WESTLAND INFRA NETBEHEER BV
WESTLAND INFRA NETBEHEER BV
ALGEMENE VOORWAARDEN AANSLUITING EN TRANSPORT GAS 2018 VOOR AFNEMERS > 40 M3(N)/UUR (GROOTVERBRUIKERS)
ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ENTOE- PASSELIJKHEID
1.1 In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
aansluiting
dat deel van het gastransportnet dat door de netbeheerder wordt beheerd en dat
de gasinstallatie van een perceel met de hoofdleiding verbindt met inbegrip van alle door de netbeheerder daarbij aangebrachte hulpmiddelen en installaties, zoals de hoofdkranen, drukregelaars en beveili- gingsinrichtingen;
aansluit- en transportovereenkomst
de overeenkomst tussen de netbeheerder en de afnemer als bedoeld in artikel 7 betreffende de aansluiting van de gasinstal- latie van de afnemer op het gastransportnet en/of het transport van gas naar het punt waarop de gasinstallatie van de afnemer op het gastransportnet is aangesloten;
afnemer
degene die beschikt over een aansluiting op een gastransportnet dan wel daartoe een aanvraag heeft ingediend met een aansluit- capaciteit groter dan 40m³(n)/uur;
erkende meetverantwoordelijke
degene die conform het bepaalde in of krachtens de Gaswet de meetverantwoor- delijkheid uitoefent bij de afnemer en over een daartoe vereiste erkenning van de netbeheerder van het landelijk hoogspan- ningsnet beschikt conform de Meetcode Gas RNB;
gasinstallatie
het samenstel van gastechnisch materiaal en leidingen in gebruik bij een afnemer te rekenen na het overdrachtspunt bezien vanuit het gastransportnet;
gastransportnet
niet tot een gasproductienet behorende, met elkaar verbonden leidingen of hulp- middelen bestemd of gebruikt voor het transport van gas, met inbegrip van lands- grensoverschrijdende leidingen, hulpmid- delen en installaties waarmee dat transport ondersteunende diensten worden verricht, behoudens voor zover deze leidingen en hulpmiddelen zijn gelegen binnen de instal- latie van een afnemer;
hoofdleiding
dat deel van het gastransportnet dat door de netbeheerder wordt beheerd en waarop aansluitingen tot stand kunnen worden gebracht;
leverancier
degene die de levering verzorgt;
levering
de beschikbaarstelling op het net, niet zijnde het transport, van de tussen de afne- mer en een leverancier overeengekomen hoeveelheid gas;
leveringsovereenkomst
overeenkomst tussen de afnemer en de leverancier betreffende de levering en afname van gas;
meetinrichting
de apparatuur bestemd voor het vaststellen van de omvang van het getransporteerde gas, en indien van toepassing voor de om- xxxx xxx xx xxxxxxxx, van de voor de afre- kening nodig geachte gegevens en voor de controle van de afname, welke apparatuur voldoet aan de voorwaarden, die daaraan worden gesteld in de Meetcode Gas RNB als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet;
netbeheerder
Westland Infra Netbeheer B.V., gevestigd te (2685 AP) Poeldijk aan de Nieuweweg 1 (xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx);
overdrachtspunt
het fysieke verbindingspunt tussen het gastransportnet en de gasinstallatie;
perceel
elke roerende of onroerende zaak, gedeelte of samenstel daarvan, ten behoeve waar- van een aansluiting tot stand is gekomen of zal komen, dan wel transport van gas geschiedt of zal geschieden.
1.2 Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van de aansluit- en transportover- eenkomst tussen de netbeheerder en de afnemer. Daarnaast zijn voorwaarden en kwaliteitscriteria als bedoeld in artikel 12a en 12b van de Gaswet op de aansluit- en transportovereenkomst van toepassing. Ingeval van een tegenstrijdigheid tussen deze Algemene V oorwaarden en voor- waarden of de kwaliteitscriteria prevaleren laatstbedoelde voorwaarden en de kwali- teitscriteria. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen de netbeheerder en de afnemer, alsmede op alle aanvragen, offertes, aanbiedingen die de netbe- heerder aan de afnemer doet. Deze Algemene Voorwaarden zijn verder van toepassing op alle overeenkomsten die in de toekomst tussen de netbeheerder en de afnemer worden gesloten en op alle buitencontractuele relaties.
1.3 Een exemplaar van deze Algemene Voor- waarden is aan de afnemer verstrekt. Daar- naast worden deze Algemene Voorwaarden op aanvraag kosteloos toegezonden.
1.4
1.4 Eventuele voorwaarden, hoe ook genoemd, van de afnemer zijn niet van toepassing op de hier- voor genoemde aanvragen, offertes, aanbiedin- gen en/of overeenkomsten of buitencontractuele relaties, en vullen deze Algemene Voorwaarden niet aan.
1.5 Alle overeenkomsten en alle buitencon- tractuele relaties waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn, zijn onderworpen aan Nederlands recht.
ARTIKEL 2 DE AANVRAAG VOOR EN HET TOT STAND BRENGEN, UITBREIDEN OF WIJZIGEN VAN EEN AANSLUITING
2.1 Een aanvraag voor het tot stand brengen van een aansluiting of tot uitbreiding of wij- ziging van een bestaande aansluiting, ge- schiedt door het indienen van een daartoe door de netbeheerder verstrekt formulier, dan wel op een andere door de netbeheer- der toegestane wijze. Een aanvraag van de afnemer wordt als onherroepelijk beschouwd. Indien en voor zover een uitnodiging van de netbeheerder tot het doen van een aanvraag geldt als een aanbod, kan de netbeheerder het aanbod vóór aanvaarding ervan door de afne- mer herroepen.
2.2 Een aansluiting of uitbreiding dan wel wijziging van een bestaande aansluiting wordt uitsluitend door de netbeheerder tot stand gebracht. De wijze van uitvoering en de plaats van de aansluiting worden door de netbeheerder, zoveel mogelijk in overleg met de afnemer, vastgesteld.
2.3 De netbeheerder is bevoegd geen aan- bod te doen voor het tot stand brengen, uitbreiden, wijzigen of activeren van een aansluiting dan wel hiervoor bijzondere
voorwaarden te stellen onder andere indien:
a. de capaciteit van het gastransportnet of verwante installaties onvoldoende is dan wel het te verrichten transport
inclusief diensten voor de netbeheerder bezwaarlijk is in verband met diens wet- telijke taken, dan wel de netbeheerder beschikt over een ontheffing, één en ander als bedoeld in artikel 16 lid 1 van de Gaswet;
b. de afnemer in verzuim is een vordering ter zake van aansluiting of transport dan wel een andere, daarmee verband hou- dende vordering die de netbeheerder op hem heeft, te voldoen, met inbegrip van die ter zake van aansluiting of transport ten behoeve van een ander respectieve- lijk vorig perceel.
2.4 Voorts is de netbeheerder bevoegd een aansluiting niet tot stand te brengen, uit te breiden, te wijzigen of te activeren dan wel geheel of gedeeltelijk weg te nemen of te deactiveren, indien één of meer van de in of krachtens deze Algemene Voorwaarden ge- stelde bepalingen of voorschriften niet zijn of worden nagekomen en de uitoefening van die bevoegdheid door de netbeheerder gerechtvaardigd is.
2.5 Indien door toedoen van de afnemer de (uitbreiding of wijziging van de bestaande) aansluiting niet is gerealiseerd binnen 1 jaar nadat de afnemer de daartoe strekkende aanbieding van de netbeheerder heeft geaccepteerd, heeft de netbeheerder het recht om de betreffende overeenkomst te ontbinden zonder dat zij tot enige schade- vergoeding gehouden is jegens de afnemer. Dit laat onverlet dat de afnemer een nieuwe aanvraag als bedoeld in lid 1 van dit artikel kan doen bij de netbeheerder.
ARTIKEL 3 ONDERHOUDEN, CONTROLEREN, VER- VANGEN, VERPLAATSEN EN WEGNE- MEN VAN EEN AANSLUITING
3.1 Een aansluiting wordt uitsluitend door de netbeheerder onderhouden, gecontroleerd, geplaatst, vervangen, verplaatst en weg- genomen, een en ander na voorafgaande mededeling aan en zoveel mogelijk in overleg met de afnemer.Tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen maakt de aansluitleiding deel uit van de aansluiting en derhalve van het gastransportnet.
3.2 Behoudens het bepaalde in artikel 4, leden 2 en 3 geschieden het onderhoud en de controle van de aansluiting voor rekening van de netbeheerder. Onverminderd het be- paalde in artikel 11, lid 2 zijn het vervangen, verplaatsen en wegnemen voor rekening van de afnemer, indien:
a. dit geschiedt op zijn verzoek;
b. dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten, tenzij aannemelijk wordt
gemaakt dat dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen.
ARTIKEL 4 VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE AANSLUITING
4.1 Voorzieningen ten behoeve van de aanslui- ting worden getroffen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de voor- waarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet.
4.2 Het onderhoud aan door de afnemer ten behoeve van de aansluiting op grond van het bepaalde in lid 1 ter beschikking te stellen opstellingsruimte geschiedt ten genoegen van de netbeheerder door en/of voor rekening van de afnemer.
4.3 De afnemer verleent om niet de nodige me- dewerking tot het uitvoeren van werkzaam- heden door of vanwege de netbeheerder. Voor de inrichting van de opstellingsruimte en het onderhoud van de daarin aanwezige apparatuur is de afnemer een bijdrage ver- schuldigd overeenkomstig de door de net- beheerder bekendgemaakte tarieven als omschreven in artikel 15. De netbeheerder is bevoegd de ruimte alsmede de daar aanwezige apparatuur, mede ten behoeve van het transport van gas voor derden te gebruiken. In dat geval vindt artikel 5, lid 4 toepassing.
4.4 De door de netbeheerder aangebrachte apparatuur is en blijft eigendom van de netbeheerder. De afnemer is verplicht de nodige maatregelen te nemen respectie- velijk zijn medewerking te verlenen om het eigendomsrecht van de netbeheerder te waarborgen, bijvoorbeeld door het om niet verlenen van een zakelijk recht aan de netbeheerder. De afnemer vrijwaart
de netbeheerder ter zake van eventuele aanspraken van derde(n) op de door de netbeheerder aangebrachte apparatuur in verband met een (vermeende) vordering van die derde(n) op de afnemer.
4.5 De opstellingsruimte en daar aanwezige apparatuur moeten goed bereikbaar blijven. Indien de ruimte en de daar aanwezige apparatuur of een gedeelte daarvan niet goed bereikbaar zijn geworden door het handelen of nalaten van de afnemer, heeft de netbeheerder, na aanmaning, het recht op kosten van de betrokkene de belem- meringen weg te nemen, wijzigingen in het tracé van de aansluiting aan te brengen, dan wel een geheel nieuwe aansluiting tot stand te brengen.
4.6 Indien de aansluit- en transportovereen- komst met de netbeheerder wordt beëin- digd zal de netbeheerder de opstellings- ruimte nog tot ten hoogste twaalf maanden na de datum van beëindiging van die overeenkomst mogen gebruiken voor zijn bedrijfsvoering en voor het verrichten van werkzaamheden. De afnemer waarborgt gedurende deze periode het ongestoord gebruik van de ruimte.
4.7 Indien in verband met de opstellingsruimte tussen de netbeheerder en de afnemer een zakelijk recht is gevestigd, zullen de rechten en verplichtingen van beide partijen mede worden beheerst door de bepalingen van de overeenkomst tot vestiging van dat zakelijk recht. Ingeval van tegenstrijdig- heid tussen de overeenkomst tot vestiging van een zakelijk recht en deze Algemene Voorwaarden, prevaleert de overeenkomst tot vestiging van een zakelijk recht.
ARTIKEL 5 RECHTEN MET BETREKKINGTOT HET PERCEEL
5.1 De afnemer zal toestaan dat zowel voor hemzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het perceel leidingen worden gelegd, aansluitingen tot stand worden gebracht, aftakkingen op reeds bestaande aansluitingen worden gemaakt, alsmede dat deze en bestaande leidingen, aansluitingen of aftakkingen worden in stand gehouden, onderhouden, uitgebreid, gewijzigd of weggenomen. Ten gevolge van deze werkzaamheden aan het perceel toe- gebrachte schade zal door de netbeheerder worden hersteld, dan wel, indien zulks niet mogelijk is, worden vergoed.
5.2 De in lid 1 bedoelde leidingen, aansluitin- gen en aftakkingen zijn en blijven eigendom van de netbeheerder. Indien in verband met de leidingen, aansluitingen of aftakkingen tussen de netbeheerder en de afnemer een overeenkomst tot vestiging van een zakelijk recht is gesloten, is het bepaalde in het ze- vende lid van artikel 4 van overeenkomstige toepassing.
5.3 De afnemer zal, voor zover dat redelijkerwijs in zijn vermogen ligt, ervoor zorg dragen dat iedere handeling achterwege blijft waar- door de bedrijfsvoering van de netbeheer- der kan worden belet of belemmerd dan wel de veilige ligging, het onderhoud of het herstel van de leidingen, aansluitingen, of aftakkingen in gevaar kan worden gebracht of gevaar voor personen of zaken kan ont- staan.
5.4 De aansluiting moet goed bereikbaar blij- ven; het gestelde in het vijfde lid van artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.
5.5 Indien de afnemer om verlegging verzoekt van in, aan, op, onder of boven het perceel aanwezige kabels en/of leidingen, komen de daarmee gemoeide verleggingskos-
ten voor rekening en risico van afnemer, ongeacht of deze kabels en/of leidingen ten behoeve van de afnemer, diens rechtsvoorganger(s) dan wel derden zijn aangebracht.
ARTIKEL 6 DE GASINSTALLATIE
6.1 Ten aanzien van de gasinstallatie moet worden voldaan aan de in of krachtens de wet gestelde voorwaarden, en met name voor zover van toepassing de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet.
6.2 Gastechnische werkzaamheden aan de gasinstallatie dienen te worden uitgevoerd door personen die over de nodige vakbe- kwaamheid en outillage beschikken. Inge- schrevenen ingevolge de Regeling voor de erkenning van gastechnische installateurs (REG) of de eisen die daarvoor te eniger tijd in de plaats treden, worden geacht
over deze vakbekwaamheid en outillage te beschikken.
6.3 De afnemer draagt er zorg voor dat de gasinstallatie goed wordt onderhouden. Op een daartoe strekkend verzoek van de netbeheerder is hij verplicht alle verlangde gegevens betreffende de gasinstallatie
aan de netbeheerder te verstrekken die van belang zijn voor het nakomen van de wettelijke taken van de netbeheerder en/ of om conformiteit met het bepaalde in of
krachtens de in lid 1 bedoelde voorwaarden vast te stellen.
6.4 Indien naar het oordeel van de netbe- heerder redelijke twijfel bestaat of een gasinstallatie voldoet aan het bepaalde in of krachtens de in lid 1 bedoelde voorwaar- den, toont de afnemer aan dat zijn gasin- stallatie aan deze voorwaarden voldoet. Wanneer de afnemer in gebreke blijft, is de netbeheerder bevoegd om de gasinstallatie zelf te onderzoeken of te laten onderzoeken voor rekening van de afnemer. Indien een gasinstallatie naar het oordeel van de net- beheerder niet voldoet aan de voorwaarden is de afnemer verplicht gebreken voor zijn rekening - en zo nodig onmiddellijk- te laten herstellen en daarbij eventuele aanwijzin- gen van de netbeheerder op te volgen. De netbeheerder heeft echter geen verplich- ting na te gaan of aan het bepaalde in of krachtens de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan. De netbeheerder aanvaardt, ook in geval zijnerzijds een onderzoek is inge- steld, geen enkele aansprakelijkheid voor schade ontstaan als gevolg van gebreken in de gasinstallatie. De afnemer vrijwaart de netbeheerder tegen aanspraken van derden ter zake zulke schade.
ARTIKEL 7 OVEREENKOMST TOT AANSLUITING EN TRANSPORT
7.1 Als regel wordt tussen de netbeheerder en de afnemer een schriftelijke aansluit- en transportovereenkomst aangegaan. Als de afnemer eerder de beschikking heeft over een aansluiting dan wordt de aansluit- en transportovereenkomst geacht te zijn inge- gaan op de datum waarop de afnemer de beschikking heeft over een aansluiting.
7.2 De aansluit- en transportovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd, tenzij anders is overeengekomen.
7.3 De aansluit- en transportovereenkomst kan na het verstrijken van de overeengekomen minimale looptijd van 1 jaar door de afne- mer en door de netbeheerder door opzeg- ging worden beëindigd. Opzegging door de afnemer dient schriftelijk met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal zes maanden te geschieden, tenzij de netbe- heerder een andere wijze en/of termijn van opzegging aanvaardt. Opzegging door de netbeheerder dient gemotiveerd en schrifte- lijk te geschieden en is slechts mogelijk in geval van zwaarwichtige belangen en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal zes maanden.
7.4 De afnemer dient de netbeheerder binnen de opzegtermijn in de gelegenheid te stel- len de voor de beëindiging van de aansluit- en transportovereenkomst noodzakelijke handelingen te verrichten. De afnemer blijft gebonden aan hetgeen in of krachtens de aansluit- en transportovereenkomst en de Algemene Voorwaarden is bepaald totdat hij aan al zijn daaruit voortvloeiende ver- plichtingen heeft voldaan.
7.5 Bij een situatie als voorzien in de artikelen 9 en 10 blijft de aansluit- en transportovereen- komst onverminderd van kracht.
7.6 Indien de aansluit- en transportovereenkomst met twee of meer afnemers wordt aange- gaan, zijn de afnemers hoofdelijk verbonden tot nakoming van de overeenkomst.
7.7 De afnemer stemt ermee in dat de aansluit- en transportovereenkomst van kracht blijft indien de rechtsvorm van de netbeheerder wordt omgezet in een andere rechtsvorm of indien de netbeheerder zijn onderneming heeft overgedragen aan een andere rechts- persoon. Indien een in dit lid bedoelde omstandigheid zich voordoet, zal de netbe- heerder tenminste zorgen voor een kennis- geving in één of meer dag- of weekbladen
die in het gebied waarin de netbeheerder aansluiting en transport verzorgt, verspreid worden.
7.8 De verplichtingen van de netbeheerder ingevolge de aansluit- en transportover- eenkomst eindigen in ieder geval indien en voor zover diens aanwijzing als netbeheer- der vervalt of wordt ingetrokken.
7.9 De afnemer kan zonder toestemming van de netbeheerder zijn rechten en plichten voort- vloeiende uit de aansluit- en transportover- eenkomst niet overdragen aan een derde. De netbeheerder zal zijn toestemming hieraan niet onthouden indien hij hiervoor geen redelijke gronden heeft.
ARTIKEL 8 AARD VAN DE TRANSPORTDIENST/ BESCHIKBAARTE STELLENTRANS- PORTCAPACITEIT
8.1 Met betrekking tot de transportdienst en het beschikbaar stellen van transportcapaciteit zijn van toepassing de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet.
8.2 In geval het te transporteren gas afwijkt van de hoedanigheden als gesteld in de voor- waarden, als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet, zullen partijen zo veel mogelijk van te voren met elkaar te rade gaan, waarbij
in onderling overleg, met inachtneming van beider belang, een redelijke oplossing zal worden nagestreefd.
8.3 In principe vindt het transport van gas continu plaats indien er gas voor transport wordt aangeboden. De netbeheerder staat echter niet in voor de continuïteit van het transport. Indien zich omstandigheden voor- doen waardoor het transport wordt of moet worden onderbroken zal de netbeheerder het redelijkerwijs mogelijke doen om op
de kortst mogelijke termijn het transport te hervatten.
ARTIKEL 9 BEPERKING OF ONDERBREKING VAN HET TRANSPORT
9.1 De netbeheerder kan, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk of gewenst is, in het belang van een goed openbaar gastrans- port, in verband met de uitvoering van werkzaamheden, in het belang van de veiligheid of in geval van redelijkerwijs te duchten gevaar voor schade – zo mogelijk na voorafgaande waarschuwing – het trans- port gedurende een zo kort mogelijke tijd beperken of onderbreken.
9.2 Indien een afnemer daar om verzoekt kan de netbeheerder het transport tijdelijk onderbreken of beperken op nader overeen te komen voorwaarden.
ARTIKEL 10 NIET-NAKOMING
10.1 De netbeheerder is bevoegd na vooraf- gaande waarschuwing – tenzij zulks om redenen van veiligheid redelijkerwijs niet mogelijk is – de aansluiting geheel of gedeeltelijk weg te nemen of te deactiveren zodat geen transport meer plaats vindt, indien en zolang in enig opzicht de aansluit- en transportovereenkomst, deze Algemene Voorwaarden of de op grond van deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijnde voorschriften en regelingen niet zijn of worden nagekomen. Een dergelijk geval kan zich onder meer voordoen indien:
a. de gasinstallatie niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de in lid 1 van artikel 6 bedoelde voorwaarden;
b. één of meer van de in artikel 19 genoemde verbodsbepalingen zijn overtreden;
c. de afnemer overeenkomstig het be- paalde in het eerste lid van artikel 18 in verzuim is een vordering ter zake van aansluiting of transport dan wel een andere, daarmee verband houdende vordering die de netbeheerder op hem heeft, te voldoen, met inbegrip van die ter zake van aansluiting of transport ten behoeve van een ander respectievelijk vorig perceel;
d. de afnemer niet overeenkomstig het bepaalde in lid 2 van artikel 20 uit hoofde van een leveringsovereenkomst als afnemer recht heeft op levering;
e. handelingen te verrichten of te doen verrichten aan het gastransportnet en/ of de aansluiting behoudens vooraf- gaande schriftelijke toestemming van de netbeheerder.
De netbeheerder zal overigens slechts gebruik maken van zijn in dit lid bedoelde bevoegdheden indien en voor zover de niet-nakoming van zijn verplichtingen door de afnemer dat rechtvaardigt. De
in dit lid bedoelde maatregelen worden pas ongedaan gemaakt nadat de redenen daarvoor zijn weggenomen en de kosten van deze maatregelen en van het onge- daan maken ervan, alsmede van eventueel door de netbeheerder in verband hiermee geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan het ongedaan maken van de maatregelen kan de netbeheerder nadere voorwaarden verbinden.
10.2 De netbeheerder is bevoegd de aansluit- en transportovereenkomst zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden indien de in lid 1 bedoelde maatregelen langer duren dan 30 dagen achtereen, indien in rechte een
schuldsaneringsregeling op de afnemer van toepassing is verklaard, aan de afnemer surséance van betaling is verleend of de afnemer in staat van faillissement is ver- klaard, onverminderd het bepaalde in artikel 4 leden 5 en 6. In geval van faillissement, surséance van betaling of in rechte van toe- passing verklaarde schuldsaneringsregeling heeft de netbeheerder tevens de bevoegd- heid de aansluiting met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk weg te nemen of te deactiveren. Indien de netbeheerder van zijn bevoegdheid als bedoeld in dit lid gebruik maakt zal dit terstond aan de afnemer worden medegedeeld. De bedragen die de afnemer op het moment van ontbinding van de aansluit- en transport overeenkomst reeds aan de netbeheerder verschuldigd was zijn op dat moment onmiddellijk opeisbaar.
10.3 Het gebruik door de netbeheerder van zijn bevoegdheden als bedoeld in dit artikel en het vorige artikel kan niet leiden tot aan- sprakelijkheid van de netbeheerder voor eventueel daaruit ontstane schade.
ARTIKEL 11 DE MEETINRICHTING
11.1 Ten aanzien van de meetinrichting en de meting moet worden voldaan aan de in of krachtens de wet hieraan gestelde
voorwaarden en met name voor zover van toepassing de voorwaarden als bedoeld in artikel 12b van de Gaswet (de Meetcode Gas RNB).
11.2 De afnemer draagt er zorg voor dat er voor rekening van de afnemer een erkende meet- verantwoordelijke wordt aangewezen, die overeenkomstig de in lid 1 van dit artikel bedoelde voorwaarden een meetinrichting plaatst, onderhoudt, vervangt en voor zover van toepassing, verplaatst en wegneemt
en de meetgegevens opneemt, valideert, eventueel schat, verwerkt en doorgeeft. In het geval de vervanging plaatsvindt voor een onderzoek van de meetinrichting als bedoeld in artikel 13, is echter het bepaalde in lid 4 van dat artikel van toepassing.
11.3 De afnemer draagt er zorg voor dat de meetinrichting steeds goed bereikbaar is en goed kan worden afgelezen. Voorts dient hij de meetinrichting te beschermen tegen
beschadigingen en tegen verbreking van de verzegeling.
ARTIKEL 12 BEPALING VAN DE OMVANG VAN HET GETRANSPORTEERDE GAS
12.1 Tenzij uit de in artikel 11 lid 1 bedoelde voorwaarden anders voortvloeit, wordt de omvang van de hoeveelheid getranspor- teerde gas vastgesteld op basis van de gegevens verkregen met behulp van de meetinrichting bij de afnemer, onvermin- derd het bepaalde in de artikelen 13 en 14.
12.2 Tenzij uit de in artikel 11 lid 1 bedoelde voor- waarden een andere regeling voortvloeit, wordt als regel één maal per maand de stand van de meetinrichting door de er- kende meetverantwoordelijke opgenomen.
12.3 Indien de netbeheerder niet tijdig kan beschikken over de voor hem relevante gegevens of indien bij het opnemen van de meter dan wel bij het verwerken van
de meetgegevens een kennelijke fout is ge- maakt, mag de netbeheerder de omvang van de getransporteerde hoeveelheid gas bepalen overeenkomstig het gestelde in ar- tikel 14 lid 2, onverminderd het recht van de netbeheerder om de werkelijk getranspor-
teerde hoeveelheid alsnog overeenkomstig het bepaalde in lid 1 van dit artikel vast te stellen en dat in rekening te brengen.
ARTIKEL 13 ONDERZOEK VAN DE MEETINRICHTING BIJTWIJFEL OVER DE JUISTHEID
13.1 De meetinrichting en de meetgegevens worden geacht juist te zijn wanneer de meetinrichting voldoet aan de in artikel 11 lid 1 bedoelde voorwaarden.
13.2 Bij twijfel over de juistheid van de meetin- richting en/ of meetgegevens kunnen zowel de afnemer als de netbeheerder de erkende meetverantwoordelijke, om opheldering verzoeken. Blijft er twijfel bestaan, dan kan elk der partijen verlangen dat de meetinrich- ting en/of meetgegevens worden onderzocht door een voor beide partijen aanvaardbare andere erkende meet- verantwoordelijke of een voor beide partijen aanvaardbare andere deskundige.
13.3 Indien uit het onderzoek door de andere erkende meetverantwoordelijke of andere deskundige volgt dat de meetinrichting en de meting worden geacht juist te zijn, zijn de kosten van dit onderzoek voor rekening van degene op wiens verzoek dit onderzoek is verricht. Indien uit dit onderzoek volgt dat de meetinrichting en/ of de meting niet juist zijn, komen de kosten van dit onderzoek ten laste van de afnemer.
13.4 Indien uit hoofde van de aansluit- en trans- portovereenkomst een onderzoek van de meetinrichting en/of meetgegevens wordt verlangd, is de netbeheerder gerechtigd de leverancier, onverwijld over dit onderzoek en de resultaten hiervan te informeren.
13.5 Indien uit hoofde van de leveringsovereen- komst of anderszins een onderzoek van de meetinrichting en/of meetgegevens wordt verlangd, is de afnemer verplicht dit de net- beheerder onverwijld mede te delen en de netbeheerder na afloop van het onderzoek onverwijld te informeren over de resultaten van het onderzoek. Lid 1 en 2 van dit artikel en artikel 14 zijn van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL 14 GEVOLGEN VAN ONJUISTE METING
14.1 Indien uit het onderzoek als bedoeld in arti- kel 13 blijkt dat de afwijking van de meetin- richting en/of meting niet juist zijn, kunnen zowel de afnemer als de netbeheerder de erkende meetverantwoordelijke verzoeken de meetgegevens vast te stellen aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek. Indien de netbeheerder niet tijdig over de voor hem relevante meetgegevens beschikt zal herberekening plaatsvinden over de periode dat de meetinrichtingen/of meting onjuist zijn geweest, doch ten hoogste over een tijdvak van vierentwintig maanden, gerekend vanaf het moment dat de ene partij zijn twijfel over de juistheid van de meetinrichting en/of meting aantoonbaar bij de andere partij heeft geuit. In de geval- len als bedoeld in artikel 19, lid 1c alsmede indien aannemelijk is dat de afnemer zelf de onjuistheid van de registratie had kunnen constateren zal echter volledige herbereke- ning plaatsvinden.
14.2 Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de getransporteerde hoeveelheid, is de netbeheerder bevoegd de getransporteerde hoeveelheid in het desbetreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van de netbeheerder staande gegevens hierom- trent, waarbij als maatstaf kan dienen:
a. de getransporteerde hoeveelheid in het overeenkomstige tijdvak van het vooraf- gaande jaar, of
b. de gemiddelde getransporteerde hoe- veelheid in een eraan voorafgaand en een erop volgend tijdvak, of
c. een andere, na overleg met de afnemer te bepalen, billijke maatstaf.
ARTIKEL 15 TARIEVEN
15.1 Voor het tot stand brengen, in stand houden, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting alsmede voor het onderhoud als bedoeld in artikel 4, leden 2 en 3, en voor het transport is de afnemer bedragen verschuldigd volgens het tarievenoverzicht van de netbeheerder dat is te raadplegen via de website xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx.
15.2 De netbeheerder bepaalt welk tarief van toepassing is. De afnemer is gehouden desgevraagd de daartoe nodige gegevens te verstrekken. De netbeheerder licht de afnemer voor met betrekking tot de in zijn situatie van toepassing zijnde tarieven.
15.3 Alle bedragen die de afnemer ingevolge deze Algemene Voorwaarden verschuldigd is, zullen respectievelijk kunnen worden verhoogd met de belastingen, toeslagen en de heffingen die de netbeheerder krach- tens een besluit van de overheid verplicht, respectievelijk bevoegd is in rekening te brengen. De netbeheerder zal deze ver- hogingen voor zover mogelijk op de nota nader specificeren.
ARTIKEL 16 BETALING
16.1 Alle bedragen die de afnemer ingevolge deze Algemene Voorwaarden verschuldigd is, brengt de netbeheerder hem door middel van een gespecificeerde nota in rekening.
16.2 Een nota dient te zijn voldaan binnen veer- tien dagen na dagtekening. De netbeheer- der geeft aan op welke wijze en in welke valuta de nota kan worden voldaan.
16.3 De verplichting tot betaling wordt niet opgeheven of opgeschort op grond van bezwaren tegen de nota.
16.4 De afnemer is niet gerechtigd de hem in rekening gebrachte bedragen te verrekenen met enig bedrag dat de netbeheerder hem schuldig is.
16.5 Vorderingen ingevolge deze Algemene Voorwaarden kunnen slechts met toestem- ming van de netbeheerder in gedeelten worden betaald.
artikel 17 Zekerheidstelling
De netbeheerder is gerechtigd zekerheden van de afnemer te verlangen in verband met de bedragen die de afnemer op grond van deze Algemene Voorwaarden verschul- digd is.
ARTIKEL 18 WANBETALING
18.1 Indien de afnemer niet, niet volledig en/of niet tijdig heeft betaald is hij van rechts- wege in verzuim.
18.2 Indien en zodra de afnemer in verzuim is, is hij tevens rente verschuldigd wegens te late betaling gelijk aan de wettelijke rente, on- verminderd het recht van de netbeheerder op vergoeding van kosten van gerechtelijke en/of buitengerechtelijke inning en onver- minderd het bepaalde in artikel 10. De in
dit lid bedoelde bedragen zijn onmiddellijk opeisbaar.
18.3 De wettelijke rente bij handelstransacties is gelijk aan de marginale toewijzingsrente voor herfinanciering transacties, vastge-
steld door de Europese Centrale bank, plus 8 procentpunten. Bij de berekening van deze wettelijke rente wordt uitgegaan van de meeste recente herfinancieringsrente, die voor de eerste dag van het betreffende halfjaar is vastgesteld (per 1 januari of 1 juli).
ARTIKEL 19 VERBODSBEPALINGEN
19.1 Het is de afnemer verboden:
a. door middel van de gasinstallatie via het gastransportnet dat door de netbe- heerder wordt beheerd hinder of schade te veroorzaken voor de netbeheerder of andere afnemers;
b. door of vanwege de netbeheerder of erkende meetverantwoordelijke aange- brachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
c. handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de hoeveelheid getransporteerd gas niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen waardoor het nor- maal functioneren van de meetinrich- ting of andere door de netbeheerder beheerde hulpmiddelen wordt verhin- derd of de tarieven van de netbeheer- der niet of niet juist kunnen worden toegepast.
d. het gastransportnet dat door de netbe- heerder wordt beheerd te gebruiken voor aarding van elektrische instal- laties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke;
e. handelingen te verrichten of te doen verrichten aan het gastransportnet en/ of de aansluiting behoudens vooraf- gaande schriftelijke toestemming van de netbeheerder.
ARTIKEL 20 ANDERE VERPLICHTINGEN
20.1 De netbeheerder zal bij de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Alge- mene Voorwaarden die zorg betrachten die van een zorgvuldig handelend bedrijf mag worden verwacht. In het bijzonder zal de netbeheerder zoveel mogelijk trachten te voorkomen dat de afnemer bij de uitvoe- ring van werkzaamheden hinder of schade ondervindt.
20.2 De afnemer is verplicht ervoor te zorgen dat hij uit hoofde van een leveringsovereen- komst recht heeft op levering en dient zich ervan te onthouden gas met behulp van het door de netbeheerder beheerde gastrans- portnet af te nemen voor zover dit recht ontbreekt.
20.3 De afnemer is verplicht aan de netbeheer- der de nodige medewerking te verlenen bij de toepassing en de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Algemene
Voorwaarden en de controle op de naleving ervan, en wel in het bijzonder door:
a. de netbeheerder zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van alle gegevens, voorvallen en wijzigingen in omstan- digheden die voor de uitvoering van
de aansluit- en transportovereenkomst van belang kunnen zijn, waaronder door hem waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden in of op het in zijn perceel aanwezige gedeelte van de aansluiting, inclusief de meetinrichting en eventuele andere hulpmiddelen, verbreking van de verze- geling daaronder begrepen;
b. aan personen die van een door de netbeheerder uitgegeven legitimatiebe- wijs of machtiging zijn voorzien, te allen tijde toegang te verlenen tot het perceel, mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op de netbe- heerder rustende verplichting;
c. de netbeheerder tijdig op de hoogte te stel- len van adres- c.q. (handels)naamswijzigin- gen.
20.4 De afnemer is verplicht het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade aan het in het perceel aanwezige gedeelte van de aanslui- ting te voorkomen.
20.5 Indien de afnemer geen eigenaar is van het perceel, staat hij ervoor in dat de eigenaar akkoord gaat met het verrichten van alle han- delingen die door de netbeheerder voor het tot stand brengen, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting of voor het transport noodzakelijk worden geacht, zowel ten behoeve van hem- zelf als, ingevolge artikel 5, lid 1, ten behoeve van derden. De netbeheerder kan verlangen dat de afnemer een schriftelijke verklaring van de eigenaar overlegt.
20.6 De netbeheerder zal de gegevens die
hem door de afnemer als vertrouwelijk zijn verstrekt en de gegevens met betrekking tot het perceel waarvan de netbeheerder redelijkerwijs moet vermoeden dat zij een vertrouwelijk karakter hebben, geheim hou- den, behoudens voor zover de wet hem tot mededeling verplicht of uit zijn wettelijke ta-
ken de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
20.7 Indien de afnemer parallel met het gastrans- portnet dat door de netbeheerder wordt be- heerd een invoedinstallatie bedrijft of doet bedrijven, is hij verplicht de daaromtrent door de netbeheerder nader vastgestelde voorwaarden na te leven en is hij verplicht om een schriftelijke overeenkomst met de netbeheerder aan te gaan voor het benodig- de transportvermogen voor teruglevering.
20.8 Bij de nakoming van zijn plichten en de uitoefening van zijn rechten mag de netbe- heerder zich laten vertegenwoordigen door derden.
ARTIKEL 21 AANSPRAKELIJKHEID
21.1 De netbeheerder is jegens de afnemer niet aansprakelijk voor schade, die ontstaat ten gevolge van:
a. een onderbreking en/of beperking van het gastransport al dan niet wegens een sto- ring, ongeacht de duur van de onderbreking en/of beperking;
b. een gebrek, defect en/of storing verband houdende met de leidingen, hulpmiddelen en installaties die met de aansluiting zijn verbonden en die de afnemer voor zichzelf of voor een ander houdt;
c. het al dan niet functioneren van de aansluiting, storingen van de aansluiting daaronder begrepen;
d. handelen of nalaten door de netbeheer- der, zijn werknemers of ondergeschik- ten, dan wel door de netbeheerder in- geschakelde derden al dan niet verband houdende met de bedrijfsmiddelen die voor de transportcapaciteit en gastrans- port worden gebruikt.
21.2 Het in het vorige lid gestelde lijdt uitzon- dering ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of grove schuld van de netbeheerder, zijn werknemers of door de netbeheerder ingeschakelde derden. Behou- dens ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of grove schuld van tot diens bedrijfsleiding behorende leidinggevende werknemers is de netbeheerder evenwel nimmer gehouden tot vergoeding van 1) bedrijfsschade waaronder begrepen winst- of inkomstenderving en 2) indirecte of ge- volgschade waaronder begrepen immateri- ele schade en schade van derden (waarvoor afnemer de netbeheerder vrijwaart).
20.3 De netbeheerder is slechts aansprakelijk indien de afnemer de netbeheerder onver- wijld en deugdelijk schriftelijk in gebreke stelt, stellende daarbij een redelijke termijn ter zuivering van de tekortkoming, en de netbeheerder ook na die termijn toereken- baar in de nakoming van zijn verplichtingen tekort blijft schieten. De ingebrekestelling dient aangetekend dan wel bij deurwaar- dersexploot te geschieden en moet een zo gedetailleerd mogelijke omschrijving van de tekortkoming te bevatten, zodat de net- beheerder in staat is adequaat te reageren.
21.4 De aansprakelijkheid van de netbeheerder is in alle gevallen beperkt tot maximaal de jaarvergoeding van de door haar geleverde diensten in het jaar waarin zich het schade- veroorzakende feit zich voordoet.
21.5 Het in het eerste tot en met het vierde lid bepaalde wordt mede bedongen ten
behoeve van de ieder ander gasbedrijf of gastransportbedrijf waarmee de netbe- heerder ten behoeve van het gastransport samenwerkt, alsmede ten behoeve van de werknemers, ondergeschikten of niet-on- dergeschikte derden voor wie de netbeheer- der of het andere gasbedrijf of gastrans- portbedrijf aansprakelijk is. Onder ‘ander gasbedrijf of gastransportbedrijf’ worden in ieder geval begrepen andere netbeheer-
ders, leveranciers en gasopslagbedrijven en de NV Nederlandse Gasunie dan wel een andere entiteit die op enigerlei grondslag als haar rechtsopvolger wordt beschouwd.
21.6 De afnemer is gehouden tot vergoeding van alle schade aan enige door de netbeheer- der ten behoeve van het gastransport in, aan, op, onder of boven het perceel aan- gebrachte voorziening, tenzij hij aantoont dat de schade hem dan wel de personen voor wie hij aansprakelijk is, niet valt toe te rekenen.
ARTIKEL 22 GESCHILLEN
22.1 Geschillen naar aanleiding van de aansluit- en transportovereenkomst, deze Algemene Voorwaarden, de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en regelin- gen of tot stand gekomen overeenkomsten, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in Nederland of, mits beide partijen daarmede instemmen en met inachtneming van het bepaalde in lid 2, naar de regelen van het recht bij wijze van bindend advies worden beslecht door de Geschillencom- missie Energie (voor zakelijke afnemers) overeenkomstig het Reglement van deze commissie (www.degeschillencommissie. nl).
22.2 Alvorens zich tot de Geschillencommissie Energie te wenden, dient een partij zijn klacht eerst schriftelijk aan de wederpartij voor te leggen. Dit dient te geschieden binnen vier weken nadat het feit waarop de klacht is gestoeld zich heeft voorgedaan
dan wel, indien het feit redelijkerwijs pas la- ter geconstateerd kon worden, binnen drie weken na constatering van het feit. Als de klacht niet binnen zes weken na indiening tot tevredenheid van de klagende partij wordt afgewikkeld, kan ieder der partijen zich, overeenkomstig lid 1 en met inacht- neming van de daartoe in het betreffende reglement gestelde termijnen schriftelijk tot de Geschillencommissie Energie wenden.
22.3 Voor de behandeling van een geschil door de Geschillencommissie Energie is een vergoeding verschuldigd.
22.4 Een afnemer die een geschil heeft met de netbeheerder over de wijze waarop de netbe- heerder zijn taken en bevoegdheden op grond van de Gaswet uitoefent, dan wel aan zijn verplichtingen op grond van deze wet voldoet kan daarover op grond van artikel 19 van de Gaswet een klacht indienen bij de Raad van Bestuur van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).
ARTIKEL 23 AFWIJKINGEN VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN
23.1 In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van de netbeheerder, kunnen afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden worden toegestaan. Deze afwijkingen zullen schrif- telijk worden vastgelegd.
23.2 Ingeval een of meer van de bepalingen van de aansluit- en transportovereenkomst of van deze Algemene Voorwaarden niet rechtsgeldig of niet uitvoerbaar blijken, blijven partijen gebonden voor het overge-
bleven gedeelte. Partijen zijn gehouden een niet geldige of niet uitvoerbare bepaling te vervangen door een bepaling die zo dicht mogelijk de bedoeling van partijen bij het opnemen van de oorspronkelijke bepaling benadert.
ARTIKEL 24 WIJZIGINGEN VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN ENTARIEVEN
24.1 Deze Algemene Voorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voor- schriften, regelingen en/of tarieven kunnen door de netbeheerder worden gewijzigd. Wijzigingen treden in werking 10 dagen na de dag waarop de wijzigingen zijn bekend gemaakt, tenzij in de bekendmaking een latere datum van in werking treden is ver- meld. Indien een besluit van de ACM, op basis waarvan tarievenwijzigingen wettelijk worden vastgesteld, op een zodanig tijdstip wordt bekendgemaakt dat de genoemde termijn van aankondiging in redelijkheid niet (meer) in acht genomen kan worden, treden in afwijking van de genoemde termijn de desbetreffende tariefwijzigingen in werking op dezelfde datum als waarop het besluit in werking treedt. Bekendmaking vindt in die gevallen plaats zonder in achtneming van de genoemde aankondigingstermijn.
24.2 Als bekendmaking geldt de mededeling, aan de afnemer en/of een kennisgeving ge- plaatst in één of meer dag- of weekbladen die in het gebied waar Westland Infra als netbeheerder is aangewezen verspreid wor- den, dat deze Algemene Voorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften, regelingen en/of tarieven zijn gewijzigd.
24.3 Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande aansluit- en transportover- eenkomsten.
ARTIKEL 25 SLOTBEPALINGEN
25.1 Deze Algemene Voorwaarden treden in werking op 1 oktober 2018. Met ingang van die datum vervallen de tot dan geldende voorwaarden.
25.2 Deze Algemene Voorwaarden kunnen wor- den aangehaald als: “Algemene Voorwaarden Aansluiting en Transport Westland Infra Gas 2018 voor afnemers > 40 m3(n)/uur (grootver- bruikers)”.
25.3 Deze Algemene Voorwaarden liggen bij de netbeheerder ter inzage en zijn aldaar op aan- vraag kosteloos verkrijgbaar. Daarnaast zijn deze Algemene Voorwaarden te raadplegen via de website xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx.
25.4 Deze Algemene Voorwaarden zijn gedepo- neerd bij de Kamer van Koophandel.
F7_01-10-2018