 7. § 1. Voor de afdelingen crisiscentrum en «De Kier» is de op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekking de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende daadwerkelijk in één van deze afdelingen is opgenomen om aan het revalidatieprogramma van die afdeling deel te nemen.
§2. De dagen van opname en van ontslag worden samen gerekend als één enkele verpleeg- en revalidatiedag, behoudens ingeval de volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld : opname van een rechthebbende vóór 12 uur de dag van de opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van ontslag. In die gevallen mogen zowel de dag van de opname als de dag van ontslag worden aangerekend.
§3. Als een rechthebbende wordt opgenomen in de afdeling crisiscentrum van de revalidatievoorziening maar de revalidatievoorziening verlaat binnen de 24 uur na zijn opname, mag slechts één enkele verpleeg- en revalidatiedag in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wanneer de zorggebruiker een volledige nacht is opgenomen, wat betekent dat de zorggebruiker ten minste van middernacht tot 8 uur 's morgens in de afdeling crisiscentrum van de revalidatievoorziening heeft verbleven.
§4. Een verblijfsduur van een rechthebbende van minder dan 24 uur in de afdeling «De Kier» kan nooit aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van een verpleeg- en revalidatiedag, behoudens wanneer de rechthebbende tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt; in dat geval is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedagverschuldigd.
§5. Voor de toepassing van §2 kan de dag waarop een zorggebruiker de afdeling crisiscentrum van de revalidatievoorziening verlaat maar opgenomen wordt in de afdeling «De Kier» van de revalidatievoorziening, of vice versa, in geen geval beschouwd worden als dag van ontslag.
§6. De dagen tijdens welke de rechthebbende niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft (maar in een verplegingsinrichting, in een andere revalidatievoorziening, bij zijn familie of gelijk waar) kunnen nooit worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen, met uitzondering van de in de artikelen 22 en 23 van deze overeenkomst bedoelde dagen.
Artikel 8.§1. Voor de afdeling dagcentrum kunnen de volgende revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen op basis van deze overeenkomst :
• de individuele revalidatiezitting van 1 uur, waarmee bedoeld wordt, iedere dag dat één zorggebruiker (en eventueel zijn familie) gedurende minstens 1 uur door één therapeut van het dagcentrum individueel begeleid wordt op medisch, psychisch en/of sociaal vlak, teneinde de individuele revalidatiedoelstellingen van die zorggebruiker te realiseren. Indien een zorggebruiker op eenzelfde dag individuele contacten heeft met meerdere therapeuten, kan de duur van deze individuele contacten samengeteld worden.
• de individuele revalidatiezitting van 30 minuten, waarmee bedoeld wordt, iedere dag dat één zorggebruiker (en eventueel zijn familie) gedurende minstens 30 minuten door één therapeut van het dagcentrum individueel begeleid wordt op medisch, psychisch en/of sociaal vlak, teneinde de individuele revalidatiedoelstellingen van die zorggebruiker te realiseren. Indien een zorggebruiker op eenzelfde dag individuele contacten heeft met meerdere therapeuten, kan de duur van deze individuele contacten
samengeteld worden.
• de individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten, waarmee bedoeld wordt, iedere dag dat één zorggebruiker (en eventueel zijn familie) gedurende minstens 1 uur en 30 minuten door één therapeut van het dagcentrum individueel begeleid wordt op medisch, psychisch en/of sociaal vlak, teneinde de individuele revalidatiedoelstellingen van die zorggebruiker te realiseren. Indien een zorggebruiker op eenzelfde dag individuele contacten heeft met meerdere therapeuten, kan de duur van deze individuele contacten samengeteld worden.
• de groepsrevalidatiezitting van 2 uur, waarmee bedoeld wordt, iedere dag dat een zorggebruiker (en eventueel zijn familie) deelneemt aan een door het dagcentrum georganiseerde groepsactiviteit met een minimale duur van 2 uur, teneinde de individuele revalidatiedoelstellingen van de zorggebruiker te realiseren. Een groepsactiviteit dient tijdens de volledige duur ervan begeleid te worden door minstens één therapeut van het dagcentrum. Indien 7 à 10 zorggebruikers aan een groepsactiviteit deelnemen, dient deze activiteit altijd door minstens 2 therapeuten van het dagcentrum tegelijkertijd te worden begeleid, en dit tijdens de volledige duur van de activiteit. Niettemin mogen verschillende therapeuten van het dagcentrum elkaar opvolgen om de vereiste minimum begeleiding van een groepsactiviteit te realiseren (t.t.z. een aanwezigheid van 1 therapeut indien het aantal van 6 deelnemende zorggebruikers niet wordt overschreden en een gelijktijdige aanwezigheid van 2 therapeuten vanaf 7 deelnemende zorggebruikers). Groepsactiviteiten waaraan meer dan 10 zorggebruikers deelnemen zijn niet voorzien in het kader van deze overeenkomst en komen dus niet in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen. De tijd die besteed wordt aan het eventuele gebruik van een maaltijd in de revalidatievoorziening, is in de voormelde 2 uur niet inbegrepen.
• de gemengde revalidatiezitting van 3 uur, waarmee bedoeld wordt, iedere dag dat een zorggebruiker (en eventueel zijn familie) gedurende minstens 2 uur deelneemt aan door het dagcentrum georganiseerde groepsactiviteiten die aan de hierboven vermelde voorwaarden beantwoorden, en daarnaast gedurende minstens 1 uur ook nog individueel begeleid wordt. De tijd die besteed wordt aan het eventuele gebruik van een maaltijd in de revalidatievoorziening, is in de voormelde 3 uur niet inbegrepen.
§2. Per dag en per zorggebruiker kan slechts één van de in §1 van dit artikel vermelde revalidatiezittingen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Voor een zelfde dag en een zelfde zorggebruiker kan een revalidatiezitting nooit gecumuleerd worden met de in artikel 7, §1 gedefinieerde verpleeg- en revalidatiedag.
Voor de zorggebruikers van de afdeling dagcentrum kan de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen steeds geweigerd worden indien de zorggebruiker in dezelfde week (van zondag tot zaterdag) al beroep heeft gedaan op de tussenkomsten van een ander ambulant revalidatiecentrum voor verslaafden dat met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten.
§3. In principe komen alleen de revalidatiezittingen die in de revalidatievoorziening zelf worden gerealiseerd voor niet gehospitaliseerde zorggebruikers, in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Om tussen te komen in de sociale of familiale problematiek van een zorggebruiker die reeds een revalidatieprogramma in het dagcentrum volgt, kan het dagcentrum evenwel uitzonderlijk individuele revalidatiezittingen buiten de revalidatievoorziening realiseren (bijv. bij de zorggebruiker thuis of in zijn familiaal milieu).
Voor de voortzetting van een reeds opgestart revalidatieprogramma of als voorbereiding op een (voorwaardelijke) vrijlating, kunnen individuele revalidatiezittingen eveneens uitzonderlijk in de gevangenis worden gerealiseerd.
Teneinde een optimale en continue hulpverlening te verwezenlijken, kan het ook uitzonderlijk aangewezen zijn om voor een gehospitaliseerde zorggebruiker individuele revalidatiezittingen te realiseren in een verpleeginrichting of een revalidatieziekenhuis (waaronder dient te worden verstaan: een
revalidatievoorziening die onderworpen is aan de wet op de ziekenhuizen).
Om het uitzonderlijk karakter van dergelijke revalidatiezittingen buiten de revalidatievoorziening te vrijwaren, wordt het aantal individuele revalidatiezittingen, die voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, die niet in de revalidatievoorziening worden gerealiseerd, per kalenderjaar beperkt tot 305 individuele revalidatiezittingen van 1 uur. In geval de revalidatievoorziening in een kalenderjaar dit aantal van 305 individuele revalidatiezittingen van 1 uur overschrijdt, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de individuele revalidatiezittingen die boven dit aantal worden verricht, noch aan de zorggebruikers, noch aan de verzekeringsrevalidatievoorzieningen aan te rekenen. Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dient dit cijfer van 305 individuele revalidatiezittingen van 1 uur die niet in de revalidatievoorziening worden gerealiseerd, evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
Voor de toepassing van deze bepalingen geldt elke individuele revalidatiezitting van 30 minuten als 50 % en elke revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten als 150 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur.
Een revalidatiezitting die wordt gerealiseerd in een ander revalidatiecentrum dat
met het de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest, een overeenkomst heeft gesloten, komt nooit in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
§4. Mensen uit de naaste omgeving van de rechthebbende (ouders, partner, kinderen, ... ) kunnen eventueel samen met de rechthebbende deelnemen aan individuele revalidatiezittingen indien hun deelname kan bijdragen tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie voor die rechthebbende.
Indien echter meerdere rechthebbenden, zoals gedefinieerd in artikel 6, deelnemen aan een individuele revalidatiezitting (bv. rechthebbenden die een koppel vormen), mag deze revalidatiezitting slechts voor één rechthebbende worden aangerekend.
Aan een individuele revalidatiezitting kunnen eventueel uitsluitend mensen uit de naaste omgeving van een rechthebbende deelnemen (ouders, partner, kinderen, ... maar geen professionele hulpverleners), zonder dat de rechthebbende hierbij zelf aanwezig is. Dergelijke zittingen moeten een familiale of partnerproblematiek beogen en kunnen niet de behandeling van aandoeningen van de persoon uit de naaste omgeving van de rechthebbende tot doel hebben. De rechthebbende moet vooraf zijn akkoord hebben gegeven voor ieder onderhoud met personen uit zijn naaste omgeving. Het aantal individuele revalidatiezittingen, dat in aanmerking komt voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen waaraan uitsluitend mensen uit de naaste omgeving van de rechthebbende deelnemen, wordt per week beperkt tot het aantal revalidatiezittingen, die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen dat die week plaatsvond met deelname van de betrokken rechthebbende, met inachtneming van de bepaling dat per dag hoe dan ook slechts één revalidatiezitting per rechthebbende in aanmerking komt voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Voor de toepassing van de vorige alinea geldt elke individuele revalidatiezitting van 30 minuten als 50 % en elke revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten als 150 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur. Voor het naleven van de in de vorige alinea beschreven voorwaarden, moet dus niet louter rekening gehouden worden met het aantal individuele revalidatiezittingen, maar moet ook de duur van die individuele revalidatiezittingen in aanmerking genomen worden, waarbij de individuele revalidatiezitting van 1 uur als de eenheid (100 %) geldt.
§5. De duur van eventuele telefoongesprekken met zorggebruikers of hun naaste familieleden kan nooit in de voor een revalidatiezitting vereiste tijdsduur begrepen zijn.
§6. Voor iedere nieuwe zorggebruiker die zich in het dagcentrum aanbiedt, heeft de eerste revalidatiezitting, ongeacht de aard en de duur ervan, vooral tot doel een diagnose op te maken van de toestand van de zorggebruiker op medisch, psychisch en sociaal vlak en de noodzakelijke dringende zorgen te verlenen. Deze revalidatiezitting wordt om die reden beschouwd als een observatiezitting. Ze kan niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, noch aan de zorggebruiker, noch aan de verzekeringsinstellingen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om, op jaarbasis, noch het aantal van 2.436 individuele revalidatiezittingen van 30 minuten, noch het aantal van 3.046 groepsrevalidatiezittingen en/of gemengde revalidatiezittingen te overschrijden. In geval de revalidatievoorziening in een kalenderjaar deze aantallen toch overschrijdt, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de revalidatiezittingen die boven deze aantallen worden verricht, noch aan de zorggebruikers, noch aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen.
Voor het kalenderjaar waarin deze overeenkomst van kracht wordt en voor het kalenderjaar waarin aan deze overeenkomst een einde komt, dienen de cijfers van 2.436 vergoedbare individuele revalidatiezittingen van
30 minuten en van 3.046 vergoedbare groepsrevalidatiezittingen en/of gemengde revalidatiezittingen evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§8. Kunnen niet als revalidatieverstrekkingen worden beschouwd :
• niet gestructureerde groepsactiviteiten waarbij de deelnemers niet tijdens de ganse duur van de activiteit aanwezig zijn;
• groepsactiviteiten met een louter ontspannend karakter;
• groepsactiviteiten die hoofdzakelijk bestaan uit de gewone zorg voor kinderen (voeding, hygiëne, toezicht).
Hoofdstuk V. PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 9. §1. De prijs van de in artikel 7 gedefinieerde verpleeg- en revalidatiedag, vastgesteld op basis van bijlage II-A bij deze overeenkomst, is een vast bedrag dat de volledige kostprijs van de revalidatie in de afdelingen crisiscentrum en «De Kier» van de revalidatievoorziening dekt. Bijgevolg omvat de verpleeg- en revalidatiedagprijs alle kosten die uit het verblijf van de rechthebbende in de revalidatievoorziening voortvloeien, alsook alle werkingskosten, alle kosten voor diagnostische verstrekkingen, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (dus ook de kosten van verbruiksmateriaal voor ateliers, allerlei toegangsprijzen, de kosten van het vervoer naar activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, enz... ).
§2. De prijzen van de in artikel 8 gedefinieerde revalidatiezittingen, vastgesteld op basis van bijlage II-B bij deze overeenkomst, zijn vaste bedragen die de volledige kostprijs van de revalidatie in de afdeling dagcentrum van de revalidatievoorziening dekken. Bijgevolg omvatten deze prijzen alle werkingskosten van de revalidatievoorziening, alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, alsook alle kosten van de door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen. Ook de kosten van de toxicologische analyses die verricht worden op stalen afgenomen in de revalidatievoorziening, zijn in de prijzen van de in artikel 8 gedefinieerde revalidatieverstrekkingen begrepen.
§3. De in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen kunnen worden aangerekend bij de in §1 bedoelde prijs van de verpleeg- en revalidatie- dag, behalve wanneer het gaat om :
a) een raadpleging, een bezoek of een advies van een algemeen geneeskundige;
b) een raadpleging, een consult of een advies van een psychiater of een neuropsychiater, evenals de door hen verleende psychotherapeutische behandelingen;
c) kinesitherapieverstrekkingen in verband met de revalidatie van verslaafden;
d) door verpleegkundigen verleende verzorging (artikel 8, § 1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
e) fysiotherapieverstrekkingen in verband met de revalidatie van verslaafden.
Alle in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen kunnen echter wel worden gecumuleerd met de in §2 bedoelde prijzen, op voorwaarde dat het gaat om verstrekkingen die buiten de revalidatievoorziening worden verleend door verzorgingsverstrekkers die niet tot het personeel van de revalidatievoorziening behoren, en dat het niet gaat om toxicologische analyses die verricht worden op stalen afgenomen in de revalidatievoorziening.
De farmaceutische producten kunnen eveneens worden aangerekend bij de in §1 en §2 bedoelde prijzen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe aan de rechthebbende geen extra vergoeding aan te rekenen bovenop de in §1 en §2 van dit artikel bedoelde prijzen.
Het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §3 van dit artikel boven op de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag en de prijs van een revalidatiezitting in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, kan echter wel aan de rechthebbende worden aangerekend, evenals het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de farmaceutische producten.
Voor de zorggebruikers van de afdeling dagcentrum kan de kostprijs van de dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt, eveneens aan de rechthebbende worden aangerekend.
Voor de zorggebruikers van de afdelingen crisiscentrum en «De Kier», kan de revalidatievoorziening tevens, voor sommige in het raam van het revalidatieprogramma georganiseerde socio-culturele activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, aan de rechthebbenden een beperkte extra vergoeding vragen in de kostprijs ervan. Het hiervoor door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van de specifieke kosten van deze activiteiten (toegangsgelden, verplaatsingskosten die samenhangen met de activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.) en een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van deelname aan een activiteit worden uitgesloten.
§5. De door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende verstrekkingen mogen nooit afzonderlijk worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening, voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige, voor verstrekkingen die niet tot de revalidatie behoren, en voor de in §3 bedoelde verstrekkingen als die door het personeel van de revalidatievoorziening verleend worden.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor zorggebruikers buiten het kader van een revalidatieperiode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen (met name voor voormalige zorggebruikers of kandidaat zorggebruikers) of voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner, kinderen, ... ).
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd. De procedure zoals beschreven in artikel 182 tot en met 189 van het besluit, betreffende het beëindigen van een overeenkomst op initiatief van de minister of het agentschap, is desgevallend van toepassing.
Artikel 10. §1. De prijs van de in artikel 7, §1 omschreven verpleeg- en revalidatiedag wordt vastgesteld op X, rekening houdende met het personeel en de algemene kosten vermeld in bijlage II-A bij deze overeenkomst.
§2. De prijs van de in artikel 8, §1 omschreven individuele revalidatiezitting van 1 uur wordt beschouwd als de eenheidsprijs (100 %) waaruit de prijs van de andere vergoedbare revalidatieverstrekkingen proportioneel kan afgeleid worden.
De prijs van de in artikel 8, §1, omschreven individuele revalidatiezitting van 30 minuten wordt steeds vastgesteld op 50 % van de prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur.
De prijs van de in artikel 8, §1, omschreven individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten wordt steeds vastgesteld op 150 % van de prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur.
De prijs van de in artikel 8, §1, omschreven groepsrevalidatiezitting van 2 uur wordt steeds vastgesteld op 40 % van de prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur.
De prijs van de in artikel 8, §1, omschreven gemengde revalidatiezitting van 3 uur wordt steeds vastgesteld op 140 % van de prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur.
§3. De prijs van de in artikel 8, §1, omschreven individuele revalidatiezitting van 1 uur wordt vastgesteld op X, rekening houdende met het personeel en de algemene kosten vermeld in bijlage II-B bij deze overeenkomst.
§3bis. De structurele subsidie van het verslavingsfonds, ter compensatie van het project Kompas-aan- huis, wordt met ingang van 01.01.2019 geïntegreerd in de basisforfaitprijs. De in §3 vermelde prijs van de individuele revalidatiezitting van één uur wordt, conform de berekening vermeld in bijlage III, daardoor verhoogd met X.
§4. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag en van de in
§3 vastgestelde prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur, wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in de bijlagen II-A en II-B van deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
§ 5. De in §§ 1 en 2 vastgestelde prijzen zijn berekend, zoals vermeld in de bijlagen II-A en II-B bij deze overeenkomst, rekening houdende met een bezettingsgraad van 90%.
Hoofdstuk VI. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 11. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een jaargemiddelde van 12 internaatszorggebruikers per dag, met name 8 zorggebruikers voor de afdeling crisiscentrum van de revalidatievoorziening en 4 zorggebruikers voor de afdeling «De Kier» van de revalidatievoorziening.
Het totaal aantal zorggebruikers die op eenzelfde dag in de afdelingen crisiscentrum en «De Kier» van de revalidatievoorziening verblijven, mag voor de twee afdelingen samen in geen geval hoger liggen dan 15.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van deze paragraaf rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers, met inbegrip van de zorggebruikers waarvoor geen beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
§2. De normale facturatiecapaciteit voor de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen, zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 % in die afdelingen.
De realiseerbare capaciteit van de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 % in die afdelingen.
De maximale facturatiecapaciteit voor de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 98 % in die afdelingen.
§3. De normale facturatiecapaciteit voor de afdeling dagcentrum, zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X individuele revalidatiezittingen van 1 uur, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 % in die afdeling.
De realiseerbare capaciteit van de afdeling dagcentrum bedraagt X individuele revalidatiezittingen van 1 uur, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 % in die afdeling.
De maximale facturatiecapaciteit voor de afdeling dagcentrum, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X individuele revalidatiezittingen van 1 uur, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 98 % in die afdeling.
Voor de toepassing van deze paragraaf moet de mathematische waarde van de individuele revalidatiezittingen van 30 minuten en van 1 uur en 30 minuten, van de groepsrevalidatiezitting van 2 uur en van de gemengde revalidatiezitting van 3 uur proportioneel afgeleid worden van de waarde van de individuele revalidatiezitting van 1 uur, die als eenheid geldt. Het afleiden van de mathematische waarde van deze revalidatiezittingen dient te gebeuren volgens de in artikel 10 §2 vooropgestelde modaliteiten.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, noch voor de internaatsafdelingen (de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen), noch voor de afdeling dagcentrum, revalidatieverstrekkingen aan te rekenen boven de in §2 en 3 vastgelegde maximale facturatiecapaciteit, en dit noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan de zorggebruikers.
De revalidatieverstrekkingen die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen rechthebbende zijn, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Noch voor de internaatsafdelingen (de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen), noch voor de afdeling dagcentrum, mag het totaal van alle aan de verzekeringsinstellingen en aan derden voor een bepaald kalenderjaar aangerekende revalidatieverstrekkingen de boven in §§ 2 en 3 vastgestelde realiseerbare capaciteit echter overschrijden.
De revalidatieverstrekkingen die aan de verzekeringsinstellingen worden aangerekend voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§5. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe, indien voor een bepaald kalenderjaar, hetzij voor de internaatsafdelingen, hetzij voor het dagcentrum, hetzij voor beiden, de «normale facturatiecapaciteit» wordt overschreden, voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde revalidatieverstrekkingen die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25% bedragen van de in artikelen 10 en 22 vastgestelde prijzen en dit afhankelijk van het, voor de betrokken afdeling(en), in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
A) voor de internaatsafdelingen (de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen):
1) 50% van de in artikel 10 en 22 vastgestelde prijzen :
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan X (aantal = 90 % van de in §2 vastgestelde realiseerbare capaciteit) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan X (aantal = 94 % van de in §2 vastgestelde realiseerbare capaciteit) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de in artikelen 10 en 22 vastgestelde prijzen :
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan X (aantal = 94 % van de in §2 vastgestelde realiseerbare capaciteit) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de
revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd; of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan X (aantal = 94
% van de in §2 vastgestelde realiseerbare capaciteit) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
B) Voor de afdeling dagcentrum:
1) 50% van de in artikel 10 vastgestelde prijzen:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan X (aantal = 90 % van de in §3 vastgestelde realiseerbare capaciteit) individuele revalidatiezittingen van 1 uur, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan X (aantal = 94 % van de in §3 vastgestelde realiseerbare capaciteit) individuele revalidatiezittingen van 1 uur, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25% van de in artikel 10 vastgestelde prijzen:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan X (aantal = 94 % van de in §3 vastgestelde realiseerbare capaciteit) individuele revalidatiezittingen van 1 uur, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd;
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de «normale facturatiecapaciteit» niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan X (aantal = 94
% van de in §3 vastgestelde realiseerbare capaciteit) individuele revalidatiezittingen van 1 uur, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§6. Voor de toepassing van dit artikel geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel 22 een verminderde prijs wordt toegepast, als 70/100 van een verpleeg- en revalidatiedag voorzien in artikel 7. Daarnaast geldt elke individuele revalidatiezitting van 30 minuten als 50 %, elke individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten als 150 %, elke groepsrevalidatiezitting van 2 uur als 40 % en elke gemengde revalidatiezitting van 3 uur als 140 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur.
§7. Voor het kalenderjaar waarin aan onderhavige overeenkomst krachtens de bepalingen van artikel 32, §2, een einde komt dienen de vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit evenredig verminderd te worden, rekening houdende met de toepassingstermijn van deze overeenkomst tijdens dat kalenderjaar.
§8. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieverstrekkingen heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde quota overschreden, kunnen de revalidatieverstrekkingen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe in dat geval de teruggevorderde revalidatieverstrekkingen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
Hoofdstuk VII. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 12. Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen.
Een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor de revalidatie in het dagcentrum en, in voorkomend geval, de reiskosten die verband houden met deze revalidatieverstrekkingen, kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling, waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring geeft echter niet automatisch recht op een financiële tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen: alleen de verpleeg- en revalidatiedagen en vergoedbare revalidatiezittingen die effectief gerealiseerd worden binnen de aanvaarde revalidatieperiode komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Als de verzekeringsinstelling een beslissing tot goedkeuring heeft genomen voor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor de revalidatieperiode in het dagcentrum, kunnen voor die rechthebbende binnen die revalidatieperiode alle in artikel 10 vermelde revalidatiezittingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, worden gerealiseerd, afhankelijk van wat voor die rechthebbende aangewezen is, behalve als de verzekeringsinstelling een beslissing tot goedkeuring heeft genomen voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en die expliciet beperkt heeft tot één of enkele van de in artikel 10 vermelde revalidatiezittingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
Elke overgang van een rechthebbende van de ene naar de andere afdeling van de revalidatievoorziening, dient het voorwerp uit te maken van een nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Artikel 13. §1 De aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
§2 De aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen in het dagcentrum en, in voorkomend geval, de reiskosten, voor zorggebruikers die worden vervoerd in een voertuig dat is aangepast voor het vervoer in een rolstoel, gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
Artikel 14. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de Zorgkassencommissie, al de informatie te bezorgen die ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming wordtgevraagd.
Artikel 15. §1. De beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor een revalidatieperiode in de afdelingen crisiscentrum of «De Kier» komt te vervallen voor het resterende deel van die periode, als een rechthebbende de afdeling verlaat zonder voorafgaande toelating van de directie van de revalidatievoorziening - wat dus inhoudt dat op voorhand geen datum van terugkomst in de revalidatievoorziening werd vastgesteld - en als hij niet opnieuw in die afdeling wordt opgenomen in de week die volgt op zijn ontslag.
Het resterende deel van een revalidatieperiode, waarvoor een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, in de afdelingen crisiscentrum of «De Kier», komt eveneens te vervallen in geval van opname van de rechthebbende in een andere revalidatievoorziening waarmee de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten of in geval van opname in een psychiatrisch verzorgingstehuis, een rustoord voor bejaarden of een rust- en verzorgingstehuis.
§2. De beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor een revalidatieperiode in de afdeling dagcentrum komt te vervallen voor het resterende deel van die periode, als de revalidatievoorziening voor die rechthebbende gedurende een periode van 6 maanden geen enkele revalidatiezitting realiseert, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
§3. Het is altijd mogelijk een nieuwe gemotiveerde aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de revalidatie in te dienen voor een rechthebbende voor wie een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt te vervallen als gevolg van de bepalingen van dit artikel.
Artikel 16. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker, al dan niet rechthebbende, een medisch- therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het hele verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere zorggebruiker minstens volgende elementen bevatten: de identificatie van de zorggebruiker, de antecedenten, de naam van de persoon of de instantie die de zorggebruiker heeft doorverwezen, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens, het individueel behandelingsplan, een vermelding van alle belangrijke individuele tussenkomsten van teamleden van de revalidatievoorziening, de besluiten van teamvergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen, alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker zijn gemaakt en al de afwezigheden van de zorggebruiker met hun motivering.
In dat dossier wordt eveneens, per dag, de aard en de hoeveelheid van de eventueel toegediende vervangingsmedicatie genoteerd, evenals de resultaten van de uitgevoerde klinisch- biologische analyses.
Artikel 17. §1. Voor wat de afdeling dagcentrum betreft, dient elk lid van het team dat revalidatiezittingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, realiseert, bestendig een dagboek bij te houden waarin elke tussenkomst ten behoeve van een zorggebruiker, al dan niet rechthebbende, genoteerd wordt. In dat dagboek moeten de volgende gegevens worden vermeld :
• het type van revalidatiecontact (individueel of in groepsverband);
• de identiteit van de zorggebruiker(en) waarvoor dat contact deel uitmaakt van zijn (hun) gestructureerd revalidatieprogramma;
• de identiteit van elke persoon die bij de tussenkomst daadwerkelijk aanwezig is, alsook zijn relatie met de zorggebruiker (xxxxx, partner, kind, ...);
• de identiteit van de andere therapeuten van de revalidatievoorziening die eventueel aanwezig zijn tijdens de volledige duur van de activiteit;
• de datum van de tussenkomst;
• het aanvangs- en het einduur van de tussenkomst;
• de plaats van de tussenkomst indien de tussenkomst niet in de revalidatievoorziening zelf plaatsvindt (thuis, gevangenis, verpleegrevalidatievoorziening).
§2. De revalidatievoorziening houdt een register van de dagelijkse aanwezigheden bij waarvan het model door het agentschap is aanvaard en waarin de identiteit van alle in de revalidatievoorziening aanwezige zorggebruikers, al dan niet rechthebbenden, wordt opgetekend. Dit register moet worden beschouwd als het basisdocument voor de in artikel 20 bedoelde facturatie.
Het register wordt afzonderlijk bijgehouden voor de afdeling crisiscentrum, voor de afdeling «De Kier» en voor de afdeling dagcentrum.
Voor de afdeling crisiscentrum en voor de afdeling «De Kier» moet het aanwezigheidsregister dagelijks vóór 10 uur worden ingevuld.
Voor de afdeling dagcentrum moet het aanwezigheidsregister dagelijks vóór het middaguur van de volgende werkdag worden ingevuld.
§3. De in dit artikel vermelde registers en dagboeken worden door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en de Zorgkassencommissie.
§4. Het niet nakomen van de in de §§ 1, 2 en 3 van dit artikel bedoelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn beperken in geen geval het recht van de minister om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het besluit, niet zijn nagekomen.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de dagen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen door de verzekeringsinstellingen wordt geweigerd krachtens de bepalingen van §4 van dit artikel, niet aan te rekenen aan de rechthebbenden.
§6. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe, op vraag van het agentschap de aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen.
§8. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de instructies inzake het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en de instructies inzake het overmaken van de productiecijfers strikt na te leven.
Bij het niet nakomen van de verplichtingen om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de revalidatieverstrekkingen die zijn gerealiseerd op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele revalidatieverstrekking worden vergoed voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
Artikel 18. §1. Indien een rechthebbende tijdens zijn verblijf in de afdeling crisiscentrum of in de afdeling «De Kier» van de revalidatievoorziening één van de op basis van artikel 9, §3 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker ervan te verwittigen dat de zorggebruiker in een revalidatievoorziening verblijft en het identificatienummer van de revalidatievoorziening aan de zorgverstrekker mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker bij die gelegenheid er aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurcodenummers hebben voor ambulante en gehospitaliseerde zorggebruikers, de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor de gehospitaliseerde zorggebruikers van toepassing zijn en dat op de getuigschriften voor verstrekte hulp het identificatienummer van de revalidatie-revalidatievoorziening dient te worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van de verpleegrevalidatievoorziening.
§2. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, moet de revalidatievoorziening voor elk laboratorium voor klinische biologie dat analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan het agentschap een document bezorgen waaruit blijkt dat het laboratorium voor klinische biologie akkoord gaat met de verschillende verplichtingen van deze overeenkomst met betrekking tot de uitgevoerde klinische analyses. Zo dient het laboratorium zich ertoe te verbinden om voor de zorggebruikers van de afdelingen crisiscentrum en «De Kier» de nomenclatuurcode- nummers en honoraria voorbehouden voor gehospitaliseerde zorggebruikers te gebruiken en het identificatie- nummer van de revalidatie- revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden. Voor de zorggebruikers van de afdeling dagcentrum dient het laboratorium zich ertoe te verbinden de uitgevoerde toxicologische analyses noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen.
Xxxxxxx als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document naar het agentschap te worden gestuurd.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de bepalingen van §2 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap jaarlijks een statistisch overzicht te bezorgen van al de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie; die verstrekkingen inzake klinische biologie dienen te worden gegroepeerd per nomenclatuurcodenummer.
Artikel 19. De V.Z.W. Kompas uit Kortrijk verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de revalidatievoorziening, waarbij deze activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd die het mogelijk maakt de kostprijs van bedoelde activiteiten na te gaan.
Het voeren van die boekhouding dient te gebeuren conform de door het agentschap aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen, inzonderheid wat de minimum indeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft. Daarenboven moet de gevoerde boekhouding toelaten de kosten van de revalidatie-activiteiten die het voorwerp uitmaken van deze overeenkomst, te onderscheiden van de kosten van andere activiteiten van de V.Z.W. die niet door deze overeenkomst gedekt worden. Hiertoe kunnen de revalidatie-activiteiten beschouwd worden als een afzonderlijke kostenrubriek; in het kader van het boekhoudplan kunnen in voorkomend geval eveneens gescheiden rekeningen gebruikt worden voor de activiteiten gedekt door de overeenkomst en deze niet gedekt door de overeenkomst.
De jaarlijks, op basis van de voorgeschreven modellen, op te maken balans en resultatenrekening van de V.Z.W., moeten binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap te worden gestuurd. Hierbij dient een exploitatierekening uitsluitend met betrekking tot de revalidatie-activiteiten van de revalidatievoorziening te worden gevoegd. Het agentschap kan voor het opmaken van deze exploitatierekening ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
De V.Z.W. moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren. De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 20. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verpleeg- en revalidatiedagprijs en de prijs van de revalidatiezittingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen door middel van een factuur waarvan het model door het agentschap is goedgekeurd. Op die factuur dienen inlichtingshalve ook alle bedragen te worden vermeld die door de revalidatievoorziening aan de rechthebbenden zijn gefactureerd voor zaken die niet tot de revalidatie behoren. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger worden bezorgd.
§2. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit, dient de aan de verzekeringsinstellingen aangerekende verpleeg- en revalidatie- dagprijs te worden verminderd met de in de artikels 220 tot en met 222 van het besluit voorziene bedragen.
§3. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit, dienen de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde prijzen van de vergoedbare revalidatieverstrekkingen te worden verminderd met het in artikel 219 van dit besluit voorziene bedrag.
Hoofdstuk VIII. BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE
Artikel 21. Om de integratie van de zorggebruikers in hun thuismilieu te bevorderen, kan de directie van de revalidatievoorziening een zorggebruiker die is opgenomen in de afdeling «De Kier» van de revalidatievoorziening, toestaan het revalidatieproces tijdelijk te onderbreken, op voorwaarde dat de resultaten van de revalidatie daardoor niet in gevaar worden gebracht.
De dagen dat de zorggebruiker hierdoor afwezig is in de revalidatie-revalidatievoorziening, kunnen niet worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen en komen dus niet in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
De dag van vertrek mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en de dag van terugkeer mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende voor 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
Om het intensief karakter van de revalidatie te vrijwaren, mag de onderbreking van de revalidatie in geen geval langer duren dan 14 dagen.
Artikel 22. De zorggebruikers die opgenomen zijn in de afdeling «De Kier» van de revalidatievoorziening, kunnen, mits toestemming van de verzekeringsinstelling, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening, of, tijdens de laatste 2 maanden van het verblijf in de revalidatievoorziening, een beroepsarbeid hervatten of aanvatten. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
In dat geval wordt, voor de dagen dat voornoemde activiteiten buiten de revalidatie-revalidatievoorziening effectief plaatsvinden en de zorggebruiker daardoor gedurende vier uur of meer niet deelneemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd tot 70 %.
Artikel 23. §1 De afdeling «De Kier» van de revalidatievoorziening kan sporadisch, voor de zorggebruikers die het normale revalidatieprogramma van die afdeling volgen, activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseren die door hun karakter één of meerdere nachten buiten de revalidatievoorziening vergen.
Alleen activiteiten met een onmiskenbare therapeutische functie in het raam van het revalidatieprogramma, waarvoor de revalidatievoorziening een kwantitatieve en kwalitatieve omkadering verzekert die niet geringer is dan de omkadering binnen de revalidatievoorziening zelf, kunnen in aanmerking worden genomen voor zulke gelijkstelling.
Zorggebruikers mogen nooit specifiek in de revalidatievoorziening worden opgenomen met het oog op deelname aan dergelijke activiteiten. Zulke deelname mag dan ook nooit – ook niet vanuit het perspectief van de zorggebruiker – het enige motief vormen voor een opname in de revalidatievoorziening.
De revalidatievoorziening zal het feit dat ze dergelijke activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseert, naar kandidaat-zorggebruikers toe nooit als argument gebruiken om hen tot een opname in de revalidatievoorziening te bewegen.
§2. Indien de in §1 bedoelde activiteiten in België plaatsvinden, zal de revalidatievoorziening een document bijhouden in de revalidatievoorziening, waarin volgende gegevens opgenomen zijn:
- Welke afdeling de activiteiten organiseert;
- Om welke activiteiten het gaat (soort activiteit, waar, wanneer);
- Welke zorggebruikers er aan zullen deelnemen (de namen van de zorggebruikers, met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen);
- En welke teamleden die activiteiten zullen begeleiden.
Dit document dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap en kan worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie of Zorginspectie.
Indien aan deze voorwaarde is voldaan, worden de dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, voor de deelnemende zorggebruikers gelijkgesteld met verpleeg- en revalidatiedagen (al dan niet plus gezinsbegeleiding) die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
§3. Indien de in §1 bedoelde activiteiten in het buitenland plaatsvinden, kunnen de dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, alleen worden gelijkgesteld met verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, indien die activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit een wisselingsbezoek met een gelijkaardige revalidatievoorziening in het buitenland en mits voorafgaandelijk schriftelijk advies van de expertencommissie.
De aanvraag om gelijkstelling moet ten minste twee maanden voor aanvang van de activiteiten schriftelijk worden gericht aan de expertencommissie en moet de volgende gegevens bevatten:
- Welke afdeling de activiteiten organiseert;
- Een beschrijving van de activiteit (soort activiteit, waar, wanneer) en van haar bijdrage aan het revalidatieprogramma;
- Een lijst van de verwachte zorggebruikers (met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen);
- Een lijst van de voorziene begeleiders.
Eventuele wijzigingen van de zorggebruikers of de begeleiders moeten ten laatste op de dag van het vertrek genoteerd staan in het dossier van de zorggebruiker en/of personeelsdossier en kunnen worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie of Zorginspectie.
Hoofdstuk IX. PERSONEEL
Artikel 24. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, waarin is voorzien in de bijlagen II-A en II-B van de overeenkomst, steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
De kosten van de tewerkstelling van het in bijlage voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat in de bedoelde functies zou worden tewerkgesteld in het kader van een bijzonder tewerkstellingsprogramma op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Het agentschap kan niet worden beschouwd als partij in de arbeidscontracten die worden gesloten tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, overeenkomstig de bepalingen van §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou worden opgevuld. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ... ), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien. De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid te vervangen, dat op vraag van die revalidatievoorziening niet meer werkt tijdens de bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, zolang het ontslagen personeelslid nog daadwerkelijk door de revalidatievoorziening wordt bezoldigd. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening wordt bezoldigd.
§3. Jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, dient een gedetailleerd overzicht van het door de revalidatievoorziening tewerkgestelde personeel, te worden bezorgd aan het agentschap, op de manier die door het agentschap wordt bepaald.
Indien de boekhoudkundige documenten, opgemaakt volgens de regels die dienaangaande zijn aanvaard door het agentschap, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zevende maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar of als de personeelsgegevens, aangeleverd op de manier die door het agentschap is bepaald, niet worden overgemaakt voor 30 juni, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting terzake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
§4. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening de bepalingen van §1 en §2 van dit artikel niet heeft nageleefd, kan de minister, na advies van de expertencommissie, beslissen om, naast andere nuttig geachte maatregelen, gedurende een bepaalde periode de in artikel 10, §1 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs en de in artikel 10, §3 vastgestelde prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur met een bepaald bedrag te verminderen, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de gelegenheid heeft gehad om de redenen van de niet-naleving van die bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door de minister vastgestelde periode gedurende welke de in artikel 10 vastgestelde prijzen worden verminderd, kan nooit de duur van de periode van niet-naleving van de bepalingen van §1 en §2 van dit artikel overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 10, §1 en §3 vastgestelde prijzen kunnen worden verminderd, wordt vastgesteld op X per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader ontbreekt. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan worden aangepast, rekening houdende met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van X wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013) en aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Indien terzelfder tijd de bepalingen van §§ 1, 2 en 3 van dit artikel niet worden nageleefd, is de in deze paragraaf bedoelde vermindering in ieder geval van toepassing, wat ook de redenen van de niet-naleving mogen zijn.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers.
Artikel 24bis. §1. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om 0,5 voltijdse equivalenten met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de revalidatievoorziening permanent te werk te stellen in het kader van de activiteiten waarin onderhavige overeenkomst voorziet.
Het in het vorige lid bepaald aantal voltijdse equivalenten met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord van 4 februari 2011 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de gezondheidssector en de federale regering is gesloten – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening: dit personeel moet derhalve worden toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van onderhavige overeenkomst.
§2. Voor de berekening van de loonkost van die psycholoog wordt uitgegaan van de loonschaal 1/80 van het paritair comité 330.
§3. De revalidatievoorziening kan de bijkomende tewerkstellingsuren hetzij aan één afdeling van haar keuze toekennen, hetzij die uren over de verschillende afdelingen verdelen.
§4. Dit artikel brengt geen aanpassing met zich mee van de facturatiecapaciteit van de afdeling.
§5. De sancties die deze overeenkomst voorziet in het geval dat de voorziene personeelsformatie niet permanent wordt ingevuld, zijn eveneens van toepassing op het bijkomend personeel waarin dit artikel voorziet.
Artikel 25. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in de bijlagen II-A en II-B bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals in voornoemde bijlage is aangeduid, ofwel gebaseerd op de loonschalen van het paritair comité 330 - met toepassing van de maatregelen voorzien in het sociaal akkoord van 4 juli 1991 (meerjarenplan gezondheidssector) en van de C.A.O. 's van 10 december 1992 en 24 april 1995 -, ofwel gebaseerd op de weddeschaal van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen of de weddeschalen van de federale overheidsdiensten.
De revalidatievoorziening verbindt zich tevens ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.0 .' s, gesloten binnen het paritair comité 330, aan het personeel zouden worden toegekend en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de verpleeg- en revalidatiedagprijs zouden worden opgenomen, eveneens toe te kennen aan haar personeel.
§2. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de verstrekkingen van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de brutobezoldiging, onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 25 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel is ingelicht over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag en in de prijs van de individuele revalidatiezitting van 1 uur, verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 EUR) over te maken voor iedere verpleeg- en revalidatiedagprijs en voor iedere individuele revalidatiezitting van 1 uur, die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen werd uitbetaald.
Voor de toepassing van deze paragraaf geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel 22 een verminderde prijs dient te worden aangerekend, als 70 % van een verpleeg- en revalidatiedag zoals gedefinieerd in artikel 7, en geldt elke individuele revalidatiezitting van 30 minuten als 50% , elke individuele revalidatiezitting van 1 uur en 30 minuten als 150 % , elke groepsrevalidatiezitting van 2 uur als 40 % en elke gemengde revalidatiezitting van 3 uur als 140 % van een individuele revalidatiezitting van 1 uur.
Artikel 26. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 10 vastgestelde prijzen, die krachtens deze overeenkomst voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, zal aan de realiteit worden aangepast, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgesteld personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskosten die in die prijzen zijn begrepen. Desgevallend is artikel 193 van het besluit van toepassing.
Hoofdstuk X. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 27. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; de revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 28. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie in de revalidatievoorziening te organiseren zoals voorzien in het revalidatieproject dat als bijlage I bij deze overeenkomst gaat. Aanpassingen aan dit revalidatieproject zijn alleen mogelijk via de procedure tot wijzigingen van een revalidatieovereenkomst, zoals beschreven in de artikels 159 tot en met 173 van het Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 29. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieproject dat als bijlage I bij
deze overeenkomst is gevoegd en het personeelslid op de in artikel 28 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
Artikel 30. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verzekeringsinstellingen, het agentschap en de Zorgkassencommissie , al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt in het kader van de controle op de therapeutische en financiële naleving van de overeenkomst of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatie-overeenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich tevens ertoe alle afgevaardigden van de Zorgkassencommissie, de expertencommissie en het agentschap toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Hoofdstuk XI. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 31. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s, zoals bepaald in de overeenkomst ondertekend op 8 mei 2000 tussen het beheerscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en de V.Z.W. Kompas uit Kortrijk.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 13 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Hoofdstuk XII. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 32. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 januari 2019.
Deze overeenkomst vernietigt en vervangt vanaf die datum de op 8 mei 2000 ondertekende overeenkomst tussen het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de V.Z.W. Kompas uit Kortrijk.
§2. Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 189 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 tot en met 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen een integrerend deel ervan uit. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Het betreft de volgende bijlagen :
- Bijlage I: Revalidatieproject van de revalidatievoorziening
- Bijlage II-A: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen voor de afdelingen crisiscentrum en “De Kier” samen. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule
d.d. 11.07.2018 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 08.05.2000.
- Bijlage II-B: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen voor de afdeling dagcentrum. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 11.07.2018 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 08.05.2000.
- Bijlage III: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen ingevolge de integratie van de structurele subsidies vanaf 01.01.2019.
Hoofstuk XIII. REGISTRATIE TREATMENT DEMAND INDICATORS
Artikel 33. Sciensano en de revalidatievoorzieningen voor verslaafden die met de minister een overeenkomst hebben afgesloten, richten samen een longitudinale databank op binnen Sciensano. Deze databank bevat bepaalde gegevens die systematisch en op uniforme wijze door de verschillende revalidatievoorzieningen geregistreerd worden met betrekking tot de door hen gerealiseerde revalidatieprogramma’s.
Sciensano analyseert de registratiegegevens van de databank en stelt in samenspraak met de revalidatievoorzieningen ten behoeve van de expertencommissie en het agentschap jaarlijks een rapport op van de resultaten van de gegevensanalyse.
Artikel 34. §1. De in artikel 34 §2 bedoelde gegevens worden geregistreerd voor elke zorggebruiker die in de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma aanvat in een afdeling van de revalidatievoorziening waarvan de werking (al dan niet gedeeltelijk) gefinancierd wordt via deze overeenkomst. De gegevens worden geregistreerd voor alle zorggebruikers, ongeacht of zij rechthebbende zijn of niet.
§2. Per aangevat revalidatieprogramma zoals bedoeld in §1 wordt er een registratieregel of –record aangemaakt dat de volgende gegevens bevat:
- De scores op de verschillende Treatment Demand Indicators of TDI-variabelen1 bij aanvang van het revalidatieprogramma.
- De afstand tussen de verblijfplaats van de zorggebruiker (op het moment dat het revalidatieprogramma aanvangt) en het adres van de (antenne van de) revalidatievoorziening waar de zorggebruiker het revalidatieprogramma aanvat.
- De datum waarop het revalidatieprogramma effectief eindigt.
- Of de zorggebruiker een rechthebbende is, of niet.
§3. Op basis van de in §2 vermelde registratiegegevens moet het onder meer mogelijk zijn om inzicht te krijgen in:
1. De karakteristieken van de gerevalideerde zorggebruikers (algemene demografische kenmerken; aard, ernst en voorgeschiedenis van de verslavingsproblematiek; woonsituatie; arbeidssituatie, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt2. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van hun zorggebruikers, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
2. De karakteristieken van de verstrekt revalidatieprogramma’s (type verwijzer, reële duur van het revalidatieprogramma, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de
1 De Treatment Demand Indicators is een set van variabelen die door de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) zijn opgesteld om de populatie van problematische druggebruikers te beschrijven. Deze parameters dienen door alle lidstaten van de Europese Unie geregistreerd en overgemaakt te worden aan het EMCDDA. De TDI-parameters van het EMCDDA zijn geoperationaliseerd in een Belgisch TDI-protocol. De wijze waarop de gegevens geregistreerd worden in het kader van het in deze overeenkomst geregelde registratieproject verschilt op een aantal vlakken van het TDI-protocol. De belangrijkste verschillen worden gepreciseerd in deze overeenkomst. Onder meer dienen de revalidatievoorzieningen aan Sciensano alle afzonderlijke registratiegegevens van alle revalidatieprogramma’s over te maken en niet alleen de registratiegegevens van het laatste programma dat een patiënt in een bepaald jaar heeft aangevat.
2 Met ‘type van revalidatie-afdeling’ wordt in deze overeenkomst bedoeld, de verschillende onderscheiden soorten residentiële en ambulante afdelingen waarvan de werking via de overeenkomst vergoed wordt: therapeutische gemeenschappen of andere residentiële afdelingen voor langdurige revalidatie voor verslaafden, crisisinterventiecentra, medisch-sociale opvangcentra, andere gespecialiseerde dagcentra voor verslaafden, …
revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van de revalidatieprogramma’s die er verstrekt worden, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
3. Indien zorggebruikers (achtereenvolgens) meerdere revalidatieprogramma’s volgen (al dan niet in verschillende types van revalidatie-afdelingen, in verschillende revalidatievoorzieningen of in verschillende jaren), de kenmerken / karakteristieken van de zorgpaden die ze, in voorkomend geval, over verschillende jaren doorlopen (de types van revalidatie-afdelingen waar ze achtereenvolgens behandeld worden, de effectieve duur van elke revalidatieprogramma, de tijd die verloopt tussen twee achtereenvolgende revalidatieprogramma’s, de verwijzende persoon of instantie voor elke revalidatieprogramma, …) en de evolutie die zorggebruikers doormaken doorheen het zorgpad op het vlak van de TDI-parameters als druggebruik, woonsituatie, arbeidssituatie, …, die volgens §2 gemeten worden bij aanvang van elk nieuw revalidatieprogramma. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in eventuele verschillen tussen regio’s met betrekking tot de hierboven bedoelde kenmerken van de zorgpaden die zorggebruikers er doorlopen. Hierbij wordt minstens de situatie in de verschillende grootsteden (en hun omgeving) met elkaar vergeleken.
4. Per type van revalidatie-afdeling en per regio van het land: de verhouding van het aantal, in een bepaald type van revalidatie-afdeling, gerevalideerde verslaafden dat woonachtig is in een bepaalde regio ten opzichte van het totaal aantal inwoners van de regio in kwestie of, indien mogelijk, ten opzichte van het (op basis van andere gegevens geschatte) aantal verslaafden dat in die regio verblijft. Deze informatie moet onder meer toelaten om eventuele, lokale behandelingsnoden precies te kunnen vaststellen. Daarvoor mogen de afzonderlijk geanalyseerde regio’s niet te groot zijn.
Artikel 35. §1. In artikel 34 wordt slechts globaal vastgesteld welke gegevens de revalidatievoorzieningen dienen te registreren. Om de in dat artikel beschreven informatie te kunnen afleiden uit de gegevens kan het noodzakelijk zijn dat ook nog andere gegevens geregistreerd worden. Het komt Sciensano en de revalidatievoorzieningen toe om samen de nodige afspraken te maken over welke gegevens precies geregistreerd worden, hoe elk gegeven uniform door elke revalidatievoorziening gescoord of vastgesteld wordt, …, zodat de gegevens van de verschillende revalidatievoorzieningen vergelijkbaar zijn en geen bias vertonen. Deze afspraken worden door Sciensano vastgelegd in een registratieprotocol dat aan elke revalidatievoorziening bezorgd wordt.
De revalidatievoorzieningen maken alle in artikel 34 §2 bedoelde registratierecords afzonderlijk over aan Sciensano. Ze bezorgen dus niet uitsluitend het record dat betrekking heeft op het laatste revalidatieprogramma dat een bepaalde zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat én ze bezorgen ook geen tabellen waarin de registratiegegevens van verschillende records geaggregeerd of opgeteld zijn.
De in deze paragraaf bedoelde afspraken mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming van de privacy en de wet op de patiëntenrechten.
De anonimisering of codering van de registratiegegevens wordt uitgevoerd door het E-health platform.
§2. Indien Sciensano het agentschap via een aangetekende brief laat weten dat de revalidatievoorziening de voorziene gegevens niet op de overeengekomen manier registreert of verstrekt of niet binnen de afgesproken tijdslimieten bezorgt, kunnen de betalingen door de verzekeringsinstellingen van de revalidatieverstrekkingen die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, van ambtswege opgeschort worden, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de kans heeft gehad om de redenen voor het niet naleven van deze bepalingen toe te lichten, en dit tot dat de revalidatievoorziening zijn verplichtingen naleeft.
Artikel 36. §1. Te beginnen vanaf het jaar 2019 (jaar x) wordt er jaarlijks vóór het einde van het jaar aan de expertencommissie en het agentschap een rapport, bedoeld in artikel 33, bezorgd dat opgesteld is in het Nederlands. Het agentschap deelt mee in hoeveel exemplaren het rapport bezorgd moet worden.
§2. De in §1 bedoelde rapporten bevatten in principe de in artikel 34 §3 vermelde informatie-elementen. Elk van die informatie-elementen dient niet noodzakelijk telkens, maar wel regelmatig aan bod te komen in de in
§1 bedoelde rapporten.
De informatie die in artikel 34 §3, 1), 2) en 4) omschreven wordt, is in principe gebaseerd op de gegevens die de revalidatievoorzieningen geregistreerd hebben over de revalidatieprogramma’s die in het jaar voordien
(jaar x-1) zijn aangevat of verdergezet.
De informatie over de in artikel 34 §3, 3) bedoelde zorgpaden is in principe gebaseerd op de gegevens over de zorggebruikers die sinds de oprichting van de in artikel 36 bedoelde databank verschillende revalidatieprogramma’s hebben aangevat en die ook in het jaar x-1 een nieuw revalidatieprogramma hebben aangevat.
Behalve de in artikel 34 §3 vermelde informatie-elementen kunnen in de jaarrapporten ook andere gegevens opgenomen worden die relevant zijn voor het beleid inzake revalidatie van verslaafden.
De expertencommissie of het agentschap kunnen vragen om ook andere gegevens te registreren of op te nemen in het rapport.
§3. Het dient in principe mogelijk te zijn om vast te stellen welk deel van de gegevens van de jaarrapporten betrekking heeft op rechthebbenden en welk deel betrekking heeft op andere zorggebruikers.
Artikel 37. De in artikel 10 bepaalde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd verhoogd teneinde financieel tegemoet te komen in het TDI – registratieproject.
De in het eerste lid vermelde bedragen waarmee het revalidatieforfait werd verhoogd, is volledig indexeerbaar en is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013). Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Artikel 38. De financiële middelen die voor het registratieproject zijn uitgetrokken voor de revalidatie- revalidatievoorzieningen voor verslaafden enerzijds en anderzijds Sciensano, worden zowel door de revalidatievoorzieningen als door Sciensano exclusief aan dit project besteed. Deze middelen dekken alle onkosten die verbonden zijn aan de realisatie van het project.
Iedere externe financiële bijdrage aan het registratieproject moet worden bekendgemaakt in het in artikel 37 bedoelde rapport.
Opgemaakt te Brussel op 22 mei 2019 in 2 originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xxxxxxx Xxxxxxxx | Xx Xxxxxxxxxx |
De bestuurder van de revalidatievoorziening | De directeur van de revalidatievoorziening |
Xxxx Xxxxxxxx | Xxx Xxxxxxx |
M:\financ\calcul\ned\773\kompas2