Samenwerkingsovereenkomst Fietspad Fryslân- concept
Samenwerkingsovereenkomst Fietspad Fryslân- concept
Revisieoverzicht | Datum |
Versie 1.0: concept Xxxxx xx Xxxxx | 17 juli 2014 |
Versie 1.1: concept FHO | 7 augustus 2014 |
Versie 2.0: concept na ambtelijke bespreking met partijen d.d. 18 augustus | 28 augustus 2014 |
Versie 2.1: concept na commentaar Partijen tot 4 september | 8 september 2014 |
Versie 2.2: concept tbv SG I&M | 18 september 2014 |
Versie 2.3: concept tbv BSG Afsluitdijk | 23 september 2014 |
Versie 2.4: concept nav BSG en ter bespreking in raden en staten | 3 november 2014 |
Inhoudsopgave
Artikel 1: Rangorde en begripsomschrijvingen 4
Artikel 2: Doel van de overeenkomst 4
Artikel 3: Te realiseren objecten binnen Rijkscontract 4
Artikel 4: Afspraken fietspad Waddenzeezijde Monument - Kornwerderzand 4
Artikel 5: Eisen aan te realiseren objecten binnen Rijkscontract 5
Artikel 6: Raakvlakken overige Samenwerkingsovereenkomsten 5
Artikel 7: Samenwerking en organisatie 5
Artikel 8: Ruimtelijke kwaliteit 6
Artikel 9: Procedures en vergunningen 6
Artikel 10: Afspraken over beheer 6
Artikel 13: Duur en tussentijdse beëindiging overeenkomst 9
Artikel 14: Realisatie-overeenkomst 10
Artikel 15: Wijzigingen overeenkomst 10
Bijlage 1: Begripsomschrijvingen 12
Bijlage 2: Toelichting realisatie objecten binnen Rijkscontract 14
Bijlage 3: Vergunninginventarisatie 15
Partijen:
1. De Minister van Infrastructuur en Milieu, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur-generaal De Staat, dhr. Mr. Ing. J.H. Dronkers, hierna aangeduid als ‘De Staat’;
2. De provincie Fryslân, en voor zover het hun publiekrechtelijke bevoegdheden betreft Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde X. Xxxxxxxx-Xxxxxxxx, daartoe ge(vol)machtigd op grond van artikel 176 Provinciewet bij besluit van de Commissaris van de Koning in de provincie Fryslân respectievelijk bij besluit van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân hierna gezamenlijk te noemen: “de provincie Fryslân”;
3. De provincie Noord-Holland, en voor zover het hun publiekrechtelijke bevoegdheden betreft Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door gedeputeerde X. Xxxxxxx, daartoe ge(vol)machtigd op grond van artikel 176 Provinciewet bij besluit van de Commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland respectievelijk bij besluit van het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, hierna gezamenlijk te noemen: “de provincie Noord- Holland”;
4. De gemeente Súdwest-Fryslân en voor zover het hun publiekrechtelijke bevoegdheden betreft het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de gemeenteraad van de gemeente Súdwest-Fryslân, allen te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder X. Xxxxxxx, daartoe ge(vol)machtigd op grond van artikel 171 Gemeentewet en bij besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân en de gemeenteraad van Súdwest-Fryslân, hierna gezamenlijk te noemen: “de gemeente Súdwest-Fryslân”;
5. De gemeente Hollands Kroon en voor zover het hun publiekrechtelijke bevoegdheden betreft het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de gemeenteraad van de gemeente Hollands Kroon, allen te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder Th. X. Xxxxxxx, daartoe ge(vol)machtigd op grond van artikel 171 Gemeentewet en bij besluiten van de het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hollands Kroon en de gemeenteraad van Hollands Kroon, hierna gezamenlijk te noemen: “de gemeente Hollands Kroon”;
6. De gemeente Harlingen en voor zover het hun publiekrechtelijke bevoegdheden betreft het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de gemeenteraad van de gemeente Harlingen, allen te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd wethouder M. le Roy, daartoe ge(vol)machtigd op grond van artikel 171 Gemeentewet en bij besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen en de gemeenteraad van Harlingen, hierna gezamenlijk te noemen: “de gemeente Harlingen”;
Hierna ook te noemen: Partijen, Partijen 2 t/m 6 hierna gezamenlijk ook te noemen: “Regionale Partners”
Overwegingen:
a) De Afsluitdijk is een icoon van verleden, heden en toekomst met toekomstpotentie voor duurzaamheid en innovatie. Bovendien is de Afsluitdijk een aantrekkelijk gebied om te komen en te zijn en een visitekaartje voor de Nederlandse Waterbouwtraditie.
b) De Staat werkt aan de contractvoorbereiding om de Afsluitdijk weer aan de eisen voor waterveiligheid te laten voldoen en de waterafvoercapaciteit te vergroten. Partijen onderkennen het primaire belang van deze eisen.
c) De Staat heeft besloten deze werkzaamheden aan te besteden in de vorm van een design, build, finance and maintain (DBFM) contract waarin naast ontwerp en realisatie ook financiering en onderhoud voor circa 25 jaar worden belegd, hierna te noemen ‘Rijkscontract’.
d) Partijen hebben een gezamenlijke ambitie om de Afsluitdijk en omgeving vanuit een bredere optiek te ontwikkelen. Met als perspectief dat de Afsluitdijk zich kan ontwikkelen tot de drager van nieuwe ambities voor duurzaamheidsinitiatieven, innovatie, recreatie & toerisme, natuur en bereikbaarheid en daarmee een economische impuls geeft aan de regio.
e) Op 23 december 2011 hebben Partijen de Bestuursovereenkomst Toekomst Afsluitdijk getekend voor de realisatie van dit perspectief waarin afspraken zijn gemaakt over de bestuurlijke samenwerking, financiering, taken, rollen en verantwoordelijkheden tijdens de Planuitwerkingsfase van het Project Toekomst Afsluitdijk. Op 17 oktober 2012 is in de Staatscourant het Convenant Wijzigingsovereenkomst op de Bestuursovereenkomst Toekomst Afsluitdijk, gepubliceerd. Hierbij zijn afspraken vastgelegd over de ‘Rijksbijdrage Ambities Afsluitdijk’.
f) In december 2011 hebben de Regionale Partners de ‘Ambitie Agenda Afsluitdijk’ vastgesteld.
g) In januari 2013 hebben de Regionale Partners het Uitvoeringsplan 2013-2016 ‘Beleef De Nieuwe Afsluitdijk’ vastgesteld waarin een fiets- en wandelpad aan de Waddenzeezijde van de Afsluitdijk is opgenomen.
h) In artikel 3.6 en artikel 3.7 van de onder sub e) beschreven Bestuursovereenkomst wordt de mogelijkheid geboden om projecten van de Regionale Partners mee te laten lopen in de planuitwerking en realisatie, in concreto opname in het Rijkscontract.
i) De randvoorwaarden voor het aanhaken van projecten zijn door de Bestuurlijke Stuurgroep Afsluitdijk op 25 november 2013 bestuurlijk overeengekomen.
j) De Bestuurlijke Stuurgroep Afsluitdijk heeft op 11 juni 2014 kennis genomen van de
projecten die de Regionale Partners in september 2014 willen laten aanhaken bij het Rijkscontract.
k) In de Bestuursovereenkomst is afgesproken dat De Staat, met de Regionale Partners, een verkenning zal doen naar een fietspad(en) met zicht op beide zijden van de dijk.
l) Partijen hebben op 11 juni 2014 op basis van de verkenning bestuurlijk een richtinggevende keuze gemaakt voor een fietspad op het buitentalud van de Waddenzee.
m) De realisatie van een dergelijk fietspad heeft zowel in planvoorbereiding als realisatie een grote afhankelijkheid met werkzaamheden ten behoeve van waterveiligheid en het vergroten afvoercapaciteit. Het laten aanhaken van het fietspad bij het Rijkscontract ligt daarbij voor de hand.
n) Partijen willen met elkaar samenwerken bij de voorbereiding en uitvoering van het fietspad en leggen hierbij het volgende vast.
Artikel 1: Rangorde en begripsomschrijvingen
1.1 Deze Samenwerkingsovereenkomst bestaat uit de tekst van de Samenwerkings- overeenkomst en de bijlagen 1 t/m 3. De bijlagen maken integraal onderdeel uit van de Samenwerkingsovereenkomst. De begrippenlijst is als Bijlage 1 bij deze Samenwerkingsovereenkomst gevoegd.
1.2 Bij strijdigheid van de verschillende documenten gaat de tekst van de Samenwerkingsovereenkomst boven de bijlagen. De volgorde van de bijlagen is bepalend voor de onderlinge rangorde. Een en ander tenzij uitdrukkelijk anders is opgenomen.
1.3 Bij strijdigheid van de Bestuursovereenkomst met deze Samenwerkingsovereenkomst, gaat de tekst van de Samenwerkingsovereenkomst boven de Bestuursovereenkomst.
Artikel 2: Doel van de overeenkomst
Partijen spreken uit samen te werken aan de realisatie van een fietspad aan de Waddenzeezijde van de Afsluitdijk. Deze samenwerking wordt in deze Samenwerkingsovereenkomst nader uitgewerkt in rollen, taken en verantwoordelijkheden, alsmede de eisen en voorwaarden waaraan het fietspad dient te voldoen. In een nog te sluiten Realisatieovereenkomst zullen nadere afspraken worden gemaakt, zoals omschreven in artikel 14.
Artikel 3: Te realiseren objecten binnen Rijkscontract
3.1 Als Bijlage 2 bij deze Samenwerkingsovereenkomst is bijgevoegd een overzichtskaart, inclusief een nadere omschrijving van de te realiseren objecten. De daar gehanteerde begrippen gelden gelijkelijk voor deze Samenwerkingsovereenkomst Fietspad Fryslân.
3.2 De Staat zegt toe de volgende objecten op te nemen in het Rijkscontract voor aanleg en onderhoud:
1. Fietspad aan de Waddenzeezijde in xxxxxxx 00 bij Zurich en Kornwerderzand voor zover gelegen in het beheergebied van Rijkswaterstaat.
2. Aansluitingen aan het begin en einde van dijkvak 17 ter hoogte van de brug bij Kornwerderzand en aan het einde van dijkvak 17 op de doorgaande verbinding tussen dijklichaam en snelweg.
Artikel 4: Afspraken fietspad Waddenzeezijde Monument - Kornwerderzand
De Staat zal een fietspad aan Waddenzeezijde tussen het Monument en Kornwerderzand planologisch en contactueel niet onmogelijk maken.
Artikel 5: Eisen aan te realiseren objecten binnen Rijkscontract
5.1 De in artikel 3 lid 2 genoemde objecten dienen, naast de richtlijnen en kaders van De Staat en de wettelijke bepalingen, ten minste aan de volgende eisen te voldoen, waarbij water- en verkeersveiligheid de primaire doelstelling zijn:
1. Het fietspad dient gebruikers de mogelijkheid te bieden om in de luwte van wind en geluid te kunnen fietsen en wandelen. Hiertoe dient het fietspad bij voorkeur tussen de 2,5 en 3,5 meter onder de kruin aan de buitenzijde van de dijk gepositioneerd te zijn.
2. Het dijkprofiel dient zelfstandig aan de waterveiligheid te voldoen. Het fietspad kan hier onderdeel van uit maken maar hoeft niet op zichzelf te voldoen aan de waterveiligheidsnorm 1:10.000.
3. Het fietspad dient minimaal 2 meter breed te zijn.
4. Het fietspad dient bij een hoogteverschil van 3 meter maximaal 2% helling en bij een hoogteverschil van 2 meter maximaal 5% helling te hebben, een en ander conform de Ontwerpwijzer Fietsverkeer CROW 2006.
5. Het fietspad wordt niet ontworpen op het gebruik door brommobielen.
5.2 De bovenstaande eisen zullen conform de in artikel 7 gemaakte afspraken nader uitgewerkt en gespecificeerd worden. Hierbij dient de rapportage ‘Bouwsteen toeristisch-recreatieve ambities Afsluitdijk – maart 2014’ als uitgangspunt.
Artikel 6: Raakvlakken overige Samenwerkingsovereenkomsten
6.1 Voor de realisatie van het fietspad, bestaan afhankelijkheden met andere ambities die middels separate Samenwerkingsovereenkomsten worden vastgelegd tussen De Staat en Regionale Partners. Deze afhankelijkheden zijn onder meer als volgt benoemd:
1. SOK Noord Hollandse deel Afsluitdijk:
o Het fietspad op het traject Zurich - Kornwerderzand zal in gezamenlijkheid en uniformiteit uitgewerkt worden met het in de SOK Noord Hollands deel opgenomen traject Den Oever - Monument.
2. SOK Vismigratierivier
o De vismigratierivier heeft baat bij de bereikbaarheid van de vismigratierivier voor gebruikers van het fietspad aan de Waddenzeezijde.
6.2 Indien één of meer van de in artikel 6 lid 1 genoemde Samenwerkingsovereenkomsten geen doorgang kunnen vinden of voortijdig ontbonden worden, zullen Partijen in overleg treden over de mogelijke gevolgen voor deze Samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 7: Samenwerking en organisatie
7.1 De Staat zal in samenwerking met Partijen de onder artikel 5 genoemde eisen verder uitwerken tot een functionele eisenset met bijbehorend referentie-ontwerp op definitief ontwerp niveau en een SSK 15% raming. Deze zal ter advisering worden voorgelegd aan
de werkgroep Recreatie en Toerisme. De Staat zal hierbij optreden als initiërende partij. Het advies zal door de Bestuurlijke Stuurgroep Afsluitdijk worden meegewogen bij de besluitvorming over de definitieve oplossingsruimte.
7.2 De Staat draagt er zorg voor dat de functionele eisenset met bijbehorend referentie- ontwerp wordt verwerkt in Bijlage 9 programma van eisen van het Rijkscontract.
7.3 De Staat zal - indien noodzakelijk - zorgen voor afstemming met het Wetterskip Fryslân over de aansluiting van het fietspad aan de Waddenzeezijde op het huidige fietspad gelegen op het buitentalud in het beheergebied van het Wetterskip.
Artikel 8: Ruimtelijke kwaliteit
Partijen nemen eisen ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit en vormgeving op in het definitieve Masterplan Beeldkwaliteit. De Staat neemt deze eisen op voor zover in de ogen van de Staat noodzakelijk in het Esthetisch programma van eisen behorende bij het Rijkscontract.
Artikel 9: Procedures en vergunningen
9.1 De Staat zal zich inspannen om bij het opstellen van het rijksinpassingsplan het fietspad van Zurich tot Kornwerderzand planologisch mogelijk te maken.
9.2 Benodigde vergunningen voor realisatie van het fietspad zijn opgenomen in Bijlage 3 tezamen met de taakverdeling. Op basis van deze inventarisatie zal de Staat alle benodigde werkzaamheden voor de realisatie en onderhoud van het fietspad mee nemen in de vergunningen die De Staat (of de toekomstig opdrachtnemer van het Rijkscontract) ten behoeve van de werkzaamheden voor waterveiligheid en het vergroten van afvoercapaciteit aan zal vragen.
Artikel 10: Afspraken over beheer
10.1 De Staat zal de in artikel 3 genoemde objecten opnemen in haar areaal en zorgdragen voor beheer en onderhoud van de objecten.
10.2 De Regionale Partners zullen een gezamenlijke afkoopsom te bepalen conform de uitgangspunten zoals gesteld in artikel 11 lid 4, aan De Staat betalen waarmee het eeuwigdurend beheer en onderhoud van de objecten wordt afgekocht.
Artikel 11: Financiering
11.1 De kosten voor de aanleg van de in artikel 3 genoemde objecten zijn door Partijen geraamd op € 1,5 miljoen inclusief btw.
11.2 De Regionale Partners zullen zich inspannen, uiterlijk bij het sluiten van de Realisatieovereenkomst genoemd in artikel 14, de financiering te garanderen van de in artikel 11 lid 1 genoemde kosten. Hierbij hebben de Regionale Partners, onder voorbehoud van goedkeuring door raden en staten, de volgende verdeling voor ogen:
Provincie Fryslân: € 0,75 mlj Gemeente Súdwest-Fryslân € 0,25 mlj Subsidies: € 0,5 mlj
Provincie Noord Holland: geen bijdrage Gemeente Hollands Kroon: geen bijdrage Gemeente Harlingen: geen bijdrage
Voor zover sprake zal zijn van subsidies in de zin van artikel 4:21 AWB zullen ten behoeve van de hier genoemde bedragen subsidiebeschikkingen worden genomen.
11.3 De onder artikel 11 lid 1 geraamde kosten zijn gebaseerd op een 30% SSK raming. Deze raming zal door Partijen uitgewerkt worden tot een 15% SSK raming. Mocht deze nadere detaillering resulteren in een verhoging van de geraamde kosten, dan wel mocht blijken dat de daadwerkelijke kosten hoger zijn, dan zullen de Regionale Partners gezamenlijk zorgdragen voor aanvullende financiering, naar verhouding zoals deze voortvloeit uit de bijdragen zoals omschreven in artikel 11 lid 2. Indien dit mocht resulteren in een verlaging van de geraamde kosten, dan zal dit leiden tot aanpassing van de toegezegde financiering, naar verhouding zoals deze voortvloeit uit de bijdragen zoals omschreven in artikel 11 lid 2.
11.4 De gezamenlijke afkoopsom beheer en onderhoud zal met de 15% SSK raming nader tussen Partijen worden vastgesteld, conform de handreiking van RWS: ‘Handreiking Afkoopsommen Beheer en Onderhoud d.d. 23 januari 2014’. De Regionale Partners dragen gezamenlijk zorg voor de financiering van deze afkoopsom, naar verhouding zoals voortvloeit uit de bijdragen zoals omschreven in artikel 11 lid 2.
11.5 De kosten voor de in artikel 7, 8 en 9 genoemde ontwerp- en contractvoorbereidende werkzaamheden worden gedekt vanuit de in artikel 11 lid 3 genoemde 30% SSK raming. 50% van de daarin opgenomen kosten voor engineering, zijnde € 124.875,-1 (exclusief BTW) betalen de Regionale Partners uiterlijk 4 maanden voor Start Aanbesteding aan de Staat, doch niet eerder dan 1 mei 2015. De Regionale Partners betalen naar verhouding zoals voortvloeit uit de bijdragen zoals omschreven in artikel 11 lid 2.
Artikel 12: Risico’s
12.1 Partijen hebben gezamenlijk vastgesteld dat tot ondertekening van de Realisatie- overeenkomst zoals genoemd in artikel 14 van deze overeenkomst, de volgende risico’s op kunnen treden:
1. De financiering conform artikel 11 blijkt voor de Regionale Partners niet haalbaar;
2. Op verzoek van Regionale Partners worden wijzigingen doorgevoerd die leiden tot extra ontwerp- en contractvoorbereidende werkzaamheden, vertraging of anderszins negatieve gevolgen voor de aanbesteding van het Rijkscontract.
1 In de SSK raming wordt uitgegaan van een percentage van 15% van de bouwkosten om de totale engineerings- en contractmanagementkosten te bepalen.
3. Partijen kunnen geen overeenstemming bereiken over de nadere uitwerking van de eisen aan de in artikel 3 van deze Samenwerkingsovereenkomst genoemde objecten;
4. Partijen kunnen geen overeenstemming bereiken over de wijze waarop de realisatie van een fietspad aan de Waddenzeezijde van de Afsluitdijk, voor het gedeelte tussen het Monument en Kornwerderzand, wordt opgenomen in het Rijkscontract.
5. Vanuit de omgeving, niet zijnde Partijen, worden nadere eisen gesteld aan het fietspad ten behoeve van gebruik door minder validen die leiden tot vertraging
6. De gebruiksfunctie ‘fietspad’ voor de objecten blijkt niet haalbaar.
7. De aanbestedingsplanning van De Staat vertraagt.
12.2 De in artikel 12 lid 1 benoemde xxxxxx’x 1 en 2 zijn voor rekening en risico van de Regionale Partners. De daadwerkelijke, tenzij onredelijk, kosten die het gevolg zijn voor De Staat in verband met de verwezenlijking van één of meerdere van deze risico zullen – na schriftelijke opgave – worden vergoed door de provincie Fryslân.
12.3 Indien de in artikel 12 lid 1 benoemde xxxxxx’x 1 of 2 door de Regionale Partners schriftelijk wordt gemeld in een periode korter dan vier maanden voor de Start aanbesteding van het Rijkscontract, dan geldt in plaats van artikel 12 lid 2 het volgende: De provincie Fryslân, of indien toepasselijk, de Partij die de financiering niet, of niet tijdig, verstrekt, zijn gehouden tot:
- een vergoeding van de reeds gemaakte kosten ten behoeve van de ontwerp- en contractvoorbereidende werkzaamheden, tot een maximum van het in artikel 11 lid 5 genoemde bedrag, en daarnaast;
- een vergoeding van de herstel- en vertragingskosten, welke als volgt worden bepaald:
* een aanvullend bedrag van 50% van het in artikel 11 lid 5 genoemde bedrag, en
* een bedrag van € 100.000,- per maand dat de Start aanbesteding daadwerkelijk wordt vertraagd, met een maximum van € 400.000,-. Als peildatum geldt de datum welke geldt op het moment van de schriftelijke melding.
12.4 De in artikel 12 lid 1 benoemde xxxxxx’x 3, 4, 5 en 6 zijn voor rekening en risico’s van Partijen gezamenlijk. Ieder der Partijen (de provincie Fryslân namens de Regionale Partners) draagt de eigen kosten die het gevolg zijn van deze risico’s.
12.5 Indien de in artikel 12 lid 1 benoemde xxxxxx’x 1 t/m 6 zich voordoen kan De Staat het fietspad buiten het Rijkscontract laten.
12.6 Het in artikel 12 lid 1 benoemde risico 7 is voor rekening en risico van De Staat. De daadwerkelijke kosten, tenzij onredelijk die het gevolg zijn van het intreden van dit risico voor de Regionale Partners zullen – na schriftelijke opgave – worden vergoed door De Staat. Deze kosten zijn niet verschuldigd als de vertraging is veroorzaakt door verwezenlijking van risico’s 1 t/m 6.
Artikel 13: Duur en tussentijdse beëindiging overeenkomst
13.1 Beëindiging van deze Samenwerkingsovereenkomst kan plaatsvinden door opzegging of ontbinding.
Duur
13.2 Deze Samenwerkingsovereenkomst treedt in werking na ondertekening ervan door alle Partijen en eindigt als de in artikel 14 genoemde Realisatie-overeenkomst door alle Partijen getekend is, of op het moment dat Partijen constateren dat de Realisatieovereenkomst niet tot stand zal komen.
Opzegging
13.3 Elke Partij kan de Samenwerkingsovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden (tussentijds) opzeggen, voor wat betreft haar aandeel in de samenwerking indien als gevolg van onvoorziene omstandigheden als bedoeld in artikel 6:258 BW voortzetting van de samenwerking naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van de betreffende partij verwacht kan worden.
Ontbinding
13.4 Indien een Partij tekortschiet in de nakoming van deze Samenwerkingsovereenkomst en deze Partij in verzuim verkeert, zullen Partijen eerst in overleg treden om tot een oplossing te komen.
13.5 Indien een van de in artikel 12 lid 1 sub 1 t/m 7 benoemde xxxxxx’x intreedt, zullen Partijen eerst in overleg treden om tot een oplossing te komen
13.6 Indien het overleg genoemd in artikel 13 lid 5 niet tot overeenstemming leidt binnen 3 maanden is ieder van de overige Partijen gerechtigd de Samenwerkingsovereenkomst met die partij te ontbinden door middel van een aangetekend schrijven, tenzij de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis deze ontbinding en haar rechtsgevolgen niet rechtvaardigt. De resterende Partijen zullen alsdan in overleg treden over de gevolgen van de ontbinding voor de resterende Partijen.
13.7 Bij ontbinding op grond van artikel 13 lid 6 blijven de door de tekortschietende Partij ingebrachte of toegezegde middelen beschikbaar voor de uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst, indien deze door één of meerdere Partijen wordt voortgezet.
13.8 Indien deze Samenwerkingsovereenkomst niet of niet verder uitgevoerd kan of mag worden op grond van een rechterlijke uitspraak of een beschikking van de Europese Commissie treden partijen in overleg om te bezien of deze Samenwerkingsovereenkomst zodanig aangepast kan worden dat aan de uitspraak of beschikking tegemoet kan worden gekomen. Indien partijen hierover geen overeenstemming bereiken binnen 3
maanden, is iedere Partij gerechtigd de Samenwerkingsovereenkomst te ontbinden door middel van een aangetekend schrijven.
Artikel 14: Realisatie-overeenkomst
14.1 Partijen zullen de afspraken in deze Samenwerkingsovereenkomst nader uitwerken in nog te sluiten een Realisatie-overeenkomst. In deze Realisatie-overeenkomst zullen Partijen ten minste de volgende onderwerpen vastleggen:
1. Functioneel gespecificeerde eisenset met bijbehorend referentie-ontwerp op definitief ontwerp niveau voor de objecten zoals genoemd in artikel 3, inclusief eisen voor beheer en onderhoud.
2. De wijze waarop Partijen omgaan met een mogelijk voordeliger inschrijving op het Rijkscontract dan tussen Partijen geraamd, op de objecten omschreven in artikel 3.
3. De definitieve toezegging en moment van betaling van de in artikel 11 omschreven financiering door de Regionale Partners.
4. Rollen, taken en verantwoordelijkheden van Partijen gedurende de aanbesteding, realisatie- en beheerfase van het Rijkscontract.
5. Exitregeling gedurende de aanbesteding, realisatie- en beheerfase van het Rijkscontract.
6. Datum waarop de objecten zoals genoemd in artikel 3 uiterlijk beschikbaar dienen te zijn. Daarbij houden Partijen vooralsnog de Voltooiingsdatum van het Rijkscontract aan (2021).
14.2 Partijen zullen gezamenlijk capaciteit beschikbaar stellen om de Realisatie- overeenkomst voor Start aanbesteding van het Rijkscontract gesloten te hebben, waarvan ieder der Partijen de eigen kosten zal dragen.
Artikel 15: Wijzigingen Samenwerkingsovereenkomst
15.1 Elke partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken deze Samenwerkingsovereenkomst te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.
15.2 Partijen treden in overleg binnen 1 maand nadat een partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
15.3 De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan deze Samenwerkingsovereenkomst gehecht.
15.4 De zakelijke inhoud van de wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Artikel 16: Publicatie
16.1 Binnen 2 maanden na ondertekening/inwerkingtreding van deze Samenwerkingsovereenkomst wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.
16.2 In de Staatscourant wordt tevens medegedeeld dat de overeenkomst wordt gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx
Aldus overeengekomen en in …voud opgemaakt en ondertekend te ……………………..
op 2014 :
De Staat der Nederlanden en de Minister van Infrastructuur en Milieu Namens deze: directeur-generaal Rijkswaterstaat, dhr. Mr. Ing. J.H. Dronkers
De provincie Fryslân en de Gedeputeerde Staten van Fryslân Namens deze: gedeputeerde X. Xxxxxxxx-Xxxxxxxx
De provincie Noord-Holland en de Gedeputeerde Staten van Noord Holland Namens deze: gedeputeerde X. Xxxxxxx
De gemeente Súdwest-Fryslân en de Burgemeester en Wethouders van Súdwest-Fryslân Namens deze: wethouder X. Xxxxxxx
De gemeente Hollands Kroon en de Burgemeester en Wethouders van Hollands Kroon Namens deze: wethouder Th.X. Xxxxxxx
De gemeente Harlingen en de Burgemeester en Wethouders van Harlingen Namens deze: wethouder M. le Roy
Bijlage 1: Begripsomschrijvingen
Voltooiingsdatum van het
Rijkscontract: datum waarop het voltooiingscertificaat wordt afgegeven. Dit certificaat wordt afgegeven als het object functioneel aan alle eisen voldoet zoals gesteld in het Rijkscontract.
Bestuursovereenkomst: de Bestuursovereenkomst Toekomst Afsluitdijk d.d. 23
december 2011, inclusief bijlagen.
Bijlagen: de bijlagen zoals opgenomen in de respectievelijke samenwerkingsovereenkomsten en daarvan deel uitmakend.
Brommobielen: Brommobielen in de zin van de Wegen- en Verkeerswet. Esthetisch programma van eisen: Eisen ten aanzien van vormgeving en beeldkwaliteit,
welke opgenomen worden in bijlage 9 Programma van
eisen in het Rijkscontract.
Financial Close van het
Rijkscontract: De datum waarop de opschortende voorwaarden van de financieringsovereenkomsten zijn vervuld of vervallen. Een en ander zoals opgenomen in het Rijkscontract.
Masterplan beeldkwaliteit: Een plan waarin eisen en aanbevelingen zijn opgenomen
om de kwaliteit van het aangezicht van het gebied waarop het rijksinpassingsplan betrekking heeft, te waarborgen.
Monument: Het vastgoedobject met daarin gelegen het restaurant, gelegen op de Afsluitdijk.
Realisatie: start van de uitvoeringswerkzaamheden.
Realisatiefase: de fase na de planuitwerkingsfase waarin de projectbeslissing ten uitvoer wordt gebracht door de markt die het project buiten realiseert.
Regionale Partners: de provincie Fryslân, de provincie Noord-Holland, de
gemeente Súdwest-Fryslân en de gemeente Hollands Kroon.
Realisatieovereenkomst: de nog te realiseren nadere uitwerking van de
respectievelijke samenwerkingsovereenkomst in een realisatieovereenkomst.
Rijkswaterstaat: uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en
Xxxxxx die in opdracht van de minister en de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu het nationale netwerk van wegen en vaarwegen beheert en ontwikkelt.
Rijkscontract: het aan te besteden Design Build Finance Maintain (DBFM)
contract om de Afsluitdijk weer aan de eisen voor waterveiligheid te laten voldoen en de waterafvoercapaciteit te vergroten, waarin naast ontwerp en realisatie ook financiering en onderhoud voor circa 25 jaar worden belegd, hierna te noemen.
Start aanbesteding: het moment van publicatie van de aankondiging van de
aanbesteding.
Samenwerkingsovereenkomst
Energie: de samenwerkingsovereenkomst betreffende de optimalisatie van de Afsluitdijk als energiedijk, d.d…..
Samenwerkingsovereenkomst
Fietspad Fryslân: de samenwerkingsovereenkomst betreffende de realisatie van
een fietspad op het buitentalud van de Afsluitdijk aan de zijde van de Waddenzee, d.d…..
Samenwerkingsovereenkomst
Noord-Hollands deel Afsluitdijk: de samenwerkingsovereenkomst betreffende de realisatie van
enkele projecten op het Noord-Hollands deel van de Afsluitdijk aan de zijde van de Waddenzee, d.d…..
Samenwerkingsovereenkomst
Vismigratierivier: de samenwerkingsovereenkomst betreffende de realisatie van
een vismigratierivier, dd ….
De Staat: de Minister van Infrastructuur en Milieu. Structuurvisie Toekomst
Afsluitdijk: een structuurvisie conform artikel 2.3 Wet ruimtelijke ordening, waarin ten behoeve van een goede nationale ruimtelijke ordening de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van de Afsluitdijk zijn vervat. De concept voorkeursbeslissing maakt onderdeel uit van de Structuurvisie Toekomst Afsluitdijk.
Vismigratierivier: een bijzondere passage voor vissen door de Afsluitdijk
Bijlage 2: Toelichting realisatie objecten binnen Rijkscontract. Overzichtskaart fietspad Waddenzeezijde
Met rood omcirkeld zijn de op te nemen objecten in het Rijkscontract
Bijlage 3: Vergunninginventarisatie
Omgevingsvergunning (aanleggen) | |
Onderdeel: | Fietspad 2 lussen: Monument-Den Oever / Kornwerderzand-Zurich |
Benodigd: | Mogelijk |
Wanneer: | Voor de activiteit Aanleggen; werken aanleggen die geen bouwwerken zijn. |
Wettelijke kaders: | Wro en Wabo |
Bevoegd gezag: | Ministerie van I&M |
Organisatie: | Rijkswaterstaat Midden Nederland (Lelystad) |
Afdeling: | Vergunningverlening |
Contactpersoon: | Xxxx Xxxxxxxxx 06-10928948 |
Afhankelijkheden: | Definitief ontwerp dijkversterkende maatregelen |
Procedure: | Reguliere procedure |
Termijnen: | 8 weken (+ 6 weken verlenging) |
Planning: | n.t.b. |
Aanvrager: | Opdrachtnemer DBFM |
Activiteit: | Aanleg fietspad |
Opmerkingen: | In het RIP kan worden opgenomen dat er voor de activiteit aanleggen fietspad geen vergunning nodig is. Het gebruik van het fietspad is opgenomen in het RIP. Als het aanleggen niet opgenomen is in het RIP, dan is een reguliere omgevingsvergunning procedure noodzakelijk. Het is aan de opdrachtnemer DBFM dit in te schatten en aan eventueel te vragen. Het Rijk is binnen begrenzing RIP bevoegd gezag en verleent de vergunning. De gemeente is uitvoerend/toetsend orgaan als het om aanleggen en bouwen gaat. |
Natuurbeschermingswet | |
Onderdeel: | Fietspad 2 lussen: Monument-Den Oever / Kornwerderzand-Zurich |
Benodigd: | nee |
Wanneer: | Bij werken (plannen) of activiteiten in of nabij N2000 gebied met mogelijk negatieve effecten op Natura 2000 gebieden. |
Wettelijke kaders: | Natuurbeschermingswet, Wabo |
Bevoegd gezag: | Ministerie I&M |
Organisatie: | Rijkswaterstaat Midden Nederland (Lelystad) |
Afdeling: | Vergunningverlening |
Contactpersoon: | Xxxx Xxxxxxxxx 06-10928948 |
Afhankelijkheden: | Definitief ontwerp dijkversterkende maatregelen |
Procedure: | Normaal/uitgebreid |
Termijnen: | Maximaal 26 weken |
Planning: | n.t.b. |
Aanvrager: | RWS |
Activiteit: | Aanleg fietspad |
Opmerkingen: | Op basis van de passende beoordeling, uitgevoerd door Witteveen+Bos, is gebleken dat er geen mitigerende maatregelen nodig zijn voor het gebruik van het fietspad. Significante gevolgen ten gevolge van het fietspad zijn uit te sluiten. Er is geen vergunning nodig. |