Zakelijke beschrijving behorend bij het verzoek tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening op grond van titel IV van de onteigeningswet ten name van de provincie Flevoland.
Zakelijke beschrijving behorend bij het verzoek tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening op grond van titel IV van de onteigeningswet ten name van de provincie Flevoland.
Aanhef
Zakelijke beschrijving behorend bij het verzoek tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening op grond van titel IV van de onteigeningswet voor de uitvoering van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’ van de gemeente Zeewolde door de provincie Flevoland.
1. Aanhef
Deze zakelijke beschrijving behoort bij het verzoek van provinciale staten van Flevoland tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening op grond van titel IV van de onteigeningswet, ter uitvoering van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’ in de gemeente Zeewolde.
2. Aanleiding, nut en noodzaak werk en urgentie onteigening
2.1. Aanleiding, nut en noodzaak
Flevoland is een jonge provincie met kenmerken die haar bij uitstek geschikt maken voor het opwekken van windenergie. In het moderne, vlakke landschap en aan het open water heeft de wind vrij spel, al sinds de ingebruikname door de bewoners en bedrijven zijn er windturbines geplaatst. Een kwart van de op land opgewekte windenergie wordt nu opgewekt in Flevoland.
Europees en Rijksbeleid
In 2009 is de Europese richtlijn 2009/28/EG vastgesteld waarin aan Nederland de verplichting is opgelegd in 2020 14% van het totale bruto-eindverbruik aan energie afkomstig te laten zijn uit hernieuwbare bronnen (duurzame energie) Deze Europese verplichting is de basis voor het rijksbeleid ten aanzien van de opwekking en de toepassing van windenergie. In de Rijksstructuurvisie Infrastructuur & Ruimte (SVIR) uit 2012 is het ruimtelijk rijksbeleid voor windenergie omschreven, waarbij de nadruk is gelegd op grootschalige opwekking van windenergie in op basis van een combinatie van landschappelijke en natuurlijke kenmerken, evenals de gemiddelde windsnelheid aangeduide gebieden, waaronder gehele provincie Flevoland.
In het SER Nationaal Energieakkoord voor een duurzame groei (2013) zijn de eerder tussen het Rijk en provincies gemaakte afspraken over het realiseren van 6000MW aan vermogen opgewekt door windenergie in 2020 vastgelegd, vanuit de overtuiging dat het een gezamenlijke verantwoordelijkheid betreft deze doelstelling te halen.
De ruimtelijke invulling daarvan is vervolgens als uitwerking van de SVIR vastgelegd door het Rijk in de Structuurvisie Windenergie op land (SvWOL) uit 2014. In de SvWOL is het per provincie te realiseren vermogen in 2020 vastgelegd, en zijn de door de provincies aangedragen locaties voor het grootschalig opwekken van windenergie op land opgenomen inclusief de locatie Zeewolde. De provincie Flevoland heeft zich gecommitteerd om 1390,5 MW te realiseren in 2020. Op dit moment is er sprake van in totaal 1268 MW aan opgesteld vermogen.
Provinciaal beleid
In 2006 heeft de provincie in het Omgevingsplan als onderdeel van haar integrale omgevingsbeleid ook haar beleid ten aanzien van windenergie op land vastgelegd. Voordien was er in 2005 een bouwstop opgelegd voor nieuwe windturbines om de wildgroei van windturbines bij met name agrarische ondernemers die ten koste ging van het landschap, te stoppen. In het Omgevingsplan is gekozen voor opschalen en saneren, wat tot gevolg heeft gehad dat alleen wordt meegewerkt aan plannen voor nieuwe windturbines, indien de ontwikkeling aan een aantal voorwaarden voldoet waar onder dat bestaande turbines worden gesaneerd bij de realisatie van nieuwe turbines.
In aansluiting op de SvWol hebben provinciale staten van Flevoland in 2015 met de Noodverordening Wind bewerkstelligd dat nieuwe windturbines niet meer kunnen worden opgericht of bestaande turbines kunnen worden vervangen voordat de nieuwe plannen voor windturbines zijn uitgekristalliseerd.
Vervolgens is samen met de Flevolandse gemeenten specifiek voor windprojecten in Flevoland een structuurvisie ontwikkeld: het Regioplan windenergie zuidelijk en oostelijk Flevoland, dat is vastgesteld op 13 juli 2016. Dit plan is tot stand gekomen in overleg met initiatiefnemers voor de bouw van windturbines en het Rijk en moet worden beschouwd als een thematische uitwerking van het Omgevingsplan. Een belangrijk onderdeel van het Regioplan is dat de ontwikkeling van nieuwe windturbines (opschalen) gepaard gaat met het saneren van bestaande windturbines (herstructurering). Deze opgave voor herstructurering maakt integraal deel uit van het provinciale beleid.
De kern van de strategie van ‘opschalen en saneren’ in het Regioplan is een zo direct mogelijke koppeling van de nieuwbouw met de sanering. Wie nieuwe windturbines bouwt, moet een aantal oude weghalen. Doelstelling is om bij de afronding van het windproject alle bestaande windturbines (met uitzondering van de bestaande recente windparken Alexia en Sternweg, alsmede het windturbinetestpark te Lelystad van WUR) in het projectgebied te hebben gesaneerd. Per projectgebied zijn de te saneren bestaande windturbines aangewezen. Zo’n directe koppeling beperkt de periode dat grote en kleinere windturbines door elkaar heen staan, wat landschappelijk een rommelig en ongewenst beeld zou opleveren. Tegelijk biedt het goede kansen om eigenaren van te saneren windturbines een redelijk alternatief te bieden.
In de provincie Flevoland staat nu 1268 MW aan opgesteld vermogen, waarvan 637 MW bestaat uit een drietal recente windparken die niet onder de saneringsopgave vallen, omdat deze voldoen aan de door de provincie al eerder geformuleerde uitgangspunten voor de ontwikkeling van initiatieven voor windenergie. Het betreft xx xxxxxx Xxxxxx, Sternweg en NO-polder. De overige 629 MW bestaat uit verspreid staande verouderde windturbines die dienen te worden gesaneerd. De provincie streeft naar een netto toename met 124,5 MW in 2020, zodat de doelstelling van 1390,5 MW dan wordt gehaald.
In het Regioplan zijn vier projectgebieden aangewezen, waaronder het deelgebied Zuid. Er wordt daarbij uitgegaan van één initiatiefnemer en één plan per projectgebied. Hierin ligt het uitgangspunt vastgelegd dat, wanneer een nieuw windpark door één initiatiefnemer (of een samenwerkingsverband of alliantie) gebaseerd op één ruimtelijk proces wordt gerealiseerd, alleen dan een ruimtelijke samenhang wordt gecreëerd en geborgd en alleen dan de opgaven uit het Regioplan in samenhang én in zijn volledige omvang gerealiseerd kunnen worden. De ruimtelijke samenhang en de volledige uitvoering kan niet worden geborgd als er in een projectgebied van het regioplan verschillende initiatieven/plannen qua tijd en inhoud los van elkaar gerealiseerd zouden worden.
Het Rijk en de provincie Flevoland zien het dan ook nadrukkelijk als hun taak initiatieven voor nieuwe windparken die bijdragen aan het verwezenlijken van internationale en nationale doelstelling voor 2020, te ondersteunen. Deze ondersteuning blijkt bijvoorbeeld uit het ter beschikking stellen van de Stimulering Duurzame Energieproductie-subsidies (SDE+) voor nieuwe windturbineprojecten en de instelling van ambtelijke ondersteunende werkgroepen om de totstandkoming van de benodigde publiekrechtelijke besluiten te bespoedigen.
Windpark Zeewolde is een initiatief van (voorheen ontwikkelvereniging Zeewolde thans) Windpark Zeewolde B.V. voor de realisatie van een windpark met 91 windturbines in het zuidelijk deel van Flevoland, het deelgebied Zuid in de Regioplan. Het doel hiervan is de (gezamenlijke) realisatie van een windpark met een opgesteld vermogen van tussen 300 en 400 MW dat de volgende doelen nastreeft:
• een zo hoog mogelijke bijdrage leveren aan:
1. de nationale doelstelling voor realisatie van 6.000 MW op land in 2020; waarbij elektriciteitsopbrengst en economische haalbaarheid en effecten op de omgeving in balans zijn;
2. de provinciale taakstelling van 1390,5 MW voor Flevoland;
• invulling geven aan de opgaven van het Regioplan:
1. de herstructurering van de bestaande solitaire windturbines;
2. een verantwoorde opschaling van de bestaande windturbine lijnopstellingen;
3. het voldoen aan de doelstellingen van de leden van de Ontwikkelvereniging Zeewolde;
4. een (financieel) uitvoerbaar plan.
De afspraken over de uitgangspunten, de te volgen procedures en de verdeling van de verantwoordelijkheden hebben het Rijk (ministeries van IenM en EZ), de provincie Flevoland, de gemeente Zeewolde en de ontwikkelvereniging Zeewolde vastgelegd in een op 29 mei 2015 gesloten Intentieovereenkomst. Doel daarvan was de totstandkoming van de benodigde planologische besluiten voor het Windpark Zeewolde. In de Intentieovereenkomst is daarover afgesproken dat de realisatie van dit windpark wordt mogelijk gemaakt door zowel een daartoe door de raad van Zeewolde vastgesteld bestemmingsplan (de sanering van de bestaande windturbines), als ook een door het Rijksinpassingsplan Windpark Zeewolde (de plaatsing en exploitatie van de nieuwe windturbines).
Rijkinpassingsplan Windpark Zeewolde
Voor de oprichting van de nieuwe turbines is een Rijksinpasingsplan noodzakelijk, omdat op grond van artikel 9b aanhef en onder a van de Elektriciteitswet 1998 de Rijkscoördinatieregeling van toepassing is (het opgestelde vermogen bedraagt meer dan 100MW). Dit heeft onder andere tot gevolg dat niet de raad, noch de provinciale staten, maar de Minister van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu als enige bevoegd zijn een inpassingplan vast te stellen. Het Rijksinpassingsplan Windpark Zeewolde is vastgesteld door de Minister van Economische Zaken en de Minister van Infrastructuur en Milieu op 14 augustus 2017. Hiertegen zijn beroepen ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Op 6 juni 2018 is op verzoek van de Afdeling door staatsraad advocaat-generaal Xxxxxxxxxxxx een conclusie uitgebracht. De zitting heeft inmiddels plaatsgevonden en de uitspraak wordt in augustus / september 2018 verwacht.
Onderdeel van het Rijksinpassingsplan is een Saneringsregeling die als bijlage is opgenomen. Hierin zijn de te saneren windturbines in het deelgebied Zuid (het buitengebied van de gemeente Zeewolde en een deel van het buitengebied van de gemeente Almere) opgenomen. Verlening van omgevingsvergunningen voor windturbines is gekoppeld aan de sanering van de bestaande windturbines.
Bestemmingsplan Buitengebied 2016
In het bestemmingsplan “Buitengebied 2016” van Zeewolde (vastgesteld door de raad op
29 september 2016) zijn naast de periodieke herziening van het voorheen geldende bestemmingsplan Buitengebied ten behoeve van het Windpark Zeewolde 221 bestaande windturbines in het plangebied van dit bestemmingsplan voor onder het overgangsrecht gebracht. Twee recent gerealiseerde windparken (Sternweg en Windpark prinses Xxxxxx) zijn wel positief bestemd, omdat deze passen in het provinciale beleid. Daarmee is voorzien in de planologische onderbouwing voor het saneren van de verouderde windturbines.
De realisatie van het Windpark Zeewolde berust derhalve op de uitvoering van bestemmingen in twee planologische besluiten, waarbij dit verzoek betrekking heeft op de
sanering van één bestaande windturbine die onder het overgangsrecht is gebracht in het bestemmingsplan “Buitengebied 2016” van Zeewolde. Deze windturbine staat fysiek in de weg bij de realisatie van een onderdeel van het Windpark Zeewolde, de opstelling in L- vorm langs de waterwegen Hoge Vaart en Lepelaartocht.
2.2. Planning en urgentie
Het project waarvoor wordt onteigend, de oprichting van 91 windturbines en de gelijktijdige sanering van 221 bestaande windturbines in het deelgebied Zuid, beoogt nadrukkelijk een bijdrage te leveren aan de realisatie van de provinciale doelstelling van 1390,5 MW opgesteld vermogen in 2020. Het project is financieel uitvoerbaar zoals onderbouwd in paragraaf 7.2 van de toelichting behorend bij het Inpassingsplan.
De realisatie van het windpark zal blijkens de toelichting bij het Rijksinpassingsplan een periode van circa 3 jaar beslaan. Dit betekent niet dat op alle plekken gedurende deze periode bouwwerkzaamheden plaatsvinden. De lijnopstellingen voor de nieuwe windturbines zullen gefaseerd worden gerealiseerd. De aanvang van de werkzaamheden verschilt per plaatsingszone. De initiatiefnemer wil in 2019 starten met de bouwwerkzaamheden, in 2021 moeten alle deelopstellingen elektriciteit leveren.
Het doel van het project is behalve de bouw van het nieuwe windpark ook de sanering van
221 bestaande turbines in het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied 2016. Een klein deel van deze windturbines staat fysiek in de weg aan de nieuwe windturbines en zal voor de start van de bouw van de verschillende lijnopstellingen worden verwijderd. De op de ter onteigening aan te wijzen gronden aanwezige windturbine betreft één van deze met voorrang te saneren windturbines, in de voornoemde bijlage Saneringsregeling bij het Rijksinpassingsplan aangeduid met no. 117. Dit betekent dat voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden in 2020 doch uiterlijk 2021, de provincie over de gronden dient te kunnen beschikken teneinde deze tijdig te kunnen saneren.
2.3. Verzoeker om onteigening
De onteigening zal geschieden ten name van de provincie Flevoland. De onteigening zal plaatsvinden zal plaatsvinden op basis van titel IV van de onteigeningswet (Onteigening in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling), de artikelen 77 en 78.
De onteigening vindt haar grondslag in artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet. Ingevolge dit artikel kan onteigening onder meer plaatsvinden ten name van een publiekrechtelijk lichaam, op verzoek van het algemeen bestuur van dat lichaam.
De planologische grondslag voor onteigening volgt uit het bestemmingsplan 'Buitengebied 2016'. De gemeente Zeewolde is weliswaar verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’ maar dit laat onverlet dat de bevoegdheid ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet ook door en ten name van andere publiekrechtelijke lichamen kan worden uitgeoefend. Zoals hiervoor onder 2.1 beschreven betreft het een groot project ter uitvoering van de nationale opgave om in 2020 6000MW opgesteld vermogen windenergie op land te realiseren in Nederland. De provincies hebben ieder een deel daarvan voor hun rekening genomen, waarbij voor de provincie Flevoland geldt dat grote delen van haar grondgebied door het Rijk zijn aangewezen als gebieden waar ruimte is voor grootschalige projecten. Het project Windpark Zeewolde is een uitwerking daarvan, en is één van de 11 grootste landelijke projecten met in totaal 91 nieuwe windturbines.
Het Windpark Zeewolde levert een belangrijke bijdrage aan de provinciale taakstelling om in 2020 een totaal opgesteld vermogen te hebben staan van 1390,5 MW. Hieraan is de voorwaarde verbonden dat de bestaande windmolens tijdig worden gesaneerd. Deze saneringsopgave maakt onlosmakelijk deel uit van het provinciale beleid, zodat de provincie er – in verband met verwezenlijking van haar taakstelling – het meeste belang bij heeft dat de benodigde gronden (tijdig) worden onteigend. Om deze reden treedt zij als onteigenende partij op.
Dit is vastgelegd in de Bestuurlijke overeenkomst Saneringsopgave Windpark Zeewolde, tussen het Rijk, de provincie, de gemeente Zeewolde en Windpark Zeewolde BV, welke is ondertekend op 14 augustus 2017. In deze overeenkomst is onder andere afgesproken dat indien uiterlijk 1 oktober 2017 Windpark Zeewolde BV er niet in is geslaagd met de eigenaren van de –met voorrang- te saneren windturbines (aangeduid als tranche 1) in der minne tot overeenstemming te komen over de tijdige sanering, de provincie de verwerving van de gronden waarop deze windturbines zich bevinden ter hand neemt, en indien noodzakelijk deze zal onteigenen met als uiterste datum voor de verkrijging door middel van de inschrijving van een onteigeningsvonnis het eerste kwartaal van 2021.
Gelet op het voorgaande kan de provincie Flevoland als de meest gerede partij worden gezien voor de onteigening ter uitvoering van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’.
2.4. Noodzaak tot onteigening
De provincie heeft in vervolg op de door de initiatiefnemer gevoerde onderhandelingen met de eigenaren en rechthebbenden overleg gevoerd met wie medio oktober 2017 nog geen overeenstemming was bereikt. Met een groot aantal is op minnelijke wijze overeenstemming bereikt. De desbetreffende overeenkomsten hebben inmiddels grotendeels ook geleid tot een verplichting om een aantal bestaande windturbines tijdig te saneren.
In eén dossier hebben de gevoerde onderhandelingen met de eigenaar tot nu toe (nog) niet geleid tot (voldoende) overeenstemming. Met deze eigenaar onderhandelt de provincie en daarvoor de initiatiefnemer al geruime tijd, maar zonder resultaat. Voor deze gronden wordt verzocht deze aan te wijzen ter onteigening.
Om ook deze windturbine tijdig te kunnen saneren wenst de provincie Flevoland het eigendom te verkrijgen, vrij van lasten en rechten, van de onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen. Het betreft de onder de windturbine gelegen gronden. Voor de verwijdering van de turbine zijn tijdelijk gronden benodigd. Het gaat dan om een tijdelijke opstelplaats voor de kraan waarmee de turbine wordt verwijderd en de gronden waarover de turbine wordt afgevoerd naar de openbare weg. Weliswaar zijn deze gronden gedurende een korte periode benodigd, maar zonder deze gronden is het niet mogelijk de turbine te verwijderen. Uitgangspunt is dat deze gronden van de eigenaar worden gehuurd, indien daarover geen overeenstemming kan worden bereikt, zal worden verzocht ook deze gronden ter onteigening aan te wijzen.
3. Grondslag/rechtsbasis onteigening
3 Algemeen
De ter onteigening aan te wijzen gronden zijn benodigd voor het realiseren van de bestemming Agrarisch in het geldende bestemmingsplan (door het verwijderen van de windturbine).
3.1. Bestemmingsplan
De onteigening geschiedt ten behoeve van de realisatie van het bestemmingsplan “Buitengebied 2016”. Dit bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad van Zeewolde op 29 september 2016. Hiertegen is beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij uitspraak 201609200/1/R1 d.d. 23 augustus 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan en het besluit van de raad van de gemeente Zeewolde voor twee specifieke plandelen vernietigd. Over deze plandelen dient de gemeente binnen 26 weken een nieuw besluit te nemen. Deze plandelen vallen buiten de in dit onteigeningsplan opgenomen gronden.
Het grootste deel van de gronden in dit bestemmingsplan heeft de bestemming ‘Agrarisch’. Deze bestemming staat de aanwezigheid van een windturbine niet toe, tenzij op de verbeelding een speciale aanduiding is vermeld. Ter plaatse van de te onteigenen gronden ontbreekt die aanwijzing, zodat de aanwezigheid van de turbine in strijd is met het bestemmingsplan.
3.2. Bestemmingen
De gronden, welke ter onteigening worden aangewezen, zijn op basis van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’ bestemd voor ‘Agrarisch’ en een dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 5’. Tot slot is ook de gebiedsaanduiding ‘geluidzone – industrie’ op de in de onteigening betrokken onroerende zaken (gedeeltelijk) van toepassing. Er is geen aanduiding dat een windturbine is toegestaan.
Agrarisch
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het agrarisch grondgebruik, niet zijnde permanente bollenteelt of houtteelt, bosbouw, fruitteelt, boomteelt of overige opgaande meerjarige teeltvormen, tenzij fruitteelt of boomteelt ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch
- fruit- en bomenteelt";
b. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel agrarisch bedrijf”;
c. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in combinatie met een intensieve neventak veehouderij, ter plaatse van de aanduidingen “specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel agrarisch bedrijf” en “specifieke vorm van agrarisch – intensieve veehouderij neventak”;
d. de uitoefening van het agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en/of intensieve veehouderij, ter plaatse van de aanduidingen “specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel agrarisch bedrijf” en "intensieve veehouderij";
e. de uitoefening van het agrarisch bedrijf als genoemd in 3.1 onder b, c of d in combinatie met en in ondergeschikte mate ruimte voor:
1. caravanstalling, ter plaatse van de aanduiding "caravanstalling";
2. een algenkwekerijbedrijf , ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - algenkwekerij";
3. bed & breakfast, ter plaatse van de aanduiding "bed & breakfast";
4. zuivelverwerking, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf
- zuivelverwerking";
5. een paardenhouderij, ter plaatse van de aanduiding "paardenhouderij";
6. een atelier, ter plaatse van de aanduiding "atelier";
7. logieshuisvesting door seizoensarbeiders, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - seizoensarbeiders";
8. een madenkwekerij, ter plaatse van de aanduiding "intensieve kwekerij";
9. een agrarisch zaadveredelingsbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - veredelingsbedrijf";
10. verhuur van paardenboxen, een activiteitenhal ten behoeve van de paardensport, 24-uurs zorg en dagopvang, logiesgebouwen, bakkerij, inclusief het malen van graan, een webwinkel, een stapmolen voor paarden en een stagiairverblijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - 1";
11. evenementen(theater), ter plaatse van de aanduiding "theater";
12. een hondenkennel, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - hondenkennel";
13. agrarisch loonwerk, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch loonwerk';
14. zorgboerderij, ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij';
f. het bedrijfswonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch - bedrijfskavel agrarisch bedrijf”;
g. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden, waaronder begrepen het beeld van agrarische bebouwing binnen de randbeplanting;
h. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van landschapselementen, die als oriëntatie- en herkenningspunten aanwezig zijn;
met daaraan ondergeschikt:
i. een mestvergistingsinstallatie, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - mestvergisting";
j. een mestbassin, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - mestbassin";
k. mestvergisting van mest afkomstig van en geproduceerd op het eigen agrarisch bedrijf in de vorm van boerderijvergisters;
l. kleinschalige duurzame energieopwekking;
m. nutsvoorzieningen;
n. extensief dagrecreatief medegebruik;
o. bestaande ontsluitingswegen en agrarische kavelpaden;
p. bestaande openbare fiets- en voetpaden;
q. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder waterberging;
r. verwerking van streekeigen producten al dan niet in combinatie met productiegebonden detailhandel;
s. een paardenweide, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - paardenweide";
t. een tijdelijk parkeerterrein, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - tijdelijk parkeerterrein";
met de daarbij behorende:
u. bedrijfsgebouwen en overkappingen;
w. bestaande torensilo's;
x. teeltondersteunende kassen;
y. windturbine, ter plaatse van de aanduiding 'windturbine';
z. tuinen, erven en terreinen ter plaatse van een bouwvlak; aa. andere bouwwerken.
Waarde – Archeologie 5
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Deze bestemming heeft voorrang op de andere daar voorkomende dubbelbestemming(en).
3.3. Plangebied
Het plangebied van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2016’ ligt in de provincie Flevoland direct ten zuiden van de rijksweg A6, ten oosten van de rijksweg A27 en het Eemmeer, ten noorden van Nijkerkernauw en Nuldenauw en ten westen van buitengebied Lelystad en de Wolderwijd.
Het plangebied omvat het landelijk gebied van de gemeente Zeewolde. De bebouwde kom van Zeewolde, bedrijventerreinen Trekkersveld en Horsterparc, Harderhaven / Harderwold, Recreatieterrein Horsterwold, Bosruiterweg en OCMNL maken geen deel uit van het plangebied.
4. Beschrijving/toelichting werken
4.1. Bestaande situatie
De ter onteigening aan te wijzen gronden liggen noordwestelijk van bedrijventerreinen Trekkersveld, ter hoogte van de Lepelaarstocht en tussen de Hoge Vaart en de Schollevaarweg, nabij het adres Xxxxxxxxxxxxxx 00 xx Xxxxxxxx. Het betreft de funderingsconstructie met daarop een windturbine en bijbehorende transformatorkast. Deze funderingsconstructie bevindt zich te midden van gronden die agrarisch worden gebruikt (akkerbouw).
De windturbine, type NM 950, is te midden van het betreffende kadastrale perceel geplaatst op ca. 120 meter afstand van de Schollevaarweg. Vanaf de windturbine loopt een kavelpad in noordoostelijke richting van ca. 250 meter, dat uitkomt op het erf van de grondeigenaar waarop zich de bedrijfsopstallen en zijn agrarische bedrijfswoning bevinden, Xxxxxxxxxxxxxx 00. De turbine en transformatorkast staan op een betonnen fundering. Direct aan de westzijde van de turbine staat naast de fundering een transformatorkast.
4.2. Wijze van planuitvoering
Om het windpark te realiseren moeten op aangewezen gronden de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:
Naast de bestaande windturbine wordt een tijdelijk werkterrein ingericht waarop materialen en een (mobiele) kraan kunnen worden opgesteld. De bestaande windturbine dient te worden gedemonteerd en afgevoerd naar de Schollevaarweg. Hiervoor is ook grond gereserveerd. Hierop wordt een tijdelijke verharding aangebracht geschikt voor de afvoer van de onderdelen van de turbine. De transformatorkast dient te worden gesloopt en afgevoerd. Daarna dient de betonnen fundering te worden verwijderd en afgevoerd. Eventueel dienen de gronden geschikt te worden gemaakt voor agrarisch gebruik met aanvullende bodemwerkzaamheden.
De wijze van uitvoering is ook weergegeven in de tekeningen die bij de onteigeningsstukken is gevoegd. Hier is ook een werkplan bijgevoegd waarin de werkzaamheden zijn beschreven. Zie hiertoe Archiefmap 2, tabblad B-5. Verder is bijgevoegd een indicatieve planning van de werkzaamheden (Archiefmap 2, tabblad B-6). Hieruit blijkt dat de werkzaamheden in korte tijd kunnen worden uitgevoerd en de benodigde gronden geheel hersteld weer worden opgeleverd.
5. Gemeente(n)
Het plangebied en de ter onteigening aan te wijzen gronden liggen in de gemeente Zeewolde.
6. Tenaamstelling onteigening
De onteigening ten algemene nutte op grond van titel IV Onteigeningswet dient te geschieden ten name van de Provincie Flevoland en zal in haar opdracht worden uitgevoerd.