JAARSTUKKEN 2019
Werkvoorzieningschap Aanvullende
Arbeid Venlo e.o.
Xxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxx
Tel.: 000-0000000
Fax: 000-0000000
E-mail: xxxx@xxxxxxxx.xx Venlo, 19 februari 2020
JAARSTUKKEN 2019
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WAA
WAA Venlo x.x. Xxxxxxxxxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxx
Tel.: 000-0000000
Inhoudsopgave
6
1.1 Programmaverantwoording 11
1.1.2 Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau 11
1.1.3 Beleidsvisie van het bestuur 11
1.1.5 Ontwikkelingen in de Wsw 13
1.1.6 Programma sociale werkvoorziening 14
1.1.6.4 Overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien 18
1.1.7 Realisatie van doelmatigheid en rechtmatigheid 18
1.1.8 Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening 19
1.2.1 Paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing 20
1.2.1.1 Risico’s voor het Schap als publiekrechtelijke organisatie 20
1.2.1.2 Bedrijfsrisico’s vanuit het ondernemerschap 23
1.2.2 Onderhoud kapitaalgoederen 24
28
2.2 Overzicht van baten en lasten 32
2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 33
2.3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2019 35
2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten 37
2.3.4 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid 40
2.3.4.1 Analyse begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid van afwijkingen 40
2.3.5.1 Overzicht van baten en lasten naar gemeentelijke taakvelden 41
2.3.6.1 Gebeurtenissen na balansdatum 41
42
3.1 Recapitulatie begrotingsevenwicht 42
3.4 Overzicht verdeling reguliere gemeentelijke bijdragen 2019 44
3.5 Voorstel resultaatbestemming 44
1. Jaarverslag
Voor u ligt de jaarrekening 2019 van de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap Aanvullende Arbeid Venlo en omstreken (hierna te noemen het Schap). Deze jaarrekening is opgemaakt conform de verplichte verslaggevingsvoorschriften voor een Gemeenschappelijke Regeling zoals verwoord in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
• Algemeen
Participatiewet en Wsw c.a.
Daar waar WAA zich vroeger richtte op het bieden van passende arbeid voor alle mensen uit de regio met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, is dat met een eerste koerswijziging in 2013 veranderd. Vanaf 2013 richt WAA zich nl. in haar strategische koers sec op de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is vanaf 1-1-2015 als zelfstandige regeling opgegaan in de Participatiewet, maar wel met een status aparte; de Wsw is vanaf dat moment gesloten voor nieuwe instroom en nog alleen beschikbaar voor mensen met een (dreigend) grote afstand tot de arbeidsmarkt, die al vóór 1-1-2015 in de Wsw zaten. Iedereen die tot en met 2014 is ingestroomd blijft in de Wsw met volledig behoud en inachtneming van alle onder de oude Wsw opgebouwde rechten en plichten. Hiervoor gelden onveranderd de specifieke Wsw wet- en regelgeving en Wsw (arbeids-)condities die vanaf 2014 één op één en onveranderd na 2014 zijn doorgetrokken in de Participatiewet.
Omdat de Wsw een onderdeel is geworden van de overkoepelende Participatiewet zijn, evenals in vorige jaren, naast de specifieke Wsw items ook in 2019 de algemene kaders en uitgangspunten van de Participatiewet voor het Schap - als regievoerder voor de Wsw voor haar deelnemende gemeenten
- en in haar verlengde de uitvoeringsorganisatie WAA groep nv, normatief en kader stellend. In de Participatiewet staat het werken naar vermogen en draagkracht in een zo regulier mogelijke omgeving centraal. Dit sluit naadloos aan op de strategische beweging “van binnen naar buiten” die WAA al vanaf 2014 volgt. In de kern was de opdracht voor WAA vanaf 2014: transformeren van een “commercieel gerichte, brede uitvoeringsorganisatie voor de hele onderkant van de arbeidsmarkt met diverse eigen activiteiten in eigen beheer” naar een “sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor sec Wsw-ers dat d.m.v. diverse vormen van detacheringen mensen plaatst bij reguliere bedrijven”. Een beweging die WAA vanaf 2014 met verve heeft opgepakt en die medio 2018 is afgerond.
De visie en missie van WAA is en blijft erop gericht om al haar mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt zo veel als mogelijk te plaatsen in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving, rekening houdend met de mogelijkheden en onmogelijkheden van cliënten. Een visie en missie die naadloos aansluit bij de kaderwet waarbinnen WAA opereert.
Doordat de Wsw vanaf 2015 een gesloten regeling is, wordt deze regeling met in het verlengde hiervan de Wsw-bezetting bij WAA geleidelijk en via natuurlijk verloop afgebouwd. De organisatie WAA bevindt zich hierdoor vanaf 2015 in een permanente staat van krimp. In het verlengde hiervan bouwt ook de WAA organisatie al vanaf 2015 geleidelijk af.
Per 1-1-2018 heeft voor WAA een, boven op de natuurlijke uitstroom en krimp, versnelde afbouw plaatsgevonden. De strategische koers van WAA is toen in lijn met de ingezette beweging “van binnen naar buiten” én de transformatie naar een sociaal duurzaam Sw-detacheringsbedrijf nader aangescherpt. Met ingang van 1-1-2018 is nl. bestuurlijk door de deelnemende gemeenten besloten dat vanaf die datum gemeenten zélf en dírect volledig verantwoordelijk zijn geworden voor het bieden van passende arbeid voor de zgn. Beschutte groep Wsw-ers. Dit zijn mensen die onder de Wsw vallen en die (blijvend) aangewezen (zullen) zijn op intern beschut werk en een loonwaarde hebben tot maximaal 30%. Vanaf die datum zijn de gemeenten derhalve zgn. materieel werkgever voor deze groep en zélf direct verantwoordelijk voor de regie en plaatsing van deze groep. Gemeenten geven uitvoering aan hun verantwoordelijkheid door beschermde werkplekken in m.n. de eigen woonbuurt van deze mensen te realiseren. Waar in WAA als multi-mkb-bedrijf de nadruk lag op maximalisatie van de toegevoegde waarde ligt bij de beschutte doelgroep nu de focus op kostenminimalisatie. De overige Wsw-ers blijven vanaf 1-1-2018 onverminderd onder regie en directe verantwoordelijkheid van WAA vallen. Het betreft dan die personen uit de totale Wsw doelgroep met een loonwaarde van 30% of hoger, die bereid en in staat zijn in een reguliere omgeving – al dan niet onder WAA- begeleiding – aan de slag te gaan. WAA heeft vanaf 1-1-2018 de verantwoordelijkheid om onder haar regie zoveel mogelijk deze groep Wsw-ers d.m.v. passend werk te plaatsen bij reguliere werkgevers.
Dit zijn werkplekken die, als gevolg van natuurlijk verloop, door medewerkers zonder SW- dienstverband en een loonwaarde van meer dan 30% vervuld kunnen worden.
Strategische koers en organisatie
De huidige koers, zoals concreet vertaald in het strategische koersdocument “Samen Anders!, is o.a. vorm gegeven door vanaf 2014 alle eigen activiteiten van WAA groep nv gecontroleerd en geconditioneerd af te stoten en “naar de markt te brengen”. Bij alle vervreemdingen zijn hierbij betrokken medewerkers in alle gevallen zoveel als mogelijk het werk gevolgd. Met de laatste vervreemdingen per medio 2018 is dit onderdeel van de in 2014 ingezette koers afgerond en staat WAA voortaan synoniem voor een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor Wsw-ers met een loonwaarde van 30% of meer uit de deelnemende gemeenten. WAA heeft zich vanaf 2014 geleidelijk ontwikkeld van een breed SW-bedrijf met een veelheid van activiteiten onder eigen regie (“multi- mkb-bedrijf” voor uitvoering van de Wsw) tot het beoogde sociale duurzame detacheringsbedrijf voor de Wsw dat er vanaf medio 2018 staat. XXX richt zich vanaf medio 2018 derhalve alleen nog op het (her)plaatsen en detacheren van haar Wsw-medewerkers in een zo regulier mogelijke arbeidsomgeving. Vanaf die datum is de organisatie WAA in een volgende fase gekomen; van na- en uittrillen in 2018 naar optimaliseren en finetunen vanaf 2019.
Daar waar het jaar 2018 voor de organisatie en veel mensen bij WAA veelal nog in het teken heeft gestaan van afscheid nemen van hetgeen er vroeger (tot medio 2018) was, heeft 2019 in het teken gestaan van oppakken en op- en uitbouwen en verder structureren en optimaliseren van alle structuren en processen bij WAA. Waarbij alles sec gericht en gefocust is op het extern plaatsen van alle SW-medewerkers in een zo regulier mogelijke externe omgeving. In dit kader heeft WAA in 2019 een begin gemaakt met een intern programma voor alle medewerkers die in dit plaatsingsproces een primaire of direct ondersteunde rol spelen onder de noemer “Resultaat gericht werken”. Kern hierbij is de mensen en de organisatie meer focus te geven op het samen bereiken van de vereiste resultaten maar wel met oog en oor voor een goede balans en belangenafweging tussen zowel klant- als medewerker- als WAA organisatiebelangen. De kern hierbij is eigen verantwoordelijkheid en gericht op resultaten maar wel in partnership. Een proces van optimaliseren en finetuning van WAA dat in 2019 is opgepakt maar nog lang niet is afgerond en dat ook in 2020 en volgende jaren, ceteris paribus, verder ter hand zal worden genomen.
Onderstaande is het transformatieproces van WAA vanaf 2013 tot 2019 en de opmaat hierbij naar 2020 en verder schematisch weergegeven:
De beweging van WAA in combinatie met de krimp van de organisatie gaat gepaard met transitie- en frictiekosten. Vanaf oktober 2015 zijn deze middelen ondergebracht in een aparte bestemmingsreserve bij het Schap. Jaarlijks wordt de aard en omvang van deze reserve herijkt op
basis van alle aangegane en lopende verplichtingen. Het beleid van WAA is erop gericht, door middel van actief en preventief sturen op output en actief beheer van deze verplichtingen, het beslag op deze gereserveerde frictiemiddelen steeds te minimaliseren. Iets dat tot en met 2019 steeds jaarlijks succesvol is geweest (zie onderdeel Financieel in dit verslag).
Structuur, bestuur en governance
Zoals al opgemerkt, past de doorontwikkeling van WAA tot het sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor het niet-beschutte deel van de Wsw zoals dat er eind 2018 staat, feilloos binnen hetgeen beoogd wordt voor de brede doelgroep onder de volledige Participatiewet. Zoals al aangegeven zijn gemeenten in deze wet integraal verantwoordelijk voor de gehele uitvoering (dus incl. Wsw- uitvoering) en centraal gepositioneerd. Vanuit deze optiek en rol én op basis van een doorontwikkeling hiervan binnen het sociale domein van deelnemende gemeenten zelf vanaf 2015, wordt vanaf begin 2017 door de gemeente Venlo intern al onderzocht of en zo ja hoe, wat en waar een (operationele) aansluiting van de WAA-organisatie op het gemeentelijke sociale domein wenselijk is. Via een bestuurlijke verkenning door de gemeente Venlo zijn diverse opties en posities van WAA
t.o.v. van haar eigen sociale domein en organisatie en in relatie tot toekomstige (door)ontwikkelingen nader onderzocht en beoordeeld op hun merites. Hierbij is in 2018 verder ingezoomd op alle aspecten die van belang zouden zijn rondom een integrale overname van alle Wsw-activiteiten van WAA door de gemeente Venlo. Begin 2019 is dit eerste brede verkennende onderzoeksproces intern binnen de gemeente Venlo afgerond met een positieve business case en met positieve advies- en onderzoeksrapporten en een bestuurlijk uitgesproken voornemen in die richting. E.e.a. zou door de opzet van een integraal WerkOntwikkelBedrijf (WOB) door en binnen het gemeentelijke sociale domein van de gemeente Venlo vorm en inhoud krijgen. In 2019 is vervolgens door de gemeente Venlo inhoudelijk verder onderzocht hoe, wat, waar en vanaf wanneer e.e.a. vorm en inhoud zou kunnen krijgen. Hierbij is met name ingezoomd op de (administratief) technische, juridische maar ook op de organisatorische en personele kant van het hele integratieproces.
Eind 2019 is dit vervolgonderzoek door de gemeente Venlo nagenoeg afgerond.
Parallel aan het proces binnen de gemeente Venlo zijn in 2019 de andere twee deelnemende gemeenten in het Schap zijnde Beesel en Bergen, begonnen met te onderzoeken wat vanuit hún positie de gevolgen zijn van het bestuurlijke voornemen van de gemeente Venlo. En wat voor hén dan wenselijk zou zijn. Beide gemeenten hebben medio februari 2020 aangegeven, in tegenstelling tot het voornemen van de gemeente Venlo, vooralsnog op de huidige voet en huidige koers door te gaan met WAA als uitvoerder van de Wsw. De efficiënte wijze van uitvoering zoals de WAA momenteel functioneert, maakt dat voor deze gemeenten de noodzaak om zaken anders te organiseren nu te grote financiële en maatschappelijke risico’s met zich meebrengt. De gemeente Venlo heeft hierop aangegeven kennis te hebben genomen van het standpunt van Beesel en Bergen, e.e.a. te zullen onderzoeken en zich nader te beraden.
Vervolgens zal dan eerst bestuurlijk tussen de gemeenten in het Schap, en vervolgens door het Bestuur met de gemeenten en de overige stakeholders van WAA, nader geduid moeten gaan worden hoe verder. Een tijdsplanning voor dit proces is vooralsnog niet bekend en derhalve PM. Gezien de grote onzekerheden rondom de tijdsplanning maar ook ten aanzien van zowel het proces als de uitkomsten hierbij, is bestuurlijk besloten dat WAA vooralsnog zowel in structuur, beleid als koers onveranderd doorgaat op de huidige voet. Op basis hiervan is deze jaarrekening 2019 opgesteld op basis van going concern (d.w.z. doorlopende continuïteit).
Tussen al dat inhoudelijke, specialistische beleidsmatige en bestuurlijke geweld rondom het WOB- proces, dreigt de menselijke kant en maat en de organisatorische impact hiervan bij en op WAA wel eens wat vergeten te worden. De onzekerheid over de toekomst hierbij die voor de organisatie WAA en haar mensen inmiddels bijna 4 jaar duurt. Een (te) lange periode van onzekerheid die iets doet met mensen maar ook een periode waarin WAA alleen noodzakekijk onderhoud heeft gepleegd en geen grote investeringen kon doen richting de toekomst. En als het ware “on hold” heeft gestaan, beperkt in zich verder te ontwikkelen en zich bewust van alle risico’s die hieraan verbonden zijn. Want in de sterk dynamische wereld van het sociale domein is stilstand immers achteruitgang.
Zoals aangegeven zal medio 2020 in dit proces naar verwachting een volgende stap worden gezet , waarna het Schap en in haar verlengde WAA groep nv zich vervolgens verder zullen gaan bewegen naar een nieuwe toekomst. Een toekomst met de nodige nieuwe uitdagingen maar ook een proces dat WAA onveranderd met verve en met vertrouwen verder zal oppakken! Mét maar ook vóór de mensen die op haar zijn aangewezen voor een passende werkplek.
Los van bovenstaande ontwikkelingen is het Schap, en in haar verlengde haar 100% dochter en Wsw- uitvoeringsorganisatie WAA groep nv, er ook in 2019 weer in geslaagd haar doelen op sociaal, operationeel en financieel gebied te realiseren:
• Sociaal
Evenals in voorgaande jaren is op sociaal gebied eenieder die is aangewezen op passende arbeid vanuit de Wsw binnen de gestelde kaders en taakstellingen in 2019 zoveel mogelijk geplaatst in een voor hem/haar zo passend mogelijke werkplek. Eind 2019 is ongeveer 95% van de SW-populatie passend en duurzaam geplaatst. De overige 5% is, gelet op de beperkingen bij zowel vraag als aanbod van/naar duurzaam passend werk, eind 2019 nog niet geplaatst. Het reduceren hiervan is dé uitdaging voor de volgende jaren. Een uitdaging die WAA graag en vol overgave oppakt!
De totale Wsw-bezetting van het Schap is in 2019, door het sluiten van de regeling en het wegvallen van de instroom Wsw vanaf 1-1-2015, verder gedaald van 740 arbeidsjaren in 2017 naar 708 arbeidsjaren in 2018 naar 680 full time arbeidsjaren in 2019. De Wsw-bezetting zal komende jaren verder dalen maar naar verwachting iets minder snel dan in de afgelopen jaren. Vanaf 2020 wordt een verdere afname met gemiddeld 20 tot 25 arbeidsjaren per jaar verwacht. In lijn met de krimp van de Wsw zal ook de eigen WAA organisatie hierop worden aangepast.
• Operationeel
De al vanaf 2014 ingezette beweging “van binnen naar buiten” is medio 2018 afgerond met het afscheid nemen van de laatste eigen activiteiten van WAA en met verhuizen vanuit het industriële gebouwencomplex van ruim 27000m2 aan de Edisonstraat in Venlo naar een nieuwe kantoorruimte van 400m2 aan de Prinsessesingel in Venlo. Al met al grote operaties die WAA vanaf 2014 tot en met 2018 heeft doorgevoerd. En als eind 2019 wordt teruggekeken naar 2018, lijken al die zaken ver in het verleden liggen, maar die pas 1,5 jaar geleden nog vol in uitvoering waren! Zaken die ook nu soms nog voor mensen iets zijn om nog steeds afscheid van te nemen…… Iets waar de huidige WAA- organisatie zich goed van bewust is en waar rekening mee gehouden wordt. Want door de historie te kennen en er ook écht rekening mee te houden, weet je immers waar en waarom je nu als organisatie WAA staat waar je staat.
Ondanks de bestuurlijke onzekerheden en hieraan gekoppelde prudentie ten aanzien van (toekomstige) investeringen, is binnen de organisatie WAA ook het besef dat stilstand, zeker in de wereld van het sterk dynamische sociale domein, achteruitgang betekent. En dat WAA niet zozeer in infrastructuur en middelen maar wel in de organisatie en haar mensen móet blijven investeren om niet achteruit te hollen. En dat het in ieders huidig en toekomstig belang is om in ieder geval de basis voor een professionele duurzame detacheringsorganisatie verder op orde te krijgen en gehele WAA- organisatie verder te finetunen en optimaliseren. Medio 2019 is hiermede een begin gemaakt door het kader van WAA middels het interne programma “Eigenaarschap” gereed te stomen voor een nieuwe toekomst. De 4 hoofdthema’s in dit programma zijn: Ik ga voor WAA, Ik ben resultaatgericht, Ik ben verantwoordelijk en Ik verbind. Doelstelling is zowel mensen als de organisatie bereid en in staat te stellen een volgende stap in finetuning en optimalisatie van de organisatie WAA te maken. Dit door die mensen en middelen én de interne en externe organisatie met elkaar en in balans te verbinden.
Dit vanuit een continu reciproke proces van kritisch zelf analyseren naar verbeteren en vervolgens meten. En dan weer bijstellen.
Ondanks de veranderende maatschappelijke denkwijze en een in gang gezette beweging naar een meer inclusieve samenleving blijkt ook in 2019 dat het onveranderd moeilijk blijft om werkgevers warm te maken om mensen met een beperking écht ook zelf in dienst te nemen. Weliswaar zijn werkgevers wel meer bereid om met deze mensen aan de slag te gaan, doch werkgevers blijven, ondanks alle maatregelen en impliciete dreigingen t.a.v. quotum en de verdere groei van het conceptuele denken en doen in het kader M(aatschappelijk) V(erantwoord) O(ndernemen) ten spijt, onverminderd ook nog steeds zeer terughoudend bij het plaatsen, en zeker het zelf in dienst nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een ontwikkeling die vanaf 2018 door de verdere aanscherpingen vanuit het politieke kader dat o.a. in de Wet Werk en Zekerheid en de wetgeving Arbeidsmarkt in Balans verder is gegroeid. MVO en een inclusieve arbeidsmarkt zijn nog steeds zaken die helaas (te) veel met de mond en (te) weinig praktisch vorm en inhoud wordt gegeven, bij zowel bedrijven als de overheid als in de gehele samenleving. En dat is naar verwachting iets dat niet op korte termijn gaat veranderen.
• Financieel
Ondanks de grote “verbouwingen” en een gedaalde omzet, zijn zowel het Schap als WAA groep nv er in 2019 wederom in geslaagd een beter dan begroot financieel resultaat te behalen. Dit vooral door lagere frictiekosten én door een beter subsidieresultaat Wsw dan begroot. Dit laatste was vooral een gevolg van minder dan begrote loonkosten a.g.v. lager dan begrote Cao-verhogingen voor de Wsw- medewerkers en lagere sociale premies c.a. Bovendien was de rijksbijdrage Wsw hoger dan begroot.
Door het vervreemden van eigen, veelal hoogrenderend facilitair, werk en de ombouw vanaf 2018 naar een duurzame Sw-detacheringsorganisatie zijn de activiteiten van WAA groep nv veranderd. De missie en visie zijn onveranderd maar de manier waarop WAA dit vanaf medio 2018 en volgens ook in 2019 vorm en inhoud geeft, is vanaf dat moment volledig gericht op plaatsingen van mensen onder marktconforme voorwaarden in een externe reguliere omgeving. Er is steeds meer een duidelijke en eenduidigere focus in de uitvoering. Die hele operatie en de hieraan gekoppelde eerder genoemde afstoting van eigen huisvesting en verhuizing van WAA naar een veel kleiner, gehuurd kantoor van WAA, en de hierbij horende forse krimp in regulier personeel, heeft vanaf 2019 gezorgd voor een daling in de toegevoegde waarde en ook voor minder vaste kosten en een structureel lager kostenniveau bij WAA. Dit laatste heeft de lagere toegevoegde waarde meer dan volledig gecompenseerd, waardoor het operationeel resultaat resp. de exploitatie als geheel in positieve zin vanaf 2019 wordt beïnvloed. Deze trend is ook in de begrotingen vanaf 2020 duidelijk zichtbaar.
Daarbovenop heeft de hele transformatie van WAA ook vanaf 2019 voor de beleidsmatig gewenste risicoreductie voor WAA overall gezorgd. Hierdoor is de organisatie in de toekomst minder gevoelig en beter in staat in te spelen op veranderende marktomstandigheden.
Niet alleen qua finetuning en optimalisatie van zowel de WAA-organisatie als haar werkprocessen en qua bestuurlijke positionering zijn er grote uitdagingen voor WAA en haar gemeenten. Ook op financieel gebied blijft er een grote uitdaging die jaarlijks groter wordt. Immers: al vanaf 2015 heeft het Rijk jaarlijks oplopende kortingen op de rijksmiddelen voor het hele sociale domein inclusief de Wsw toegepast. Al vanaf 2015 heeft deze korting geresulteerd in een forse budgettaire druk bij het Schap. Deze druk is in 2016 t/m 2019 verder opgelopen. De korting was in 2019 lager dan begroot, doch zal bij ongewijzigd rijksbeleid nog verder oplopen in 2020. En ook na 2020 zal het subsidietekort onveranderd blijven bestaan en zijn effect hebben voor de jaren daarna.
De financiële exploitatie van het Schap sluit met een exploitatietekort van € 1.691.000 in 2019 en is hiermede beter dan het begrote tekort van € 2.550.000. Dit m.n. als gevolg van lagere uitvoerings- en plaatsingskosten, dit a.g.v. een lagere Wsw-bezetting voor de doelgroep niet-beschut, en een hogere rijksbijdrage Wsw dan begroot doordat het Rijk in 2019 een extra budgetverhoging voor de Wsw heeft doorgevoerd. Tevens is in 2019 sprake van per saldo lagere lasten ad € 787.000, dit m.n. door een lager dan begrote bijdrage voor frictiekosten ad € 682.000, en verder door minder inhuur van externe ondersteuning t.b.v. het actualiseren van de koers WAA / modernisering Wsw. De voordelen in 2019 ten opzichte van 2018 worden deels afgezwakt door ook in 2019 verder oplopende uitvoeringskosten Wsw per Wsw-er a.g.v. reguliere loon- en prijsstijgingen die ook in 2019 niet volledig worden gecompenseerd in de rijksbijdrage per Wsw-arbeidsjaar. Met name hierdoor is het exploitatietekort over 2019 hoger dan in 2018.
Het exploitatietekort ad € 1.691.000 in 2019 wordt met € 1.300.000 gedekt door een voor 2019 vastgestelde gemeentelijke tekortfinanciering en met € 337.000 door een onttrekking uit de bestemmingsreserve. Hierna resteert een tekort van € 54.000, dat conform bestuurlijke afspraken
t.a.v. resultaatbestemming, wordt onttrokken aan de algemene reserve van het Schap. Eind 2019 bedraagt het aanwezige weerstandsvermogen van het Schap en WAA groep nv samen, na verwerking van het voorstel t.a.v. resultaatbestemming 2019, ca. € 6 mio.
Het deel van het weerstandsvermogen boven het minimumniveau van € 3 mio zal in 2019 en volgende jaren worden ingezet ter mitigering van de gemeentelijke bijdragen. Tot een niveau van € 3 mio zal dit vermogen worden gereserveerd als buffer om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.
De fysieke transformatie van WAA is dan wel eind 2018 afgerond, doch daarmee is er geen einde maar een nieuw begin ontstaan. Inhoudelijk is het zaak voor WAA vanaf 2019 haar organisatie en processen verder te finetunen en uit te lijnen. De basis staat, maar het is zaak verder te professionaliseren en optimaliseren. De organisatie, structuur en bestuurlijke constellatie zal verder
worden uitgewerkt door de gemeenten, met de gemeente Venlo als kartrekker. Er wordt ook komende jaren derhalve verder ge- en verbouwd aan WAA. En dat terwijl de winkel open blijft. En er zal ook de komende jaren druk blijven op de financiële exploitatie van WAA; oplopende kortingen op de rijksbijdrage Wsw door het Rijk en een goede, maar eind 2019 wel meer onzekere, economische situatie blijven naar verwachting ook voor de komende jaren beeldbepalend. De uitdagingen waar WAA voor staat zijn, en blijven onverminderd, niet gering. Maar ze bieden ook kansen. Xxxxxx die WAA graag en met verve wil oppakken. Met tussen al die ontwikkelingen en dat “verbouwingsgeweld” steeds oog en oor houdende voor datgene wat écht wezenlijk is en waar het tenslotte écht om gaat: het belang van de mensen die op haar zijn aangewezen voor het hebben van passend werk.
De doelstelling van WAA is het - voor en namens de deelnemende gemeenten - als Gemeenschappelijke Regeling uitvoering geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Participatiewet onderdeel Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) in de regio Venlo tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
1.1.2 Algemene ontwikkelingen op bestuurlijk niveau
In de Participatiewet, en in het verlengde daarvan in de Wsw, is aangegeven dat de regie en uitvoering van deze wet en regelingen bij gemeenten ligt. De deelnemende gemeenten van het Schap bepalen in en middels het Schap een gemeenschappelijke koers voor de uitvoering van de Wsw resp. voor WAA. Het Schap WAA Venlo e.o., fungeert hierbij als het centrale beleidsorgaan en als steun- en coördinatiepunt voor de drie deelnemende gemeenten om de Wsw concreet vorm en inhoud te geven. In het verlengde hiervan is de 100% deelneming en uitvoeringsorganisatie WAA groep nv, voor en namens het Schap, de integrale uitvoerder voor de Wsw voor de gemeenten Venlo, Beesel en Bergen. De Schapsbestuurders zijn hierbij tevens toezichthouders bij WAA groep nv. Deze uitvoeringsmodaliteit is van kracht tot en met 2020.
In 2015 is, als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen voor de uitvoering van de Wsw onder de Participatiewet, een begin gemaakt met een onderzoek naar de toekomstbestendigheid van deze governancestructuur van de WAA organisatie. Hangende de actualisatie van de koers van WAA is dit eind 2015 on hold gezet. Voor het Schap wordt (vooralsnog) uitgegaan van een situatie als going concern.
1.1.3 Beleidsvisie van het bestuur
Vanaf 2008 is het beleid van zowel het Schap als haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv primair gericht op het realiseren van passende arbeid in een zo veel als mogelijke reguliere arbeidsomgeving voor alle personen die via de Wsw op haar zijn aangewezen. Dit beleid is vanuit het going concern uitgangspunt ook in 2021 onveranderd van toepassing.
Het Schap dient haar maatschappelijke doelstelling te realiseren met inachtneming van en in overeenstemming met belangrijke strategische (maatschappelijk aanvaarde) uitgangspunten zoals rechtmatigheid, doelmatigheid en integer handelen. Zij legt op transparante wijze verantwoording af over het door haar gevoerde beleid en de resultaten hiervan. Zoals gebruikelijk wordt het strategisch beleid van XXX periodiek in een review door het management, het Bestuur en de Raad van Commissarissen afgezet tegen de nieuwste ontwikkelingen en herijkt.
In lijn met het vigerende beleid en met inachtneming van de geactualiseerde uitgangspunten en kaders is onderstaande visie en missie onveranderd van kracht en vastgesteld voor WAA:
• Missie: WAA groep voegt waarde toe aan haar opdrachtgevers door de inzet van SW- medewerkers.
• Visie: WAA groep is dé professionele organisator van duurzaam werk voor SW- medewerkers bij reguliere bedrijven in de regio Noord-Limburg.
Visie en missie moeten leiden tot een WAA-organisatie waarin onderstaande strategische onderwerpen centraal staan:
o heeft sociaal en financieel renderende strategische allianties en co-creaties met het regionale bedrijfsleven en overheden;
o realiseert voor haar SW-medewerkers duurzame plaatsingen in groepen bij opdrachtgevers;
o ambieert samen met haar Sw-medewerkers ontplooiing gericht op maximale loonwaarde;
o is een proces- en resultaatgerichte organisatie waarin met plezier gewerkt wordt.
De strategische koers is verder vertaald in onderstaande door het Bestuur vastgestelde strategische uitgangspunten en beleidslijnen:
• voor de bepaling van de strategische beleidskeuzes van WAA is de uitvoering van de Participatiewet –zowel op regionaal als op lokaal niveau- maatgevend. Het Werkgevers Servicepunt (WSP), bestuurd vanuit het Werkbedrijf en de in het WSP samenwerkende partners, is in deze strategie vanuit (semi-)overheidszijde als netwerkorganisatie regionaal regisserend op hoofdlijnen naar afnemers en bedrijven en ondersteunend voor de uitvoeringsorganisaties zoals WAA t.a.v. het verbinden in de arbeidsmarkt voor alle regionale brede Participatiewet-vraagstukken van vraag- en aanbod voor gesubsidieerde arbeid;
• de verantwoordelijkheid voor zowel de regie als uitvoering voor het beschutte deel van de Wsw is per 1 januari 2018 geheel in handen van de deelnemende gemeenten zelf. Zij zijn vanaf die datum zelf verantwoordelijk voor zowel het materieel werkgeverschap voor deze Wsw groep als aanbod van werkplekken aan SW-medewerkers uit de Beschutte Wsw groep alwaar zij (financieel) verantwoordelijk voor zijn onder de Wsw. Het gaat dan om zgn. ‘beschut werk’ en dan meer specifiek om SW-medewerkers met een loonwaarde van maximaal 30% van minimumloon of lager. De gemeenten kunnen zelf werkplekken organiseren of deze inkopen bij andere organisaties;
• de betreffende SW-medewerkers blijven formeel in dienst bij het Schap WAA. De rechten en plichten van de huidige SW-medewerkers blijven gehandhaafd. De gemeenten nemen het materiele werkgeverschap voor deze groep vanaf 1-1-2018 over van WAA groep nv. WAA groep nv treedt per 1 januari 2018 voor deze groep alleen als pay-roller/HR-dienstverlener optreedt. De WAA groep vraagt voor deze vorm van dienstverlening aan de gemeente een marktconform tarief.
Zoals al aangegeven is zowel het Schap als haar uitvoeringsorganisatie WAA-groep nv, in lijn met deze beleidslijn, afgebouwd en vanaf medio 2018 geen aanbieder van beschut werk meer. En is WAA omgevormd tot een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor de resterende Wsw-doelgroep.
Vanuit financieel perspectief is hierbij nog van belang aan te geven dat, omdat vanaf 1 januari 2018 de deelnemende gemeenten (Beesel, Bergen en Venlo) in financiële zin volledig zelf verantwoordelijk zijn voor een grote groep Wsw medewerkers de verdeelsleutel voor de gemeentelijke tekortfinanciering van WAA is aangepast. Vanaf 1-1-2018 wordt in deze verdeelsleutel alleen met het aantal niet-beschutte medewerkers gerekend.
Bij de uitvoering van de Participatiewet kán een gemeente het detacheren van werkzoekenden als instrument inzetten bij de werkgeversdienstverlening. De WAA-groep kan en zal voor de invulling van die detacheringsopgave zorgdragen, maar zal dit alleen doen op nadrukkelijk verzoek van haar deelnemende gemeenten én na expliciete toestemming van het Bestuur én alleen met en onder bestuurlijk strikt geformuleerde voorwaarden. Primair is en blijft WAA als kerntaak zich richten op het verder ontwikkelen van een sociaal detacheringsbedrijf voor sec de Wsw-ers met een loonwaarde hoger dan 30%.
Hangende de eventuele herpositionering van WAA zal, als follow up van de bestuurlijke verkenning eind 2017 van alternatieven t.a.v. de inrichting en uitvoering van de gehele WAA organisatie in lijn met de laatste actuele ontwikkelingen zoals eerder genoemd, er (vooralsnog) niet op verdere formele samenwerking tussen de SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio Noord-Limburg (NLW-groep, Intos en WAA-groep) worden ingezet. Bedrijfsmatige samenwerking om tot kostenreductie en/of kwaliteitsverbetering te komen, is wel mogelijk. De inkooprelatie die vanaf medio 2018 geregeld is tussen WAA groep nv en NLW voor zgn. vangnetgevallen (medewerkers die al dan niet tijdelijk niet geplaatst kunnen worden op reguliere detacheringsplekken) is een voorbeeld van een dergelijke WINWIN samenwerking. Over verdergaande samenwerking t.a.v. backoffice activiteiten wordt begin 2020 nog gesproken.
1.1.4 Ontwikkelingen ten aanzien van de Gemeenschappelijke Regeling
In 2019 is de bestuurlijke samenstelling van de Gemeenschappelijke Regeling niet gewijzigd ten opzichte van 2018.
Het Bestuur van het Schap bestaat uit:
- een Algemeen Bestuur dat bestaat uit een voorzitter, penningmeester en secretaris die benoemd zijn door, voor en namens de colleges uit de drie in het Schap WAA Venlo e.o. deelnemende gemeenten;
- een Dagelijks Bestuur dat bestaat uit een voorzitter die wordt afgevaardigd uit het algemeen bestuur en twee adviseurs, waarbij de twee adviseurs sec een adviserende stem hebben in het dagelijks bestuur.
De bestuurlijke inrichting voldoet op deze wijze geheel aan alle vigerende bepalingen zoals die in de WGR van kracht zijn.
Zoals al is aangegeven is eerder al door het Bestuur van het Schap onderkend dat de sterk veranderende omgeving rondom de Wsw en het hele sociale domein in combinatie met een andere koers en beleid van WAA overall, andere eisen stelt aan de bestuur- en governancestructuur van de hele organisatie WAA. Een proces dat vanaf 2014 met fases is opgepakt, maar vanaf 2018, in het licht van het onderzoek van de gemeente Venlo naar een nieuwe, gezamenlijke toekomst van WAA en het sociale domein van de gemeente Venlo, on hold is gezet. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek, zal besloten worden of en zo ja op welke wijze de herijking van de huidige bestuurlijke en operationele constellatie van WAA overall verder worden opgepakt en afgerond.
Ten slotte: herindeling van gemeenten is momenteel in de regio Noord Limburg geen issue maar het is natuurlijk in de toekomst niet uit te sluiten dat in het Schap deelnemende gemeenten, direct of indirect toch ooit weer betrokken zijn en/of (wederom) worden bij volgende gemeentelijke herindelingen. Herindelingen die direct relevant kunnen zijn voor de bestuurlijke constellatie en/of het directe verzorgingsgebied van WAA Venlo e.o.
1.1.5 Ontwikkelingen in de Wsw
Met ingang van 1-1-2015 is de Wsw opgegaan in een nieuwe, veel meer omvattende Participatiewet. Binnen de Participatiewet wordt de Wsw afgebouwd ten gunste van andere regelingen, doordat er vanaf 1-1-2015 geen instroom in de Wsw meer mogelijk is.
De Participatiewet kent als basis dat het zorgt voor een sluitende aanpak van alle vraagstukken rondom werk, inkomen en zorg voor mensen die voor leven en werken om welke reden dan ook en al dan niet tijdelijk en/of permanent een steuntje in de rug nodig hebben. De wet heeft de gemeenten aangewezen om vanaf 1-1-2015 in gezamenlijkheid binnen een arbeidsregio als de enige, centrale regiehouder en regievoerder voor (gesubsidieerde) arbeid het hele sociale domein op te treden. De Wsw is onder de Participatiewet zowel inhoudelijk als budgettair één van de onderdelen in de nieuwe wet en kent derhalve geen apart budget meer voor de financiering van de doorlopende verplichtingen uit de Wsw. De Wsw-middelen zijn wel nog apart zichtbaar, maar niet meer apart gealloceerd, en vormen een integraal en niet geoormerkt deel van het totale participatiebudget dat gemeenten ontvangen voor de gehele (sluitende) keten van instrumenten voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
Dit past in de afgeleide beleidsdoelen van de wet:
a) gemeenten staan als publiekrechtelijk bestuursorgaan het dichtste bij hun burgers en worden integraal verantwoordelijk voor zowel de inhoud als de inzet van alle middelen die het Rijk beschikbaar stelt om mensen die ondersteuning nodig hebben op het terrein van werk, inkomen en zorg te helpen. Regionaal maatwerk is hierbij het credo;
b) ontschotting van mensen en middelen, over de volle breedte van het sociale domein;
c) “meer te doen met minder middelen”.
In 2014 heeft het Rijk hiervoor eerste stappen gezet, en in de jaren daarna volgende stappen, en het participatiebudget jaarlijks verder verlaagd. Deze ontwikkeling heeft zich ook in 2018 voortgezet, en zal tot en met 2020 doorzetten. Vanaf 2021 zal er geen expliciete verdere korting op de budgetten plaatsvinden maar een soort status quo optreden waarbij het Rijk sec indexatie zal toepassen. Maar
wel indexatie op en vaststelling van budgetten op een structureel veel lager niveau dan bij de uitgangssituatie in 2014 het geval was.
Zoals aangegeven zal er eind 2020 een evaluatie gaan plaatsvinden van de Participatiewet door het Rijk. En ondanks het gegeven dat vanaf dag 1 gemeenten aangeven te weinig middelen te hebben voor de uitvoering van deze wet, en dat eerste tussenevaluaties een gemengd beeld schetsen van het effect en het resultaat van deze wet, ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat het Rijk daarna wel plots zal omgaan en ruimhartiger zal gaan financieren na 2020. Zowel gemeenten als uitvoeringsorganisaties dienen zich naar verwachting op te maken voor een blijvende situatie van een structureel lager financieringsniveau door de rijksoverheid voor het hele terrein van werk, inkomen en zorg. En blijvend hierop acteren en anticiperen lijkt derhalve meer een nood dan een deugd.
1.1.6 Programma sociale werkvoorziening
Het Schap kent in zijn begroting en jaarrekening één programma. Dit is het programma Sociale werkvoorziening. Alle processen van het Schap, inclusief alle ondersteunende processen zoals bestuur, financieel en operationeel beheer e.d., zijn gericht op dit programma, zijnde het verzorgen van de uitvoering Wsw voor de deelnemende gemeenten.
Vanaf 1-1-2015 is de Wsw opgegaan in de Participatiewet en is daarmee zowel inhoudelijk als financieel één van de onderdelen in de nieuwe wet. Ondanks dat de Wsw één geheel is met alle andere arbeidsmarkt-toeleidings-instrumenten binnen een groter en ontschot gemeentelijk budget, zijn in de nieuwe Participatiewet veel bepalingen vanuit de oude Wsw één op één doorgezet. Zo worden in de Participatiewet wettelijke kaders aangegeven waarbinnen het aandeel van de Wsw in het totale nieuwe budget wordt vastgesteld door het Ministerie van SZW.
De verantwoordelijkheid voor zowel de regie als uitvoering voor het beschutte deel van de Wsw is per 1 januari 2018 geheel in handen van de deelnemende gemeenten zelf. Zij zijn vanaf die datum zelf verantwoordelijk voor zowel het materieel werkgeverschap voor deze Wsw groep als aanbod van werkplekken aan SW-medewerkers uit de beschutte Wsw groep alwaar zij (financieel) verantwoordelijk voor zijn onder de Wsw.
Nadrukkelijk dient derhalve in deze jaarrekening 2019 rekening gehouden te worden bij elke vergelijking ten opzichte van alle jaren vóór 2018 van de kerncijfers, exploitatie e.d. van WAA op totaalniveau, dat de totale SW-populatie waarvoor WAA vanaf 2018 de Wsw uitvoert, fors lager is dan in alle voorgaande jaren.
Door het Rijk wordt aan de hand van op gemeentelijk en landelijk niveau jaarlijks geactualiseerde en op actuariële basis bepaalde blijf- en uitstroomkansen binnen de Wsw het budgetdeel voor de Wsw in het totale landelijke participatiebudget vastgesteld waarna onderstaande variabelen hiervan worden afgeleid:
• het aantal medewerkers, uitgedrukt in arbeidsjaren (AJ) resp. standaardeenheden (SE), dat landelijk via de sociale werkvoorziening bekostigd wordt;
• een vast budget per standaardeenheid;
• de “omrekenverhouding” SW-medewerkers, uitgedrukt in Full Time Equivalent (FTE), naar arbeidsjaren resp. standaardeenheden, kenbaar gemaakt aan de afzonderlijke bestuurlijke eenheden middels een uitvoeringsbeschikking. In 2019 is (conform voorgaande jaren) de volgende omrekenfactor vastgesteld:
o Licht gehandicapt 1,00
o Middel gehandicapt 1,00
o Zwaar gehandicapt 1,25
Het Wsw-budgetdeel in het totale participatiebudget wordt jaarlijks op het niveau van de afzonderlijke gemeenten vastgesteld en minimaal 1x per jaar herzien. Elke gemeente heeft zijn eigen budgettoekenning voor de Wsw en hiervan afgeleide taakstelling en is zelf hiervoor verantwoordelijk. Onder- en overbenutting van het Wsw-budgetdeel is dan geheel voor eigen risico en rekening van de gemeente zelf.
Het Schap voert namens de deelnemende gemeenten de Wsw uit en bewaakt met, voor en namens de individuele gemeenten voor hun rekening en risico de Wsw-taakstelling van elke individuele gemeente.
Het sociale beleid van het Schap is nader uitgewerkt in onderstaande concrete aspecten waarbij de doelstellingen vertaald zijn in concreet meetbare termen als:
• een beleid gericht op uitstroom van Wsw-medewerkers naar het reguliere bedrijfsleven, rekening houdend met de individuele wensen en mogelijkheden van eenieder;
• binnen de zeer beperktere maar toch nog aanwezige, mogelijkheden van het Schap zorgen voor een optimale invulling van de jaarlijks door gemeenten resp. het Rijk aangegeven taakstelling.
Plaatsingen, in- en uitstroom
Het verloop van het aantal geplaatste fte (incl. Begeleid werken) is als volgt:
2019 | 2018 | 2017 | |
Beginstand | 681,1 | 708,0 | 739,4 |
Af: beschutte groep naar deeln. gemeenten | -208,3 | -214,3 | n.v.t. |
Beginstand excl. beschut | 472,8 | 493,7 | n.v.t. |
Bij: instroom | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Bij: toename a.g.v. verhuizingen en wijzigingen van handicapcode | 12,1 | 7,5 | 4,1 |
Af: uitstroom naar reguliere arbeid | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Af: uitstroom overige | - 28,9 | - 28,4 | - 35,5 |
Eindstand | 456,0 | 472,8 | 708,0 |
Als gevolg van de m.i.v. 1 januari 2015 in werking getreden Participatiewet vindt, behoudens (naadloze) overnames a.g.v. verhuizingen en/of een aanpassing van werkuren voor zittende Wsw-érs, geen instroom in resp. een uitbreiding van het aantal arbeidsjaren werkzaam binnen de Wsw meer plaats.
Evenals in voorgaande jaren, heeft ook in 2019 geen door- en uitstroom van medewerkers vanuit de Wsw naar reguliere arbeid plaatsgevonden. Werkgevers blijven, zeker ook na invoering van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) en met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in het achterhoofd, bijzonder huiverig om mensen met een Wsw-achtergrond in vaste dienst te nemen. De hoge risicoperceptie t.a.v. verzuim- en begeleidingskosten op dit punt is en blijft moeilijk te doorbreken bij het vormen van een (voor-)oordeel hiervoor bij reguliere werkgevers. De vraag is of een nieuwe Wet en/of quoteringsregeling i.o. hierin iets verandert. Bovendien kent de huidige Wsw hoge zekerheden en, afgezet tegenover de Participatiewet, goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Mede hierdoor durft de Wsw-er zelf de stap naar buiten vaak ook niet aan.
In onderstaande tabel is zichtbaar hoe de doelstelling “van binnen naar buiten”, rekening houdend
met de moeilijke markt voor externe plaatsingen, per ultimo van het jaar is ingevuld. Bezetting per werksoort in fte
Ultimo boekjaar 1) | 2019 | % | 2018 | % | 2017 | % | 2016 | % |
- Begeleid werken | 50 | 11 | 54 | 11 | 51 | 11 | 53 | 10 |
- (Indiv. en groeps-) detacheringen | 314 | 69 | 294 | 62 | 183 | 38 | 140 | 27 |
- Werken op locatie | 84 | 18 | 94 | 20 | 93 | 19 | 85 | 16 |
- Overige niet-beschut, incl. intern | 8 | 2 | 31 | 7 | 153 | 32 | 246 | 47 |
Totaal | 456 | 100 | 473 | 100 | 480 | 100 | 524 | 100 |
- Beschut werken intern/in buurten | 0 | 0 | 228 | 215 | ||||
Totaal generaal | 456 | 473 | 708 | 739 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
In bovenstaande tabel is duidelijk zichtbaar dat per 1-1-2018 de beschutte omgeving is overgedragen aan de gemeenten. Tevens laat deze tabel zien dat WAA vanaf 2016, door de groei van de activiteit Detacheringen, de beweging “van binnen naar buiten” maakt. In 2018 heeft met de laatste vervreemdingen van alle eigen activiteiten zich deze beweging versterkt doorgezet. Vervolgens is
e.e.a. in 2019 verder uitgetrild, en is vanaf eind 2019 een status quo bereikt. XXX blijft zich in de komende jaren onverminderd verder richten op detachering, maar de grenzen zijn hierbij wel in zicht.
Personeelsbezetting Wsw per handicapcategorie:
Gemiddeld 1) | 2019 | 2018 | 2017 | |||
(Incl. Begeleid werken) | fte | % | fte | % | fte | % |
Licht | 0,2 | 0 | 1,0 | 0 | 0,0 | 0 |
Matig | 444,9 | 96 | 459,5 | 95 | 653,9 | 91 |
Ernstig | 20,5 | 4 | 21,5 | 5 | 67,9 | 9 |
Totaal | 465,6 | 100 | 482,0 | 100 | 722,8 | 100 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
In bovenstaande tabel is zichtbaar dat het % ernstig gehandicapten in 2018 fors is gedaald ten opzichte van de jaren daarvoor. Dit a.g.v. de overgang per 1 januari 2018 van de beschutte groep (met relatief meer ernstig gehandicapten) naar de deelnemende gemeenten. In 2019 daalt dit % verder als gevolg van relatief meer uitstroom bij de groep Wsw-érs met een ernstige handicap. Het wordt steeds evidenter dat naarmate mensen meer op leeftijd komen, een hogere mate van handicap steeds meer belemmerend werkt richting werk en arbeid. Een ontwikkeling die niet alleen binnen SW- omgeving maar, met de komende vergrijzing in hele Nederland, overal gangbaar en actueel is.
Personeelsbezetting Wsw per leeftijdscategorie:
Ultimo boekjaar 1) | 2019 | 2018 | 2017 | |||
(Incl. Begeleid werken) | fte | % | fte | % | fte | % |
Tot 25 jaar | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 | 0,9 | 0 |
25 t/m 34 jaar | 57,1 | 13 | 67,8 | 15 | 95,1 | 13 |
35 t/m 44 jaar | 74,0 | 16 | 76,4 | 16 | 123,5 | 18 |
45 t/m 54 jaar | 151,8 | 33 | 143,3 | 30 | 217,6 | 31 |
55 jaar en ouder | 173,1 | 38 | 185,3 | 39 | 270,9 | 38 |
Totaal | 456,0 | 100 | 472,8 | 100 | 708,0 | 100 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
Het percentage medewerkers Wsw in de oudere leeftijdscategorieën is in 2019 wederom gestegen ten opzichte van vorige jaren. Dit a) doordat er geen sprake meer is van instroom en b) door beperkte uitstroom van ouderen uit de Wsw. WAA en de Sw-Nederland vergrijst in een jaarlijks oplopend tempo, waarbij het tempo waarin dit bij WAA en Sw-Nederland van toepassing is, veel hoger is dan in de rest van de samenleving. Met ruim 70% (!!) van de werknemers die 45+ zijn en een maatschappelijk sterk verouderde Wsw-cao, die Wsw-ers nog steeds ongebreideld en ruim faciliteert om bijna volledig doorbetaald in deeltijd te gaan werken middels ruime VUT- en prepensioenregelingen, speelt vergrijzing een belangrijke rol bij WAA, evenals bij andere SW- bedrijven, en dit heeft een fors effect op de dagelijkse operationele en financiële bedrijfsvoering.
Personeelsbezetting Wsw per gemeente:
Ultimo boekjaar 1) | 2019 | 2018 | 2017 | |||
(Incl. Begeleid werken) | fte | % | fte | % | fte | % |
Beesel | 43,8 | 10 | 44,2 | 9 | 61,9 | 9 |
Bergen | 58,6 | 13 | 58,8 | 13 | 89,7 | 13 |
Venlo | 353,6 | 77 | 369,8 | 78 | 556,4 | 78 |
Totaal uit deelnemende gemeenten | 456,0 | 100 | 472,8 | 100 | 708,00 | 100 |
Bij: niet deelnemende gemeenten | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 | 0,0 | 0 |
Totaal generaal | 456,0 | 100 | 472,8 | 100 | 708,0 | 100 |
1) Vanaf 2018 valt de beschutte groep onder verantwoordelijkheid van de deelnemende gemeenten.
Door het krimpen van de Wsw is over- en onderrealisatie van budget/taakstelling t.a.v. het Wsw-deel voor gemeenten nadrukkelijk een onvermijdelijk risico. Met name is dit risico aanwezig voor kleinere gemeenten zoals Beesel en Bergen omdat de stuurmiddelen hier beperkter zijn.
Taakstelling Wsw en realisatie
De gemiddelde bezetting Wsw (incl. Begeleid werken) voor de deelnemende gemeenten in 2019 bedroeg 680,14 arbeidsjaren/SE.
Aantal Wsw-ers in arbeidsjaren/SE (gemiddeld): | 2019 | 2018 | 2017 |
Werkelijk gerealiseerd in boekjaar: | |||
Beschut | 209,44 | 222,62 | |
Niet beschut | 470,71 | 487,58 | |
Werkelijk gerealiseerd totaal Schap | 680,15 | 710,20 | 739,74 |
-/-aandeel niet deelnemende gemeenten | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
= Werkelijk gerealiseerd voor deelnemende gemeenten (A) | 680,15 | 710,20 | 739,74 |
Totaal taakstelling van deelnemende gemeenten | 686,43 | 723,04 | 746,03 |
-/- ingevuld door andere Wsw werkvoorzieningsschappen resp. door externen via PGB | 3,86 | 3,74 | 4,35 |
= Door WAA in jaar in te vullen taakstelling voor deelnemende gemeenten (B) | 682,57 | 719,30 | 741,68 |
Over(+) / onder (-) realisatie (A – B) | -2,42 | -9,10 | -1,94 |
Vanaf 2017 is, in tegenstelling tot de eerdere jaren, niet meer de woon- maar de werkgemeente financieel verantwoordelijk om uitvoering te geven aan de Wsw voor die Wsw-ers die vanaf 2017 onder haar vleugels en op haar “grondgebied” werkzaam zijn. Er is vanaf 2017 derhalve niet structureel meer sprake van een Wsw-bezetting uit zgn. niet-deelnemende gemeenten.
Evenals in 2018 is ook in 2019 sprake van onderrealisatie, waarbij er wel forse verschillen zijn en tussen de gemeenten onderling. Daar waar mogelijk heeft het Schap bijgestuurd, doch heeft zij zeer beperkte mogelijkheden en invloed op de ontwikkeling van de Wsw-bezetting, zowel totaal als per individuele gemeente.
Het totale ziekteverzuim Wsw van WAA (incl. beschut) is gedaald van 17,5% in 2018 naar 15,6% in 2019. De daling van het ziekteverzuim was, en blijft een speerpunt in het beleid van WAA, omdat het ondanks de daling in 2019, nog steeds ruim boven het landelijke gemiddelde voor de SW zit (2018: 13,7%). De ontwikkeling in het verzuim van WAA is met de daling wel contrair aan de landelijke trend die een jaarlijkse toename laat zien, o.a. als gevolg van de algemene vergrijzingsgolf die door heel SW-land gaat.
Het jaar 2019 is afgesloten met een exploitatietekort ad €1.691.000. Dit resultaat is € 859.000 beter dan het begrote tekort ad €2.550.000 a.g.v.:
• een lagere bijdrage (ad € 682.000) in de frictiekosten van WAA groep nv;
• een besparing op de algemene kosten (ad € 7.000);
• een lager subsidietekort (ad €170.000) door een hogere rijksbijdrage per SE (standaardeenheid)
t.o.v. uitvoerings- en plaatsingskosten die per SE wel op begroot niveau zijn gebleven:
gewijzigde begroting 2019 | realisatie 2019 | afwijking | |
Rijkssubsidie regulier per SE | € 25.563 | € 25.905 | €342 |
Uitvoerings- en plaatsingskosten per SE | € 28.087 | € 28.087 | 0 |
Subsidietekort per SE | -€ 2.524 | -€ 2.182 | €342 |
Aantal SE | 474,20 | 470,71 | 3,49 |
Subsidietekort totaal | -€ 1.196.881 | -€ 1.027.089 | €169.792 |
Het exploitatietekort ad € 1.691.000 in 2019 wordt gedekt door gemeentelijke bijdragen ad
€1.300.000 en door een bijdrage uit bestemmingsreserves ad € 337.000. Hierna resteert een tekort op de gemeentelijke bijdragen van € 54.000. Dit wordt conform bestuurlijke besluitvorming onttrokken aan de algemene reserve.
1.1.6.4 Overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien
Het Schap voert één programma uit, de Wet Sociale Werkvoorziening. De volledige exploitatie van WAA is hierop gericht, waardoor er geen sprake is van kosten die gemaakt worden voor meerdere programma’s. Er is derhalve bij het Schap alleen sprake van overhead t.a.v. indirecte kosten.
T.a.v. vennootschapsbelasting (Vpb) is het Schap vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Dit omdat het Schap geen onderneming voert zoals bedoeld in de Wet Vpb. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de risicoparagraaf 1.2.1.1 onderdeel 4. Fiscale risico’s.
1.1.7 Realisatie van doelmatigheid en rechtmatigheid
Een basishouding en natuurlijk uitgangspunt voor een publiekrechtelijke organisatie als WAA is dat zij in al haar doen en laten bij de uitvoering van haar publieke taak altijd en overal doelmatig en rechtmatig handelt. Dit geldt voor zowel de wettelijke als ook in de uitvoering van alle andere (overheids-)taken die door de participanten in de regeling bij haar zijn neergelegd.
Doelmatigheid
Doelmatig opereren ten aanzien van haar sociale opdracht betekent voor WAA het maximaal invullen van de taakstelling voor haar gemeenten. Het Schap heeft, evenals in voorgaande jaren, ook in 2019 op dit aspect binnen haar mogelijkheden maximaal invulling gegeven aan haar doelstelling en derhalve op dit punt doelmatig gehandeld.
Doelmatigheid veronderstelt ook dat alle toegewezen taken binnen de gestelde kaders adequaat worden uitgevoerd met in achtneming van alle vigerende (wettelijke) kaders en tegen voor deze participanten aanvaardbare kosten. Hiertoe zijn in het kader van doelmatigheid vanaf 2017 onderstaande in “Samen Groeien” en in de geactualiseerde koers bevestigde, verankerde randvoorwaarden opgenomen:
• de werkwijze van het WAA bedrijf moet sober en doelmatig zijn: de uitgaven worden hierop aangepast. Daar waar expertise of andere vormen van ondersteuning noodzakelijk is wordt contact gezocht met de drie deelnemende gemeenten; vacatures zouden dan ook over en weer kunnen worden uitgewisseld;
• WAA dient zo min mogelijk langlopende financiële verplichtingen aan te gaan. Daar waar dit onverhoopt toch aan de orde zou kunnen en moeten zijn vanuit bedrijfsvoering, wordt dit vooraf afgestemd en besloten in samenspraak met de deelnemende gemeenten. Dit om eventuele staartverplichtingen als gevolg van een mogelijke mismatch tussen eisen en wensen van een sterk veranderende WAA-organisatie en kosten uit lopende contracten en investeringen te minimaliseren;
• binnen de huidige financiële positie van zowel WAA als gemeenten zal een substantieel bedrag inzetbaar worden gemaakt om de beoogde transitie te maken, waardoor de WAA “fit” wordt en een kostenstructuur krijgt die past bij een veranderende maar ook krimpende organisatie. De gehele ombouw en transitie van de entiteit WAA zal gecontroleerd en geconditioneerd gebeuren met oog voor organisatorische en financiële stabiliteit en continuïteit van de organisatie WAA én haar participanten. Inzet van eigen én aparte frictiemiddelen moet gebeuren rekening houdende met en binnen de bestaande financiële mogelijkheden van zowel WAA als de deelnemende gemeenten en onder genoemde randvoorwaarden.
WAA blijft in dit proces ten aanzien van doelmatigheid jaarlijks streven naar evenwicht tussen doel en de hieraan verbonden kosten en bijdragen, in samenwerking met de deelnemende gemeenten. Doel is om middels een combinatie van mogelijkheden het resultaat op bedrijfsvoering bij de WAA jaarlijks te verhogen en daardoor de kortingen op de rijksbijdrage Wsw op te vangen met als gevolg de gemeentelijke bijdragen te beperken. In alle jaar- en meerjarenbegrotingen t/m 2024 is jaarlijks een tekort voor WAA op de uitvoering van de Wsw opgenomen, dat past binnen dit kader. De tekorten worden (vooralsnog) jaarlijks gedekt door een (aanvullende) gemeentelijke bijdrage.
Doelmatigheid is en blijft altijd voor WAA van belang en zal intern periodiek worden gemeten en getoetst aan de hand van vooraf benoemde prestatie-indicatoren. Via jaarrekeningen, begrotingen, kwartaalberichten, maandrapportages en maandelijkse dashboards worden periodiek alle voor de sturing en bedrijfsvoering relevante indicatoren op een eenduidige en transparante wijze periodiek aan alle belanghebbenden bij WAA gepresenteerd.
Naast eigen indicatoren wordt doelmatigheid bij het Schap en haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv jaarlijks getoetst door de gerealiseerde doelen en de daarbij behorende kosten voor de uitvoering van de Wsw af te zetten tegen beschikbare branchegegevens. Dit, tezamen met een duidelijke periodieke (interne) verantwoording en toelichting op resultaten en van nature ingebouwde interne en externe controles, zorgt voor een informatieverzorging die de vereiste (bestuurlijke) transparantie waarborgt. WAA heeft altijd al doelmatigheid hoog in haar vaandel staan en zal op dit punt de ingezette lijn blijven volgen.
Rechtmatigheid
Rechtmatigheid is te zien als “handelt binnen vigerende wettelijke kaders én bestuurlijke beleids- en richtlijnen zoals die door haar deelnemende gemeenten zijn geformuleerd”. Rechtmatigheid veronderstelt ook te allen tijde integer zijn in al het doen en laten. Ook dit is voor een publieke organisatie als WAA een must en een vanzelfsprekendheid.
Bij rechtmatigheid hoort ook het adequaat afleggen van verantwoording naar alle participanten, transparantie in doen en laten en integer zijn. Dit zijn de uitgangspunten voor al het handelen en doen en als zodanig benoemd door WAA.
Omdat het afleggen van verantwoording en transparantie voor WAA altijd al van groot belang was en ook blijft, en het Schap het belang van Sisa (single information single audit) en de informatie die hieruit naar voren kwam, onverminderd onderschrijft, zijn – ondanks het ontbreken van een wettelijke verplichting hiervoor - in 2019 wederom de van toepassing zijnde Sisa-gegevens door WAA integraal opgenomen in de jaarstukken.
De accountant geeft d.m.v. zijn controleverklaring aan in hoeverre WAA heeft voldaan aan de eisen van financiële en sociale rechtmatigheid:
• de financiële rechtmatigheid wordt getoetst door te controleren in hoeverre alle uitgaven binnen de kaders van de genoemde wettelijke regelingen vallen én of deze passen binnen wettelijke bepalingen voor verslaggeving (gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften), financiering (wet FIDO), etc. Vanaf den beginne heeft WAA steeds ruimschoots aan de gestelde rechtmatigheidseisen voldaan en ook in 2019 is dit het geval. XXX blijft ook in de toekomst streven om steeds aan deze eisen te voldoen maar kan geen garantie hiervoor geven. Dit omdat het Rijk jaarlijks wet- en regelgeving aanpast zonder rekening te houden met praktische (on)mogelijkheden. Hierdoor is het risico van subsidiekorting altijd latent aanwezig;
• de sociale rechtmatigheid wordt getoetst door te controleren of WAA heeft voldaan aan de personele eisen zoals die door het Rijk in de Wsw heeft neergelegd.
XXX richt zich vanaf 2014 sec op de uitvoering van de Wsw, en blijft dit vooralsnog onverminderd doen. Behoudens de inzet van mensen uit de Participatiewet op werkobjecten á la Wsw om de uitvoering van de Wsw te ondersteunen, zijn geen andere doelgroepen dan Wsw in behandeling bij WAA. De resultaten (i.c. kosten en opbrengsten) die door WAA gegenereerd worden, worden geclassificeerd als volledig publiekrechtelijk. De publieke activiteit van WAA vloeit namelijk per definitie voort uit de Wsw. Mocht er sprake zijn van activiteiten die niet hieraan direct of indirect gerelateerd zijn, worden deze steeds zowel operationeel als financieel nadrukkelijk gescheiden van de Wsw. Op deze wijze voldoet WAA aan de eisen die de Wsw stelt en is de scheiding Wsw - overige activiteiten en publieke - en private financiering duidelijk verankerd in de (administratieve) organisatie van de gehele WAA-organisatie. De accountant heeft in 2019, wederom, vastgesteld dat ook op dit punt de WAA-organisatie voldoet aan de administratief organisatorische eisen die op dit punt van belang zijn.
1.1.8 Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening
Het dagelijks bestuur stelt u voor de in de jaarstukken opgenomen jaarrekening vast te stellen.
1.2.1 Paragraaf weerstandvermogen en risicobeheersing
Het vrij beschikbaar vermogen wordt aangemerkt als weerstandsvermogen voor de entiteit WAA als geheel (Schap incl. WAA groep nv en andere verbonden (werk)maatschappijen).
Het huidige weerstandsvermogen is als volgt:
x €1.000 | 31-12-2019 | 31-12-2018 |
WAA Venlo e.o. | 921 | 975 |
WAA groep nv *) | 5.107 | 5.132 |
Totaal | 6.028 | 6.107 |
*) Op basis van geprognotiseerd resultaat 2019 van WAA groep nv
Bedrijfsrisico’s worden regelmatig gemonitord en het daarbij behorende noodzakelijke weerstandsvermogen wordt in kaart gebracht en zo nodig bijgesteld. In 2017 is berekend en vastgesteld dat het minimale weerstandsvermogen vanaf 2018 € 2 mio is. Het bestuur heeft in 2017, in afwachting van de nieuwe verkenningen rondom de koers van WAA en de mogelijke gevolgen hiervan op de exploitatie en het risicoprofiel van WAA, besloten uit voorzichtigheid het minimale weerstandsvermogen van € 3 mio vooralsnog te handhaven. Een eventuele verlaging hiervan tot € 2 mio is pas aan de orde als er meer zicht komt op de gevolgen van de lopende verkenning resp. een koersbijstelling voor WAA voor de periode 2020-2024. De verwachting is dat in de huidige situatie en gedurende de transitieperiode een vermogensniveau van € 3 mio in totaal voldoende is om de eerste risico’s binnen WAA zelf te kunnen opvangen. De deelnemende gemeenten zijn zich ervan bewust en zijn bereid bij grotere calamiteiten bij te (moeten) springen.
Onderstaand een overzicht van de kengetallen zoals genoemd in art. 11 van BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten):
Jaarrekening 0000 | Xxxxxxx van de kengetallen | ||
Werkelijk 2019 | 1e begr. wijz.2019 | Werkelijk 2018 | |
Netto schuldquote | -33% | -38% | -36% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 6% | 3% | 3% |
Solvabiliteitsrisico | 64% | 53% | 60% |
Structurele exploitatieruimte | -3% | -13% | 7% |
Grondexploitatie | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Belastingcapaciteit | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
De netto schuldquote en de solvabiliteit nemen af vanaf 2019 resp. 2020 doordat het Schap jaarlijks aflost op langlopende leningen in combinatie met een afname van vrije reserves vanaf 2020 omdat de concerntekorten niet volledig worden aangevuld door gemeentelijke tekortfinanciering, en doordat de bestemmingsreserve wordt aangesproken ter dekking van frictiekosten resp. deels vrijvalt. Hierdoor verslechtert de verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen. De exploitatieruimte blijft negatief omdat er, mede a.g.v. de hoge Wsw-subsidietekorten, een blijvend tekort op de exploitatie is en vooralsnog blijft.
Het Schap kent zowel risico’s als publiekrechtelijke organisatie als vanuit het ondernemerschap omdat zij volledig aandeelhouder is in de uitvoeringsorganisatie WAA groep nv. De verschillende risico’s die het Schap loopt, zijn onderstaand weergegeven.
1.2.1.1 Risico’s voor het Schap als publiekrechtelijke organisatie
De risico’s die het Schap loopt als publiekrechtelijke organisatie zijn vanaf 2015 oplopende ten
opzichte van voorgaande jaren. Dit als gevolg van:
• Risico: optimalisatie- en finetuning proces
Vanaf 2014 heeft het Bestuur van WAA Venlo e.o. middels “Samen Groeien” en in het verlengde hiervan “Samen Anders!” nadrukkelijk een financieel kader voor WAA bepaald. Hierin is aangegeven dat er in financiële zin een sterke verbetering van het bedrijfsresultaat vanaf 2015 t/m 2020 moet
worden gerealiseerd om het effect van de oplopende kortingen op de rijksbijdrage Wsw vanaf 2015 te dempen. Al vanaf 2015 wordt deze koers van WAA jaarlijks herijkt. Zoals al aangegeven zijn per medio 2018 alle vervreemdingstrajecten incl. de vervreemding van Wsw Beschut naar gemeenten afgerond. WAA is daarmede omgevormd tot een sociaal duurzaam detacheringsbedrijf voor Wsw-ers met een loonwaarde vanaf 30% en hoger (zgn. ‘blauwe”/ niet-beschutte Wsw-groep). Ondanks dat via verantwoordingen en begrotingen grotendeels duidelijk is wat het financiële effect is van de herijking van de koers, blijft het evident dat het niet geheel of gedeeltelijk passend kunnen plaatsen van Wsw-ers tegen optimaal renderende condities van groot belang is voor het uiteindelijke resultaat van WAA. Het verder optimaliseren van het gehele proces van detacheren en van (aanvullende) maatregelen die hierbij nodig zijn, zal direct een effect hebben op de exploitatie van zowel WAA groep nv als WAA Venlo e.o., en inherent hieraan is dit een financieel risico voor WAA Venlo e.o.
• Risico: mogelijke herijking bestuurlijke constellatie WAA
Zoals al in de management-summary is aangegeven, is de gemeente Venlo al enkele jaren bezig om te onderzoeken of en zo ja hoe, wat, waar en wanneer zij een stap wil gaan zetten om al haar activiteiten in het kader van de Participatiewet integraal en in samenhang samen te voegen binnen haar eigen gemeentelijke domein. En WAA hierbij geheel of gedeeltelijk over te nemen resp. te liquideren. Een dergelijk proces kan en zal een risico vormen voor de continuïteit van de organisatie WAA over de volle breedte. Nog los daarvan zal een dergelijke operatie naar verwachting omvangrijk zijn, en zowel qua omvang als ook inhoudelijk complex. Eventuele externe en specialistische fiscale, juridische en personele ondersteuning zal daarbij zeker aan de orde zijn. Hiervoor zijn in 2020 beperkt middelen gereserveerd. Het zal evident zijn dat hier een risico op ontoereikendheid hiervan schuilt.
Een ander gevolg van dit proces is dat de huidige WAA stil blijft staan; er wordt marginaal en minimaal geïnvesteerd in al de facetten van de organisatie. Stilstand is achteruitgang, zeker in de dynamische omgeving waarin WAA opereert. Ook hier is een latent risico aanwezig dat steeds pregnanter wordt naarmate finale besluitvorming rond dit thema uitblijft en de toekomst langer en langer onzeker blijft. Een risico op een organisatie die straks zover achterloopt dat alleen met extra grote inspanningen weer aansluiting gevonden kan worden bij het dan geldende heden. Als dat dan überhaupt nog lukt…. Dit risico is eind 2019 ook nadrukkelijk benoemd door onze externe accountant in een bestuurlijke toelichting bij haar management letter.
• Xxxxxx’x uit hoofde van de Wsw
Steeds meer zijn de financiële risico’s voor de uitvoering van de Wsw a.g.v. de doorlopende en oplopende rijksbezuinigingen vanaf 2015 tot en met 2020, vanuit het Rijk naar de SW-bedrijven resp. haar deelnemende gemeenten verlegd. Het lijkt erop dat deze beweging vanaf 2021 tot staan is gekomen maar niets is minder waar; de rijksbijdrage wordt vanaf 2021 weliswaar niet verder autonoom gekort, maar blijft wel structureel op een fors lager niveau dan oorspronkelijk het geval was. En is hiermee verre van kostendekkend ten opzichte van de verplichtingen die hierbij horen. In combinatie met de verdere uitrol van de Participatiewet, drukt dit een forse stempel op de toekomstige vorm, inhoud en financiering van de Wsw. Daarenboven is het zeker niet uit te sluiten dat de rijksbezuinigingen op de Wsw en het hele terrein van gesubsidieerde arbeid tóch verder zullen gaan dan tot nu toe is aangegeven en aangenomen. Dit omdat deze worden bepaald in een landelijke, politieke omgeving die veranderlijk is en waar maatschappelijke waarden vaker prevaleren boven bedrijfseconomische realiteit en rationaliteit. Dit is nadrukkelijk een risico voor zowel WAA als haar deelnemende gemeenten!
Het zal duidelijk zijn dat álle veranderingen in de inhoud, vorm en structuur rondom de uitvoering van de Wsw over de volle breedte zowel uitvoerings- als financiële risico’s met zich mee kan brengen. “Uitloop- en inloop-” resp. transformatierisico’s die er kunnen zijn in de volgende verbouwfase bij bestaande modaliteiten, en ook nieuwe risico’s die nu nog niet of nauwelijks onderkend zijn en in de (nabije) toekomst manifest kunnen worden in nieuwe werkwijzen en/of structuren en uitvoeringsmodaliteiten.
Daarnaast is in de Participatiewet aangegeven dat de Wsw vanaf 2015 geen instroom meer zal kennen en derhalve zal deze regeling worden afgebouwd. Door de afbouw van de Wsw krimpt de Wsw-bezetting van het Schap waardoor huidige schaalvoordelen in de uitvoering teruglopen en zelfs geheel of gedeeltelijk wegvallen waardoor de exploitatie van het Schap en/of haar uitvoeringsorganisatie WAA groep nv onder druk komt te staan. Vanaf 2018 is dit al zichtbaar en in
2019 loopt dit zgn. negatieve economies-of-scale-effect verder op. In deze begroting wordt hier rekening mee gehouden maar het is niet mogelijk alle effecten hiervan exact voor alle toekomstige jaren in te schatten. Hierdoor is en blijft dit altijd een risico.
• Risico’s naar aanleiding van gemeentelijke herindeling
Het herindelingsproces in de regio Noord-Limburg is voorlopig niet aan de orde maar daarom niet minder belangrijk. Dit proces is direct van belang voor WAA omdat een mogelijke verkleining van het Wsw-verzorgingsgebied kan leiden tot een geringer gemeentelijk draagvlak via een lager aanbod van SW-geïndiceerd personeel. Hierdoor kan de bedrijfsvoering (nog) sterker onder druk komen te staan terwijl de financiële draagkracht onder de onderneming WAA kleiner wordt. Hierdoor kunnen in de toekomst activiteiten onder druk komen te staan. De risico’s voor WAA vanuit deze optiek zijn bijna niet in te schatten maar daarom niet minder aanwezig.
• Demografische risico’s
Het maatschappelijk probleem van een vergrijzende samenleving werkt voor WAA zelfs nog sterker door dan in de samenleving. Een analyse van het SW-personeelbestand van WAA geeft aan dat gemiddelde leeftijd van het personeel in elk opzicht hoger is dan het gemiddelde in den lande. Een stijging van de gemiddelde leeftijd gaat gepaard met een oplopende krimp en hogere uitvoeringskosten. Hierbij valt dan onder andere te denken aan hogere loonkosten per fte (meer functie-eindlonen) en hogere prepensioenkosten en vervangingskosten doordat meer gebruik gemaakt wordt van seniorenregelingen c.a.
Op nationaal niveau wordt er steeds nadrukkelijker nagedacht over en gewerkt aan diverse maatregelen om werknemers langer in het arbeidsproces te houden. In de nieuwe Cao voor zowel Wsw- als niet-Wsw-personeel is deze beweging echter slechts mondjesmaat zichtbaar: seniorenregelingen en FPU-achtige modellen worden niet om- en afgebouwd en kennen hele lange uitlooptermijnen voor zittend personeel en stimuleren zo medewerkers eerder om op relatief jonge leeftijd te stoppen met werken dan andersom. Dit omdat deze regelingen nog steeds gepaard gaan met financieel aantrekkelijke voorwaarden voor de medewerkers. Nog los van het sterk kostenverhogende effect van deze maatregelen voor de individuele bedrijven, zal duidelijk zijn dat bovenstaande ontwikkelingen een risico vormen voor de bedrijfsvoering van WAA.
• Fiscale risico’s
Vanaf 2016 is een breed en integraal vennootschapsbelastingmodel voor publiekrechtelijke organisaties van toepassing. WAA Venlo e.o. is hierbij aangemerkt als een Gemeenschappelijke Regeling die geen winststreven heeft en die zich om die reden niet als onderneming voor de vennootschapsbelasting kwalificeert. De uitvoeringsorganisatie WAA groep nv is te zien als een overheids-nv die sec de Wsw uitvoert met haar werkactiviteiten en om die reden valt onder de vrijstellingsbepalingen van de nieuwe Wet Vpb. Beide vrijstellingen zijn eind 2017 formeel door de Belastingdienst goedgekeurd en bevestigd. De 100% dochtmaatschappijen van WAA groep nv, Beheermaatschappij Werkvoorziening Venlo bv en Vindt bv, zijn beide wel aangemerkt als formeel Vpb-plichtig, maar voeren feitelijk (momenteel) geen onderneming. Hierdoor is de materiële Vpb- plicht voor deze beide bedrijven nagenoeg nihil. Ondanks dat ten aanzien van fiscaliteiten en vennootschapsbelasting e.e.a. vanaf 2017 is uitgekristalliseerd en formeel is goedgekeurd, is het altijd maar de vraag of dit ook in de toekomst zo blijft. De hele wet- en regelgeving op dit terrein is nl. nog steeds volop in beweging. Hierdoor loopt WAA (en haar deelnemende gemeenten) het risico dat in de toekomst toch ooit mogelijke overschotten van het Schap en WAA groep nv worden ‘afgeroomd’ met vennootschapsbelasting.
• Financieringsrisico’s
In de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheid) is onder andere opgenomen dat gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in hun begroting een treasurystatuut moeten opnemen, waarin een uiteenzetting wordt gegeven van de risico´s met betrekking tot treasurybeheer. Voor een uiteenzetting van deze risico´s wordt verwezen naar de toelichting onder ‘Financiering’.
1.2.1.2 Bedrijfsrisico’s vanuit het ondernemerschap
• Risico: resultaten deelneming in WAA groep nv
Door de juridische splitsing vanaf 1-1-2004 loopt het Schap als Gemeenschappelijke Regeling geen directe risico´s uit hoofde van het ondernemerschap. Als 100% aandeelhouder in WAA groep nv loopt het Schap deze risico´s natuurlijk wel. Immers, de resultaten van WAA groep nv zullen, via de waardering van de deelneming in de nv, een effect hebben op de resultaten van het Schap. Het risico dat voortvloeit uit het ondernemerschap is altijd iets wat blijft, en is inherent aan de structuur en afzetmarkten waarop WAA groep nv opereert.
• Risico: ontwikkelingen op de arbeidsmarkt
Een ander risico vanuit die optiek is het gegeven dat met de afronding van de strategienota Samen Xxxxxx! de organisatie WAA nadrukkelijk de beweging van “binnen naar buiten” heeft afgerond en als sociaal duurzaam Sw-detacheringsbedrijf verder gaat. Als door interne of externe (markt-) omstandigheden de invulling van detacheringen en uitplaatsingen niet (helemaal) loopt conform afspraken en planning, kan en zal dit financiële gevolgen hebben voor zowel WAA als – in het verlengde hiervan – deelnemende gemeenten. Concreet is bij het opstellen van alle begrotingen vanaf 2015 uitgegaan van een groeiend opnamevermogen van Wsw-medewerkers door bedrijven in de regio tegen reële tarieven. Er is geen rekening gehouden met mogelijke negatieve arbeidsmarktontwikkelingen zoals een teruglopende vraag, toenemende werkloosheid en/of nieuwe concurrentie voor WAA zoals bijv. Wajong.
• Risico: vervuilde gronden
Het Schap was tot medio 2018 eigenaar van (onder-)gronden aan de Edisonstraat in Venlo en van Kwekerij Roobeek. En ondanks dat zowel het complex aan de Edisonstraat als de Kwekerij vervreemd zijn, kan er voor WAA t.a.v. milieuvervuilingen een staartverplichting uit voortvloeien. Ondanks het feit dat WAA van mening is dat er momenteel geen sprake is van milieurisico’s en/of vervuiling van ondergronden c.a., in welke zin dan ook, die niet in beeld en opgelost resp. afgekocht zijn, is hier wel altijd een latent risico aanwezig.
• Risico: transitievergoedingen
Per 1 juli 2015 is de Wet Werk & Zekerheid (WWZ) ingegaan. Onderdeel van deze wet is de z.g. transitievergoeding bij onvrijwillig ontslag. Deze transitievergoeding kunnen zowel werknemers met een vast contract als werknemers met een tijdelijk contract ontvangen. Ook werknemers die aaneensluitend 2 jaar ziek zijn geweest en uitstromen richting WIA/IVA kunnen aansluitend hierop recht uitoefenen op deze transitievergoeding. Medio 2019 is door het Rijk aangegeven dat alle al betaalde en toekomstige transitievergoedingen voor de laatste categorie bij het UWV kunnen worden gedeclareerd. Echter, voor andere uitdiensttredingen zoals ontslag op staande voet etc. geldt dit niet. Zeker omdat de meeste Wsw-dienstverbanden al erg lang lopen zijn de kosten die hieruit voortvloeien vaak hoog en onvoorspelbaar en vormen een financieel risico voor WAA en haar gemeenten.
• Risico: AVG
Vanaf medio 2018 is in Europa een nieuwe privacywetgeving van kracht die de wettelijke bescherming van persoonsgegevens moet waarborgen. In Nederland is dit vertaald in (aanvullende) wetgeving in de vorm van een zgn. AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Deze wet schrijft gedetailleerd voor hoe, wat en waar een organisatie moet omgaan met de bewaring en verstrekking van persoonsgegevens. Zeker aan een publieke organisatie als WAA, die werkt met een kwetsbare doelgroep, stelt deze wet hoge eisen zowel in middelen als doen als laten van mensen op dit gebied. WAA is in dit kader al een heel traject gelopen van zowel fysieke maatregelen als bewustwording en het als organisatie steeds alert zijn op alles in dit kader. En ondanks dat WAA van mening is dat zij momenteel “AVG-proof” is, moet er nog het nodige gebeuren om op dit gebied ook op lange termijn volledig AGV-proof te blijven. In de AVG zijn boetes en bestuurlijke maatregelen vastgelegd indien hier niet aan voldaan wordt. En ondanks dat WAA op dit punt naar haar mening AVG-proof is, is het nu, maar ook in de toekomst nooit uit te sluiten dat er iets op dat punt niet goed gaat. Immers: WAA is en blijft een organisatie die draait om en met mensen. En mensen maken nu
eenmaal fouten. Vanuit die optiek is er nu, maar ook in de toekomst altijd een risico voor WAA en in het verlengde haar participanten.
• Risico: cyberrisico’s
Recente voorvallen van organisaties die zijn aangevallen door hackers of internetcriminelen hebben aangetoond dat elke organisatie tegenwoordig risico loopt op verstoring of zelfs lamlegging van de interne werkprocessen door virussen a.g.v. malware of door bedreigingen via ransomware. WAA heeft tegen deze risico’s wel maatregelen genomen, zowel fysiek en softwarematig als in risicoafdekking (cyberverzekering). Desondanks is algemeen bekend dat beveiliging tegen cyberrisico’s vaak achter de nieuwste ontwikkelingen aanloopt, en er dus altijd een latent cyberrisico aanwezig is.
• Risico Effecten WAB
Vanaf 1-1-2020 is de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) van kracht. Deze wet herbergt verschillende kaders en maatregelen die de inzet van tijdelijke arbeidskrachten voor alle organisaties fors duurder en risicovoller maken dan eerder het geval. Weliswaar zet WAA maar in beperkte mate en buiten de Wsw andere, meer flexibele, arbeidscontracten in maar desalniettemin zit hierin een risico. Een juridisch maar ook financieel risico indien er op dit vlak menselijke fouten gemaakt worden door (bijv. termijnoverschrijdingen e.d.).
1.2.2 Onderhoud kapitaalgoederen
WAA Venlo e.o. heeft geen kapitaalgoederen. Derhalve is er geen sprake van onderhoud van kapitaalgoederen.
WAA kent conform de wet FIDO een treasurystatuut en geeft jaarlijks in een aparte paragraaf in de begroting een beschouwing van de rente en financieringsontwikkelingen zoals het Schap die verwacht. Uitgangspunt is hierbij dat er voldoende inzicht moet zijn in korte en langlopende financieringsrisico’s van het Schap en op welke wijze het Schap deze risico’s beheerst resp. beperkt. Indicatoren hiervoor zijn, naast het financieringsoverzicht, overzichten van leningenrisico’s en renterisico’s. Benchmarks hiervoor zijn de wettelijke criteria zoals die in de Wet FIDO zijn vastgelegd voor gemeenschappelijke regelingen.
Onderstaand zijn de kasgeldruimte en de renterisico’s weergegeven. Deze overzichten zijn opgesteld volgens de voorschriften van de Wet FIDO. Uit beide overzichten blijkt dat het Schap in 2019 voldoet aan de hiervoor geldende normen.
Liquiditeitspositie in relatie tot de kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)
1e kwartaal 2019 | |||
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo januari | 2.376 | 6 | 2.382 |
ultimo februari | 1.702 | 5 | 1.702 |
ultimo maart | 2.476 | 5 | 2.480 |
(4) Xxxxxxxxxx xxx (3) | 2.190 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.203 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 3.393 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2019 | 14.672 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.203 |
2e kwartaal 2019 | |||
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo april | 3.726 | 235 | 3.961 |
ultimo mei | 2.782 | 4 | 2.786 |
ultimo juni | 2.531 | 5 | 2.537 |
(4) Gemiddelde van (3) | 3.095 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.203 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 4.298 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2019 | 14.672 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.203 | |
3e kwartaal 2019 | |||
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo juli | 2.360 | 8 | 2.368 |
ultimo augustus | 2.065 | 7 | 2.073 |
ultimo september | 1.211 | 3 | 1.214 |
(4) Gemiddelde van (3) | 1.885 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.203 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 3.088 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2019 | 14.672 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.203 | |
4e kwartaal 2019 | |||
Stappen (1-4) | (1) Vlottende schuld | (2) Vlottende middelen | (3) Tekort(-) of overschot(+) vlottende middelen |
ultimo oktober | 1.194 | 6 | 1.200 |
ultimo november | 855 | 5 | 861 |
ultimo december | 655 | 3 | 658 |
(4) Gemiddelde van (3) | 906 | ||
Stappen (5-9) | Variabelen | Bedragen | |
(5) | Kasgeldlimiet (KGL) | 1.203 | |
(6a) = (5>4) | Ruimte onder de KGL | 2.109 | |
(6b) = (4>5) | Overschrijding van de KGL | ||
Berekening kasgeldlimiet (5) | |||
(7) | Begrotingstotaal 2019 | 14.672 | |
(8) | Percentage regeling | 8,20% | |
(5) = (7) x (8) / 100 | Kasgeldlimiet | 1.203 |
Volgens art. 2 Wet Fido, betreffende de Regeling Schatkistbankieren voor decentrale overheden, dienen overtollige geldmiddelen in de schatkist te worden aangehouden. Als overtollige geldmiddelen worden bedragen aangemerkt boven 0,75% van het begrotingstotaal, met een minimum van
€ 250.000. Het Schap heeft in 2019 geen geldmiddelen boven dit minimum aangehouden. Wij verwijzen naar de toelichting op de balans, onder post Liquide middelen.
Renterisiconorm
Renteschema 2019 | ||
in €1.000 | ||
a. | De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 87 |
b. | De externe rentebaten over de korte en lange financiering | 0 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 87 | |
c1. | Doorbelaste rente naar de grondexploitatie | 0 |
c2. | Doorbelaste rente aan projectfinanciering naar taakvelden | 0 |
c3. | Rentebaat van door verstrekte leningen in het kader van | |
projectfinanciering naar taakvelden | 0 | |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 0 | |
d1. | Rente over eigen vermogen | 0 |
d2. | Rente over voorzieningen | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 87 | |
e. | De aan taakvelden toegerekende rente (omslagrente) | 0 |
f. | Renteresultaat op het taakveld treasury | 87 |
Het Schap kent één programma, nl. de uitvoering Wsw. Alle financieringskosten zijn hieraan dienstbaar. Er wordt geen rente aan eigen vermogen, voorzieningen, investeringen en/of andere zaken toegerekend.
Het Schap is een Gemeenschappelijke Regeling die de Wsw uitvoert namens de hierin deelnemende gemeenten Beesel, Bergen en Venlo.
Het Schap is 100% eigenaar van WAA groep nv, gevestigd aan de Prinsessesingel 10 te Venlo. WAA groep nv voert namens het Schap de Wsw uit op basis van een contract. Het huidige contract is verlengd en loopt tot en met 31 december 2020.
WAA groep nv heeft, volgens voorlopige cijfers, het jaar 2019 afgesloten met een tekort van
€ 25.000. De totale exploitatie van de WAA groep nv (totaal baten en lasten) over 2019 bedraagt ongeveer € 52.000.000.
Overzicht van het eigen en vreemd vermogen WAA groep nv (op basis van voorlopige cijfers):
1-1-2019 | 31-12-2019 | |||
€ | % | € | % | |
Eigen vermogen | 10.580 | 67 | 10.555 | 76 |
Vreemd vermogen | 5.141 | 33 | 3.384 | 24 |
Totaal vermogen | 15.721 | 100 | 13.939 | 100 |
Het Schap kent geen grondbeleid. Het Schap heeft, na de verkoop van haar gronden in 2017 en begin 2018, geen gronden meer in bezit.
Het Schap voert als Gemeenschappelijke Regeling, voor en namens de deelnemende gemeenten, de verplichtingen uit die voortvloeien uit de Participatiewet, nl. het onderdeel Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) in de regio Venlo tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het Schap heeft de bedrijfsvoering hiervan overgedragen aan haar dochteronderneming WAA groep nv. Daarom is binnen het Schap sec geen sprake van bedrijfsvoering.
Het Schap kent één programma, nl. de uitvoering Wsw. Alle financieringskosten zijn hieraan dienstbaar. Er wordt geen rente aan eigen vermogen, voorzieningen, investeringen en/of andere zaken toegerekend.
Investeringsbeleid
Zoals in 1.2.5 vermeld heeft het Schap in 2018 alle in haar bezit zijnde gronden verkocht, en heeft daarmee geen materiële activa meer. Wat betreft haar financiële vaste activa is het Schap vanaf 2004 zowel materieel als qua zeggenschap volledig en 100% eigenaar van de deelneming in WAA groep nv.
Organisatiestructuur en administratieve organisatie
Omdat het Schap de bedrijfsvoering aan haar dochteronderneming WAA groep nv heeft overgedragen is er een minimale organisatiestructuur (met zoals al vermeld een Algemeen bestuur en een Dagelijks bestuur) en administratieve organisatie. Dit kan en zal veranderen als het Schap haar deelneming in WAA groep nv mogelijk zal vervreemden. Momenteel is gemeente Venlo nl. onderzoekende of en zo ja hoe, wat en wanneer zij haar SW-activiteiten zal onder te brengen in een nieuw bedrijf, het z.g.
WerkOntwikkelBedrijf.
Personeelsbeleid
Het Schap heeft in materiële zin geen personeel in dienst. Derhalve is een personeelsbeleid niet van toepassing. Dit zal in bovengenoemd nieuwe bedrijf wel toepasselijk zijn, maar het is nog te prematuur om de gevolgen hiervan te kunnen overzien.
Informatisering en automatisering
In 2019 is de geautomatiseerde gegevensverwerking verder ingericht op het werken op afstand en flexibele werkplekken. Behoudens enkele vervangingsinvesteringen zijn in 2020 geen noemenswaardige investeringen gepland.
Kansen en bedreigingen
Een van de grootste bedreigingen voor het Schap is de krimp en de veroudering van de SW-bezetting. Hierdoor dient de organisatie mee te krimpen, waarbij tegen grenzen van economies-of-scale wordt aangelopen, hetgeen onevenredig hoge kosten met zich mee kan brengen.
Deze krimp en haar negatieve gevolgen kan mogelijk worden opgevangen door het werken met andere doelgroepen van de Participatiewet. Dit zou voor WAA kansen kunnen bieden.
2. Jaarrekening 2019
2.1 Balans per 31 december
(x € 1.000) | 31.12.2019 | 31.12.2018 | |
Activa | |||
Vaste activa | |||
- Financiële vaste activa | |||
Kapitaalverstrekkingen | |||
- Deelnemingen | 5.448 | 5.448 | |
5.448 | 5.448 | ||
- | |||
Vlottende activa | |||
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | |||
- Vorderingen op openbare lichamen | 1.237 | 1.190 | |
- Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen | 655 | 1.941 | |
1.892 | 3.131 | ||
Liquide middelen | 3 | 6 | |
Totaal | 7.343 | 8.585 |
31.12.2019 | 31.12.2018 | ||
Passiva | |||
Vaste passiva | |||
Eigen vermogen | |||
- Algemene reserve | 975 | 908 | |
- Bestemmingsreserve | 3.745 | 4.083 | |
- Gerealiseerde resultaat | -54 | 67 | |
4.666 | 5.058 | ||
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer | |||
- Onderhandse leningen van: | |||
- Binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 2.626 | 3.390 | |
2.626 | 3.390 | ||
Vlottende passiva | |||
Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar | |||
- Overige schulden | 32 | 100 | |
32 | 100 | ||
Overlopende passiva | |||
- Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen | 19 | 37 | |
19 | 37 | ||
Totaal | 7.343 | 8.585 | |
Bedrag aan borg- en garantstellingen | 0 | 0 |
2.2 Overzicht van baten en lasten
Primaire begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 | |||||
Rijkssubsidie Wsw | 11.149 | 12.122 | 12.194 | 12.311 | ||||
Incidentele baten | 0 | 0 | 0 | 267 | ||||
Totale baten | 11.149 | 12.122 | 12.194 | 12.578 | ||||
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | 12.399 | 13.319 | 13.221 | 12.388 | ||||
Administratiekosten | 61 | 61 | 61 | 60 | ||||
Personeelskosten bestuur | 18 | 18 | 18 | 21 | ||||
Rentekosten minus – opbrengsten | 87 | 87 | 87 | 100 | ||||
Kosten wachtlijst-beheer / indicatie | 108 | 108 | 109 | 110 | ||||
Xxxxxxxxxxxxx bijdrage aan NV | 820 | 989 | 307 | 422 | ||||
Projectkosten bijdrage aan NV | 30 | 30 | 30 | 30 | ||||
Overige algemene kosten | 72 | 60 | 52 | 60 | ||||
Totale lasten | 13.595 | 14.672 | 13.885 | 13.191 | ||||
Programma- /concernresultaat | -2.446 | -2.550 | -1.691 | -613 | ||||
Dekking programma- /concernresultaat: | ||||||||
Gemeentelijke tekortfinanciering Wsw | 1.396 | 1.300 | 1.300 | 1.600 | ||||
Gerealiseerde totaal baten en lasten | -1.050 | -1.250 | -391 | 987 | ||||
Onttrekkingen aan bestemmingsreserve | 850 | 1.019 | 337 | 452 | ||||
Toevoegingen aan bestemmingsreserve | 0 | 0 | 0 | -1.372 | ||||
Gerealiseerde resultaat | -200 | -231 | -54 | 67 |
2.3 Toelichtingen
2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld door reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.
Balans Vaste activa
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden.
Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Vlottende activa
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
Liquide middelen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rente typische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
2.3.2 Toelichting op de balans per 31 december 2019
Financiële vaste activa | Kapitaal- verstrekkingen t.b.v. deelnemingen | Totaal
|
Boekwaarde per 1 januari | 5.448 | 5.448 |
Xxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 |
Xxxxxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 |
Afschrijvingen | 0 | 0 |
Afwaarderingen | 0 | 0 |
Boekwaarde per 31 december | 5.448 | 5.448 |
Cumulatieve waardeverminderingen per 31 december | 0 | 0 |
WAA Venlo e.o. heeft een 100%-belang in WAA groep nv te Venlo. Deze deelneming wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs of lagere marktwaarde, mits de lagere marktwaarde naar verwachting structureel is. De totale historische kostprijs van de deelneming bedraagt
€ 5.448.000.
Per 31 december 2019 bedraagt de marktwaarde van de deelneming € 10.555.000 (gebaseerd op voorlopige cijfers per ultimo 2019 van WAA groep nv en op basis van intrinsieke waarde resp. eigen vermogen). WAA Venlo e.o. heeft geen garantieverklaring afgegeven voor WAA groep nv.
Uitzettingen met een rente typische looptijd korter dan één jaar
2019 | 2018 | |
Vorderingen op openbare lichamen: | ||
Deelnemende gemeenten | 1.237 | 1.190 |
Overige vorderingen op openbare lichamen | 0 | 0 |
Totaal vorderingen op openbare lichamen | 1.237 | 1.190 |
Rekening-courant verhoudingen met niet- financiële instellingen | 655 | 1.941 |
Totaal | 1.892 | 3.131 |
Een voorziening voor oninbare vorderingen is niet opgenomen omdat in 2019 (evenals 2018) naar verwachting geen sprake is van oninbare vorderingen.
De rekening-courant verhouding met niet-financiële instellingen betreft uitzettingen in rekening courant bij de 100% dochter WAA groep nv en de 100% kleindochters Vindt bv resp.
Beheersmaatschappij Werkvoorziening Venlo BV.
Liquide middelen | 2019 | 2018 | |
Banksaldi | 3 | 6 | |
Totaal | 3 | 6 |
Van de liquide middelen is € 0 uitgezet in deposito. De banktegoeden zijn bij de BNG rentedragend in rekening-courant ondergebracht. Ten aanzien van de liquide middelen worden geen valutarisico’s gelopen. De benutting van de ruimte voor schatkistbankieren:
Drempelbedrag (x € 1.000) | 250 | |||
Verslagjaar 2019 | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen | 121 | 88 | 149 | 177 |
Ruimte onder het drempelbedrag | 129 | 162 | 101 | 73 |
Overschrijding van het drempelbedrag | - | - | - | - |
Voor wat betreft financiële instrumenten en financieringsmiddelen waar conform de wet FIDO de bepalingen op van toepassing zijn, wordt verder verwezen naar de paragraaf Financiering.
Eigen vermogen
Algemene reserve | ||
2019 | 2018 | |
Saldo per 1 januari | 908 | 492 |
Toevoeging | 0 | 0 |
Onttrekking | 0 | 0 |
Bestemming resultaat vorig boekjaar | 67 | 416 |
Saldo per 31 december | 975 | 908 |
Bestemmingsreserve | 2019 | 2018 |
Saldo per 1 januari | 4.083 | 3.163 |
Toevoegingen | 0 | 1.372 |
Onttrekkingen: - vermindering ter dekking van frictiekosten | -307 | -422 |
- vermindering ter dekking van afschrijvingskosten | -31 | - 30 |
Saldo per 31 december | 3.745 | 4.083 |
De bestemmingsreserve is gevormd op basis van bestuursbesluiten, en is enerzijds ter dekking van frictie- en ombouwkosten in het kader van de strategische koerswijziging van WAA conform het strategische plan Samen Xxxxxx! vanaf 2014 en anderzijds ter dekking van afschrijvingskosten van in het verleden (t/m 2008) middels bestemmingsreserve gefinancierde activa. De toevoegingen in 2018 aan deze reserve betreffen een (eveneens begrote) toevoeging ten laste van het resultaat 2018. De onttrekkingen zijn ter dekking van kosten a.g.v. reorganisatie en frictie in het kader van ombouw van de organisatie c.a. zoals aangegeven in het strategische beleidsplan “Samen Xxxxxx!”. De onttrekkingen betreffen een door het Schap aan WAA groep nv betaalde vergoeding voor de feitelijke frictie- en/of afschrijvingskosten in enig jaar.
Gerealiseerde resultaat
2019 | 2018 | |
Saldo per 1 januari | 67 | 416 |
Toevoeging | -54 | 67 |
Onttrekking | -67 | -416 |
Saldo per 31 december | -54 | 67 |
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Het verloop van de onderhandse geldleningen is als volgt:
% | Saldo per 01-01-2019 | Vermeerderingen | Aflossingen | Saldo per 31-12-2019 | Rentelast begrotingsjaar | |
BNG | 5,12 | 340 | 0 | 114 | 226 | 23 |
BNG | 3,45 | 1.050 | 0 | 150 | 900 | 39 |
BNG | 1,92 | 2.000 | 0 | 500 | 1.500 | 46 |
Totaal | 3.390 | 0 | 764 | 2.626 | 108 |
Alle geldleningen zijn verstrekt door binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het in 2020
af te lossen bedrag is € 764.000.
Netto-vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar
Overige schulden | 2019 | 2018 | |
Deelnemende gemeenten | 29 | 100 | |
Rekening-courant verhouding met niet-financiële instellingen | 3 | 0 | |
Totaal | 32 | 100 |
De schulden ultimo 2019 betreffen crediteuren.
Overlopende passiva
Dit betreft verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.
2019 | 2018 | |
Transitorische rente | 21 | 27 |
Nog te betalen bedragen | -2 | 10 |
Totaal | 19 | 37 |
Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Vanaf 1-1-2004 zijn de werknemers van het Schap, behoudens de bestuurssecretaris, werkzaam bij WAA groep nv. Alle hieruit voortvloeiende kosten zijn, conform een Aanwijzingsbesluit en een hieraan gekoppelde jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsovereenkomst tussen het Schap en WAA groep nv, voor rekening van WAA groep nv. Het Schap is en blijft echter, als formeel werkgever, te allen tijde aansprakelijk voor het nakomen van alle verplichtingen voor zover deze voortvloeien uit deze
arbeidsovereenkomsten. De Uitvoeringsovereenkomst is in 2019 met één jaar verlengd en heeft thans een looptijd t/m 2020.
2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten
Begrotingsrechtmatigheid
Conform de Kadernota Rechtmatigheid 2018 wordt in de toelichting op de staat van baten en lasten een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de gerealiseerde baten en lasten gemaakt. De toets op begrotingsrechtmatigheid wordt op programmaniveau uitgevoerd. Zoals reeds aangegeven kent het Schap één programma zijnde de uitvoering Wsw. Alle baten en lasten van het Schap zijn dienstbaar aan dit ene programma. Derhalve wordt in dit kader de afwijking tussen begroting en realisatie binnen dit ene programma categoriaal toegelicht, en niet nader toebedeeld naar meerdere programma’s. Gelet op het voordeel op de lasten t.o.v. de gewijzigde begroting 2019 van € 787.000 is sprake van begrotingsrechtmatigheid. Dit voordeel is als volgt opgebouwd:
Realisatie 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Afwijking | |
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | 13.221 | 13.319 | -98 |
Administratiekosten | 61 | 61 | 0 |
Personeelskosten bestuur | 18 | 18 | 0 |
Rentekosten minus –opbrengsten | 87 | 87 | 0 |
Kosten wachtlijstbeheer/indicatie | 109 | 108 | 1 |
Frictiekosten bijdrage aan WAA groep nv | 307 | 989 | -682 |
Projectkosten bijdrage aan WAA groep nv | 30 | 30 | 0 |
Overige algemene kosten | 52 | 60 | -8 |
Totaal | 13.885 | 14.672 | -787 |
Hierna worden de belangrijkste afwijkingen geanalyseerd.
Rijksvergoeding Wsw | Primaire begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 |
Toegekende reguliere rijksvergoeding Wsw | 11.149 | 12.122 | 12.194 | 12.311 |
Bij: Bonus Begeleid Werken | 0 | 0 | 0 | 0 |
Af: korting rechtmatigheid | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal rijksbijdrage | 11.149 | 12.122 | 12.194 | 12.311 |
Aantal SE beschut | - | - | - | - |
Aantal SE overige (incl. Begeleid werken) | 454,00 | 474,20 | 470,71 | 487,58 |
Aantal SE totaal (incl. Begeleid werken) | 454,00 | 474,20 | 470,71 | 487,58 |
Toegekende rijksvergoeding per SE (x € 1) | 24.558 | 25.563 | 25.905 | 25.248 |
De totale rijksvergoeding Wsw wordt bepaald door de omvang en realisatie van de taakstelling en het normbedrag per standaardeenheid/arbeidsjaar. Omdat er vanaf 2015 geen instroom in de Wsw meer plaatsvindt is de realisatie van de overige Wsw in 2019 lager dan in 2018 maar iets hoger dan begroot, dit a.g.v. de uitstroom die in 2019 en 2018 lager was dan verwacht. De rijksbijdrage per SE in 2019 is hoger dan (bijgesteld) begroot door een hogere compensatie voor de loonprijsontwikkeling. De rijksvergoeding Wsw is, ondanks de genoemde loonprijscompensatie, in 2019 wel hoger dan 2018 maar onveranderd onvoldoende om de (loon)verplichtingen vanuit de Wsw te dekken. Dit door de al vanaf 2013 structurele rijksbezuiniging die evenals voorgaande jaren ook in 2019 weer van toepassing was.
Evenals in voorgaande jaren is er ook voor 2019 naar verwachting geen sprake van kortingen op de rijksvergoeding i.v.m. het niet voldoen aan de rechtmatigheidseisen door WAA groep nv. Mogelijke kortingen uit dien hoofde zullen, conform de uitvoerings- en plaatsingsovereenkomst, worden verhaald op WAA groep nv en in mindering worden gebracht op de overige en uitvoerings- en plaatsingskosten.
Bijdragen niet-deelnemende gemeenten
De bijdragen van niet-deelnemende gemeenten zijn in 2018, evenals voorgaande jaren, nihil. Dit als gevolg van met ingang van 1-1-2013 gemaakte bestuurlijke afspraken tussen de deelnemende gemeenten resp. werkvoorzieningsschappen in de regio Noord-Limburg t.a.v. verrekening van exploitatiebijdragen voor zgn. plaatsingen van buiten-schapsgemeenten.
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten
Dit betreft de vergoeding aan WAA groep nv voor het uitvoeren van de Wsw, conform de Uitvoerings- en plaatsingsovereenkomst 2019 tussen het Schap en WAA groep nv. De uitvoerings- en plaatsingskosten zijn hoger dan begroot omdat er in 2019 meer Wsw-arbeidsjaren zijn gerealiseerd dan begroot. Conform bestuurlijke afspraken was de uitvoerings- en plaatsingsbijdrage bijdrage per arbeidsjaar in 2019 gelijk aan hetgeen begroot was.
Personeelskosten bestuur | Primitieve begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 |
Ingehuurd personeel | 18 | 18 | 18 | 21 |
Totaal | 18 | 18 | 18 | 21 |
In het kader van Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (WNT) is WAA Venlo e.o. verplicht een overzicht te verstrekken van haar bestuurders en topfunctionarissen met de verstrekte beloningen in het lopende boekjaar:
Leidinggevende topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling:
Bedragen x €1 | M. xxx xxx Xxxxx |
Functiegegevens | Secretaris |
Aanvang en einde functievervulling in 2019 | 01/01 – 31/12 |
Omvang dienstverband in fte | 0,2155 |
Dienstbetrekking? | Nee |
Bezoldiging | |
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | € 19.698,00 |
Beloningen betaalbaar op termijn | n.v.t. |
Subtotaal | € 19.698,00 |
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | € 39.900,00 |
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terug ontvangen bedrag | n.v.t. |
Totaal bezoldiging 2019 | € 19.698,00 |
Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | n.v.t. |
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | n.v.t. |
Gegevens 2018 | M. xxx xxx Xxxxx |
Aanvang en einde functievervulling in 2018 | 01/01 – 31/12 |
Omvang dienstverband in 2018 in fte | 0,2111 |
Dienstbetrekking? | Nee |
Bezoldiging | |
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | € 19.296,00 |
Beloningen betaalbaar op termijn | n.v.t. |
Subtotaal | € 19.296,00 |
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum | € 39.900,00 |
Totaal bezoldiging 2018 | € 19.296,00 |
Topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.700 of minder:
A.P.M.A. Vervoort | |
Functiegegevens | Bestuurder |
B.M.J. Jacobs | |
Functiegegevens | Bestuurder |
F.J.R. Pekema | |
Functiegegevens | Bestuurder |
Rentekosten minus – opbrengsten | Primitieve begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 |
Rentekosten leningen o/g | 87 | 87 | 87 | 108 |
Xxxxxxxxxxxxxxxx | 0 | 0 | 0 | - 0 |
Totaal | 87 | 87 | 87 | 100 |
De rentekosten betreffen voornamelijk rentevergoedingen aan banken die het Schap betaalt voor langlopende leningen. Ten opzichte van 2018 dalen de rentekosten door reguliere aflossingen.
Kosten wachtlijstbeheer/indicatie
Dit betreft de vergoeding aan WAA groep nv voor het uitvoeren van het wachtlijstbeheer en de indicatie van de Wsw, conform de Uitvoerings- en plaatsingsovereenkomst tussen het Schap en WAA groep nv.
Frictiekosten bijdrage aan NV
Dit betreft frictie- en ombouwkosten van WAA groep nv op basis van “Samen Xxxxxx!” die, op basis van bestuursbesluiten, gedekt worden uit hiervoor gereserveerde middelen in de bestemmingsreserve. Voor een toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de balans.
Projectkosten bijdrage aan NV
Dit betreft door het Schap aan WAA groep nv vergoede afschrijvingskosten voor investeringen t/m 2014. Deze worden op basis van bestuursbesluiten, gedekt uit hiervoor gereserveerde middelen in de bestemmingsreserve.
Overige algemene kosten | Primaire begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 |
Kosten t.b.v. interne controle | 25 | 25 | 37 | 36 |
Externe accountantskosten | 20 | 20 | 14 | 23 |
Kosten modernisering Wsw | 5 | 5 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 22 | 10 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 1 | 1 |
Totaal | 72 | 60 | 52 | 60 |
De overige algemene kosten betreffen voornamelijk interne en externe controlekosten. Ten opzichte van de begroting zijn de externe controlekosten in 2019 lager als gevolg van lagere tarifering door de externe accountant voor de controleopdracht.
Gemeentelijke tekortfinanciering | Primaire begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 |
Totaal gemeentelijke tekortfinanciering Wsw | 1.396 | 1.300 | 1.300 | 1.600 |
Aantal SE incl. Begeleid werken | 454,0 | 474,2 | 470,71 | 487,58 |
Gemeentelijke tekortfinanciering per SE (x € 1) | 3.075 | 2.741 | 2.762 | 3.282 |
Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
Er vinden bij het Schap geen directe structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves plaats. Alle mutaties ten gunste of ten laste van reserves worden verantwoord via de Staat van baten en lasten.
2.3.4 Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid
2.3.4.1 Analyse begrotingsafwijkingen en rechtmatigheid van afwijkingen
Het jaar 2019 is afgesloten met een exploitatietekort ad €1.691.000. Dit resultaat is € 859.000 beter
dan begroot (een tekort ad €2.550.000), dit vooral door:
• lagere frictiekosten van (en daardoor lagere bijdrage aan) WAA groep nv ad € 682.000;
• een lager subsidietekort (ad €170.000) door een hogere rijksbijdrage per SE (standaardeenheid) t.o.v. uitvoerings- en plaatsingskosten die per SE wel op begroot niveau zijn gebleven:
X €1.000 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Afwijking |
Rijkssubsidie Wsw | 12.122 | 12.194 | 72 |
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | -13.319 | -13.221 | 98 |
Subsidietekort | -1.197 | -1.027 | 170 |
In arbeidsjaren (SE) x €1 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Afwijking |
Rijkssubsidie Wsw | 25.563 | 25.906 | 342 |
Overige uitvoerings- en plaatsingskosten | -28.087 | -28.087 | 0 |
Subsidietekort | -2.524 | -2.182 | 342 |
Voor een nadere toelichting op de verschillende afwijkingen wordt verwezen naar de toelichting bij de verschillende posten in de paragraaf 2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten.
2.3.5.1 Overzicht van baten en lasten naar gemeentelijke taakvelden
Het Schap voert één programma uit, zijnde de Wet Sociale Werkvoorziening. De volledige exploitatie van WAA is hierop gericht, waardoor er geen sprake is van overheadkosten, resp. kosten die gemaakt worden voor meerdere programma’s. Er is derhalve bij het Schap alleen sprake van algemene overheadkosten zijnde indirecte kosten.
Taakvelden gemeenten (in € 1.000) | Begroting 2019 | Begroting na wijziging 2019 | Realisatie 2019 | Verschil Begroting na wijziging met Realisatie 2019 | ||||
Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | Baten | Lasten | |
0. Bestuur en Ondersteuning | ||||||||
0.1 Bestuur | 18 | 18 | 18 | 0 | ||||
0.4 Overhead | 163 | 151 | 143 | 8 | ||||
0.5 Treasury | 87 | 87 | 87 | 0 | ||||
0.8 Overige baten en lasten | 820 | 989 | 307 | 0 | 682 | |||
0.10 Mutaties reserves | 850 | 1.019 | 337 | 682 | 0 | |||
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten | 200 | 231 | 54 | 177 | 0 | |||
6.0 Sociaal domein | ||||||||
6.4 Begeleide Participatie | 12.545 | 12.507 | 13.422 | 13.427 | 13.494 | 13.330 | -72 | 97 |
Totaal generaal | 13.595 | 13.595 | 14.672 | 14.672 | 13.885 | 13.885 | 787 | 787 |
Voor een nadere toelichting op de verschillende afwijkingen wordt verwezen naar de toelichting bij de verschillende posten in de paragraaf 2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten.
2.3.6.1 Gebeurtenissen na balansdatum
Alle na balansdatum bekend geworden feiten en omstandigheden die relevant zijn in het kader van deze jaarrekening, zijn – indien van toepassing – in deze jaarrekening verwerkt.
3. Bijlagen
3.1 Recapitulatie begrotingsevenwicht
- 42 -
Recapitulatie begrotingsevenwicht (in € 1.000) | Primitieve begroting 2019 | Gewijzigde begroting 2019 | Realisatie 2019 | Realisatie 2018 | ||||||||
totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | totaal | waarvan inciden- teel | structu- reel | |
Lasten programma Wsw | 13.595 | 820 | 12.775 | 14.672 | 989 | 13.683 | 13.885 | 307 | 13.578 | 13.191 | 422 | 12.769 |
Totaal lasten programma's | 13.595 | 820 | 12.775 | 14.672 | 989 | 13.683 | 13.885 | 307 | 13.578 | 13.191 | 422 | 12.769 |
Baten programma Wsw | 11.149 | 0 | 11.149 | 12.122 | 0 | 12.122 | 12.194 | 0 | 12.194 | 12.578 | 267 | 12.311 |
Totaal baten programma's | 11.149 | 0 | 11.149 | 12.122 | 0 | 12.122 | 12.194 | 0 | 12.194 | 12.578 | 267 | 12.311 |
Saldo van baten en lasten programma's | -2.446 | -820 | -1.626 | -2.550 | -989 | -1.561 | -1.691 | -307 | -1.384 | -613 | -155 | -458 |
lasten algemeen dekkingsmiddel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
lasten overhead | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
lasten vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
lasten onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten diverse | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
baten algemeen dekkingsmiddel | 1.396 | 820 | 576 | 1.300 | 989 | 311 | 1.300 | 307 | 993 | 1.600 | 422 | 1.178 |
baten overhead | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
baten vennootschapsbelasting | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
baten onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten diverse | 1.396 | 820 | 576 | 1.300 | 989 | 311 | 1.300 | 307 | 993 | 1.600 | 422 | 1.178 |
Saldo van diverse | 1.396 | 820 | 576 | 1.300 | 989 | 311 | 1.300 | 307 | 993 | 1.600 | 422 | 1.178 |
Saldo totale saldo van baten en lasten van programma's en | -1.050 | 0 | -1.050 | -1.250 | 0 | -1.250 | -391 | 0 | -391 | 987 | 267 | 720 |
Stortingen in reserves (excl. mut. eigen vermogen WAA groep nv) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | -1.372 | -1.372 | 0 |
Onttrekking aan reserves (excl. mut. eigen vermogen WAA groep nv) | 850 | 850 | 0 | 1.019 | 1.019 | 0 | 337 | 337 | 0 | 452 | 452 | 0 |
Resultaat | -200 | 850 | -1.050 | -231 | 1.019 | -1.250 | -54 | 337 | -391 | 67 | -653 | 720 |
Totaal structurele lasten | 12.775 | 13.683 | 13.578 | 12.769 | ||||||||
Totaal structurele baten | 11.725 | 12.433 | 13.187 | 13.489 | ||||||||
Structurele baten - structurele lasten | -1.050 | -1.250 | -391 | 720 |
Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo e.o. Xxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 XX Xxxxx | |||||
Bijlage verantwoordingsinformatie 2019 naar analogie van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking Sisa | |||||
SZW | G1B | Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_deel openbaar lichaam 2019 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) | Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1B / 01 | Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R Indicatornummer: G1B / 03 | Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R Indicatornummer: G1B / 04 |
1 2 3 4 | 0889 Beesel | 56,46 | 6,40 | ||
0893 Bergen (L.) | 86,90 | 3,39 | |||
0000 Xxxxx | 536,79 | 41,74 | |||
Zoals hierboven al vermeld dient bij elke vergelijking ten opzichte van voorgaande jaren van de kerncijfers, exploitatie e.d. van WAA op totaalniveau over de jaren 2018 en verder, rekening gehouden te worden dat de totale SW-populatie waarvoor WAA vanaf 2018 de Wsw uitvoert, exclusief het beschutte Wsw deel is.
2019 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | |
Aantal Wsw-ers in SE (gemiddeld): | |||||
Beschut (vanaf 2019 naar deeln. gemeenten) | 209,44 | 222,62 | |||
Niet beschut | 470,71 | 487,58 | |||
Subtotaal | 680,15 | 710,20 | 739,74 | 774,29 | 818,6 |
Af: waarvan aandeel niet-deelnemende gemeenten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | -23,74 | -21,6 |
Resteert aantal deelnemende gemeenten | 680,15 | 710,20 | 739,74 | 750,55 | 797,0 |
Taakstelling deelnemende gemeenten | 686,43 | 719,30 | 741,68 | 756,67 | n.v.t. |
Rijkssubsidie regulier per SE | 25.905 | 25.248 | 25.240 | 25.457 | 26.241 |
Uitvoerings- en plaatsingskosten per SE | 28.087 | 25.407 | 28.742 | 29.415 | 27.784 |
Dekkingsgraad rijkssubsidie : uitvoerings- en plaatsingskosten per SE | 0,92 | 0,99 | 0,88 | 0,87 | 0,94 |
Aantal geplaatste fte: | |||||
Beginstand | 681,1 | 708,0 | 739,4 | 777,9 | 827,2 |
Af: beschutte groep naar deeln. gemeenten | -208,3 | -214,3 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Beginstand excl. beschut | 472,8 | 493,7 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Bij: instroom (vanaf 2015 sec a.g.v. verhuizingen en wijzigingen handicapcode) | 12,1 | 7,5 | 4,1 | 8,0 | 4,5 |
Af: uitstroom naar reguliere arbeid | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Af: uitstroom overige | -28,9 | - 28,4 | - 35,5 | - 46,5 | - 53,8 |
Eindstand | 456,0 | 472,8 | 708,0 | 739,4 | 777,9 |
Ziekteverzuim Wsw totaal (incl.beschut) | 15,6% | 17,5% | 16,2% | 17,0% | 17,5% |
3.4 Overzicht verdeling reguliere gemeentelijke bijdragen 2019
De gemeentelijke bijdragen worden berekend op basis van de verdeling zoals bepaald door Algemeen Bestuur, d.w.z. voor 25% o.b.v. het aantal inwoners en voor 75% o.b.v. het aantal fulltime equivalenten met een Wsw-dienstbetrekking (fte). Onderstaand de gemeentelijke bijdragen 2019:
Gemeente | Inwonerdeel | Fte-deel | Bonusdeel | Totaal |
Beesel | 35.432,98 | 94.334,11 | - 7.203,23 | 122.563,86 |
Bergen | 34.433,94 | 125.857,07 | 160.291,01 | |
Venlo | 266.477,58 | 788.842,32 | - 38.174,77 | 1.017.145,13 |
TOTAAL | 336.344,50 | 1.009.033,50 | - 45.378,00 | 1.300.000,00 |
In 2019 (evenals voorgaande jaren) bedraagt de bonus resp. korting op de gemeentelijke bijdrage voor díe gemeente die meer dan gemiddeld omzet voor Wsw-activiteiten bij WAA onderbrengt in totaal € 45.378.
3.5 Voorstel resultaatbestemming
Zoals in 1.2.4 is vermeld zullen eventuele toekomstige positieve exploitatiesaldi worden toegevoegd aan het vrij beschikbare eigen vermogen van de entiteit WAA in de vorm van algemene reserves en als weerstandvermogen worden gereserveerd. Conform dit uitgangspunt wordt voorgesteld het tekort (na bijdragen van de deelnemende gemeenten en de bestemmingsreserve) over 2019 ad € 54.000 in mindering te brengen op de algemene reserve.
Na verwerking van de resultaatbestemming 2019 van het Schap en WAA groep nv is de algemene reserve van het Schap € 921.000 en van WAA groep nv € 5.107.000. Het totaal beschikbare weerstandsvermogen per ultimo 2019 voor de hele entiteit WAA bedraagt dan (volgens voorlopige cijfers) € 6.028.000.