Verpachting van jachtrechten in domeinen van het Agentschap Natuur en Bos
Verpachting van jachtrechten in domeinen van het Agentschap Natuur en Bos
Lozerheide, Kraanberg-Noord, Kraanberg-Zuid en Mangelbeekvallei- West , Mangelbeekvallei-Oost, Ortolaan, Grootdonkheide, Terril Heusden-Zolder en helderbeekvallei, en Kolis Pelt
Verpachtingsvoorwaarden
Nummer: ANB/TB/NOL/2020/1
Hoofdstuk I : Algemene bepalingen
Artikel 1. Doel en voorwerp van de jachtverpachting
§1. Voor de toepassing van deze verpachtingsvoorwaarden wordt verstaan onder:
- Agentschap: het Agentschap Natuur en Bos (ANB), opgericht bij het Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van 23 december 2005;
- De regiobeheerder: de ambtenaar van het Agentschap Natuur en Bos die verantwoordelijk is voor de beheerregio waarin de verpachte gronden gelegen zijn;
- De boswachter: de ambtenaar van het Agentschap Natuur en Bos die verantwoordelijk is voor de boswachterij waarin de verpachte gronden gelegen zijn;
- ANB-domein: een terrein in eigendom en beheer van het Agentschap Natuur en Bos;
- Ontvanger: personeelslid van Natuurinvest, belast met het ontvangen van de pachtgelden;
- Voorzitter: de ambtenaar van het Agentschap Natuur en Bos die de verpachtingszitting voorzit en de voorlopige toewijzing doet van de jachtrechten.
§2. Op deze aanbesteding (verder de ‘jachtverpachting’ genoemd) zijn, naast de in onderhavig document opgenomen bepalingen, van toepassing:
- Het Jachtdecreet van 24 juli 1991 en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd en de jachtwet van 28 februari 1882 voor zover nog van toepassing.
- Het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd.
- Het Bosdecreet van 13 juni 1990 en haar uitvoeringsbesluiten zoals tot op heden gewijzigd en de boswet van 19 december 1854 voor zover nog van toepassing.
Indien wijziging van decreten en uitvoeringsbesluiten tijdens de duur van de jachtverpachting een versoepeling betekenen ten opzichte van deze aanbestedingsvoorwaarden, kunnen die worden toegepast zolang ze niet in strijd zijn met de beheerdoelstellingen voor het gebied. De regiobeheerder zal hierover desgevallend beslissen.
§3. Het betrokken ANB-domein moet prioritair de functies vervullen die eraan zijn toegekend krachtens het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het Decreet voor natuurbehoud van 21 oktober 1997, waarvoor de jachtbeoefening geen belemmering mag zijn.
Het Agentschap kan gedurende de periode van de jachtverpachting het beheer van de verpachte gronden vrij bepalen. Bosexploitatie, natuurinrichtingswerken of andere beheerwerken zijn mogelijk, zonder dat dit aanleiding kan geven tot schadeclaims vanwege de jachtrechthouder. Ook in de loop van de verpachting kunnen bijkomende voorwaarden of verstrenging van de hier vernoemde jachtvoorwaarden worden opgelegd, zonder dat dit aanleiding kan geven tot schadeclaims vanwege de jachtrechthouder.
De jachtrechthouder zorgt ervoor dat personen die desgevallend met hem jagen de noodzakelijke kennis hebben over de beheerdoelstellingen en het door het ANB gevoerde beheer. Hij is ervoor verantwoordelijk dat deze personen, als belangrijke gebruikers van het openbaar domein, in hun communicatie en handelen, correct, respect- en tactvol omgaan met andere gebruikers, het brede publiek en de media. Desgevallend stemt men af met de boswachter of regiobeheerder.
§4. De jachtverpachting heeft meerdere doelstellingen: (i) inventarisatie en monitoring van het wild; (ii) wildbeheer conform consensustekst voor wild zwijn in de betreffende faunabeheerzones en het faunabeheerplan, natuurbeheerplan en in overeenstemming van de natuurdoelen voor de speciale beschermingszone; (iii) beheer van exoten en zomerganzen. De jachtverpachting heeft mede tot doel
schade aan eigen natuur- en bosdomeinen en aangelanden binnen aanvaardbare perken te houden. Specifieke doelen per lot worden toegelicht in hoofdstuk V.
§5. Door zijn deelname aan de verpachting bevestigt de kandidaat-jachtpachter akkoord te gaan met de voorwaarden vermeld in dit document
§6. Inlichtingen over deze verpachting kunnen enkel via email naar: xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxxxxxx.xx worden bekomen.
Artikel 2. Terreinen begrepen in de jachtverpachting – beschrijving van het lot of de loten
§1. De verpachting heeft betrekking op 8 loten.
De begrenzing van de loten is aangegeven op de liggingsplannen in bijlage 1. De grenzen van de loten kunnen vóór de verpachting op vraag aangewezen worden door de boswachter.
§2. Beknopt overzicht en oppervlakte van de loten
De oppervlakte en samenstelling van de loten is als volgt:
1. Lozerheide (Bocholt) – Totale oppervlakte: 208ha
2. Kraanberg-Noord (Houthalen-Helchteren) – Totale oppervlakte: 125ha
3. Kraanberg-Zuid en Xxxxxxxxxxxxxxxx-Xxxx (Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx) – Totale oppervlakte: 131ha
4. Mangelbeekvallei-Oost (Houthalen-Helchteren) – Totale oppervlakte: 52 ha
5. Ortolaan (Peer) – Totale oppervlakte: 81ha
6. Xxxxxxxxxxxxxx (Xxxxxxxxxxxx) – Totale oppervlakte: 38 ha
7. Terril Heusden-Zolder en helderbeekvallei (Heusden-Zolder) – Totale oppervlakte: 63ha en 120ha rustzone
8. Xxxxx Xxxx 00xx
§3. De jachtloten, samengesteld zoals op bijgevoegde kaartjes aangegeven, worden toegewezen zonder waarborg van wildstand en oppervlakte. Verschillen in oppervlakte van meer dan een tiende deel van het totaal, geven aanleiding tot een aanpassing van de pachtprijs in meer of in min naar gelang van het geval.
§4. Rekening houdend met het gegeven dat het Agentschap in de omgeving van de in deze verpachting begrepen percelen, eventueel in de toekomst nog bijkomende percelen kan verwerven of in beheer kan nemen, wordt uitdrukkelijk voorzien dat het Agentschap in de toekomst extra percelen onder de vorm van een bijakte in de verpachting kan opnemen. De regiobeheerder beslist aan welk lot ze worden toegevoegd op basis van de coherentie tussen het betrokken perceel en de percelen in de bestaande loten. In voorkomend geval wordt de pachtprijs evenredig verhoogd met de toename aan bejaagbare oppervlakte.
Artikel 3. Looptijd van de verpachting
De pacht zal lopen tot 30 juni 2022. De looptijd van de verpachting vangt aan na de betaling van de eerste pachtperiode en de waarborg voor : xxx 0, xxx 0, xxx0, xxx 4, lot 6, lot 7 en lot 8. Voor lot 5 vangt de looptijd aan vanaf 1 januari 2021.
Op schriftelijk verzoek van de jachtrechthouder kan de regiobeheerder de jachtpacht jaarlijks voor een periode van één jachtseizoen verlengen. Hiervoor dient de aanvraag daartoe uiterlijk 1 maand voor de hierboven vermelde einddatum (30 juni) per aangetekende brief of schriftelijk met ontvangstbevestiging aan de regiobeheerder bezorgd te worden. De jacht kan maximaal drie maal worden verlengd.
Stilzwijgende verlenging van de pacht is niet mogelijk.
Hoofdstuk II : Gunningsprocedure - betalingsvoorwaarden
Artikel 4: Gunningsprocedure - Verloop van de aanbesteding
§1. De aanbesteding zal plaatsvinden bij schriftelijk bod door middel van het biedingsformulier op de website: xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx. De biedingen moeten voor 2 september 2020 om 23u59 geregistreerd zijn.
De openbare aanbesteding van de loten vindt plaats op vrijdag 4 september 2020 om 10u in het VAC te Hasselt – Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx 00, xxx0, 0000 Xxxxxxx. De kandidaten worden niet geacht aanwezig te zijn op de openbare zitting. Aanwezigheid is toegelaten in kader van de openbaarheid, maar wordt sterk afgeraden omwille van de huidige gezondheidscrisis. Het is niet mogelijk om op deze openbare zitting nog een mondeling of schriftelijk bod uit te brengen. De kandidaten ontvangen na de openbare zitting allemaal een mail met een overzicht van de biedingen en toewijzing. Indien niet voor alle loten een geldig bod wordt ontvangen zal automatisch worden overgegaan tot een tweede aanbesteding op 18 september 2020 onder dezelfde aanbestedingsvoorwaarden voor die loten waarvoor geen bod werd ontvangen.
§2. De biedingen moeten verplicht worden uitgedrukt in Euro en in het Nederlands. De bieding betreft het te betalen bedrag voor de eerste periode tot 30 juni 2022 en nadien voor elk jaar en is vrij van BTW volgens art. 6 Wetboek van BTW.
§3. Het agentschap bepaalt voorafgaand aan de openbare aanbesteding een minimum bod per lot. Dit minimale bod wordt vermeld per lot in Hoofdstuk V. Biedingen onder dit minimum zijn ongeldig.
§4. Het jachtrecht wordt tijdens de zitting voorlopig toegekend aan de hoogste bieder voor zover zijn bod niet lager is dan het minimale bod. Het recht van hoger bod kan uitgeoefend worden conform artikel 11, 2e lid van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 en voor zover werd deelgenomen aan de zitting met een geldig bod. Slechts na goedkeuring door het hoofd van het agentschap of diens gedelegeerde, zal het jachtrecht definitief toegekend worden.
§5. Alle geschillen tijdens de zitting zullen geregeld worden door de ambtenaar van het agentschap die de verpachting voorzit.
§6. Het agentschap kan beslissen om de loten die na de tweede zitting definitief ingehouden werden, nadien via een onderhandelingsprocedure met één of meerdere kandidaten, toe te wijzen, onverminderd de toepassing van artikel 11, 2e lid van het jachtdecreet.
Artikel 5. Toegang tot de gunningsprocedure - houders van het jachtrecht
§1. Het jachtrecht kan uitsluitend toegewezen worden aan natuurlijke personen of erkende wildbeheereenheden (WBE’s).
Het minimum en maximum aantal jachtrechthouders per lot is beschreven in hoofdstuk V.
Ingeval van een natuurlijk persoon wordt er 1 hoofdjachtrechthouder aangeduid met medejachtrechthouders. Ingeval van een WBE worden door de WBE er 1 hoofdjachtrechthouder aangeduid met medejachtrechthouders. De (mede)jachtrechthouders zijn vervangbaar mits schriftelijke goedkeuring door de regiobeheerder. Alle jachtrechthouders moeten in het bezit zijn van een geldig jachtverlof. Het zijn enkel de jachtrechthouder en medejachtrechthouders die kunnen gebruik maken van het jachtrecht, tenzij bij een drukjacht.
§2. De bieder voldoet aan minstens één van volgende voorwaarden:
• de bieder is in het bezit van een geldig jachtverlof;
• de bieder is een erkende WBE, op voorwaarde dat de persoon die de bieding namens de WBE uitvoert een volmacht heeft.
• de bieder is in het bezit van een volmacht, op voorwaarde dat de volmachtgever in het bezit is van een geldig jachtverlof
Een kopie van de bovengenoemde documenten (volmachten en jachtverloven) wordt bij een gesloten inschrijving, op straf van nietigheid van het bod, bij de bieding gevoegd via het online biedingsformulier.
De bieder voorziet een overzicht (voorzien op het online biedingsformulier) van de hoofdjachtrechthouder en medejachtrechthouders op straf van nietigheid van het bod. De respectievelijke jachtverlofnummers van alle kandidaat medejachtrechthouders dienen ingevuld te zijn op het formulier.
§3. Onderverhuring kan enkel door een WBE via een schriftelijk verzoek aan de regiobeheerder. Na onderverhuring blijft de WBE echter coördineren en aanspreekpunt voor ANB.
§4. Het agentschap kan in elke fase van de gunning en tijdens de looptijd van de pacht, de nodige informatie over veroordelingen inwinnen of opvragen. De jachtrechthouder is verplicht om elke veroordeling inzake jacht en beschermde soorten van zichzelf of van zijn genodigden onverwijld aan de regiobeheerder te signaleren. De regiobeheerder kan deze personen desgevallend uitsluiten van deelname aan de jacht. Overtreding van deze bepaling leidt, afhankelijk van het ogenblik van vaststelling, ofwel tot niet-gunning van de jachtverpachting of tot ontbinding van de lopende pachtovereenkomst.
Artikel 6: Betalingsvoorwaarden
§1. De pachtprijs wordt betaald aan Natuurinvest en is te storten op (IBAN)
XX00 0000 0000 0000 (BIC: XXXXXXXX) met vermelding: ‘Xxxxxxxxxx (XXXX XXXXXX) - XXX/XXX/XXX/0000/0– NAAM PACHTER.’
De betalingen dienen te worden voldaan binnen de 30 kalenderdagen na het bericht van definitieve toewijzing. De daaropvolgende jaren zijn de betalingen telkens te doen vóór 31 december voorafgaand aan het jaar waarop de betaling betrekking heeft.
§2. Het eerste jaar stort de pachter, naast de jaarlijkse pachtprijs, een bedrag van 10% van de jaarlijkse pachtprijs als waarborg. Deze som is verschuldigd binnen dezelfde termijn als het pachtgeld en wordt op dezelfde rekening gestort met de vermeldingen:
Waarborg Jachtverpachting Overeenkomstnummer: ANB/TBO/NOL/2020/1 Naam pachter: XXX
Het Agentschap kan van ambtswege de sommen die haar toekomen van de waarborg afhouden. Dit kan onder meer gebeuren ingeval van opzegging van het contract (zie art. 14 hieronder), bij toegebrachte schade of ingeval de pachthouder niet of niet tijdig voldoet aan de vorderingen die ingesteld werden op basis van de verleende pacht.
§4. Het jachtrecht kan pas uitgeoefend worden na betaling van de pachtprijs en van de waarborg.
§5. Indien de betalingen niet op de vastgestelde vervaldag gedaan worden, zullen de verschuldigde sommen van rechtswege en zonder aanmaning een intrest gelijk aan de wettelijke intrest opleveren vanaf de vervaldag. Voor het berekenen van de intrest zal elke maand voor dertig dagen geteld worden. De intrest wordt per maand berekend; met een gedeelte van een maand wordt geen rekening gehouden. De basissom zal afgerond worden tot de hogere euro en de slotsom tot de hogere euro.
Na afloop van dit contract kan de jachtpachter de waarborg of in voorkomend geval het saldo ervan, bij Natuurinvest terugvorderen. Na verklaring van de regiobeheerder dat de opdrachthouder al zijn verplichtingen nakwam, wordt de borg teruggestort.
Hoofdstuk III : Algemene bepalingen i.v.m. de uitoefening van het jachtrecht
Artikel 7: Jachtplan, zonering en jachttijden.
§1. De jacht wordt uitgevoerd op het ingediende jachtplan van het Agentschap voor Natuur en Bos. Er is een goedgekeurd faunabeheerplan voor de regio. Het afschotplan en eventuele melding van bijzondere jacht of bestrijding wordt door het ANB aangevraagd. Bij een positieve evaluatie kan de regiobeheerder aan de jachtrechthouder schriftelijk toestemming geven om het jachtplan en alle bijkomende verplichtingen (i.a. faunabeheerplan, afschotplan, wildrapport) zelf in te dienen.
§2. Met het oog op een evenwichtig samengaan van natuurbehoudsdoelstellingen, toegankelijkheid en faunabeheer, kunnen in het verpachte domein zogenaamde ‘rustzones’ aangeduid worden. Deze zones worden vermeld bij de bijzondere voorwaarden in hoofdstuk V en desgevallend aangeduid op het plan in bijlage 1.
In de rustzones wordt normalerwijze niet gejaagd. Jacht is in deze zones enkel mogelijk op schriftelijke vraag van de regiobeheerder en op de door de regiobeheerder voorgestelde wijze en tijdstippen. De rustzone is niet toegankelijk buiten de voorgestelde tijdstippen.
De regiobeheerder kan om natuurbehoudsredenen (bv. naar aanleiding van bijzondere broedgevallen) bijzondere tijdelijke rustzones afbakenen. De omvang en duur ervan wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke.
§3 De periodes waarin kan gejaagd worden, worden vermeld per lot in hoofdstuk 5. Er wordt niet gejaagd op zaterdag, zon- en feestdagen.
Artikel 8: Toegestane jachtvormen
Binnen de perken van door de wet toegestane jachtvormen voor de verschillende wildsoorten en afhankelijk van de bijzondere voorwaarden zoals bepaald in hoofdstuk V, worden in het kader van deze verpachting de volgende jachtvormen toegestaan:
- Individuele aanzitjacht
o Het staat de jachtrechthouder vrij om op alle toegelaten dagen gebruik te maken van de goedgekeurde jachtkansels.
- Drukjacht
o Drukjachten kunnen mits goedkeuring door de regiobeheerder georganiseerd worden op initiatief van de jachtrechthouder of opgelegd door de regiobeheerder.
o De jachtrechthouder treft zelf, in nauwe samenwerking met de plaatselijke boswachter, de nodige wettelijk bepaalde en praktische voorbereidingen (o.a. draaiboek) om te zorgen voor een efficiënt en veilig verloop;
o De data worden bepaald in nauw overleg met de jachtrechthouder, die zich engageert dat op elke drukjacht een voldoende aantal kansels zijn bemand en tevens zal instaan voor een voldoende aantal ‘stille drijvers’;
o In afwijking van art. 5 §1 van deze voorwaarden, kunnen daarbij externe jagers uitgenodigd worden. De jachtrechthouder bezorgt de lijst met genodigden (naam, nr jachtverlof) tenminste 7 dagen voor de jachtactiviteit aan de regiobeheerder.
- Vangkooien:
o Het ANB kan het gebruik van vangkooien opleggen aan de jachtrechthouder (bij bijzondere jacht).
o De jachtrechthouder engageert zich dat de vangkooien tijdens de periode waarin ze op scherp staan dagelijks gecontroleerd worden. De periode waarin de vangkooien op scherp staan wordt opgelegd door ANB en kan maximaal 60 dagen per jaar bedragen. Op eigen initiatief kan de jachtrechthouder de periode waarin de kooi op scherp staat uitbreiden. Everzwijnen die worden gevangen in de kooi worden eigendom van de jachtrechthouder en onder zijn toezicht afgeschoten.
− Jacht op ganzen
o Jacht op gans is toegelaten gebruik makend van de wettelijk toegelaten middelen en methoden.
Artikel 9: Jachtkansels
§1. Schieten van grofwild zal, uit veiligheidsoverwegingen t.o.v. de andere bosgebruikers en met het oog op een passend afschot, uitsluitend gebeuren vanop jachtkansel. Het aantal jachtkansels wordt vastgelegd in overleg met de boswachter en regiobeheerder.
§2. Deze jachtkansels worden door de jagers zelf geplaatst of verplaatst. Het ontwerp (afmetingen, materialen) van de kansels wordt voorafgaandelijk aan de plaatsing door de jachtrechthouder ter goedkeuring voorgelegd aan de boswachter. Iedere jachtkansel dient een nummer te dragen.
De jachtrechthouder bezorgt jaarlijks of bij elke wijziging aan de boswachter een kaart waarop de locatie van de kansels met nummer is aangegeven. De boswachter kan in overleg met de jachtrechthouder richtlijnen geven m.b.t. de exacte (ver-)plaatsing van de jachtkansels of kan jachtkansels op bepaalde locaties weigeren.
§3. Het is de jagers niet toegelaten om maai-, kap- of andere beheerwerken uit te voeren in de omgeving van de jachtkansels of elders tenzij met schriftelijke toelating afgeleverd door de boswachter.
§4. Het bijvoederen en aanleggen van wildweides is verboden.
§5. De jachtrechthouder stelt desgevallend aan de boswachter voor bij welke jachtkansels zal worden aangekorreld. Aankorrelen voor wild zwijn is toegelaten volgens de voorwaarden die van toepassing zijn krachtens de geldende uitvoeringsbesluiten van het jachtdecreet. De locatie wordt op kaart aan de boswachter bezorgd. Aankorrelen mag gebeuren van 1 maand voor de jacht in het specifiek gebied is geopend tot de laatste dag van de jacht (zie hoofdstuk V).
§6. De tijdstippen waarop de jachtkansels mogen worden geplaatst en de duur van plaatsing wordt met de boswachter besproken. Het is mogelijk dat de jachtkansels na de duur van de jachtperiode moeten worden verwijderd van het terrein.
Artikel 10: Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid
§1. Het ANB is niet verantwoordelijk voor ongevallen die kunnen gebeuren ten gevolge van de jacht. De jagers zijn verantwoordelijk voor schade aan derden veroorzaakt door de uitoefening van hun jachtactiviteit.
§2. De jachtrechthouder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door het wild in zoverre het afkomstig is uit de gebieden waarin hij het jachtrecht heeft en voor de soorten waarop hij de jacht of bestrijding heeft mogen uitoefenen.
Dit geldt evenzeer voor schade, aangebracht door schadelijke dieren die niet als wild gerangschikt zijn, en waarvoor de pachter schriftelijk machtiging of opdracht gekregen heeft om deze te vangen en/of te doden.
§3. De jachtrechthouder is eveneens aansprakelijk als naar recht tegenover het Vlaamse Gewest voor de schade, veroorzaakt in haar domeinen door een teveel aan bejaagbaar wild of een teveel aan soorten vermeld onder artikel 57 van het Jachtvoorwaardenbesluit en niet als wild gerangschikte soorten.
§4 indien de jachtrechthouder wildschade vaststelt in of vlakbij het lot, meldt hij dit onmiddellijk aan de regiobeheerder.
Artikel 11. Overige bepalingen
§1. Het gebruik van wildcamera’s/cameravallen is binnen de wettelijke normen toegelaten.
De jachtrechthouder houdt een lijst bij van gebruikte wildcamera’s en van de locaties en tijdstippen waarop ze worden ingezet. Deze lijst met bijhorende kaart en alle gemaakte opnames worden aan de regiobeheerder bezorgd wanneer hij er om vraagt en hij kan er vrij over beschikken. De regiobeheerder kan bepaalde locaties voor wildcamera’s verbieden.
§2. De jachtrechthouder mag geen enkel bord of aanduiding betreffende het jachtrecht aanbrengen zonder de voorafgaande toestemming van de regiobeheerder, behalve voor de berichten die worden voorzien in de jachtwetgeving. Het aanbrengen van dergelijke borden of aanduidingen aan bomen, mag niet op een wijze gebeuren die schade toebrengt aan de boom. Het gebruik van nagels, vijzen, verf en dergelijke is dan ook uitgesloten. Tijdelijke aanduidingen en alle andere sporen van jachtactiviteiten, zijn na de jachtactiviteit onmiddellijk te verwijderen.
§3. De jachtrechthouders engageren zich om ten allen tijde uitsluitend te (laten) jagen met een goed ingeschoten geweer. Jachtrechthouders en genodigden moeten op vraag van het Agentschap een bewijs kunnen voorleggen dat zij een oefening hebben gedaan in een schietcinema met bewegende beelden. Dit bewijs mag maximaal 12 maanden oud zijn.
§4. Met uitzondering van beperkingen i.v.m. de veiligheid die opgelegd worden tijdens een drukjacht, mag de beoefening van de jacht onder geen beding het vrije verkeer belemmeren van bosexploitanten, aannemers aangesteld door ANB, recreanten op de boswegen of in gedeelten van het bos waar hun aanwezigheid door het Agentschap voor Natuur en Bos wordt geduld, welke ook de redenen daarvan zijn. Men is zich er van bewust dat de mogelijkheid zich voordoet dat grote bos- of natuurwerken plaatsvinden.
§5. In afwijking van de bepalingen van art. 25, §2, art. 39, §2 en art. 51 §2 van het Jachtvoorwaardenbesluit, is het gebruik van dode en kunstmatige lokdieren uitsluitend toegestaan na akkoord door de regiobeheerder.
§6. De jachtrechthouder staat in overleg met de regiobeheerder voor het nemen van de preventieve handelingen bedoeld in het Ministerieel besluit van 12 mei 2014 (code van goede praktijk).
§7. In afwijking van art. 45 van het Jachtvoorwaardenbesluit, dient ook de bestrijding (inclusief bestrijding uitgevoerd conform art. 57 van het Jachtvoorwaardenbesluit en de bestrijding van exoten) door bijzondere veldwachters aangesteld door de jachtrechthouder, gemeld te worden bij de regiobeheerder.
§8. De jachtgroep wordt eigenaar van het geschoten stuk wild zonder extra kosten.
§9 De jachtgroep is zelf verantwoordelijk voor het afvoeren van slachtafval van everzwijnen naar Rendac. Er mag niets op terrein worden achtergelaten. Men is bijzonder waakzaam en neemt alle nodige preventieve maatregelen ikv Afrikaanse varkenspest.
Art. 12. Bepalingen in verband met de toegankelijkheid
§1. De in deze verpachting begrepen gronden mogen slechts gewapend betreden worden tijdens de periodes dat de jacht toegelaten is en om een effectieve jachtdaad te stellen. Loslopende honden mogen slechts op het terrein gebracht worden om effectief te jagen. Observatie of telling van het wild gebeurt ongewapend, zonder honden, te voet en op de opengestelde wegen.
§2. Op het verpachte terrein is geen gemotoriseerd verkeer toegelaten, behoudens op de wegen die door de boswachter worden toegelaten. De periodes en redenen dat gemotoriseerd verkeer is toegelaten worden bepaald door de boswachter.
Hoofdstuk IV - Rapportage, staalnames, meldingen en maatregelen bij niet- naleven van de aanbestedingsvoorwaarden
Artikel 13. Schotregistratie en nazoeken
§1. De jachtrechthouder dient ervoor te zorgen dat de boswachter een sms-bericht ontvangt bij het afvuren van elk schot, onmiddellijk na het schot (binnen de 15 minuten) met melding vanop welke hoogzit werd geschoten, op welk dier werd geschoten en of het ter plaatse ligt
o Indien het dier niet ter plaatse ligt, maar wel binnen de 50 meter wordt gevonden ,
wordt van xxxxx het dier gevonden wordt een melding daarvan gestuurd naar de boswachter.
o Indien het dier niet ter plaatse ligt en ook niet binnen de 50 meter wordt gevonden,
wordt beslist om te laten nazoeken. Daarvan wordt een melding gestuurd naar de boswachter. Na afloop van de nazoek wordt ook het resultaat ervan gemeld.
§2. Bij elk gemist schot en/of bij ieder vermoedelijk gekwetst dier zal worden nagezocht met behulp van een gekwalificeerde zweethond. De jager -of een medejager- neemt zelf deel aan het nazoekwerk.
Artikel 14. Monitoring en rapportering
§1. Aanvullend bij de bepalingen van art. 19 en 20 van het Jachtvoorwaardenbesluit, geldt de volgende regeling:
De jachtrechthouder zorgt voor een overzicht van zijn jachtactiviteiten met vermelding van de datum, duur van de activiteit, naam van de jager, hoogzit/locatie waar gezeten werd, waarnemingen van wild, aantal schoten, geschoten dieren, labelnummers, geslachten en gewichten.
§2. Jaarlijks, of tussentijds op vraag van regiobeheerder of boswachter, worden de jachtactiviteiten (art14. §1.) en de resultaten van het voorbije jaar (o.a. wildrapport) gerapporteerd. Deze rapportage mag digitaal onder vorm van een excel-, word- of pdf-file.
§3. De regiobeheerder organiseert jaarlijks een overleg waaraan de jachtrechthouder, de regiobeheerder en de betrokken boswachter deelnemen. De jachtrechthouder bezorgt ten laatste 1 week voor dit overleg de documenten besproken in §2.
§4. Specifieke waarnemingen van soorten bepaald door de regiobeheerder (o.a. wolf), worden per direct gerapporteerd aan de boswachter.
Artikel 15. Maatregelen bij niet-naleving van de aanbestedingsvoorwaarden
Het niet-naleven van de jachtwetgeving, niet-naleven van één van de bepalingen van deze aanbestedingsvoorwaarden, onderstaande bijzondere voorwaarden of onveilig/onaanvaardbaar gedrag, kan de onmiddellijke opzegging van de jachtpacht tot gevolg hebben zonder dat zal worden overgegaan tot welke terugbetaling dan ook door het ANB. De uitsluiting gebeurt door het hoofd van ANB of diens gedelegeerde, op basis van een gemotiveerd advies van de regiobeheerder.
In het geval van een dergelijke opzeg, wordt de onder art. 6, §3 vermelde borg volledig ingehouden als vergoeding voor administratieve onkosten bij het ANB.
De regiobeheerder zelf kan om dezelfde reden en onder de vorm van een met redenen omklede beslissing die betekend wordt aan de jachtrechthouder, genodigden tijdelijk of voor de rest van de lopende jachtperiode, uitsluiten van de jacht.
Artikel 16. Rechtsvordering
Elke rechtsvordering van de jachtrechthouder wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank te Brussel, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.
Hoofdstuk V Bijzondere voorwaarden per lot
Artikel 17 Bijzondere bepalingen voor lot 1 - Lozerheide
§1 De doelstelling te Lozerheide is het voorkomen van vestiging van wild zwijn. Schade is niet toelaatbaar in de omgeving van de vijvers en vloeiweides met een zeldzame en kwetsbare fauna en flora. In Lozerheide is er momenteel geen vestiging van wild zwijn, ze komt er wel zeer sporadisch voor. De verpachting bestaat er in om bij vestiging van zwijn of bij het optreden van schade over te gaan tot (bijzondere) jacht. Het terrein is dus zeker niet jaarrond toegankelijk en er zijn geen jachtdagen op wild zwijn gegarandeerd. Er wordt wel een goede monitoring verwacht die eventuele vestiging van wild zwijn snel detecteert, en vervolgens snel handelen toelaat.
In de omgeving van de vijvers is er een ernstige verstoring door de aanwezige zomerganzen. Deze dragen bij tot vraat aan de vijver- en oevervegetatie, verstoring van de overige fauna en eutrofiëring van het water. Na opdracht van de boswachter gaat de jachtrechthouder over tot afschot van de aanwezige zomerganzen en exotische ganzen. Van de jachtrechthouder wordt verwacht dat hier grote inspanningen worden geleverd. De regiobeheerder kan opdracht geven aan derden om zomerganzen af te vangen.
§2. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
o Canadese gans, Grauwe gans
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden, o.m. nijlgans
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend met schriftelijke opdracht van de regiobeheerder
§3. Toegelaten jachtperiode:
Elke jachtactiviteit dient een schriftelijke toestemming te krijgen van de regiobeheerder of de bevoegde boswachter.
§4. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 1: hoofdjachtrechthouder en minimaal 1, maximaal 2 medejachtrechthouders.
§5. Minimum bod
Het minimum bod van lot 1 bedraagt 100,- euro
Artikel 18 Bijzondere bepalingen voor lot 2 – Kraanberg-Noord
§1 Te Kraanberg-Noord is een deel van de gronden verhuurd aan de Groep Machiels. Een deel van de site is omheind en binnen deze omheinde site is de doelstelling om geen vestiging van zwijn te realiseren. De toegankelijkheid tot deze site is beperkt in tijd en ruimte en ondergeschikt aan de operationele werking van de Groep Machiels. De jachtrechthouder dient naast de voorschriften van deze verpachting bijkomende afspraken te maken met de Groep Machiels. Na gunning dient de jachtrechthouder met de Groep Machiels afspraken te maken en deze schriftelijk te documenteren. Enkel na goedkeuring hiervan door de jachtrechthouder, Groep Machiels en ANB kan de jacht starten. Elke jachtdag dient tenminste 2 dagen vooraf aangevraagd te worden bij groep Machiels. In het gebied worden zones begraasd door schapen in de periode september – oktober. Tijdens de begrazing is in die zones geen jacht mogelijk.
§2 Voor de percelen te Kraanberg-Noord die niet onder §1 vallen, is de vestiging van wild zwijn toegelaten. De populatie wordt intensief beheerd ter voorkoming van schade zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§3. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§4. Toegelaten jachtperiode:
• 1 september om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23.59 uur op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§5. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 2: 1 hoofdjachtrechthouder en minimum 3, maximaal 5 medejachtrechthouders.
§6. Minimum bod
Het minimum bod van lot 2 bedraagt 1400,- euro
Artikel 19 Bijzondere bepalingen voor lot 3 – Kraanberg Zuid en Mangelbeekvallei-West
§1 De populatie wordt beheerd ter voorkoming van schade zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§2. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§3. Toegelaten jachtperiode:
• 1 september om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23u59 op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§4. Minimum bod
Het minimum bod van lot 3 bedraagt 250,- euro
Artikel 20 Bijzondere bepalingen voor lot 4 – Mangelbeekvallei-Oost
§1 De populatie wordt intensief beheerd ter voorkoming van schade zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§2. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§3. Toegelaten jachtperiode:
• 1 september om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23u59 uur op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§4. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 4: 1 hoofdjachtrechthouder en 2 medejachtrechthouders.
§5. Minimum bod
Het minimum bod van lot 4 bedraagt 250,- euro
Artikel 21 Bijzondere bepalingen voor lot 5 - Ortholaan
§1 De populatie wordt intensief beheerd ter voorkoming van vestiging van everzwijn zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§2. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§3. Toegelaten jachtperiode:
• 1 september om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23u59 uur op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§4. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 5; 1 hoofdjachtrechthouder en 2 medejachtrechthouders
§5. Minimum bod
Het minimum bod van lot 5 bedraagt 250 euro
Artikel 22 Bijzondere bepalingen voor lot 6 - Grootdonkheide
§1 De populatie wordt intensief beheerd ter voorkoming van schade zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§2. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§3. Toegelaten jachtperiode:
• 1 september om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23u59 uur op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§4. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 6: 1 hoofdjachtrechthouder en minimaal 1 medejachtrechthouder, maximaal 3 medejachtrechthouders toegelaten.
§5. Minimum bod
Het minimum bod van lot 6 bedraagt 380 euro
Artikel 23 Bijzondere bepalingen voor lot 7 Terril Heusden-Zolder en Helderbeekvallei
§1 De populatie wordt intensief beheerd ter voorkoming van schade zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§2. De terril, op de kaart in bijlage 1, aangeduid met een groene omlijning, wordt beschouwd als rustzone volgens artikel 7 §2. Deze oppervlakte mag desgevallend wel worden ingetekend in het jachtplan.
§3. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§4. Toegelaten jachtperiode:
• 1 juli om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23u59 uur op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§5. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 7: 1 hoofdjachtrechthouder en minimaal 1, maximaal 2 medejachtrechthouders
§6. Minimum bod
Het minimum bod van lot 7 bedraagt 200 euro
Artikel 24 Bijzondere bepalingen voor lot 8 Xxxxxx Xxxx
§1 De populatie wordt intensief beheerd ter voorkoming van schade zoals beslist in de faunabeheerzones en lokaal overleg.
§3. Het jachtrecht is beperkt tot de volgende wildsoorten:
• grof wild:
o wild zwijn
• Invasief uitheemse soorten moeten worden bestreden
• uitzonderlijk andere soorten, uitsluitend in opdracht van de regiobeheerder
§4. Toegelaten jachtperiode:
• 1 september om 0.01 uur tot en met 28/29 februari om 23u59 uur op everzwijn en exoten
• Afschot buiten die periode maakt deel uit van een machtiging afgeleverd door de regiobeheerder.
§5. Aantal jachtrechthouders:
Voor lot 8: 1 hoofdjachtrechthouder
§6. Minimum bod
Het minimum bod van lot 8 bedraagt 100 euro
Bijlagen:
1. Plan met aanduiding van de in de verpachting begrepen gronden
Xxxx Xxxxx
Digitaal ondertekend door Xxxx Xxxxx (Signature)
(Signature) Datum: 2020.08.13
09:47:13 +02'00'
Xx. Xx. Xxxx Xxxxx
Regiobeheerder Lage tot aan Hoge Kempen Agentschap voor Natuur en Bos