Begrippen
Begrippen
Artikel 1
In dit deelnemersreglement wordt verstaan onder:
a. Consument: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een boeking heeft gemaakt die onder de garantieregeling valt.
b. Handelaar: Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die met betrekking tot onder Titel 7A van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek vallende overeenkomsten en overeenkomsten van vervoer en of overeenkomsten van verblijf handelt, mede via een andere persoon die namens hem of voor zijn rekening optreedt, in het kader van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, ongeacht of hij optreedt als organisator, doorverkoper, handelaar die een gekoppeld reisarrangement faciliteert of reisdienstverlener.
c. Organisator: handelaar die pakketreizen samenstelt en deze rechtstreeks dan wel via of samen met een andere handelaar aanbiedt, of de handelaar die de gegevens van de reiziger aan een andere handelaar verstrekt overeenkomstig Titel 7A van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
d. Doorverkoper: handelaar, anders dan de organisator, die pakketreizen aanbiedt die door de organisator zijn samengesteld, of bemiddelt in de verkoop van overeenkomsten van vervoer of overeenkomsten van verblijf.
e. Deelnemer: de handelaar die een geldige deelnemersovereenkomst heeft met het Calamiteitenfonds.
f. Pakketreisovereenkomst: overeenkomst inzake de gehele pakketreis of, indien de pakketreis uit hoofde van afzonderlijke overeenkomsten wordt geleverd, alle overeenkomsten die betrekking hebben op de reisdiensten die deel uitmaken van de pakketreis, overeenkomstig Titel 7A van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
g. Gekoppeld reisarrangement: ten minste twee verschillende soorten reisdiensten die voor dezelfde reis of vakantie worden afgenomen, die geen pakketreis vormen en waarvoor afzonderlijke overeenkomsten worden gesloten met verschillende reisdienstverleners, waarbij een handelaar:
i) tijdens één bezoek aan of contactmoment met het eigen verkooppunt het apart selecteren en apart betalen van elke reisdienst door de reiziger faciliteert; of
ii) op gerichte wijze de afneming van ten minste één aanvullende reisdienst bij een andere handelaar faciliteert waarbij uiterlijk 24 uur na de bevestiging van de boeking van de eerste reisdienst een overeenkomst met die andere handelaar wordt gesloten, een en ander conform Titel 7A van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
h. Overeenkomst van vervoer: overeenkomst inzake personenvervoer, zoals per bus of per boot.
1/9 versie 202106
i. Overeenkomst van verblijf: overeenkomst inzake accommodatie die niet wezenlijk deel uitmaakt van personenvervoer en die niet voor bewoning is bestemd, zoals een hotel of een vakantieappartement.
j. Boeking: een met een consument afgesloten pakketreisovereenkomst, gekoppeld reisarrangement of overeenkomst van vervoer of overeenkomst van verblijf.
k. Calamiteit: een door molest of een natuurramp veroorzaakte abnormale gebeurtenis.
l. Calamiteitencommissie: onafhankelijk orgaan van het Calamiteitenfonds dat besluiten neemt over calamiteiten en uitkeringsvatbare situaties.
m. Uitkeringsvatbare situatie: indien bij een calamiteit er in zodanige mate sprake is van gevaar voor de persoon en/of de goederen van de consument of in zodanige mate de infrastructuur is aangetast dat de nakoming van de verplichtingen van een deelnemer voortvloeiende uit een boeking met een consument in redelijkheid niet van de deelnemer kan worden verwacht.
Verkrijging van het deelnemerschap Artikel 2
Op de verkrijging van het deelnemerschap zijn van toepassing de leden 1, 2 en 4 van
artikel 15A van de statuten van Stichting Calamiteitenfonds Reizen, hierna te noemen: het Calamiteitenfonds.
Artikel 3
1. Diegene die het deelnemerschap aan het Calamiteitenfonds wenst te verkrijgen, richt zijn aanvraag tot het bestuur op een door het Calamiteitenfonds ter beschikking gesteld aanvraagformulier dat ingevuld en ondertekend is, vergezeld van de in dat formulier vermelde stukken.
De aanvraag wordt pas in behandeling genomen na betaling door de aanvrager van een door het bestuur vast te stellen bedrag ter vergoeding van de kosten verbonden aan de behandeling van de aanvraag.
2. De aanvrager dient voorts de vragen hem door of vanwege het bestuur gesteld naar aanleiding van de ingediende aanvraag, behoorlijk en tijdig te beantwoorden.
3. De beoordeling van de aanvraag door het bestuur geschiedt aan de hand van de statuten en de bepalingen van dit reglement.
4. Het bestuur besluit de aanvraag voor het deelnemerschap in te willigen, indien de aanvrager naar het oordeel van het bestuur aan de statuten en in dit reglement vervatte vereisten voldoet.
2/9 versie 202106
5. Van deelnemerschap kan worden uitgesloten de voormalige deelnemer wiens deelnemerschap op grond van artikel 15A van de statuten is geëindigd, dan wel diegene(n) die de onderneming van de voormalige deelnemer geheel of gedeeltelijk voortzet(ten), en wel voor een periode van maximaal 1 jaar vanaf datum van beëindiging.
6. Het bestuur kan voorts besluiten de aanvraag tot deelnemerschap af te wijzen als de aanvrager en/of een bij de aanvrager betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon met een op enig moment door een hunner bestuurde of gelieerde onderneming naar het oordeel van het bestuur oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van de door het Calamiteitenfonds geboden garantieregeling.
Vereisten voor deelnemerschap Artikel 4
Om deelnemer te kunnen zijn van het Calamiteitenfonds moet een reisonderneming voldoen
aan de volgende voorwaarden:
x. zich bezighouden met het organiseren van reizen;
b. een rechtspersoon of personenvennootschap zijn naar het recht van een lidstaat van de Europese Unie (EU) of van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) met de hoofdvestiging in een lidstaat van de EU of de EVA dan wel, in geval van een eenmanszaak, gedreven worden door een natuurlijk persoon met hetzij woonplaats in Nederland hetzij de belangrijkste bedrijfsactiviteiten uitoefenend in Nederland;
c. ten genoegen van het bestuur aantonen dat de maatregelen zijn genomen als bedoeld in artikel 7:513a Burgerlijk Wetboek.
Garantieaanduiding en consumentenbijdrage Artikel 5
1. Deelnemers zijn verplicht, op een door het bestuur te bepalen wijze, op de voor de
consument bestemde reisbevestiging en de factuur aan te geven of te doen aangeven dat de garantie van het Calamiteitenfonds van toepassing is.
2. Deelnemers zijn verplicht bij elke door een met de consument gemaakte boeking, bij de reissom de door het bestuur vastgestelde en door de raad van toezicht goedgekeurde consumentenbijdrage in rekening te brengen.
3. Het bestuur stelt, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, de hoogte van de consumentenbijdrage per boeking – met een maximum van negen personen per boeking - vast.
4. Het Calamiteitenfonds brengt, op een door het bestuur te bepalen wijze, aan de deel- nemer voorschotten in rekening welke betrekking hebben op de door de deelnemer te incasseren consumentenbijdragen, onder aftrek van een door het bestuur vast te stellen vergoeding voor de deelnemer, waarmee alle kosten verband houdende met zijn medewerking aan de verstrekking van de garantie geacht worden geheel te zijn vergoed.
3/9 versie 202106
Gevolgen van de vaststelling van een uitkeringsvatbare situatie
Artikel 6
1. Indien de calamiteitencommissie heeft vastgesteld dat sprake is van een uitkerings- vatbare situatie als omschreven in artikel 15B lid 3 van de statuten, vergoedt het Calamiteitenfonds aan de betrokken consument – via de deelnemer - de schade met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 van de statuten en in de garantieregeling.
2. Het is een deelnemer niet toegestaan een overeenkomst met een consument, waarop de garantie van het Calamiteitenfonds van toepassing is, uit te voeren indien hij daarmee in strijd handelt met een vaststelling als omschreven in artikel 15B leden 1 en 5 van de statuten. Hij dient de in verband met die vaststelling door de calamiteitencommissie gegeven instructies op te volgen.
3. Indien een deelnemer het bepaalde in het vorige lid overtreedt, is het bestuur bevoegd, zijn deelnemerschap met onmiddellijke ingang te beëindigen.
4. De aansprakelijkheid van het Calamiteitenfonds jegens de deelnemer voor fouten van de calamiteitencommissie is beperkt tot die schade die krachtens de – met goedkeu- ring van de raad van toezicht – door het bestuur afgesloten aansprakelijkheids- verzekering, door de verzekeraar wordt gedekt.
Gevolgen van een dekkingsbeperking Artikel 7
1. Indien de calamiteitencommissie een dekkingsbeperking als bedoeld in
artikel 15B lid 4 van de statuten heeft ingesteld, zijn zowel de deelnemer als de consument op wiens boeking de dekkingsbeperking van toepassing is, gerechtigd de boeking voor de overeengekomen reis- respectievelijk verblijfdatum kosteloos te annuleren, overeenkomstig de bepalingen in de ANVR reisvoorwaarden inzake kosteloze opzegging.
De consument die van die mogelijkheid geen gebruik maakt verliest met betrekking tot zijn overeenkomst het recht op uitkering als bedoeld in artikel 2 van de statuten.
2. Op boekingen die na instelling van de dekkingsbeperking voor de door dat besluit bestreken plaats en tijd worden afgesloten, is de garantie van het Calamiteitenfonds en derhalve het bepaalde in artikel 5 niet van toepassing.
3. De deelnemer is verplicht aan het Calamiteitenfonds – op haar verzoek – opgave te doen van het aantal boekingen dat – gedurende de geldigheidstermijn van een dekkingsbeperking – voor de door dat besluit bestreken plaats en tijd is afgesloten en waarvoor op grond van de bepalingen van het vorige lid geen consumentenbijdrage in rekening is gebracht.
4/9 versie 202106
Afwikkeling van de verplichtingen van het Calamiteitenfonds door een deelnemer
Artikel 8
Indien een deelnemer met medewerking of toestemming van het bestuur aan consumenten uitkeringen doet, zal die deelnemer van het Calamiteitenfonds terugbetaling van deze uitkeringen ontvangen tot een maximum van hetgeen het Calamiteitenfonds bij recht- streekse afwikkeling aan deze consumenten zou hebben uitgekeerd, mits de deelnemer aan het Calamiteitenfonds overlegt:
a. een door de consument ondertekende akte van cessie of subrogatie volgens een door het bestuur vastgesteld model;
b. stukken waaruit blijkt dat deze consumenten recht zouden hebben gehad op een uitkering van het Calamiteitenfonds;
c. stukken die aantonen dat de deelnemer bedoelde uitkeringen aan deze consumenten heeft betaald of met hen heeft verrekend.
Overige rechten en verplichtingen
Artikel 9
1. Ingeval van beëindiging van het deelnemerschap, ongeacht door welke oorzaak, blijven de rechten en verplichtingen van de deelnemer jegens het Calamiteitenfonds en de consumenten, voortvloeiend uit de statuten of dit reglement, voor zover ontstaan tijdens het deelnemerschap en nog niet of niet volledig nagekomen, onverkort gelden en heeft de deelnemer geen recht op algehele of gedeeltelijke terugbetaling van enige bijdrage welke door hem, onder welke titel dan ook, aan het Calamiteitenfonds is verstrekt.
2. De deelnemer is verplicht alle door het Calamiteitenfonds of de door het Calamiteiten- fonds ingeschakelde deskundigen verlangde medewerking en informatie, voor zover nodig voor de uitoefening van de taak van het bestuur van het Calamiteitenfonds, te verschaffen.
3. Het Calamiteitenfonds is gerechtigd onderzoeken in te (doen) stellen naar de administratie van de deelnemer en daartoe een accountant opdracht te geven de administratie van de deelnemer te onderzoeken.
4. De deelnemer is in het bijzonder verplicht:
a. tot het voeren van een ten genoegen van het bestuur van het Calamiteitenfonds voldoende administratie.
b. tot het verschaffen op eerste verzoek van het Calamiteitenfonds van alle inlichtingen en bescheiden die het bestuur nodig heeft voor de uitoefening van zijn bestuurstaak.
c. tot het toezenden van andere overzichten, zo dikwijls het bestuur dit zal verlangen. Deze overzichten dienen te zijn opgemaakt conform de door het bestuur vast te stellen voorschriften.
d. tot het opvolgen van de door het bestuur te geven aanwijzingen met betrekking tot de door hem te voeren administratie.
5/9 versie 202106
e. na afloop van zijn boekjaar dient de deelnemer zijn jaarrekening over dat boekjaar over te leggen. De jaarrekening gaat vergezeld van een volledig ingevulde vragenlijst als door het Calamiteitenfonds verstrekt. De jaarrekening dient te worden opgemaakt met inachtneming van de wettelijke voorschriften zoals deze voor rechtspersonen als bedoeld in artikel 2:360 Burgerlijk Wetboek gelden. Aanvullend stelt het Calamiteitenfonds de volgende eisen:
Risicodragende omzet deelnemer | Totale omzet deelnemer | Xxxxx verklaring bij jaarrekening | Wie? | Inzendtermijn |
< 1 mio | < 5 mio | samenstellingsverklaring | accountant of administratiekantoor | 6 maanden na einde boekjaar |
< 1 mio | > 5 mio | beoordelingsverklaring | openbaar accountant ingeschreven bij NBA | 6 maanden na einde boekjaar |
> 1 mio < 5 mio | nvt | beoordelingsverklaring | openbaar accountant ingeschreven bij NBA | 6 maanden na einde boekjaar |
5-10 mio | nvt | controleverklaring | openbaar accountant ingeschreven bij NBA | 6 maanden na einde boekjaar |
>10 mio | nvt | controleverklaring | openbaar accountant ingeschreven bij NBA | 4 maanden na einde boekjaar |
Voor deelnemers, wier deelnemerschap gehandhaafd is op grond van een aansprakelijkheidsverklaring van een groepsmaatschappij geldt deze verplichting tevens voor de geconsolideerde jaarrekening van de onderneming, die deze aansprakelijkheidsverklaring verstrekt heeft. Voor persoonsgebonden ondernemingsvormen sluit deze verplichting een opgave in van alle aansprakelijke vermogensbestanddelen inclusief de privé- vermogensbestanddelen van eigenaar(s) en/of beherende vennoten.
f. zonder uitstel in schriftelijke vorm nauwkeurig en gespecificeerd al zijn activi- teiten te melden, zodra zich een wijziging voordoet in de opgegeven activitei- ten, met name indien wijziging, uitbreiding of beperking van activiteiten mede brengt, dat hij in redelijkheid geacht moet worden te vallen of mede te vallen in een andere categorie dan die onder welke hij bij het Calamiteitenfonds bekend is.
g. zich te onthouden van aanmelding bij het Calamiteitenfonds als onderdeel van zijn eigen bedrijfsvoering of bedrijfsactiviteit van: rechtspersonen, personen- vennootschappen en/of natuurlijke personen die een zelfstandige onderneming drijven.
h. onverwijld aan het bestuur mede te delen als tenminste 51% van de aandelen in de deelnemende rechtspersoon buiten groepsverband wordt overgedragen aan een of meer nieuwe aandeelhouders of indien sprake is van juridische fusie dan wel anderszins de zeggenschap in de deelnemende rechtspersoon wordt overgedragen.
i. onverwijld aan het bestuur mede te delen indien een kredietovereenkomst is opgezegd of indien de kredietinstelling de deelnemer heeft laten weten dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden van de kredietovereenkomst;
6/9 versie 202106
j. geen boekingen meer te aanvaarden indien financieel onvermogen is ingetreden.
5. Niet naleving van een bepaling in lid 4 leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid van de (feitelijke) bestuurder(s) en/of eigena(a)r(en) van de deelnemer jegens het Calamiteitenfonds voor de daardoor ontstane schade.
6. De deelnemer is verplicht ieder bestuurslid van het Calamiteitenfonds, een procu- ratiehouder van het Calamiteitenfonds alsmede een door het bestuur aan te wijzen accountant op eerste verzoek toe te laten tot alle kantoren en kantoorruimten welke bij de deelnemer in gebruik zijn en alsmede het bestuurslid en/of de directeur en/of de aangewezen accountant inzage te geven van al zijn boeken en bescheiden.
De deelnemer verleent door ondertekening van de deelnemersovereenkomst daardoor machtiging aan ieder bestuurslid en de bestuursleden gezamenlijk, alsmede aan de in de vorige alinea bedoelde procuratiehouder en accountant, voor de toegang tot de kantoren en de kantoorruimten, respectievelijk inzage van boeken en bescheiden.
7. De deelnemer is verplicht de door het bestuur van het Calamiteitenfonds onder goedkeuring van de raad van toezicht vastgestelde bijdrage in de kosten van het Calamiteitenfonds te voldoen; voor het boekjaar waarin de deelnemer wordt toegelaten, een proportioneel gedeelte van voormeld bedrag per kwartaal waarbij een deel van een kwartaal als een geheel kwartaal geldt.
Gebruik beeld- en woordmerk Artikel 10
1. De deelnemer is verplicht bij elke door hem hetzij rechtstreeks hetzij door
bemiddeling van een doorverkoper, met de consument afgesloten boeking op de boekingsbevestiging en de factuur op een door het bestuur nader te bepalen wijze aan te geven dat de garantie van het Calamiteitenfonds van toepassing is.
2. De deelnemer is verplicht in zijn reisbrochures en op zijn websites op een door het bestuur nader te bepalen wijze aan te geven dat op de daarvoor in aanmerking komende reisdiensten de dekking van het Calamiteitenfonds van toepassing is.
De deelnemer dient op zijn websites tevens een link op te nemen naar de garantie- regeling van het Calamiteitenfonds.
3. De deelnemer is verplicht als blijk van zijn deelnemerschap gebruik te maken van het beeld- en woordmerk van het Calamiteitenfonds op een voor de consument zichtbare wijze en in overeenstemming met door het bestuur uitgevaardigde instructies. Het beeld- en woordmerk van het Calamiteitenfonds mag alleen door deelnemers worden gebruikt.
4. De deelnemer is na het einde van zijn deelnemerschap niet meer gerechtigd tot het gebruik van het beeld- en woordmerk van het Calamiteitenfonds.
7/9 versie 202106
Boete
Artikel 11
1. Deelnemers dienen zich te houden aan het bepaalde in de statuten, het deelnemers- reglement en de deelnemersovereenkomst, op straffe van verbeurte van een boete van ten hoogste € 10.000 (tienduizend euro) per overtreding/niet nakoming van enige bepaling, onverminderd de bevoegdheid van het bestuur om bovendien de deelnemersovereenkomst met de deelnemer op grond van artikel 13 te beëindigen.
2. Het opleggen van een boete geschiedt door het bestuur bij aangetekende brief, is met redenen omkleed en wordt steeds geacht gedaan te zijn onder voorbehoud van het recht om van de deelnemer schadevergoeding te vorderen.
3. Tegen het opleggen van een boete staat beroep open op de commissie van beroep, met dien verstande dat, indien de boete is opgelegd ter zake van het niet of niet stipt op tijd voldoen aan de verplichting bedoeld in artikel 9 lid 4 sub e het beroep alleen ontvankelijk is, indien alsnog binnen de beroepstermijn aan die verplichting is voldaan.
Einde overeenkomst met een deelnemer Artikel 12
1. De overeenkomst waarbij het deelnemerschap is overeengekomen wordt aangegaan
voor onbepaalde tijd en kan door de deelnemer per aangetekende brief worden opgezegd.
2. Opzegging kan slechts geschieden met een termijn van tenminste zes maanden tegen de laatste dag van het boekjaar van de deelnemer.
3. Het bestuur is bevoegd, indien de deelnemer dit schriftelijk verzoekt, afwijking van het bepaalde in lid 2 toe te staan.
Artikel 13
1. Het bestuur is bevoegd, de overeenkomst van deelnemerschap met onmiddellijke ingang te beëindigen indien de deelnemer:
a. niet of niet langer voldoet aan een of meer vereisten van het deelnemerschap als belichaamd in dit reglement;
b. aan enige andere verplichting die dit reglement op hem legt of die voor hem uit de deelnemersovereenkomst voortvloeit niet, niet tijdig of niet behoorlijk voldoet.
2. De bevoegdheid bedoeld in lid 1 respectievelijk lid 5 laat onverlet de bevoegdheid tot het opleggen van een boete als hierboven geregeld.
3. Het bestuur zal het besluit tot beëindiging met onmiddellijke ingang met redenen omkleden en vervolgens per aangetekende brief aan de deelnemer doen toekomen.
8/9 versie 202106
4. Het besluit tot beëindiging met onmiddellijke ingang doet de overeenkomst eindigen op de dag volgend op die van ter post bezorging in het vorige lid bedoeld.
5. Het bestuur is bevoegd, in een geval als in lid 1 bedoeld, te besluiten tot voor- waardelijke beëindiging van de overeenkomst, op welk besluit lid 3 eveneens van toepassing is. In dat geval eindigt de overeenkomst eerst op de in het besluit vermelde datum, maar alleen dan, indien de deelnemer op die datum niet voldaan heeft aan een of meer in het besluit gestelde voorwaarden.
Geschillen Artikel 14
1. Van een besluit door of namens het bestuur:
1) tot afwijzing van de aanvraag tot verkrijging van het deelnemerschap of tot beëindiging van het deelnemerschap;
2) tot het opleggen van een boete als bedoeld in artikel 11 lid 3 van dit reglement; staat voor de betrokken deelnemer beroep open op de commissie van beroep, op welk beroep het beroepsreglement van toepassing is.
2. Alle overige geschillen tussen partijen uit hoofde van dit reglement alsmede vorderingen tot vernietiging van een bindend advies van de commissie van beroep zullen in eerste aanleg worden voorgelegd aan de Rechtbank Rotterdam.
Uitvoeringsregelingen
Artikel 15
1. Het bestuur is bevoegd regels vast te stellen en in uitvoeringsregelingen vast te leggen ter nadere regeling van de uitvoering van beleid.
2. Uitvoeringsregelingen mogen niet in strijd zijn met de wet, de statuten of dit deelnemersreglement.
Slotbepaling Artikel 16
In alle gevallen waarin de wet, de statuten of een reglement niet voorzien beslist het
bestuur.
Op dit deelnemersreglement is Nederlands recht van toepassing.
9/9 versie 202106