TRAC T A TENBLAD
54 (1999) Nr. 1
TRAC T A TENBLAD
VAN HET
K O N I N K R I J K D E R N E D E R L A N D E N
JAARGANG 1999 Nr. 191
A. TITEL
Overeenkomst inzake samenwerking in procedures wegens inbreuken op de verkeerswetgeving en bij de tenuitvoerlegging van ter zake opgelegde geldelijke sancties, met Bijlagen;
Luxemburg, 28 april 1999
B. TEKST1)
Overeenkomst inzake samenwerking in procedures wegens inbreuken op de verkeerswetgeving en bij de tenuitvoerlegging van ter zake opgelegde geldelijke sancties
Het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Repu- bliek, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlan- den, Overeenkomstsluitende Partijen van de op 19 juni 1990 te Schen- gen gesloten Overeenkomst ter uitvoering van het op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, hierna genoemd ,,de Overeenkomst van 1990’’, en de ltaliaanse Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portu- gese Republiek, de Helleense Republiek, de Republiek Oostenrijk, en de Koninkrijken Denemarken en Zweden en de Republiek Finland, die door middel van de Overeenkomsten van respectievelijk 27 november 1990, 25 juni 1991, 6 november 1992, 28 april 1995 en 19 december 1996 tot de Overeenkomst van 1990 zijn toegetreden, alsmede de Regeringen van het Koninkrijk Noorwegen en de Republiek lJsland, die met eerstge-
1) De Deense, Duitse, Finse, Griekse, Italiaanse, Noorse, Portugese, Spaanse, IJslandse en Zweedse tekst zijn niet afgedrukt. De Engelse en de Franse tekst zijn op blz. 14 e.v. afgedrukt.
Het voor eensluidend gewaarmerkte afschrift van de Overeenkomst is nog niet ontvangen. In de hierna volgende tekst kunnen derhalve onjuistheden voorkomen, die in een volgend Tractatenblad zullen worden gecorrigeerd.
noemden op 19 december 1996 een Samenwerkingsovereenkomst heb- ben ondertekend, hierna genoemd ,,de Overeenkomstsluitende Partijen’’,
Overwegende dat het vrije verkeer van personen als bedoeld in de Overeenkomst van 1990, de interne circulatie van burgers bevordert,
Overwegende dat het algemeen bekend is dat burgers van de Schengen- landen ook tijdens hun verblijf op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij dan de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied zij regelmatig verblijven, inbreuken op de verkeers- wetgevingen plegen,
Gelet op het feit dat is gebleken dat het ondanks intensief optreden tegen deze inbreuken op de verkeerswetgeving niet altijd mogelijk is de identiteit van de plegers daarvan nog voor hun terugkeer naar het grond- gebied van de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied zij regelmatig verblijven, te achterhalen en hen de aan de inbreuk verbon- den boete te doen betalen,
Xxxxx overtuigd dat het wenselijk is dat de Overeenkomstsluitende Partijen ook op dit terrein met elkaar samenwerken, ongehinderd door het feit dat de handhaving in de Overeenkomstsluitende Partijen aan ver- schillende autoriteiten is opgedragen,
Uitvoering gevend aan de gemeenschappelijke verklaring van de Mi- nisters en Staatssecretarissen van 19 juni 1990 waarin werd vastgelegd dat besprekingen zouden worden geopend over de verbetering van sa- menwerking bij de vervolging van verkeersovertredingen, alsmede over mogelijkheden tot wederzijdse tenuitvoerlegging van ter zake opgelegde geldelijke sancties,
Zijn het volgende overeengekomen:
HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Artikel 1
In deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
Inbreuk op de verkeerswetgeving
Gedraging in strijd met de verkeersregels welke als strafrechtelijk of bestuurlijk vergrijp wordt aangemerkt, met inbegrip van overtredingen van de rij- en rusttijdenwetgeving en van de wetgeving inzake gevaar- lijke goederen.
Geldelijke sanctie
Verplichting tot het betalen van een bedrag in geld ter zake van een inbreuk op de verkeerswetgeving, waarvan de hoogte is bepaald door de gerechtelijke of de bestuurlijke autoriteiten van de Overeenkomst- sluitende Partijen.
Bevoegde autoriteit
Gerechtelijke of bestuurlijke autoriteit van de Overeenkomstsluitende Partijen, belast met de procedure wegens inbreuken op de verkeerswet- geving, alsmede met de tenuitvoerlegging van de ter zake opgelegde gel- delijke sancties.
Beslissing
Een vaststelling door de bevoegde autoriteiten van één der Overeenkomstsluitende Partijen van een inbreuk op de verkeerswetge- ving, ter zake waarvan aan een persoon een geldelijke sanctie is opge- legd waartegen een beroep bij de rechter openstaat of heeft opengestaan.
Verzoekende autoriteit
De bevoegde autoriteit van de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied de inbreuk op de verkeerswetgeving heeft plaatsgevonden.
Aangezochte autoriteit
De bevoegde autoriteit van de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied de persoon aan wie een inbreuk op de verkeerswetgeving wordt toegeschreven of aan wie ter zake een geldelijke sanctie is opge- legd, zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft.
Verzoekende Overeenkomstsluitende Partij
De Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied een beslissing is genomen ten aanzien van een persoon die zijn vaste woon- of verblijf- plaats heeft op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij.
Aangezochte Overeenkomstsluitende Partij
De Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied een persoon zijn vaste woon- of verblijfplaats heeft te wiens aanzien op het grond- gebied van een andere Overeenkomstsluitende Partij een beslissing is genomen.
HOOFDSTUK II BEGINSELEN
Artikel 2
1. De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich ertoe in proce- dures inzake inbreuken op de verkeerswetgeving, alsmede bij de weder- zijdse tenuitvoerlegging van beslissingen, zoveel mogelijk samen te wer- ken op de wijze als voorzien in deze Overeenkomst.
2. Het bepaalde in lid 1 laat de toepasselijkheid van verdergaande bepalingen van bestaande bilaterale of multilaterale Verdragen die van kracht zijn tussen de Overeenkomstsluitende Partijen, onverlet.
3. Hoofdstuk IV van deze Overeenkomst vindt geen toepassing:
a. op de tenuitvoerlegging van een beslissing die een vrijheidsstraf als hoofdstraf inhoudt;
b. op verkeersovertredingen die samenvallen met strafbare feiten die niet alleen het wegverkeer betreffen, tenzij deze verkeersovertredingen afzonderlijk of uitsluitend worden vervolgd.
HOOFDSTUK III
SAMENWERKING IN PROCEDURES WEGENS INBREUKEN OP DE VERKEERS- WETGEVING
Artikel 3
1. De bevoegde autoriteiten kunnen via hun nationale verkeersregis- tratiedienst aan de hand van een kenteken gegevens doen opvragen bij de verkeersregistratiediensten van de andere Overeenkomstsluitende Par- tijen over het type en het merk van het daarbij behorende motorvoertuig en de identiteit en het adres van de persoon of personen die ten tijde van het plegen van de inbreuk op de verkeerswetgeving in verband met dit motorvoertuig zijn geregistreerd.
2. De verkeersregistratiediensten van de Overeenkomstsluitende Par- tijen verstrekken elkaar rechtstreeks de in het eerste lid bedoelde gege- vens met het oog op de doorgeleiding aan de bevoegde autoriteit. Indien het niet om dezelfde autoriteiten gaat, verstrekken zij eveneens de naam en het adres van de aangezochte autoriteit.
3. Een Overeenkomstsluitende Partij kan een andere centrale dienst aanwijzen voor de uitwisseling van de in het tweede lid bedoelde gege- vens.
4. De relevante bepalingen van de Overeenkomst van 1990, en met name het bepaalde in de artikelen 126 tot en met 128 van de Overeen- komst van 1990, zijn van toepassing op de krachtens het eerste lid ver- strekte persoonsgegevens.
Artikel 4
1. De verzoekende autoriteit kan personen aan wie een inbreuk op de verkeerswetgeving wordt toegeschreven, rechtstreeks alle mededelingen over de gevolgen die daaraan worden verbonden en beslissingen ter zake toezenden. Het bepaalde in artikel 52 van de Overeenkomst van 1990 is van overeenkomstige toepassing.
2. Mededelingen en beslissingen als bedoeld in het eerste lid bevat- ten of gaan vergezeld van alle informatie die geadresseerde nodig heeft voor een reactie, in het bijzonder:
a. de aard van de inbreuk op de verkeerswetgeving, de plaats en het tijdstip van het plegen ervan, alsmede de wijze van constatering;
b. het kenteken en, indien mogelijk, het type en het merk van het motorvoertuig waarmee de inbreuk op de verkeerswetgeving is gepleegd of, bij ontbreken daarvan, alle gegevens ter identificatie van het voer- tuig;
c. de hoogte van de geldelijke sanctie welke kan worden toegepast, of eventueel de geldelijke sanctie welke is opgelegd, alsmede de termijn waarbinnen en de wijze waarop betaling ervan dient te geschieden;
d. de mogelijkheid om ontlastende omstandigheden kenbaar te ma- ken, alsmede de termijn waarbinnen en de wijze waarop dit dient te geschieden;
e. de rechtsmiddelen die tegen beslissingen openstaan, de termijn waarbinnen en de wijze waarop daarvan gebruik kan worden gemaakt, alsmede de instantie, met haar gegevens, waarbij beroep dient te worden aangetekend.
Artikel 5
1. Indien op mededelingen of beslissingen als bedoeld in artikel 4 binnen de gestelde termijn niet wordt gereageerd of de verzoekende autoriteit voor de toepassing van de Overeenkomst aanvullende informa- tie noodzakelijk acht, kan deze de aangezochte autoriteit rechtstreeks om bijstand verzoeken. Dergelijke verzoeken dienen van een vertaling in de officiële taal dan wel in één van de officiële talen van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij te worden vergezeld.
2. Op verzoeken als bedoeld in lid 1 is het bepaalde in hoofdstuk 2 van Titel III van de Overeenkomst van 1990 van toepassing.
HOOFDSTUK IV
WEDERZIJDSE TENUITVOERLEGGING VAN BESLISSINGEN
Artikel 6
1. Op grond van deze Overeenkomst kan uitsluitend om overname van de tenuitvoerlegging van beslissingen worden verzocht, indien:
a. tegen de beslissing geen rechtsmiddel meer openstaat en deze op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij voor tenuitvoerlegging vatbaar is;
b. de bevoegde autoriteiten, in het bijzonder ter uitvoering van het bepaalde in artikel 4, de betrokkene tevergeefs hebben verzocht de bij beslissing opgelegde geldelijke sanctie te voldoen;
c. de geldelijke sanctie volgens het recht van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet is verjaard;
d. de beslissing een persoon betreft die op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij zijn vaste woon- of verblijf- plaats heeft;
e. de opgelegde geldelijke sanctie ten minste 40 EURO bedraagt;
2. De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen bilateraal het toepassingsbereik van het bepaalde in lid 1, onder e, wijzigen.
Artikel 7
1. De overname van de tenuitvoerlegging van een beslissing kan niet worden geweigerd, tenzij naar het oordeel van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij:
a. de aan de beslissing ten grondslag liggende inbreuk op de ver- keerswetgeving niet voorkomt in het recht van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij;
b. de inwilliging van het verzoek niet verenigbaar is met de toepas- sing van het beginsel ,,ne bis in idem’’, als bedoeld in de artikelen 54 tot en met 58 van de Overeenkomst van 1990;
c. de geldelijke sanctie naar het recht van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij is verjaard.
d. de betrokkene onder een amnestie- of gratiebeslissing van de aan- gezochte Overeenkomstsluitende Partij zou vallen, indien de inbreuk op het grondgebied van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij zou zijn begaan.
2. De aangezochte Partij stelt de verzoekende Partij, met opgave van redenen, zo spoedig mogelijk in kennis van de afwijzing van het ver- zoek.
Artikel 8
1. Een beslissing wordt door de bevoegde autoriteiten van de aange- zochte Overeenkomstsluitende Partij onmiddellijk ten uitvoer gelegd.
2. De tenuitvoerlegging geschiedt in de munteenheid van de aange- zochte Overeenkomstsluitende Partij. Bepalend voor de omrekening is de op het tijdstip van de in artikel 1 bedoelde beslissing geldende offi- ciële wisselkoers.
3. Indien na omrekening blijkt dat het bedrag van de bij de beslissing opgelegde geldelijke sanctie, de maximale geldelijke sanctie die naar het recht van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ter zake van dezelfde soort inbreuk op de verkeerswetgeving kan worden opgelegd te boven gaat, wordt de tenuitvoerlegging van de beslissing beperkt tot de hoogte van de maximale geldelijke sanctie.
4. Bij de nederlegging van zijn akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring kan elke Staat verklaren, om redenen van grondwette- lijke aard of om andere redenen van vergelijkbaar belang, afwijken van de toepassing van het bepaalde in lid 1, door het afleggen van een ver- klaring waarin de gevallen worden omschreven waarin de ten uitvoer te leggen geldelijke sanctie voorafgaand aan de tenuitvoerlegging bij en krachtens een rechterlijke beslissing van de aangezochte Overeenkomst-
sluitende Partij uitvoerbaar moet worden verklaard. Deze rechterlijke beslissing betreft evenwel niet de inhoud noch het bedrag van de ten uit- voer te leggen beslissing van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 9
1. Het recht van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij is op de tenuitvoerlegging van de beslissing van toepassing.
2. Elk deel van de geldelijke sanctie dat reeds door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij ten uitvoer is gelegd, wordt van de in de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij ten uitvoer te leggen boete of straf in mindering gebracht.
3. Indien de tenuitvoerlegging van een geldelijke sanctie geheel of gedeeltelijk onmogelijk blijkt te zijn, kan deze sanctie door de aange- zochte Overeenkomstsluitende Partij worden omgezet in een vervan- gende gevangenisstraf of hechtenis, indien door beide Overeenkomst- sluitende Partijen daarin is voorzien en de verzoekende Partij dit niet uitdrukkelijk heeft uitgesloten.
Artikel 10
Na een verzoek tot overname van de tenuitvoerlegging van een beslis- sing mag de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet meer over- gaan tot tenuitvoerlegging van die beslissing. Het recht tot tenuitvoer- legging herleeft alleen, nadat van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij een mededeling is ontvangen dat het verzoek tot overname wordt geweigerd, dan wel dat de tenuitvoerlegging in de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij onmogelijk is gebleken.
Artikel 11
De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij dient de tenuitvoerleg- ging van de beslissing te beëindigen, zodra zij door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij in kennis is gesteld van enige beslissing of maatregel, dan wel een andere omstandigheid ten gevolge waarvan de beslissing niet meer voor tenuitvoerlegging vatbaar is.
Artikel 12
1. Verzoeken tot overname van de tenuitvoerlegging van een beslis- sing en alle daaruit voortvloeiende mededelingen worden schriftelijk gedaan. Deze kunnen worden doorgeleid langs elke geschikte weg welke een schriftelijk stuk oplevert, met inbegrip van de telefax.
2. Het schriftelijke verkeer geschiedt rechtstreeks tussen de bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, die uit de medede- ling van de verkeersregistratiedienst (artikel 3, lid 2) blijken. Het schrif-
telijke verkeer geschiedt via de daartoe aangewezen centrale autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen, indien de bevoegde autoriteit niet uit de in de eerste volzin genoemde gegevens blijkt.
Artikel 13
1. Bij een verzoek om overname van de tenuitvoerlegging van een beslissing wordt een afschrift van de beslissing gevoegd, alsmede een verklaring van de bevoegde autoriteit van de verzoekende Overeenkomst- sluitende Partij waarin wordt gesteld dat de voorwaarden als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder de punten a, b, en c, zijn vervuld.
2. In voorkomend geval voegt de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij bij haar verzoek andere dienstige mededelingen welke verband houden met de overname van de tenuitvoerlegging van een beslissing, in het bijzonder informatie met betrekking tot de bijzondere omstandighe- den waaronder de overtreding is begaan en welke voor vaststelling van de geldelijke sanctie in aanmerking zijn genomen.
3. Indien de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij van oordeel is dat de door de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij verstrekte inlichtingen onvoldoende zijn om haar in staat te stellen aan deze Over- eenkomst toepassing te geven, verzoekt zij om de noodzakelijke aanvul- lende inlichtingen.
4. Een vertaling van de in dit artikel bedoelde documenten in de offi- ciële taal of in één der officiële talen van de aangezochte Overeenkomst- sluitende Partij dient te worden bijgevoegd.
Artikel 14
De bevoegde autoriteiten van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij lichten de bevoegde autoriteiten van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij in over de tenuitvoerlegging van de gel- delijke sanctie of, in voorkomend geval, over de onmogelijkheid tot ten- uitvoerlegging van de beslissing.
Artikel 15
ln de tenuitvoerlegging worden opgenomen, de geldelijke sanctie en de voor de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij ontstane procedurekosten. De opbrengst uit de tenuitvoerlegging van de beslis- singen komt toe aan de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 16
De Overeenkomstsluitende Partijen zien wederzijds af van onderlinge vergoeding van de uit de toepassing van deze Overeenkomst voort- vloeiende kosten.
HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN
Artikel 17
1. Het Uitvoerend Comité ingesteld bij de Overeenkomst van 1990 heeft de algemene taak toe te zien op de juiste toepassing van deze Over- eenkomst. Het bepaalde in artikel 132 van de Overeenkomst van 1990 is van toepassing.
2. De door de Overeenkomst van 1990 ingestelde Gemeenschappe- lijke Controleautoriteit is bevoegd om ter zake van de bescherming van persoonsgegevens een advies uit te brengen met betrekking tot de ge- meenschappelijke aspecten verbonden aan de toepassing van de onder- havige Overeenkomst.
3. Op voorstel van een Overeenkomstsluitende Partij kan het Uitvoe- rend Comité besluiten het in artikel 6, lid 1, onder e., vermelde bedrag te wijzigen.
Artikel 18
Deze Overeenkomst is van toepassing op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen. Overeenkomstig artikel 138 van de Overeenkomst van 1990 is onderhavige Overeenkomst echter voor wat betreft de Franse Republiek slechts van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek, en voor wat betreft het Konink- rijk der Nederlanden slechts op het grondgebied van het Rijk in Europa. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de Toetredingsovereenkomst van het Koninkrijk Denemarken tot de Overeenkomst van 1990 is deze Overeenkomst niet van toepassing op de Faeröer en Groenland.
Artikel 19
1. Deze Overeenkomst vindt eveneens toepassing op inbreuken op de verkeerswetgeving die vóór de inwerkingtreding daarvan zijn begaan.
2. Bij de nederlegging van zijn akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring kan elke Overeenkomstsluitende Partij verklaren dat deze Overeenkomst voor hem in zijn betrekkingen met de Overeenkomst- sluitende Partijen die eenzelfde verklaring hebben afgelegd, alleen van toepassing is op verkeersovertredingen die na de inwerkingtreding of na de toepasbaarheid van deze Overeenkomst zijn begaan.
Artikel 20
1. Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg neder- gelegd; deze laatste geeft alle Overeenkomstsluitende Partijen kennis van de nederlegging.
2. Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de Staten waarvoor de Overeenkomst van 1990 in werking is gesteld overeenkomstig de tweede alinea van lid 1 van de Slotakte van genoemde Overeenkomst.
De Regering van het Groothertogdom Luxemburg geeft alle Overeenkomstsluitende Partijen kennis van de datum van inwerkingtre- ding.
Voor de overige Staten treedt de Overeenkomst in werking op de eer- ste dag van de tweede maand volgend op de datum van de nederlegging van hun akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, evenwel ten vroegste op de datum waarop een Toetredingsovereenkomst bij de Overeenkomst van 1990 dan wel de Samenwerkingsovereenkomst van 1996 voor deze Staten in werking wordt gesteld.
3. Elke Staat die op het tijdstip van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring de Overeenkomst van 1990 in werking heeft gesteld, kan tot de inwerkingtreding van deze Overeen- komst bij de nederlegging of op een later tijdstip verklaren dat deze Overeenkomst ten aanzien van die Staat van toepassing is in zijn betrek- king met de Staten die een zelfde verklaring hebben afgelegd. Deze ver- klaring treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de nederlegging daarvan.
Artikel 21
1. Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan de depositaris een voorstel tot wijziging van deze Overeenkomst doen toekomen. De depo- sitaris doet de overige Overeenkomstsluitende Partijen mededeling van dit voorstel.
2. De Overeenkomstsluitende Partijen stellen in onderlinge overeen- stemming de in deze Overeenkomst aan te brengen wijzigingen vast.
3. De wijzigingen treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.
Artikel 22
1. Elke Staat deelt de depositaris uiterlijk bij de nederlegging van zijn akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring de benaming en de adressen van de autoriteiten in de zin van de artikelen 1, 3 en 11, lid 2, mede.
2. De in lid 1 bedoelde lijsten van autoriteiten kunnen in afwijking van het bepaalde in artikel 19, lid 1, later te allen tijde door middel van een kennisgeving aan de depositaris worden gewijzigd.
3. De depositaris stelt elk der Overeenkomstsluitende Partijen in ken- nis van de aangewezen autoriteiten, alsmede van latere wijzigingen.
Artikel 23
Deze Overeenkomst staat open voor toetreding door Staten die toetre- den tot de Overeenkomst van 1990.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN te Luxemburg, op achtentwintig april negentienhonderd- negenennegentig, in een origineel, in de Duitse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Spaanse, de Portugese, de Nederlandse en de Griekse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek. De teksten in de Deense, de Zweedse, de Finse, de Noorse en de IJslandse taal, die na de ondertekening zullen worden toegezonden, zijn eveneens gelijkelijk authentiek.
De Overeenkomst is op 28 april 1999 ondertekend voor de volgende Staten:
België1) Denemarken1) Duitsland Finland Frankrijk Griekenland Italië1) Luxemburg1)
het Koninkrijk der Nederlanden
Noorwegen1) Oostenrijk Portugal Spanje
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland IJsland
Zweden1)
1) Onder voorbehoud van bekrachtiging.
Bijlage I
Bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 1
Bijlage II
Verkeersregistratiediensten/Centrale autoriteiten als bedoeld in artikel 3
Bijlage III
Centrale autoriteiten
als bedoeld in artikel 11, lid 2.
Accord sur la coopération dans le cadre des procédures relatives aux infractions routières et de l’exécution des sanctions pécu- niaires y relatives
Les Gouvernements du Royaume de Belgique, de la République fédérale d’Allemagne, de la République franc¸aise, du Grand-Duché de Luxembourg et du Royaume des Pays-Bas, Parties à la Convention d’application de l’Accord de Schengen du 14 juin 1985 entre les Gou- vernements des Etats de l’Union économique Benelux, de la République fédérale d’Allemagne et de la République franc¸aise relatif à la suppres- sion graduelle des contrôles aux frontières communes signée à Schen- gen le 19 juin 1990, ci-après dénommée «Convention de 1990», ainsi xxx xxx Xxxxxxxxxxxxx xx xx Xxxxxxxxxx xxxxxxxxx, xx Xxxxxxx x’Xxxxxxx et de la République portugaise, de la République hellénique, de la République d’Autriche, des Xxxxxxxx xx Xxxxxxxx xx xx xx Xxxxx xxxxx xxx xx xx Xxxxxxxxxx finlandaise, qui ont adhéré à la Convention de 1990 par les Accords signés respectivement le 27 novembre 1990, le 25 juin 1991, le 6 novembre 1992, le 28 avril 1995, xx xx 00 xxxxxxxx 0000, xxxxx xxx xxx Xxxxxxxxxxxxx du Xxxxxxx xx Xxxxxxx xx xx xx Xxxxxxxxxx x’xxxxxxx, qui ont signé avec les premiers, le 19 décembre 1996 un Accord de coopération, ci-aprés dénommés les «Parties contrac- tantes»,
Considérant que la libre circulation des personnes visée dans la Con- vention de 1990, favorise la circulation intérieure des citoyens,
Considérant qu’il est de notoriété publique que les citoyens des Etats Schengen commettent également des infractions routières pendant leur séjour sur le territoire d’une autre Partie contractante que celle sur le ter- ritoire de laquelle ils séjournent régulièrement,
Vu qu’il n’est pas toujours possible, en dépit d’efforts soutenus pour réprimer les infractions routières, d’établir l’identité des auteurs avant leur retour vers le territoire de la Partie contractante où ils séjournent régulièrement et de leur infliger la sanction pécuniaire liée à l’infraction commise,
Convaincus de la nécessité de la coopération en la matière entre les Parties contractantes, sans que le fait que des autorités différentes soient chargées de veiller au respect du Code de la route ne soit un obstacle à cette coopération,
Appliquant la déclaration commune des Ministres et Secrétaires d’Etat du 19 juin 1990, qui constate que des discussions devraient être en- gagées sur l’amélioration de la coopération en ce qui concerne la pour- suite des infractions routières et sur la possibilité d’exécuter mutuelle- ment les sanctions pécuniaires y relatives,
Ont convenu ce qui suit:
Agreement on cooperation in proceedings for road traffic offences and the enforcement of financial penalties imposed in respect thereof
The Governments of the Kingdom of Belgium, the Federal Republic of Germany, the French Republic, the Grand Duchy of Luxembourg and the Kingdom of the Netherlands, Parties to the Convention implement- ing the Schengen Agreement of 14 June 1985 between the Governments of the States of the Benelux Economic Union, the Federal Republic of Germany and the French Republic on the gradual abolition of checks at their common borders signed in Schengen on 19 June 1990, hereinafter referred to as the ‘‘1990 Convention’’, as well as the Governments of the Italian Republic, the Kingdom of Spain and the Portuguese Repub- lic, the Hellenic Republic, the Austrian Republic, the Kingdom of Den- mark, the Kingdom of Sweden and the Republic of Finland which acceded to the 1990 Convention by the Agreements signed on 27 November 1990, 25 June 1991, 6 November 1992, 28 April 1995 and 19 december 1996 respectively, and the Governments of the Kingdom of Norway and the Republic of Iceland, which signed a Cooperation Agree- ment with the former on 19 December 1996, hereinafter referred to as the ‘‘Contracting Parties’’,
Whereas the free movement of persons referred to in the 1990 Con- vention furthers the travel of citizens across the internal borders;
Whereas it is common knowledge that citizens of the Schengen States also commit road traffic offences when staying on the territory of a Con- tracting Party other than that on whose territory they habitually reside;
Whereas it has been shown that it is not always possible, in spite of sustained efforts to clamp down on road traffic offences, to establish the identity of the perpetrators before they return to the territory of the Con- tracting Party where they habitually reside and to enforce financial pen- alties in respect of the offences committed;
Convinced that cooperation between the Contracting Parties in this field is desirable, despite the fact that different authorities are responsi- ble for enforcement in the Contracting Parties;
Implementing the Joint Declaration of the Ministers and Secretaries of State of 19 June 1990, which lays down that discussions should be held to improve cooperation prosecuting road traffic offences and to examine the scope for the mutual enforcement of financial penalties,
Have agreed as follows:
CHAPITRE I DEFINITIONS
Article 1er
Au sens du présent Accord, on entend par:
Infraction routière
Conduite contraire aux normes qui règlent la circulation routière con- sidérée comme une infraction pénale ou administrative, y compris les infractions aux dispositions en matière de temps de conduite et de repos et aux dispositions relatives au transport des marchandises dangereuses.
Sanction pécuniaire
Obligation de payer une somme d’argent à la suite d’une infraction routière, dont le montant est fixé par les autorités judiciaires ou admini- stratives des Parties contractantes.
Autorité compétente
Autorité judiciaire ou administrative des Parties contractantes, chargée des procédures dans le cadre des infractions routières et de l’exécution des sanctions pécuniaires y relatives;
Décision
Acte pris par les autorités compétentes de l’une des Parties contrac- tantes constatant une infraction routière, pour laquelle une sanction pécuniaire est infligée à une personne; il s’agit d’un acte pouvant don- ner lieu ou ayant pu donner lieu à un recours devant le juge;
Autorité requérante
L’autorité compétente de la Partie contractante sur le territoire de laquelle l’infraction routière est commise;
Autorité requise
L’autorité compétente de la Partie contractante sur le territoire de laquelle la personne susceptible d’avoir commis une infraction routière ou à laquelle une sanction pécuniaire est infligée en la matière, a son domicile ou sa résidence habituelle;
Partie contractante requérante
La Partie contractante sur le territoire de laquelle une décision a été prise à l’égard d’une personne qui a son domicile ou sa résidence habi- tuelle sur le territoire d’une autre Partie contractante;
Partie contractante requise
La Partie contractante sur le territoire de laquelle une personne à l’encontre de laquelle une décision a été prise sur le territoire d’une autre Partie contractante, a son domicile ou sa résidence habituelle.
CHAPTER I DEFINITIONS
Article 1
For the purposes of this Agreement:
‘‘Road traffic offence’’
shall mean conduct which infringes road traffic regulations and which is considered a criminal or administrative offence, including breaches of regulations pertaining to driving hours and rest periods and regulations on hazardous goods;
‘‘Financial penalty’’
shall mean the obligation to pay a sum of money in respect of a road traffic offence, the amount of which is assessed by the judicial or admin- istrative authorities of the Contracting Parties;
‘‘Competent Authority’’
shall mean the judicial or administrative authority of the Contracting Parties responsible for proceedings for road traffic offences and enforc- ing financial penalties in respect thereof;
‘‘Decision’’
shall mean an act by the competent authorities of one of the Contract- ing Parties establishing a road traffic offence in respect of which a finan- cial penalty has been imposed on a person, against which an appeal may be or could have been lodged;
‘‘Requesting Authority’’
shall mean the competent authority of the Contracting Party in whose territory the road traffic offence was committed;
‘‘Requested Authority’’
shall mean the competent authority of the Contracting Party in whose territory the person suspected of having committed a road traffic offence or upon whom a financial penalty has been imposed in respect thereof either resides or has his habitual residence;
‘‘Requesting Contracting Party’’
shall mean the Contracting Party in whose territory a decision has been delivered in respect of a person who either resides or has his habitual residence in the territory of another Contracting Party;
‘‘Requested Contracting Party’’
shall mean the Contracting Party in whose territory a person in respect of whom a decision has been delivered in the territory of another Con- tracting Party either resides or has his habitual residence.
CHAPITRE II PRINCIPES
Article 2
1. Les Parties contractantes s’engagent à s’accorder mutuellement la coopération la plus large possible dans le cadre des procédures relatives aux infractions routières et de l’exécution des décisions en la matière, conformément aux dispositions du présent Accord.
2. Le paragraphe 1 n’affecte pas l’application des dispositions plus larges des accords bilatéraux ou multilatéraux en vigueur entre les Par- ties contractantes.
3. Le chapitre lV du présent Accord ne s’applique pas :
a) à l’exécution d’une condamnation comportant une peine privative de liberté en tant que peine principale;
b) aux infractions routières commises en connexité avec des faits punissables qui ne relèvent pas uniquement du domaine de la circulation routière, excepté si ces infractions routières font l’objet de poursuites distinctes ou si ces infractions routières sont les seules à faire l’objet de poursuites.
CHAPITRE III
COOPERATION DANS LE CADRE DES PROCEDURES RELATIVES AUX INFRACTIONS ROUTIERES
Article 3
1. Les autorités compétentes peuvent, en communiquant le numéro d’une plaque minéralogique par l’intermédiaire de leur service d’immatriculation national, demander aux services d’immatriculation des autres Parties contractantes des informations sur le type et la mar- que du véhicule à moteur correspondant ainsi que sur l’identité et l’adresse de la personne ou des personnes qui, au moment de la com- mission de l’infraction routière, sont enregistrées en relation avec le véhicule en question.
2. Les services d’immatriculation des Parties contractantes se trans- mettent directement les informations visées au paragraphe 1 en vue de leur transmission à l’autorité compétente. lls transmettent également, lorsque ces autorités sont distinctes, le nom et l’adresse de l’autorité requise.
3. Une Partie contractante peut désigner un autre service central pour l’échange des informations visées au paragraphe 2.
4. Les dispositions pertinentes de la Convention de 1990 et, notam- ment, les articles 126 à 128 de la Convention de 1990 sont applicables à la transmission de données à caractère personnel effectuée conformé- ment au paragraphe 1.
CHAPTER II PRINCIPLES
Article 2
1. The Contracting Parties undertake to accord each other the widest possible cooperation in proceedings for road traffic offences and the enforcement of decisions in respect thereof in accordance with the pro- visions of this Agreement.
2. Paragraph 1 shall be without prejudice to the application of broader provisions of bilateral or multilateral agreements in force between the Contracting Parties.
3. Chapter IV of this Agreement shall not apply:
a) to the enforcement of a decision which includes a custodial sen- tence as the main penalty;
b) to road traffic offences which coincide with offences that are not related to road traffic only, unless the road traffic offence is prosecuted exclusively or separately.
CHAPTER III
COOPERATION IN PROCEEDINGS FOR ROAD TRAFFIC OFFENCES
Article 3
1. The competent authorities may, by communicating a vehicle reg- istration number through their national vehicle registration authorities, request information from the national vehicle registration authorities of the other Contracting Parties concerning the type and make of the cor- responding motor vehicle as well as the identity and address of the per- son or persons with whom the motor vehicle in question was registered when the road traffic offence was committed.
2. The vehicle registration authorities of the Contracting Parties shall directly send each other the information referred to in paragraph 1 with a view to transmission to the competent authority. They shall also send the name and address of the requested authority if it is a different author- ity.
3. A Contracting Party may designate another central authority for the exchange of the information referred to in paragraph 2.
4. The relevant provisions of the 1990 Convention and, in particular, Articles 126 to 128 thereof shall apply to the transmission of personal data in accordance with paragraph 1.
Article 4
1. L’autorité requérante peut envoyer directement aux personnes sus- ceptibles d’avoir commis une infraction routière, toutes les communica- tions relatives aux conséquences et aux décisions y afférentes. Les dis- positions de l’article 52 de la Convention de 1990 sont applicables par analogie.
2. Les communications et décisions visées au paragraphe 1 contien- nent ou s’accompagnent de toutes les informations dont le destinataire a besoin pour une réaction, notamment à propos de:
a) la nature de l’infraction routière, le lieu, la date et l’heure de la commission de celle-ci ainsi que la manière dont elle a été constatée;
b) le numéro d’immatriculation et, si possible, le type et la marque du véhicule avec lequel l’infraction routière a été commise ou, à défaut, tout élément d’identification du véhicule;
c) le montant de la sanction pécuniaire qui peut être imposé ou, le cas échéant, la sanction pécuniaire qui a été infligée, le délai dans lequel elle doit être payée ainsi que les modalités de paiement;
d) la possibilité de faire valoir des éléments à décharge, ainsi que les délais et les modalités de présentation de ces éléments;
e) les voies de recours qui existent contre les décisions, les modali- tés d’usage de ces voies, les délais dans lesquels les recours peuvent être introduits, et les coordonnées de l’autorité auprès de laquelle il faut introduire les recours.
Article 5
1. Si le destinataire ne réagit pas dans le délai imparti aux communi- cations ou décisions visées à l’article 4 ou si l’autorité requérante con- sidère que des éléments complémentaires sont nécessaires en vue de l’application du présent Accord, cette autorité peut directement deman- der l’entraide de l’autorité requise. Cette demande doit être accompag- née d’une traduction dans la langue officielle ou dans l’une des langues officielles de la Partie contractante requise.
2. Les dispositions du Chapitre 2 du Titre III de la Convention de 1990 sont applicables aux demandes visées au paragraphe 1.
CHAPITRE IV EXECUTION DES DECISIONS
Article 6
1. Dans le cadre du présent Accord, la transmission de l’exécution des décisions pourra exclusivement être demandée si les conditions sui- vantes sont réunies:
Article 4
1. The requesting authority may send all communications concerning the consequences and decisions relating to the road traffic offence di- rectly to the persons suspected of having committed a road traffic offence. The provisions of Article 52 of the 1990 Convention shall apply by analogy.
2. The communications and decisions referred to in paragraph 1 shall contain or be accompanied by all information which the recipient re- quires in order to react, in particular regarding:
a) the nature of the road traffic offence, the place, date and time at which it was committed and the manner in which it was established;
b) the registration number and, where possible, the type and make of the motor vehicle with which the road traffic offence was committed or, in the absence of this information, any means of identifying the vehicle;
c) the amount of the financial penalty which may be imposed, or, where appropriate, the financial penalty which has been imposed, the deadline within which it has to be paid and the method of payment;
d) the possibility of invoking exonerating circumstances, as well as the deadlines and procedures for presenting these circumstances;
e) the possible channels of appeal against the decisions, the proce- dures and deadlines for lodging an appeal, as well as the contact details of the authority with which an appeal should be lodged.
Article 5
1. If the addressee does not respond to communications or decisions pursuant to Article 4 within the stipulated period or if the requesting authority considers further information necessary to apply this Agree- ment, the latter may directly seek assistance from the requested author- ity. A translation into the official language or one of the official lan- guages of the requested Contracting Party shall be attached to such requests for assistance.
2. The provisions of Title III, Chapter 2 of the 1990 Convention shall apply to the requests referred to in paragraph 1.
CHAPTER IV
MUTUAL ENFORCEMENT OF DECISIONS
Article 6
1. The transfer of the enforcement of decisions may only be requested under this Agreement where:
a) toutes les voies de recours contre la décision ont été épuisées et la décision est exécutoire sur le territoire de la Partie contractante re- quérante;
b) notamment en application des dispositions de l’article 4, les auto- rités compétentes ont vainement demandé à l’intéressé de payer le mon- tant de la sanction pécuniaire imposée;
c) la sanction pécuniaire n’est pas prescrite au regard du droit de la Partie contractante requérante;
d) la décision concerne une personne ayant son domicile ou sa rési- dence habituelle sur le territoire de la Partie contractante requise;
e) le montant de l’amende infligée s’élève à 40 euros au moins.
2. Les Parties contractantes peuvent décider au niveau bilatéral de modifier le champ d’application des dispositions du paragraphe 1e)
Article 7
1. La Partie contractante requise ne peut pas refuser la transmission de l’exécution d’une décision sauf si elle estime que:
a) l’infraction routière à l’origine de la décision n’est pas prévue dans le droit de la Partie contractante requise;
b) l’exécution de la demande n’est pas compatible avec l’application du principe «ne bis in idem», prévu aux articles 54 à 58 de la Conven- tion de 1990.
c) la sanction pécuniaire est prescrite au regard du droit de la Partie contractante requise;
d) la personne concernée aurait bénéficié d’une décision d’amnistie ou de grâce prise par la Partie contractante requise si elle avait commis l’infraction routière sur le territoire de celle-ci.
2. La Partie contractante requise informe dès que possible la Partie contractante requérante que la demande a été refusée en précisant les motifs du refus.
Article 8
1. La décision est immédiatement exécutée par les autorités compé- tentes de la Partie contractante requise.
2. La sanction pécuniaire est perc¸ue dans la monnaie de la Partie contractante requise. Le calcul du montant est effectué sur la base du taux de change officiel en vigueur au moment de la décision visée au paragraphe 1.
3. Si, après conversion, il s’avère que le montant de la sanction pécu- niaire infligée est supérieur au montant maximal de la sanction pécu- niaire prévue par la loi de la Partie contractante requise pour le même type d’infraction, l’exécution de la décision est limitée à ce montant maximal.
a) all channels of appeal against the decision have been exhausted and the decision is enforceable in the territory of the requesting Con- tracting Party;
b) the competent authorities have, in particular in accordance with Article 4, requested the person concerned to pay the financial penalty imposed but to no avail;
c) the financial penalty is not limited by lapse of time under the law of the requesting Contracting Party;
d) the decision concerns a person who resides or who has his habitual residence in the territory of the requested Contracting Party;
e) the amount of the fine or financial penalty imposed is at least 40 euros.
2. The Contracting Parties may bilaterally alter the scope of the pro- visions under paragraph 1 (e).
Article 7
1. The transfer of the enforcement of a decision may not be refused unless the requested Contracting Party deems that:
a) the road traffic offence giving rise to the decision is not provided for under the law ofthe requested Contracting Party;
b) enforcement of the request runs counter to the principle of non bis in idem pursuant to Articles 54 to 58 of the 1990 Convention;
c) the financial penalty is limited by lapse of time under the law of the requested Contracting Party;
d) the person concerned would have been granted an amnesty or a pardon by the requested Contracting Party if the road traffic offence had been committed on the territory of the requested Contracting Party.
2. The requested Contracting Party shall inform the requesting Con- tracting Party as soon as possible of a refusal to execute the request, giv- ing the reasons for the refusal.
Article 8
1. The decision shall be enforced without delay by the competent authorities of the requested Contracting Party.
2. The financial penalty shall be payable in the currency of the requested Contracting Party. The amount shall be calculated on the basis of the official exchange rate obtaining when the decision mentioned in paragraph 1 is taken.
3. Should it transpire upon conversion that the amount of the finan- cial penalty imposed by the decision exceeds the maximum amount of the financial penalty prescribed in respect of the same type of road traf- fic offence by the law of the requested Contracting Party, the enforce- ment of the decision shall not exceed this maximum amount.
4. Chaque Partie contractante peut, lors du dépôt de ses instruments de ratification, d’approbation ou d’acceptation, déclarer qu’elle dérogera aux dispositions du paragraphe 1 pour des raisons d’ordre constitution- nel ou des raisons d’importance comparable et définir dans sa déclara- tion les cas où la sanction pécuniaire doit être rendue exécutoire par une décision judiciaire de la Partie contractante requise. Cette décision judi- ciaire ne porte toutefois pas sur le contenu ni le montant de la sanction à exécuter qui a fait l’objet d’une décision de la Partie contractante requérante.
Article 9
1. L’exécution de la décision est régie par le droit de la Partie contractante requise.
2. Toute partie de la sanction pécuniaire déjà exécutée par la Partie contractante requérante est déduite de la sanction à exécuter par la Par- tie contractante requise.
3. Lorsque l’exécution de la sanction pécuniaire s’avère impossible en tout ou en partie, la Partie contractante requise peut appliquer une sanction privative de liberté s’y substituant ou une contrainte par corps lorsque cette possibilité est prévue par les deux Parties contractantes, à moins que la Partie contractante requérante ne l’ait expressément exclue.
Article 10
La Partie contractante requérante ne peut plus procéder à l’exécution de la décision aprés avoir formulé une demande de transmission de l’exécution. La Partie contractante requérante reprend son droit d’exécution, dés que la Partie contractante requise l’informe de son refus d’accepter la transmission ou de l’impossibilité d’exécuter la décision.
Article 11
La Partie contractante requise doit mettre fin à l’exécution de la déci- sion dès qu’elle a été informée par la Partie contractante requérante de toute décision, mesure ou autre circonstance qui a pour effet de suspen- dre le caractère exécutoire de la décision ou de le lui enlever.
Article 12
1. Les demandes de transmission de l’exécution d’une décision et toutes les communications y afférentes sont faites par écrit. Elles peu- vent être transmises par toute voie appropriée laissant une trace écrite, y compris la télécopie.
2. La transmission de documents s’effectue directement entre les autorités compétentes des Parties contractantes dont les coordonnées sont fournies par le service d’immatriculation (article 3 paragraphe 2).
4. At the time of depositing its instrument of ratification, acceptance or approval, each State may, for reasons of a constitutional order or of equal importance, declare that it intends to derogate from the application of paragraph 1 by making a declaration defining the cases in which the financial penalty to be enforced must be declared enforceable by a judi- cial decision of the requested Contracting Party before enforcement. This judicial decision shall not, however, concern the contents and the amount of the decision of the requesting Contracting Party which is to be enforced.
Article 9
1. The enforcement of the decision shall be governed by the law of the requested Contracting Party.
2. Any part of the financial penalty already enforced in the request- ing Contracting Party shall be deducted in full from the penalty to be enforced in the requested Contracting Party.
3. Where a financial penalty cannot be enforced, either totally or in part, an alternative custodial sanction or coercive detention may be applied by the requested Contracting Party if provided for in both Con- tracting States, unless expressly excluded by the requesting Contracting Party.
Article 10
The requesting Contracting Party may no longer proceed with the enforcement of the decision once it has requested the transfer of enforce- ment. The right of enforcement shall revert to the requesting Contract- ing Party upon its being informed by the requested Contracting Party of the latter’s refusal or inability to enforce.
Article 11
The requested Contracting Party shall terminate enforcement of the decision as soon as it (the requested Contracting Party) is informed by the requesting Contracting Party of any decision, measure or any other circumstance as a result of which enforcement of the decision is sus- pended or the decision ceases to be enforceable.
Article 12
1. Requests for the transfer of the enforcement of a decision and all communications relating thereto shall be made in writing. They may be transmitted through any appropriate channels leaving a written record, including a fax.
2. Documents shall be transmitted directly between the competent authorities of the Contracting Parties, the contact details of which shall be furnished by the vehicle registration authorities (Article 3 (2)). These
Cette transmission s’effectue entre les Autorités centrales désignées lors- que les coordonnées de l’autorité compétente ne ressortent pas des infor- mations visées à la première phrase.
Article 13
1. La demande de transmission de l’exécution d’une décision est accompagnée d’une copie de la décision ainsi que d’une déclaration de l’autorité compétente de la Partie contractante requérante certifiant que les conditions prévues aux points a., b., et c. du paragraphe 1 de l’article 6 sont remplies.
2. Le cas échéant, la Partie requérante joint à sa demande d’autres communications qui sont utiles en relation avec la transmission de l’exécution d’une décision, en particulier des informations concernant les circonstances particulières liées à l’infraction et retenues pour la fixa- tion de la sanction pécuniaire, et si possible également du texte des dis- positions appliquées.
3. Si la Partie contractante requise considère que les informations transmises par la Partie contractante requérante sont insuffisantes et ne lui permettent pas d’appliquer l’Accord, elle l’invite à lui communiquer les informations complémentaires nécessaires.
4. La traduction des documents visés au présent article dans la lan- gue officielle ou l’une des langues officielles de la Partie contractante requise doit être jointe.
Article 14
Les autorités compétentes de la Partie contractante requise informent les autorités compétentes de la Partie contractante requérante de l’exécution de la sanction pécuniaire ou, le cas échéant, de l’impossibilité d’exécuter la décision.
Article 15
La sanction pécuniaire et les frais de procédure supportés par la Par- tie contractante requérante sont exécutés. Le produit de l’exécution des décisions sera acquis à la Partie contractante requise.
Article 16
Les Parties contractantes renoncent à réclamer entre elles le rembourse- ment des frais résultant de l’application du présent Accord.
documents shall be transmitted via the designated central authorities of the Contracting Party if the contact details of the competent authority cannot be inferred from the information referred to in the first sentence.
Article 13
1. The request for the transfer of enforcement of a decision shall be accompanied by a copy of the decision and a declaration by the compe- tent authority of the requesting Contracting Party certifying that the con- ditions laid down in subparagraphs a, b and c of Article 6 (1) have been fulfilled.
2. Where appropriate, the requesting Contracting Party shall accom- pany its request by other information relevant to the transfer of the enforcement of a decision, in particular information regarding the spe- cial circumstances of the offence which were taken into consideration when assessing the financial penalty and, where possible, the text of the legal provisions applied.
3. If the requested Contracting Party considers that the information supplied by the requesting Contracting Party is inadequate to enable it to apply this Agreement, it shall ask for the additional information required.
4. The translation of the relevant documents into the official language or one of the official languages of the requested Contracting Party shall be attached.
Article 14
The competent authorities of the requested Contracting Party shall inform the competent authorities of the requesting Contracting Party of the enforcement of the financial penalty or, where appropriate, of inabil- ity to enforce the decision.
Article 15
The financial penalty and the cost of proceedings incurred by the requesting Contracting Party shall be enforced. Monies obtained from the enforcement of decisions shall accrue to the requested Contracting Party.
Article 16
Contracting Parties shall not claim from each other the refund of costs resulting from application of this Agreement.
CHAPITRE V DISPOSITIONS FINALES
Article 17
1. Le Comité exécutif institué par la Convention de 1990 a pour mis- sion générale de veiller à l’application exacte de cet Accord. Les dispo- sitions de l’article 132 de la Convention de 1990 sont applicables.
2. En matière de protection des données à caractère personnel, l’Autorité de Contrôle commune instituée par la Convention de 1990 est compétente pour émettre un avis en ce qui concerne les aspects com- muns qui résultent de l’application du présent Accord.
3. Sur proposition d’une Partie contractante, le Comité exécutif peut décider de modifier le montant mentionné à l’article 6 paragraphe 1 point e.
Article 18
Le présent Accord est applicable sur le territoire des Parties contrac- tantes. Toutefois, conformément à l’article 138 de la Convention de 1990, le présent Accord ne s’applique, en ce qui concerne la République franc¸aise, qu’au territoire européen de la République franc¸aise, et en ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas, qu’au territoire du Royaume situé en Europe. Conformément à l’article 5 paragraphe 1 de l’Accord relatif à l’adhésion du Royaume du Danemark à la Convention de 1990, le présent Accord ne s’applique pas aux Iles Féroé ni au Groenland.
Article 19
1. Le présent Accord s’applique également aux infractions routières commises avant son entrée en vigueur.
2. Chaque Partie contractante peut, lors du dépôt de ses instruments de ratification, d’approbation ou d’acceptation, déclarer qu’en ce qui la concerne et dans ses relations avec les Parties contractantes ayant fait une déclaration similaire, le présent Accord ne s’applique qu’aux infrac- tions routières commises après son entrée en vigueur ou après qu’il est devenu applicable.
Article 20
1. Le présent Accord doit être ratifié, accepté ou approuvé. Les instru- ments de ratification, d’acceptation ou d’approbation doivent être dépo- sés auprès du Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg; celui-ci notifie le dépôt à toutes les Parties contractantes.
CHAPTER V FINAL PROVISIONS
Article 17
1. The Executive Committee established by the 1990 Convention shall have the general task of monitoring the proper application of this Agreement. The provisions of Article 132 of the 1990 Convention shall apply.
2. The Joint Supervisory Authority established by the 1990 Conven- tion shall be responsible, in matters relating to the protection of personal data, for delivering an opinion on the common aspects resulting from the implementation of this Agreement.
3. At the proposal of a Contracting Party, the Executive Committee may decide to alter the amount provided for under paragraph (e) of Arti- cle 6 (1).
Article 18
This Agreement shall apply to the territory of the Contracting Parties. However, pursuant to Article 138 of the 1990 Convention, as regards the French Republic this Agreement shall apply only to the European terri- tory of the French Republic, and as regards the Kingdom of the Nether- lands this Agreement shall apply only to the European territory of the Kingdom of the Netherlands. Pursuant to Article 5 (1) of the Accession Agreement of the Kingdom of Denmark to the 1990 Convention, this Agreement shall not apply to the Faeroe lslands and Greenland.
Article 19
1. This Agreement shall also be applicable to traffic offences commit- ted before its entry into force.
2. When depositing its instrument of ratification, acceptance or ap- proval, each State may declare that, as far as it is concerned and in its relations with those Contracting Parties which have made a similar dec- laration, this Agreement shall only apply to road traffic offences com- mitted after its entry into force or after it has become applicable.
Article 20
1. This Agreement is subject to ratification, acceptance or approval. The instruments of ratification, acceptance or approval shall be depos- ited with the Government of the Grand Duchy of Luxembourg, which shall notify all the Contracting Parties thereof.
2. Le présent Accord entre en vigueur le premier jour du deuxième mois suivant la date de dépôt du dernier des instruments de ratification, d’acceptation ou d’approbation des Etats pour lesquels la Convention de 1990 est mise en vigueur conformément au 2ème alinéa du 1er para- graphe de l’Acte final de la dite Convention.
Le Gouvernement du Grand-Duché de Luxembourg notifie la date d’entrée en vigueur à toutes les Parties contractantes.
Pour les autres Etats, le présent Accord entre en vigueur le premier jour du deuxième mois suivant la date du dépôt des instruments de rati- fication, d’acceptation ou d’approbation, et au plus tôt le jour de la mise en vigueur de l’Accord d’adhésion à la Convention de 1990 ou de l’Accord de coopération de 1996 pour ces Etats.
3. Chaque Etat ayant, au moment du dépôt des instruments de ratifi- cation, d’acceptation ou d’approbation, mis en vigueur la Convention de 1990, peut déclarer lors du dépôt, avant l’entrée en vigueur du présent Accord, ou ultérieurement que le présent Accord s’applique pour cet Etat dans ses relations avec les Etats qui ont adopté une déclaration identi- que. Cette déclaration s’applique le premier jour du deuxième mois sui- vant son dépôt.
Article 21
1. Chaque Partie contractante peut adresser au dépositaire une propo- sition de modification du présent Accord. Le dépositaire communique cette proposition aux autres Parties contractantes.
2. Les Parties contractantes définissent de commun accord les modi- fications à apporter au présent Accord.
3. Les modifications entrent en vigueur le premier jour du deuxième mois suivant la date de dépôt du dernier instrument de ratification, d’acceptation ou d’approbation.
Article 22
1. Au plus tard lors du dépôt de ses instruments de ratification, d’approbation ou d’acceptation, chaque Partie contractante communique au dépositaire les noms et adresses des autorités visées aux articles 1, 3 et 11 paragraphe 2.
2. Les listes des autorités visées au paragraphe 1er peuvent, par déro- gation à l’article 19 paragraphe 1er, être modifiées ultérieurement par notification au dépositaire.
3. Le dépositaire informe chaque Partie contractante des autorités désignées ainsi que des modifications concernant celles-ci.
Article 23
Le présent Accord est ouvert à l’adhésion de tous les Etats qui devien- nent Parties à la Convention de 1990.
2. This Agreement shall enter into force on the first day of the sec- ond month following the date of deposit of the last instrument of ratifi- cation, acceptance or approval by the States for which the 1990 Conven- tion has been brought into force as pursuant to paragraph 1, indent 2, of the Final Act of the abovementioned Convention.
The Government of the Grand Duchy of Luxembourg shall notify all the Contracting Parties of the date of entry into force.
In respect of the other States, this Agreement shall enter into force on the first day of the second month following the date of deposit of the instruments of ratification, acceptance or approval, at the earliest, how- ever, on the date of bringing into force an accession agreement for this State to the 1990 Convention or to the 1996 Cooperation Agreement.
3. Pending the entry into force of this Agreement, each State in which the 1990 Convention has been brought into force at the time of deposit of its instrument of ratification, acceptance or approval may, when depositing this instrument or at any later stage, declare this Agreement applicable in its relations with those States which make a similar decla- ration. This declaration shall take effect as of the first day of the second month following the date of deposit.
Article 21
1. Each Contracting Party may submit a proposal for an amendment to this Agreement to the depositary. The depositary shall inform the other Contracting Parties of this proposal.
2. The Contracting Parties shall adopt any amendments to this Agree- ment by common assent.
3. The amendments shall enter into force on the first day of the sec- ond month following the date of deposit of the last instrument of ratifi- cation, acceptance or approval.
Article 22
1. At the latest when depositing its instrument of ratification, accept- ance or approval, each State shall notify the depositary of the names and addresses of the authorities within the meaning of Articles 1, 3 and 11 (2).
2. The list of authorities pursuant to paragraph 1 may, by way of derogation from Article 19 (1), be subsequently changed at any time by notification to the depositary.
3. The depositary shall inform each Contracting Party of the desig- nated authorities and subsequent changes.
Article 23
This Agreement shall be open to accession by all States which become Parties to the 1990 Convention.
EN FOI DE QUOI les soussignés, dûment autorisés à cet effet, ont apposé leurs signatures au bas du présent Accord.
FAIT à Luxembourg le vingt-huit avril mil neuf cent quatre-vingt-dix- neuf en un exemplaire original, dans les langues allemande, anglaise, espagnole, franc¸aise, hellénique, italienne, néerlandaise et portugaise, les huit langues faisant également foi. Les versions en langues danoise, finnoise, islandaise, norvégienne et suédoise, qui seront présentées après la signature, feront également foi.
(Zie voor de ondertekening blz. 11 van dit Tractatenblad.)
(De Franse tekst van de aanduidingen van de Bijlagen I, II en III is nog niet ontvangen.)
IN WITNESS WHEREOF, the undersigned, duly authorized to that end, have signed this Agreement.
DONE at Luxembourg, this twenty-eighth day of April in the year one thousand nine hundred and ninety-nine, in a single original in the Dutch, English, French, German, Greek, Italian, Portuguese and Spanish lan- guages, all eight texts being equally authentic. The texts in the Danish, Finnish, Icelandic, Norwegian and Swedish languages, to be submitted at a date after the signing, shall be equally authentic.
(Zie voor de ondertekening blz. 11 van dit Tractatenblad.)
(De Engelse tekst van de aanduidingen van de Bijlagen I, II en III is nog niet ontvangen.)
D. PARLEMENT
De Overeenkomst behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan de Overeenkomst kan worden gebonden.
E. BEKRACHTIGING
Bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van de Overeenkomst is voorzien in artikel 20, eerste lid.
G. INWERKINGTREDING
De bepalingen van de Overeenkomst zullen ingevolge artikel 20, tweede lid, in werking treden op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van de laatste akte van bekrach- tiging, aanvaarding of goedkeuring van de Staten waarvoor de in rubriek J hieronder genoemde Overeenkomst van 19 juni 1990 in werking is gesteld overeenkomstig de tweede alinea van het eerste lid van de Slot- akte van die Overeenkomst.
J. GEGEVENS
Van het op 14 juni 1985 te Schengen tot stand gekomen Akkoord tus- sen de Xxxxxx xxx xx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx Xxxx, xx Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, naar welk Ak- koord in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwe- zen, is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1985, 102; zie ook, laat- stelijk, Trb. 1997, 121.
Xxx xx xx 00 xxxx 0000 xx Xxxxxxxx tot stand gekomen Overeenkomst ter uitvoering van bovengenoemd Akkoord, naar welke Overeenkomst in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst wordt verwezen, zijn de Nederlandse, Franse en Duitse tekst geplaatst in Trb. 1990, 145; zie ook, laatstelijk, Trb. 1998, 262. Van de Slotakte bij die Overeenkomst, naar welke Slotakte in artikel 20, tweede lid, van de onderhavige Overeen- komst wordt verwezen, is de tekst geplaatst in rubriek J van Trb. 1990, 145.
Van de in de preambule tot de onderhavige Overeenkomst genoemde overeenkomsten inzake toetreding tot bovengenoemde Overeenkomst van 1990 zijn de teksten bekendgemaakt als volgt:
van de op 27 november 1990 te Parijs tot stand gekomen Overeen- komst inzake de toetreding van de Italiaanse Republiek zijn de Neder- landse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1991, 27; zie ook Trb. 1997, 124; van de op 25 juni 1991 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje zijn de Nederlandse, Franse en Spaanse tekst geplaatst in Trb. 1992, 49; zie ook Trb. 1994,
45;
van de op 25 juni 1991 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Portugese Republiek zijn de Neder- landse, Franse en Portugese tekst geplaatst in Trb. 1992, 51; zie ook Trb. 1994, 46;
van de op 6 november 1992 te Madrid tot stand gekomen Overeen- komst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek is de Neder- landse tekst geplaatst in Trb. 1993, 18; zie ook Trb. 1997, 297;
xxx xx xx 00 xxxxx 0000 xx Xxxxxxx tot stand gekomen Overeenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk is de Nederlandse tekst geplaatst in Trb. 1995, 177; zie ook Trb. 1998, 5;
van de op 19 december 1996 te Luxemburg tot stand gekomen Over- eenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Denemarken zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1997, 128;
van de op 19 december 1996 te Luxemburg tot stand gekomen Over- eenkomst betreffende de toetreding van de Republiek Finland zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1997, 130;
van de op 19 december 1996 te Luxemburg tot stand gekomen Over- eenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Zweden zijn de Nederlandse en Franse tekst geplaatst in Trb. 1997, 132;
van de op 19 december 1996 te Luxemburg tot stand gekomen Samenwerkingsovereenkomst tussen Partijen bij het Akkoord en de Overeenkomst van Schengen, en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, betreffende de afschaffing van de personencontroles aan de gemeenschappelijke grenzen zijn de Nederlandse en Franse tekst ge- plaatst in Trb. 1997, 133.
Uitgegeven de tweede december 1999.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
J. J. XXX XXXXXXX
TRB2318
ISSN 0920 - 2218
Sdu Uitgevers
’s-Gravenhage 1999