Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex)...
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
►B INTERNATIONALE OVEREENKOMST INZAKE DE HARMONISATIE VAN DE GOEDERENCONTROLES AAN DE GRENZEN
(PB L 126 van 12.5.1984, blz. 3)
Gewijzigd bij:
Publicatieblad
nr. blz. datum
►M1 Besluit 2009/161/EG van de Raad van 25 september 2008 L 55 21 27.2.2009
►M2 Wijziging van de Internationale Overeenkomst inzake de harmonisatie van de goederencontroles aan de grenzen (de Harmonisatieovereen komst), Genève, 21 oktober 1982PB L 126 van 12.5.1984, blz. 1.
►M3 Wijzigingen op de Internationale Overeenkomst inzake de harmonisatie van de goederencontroles aan de grenzen (Harmonisatieovereenkomst, 1982) Volgens kennisgeving C.N.83.2021.TREATIES-XI.A.17 van de VN-depositaris treden de volgende wijzigingen op de Harmonisatie overeenkomst op 27 mei 2021 in werking voor alle overeenkomstslui tende partijen
L 317 13 30.11.2011
L 187 1 27.5.2021
INTERNATIONALE OVEREENKOMST INZAKE DE HARMONISATIE VAN DE GOEDERENCONTROLES AAN DE GRENZEN
PREAMBULE
DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,
GELEID door de wens het internationale goederenverkeer te verbeteren,
OVERWEGENDE dat het noodzakelijk is de grensoverschrijding van goederen te vergemakkelijken,
VASTSTELLENDE dat aan de grenzen door verschillende controlediensten con trolemaatregelen worden toegepast,
ERKENNENDE dat de voorwaarden waaronder deze controles worden uitgeoe fend in ruime mate kunnen worden geharmoniseerd zonder dat het doel, de goede uitvoering en de doeltreffendheid ervan worden aangetast,
ERVAN OVERTUIGD dat de harmonisatie van de grenscontroles een belangrijk middel is om deze doelstellingen te bereiken,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „douane” de overheidsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de douanewetgeving en het innen van rechten en heffingen bij invoer en uitvoer en die tevens zijn belast met de toepassing van andere wetten en voorschriften met betrekking tot, onder andere, de invoer, doorvoer en uitvoer van goederen;
b) „douanecontrole” alle maatregelen genomen met het oog op het doen naleven van de wetten en voorschriften met de toepassing waarvan de douane is belast;
c) „medisch-sanitaire controle” controle verricht met het oog op de bescherming van het leven en de gezondheid van de mens met uitzondering van de veterinaire controle;
d) „veterinaire controle” sanitaire controle van dieren en produkten van dierlijke oorsprong, verricht met het oog op de bescherming van het leven en de gezondheid van mens en dier, alsmede controle van voorwerpen of goederen die overbrengers van dierenziekten kunnen zijn;
e) „fytosanitaire controle” controle ter voorkoming van de verspreiding en de overbrenging over de nationale grenzen van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen;
f) „controle op het voldoen aan technische normen” controle om vast te stellen of de goederen aan de internationale of nationale mini mumnormen van de ter zake geldende wetten en voorschriften voldoen;
g) „kwaliteitscontrole” iedere andere controle dan de bovengenoemde om vast te stellen of de goederen aan de internationale of nationale minimumkwaliteitsnormen van de ter zake geldende wetten en voor schriften voldoen;
h) „controledienst” iedere dienst belast met de gehele of gedeeltelijke toepassing van de hierboven omschreven controles of van iedere andere controle die gewoonlijk bij de invoer, uitvoer of doorvoer van goederen wordt verricht.
Artikel 2
Doelstelling
Ten einde het internationale goederenverkeer te vergemakkelijken, be oogt deze Overeenkomst de vereisten inzake het vervullen van forma liteiten alsmede aantal en duur van de controles te verminderen, in het bijzonder door nationale en internationale coordinatie van de controle procedures en de wijze waarop deze worden toegepast.
Artikel 3
Toepassingsgebied
1. Deze Overeenkomst is van toepassing op alle goederen die worden ingevoerd, uitgevoerd of doorgevoerd en daarbij over zee, door de lucht of over land een of meer grenzen overschrijden.
2. Deze Overeenkomst is van toepassing op alle controlediensten van de overeenkomstsluitende partijen.
HOOFDSTUK II
HARMONISATIE VAN DE PROCEDURES
Artikel 4
Coordinatie van de controles
De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe de werkzaam heden van de douane en de andere controlediensten zodanig te organi seren dat deze zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestemd.
Artikel 5
Middelen ten behoeve van de diensten
Ten einde het goed functioneren van de controlediensten te verzekeren zien de overeenkomstluitende partijen erop toe dat deze diensten in de mate van het mogelijke en binnen het kader van de nationale wetgeving, kunnen beschikken over:
a) gekwalificeerd personeel, in voldoende aantal om aan de vereisten van het verkeer te voldoen;
b) materieel en inrichtingen welke, rekening houdend met de wijze van vervoer, de te controleren goederen en de vereisten van het verkeer, geschikt zijn voor het verrichten van de controles;
c) officiële instructies ten behoeve van hun ambtenaren opdat dezen handelen overeenkomstig de internationale overeenkomsten en xxxxx xxxxxx en de geldende nationale bepalingen.
Artikel 6
Internationale samenwerking
De overeenkomstsluitende partijen verbinden zich ertoe onderling samen te werken en, voor zover nodig, te streven naar samenwerking met de bevoegde internationale organisaties ten einde de doelstellingen van deze Overeenkomst te bereiken en bovendien te trachten, waar nodig, nieuwe multilaterale of bilaterale overeenkomsten of regelingen tot stand te brengen.
Artikel 7
Samenwerking tussen buurlanden
Bij overschrijding van een gemeenschappelijke grens nemen de betrok ken overeenkomstsluitende partijen, telkens wanneer zulks mogelijk is, passende maatregelen om de doorgang van de goederen te vergemakke lijken en trachten zij in het bijzonder:
a) de controle van goederen en documenten samen te voegen door te voorzien in gemeenschappelijke inrichtingen;
b) te bereiken dat overeenstemming bestaat inzake:
— de openingstijden van de grensposten,
— de controlediensten die aldaar werkzaam zijn,
— de categorieën goederen en de wijzen van vervoer die aldaar worden toegelaten en de internationale regelingen voor douane vervoer die aldaar worden toegepast.
Artikel 8
Uitwisseling van gegevens
De overeenkomstsluitende partijen delen elkaar, op verzoek, de voor de toepassing van deze Overeenkomst noodzakelijke gegevens mede over eenkomstig het in de bijlagen bepaalde.
Artikel 9
Documenten
1. De overeenkomstsluitende partijen trachten onderling en met de bevoegde internationale organisaties het gebruik te bevorderen van do cumenten die voldoen aan het kaderformulier van de Verenigde Naties.
2. De overeenkomstsluitende partijen aanvaarden documenten ver vaardigd volgens ieder geschikt technisch procédé, mits deze voldoen aan de officiële voorschriften betreffende vorm, echtheid en waarmer king ervan en mits zij leesbaar en begrijpelijk zijn.
3. De overeenkomstsluitende partijen zien erop toe dat de vereiste documenten geheel overeenkomstig de ter zake geldende wetgeving worden opgesteld en gewaarmerkt.
HOOFDSTUK III
BEPALINGEN BETREFFENDE DE DOORVOER
Artikel 10
Goederen in doorvoer
1. De overeenkomstsluitende partijen passen op goederen in doorvoer waar mogelijk een eenvoudige en snelle behandeling toe, in het bijzon der indien zij worden vervoerd met toepassing van een internationale regeling voor douanevervoer, door de controles te beperken tot de ge vallen waarin de omstandigheden of de bestaande risico's zulks recht vaardigen. Bovendien houden zij rekening met de situatie van landen zonder kust. Ten behoeve van de douanebehandeling van goederen die worden vervoerd met toepassing van een internationale regeling voor douanevervoer streven zij naar verlenging van de openingstijden en uitbreiding van de bevoegdheden van de bestaande douanekantoren.
2. Zij streven ernaar de doorvoer van goederen die worden vervoerd in containers of andere laadeenheden welke voldoende zekerheid bieden zo veel mogelijk te vergemakkelijken.
HOOFDSTUK IV
DIVERSE BEPALINGEN
Artikel 11
Openbare orde
1. De bepalingen van deze Overeenkomst vormen geen beletsel voor de toepassing van invoer -, uitvoer - of doorvoerverboden of -beperkin gen die worden ingesteld om redenen van openbare orde, in het bij zonder de openbare veiligheid, de openbare zedelijkheid en de volks gezondheid, of ter bescherming van het milieu, het cultureel erfgoed of de industriële, commerciële en intellectuele eigendom.
2. Niettemin streven de overeenkomstsluitende partijen ernaar, tel kens wanneer zulks mogelijk is en zonder dat de doeltreffendheid van de controles wordt geschaad, op de controles verbonden aan de toepas sing van de in het eerste lid vermelde maatregelen de bepalingen van deze Overeenkomst toe te passen, in het bijzonder de artikelen 6 tot en met 9.
Artikel 12
Noodmaatregelen
1. Noodmaatregelen waartoe de overeenkomstsluitende partijen kun nen worden genoodzaakt in verband met bijzondere omstandigheden moeten in verhouding staan tot de redenen die aan de maatregelen ten grondslag liggen en moeten worden opgeschort of opgeheven wanneer deze redenen niet langer aanwezig zijn.
2. Telkens wanneer zulks mogelijk is zonder de doeltreffendheid van de maatregelen te schaden, maken de overeenkomstsluitende partijen de desbetreffende voorschriften bekend.
Bijlagen
1. De bijlagen bij deze Overeenkomst vormen een integrerend deel van de Overeenkomst.
2. Nieuwe bijlagen met betrekking tot controles op andere gebieden kunnen aan deze Overeenkomst worden toegevoegd overeenkomstig de procedure van de artikelen 22 of 24.
Artikel 14
Verhouding tot andere verdragen
Onverminderd het bepaalde in artikel 6 doet deze Overeenkomst geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit verdragen die de overeenkomstsluitende partijen hadden gesloten voordat zij partij werden bij deze Overeenkomst.
Artikel 15
Deze Overeenkomst vormt geen beletsel voor de toepassing van ruimere faciliteiten die twee of meer overeenkomstsluitende partijen elkaar zou den willen verlenen, noch voor het recht van de in artikel 16 bedoelde organisaties voor regionale economische integratie die overeenkomst sluitende partij zijn om hun eigen wetgeving toe te passen bij de con troles aan hun binnengrenzen, mits daardoor in geen geval de uit deze Overeenkomst voortvloeiende faciliteiten worden verminderd.
Artikel 16
Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring en toetreding
1. Deze Overeenkomst, welke is nedergelegd bij de Secretaris-gene raal van de Verenigde Naties, staat open voor deelneming door alle Staten en door soevereine Staten opgerichte organisaties voor regionale economische integratie die de bevoegdheid hebben om over internatio nale overeenkomsten inzake onderwerpen waarop deze Overeenkomst betrekking heeft te onderhandelen en deze te sluiten en toe te passen.
2. De organisaties voor regionale economische integratie bedoeld in het eerste lid kunnen, voor vraagstukken die onder hun bevoegdheid vallen, in eigen naam de rechten uitoefenen en verplichtingen nakomen die deze Overeenkomst anders verleent onderscheidenlijk oplegt aan de Lid-Staten van deze organisaties die tevens partij zijn bij deze Overeen komst. In dat geval zijn de Lid-Staten van deze organisaties niet be voegd afzonderlijk deze rechten, het stemrecht inbegrepen, uit te oefenen.
3. De Staten en de bovenbedoelde organisaties voor regionale eco nomische integratie kunnen overeenkomstsluitende partij bij deze Over eenkomst worden door:
a) nederlegging van een akte van bekrachtiging, aanvaarding of goed keuring na de Overeenkomst te hebben ondertekend, of
b) nederlegging van een akte van toetreding.
4. Deze Overeenkomst staat van 1 april 1983 tot en met 31 maart 1984 op het kantoor van de Verenigde Naties te Genève open voor ondertekening door alle Staten en de in het eerste lid bedoelde organi saties voor regionale economische integratie.
5. Vanaf 1 april 1983 staat zij eveneens open voor toetreding.
6. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetre ding worden nedergelegd bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
Artikel 17
Inwerkingtreding
1. Deze Overeenkomst treedt in werking drie maanden na de datum waarop vijf Staten hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeu ring of toetreding hebben nedergelegd.
2. Nadat vijf Staten hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goed keuring of toetreding hebben nedergelegd treedt deze Overeenkomst voor alle nieuwe overeenkomstsluitende partijen in werking drie maan den na de datum van nederlegging van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.
3. Iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetre ding die is nedergelegd na de inwerkingtreding van een wijziging van deze Overeenkomst, wordt geacht betrekking te hebben op de gewij zigde tekst van de Overeenkomst.
4. Indien een dergelijke akte is nedergelegd nadat een wijziging overeenkomstig de procedure van artikel 22 is aanvaard doch voordat de wijziging in werking treedt, wordt de akte geacht betrekking te hebben op de tekst van deze Overeenkomst zoals deze luidt op de datum van inwerkingtreding van de wijziging.
Artikel 18
Opzegging
1. Iedere overeenkomstsluitende partij kan deze Overeenkomst op zeggen door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Ver enigde Naties gerichte kennisgeving.
2. De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum waarop de Secretaris-generaal de kennisgeving van opzegging heeft ontvangen.
Artikel 19
Beëindiging
Indien na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst het aantal Staten dat overeenkomstsluitende partij is, gedurende een tijdvak van twaalf achtereenvolgende maanden minder dan vijf bedraagt, zal deze Overeen komst ophouden van kracht te zijn na het verstrijken van het bedoelde tijdvak van twaalf maanden.
Regeling van geschillen
1. Ieder geschil tussen twee of meer overeenkomstsluitende partijen betreffende de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst wordt voor zover mogelijk geregeld door onderhandelingen tussen de betrokken partijen of op een andere wijze.
2. Ieder geschil tussen twee of meer overeenkomstsluitende partijen betreffende de uitlegging of de toepassing van deze Overeenkomst dat niet kan worden geregeld op de wijze bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt op verzoek van een van de partijen voorgelegd aan een scheidsgerecht dat als volgt wordt samengesteld: elk der bij het geschil betrokken partijen wijst een scheidsman aan en deze scheidsmannen wijzen nog een scheidsman aan die voorzitter zal zijn. Indien één van de partijen drie maanden na hiertoe een verzoek te hebben ontvangen geen scheidsman heeft aangewezen, of indien de scheidsmannen geen voorzitter hebben kunnen kiezen, kan elk van deze partijen de Secretaris-generaal van de Verenige Naties verzoeken de scheidsman of de voorzitter van het scheidsgerecht aan te wijzen.
3. De beslissing van het overeenkomstig het tweede lid samenge stelde scheidsgerecht is definitief en bindend voor alle bij het geschil betrokken partijen.
4. Het scheidsgerecht stelt zijn eigen reglement van orde vast.
5. Het scheidsgerecht beslist met meerderheid van stemmen en op basis van de tussen de bij het geschil betrokken partijen bestaande verdragen en de algemene regels van internationaal recht.
6. Iedere onenigheid die tussen de bij het geschil betrokken partijen zou kunnen ontstaan ten aanzien van de uitlegging en de uitvoering van de uitspraak van het scheidsgerecht, kan door een van de partijen ter beslissing worden voorgelegd aan het scheidsgerecht dat de uitspraak heeft gedaan.
7. Iedere bij het geschil betrokken partij draagt de kosten van haar eigen scheidsman en van haar vertegenwoordigers in de scheidsrechter lijke procedure; de kosten in verband met het voorzitterschap en de overige kosten worden in gelijke mate door de bij het geschil betrokken partijen gedragen.
Artikel 21
Voorbehouden
1. Iedere overeenkomstsluitende partij kan bij de ondertekening, be krachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot deze Overeenkomst verklaren zich niet gebonden te achten door het bepaalde in artikel 20, tweede tot en met zevende lid, van deze Overeenkomst. De andere overeenkomstsluitende partijen zijn jegens een overeenkomst sluitende partij die een zodanig voorbehoud heeft gemaakt, niet gebon den aan het bepaalde in deze leden.
2. Iedere overeenkomstsluitende partij die een voorbehoud heeft ge maakt overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, kan dit voorbehoud te allen tijde intrekken door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving.
3. Met uitzondering van het voorbehoud bedoeld in het eerste lid van dit artikel, is geen enkel voorbehoud ten aanzien van deze Overeen komst toegestaan.
Procedure voor wijziging van de Overeenkomst
1. Deze Overeenkomst, met inbegrip van haar bijlagen, kan worden gewijzigd op voorstel van een overeenkomstsluitende partij overeen komstig de procedure bedoeld in dit artikel.
2. Iedere op deze Overeenkomst voorgestelde wijziging wordt onder zocht door een Commissie van beheer die uit alle overeenkomstslui tende partijen is samengesteld overeenkomstig het in bijlage 7 opgeno men reglement van orde. Een dergelijke wijziging die tijdens de bijeen komst van de Commissie van beheer is onderzocht of opgesteld en door de Commissie is aangenomen wordt door de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties aan de overeenkomstsluitende partijen voor aanvaar ding medegedeeld.
3. Iedere voorgestelde wijziging die overeenkomstig het voorgaande lid is medegedeeld treedt voor alle overeenkomstsluitende partijen in werking drie maanden na het verstrijken van een tijdvak van twaalf maanden volgend op de datum waarop de mededeling is gedaan, tenzij gedurende dat tijdvak een Staat die overeenkomstsluitende partij is of een organisatie voor regionale economische integratie die zelf overeen komstsluitende partij is en in dat geval handelt overeenkomstig de voor waarden van artikel 16, tweede lid, van deze Overeenkomst, bij de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties bezwaar tegen de voorge stelde xxxxxxxxx heeft gemaakt.
4. Indien overeenkomstig het bepaalde in het derde lid van dit artikel bezwaar is gemaakt tegen de voorgestelde wijziging, wordt deze geacht niet te zijn aanvaard en blijft zij zonder gevolg.
Artikel 23
Verzoeken, mededelingen en bezwaren
De Secretaris-generaal van de Verenigde Naties geeft alle overeen komstsluitende partijen en alle Staten kennis van alle in artikel 22 be doelde verzoeken, mededelingen of bezwaren en van het tijdstip waarop een wijziging in werking treedt.
Artikel 24
Herzieningsconferentie
Nadat deze Overeenkomst gedurende vijf jaar van kracht is geweest kan iedere overeenkomstsluitende partij door middel van een aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties gerichte kennisgeving ver zoeken om bijeenroeping van een conferentie met het doel deze Over eenkomst te herzien, onder vermelding van de tijdens deze conferentie te behandelen voorstellen. In dat geval;
i) brengt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties dit verzoek ter kennis van alle overeenkomstsluitende partijen en nodigt hij hen uit binnen een termijn van drie maanden hun eventuele opmerkin gen met betrekking tot deze voorstellen te maken alsmede andere voorstellen in te dienen die zij tijdens de conferentie besproken zouden willen zien;
ii) deelt de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties eveneens aan alle overeenkomstsluitende partijen de tekst van de eventuele andere voorstellen mede en roept hij een herzieningsconferentie bijeen in dien binnen een termijn van zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze mededeling ten minste een derde van de overeenkomst sluitende partijen hem ervan in kennis hebben gesteld dat zij in stemmen met deze bijeenroeping;
iii) kan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties echter, wanneer hij meent dat een voorstel tot herziening kan worden gelijkgesteld met een voorstel tot wijziging in de zin van artikel 22, eerste lid, met instemming van de overeenkomstsluitende partij die het voor stel heeft gedaan, de procedure tot wijziging bedoeld in artikel 22 toepassen in plaats van de procedure tot herziening.
Artikel 25
Kennisgevingen
Behalve van de kennisgevingen en mededelingen bedoeld in de artike len 23 en 24 doet de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties alle Staten kennisgeving van:
a) de ondertekeningen, bekrachtigingen, aanvaardingen, goedkeuringen en toetredingen krachtens artikel 16;
b) de data van inwerkingtreding van deze Overeenkomst overeenkom stig artikel 17;
c) de opzeggingen krachtens artikel 18;
d) de beëindiging van deze Overeenkomst krachtens artikel 19;
e) de voorbehouden krachtens artikel 21.
Artikel 26
Voor eensluidend gewaarmerkte afschriften
Na 31 maart 1984 doet de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties twee voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van deze Overeen komst toekomen aan elke overeenkomstsluitende partij en aan alle Sta ten die geen overeenkomstsluitende partij zijn.
Gedaan te Genève, op eenentwintig oktober negentienhonderd tweeën tachtig, in een enkel exemplaar waarvan de Engelse, Franse, Russische en Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn.
Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe be hoorlijk gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
HARMONISATIE VAN DE DOUANECONTROLES EN DE ANDERE CONTROLES
Artikel 1
Beginselen
1. Aangezien de douane aan alle grenzen aanwezig is en haar werkzaamheden van algemene aard zijn, worden de andere controles zodanig georganiseerd dat deze zoveel mogelijk op de douanecontroles zijn afgestemd.
2. Met toepassing van dit beginsel is het eventueel mogelijk deze controles geheel of gedeeltelijk op een andere plaats dan aan de grens te verrichten, mits de toegepaste procedures ertoe bijdragen het internationale goederenverkeer te vergemakkelijken.
Artikel 2
1. De douane wordt volledig op de hoogte gehouden van de in wetten of voorschriften nedergelegde bepalingen die het verrichten van andere dan douane controles tot gevolg kunnen hebben.
2. Wanneer andere controles noodzakelijk worden geacht, ziet de douane erop toe dat de betrokken diensten daarvan in kennis worden gesteld en werkt zij met hen samen.
Artikel 3
Organisatie van de controles
1. Wanneer verschillende controles op een zelfde plaats moeten worden ver richt, treffen de bevoegde diensten de nodige maatregelen om de controles zo mogelijk gelijktijdig of althans zo snel mogelijk na elkaar te verrichten. Zij streven ernaar de door hen gestelde eisen ten aanzien van documenten en ge gevens op elkaar af te stemmen.
2. In het bijzonder treffen de bevoegde diensten de nodige maatregelen opdat op de plaats waar de controler worden verricht het noodzakelijke personeel en de noodzakelijke inrichtingen beschikbaar zijn.
3. De douane kan, met uitdrukkelijke machtiging van de bevoegde diensten, de controles waarmee deze diensten zijn belast namens hen geheel of gedeeltelijk verrichten. In dat geval zorgen deze diensten ervoor dat aan de douane de nodige middelen worden verstrekt.
Artikel 4
Resultaat van de controles
1. De controlediensten en de douane wisselen zo spoedig mogelijk de nodige gegevens uit met betrekking tot alle aspecten van deze Overeenkomst ten einde de doeltreffendheid van de controles te waarborgen.
2. Op grond van de resultaten van de verrichte controles neemt de bevoegde dienst een beslissing over de verdere behandeling van de goederen en, zo nodig, stelt hij de voor de andere controles verantwoordelijke diensten hiervan in ken nis. Op grond van deze beslissing bepaalt de douane welke douaneregeling op de goederen moet worden toegepast.
MEDISCH-SANITAIRE CONTROLE
Artikel 1
Beginselen
De medisch-sanitaire controle geschiedt, ongeacht de plaats waar deze controle wordt verricht, volgens de beginselen nedergelegd in deze Overeenkomst, in het bijzonder in bijlage 1.
Artikel 2
Inlichtingen
Iedere overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat iedere belanghebbende ge makkelijk inlichtingen kan verkrijgen met betrekking tot:
— de goederen die aan medisch-sanitaire controle zijn onderworpen;
— de plaatsen waar de desbetreffende goederen ter controle kunnen worden aangeboden;
— de wetten en voorschriften betreffende de medisch-sanitaire controle en de algemene bepalingen inzake de toepassing van deze wetten en voorschriften.
Artikel 3
Organisatie van de controles
1. De controlediensten zien erop toe dat in de grensplaatsen waar medisch- sanitaire controle kan plaatsvinden de noodzakelijke inrichtingen beschikbaar zijn.
2. Medisch-sanitaire controle kan ook worden verricht op plaatsen in het binnenland indien aan de hand van de overgelegde bewijsstukken en gelet op de wijze waarop het vervoer zal plaatsvinden, komt vast te staan dat de goederen tijdens het vervoer niet kunnen bederven en geen besmetting kunnen veroorzaken.
3. Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen trachten de overeen komstsluitende partijen fysieke controles van aan bederf onderhevige goederen onderweg zoveel mogelijk te beperken.
4. Wanneer de goederen in afwachting van de resultaten van de medisch-sanitaire controle moeten worden opgeslagen, zorgen de bevoegde con trolediensten van de overeenkomstsluitende partijen ervoor dat deze opslag plaatsvindt onder zodanige omstandigheden dat de goederen in goede staat blij ven en met een minimum aan douaneformaliteiten.
Artikel 4
Goederen in doorvoer
Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen zien de overeenkomst sluitende partijen zoveel mogelijk af van medisch-sanitaire controle van goederen in doorvoer, indien geen gevaar voor besmetting bestaat.
Samenwerking
1. De diensten voor medisch-sanitaire controle werken samen met de overeen komstige diensten van de andere overeenkomstsluitende partijen ten einde de doorgang van aan bederf onderhevige goederen die aan een medisch-sanitaire controle zijn onderworpen te bespoedigen, in het bijzonder door uitwisseling van dienstige gegevens.
2. Wanneer een zending aan bederf onderhevige goederen tijdens de medisch-sanitaire controle wordt tegengehouden, stelt de bevoegde dienst de overeenkomstige dienst van het land van uitvoer daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met opgave van de redenen waarom de goederen zijn tegengehouden en de maatregelen die ten aanzien ervan zijn genomen.
VETERINAIRE CONTROLE
Artikel 1
Beginselen
De veterinaire controle geschiedt, ongeacht de plaats waar deze controle wordt verricht, volgens de beginselen nedergelegd in deze Overeenkomst, in het bij zonder in bijlage 1.
Artikel 2
Definities
De veterinaire controle bedoeld in artikel 1, sub d), van deze Overeenkomst omvat tevens de controle van de middelen waarmee en de omstandigheden waar onder het vervoer van dieren en produkten van dierlijke oorsprong plaatsvindt. Deze controle kan tevens controles omvatten betreffende kwaliteit, normen en diverse voorschriften, zoals die met het oog op het behoud van met uitroeiing bedreigde soorten, die om redenen van doelmatigheid dikwijls tegelijk met de veterinaire controle worden verricht.
Artikel 3
Inlichtingen
Iedere overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat iedere belanghebbende ge makkelijk inlichtingen kan verkrijgen met betrekking tot:
— de goederen die aan veterinaire controle zijn onderworpen;
— de plaatsen waar de goederen ter controle kunnen worden aangeboden;
— de ziekten waarvan aangifte moet worden gedaan;
— de wetten en voorschriften betreffende de veterinaire controle en de algemene bepalingen inzake de toepassing van deze wetten en voorschriften.
Artikel 4
Organisatie van de controles
1. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar:
— zonodig en waar mogelijk, te voorzien in geschikte inrichtingen voor het verrichten van veterinaire controles, overeenkomstig de vereisten van het verkeer;
— het goederenverkeer te vergemakkelijken, in het bijzonder door de werktijden van de veterinaire en de douanediensten te coordineren en toe te staan dat formaliteiten worden verricht buiten de normale tijden, wanneer de aankomst van de goederen tevoren is gemeld.
2. Veterinaire controle van produkten van dierlijke oorsprong kan ook worden verricht op plaatsen in het binnenland, mits aan de hand van overgelegde be wijsstukken en gelet op de gebruikte vervoermiddelen komt vast te staan dat de goederen tijdens het vervoer niet kunnen bederven en geen besmetting kunnen veroorzaken.
3. Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen trachten de overeen komstsluitende partijen fysieke controles van aan bederf onderhevige goederen onderweg zoveel mogelijk te beperken.
4. Wanneer de goederen in afwachting van de resultaten van de veterinaire controle moeten worden opgeslagen, zorgen de bevoegde controlediensten van de overeenkomstsluitende partijen ervoor dat deze opslag plaatsvindt met een mini mum aan douaneformaliteiten en onder zodanige omstandigheden dat een veilige quarantaine mogelijk is en de goederen in goede staat blijven.
Artikel 5
Goederen in doorvoer
Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen zien de overeenkomst sluitende partijen zoveel mogelijk af van veterinaire controle van produkten van dierlijke oorsprong in doorvoer, indien geen gevaar voor besmetting bestaat.
Artikel 6
Samenwerking
1. De diensten voor veterinaire controle werken samen met de overeenkom stige diensten van de andere overeenkomstsluitende partijen ten einde de door gang van goederen die aan een veterinaire controle zijn onderworpen te bespoe digen, in het bijzonder door de uitwisseling van dienstige gegevens.
2. Wanneer een zending aan bederf onderhevige goederen of levende dieren tijdens de veterinaire controle wordt tegengehouden, stelt de bevoegde dienst de overeenkomstige dienst van het land van uitvoer daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met opgave van de redenen waarom de goederen zijn tegengehouden en de maatregelen die ten aanzien ervan zijn genomen.
FYTOSANITAIRE CONTROLE
Artikel 1
Beginselen
De fytosanitaire controle geschiedt, ongeacht de plaats waar deze controle wordt verricht, volgens de beginselen nedergelegd in deze Overeenkomst, in het bij zonder in bijlage 1.
Artikel 2
Definities
De fytosanitaire controle bedoeld in artikel 1, sub e), van deze Overeenkomst omvat tevens de controle van de middelen waarmee en de omstandigheden waar onder het vervoer van planten en plantaardige produkten plaatsvindt. Deze con trole kan tevens maatregelen omvatten met het oog op het behoud van met uitroeiing bedreigde plantensoorten.
Artikel 3
Inlichtingen
Iedere overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat iedere belanghebbende ge makkelijk inlichtingen kan verkrijgen met betrekking tot:
— de goederen die aan bijzondere fytosanitaire voorwaarden moeten voldoen;
— de plaatsen waar bepaalde planten en plantaardige produkten ter controle kunnen worden aangeboden;
— de lijst van voor planten en plantaardige produkten schadelijke organismen waarvoor verboden of beperkingen van kracht zijn;
— de wetten en voorschriften betreffende de fytosanitaire controle en de alge mene bepalingen inzake de toepassing van deze wetten en voorschriften.
Artikel 4
Organisatie van de controles
1. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar:
— zonodig en waar mogelijk te voorzien in geschikte inrichtingen voor het verrichten van fytosanitaire controles, de opslag, de desinsektie en de desin fectie, overeenkomstig de vereisten van het verkeer;
— het goederenverkeer te vergemakkelijken, in het bijzonder door de verktijden van de fytosanitaire en de douanediensten te coordineren en toe te staan dat voor goederen die aan bederf onderhevig zijn en waarvan de aankomst te voren is gemeld, formaliteiten worden verricht buiten de normale tijden.
2. Fytosanitaire controle van planten en plantaardige produkten kan ook wor den verricht op plaatsen in het binnenland, mits aan de hand van de overgelegde bewijsstukken en gelet op de gebruikte vervoermiddelen komt vast te staan dat de goederen tijdens het vervoer geen schade kunnen aanrichten.
3. Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen trachten de overeen komstsluitende partijen fysieke controles van aan bederf onderhevige planten en plantaardige produkten onderweg zoveel mogelijk te beperken.
4. Wanneer de goederen in afwachting van de resultaten van de fytosanitaire controle moeten worden opgeslagen, zorgen de bevoegde controlediensten van de overeenkomstsluitende partijen ervoor dat deze opslag plaatsvindt met een mini mum aan douaneformaliteiten en onder zodanige omstandigheden dat een veilige quarantaine mogelijk is en de goederen in goede staat blijven.
Artikel 5
Goederen in doorvoer
Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen zien de overeenkomst sluitende partijen zoveel mogelijk af van fytosanitaire controle van goederen in doorvoer, tenzij deze maatregel noodzakelijk is ter bescherming van hun eigen planten.
Artikel 6
Samenwerking
1. De fytosanitaire diensten werken samen met de overeenkomstige diensten van de andere overeenkomstsluitende partijen ten einde de doorgang van planten en plantaardige produkten die aan fytosanitaire controle zijn onderworpen te bespoedigen, in het bijzonder door de uitwisseling van dienstige gegevens.
2. Wanneer een zending planten of plantaardige produkten tijdens de fytosa nitaire controle wordt tegengehouden, stelt de bevoegde dienst de overeenkom stige dienst van het land van uitvoer daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met opgave van de redenen waarom de goederen zijn tegengehouden en de maat regelen die ten aanzien ervan zijn genomen.
CONTROLE OP HET VOLDOEN AAN TECHNISCHE NORMEN
Artikel 1
Beginselen
De controle op het voldoen aan technische normen met betrekking tot de in deze Overeenkomst bedoelde goederen geschiedt, ongeacht de plaats waar deze con trole wordt verricht, volgens de beginselen nedergelegd in deze Overeenkomst, in het bijzonder in bijlage 1.
Artikel 2
Inlichtingen
Iedere overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat iedere belanghebbende ge makkelijk inlichtingen kan verkrijgen met betrekking tot:
— de normen die zij toepast;
— de plaatsen waar de goederen ter controle kunnen worden aangeboden;
— de wetten en voorschriften betreffende de controle op het voldoen aan tech nische normen en de algemene bepalingen inzake de toepassing van deze wetten en voorschriften.
Artikel 3
Harmonisatie van de normen
Indien geen internationale normen bestaan, streven de overeenkomstsluitende partijen die nationale normen toepassen ernaar deze door middel van internatio nale overeenkomsten te harmoniseren.
Artikel 4
Organisatie van de controles
1. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar:
— zonodig en waar mogelijk, controlepunten vast te stellen voor het verrichten van controles op het voldoen aan technische normen, overeenkomstig de vereisten van het verkeer;
— het goederenverkeer te vergemakkelijken, in het bijzonder door de werktijden van de dienst belast met de controle op het voldoen aan technische normen en de douanediensten te coordineren en toe te staan dat voor goederen die aan bederf onderhevig zijn en waarvan de aankomst tevoren is gemeld, formaliteiten worden verricht buiten de normale tijden.
2. Controle op het voldoen aan technische normen kan ook worden verricht op plaatsen in het binnenland, mits aan de hand van overgelegde bewijsstukken en gelet op de gebruikte vervoermiddelen komt vast te staan dat de goederen, in het bijzonder de aan bederf onderhevige goederen, tijdens het vervoer niet kunnen bederven.
3. Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen trachten de overeen komstsluitende partijen fysieke controles van aan bederf onderhevige goederen die onderworpen zijn aan controles op het voldoen aan technische normen onder weg zoveel mogelijk te beperken.
4. De overeenkomstsluitende partijen organiseren de controle op het voldoen aan technische normen, telkens wanneer zulks mogelijk is, zodanig dat de pro cedures van de voor deze controles verantwoordelijke dienst en de eventueel voor andere controles bevoegde diensten op elkaar zijn afgestemd.
5. Wanneer aan bederf onderhevige goederen in afwachting van de resultaten van de controle op het voldoen aan technische normen worden opgehouden zien de bevoegde controlediensten van de overeenkomstsluitende partijen erop toe dat de opslag van de goederen of het parkeren van de vervoermiddelen plaatsvindt met een minimum aan douaneformaliteiten en onder zodanige omstandigheden dat de goederen in goede staat blijven.
Artikel 5
Goederen in doorvoer
Controles op het voldoen aan technische normen worden gewoonlijk niet toege past op goederen die rechtstreeks worden doorgevoerd.
Artikel 6
Samenwerking
1. De voor de controle op het voldoen aan technische normen verantwoorde lijke diensten werken samen met de overeenkomstige diensten van de andere overeenkomstsluitende partijen ten einde de doorgang van aan bederf onderhe vige goederen die aan controle op het voldoen aan technische normen zijn on derworpen te bespoedigen, in het bijzonder door de uitwisseling van dienstige gegevens.
2. Wanneer een zending aan bederf onderhevige goederen tijdens de controle op het voldoen aan technische normen wordt tegengehouden, stelt de bevoegde dienst de overeenkomstige dienst van het land van uitvoer daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met opgave van de redenen waarom de goederen zijn tegen gehouden en de maatregelen die ten aanzien ervan zijn genomen.
KWALITEITSCONTROLE
Artikel 1
Beginselen
De kwaliteitscontrole met betrekking tot de in deze Overeenkomst bedoelde goederen geschiedt, ongeacht de plaats waar deze controle wordt verricht, vol gens de beginselen nedergelegd in deze Overeenkomst, in het bijzonder in bij lage 1.
Artikel 2
Inlichtingen
Iedere overeenkomstsluitende partij zorgt ervoor dat iedere belangheibende ge makkelijk inlichtingen kan verkrijgen met betrekking tot:
— de plaatsen waar de goederen ter controle kunnen worden aangeboden;
— de wetten en voorschriften betreffende de kwaliteitscontrole en de algemene bepalingen inzake de toepassing van deze wetten en voorschriften.
Artikel 3
Organisatie van de controles
1. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar:
— zonodig en waar mogelijk, controlepunten vast te stellen voor het verrichten van kwaliteitscontroles, overeenkomstig de vereisten van het verkeer;
— het goederenverkeer te vergemakkelijken, in het bijzonder door de werktijden van de met de kwaliteitscontrole belaste dienst en de douanediensten te coordineren en toe te staan dat voor goederen die aan bederf onderhevig zijn en waarvan de aankomst tevoren is gemeld, formaliteiten worden verricht buiten de normale tijden.
2. Kwaliteitscontrole kan ook worden verricht op plaatsen in het binnenland, mits de toegepaste procedures ertoe bijdragen het internationale goederenverkeer te vergemakkelijken.
3. Binnen het kader van de van kracht zijnde verdragen trachten de overeen komstsluitende partijen fysieke controles van aan bederf onderhevige goederen die onderworpen zijn aan kwaliteitscontroles onderweg zoveel mogelijk te beperken.
4. De overeenkomstsluitende partijen organiseren de kwaliteitscontrole, tel kens wanneer zulks mogelijk is, zodanig dat de procedures van de voor deze controle verantwoordelijke dienst en de eventueel voor andere controles be voegde diensten op elkaar zijn afgestemd.
Artikel 4
Goederen in doorvoer
Kwaliteitscontroles worden gewoonlijk niet toegepast op goederen die recht streeks worden doorgevoerd.
Samenwerking
1. De diensten voor kwaliteitscontrole werken samen met de overeenkomstige diensten van de andere overeenkomstsluitende partijen ten einde de doorgang van aan bederf onderhevige goederen die aan kwaliteitscontrole zijn onderworpen te bespoedigen, in het bijzonder door de uitwisseling van dienstige gegevens.
2. Wanneer een zending aan bederf onderhevige goederen tijdens de kwali teitscontrole wordt tegengehouden stelt de bevoegde dienst de overeenkomstige dienst van het land van uitvoer daarvan zo spoedig mogelijk in kennis, met opgave van de redenen waarom de goederen zijn tegengehouden en de maat regelen die ten aanzien ervan zijn genomen.
REGLEMENT VAN ORDE VAN DE COMMISSIE VAN BEHEER BEDOELD IN ARTIKEL 22 VAN DEZE OVEREENKOMST
Artikel 1
Leden
De leden van de Commissie van beheer zijn de partijen die deze Overeenkomst hebben gesloten.
Artikel 2
Waarnemers
1. De Commissie van beheer kan besluiten de bevoegde autoriteiten van de Staten die geen overeenkomstsluitende partij zijn of vertegenwoordigers van internationale organisaties die geen overeenkomstsluitende partij zijn uit te nodi gen om in de hoedanigheid van waarnemer haar vergaderingen bij te wonen voor wat vraagstukken betreft die hun aangaan.
2. De in het eerste lid bedoelde internationale organisaties die bevoegd zijn ten aanzien van de in de bijlagen bij deze Overeenkomst behandelde onderwer pen, hebben echter, onverminderd het bepaalde in artikel 1, het recht om als waarnemer aan de werkzaamheden van de Commissie van beheer deel te nemen.
Artikel 3
Secretariaat
In het secretariaat van de Commissie wordt voorzien door de uitvoerend secre taris van de Economische Commissie voor Europa.
Artikel 4
Bijeenroeping
De uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Europa roept de Commissie bijeen:
i) twee jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst;
ii) vervolgens op een door de Commissie vastgesteld tijdstip, doch ten minste om de vijf jaar;
iii) op verzoek van de bevoegde autoriteiten van ten minste vijf Staten die overeenkomstsluitende partij zijn.
Artikel 5
Voorzitterschap
De Commissie kiest voor elke zitting een voorzitter en een vice-voorzitter.
Artikel 6
Quorum
Voor het nemen van besluiten is een quorum vereist van ten minste een derde van de Staten die overeenkomstsluitende partij zijn.
Artikel 7
Besluiten
i) Voorstellen worden in stemming gebracht.
ii) Iedere Staat die overeenkomstsluitende partij is en die op de zitting is ver tegenwoordigd, beschikt over één stem.
iii) Wanneer artikel 16, tweede lid, van de Overeenkomst toepassing vindt, be schikken de organisaties voor regionale economische integratie die overeen komstsluitende partij zijn, in geval van stemming slechts over evenveel stem men als het totaal aantal stemmen dat wordt toegekend aan de Lid-Staten van deze organisaties die eveneens partij zijn bij de Overeenkomst. In dit geval oefenen deze Lid-Staten geen stemrecht uit.
iv) Behoudens het bepaalde sub v) worden de voorstellen aangenomen met eenvoudige meerderheid van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen overeenkomstig het bepaalde sub ii) en iii).
v) Wijzigingen op deze Overeenkomst worden aangenomen met een meerder heid van twee derde van de aanwezige leden die hun stem uitbrengen over eenkomstig het bepaalde sub ii) en iii).
Artikel 8
Verslag
Voor het sluiten van de zitting hecht de Commissie haar goedkeuring aan het verslag.
Artikel 9
Aanvullende bepalingen
Indien in deze bijlage ter zake dienende bepalingen ontbreken, is het reglement van orde van de Economische Commissie voor Europa van toepassing, tenzij de Commissie anders bepaalt.
BIJLAGE 8 BIJ DE INTERNATIONALE OVEREENKOMST INZAKE DE HARMONISATIE VAN DE GOEDERENCONTROLES AAN DE GRENZEN
VEREENVOUDIGING VAN DE GRENSPROCEDURES VOOR HET INTERNATIONALE WEGVERVOER
Artikel 1
Beginselen
Deze bijlage, die de bepalingen van de overeenkomst en met name die van bijlage 1 aanvult, bevat maatregelen die moeten worden uitgevoerd met het oog op de vereenvoudiging van de grensprocedures voor het internationale wegvervoer.
Artikel 2
Vereenvoudiging van de visumprocedures voor beroepschauffeurs
1. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar de procedures voor de toekenning van visa aan beroepschauffeurs in het internationale wegvervoer te vereenvoudigen overeenkomstig de beste nationale praktijken voor alle visu maanvragers, de nationale immigratieregels en de internationale verbintenissen.
2. De overeenkomstsluitende partijen komen overeen regelmatig informatie uit te wisselen over de beste praktijken voor de vereenvoudiging van de visumpro cedures voor beroepschauffeurs.
Artikel 3
Internationaal wegvervoer
1. Om het internationale goederenvervoer te vergemakkelijken, lichten de overeenkomstsluitende partijen alle bij dit vervoer betrokken partijen regelmatig op geharmoniseerde en gecoördineerde wijze in over toepasselijke of geplande grenscontrolevoorschriften voor het internationale wegvervoer en over de feite lijke toestand aan de grenzen.
2. De overeenkomstsluitende partijen streven ernaar alle noodzakelijke con troleprocedures voor zover mogelijk, en niet alleen voor douanevervoer, te laten plaatsvinden op de plaatsen van vertrek en bestemming van de over de weg vervoerde goederen, teneinde de congestie aan de grensposten te verminderen.
3. Onder verwijzing naar met name artikel 7 van deze overeenkomst wordt voorrang gegeven aan dringende zendingen, bijvoorbeeld van levende dieren en aan bederf onderhevige goederen. Met name moeten de bevoegde diensten aan de grensposten:
i) de nodige maatregelen treffen om voor in het kader van de ATP-overeen komst goedgekeurde voertuigen die aan bederf onderhevige levensmiddelen vervoeren of voor voertuigen die levende dieren vervoeren, de wachttijd tussen het tijdstip van aankomst aan de grens en het tijdstip waarop de wettelijke, administratieve, douane- en sanitaire controles worden verricht, zoveel mogelijk te beperken;
ii) ervoor zorgen dat de onder i) vernoemde voorgeschreven controles zo snel mogelijk worden uitgevoerd;
iii) voor zover mogelijk toestaan dat de benodigde koeleenheden van voertuigen die aan bederf onderhevige levensmiddelen vervoeren, bij de grensoverschrij ding blijven functioneren, tenzij dit wegens de voorgeschreven controlepro cedure onmogelijk is;
iv) samenwerken, met name door voorafgaande uitwisseling van informatie, met hun collega’s in andere overeenkomstsluitende partijen om de grensprocedu res voor aan bederf onderhevige goederen en levende dieren te versnellen wanneer op die ladingen sanitaire controles moeten worden uitgevoerd.
Artikel 4
Voertuiginspectie
1. De overeenkomstsluitende partijen die nog geen partij zijn bij de Overeen komst van 1997 betreffende het aannemen van eenvormige eisen voor periodieke technische inspecties van wielvoertuigen en de wederzijdse erkenning van derge lijke inspecties, streven ernaar om met inachtneming van de ter zake geldende nationale en internationale wet- en regelgeving de grensoverschrijding door weg voertuigen te vergemakkelijken door het internationaal certificaat van technische inspectie waarin onderhavige overeenkomst voorziet, te aanvaarden. Aanhangsel 1 bij deze bijlage bevat een model van het certificaat van technische inspectie zoals het sinds 1 januari 2004 in de overeenkomst is opgenomen.
2. Om in het kader van de ATP-overeenkomst goedgekeurde voertuigen die aan bederf onderhevige levensmiddelen vervoeren, te kunnen identificeren, mo gen de overeenkomstsluitende partijen gebruikmaken van de identificatietekens die op die vervoermiddelen zijn aangebracht en van het ATP-certificaat of de ATP-goedkeuringsplaat waarin is voorzien bij de Overeenkomst van 1970 inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer.
Artikel 5
Internationaal weegcertificaat voor voertuigen
1. Ten behoeve van een snellere grensoverschrijding streven de overeenkomst sluitende partijen ernaar, met inachtneming van de ter zake geldende nationale en internationale wet- en regelgeving, dat voertuigen bij het oversteken van de grenzen niet herhaaldelijk hoeven te worden gewogen, door het internationaal weegcertificaat voor voertuigen, waarvan een model is opgenomen in aanhangsel
2 bij deze bijlage, te aanvaarden en wederzijds te erkennen. Als de overeen komstsluitende partijen dergelijke certificaten aanvaarden, worden, afgezien van steekproefsgewijze controles en controles in geval van een vermoeden van on regelmatigheid, geen verdere wegingen uitgevoerd. De voertuigwegingen die op dergelijke certificaten worden geregistreerd, vinden uitsluitend plaats in het land van oorsprong van de internationale vervoersbeweging. De weegresultaten wor den naar behoren op die certificaten vermeld en gecertificeerd.
2. Elke overeenkomstsluitende partij die het internationaal weegcertificaat voor voertuigen aanvaardt, publiceert een lijst van alle in haar land overeenkom stig internationale beginselen erkende weegstations en alle eventuele wijzigingen daarin. Deze lijst en de eventuele wijzigingen worden aan de uitvoerend secre taris van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) voorgelegd om te worden verspreid bij alle overeenkomstsluitende partijen en bij de internationale organisaties als bedoeld in artikel 2 van bijlage 7 bij deze overeenkomst.
3. De minimumvoorschriften voor erkende weegstations, de beginselen inzake de verlening van de erkenning en de basiskenmerken van de toe te passen weegmethoden zijn opgenomen in aanhangsel 2 bij deze bijlage.
Artikel 6
Grensposten
Om ervoor te zorgen dat de vereiste formaliteiten aan de grensposten worden gestroomlijnd en sneller worden afgehandeld, zien de overeenkomstsluitende partijen erop toe dat er voor zover mogelijk wordt voldaan aan de volgende minimumvoorschriften voor grensposten voor het internationale goederenverkeer:
ii) aan beide zijden van de grens zijn de verschillende soorten verkeer van elkaar gescheiden, zodat voorrang kan worden gegeven aan voertuigen met een geldig internationaal douanevervoerdocument of aan voertuigen waarmee levende dieren of aan bederf onderhevige levensmiddelen worden vervoerd;
iii) er zijn van de rijweg verwijderde inspectiezones voor steekproefsgewijze controles van ladingen en voertuigen;
iv) er zijn adequate parkeerplaatsen en terminals;
v) er zijn behoorlijke sanitaire voorzieningen, ontmoetingsplaatsen en telecom municatiefaciliteiten voor chauffeurs;
vi) expediteurs worden aangemoedigd om aan grensposten adequate voorzienin gen te installeren, opdat zij vervoerondernemers diensten tegen concurrerende prijzen kunnen aanbieden.
Artikel 7
Verslaggeving
Met betrekking tot de artikelen 1 tot en met 6 van deze bijlage verricht de uitvoerend secretaris van de Economische Commissie voor Europa van de Ver enigde Naties (VN/ECE) om de ►M3 vijf jaar ◄ bij de overeenkomstsluitende partijen een onderzoek naar de vorderingen die zijn gemaakt om de grensproce dures in hun land te verbeteren.
Aanhangsel 1 bij Bijlage 8 bij de overeenkomst
INTERNATIONAAL CERTIFICAAT VAN TECHNISCHE INSPECTIE (1)
krachtens de Overeenkomst van 1997 betreffende het aannemen van eenvormige eisen voor periodieke technische inspecties van wielvoertuigen en de wederzijdse erkenning van dergelijke inspecties, die op 27 januari 2001 in werking is ge treden
1. Het is aan de erkende centra voor technische inspectie om keuringen te ver richten, certificaten van overeenstemming met de relevante inspectievoor schriften van de bijlage bij het Akkoord van Xxxxx van 1997 af te geven, en de uiterste datum voor de volgende inspectie te vermelden in rubriek
12.5 van het internationaal certificaat van technische inspectie (zie onder staand model).
2. Het internationaal certificaat van technische inspectie moet de hieronder aan gegeven informatie bevatten. Het kan de vorm hebben van een boekje van A6-formaat (148 × 105 mm) met groene omslag en witte binnenpagina's, of het kan een groen of wit blad papier van A4-formaat (210 × 197 mm) zijn dat zodanig tot A6-formaat is gevouwen dat het kenteken van het land of het embleem van de Verenigde Naties aan de bovenkant van het gevouwen cer tificaat staat.
3. De rubrieken van het certificaat moeten worden ingevuld in de nationale taal van de overeenkomstsluitende partij die het certificaat afgeeft, en de numme ring moet worden gehandhaafd.
4. De periodieke inspectieverslagen die in gebruik zijn bij de overeenkomstslui tende partijen bij de overeenkomst, mogen als alternatief worden gebruikt. Voorbeelden daarvan moeten ter informatie van de overeenkomstsluitende partijen aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties worden voorgelegd.
5. Alleen de bevoegde autoriteiten mogen handgeschreven, getikte of met de computer aangemaakte vermeldingen op het internationaal certificaat van tech nische inspectie aanbrengen, en zij moeten daartoe Latijnse karakters gebruiken.
Aanhangsel 2 bij bijlage 8 bij de overeenkomst
INTERNATIONAAL WEEGCERTIFICAAT VOOR VOERTUIGEN
1. Het internationaal weegcertificaat voor voertuigen (IWV) heeft tot doel de grensprocedures te vereenvoudigen en met name te voorkomen dat wegvoer tuigen voor goederenvervoer die onderweg zijn in de overeenkomstsluitende partijen, herhaaldelijk moeten worden gewogen. Door de overeenkomstslui tende partijen aanvaarde certificaten worden, als zij naar behoren zijn inge vuld, door de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen als geldig weegbewijs aanvaard. De bevoegde autoriteiten onthouden zich ervan om, afgezien van steekproefsgewijze controles en controles in het geval van een vermoeden van onregelmatigheid, verdere wegingen te eisen.
2. Het internationaal weegcertificaat voor voertuigen, dat moet worden opgesteld volgens onderstaand model, wordt volgens de in dat certificaat beschreven procedure afgegeven en gebruikt onder toezicht van een overheidsinstantie die wordt aangewezen in elke overeenkomstsluitende partij die dergelijke certifi caten aanvaardt.
3. Het gebruik van het certificaat door de vervoerondernemers is facultatief.
4. De overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, machtigen erkende weegstations om, samen met de vervoerondernemer of de chauffeur van het wegvoertuig voor goederenvervoer, het internationaal weegcertificaat voor voertuigen in te vullen mits zij aan de volgende mini mumvereisten voldoen:
a) de weegstations zijn uitgerust met gecertificeerde weegtoestellen. De over eenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, mogen voor de gewichtsmetingen de methode en de toestellen kiezen die zij daarvoor geschikt achten. De overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, garanderen via bijvoorbeeld een erkenning of een evaluatie dat de weegstations voldoende deskundig zijn en dat zij geschikte weegtoestellen gebruiken, gekwalificeerd personeel in dienst hebben en behoorlijk gedocumenteerde kwaliteitscontrolesystemen en testprocedures toepassen;
b) de weegstations en hun toestellen worden goed onderhouden. De toestellen worden regelmatig gecontroleerd en verzegeld door de voor maten en ge wichten bevoegde autoriteiten. De weegtoestellen, het maximaal toegestane foutenpercentage en het gebruik ervan moeten in overeenstemming zijn met de aanbevelingen van de Internationale Organisatie voor wettelijke metrologie (OIML);
c) de weegstations zijn uitgerust met weegtoestellen die behoren tot:
— nauwkeurigheidsklasse III of hoger van OIML-aanbeveling R 76 „Niet- automatische weeginstrumenten”, of
— nauwkeurigheidsklasse 2 of hoger van OIML-aanbeveling R 134 „Au tomatische instrumenten voor het wegen van wegvoertuigen in bewe ging”; als de belasting per as wordt gewogen mag het foutenpercentage hoger zijn.
5. In uitzonderlijke gevallen en met name wanneer onregelmatigheden worden vermoed, of indien de vervoerondernemer of de chauffeur van het betrokken wegvoertuig daarom verzoekt, mogen de bevoegde autoriteiten het voertuig opnieuw wegen. Als een controle-instantie van een overeenkomstsluitende partij die dergelijke certificaten aanvaardt, constateert dat een weegstation herhaaldelijk verkeerde wegingen verricht, nemen de bevoegde autoriteiten van het land waar het weegstation zich bevindt, passende maatregelen om ervoor te zorgen dat dergelijke fouten zich niet meer voordoen.
6. Het certificaatmodel mag worden gesteld in een van de talen van de overeen komstsluitende partijen die dergelijke certificaten aanvaarden, op voorwaarde dat de layout van het certificaat en de presentatie van de rubrieken niet worden gewijzigd.
7. Elke overeenkomstsluitende partij die dergelijke certificaten aanvaardt, publi ceert een lijst van alle weegstations in haar land die volgens internationale beginselen zijn erkend, alsmede alle wijzigingen in die lijst. Deze lijst en de eventuele wijzigingen worden aan de uitvoerend secretaris van de Economi sche Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) voorgelegd om te worden verspreid bij alle overeenkomstsluitende partijen en bij de internationale organisaties als bedoeld in artikel 2 van bijlage 7 bij deze overeenkomst.
8. (Overgangsbepaling) Aangezien tot dusver slechts heel weinig weegstations zijn uitgerust met weegtoestellen die het gewicht per as of assengroep kunnen wegen, gaan de overeenkomstsluitende partijen die dergelijke certificaten aan vaarden ermee akkoord dat tijdens een overgangsperiode die 12 maanden na de inwerkingtreding van deze bijlage verstrijkt, het brutogewicht van het voertuig als ingevuld in rubriek 7.3 van het internationaal weegcertificaat volstaat en door de bevoegde nationale autoriteiten wordt aanvaard.
BIJVOEGSEL
bij het INTERNATIONAAL WEEGCERTIFICAAT VOOR VOERTUIGEN (IWV)
Afbeeldingen van de soorten wegvoertuigen voor goederenvervoer (in te vullen in rubriek 7.1 van het IWV)
Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alterna tieve asconfiguratie ** tweede alterna tieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m) (1) (1) wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |
I. STIJVE VOERTUIGEN | |||
1 | A2 | D < 4.0 | |
2 | A2* | D ≥ 4.0 | |
3 | A3 | ||
4 | A4 | ||
5 | A3* |
Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alterna tieve asconfiguratie ** tweede alterna tieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m) (1) (1) wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |
6 | A4* | ||
7 | A5 | ||
II. GECOMBINEERDE VOERTUIGEN (gekoppelde voertuigen in de zin van artikel 1, onder t), van hoofdstuk I van het Verdrag inzake wegverkeer (1968)) | |||
1 | A2 T2 | ||
2 | A2 T3 | ||
3 | A3 T2 | ||
4 | A3 T3 |
Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alterna tieve asconfiguratie ** tweede alterna tieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m) (1) (1) wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is |
5 | A3 T3* | ||
6 | A2 C2 | ||
7 | A2 C3 | ||
8 | A3 C2 | ||
9 | A3 C3 | ||
10 | A2 C1 |
Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alterna tieve asconfiguratie ** tweede alterna tieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m) (1) (1) wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is | |
11 | A3 C1 | |||
III. GELEDE VOERTUIGEN | ||||
1 | met 3 assen | A2 S1 | ||
2 | met 4 assen (enkelvou dige assen of tandemassen) | A2 S2 | D ≤ 2.0 | |
A2 S2* | D > 2.0 | |||
A3 S1 |
Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alterna tieve asconfiguratie ** tweede alterna tieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m) (1) (1) wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is | |
3 | met 5 of 6 assen (enkel voudige as sen, tande massen of drievoudige assen) | A2 S3 | ||
A2 S3* | ||||
A2 S3** | ||||
A3 S2 | D ≤ 2.0 | |||
A3 S2* | D > 2.0 | |||
A3 S3 |
Nr. | Wegvoertuigen voor goederenvervoer | Voertuigtype * eerste alterna tieve asconfiguratie ** tweede alterna tieve asconfiguratie | Afstand tussen de assen (m) (1) (1) wordt niet vermeld als dit criterium niet relevant is | |
A3 S3* | ||||
A3 S3** | ||||
Zonder afbeelding | An Sn |
▼M2
BIJLAGE 9
VERGEMAKKELIJKING VAN HET OVERSCHRIJDEN VAN GRENZEN VOOR INTERNATIONALE SPOORVRACHT
Artikel 1
Beginselen
1. Deze bijlage, die de bepalingen van de overeenkomst aanvult, is bedoeld ter omschrijving van de maatregelen die moeten worden genomen om het overschrij den van grenzen voor internationale spoorvracht te vergemakkelijken en te versnellen.
2. De partijen bij de overeenkomst werken samen om de formaliteiten en voorschriften in verband met documenten en procedures op alle gebieden die verband houden met het vervoer van goederen per spoor zoveel mogelijk te standaardiseren.
Artikel 2
Definitie
Met „grensstation (overgangspunt)” wordt een spoorwegstation bedoeld waar de operationele en administratieve procedures worden afgehandeld om het over schrijden van een grens door spoorvracht mogelijk te maken. Dit spoorwegstation mag op of nabij de grens gelegen zijn.
Artikel 3
Overschrijden van grenzen door ambtenaren en andere personen die betrokken zijn bij het internationale spoorvervoer
1. De partijen bij de overeenkomst spannen zich in om de procedures voor het verlenen van visa voor locomotiefbemanningen, de bemanning van koelwagons, personen die het vrachtvervoer begeleiden en personeelsleden van grensstations (overgangspunten) die betrokken zijn bij het internationale spoorvervoer, voor alle aanvragers van visa te vergemakkelijken overeenkomstig de nationale beste praktijken.
2. De grensoverschrijdingsprocedure voor de in lid 1 bedoelde personen, in clusief de officiële documenten welke hun status bevestigen, wordt bepaald op basis van bilaterale overeenkomsten.
3. Wanneer een gezamenlijke controle wordt uitgevoerd overschrijden de ambtenaren van grenscontrole-, douanecontrole- en andere instanties die controles uitoefenen in grensstations (overgangspunten), bij de uitvoering van hun officiële taken de staatsgrenzen met gebruikmaking van de door de partijen bij de over eenkomst voor hun ingezetenen voorgeschreven documenten.
Artikel 4
Eisen voor grensstations (overgangspunten)
Teneinde de formaliteiten in grensstations (overgangspunten) te rationaliseren en te versnellen, nemen de partijen bij de overeenkomst de volgende minimumeisen in acht voor grensstations (overgangspunten) die open zijn voor het internationale vervoer van vracht per spoor:
1. de grensstations (overgangspunten) beschikken over gebouwen (lokalen), in stallaties, faciliteiten en technische apparatuur die het mogelijk maken dage lijks en de klok rond controles uit te voeren wanneer dit gezien het vracht vervoersvolume gerechtvaardigd en passend is;
▼M2
2. grensstations (overgangspunten) waar fytosanitaire, veterinaire en andere con troles worden uitgevoerd, beschikken over de nodige technische apparatuur;
3. de draag- en verkeerscapaciteit van de grensstations (overgangspunten) en aanpalende sporen moeten aangepast zijn aan het verkeersvolume;
4. er moeten inspectiezones beschikbaar zijn, alsook opslagplaatsen voor de tijdelijke opslag van goederen die onderworpen zijn aan douane- of andere controles;
5. er moeten faciliteiten, apparatuur, informatietechnologie en communicatiesys temen beschikbaar zijn om de uitwisseling vooraf van in de vrachtbrief voor het spoorvervoer en de douaneaangifte vervatte informatie mogelijk te maken, onder meer in verband met goederen die de grensstations (overgangspunten) naderen;
6. er moet genoeg gekwalificeerd personeel van de spoorweg-, douane-, grenscontrole- en andere diensten in de grensstations (overgangspunten) aan wezig zijn om de betrokken goederenvolumes te kunnen behandelen;
7. de grensstations (overgangspunten) moeten beschikken over de technische apparatuur, faciliteiten, informatietechnologie en communicatiesystemen om voorafgaand aan de aankomst van het rollend materieel aan de grens gegevens te kunnen ontvangen en gebruiken betreffende de door de autoriteiten en spoorwegen binnen het kader van hun bevoegdheden verrichte technische goedkeuring en technische inspecties van dit rollend materieel, tenzij de par tijen bij de overeenkomst alternatieve regelingen overeenkomen om deze verplichtingen na te komen.
Artikel 5
Samenwerking tussen buurlanden in grensstations (overgangspunten)
In overeenstemming met het bepaalde in artikel 7 van de overeenkomst coör dineren de partijen bij de overeenkomst acties in verband met de controle van het rollend materieel, containers, platte draagwagens voor opleggers en goederen, alsook de verwerking van verzendings- en begeleidende documenten, en streven zij ernaar om alle vormen van gezamenlijke controles via bilaterale overeenkom sten te regelen.
Artikel 6
Controles
De partijen bij de overeenkomst:
1. zetten een mechanisme op voor de wederzijdse erkenning van alle vormen van controles van rollend materieel, containers, platte draagwagens voor opleggers en goederen, op voorwaarde dat de doelstellingen daarvan gelijklopend zijn;
2. voeren douanecontroles uit uitgaande van het beginsel van selectie op basis van risico-evaluatie en -beheer. Wanneer de nodige informatie over de goe deren is verstrekt en die goederen worden vervoerd in goed gesloten en vergrendelde treinwagons, containers, platte draagwagens voor opleggers of andere wagons wordt als algemene regel geen fysiek onderzoek uitgevoerd;
3. voeren vereenvoudigde controles uit in grensstations (overgangspunten) en doen bepaalde controles, wanneer dat mogelijk is, plaatsvinden in de stations van vertrek en aankomst;
4. voeren, onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de overeenkomst, artikel 4 van bijlage 2, artikel 5 van bijlage 3 en artikel 5 van bijlage 4, inspecties van doorgevoerde goederen uitsluitend uit in de gevallen dat die inspecties gezien de feitelijke omstandigheden en risico's vereist zijn.
▼M2
Artikel 7
Termijnen
1. De partijen bij de overeenkomst nemen de termijnen in acht die zijn ge specificeerd in de bilaterale overeenkomsten inzake technische operaties, inclusief alle soorten controles, met betrekking tot de ontvangst en overdracht van treinen in grensstations (overgangspunten) en streven ernaar deze termijnen via verbe terde technologie en apparatuur te verkorten. De partijen bij de overeenkomst spannen zich in om de desbetreffende termijnen de komende jaren maximaal in te korten.
2. De partijen bij de overeenkomst registreren de vertragingen van de treinen of wagons in de grensstations (overgangspunten) en verstrekken deze informatie aan de betrokken partijen die vervolgens een analyse maken en maatregelen voorstellen om deze vertragingen te beperken.
Artikel 8
Documentatie
1. De partijen bij de overeenkomst waarborgen dat de verzendings- en bege leidende documenten goed zijn opgesteld in overeenstemming met de wetgeving van de landen van in- en doorvoer.
2. In hun wederzijdse betrekkingen streven de partijen bij de overeenkomst ernaar de hoeveelheid papieren documenten te beperken en de documentatiepro cedures te vereenvoudigen door gebruik te maken van elektronische systemen voor de uitwisseling van informatie die overeenstemt met de informatie welke is vervat in de vrachtbrieven voor het spoorvervoer en douaneaangiften waarvan de goederen vergezeld gaan en die zijn opgesteld in overeenstemming met de wet geving van de partijen bij de overeenkomst.
3. De partijen bij de overeenkomst spannen zich in om de douaneautoriteiten van te voren de nodige informatie te verstrekken over de goederen die aankomen in de grensstations (overgangspunten), als vervat in de vrachtbrief voor het spoorvervoer en de douaneaangifte. Het formaat en de procedure en termijnen voor het verstrekken van die informatie worden vastgelegd door de partijen bij de overeenkomst.
Artikel 9
Gebruik van de CIM/SMGS-vrachtbrief voor spoorvervoer
In de plaats van de verzendingsdocumenten die momenteel zijn omschreven in internationale verdragen, mogen de partijen bij de overeenkomst de CIM/SMGS- vrachtbrief voor spoorvervoer gebruiken, die tezelfdertijd een douanedocument kan zijn.