OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en Georgië inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven
DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,
DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” genoemd, en
GEORGIË,
VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde illegale immigratie doeltreffender te bestrijden;
VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke overdracht van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Georgië of een van de lidstaten van de Europese Unie, en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken;
EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie, haar lidstaten en Georgië die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, gewijzigd bij het protocol van 31 januari 1967;
OVERWEGENDE dat Ierland, overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, niet deelneemt aan deze overeenkomst, tenzij deze lidstaat zijn wens dienaangaande te kennen geeft overeenkomstig dat protocol;
OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder de werkingssfeer van deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie valt, niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken overeenkomstig het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „overeenkomstsluitende partijen”: Georgië en de Unie;
b) „onderdaan van Georgië”: elke persoon die het staatsburger schap van Georgië bezit;
c) „onderdaan van een lidstaat”: elke persoon die de nationa liteit van een lidstaat bezit, zoals in het kader van de Unie gedefinieerd;
d) „lidstaat”: elke lidstaat van de Europese Unie die door deze overeenkomst gebonden is;
e) „onderdaan van een derde land”: iedere persoon die een andere nationaliteit bezit dan die van Georgië of een van de lidstaten;
f) „staatloze persoon”: een persoon die van geen enkel land de nationaliteit bezit;
g) „verblijfsvergunning”: een door Georgië of een van de lid staten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op het grondgebied van Georgië, respectievelijk een van de lidstaten, te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om op het grondgebied van een van die staten te verblijven in verband met de behandeling van een asielverzoek of een aanvraag van een verblijfsvergunning;
h) „visum”: een door Georgië of een van de lidstaten afgegeven vergunning of genomen beslissing die vereist is om het grondgebied van Georgië, respectievelijk een van de lidsta ten, binnen te komen of door te reizen. Luchthaventran sitvisa vallen hier niet onder;
i) „verzoekende staat”: de staat (Georgië of een van de lidsta ten) die een overnameverzoek in de zin van artikel 7 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 14 van deze overeenkomst indient;
j) „aangezochte staat”: de staat (Georgië of een van de lidsta ten) waaraan een overnameverzoek in de zin van artikel 7 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 14 van deze overeenkomst is gericht;
k) „bevoegde autoriteit”: elke nationale autoriteit van Georgië of van een van de lidstaten die is belast met de uitvoering van deze overeenkomst op basis van artikel 19, lid 1, onder a);
l) „doorgeleiding”: de doorreis van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon over het grondgebied van de aangezochte staat op weg van de verzoekende staat naar het land van bestemming;
m) „grensregio”: een maximaal 5 km breed gebied vanaf het grondgebied van zeehavens, met inbegrip van douanezones, en internationale luchthavens van de lidstaten en Georgië.
AFDELING I
OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR GEORGIË
Artikel 2
Overname van eigen onderdanen
1. Georgië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aanneme lijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Georgië.
2. Georgië neemt ook de volgende personen over:
a) minderjarige ongehuwde kinderen van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende lidstaat hebben of over een door een andere lidstaat afgegeven gel dige verblijfsvergunning beschikken, en
b) echtgenoten van de in lid 1 vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van Georgië binnen te ko men en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende lidstaat hebben of over een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfsvergunning beschik ken.
3. Georgië neemt ook personen over aan wie de nationaliteit van Georgië is ontnomen, die hun nationaliteit hebben verloren of die daarvan afstand hebben gedaan sinds zij het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die lidstaat hebben ge kregen.
4. Nadat Xxxxxxx het overnameverzoek heeft ingewilligd, ver strekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van Georgië de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, onver wijld en uiterlijk binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van negentig dagen. Indien Georgië niet binnen drie werkdagen het reis document heeft afgegeven, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van de Euro pese Unie voor verwijderingsdoeleinden (1).
5. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronke lijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verlengt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van Xxxxxxx xxxx xxx drie werkdagen de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt hij zo nodig een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidstermijn. Indien Georgië niet binnen drie werkdagen het nieuwe reisdocument heeft afgegeven of de geldigheidsduur heeft verlengd, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van de Europese Unie voor ver wijderingsdoeleinden (2).
Artikel 3
Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen
1. Georgië neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze per sonen over die niet of niet meer voldoen aan de geldende voor waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende lidstaat, mits wordt aange toond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan wor den gemaakt dat de betrokkene:
a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een door Georgië afgegeven geldig visum of geldige verblijfsvergunning, of
b) het grondgebied van een lidstaat illegaal en rechtstreeks is binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grond gebied van Georgië.
2. De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:
a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Georgië, of
(1) Overeenkomstig het formulier dat is aangenomen bij de EU-aanbeve xxxx xxx xx Xxxx van 30 november 1994.
(2) Ibidem.
b) de verzoekende lidstaat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgege ven, tenzij:
i) die persoon in het bezit is van een door Georgië afge geven visum of verblijfsvergunning met een langere gel digheidstermijn;
ii) het visum dat of de verblijfsvergunning die door de ver zoekende lidstaat is afgegeven, verkregen is door gebruik making van nagemaakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, of
iii) die persoon nalaat de aan het visum verbonden voor waarden na te leven;
c) de onderdaan van een derde land of staatloze persoon door de aangezochte staat is uitgewezen naar zijn land van her komst of naar een derde staat.
3. Nadat Xxxxxxx het overnameverzoek heeft ingewilligd, ver strekt het de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen een reisdocument voor verwijderings doeleinden. Indien Georgië niet binnen drie werkdagen het reis document heeft afgegeven, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het standaardreisdocument van de Europese Unie voor verwijderingsdoeleinden.
AFDELING II
OVERNAMEVERPLICHTINGEN VOOR DE UNIE
Artikel 4
Overname van eigen onderdanen
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van Xxxxxxx en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de geldende voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Georgië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat.
2. Een lidstaat neemt ook de volgende personen over:
a) minderjarige ongehuwde kinderen van de in lid 1 vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Georgië hebben, en
b) echtgenoten van de in lid 1 vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten, mits zij het recht hebben of krijgen om op het grondgebied van de aangezochte lidstaat binnen te komen en te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Georgië hebben.
3. Een lidstaat neemt ook personen over aan wie de natio naliteit van een lidstaat is ontnomen of die daarvan afstand hebben gedaan sinds zij het grondgebied van Georgië zijn bin nengekomen, tenzij die personen ten minste een naturalisatie toezegging van Georgië hebben gekregen.
4. Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of con sulaire post van die lidstaat de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheids duur van negentig dagen. Indien de aangezochte lidstaat niet binnen drie werkdagen het reisdocument heeft afgegeven, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het Georgische standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden.
5. Indien de betrokken persoon om juridische of feitelijke redenen niet binnen de geldigheidstermijn van het oorspronke lijk afgegeven reisdocument kan worden overgedragen, verlengt de bevoegde diplomatieke of consulaire post van de aange zochte lidstaat binnen drie werkdagen de geldigheidstermijn van het reisdocument of verstrekt hij zo nodig een nieuw reis document met dezelfde geldigheidstermijn. Indien de aange zochte lidstaat niet binnen drie werkdagen het nieuwe reis document heeft afgegeven of de geldigheidsduur heeft verlengd, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het Geor gische standaardreisdocument voor verwijderingsdoeleinden.
Artikel 5
Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen
1. Een lidstaat neemt, op verzoek van Xxxxxxx en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst zijn genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze per sonen over die niet of niet meer voldoen aan de geldende voor waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Georgië, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de betrokkene:
a) op het ogenblik van de indiening van het overnameverzoek in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgege ven geldig visum of geldige verblijfsvergunning, of
b) het grondgebied van Georgië illegaal en rechtstreeks is bin nengekomen na verblijf op of doorreis over het grondgebied van de aangezochte lidstaat.
2. De in lid 1 bedoelde overnameplicht is niet van toepassing wanneer:
a) de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in de aangezochte lidstaat, of
b) Georgië aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij:
i) die persoon in het bezit is van een door de aangezochte lidstaat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidstermijn;
ii) het visum dat of de verblijfsvergunning die door Georgië is afgegeven, is verkregen door gebruikmaking van nage maakte of vervalste documenten of door middel van valse verklaringen, of
iii) die persoon nalaat de aan het visum verbonden voor waarden na te leven;
c) de onderdaan van een derde land of staatloze persoon door de aangezochte lidstaat is uitgewezen naar zijn land van herkomst of naar een derde staat.
3. De in lid 1 vervatte overnameverplichting rust op de lid staat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven. In dien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplich ting op de lidstaat die het document met de langste geldigheids duur heeft afgegeven of, indien een of meer daarvan reeds zijn vervallen, het document dat nog steeds geldig is. Indien alle documenten reeds zijn vervallen, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat die het document met de meest recente vervaldatum heeft afgegeven. Indien dergelijke documenten niet kunnen worden overgelegd, rust de in lid 1 bedoelde overnameverplichting op de lidstaat waarvan het grondgebied op de meest recente datum is verlaten.
4. Nadat de aangezochte lidstaat het overnameverzoek heeft ingewilligd, verstrekt hij de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen drie werkdagen een reisdocument voor ver wijderingsdoeleinden. Indien de lidstaat niet binnen drie werk dagen het reisdocument heeft afgegeven, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het Georgische standaardreis document voor verwijderingsdoeleinden.
AFDELING III
OVERNAMEPROCEDURE
Artikel 6
Beginselen
1. Onder voorbehoud van lid 2, wordt voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als bedoeld in de arti kelen 2 tot en met 5 over te nemen persoon een overname verzoek ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.
2. Indien de over te nemen persoon in het bezit is van een geldig reisdocument of een geldige identiteitskaart kan de over dracht plaatsvinden zonder dat de verzoekende staat bij de
bevoegde autoriteit van de aangezochte staat een overnamever zoek of schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 11, lid 1, hoeft in te dienen.
3. Onverminderd lid 2 kan de verzoekende staat, indien een persoon in de grensregio (met inbegrip van luchthavens) van de verzoekende staat is aangehouden nadat hij op illegale wijze de grens heeft overschreden rechtstreeks komend van het grond gebied van de aangezochte staat, binnen twee dagen na de aanhouding van deze persoon een overnameverzoek indienen (versnelde procedure).
Artikel 7
Overnameverzoek
1. Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, de vol gende gegevens:
a) de persoonsgegevens van de over te nemen persoon (bijv. naam, voornamen, geboortedatum en zo mogelijk geboorte plaats en laatste verblijfplaats) en, in voorkomend geval, de persoonsgegevens van minderjarige ongehuwde kinderen en/of echtgeno(o)t(e);
b) voor eigen onderdanen: vermelding van de middelen waar mee het bewijs van of het prima facie bewijs inzake de nationaliteit zal worden geleverd;
c) voor onderdanen van derde landen en staatloze personen: vermelding van de middelen waarmee het bewijs van of het prima facie bewijs inzake het voldoen aan de voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen, de illegale binnenkomst en het illegale verblijf zal worden geleverd;
d) een foto van de over te nemen persoon;
e) vingerafdrukken.
2. Het overnameverzoek bevat, voor zover mogelijk, ook de volgende gegevens:
a) een verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon hulp of verzorging nodig kan hebben, mits de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd;
b) andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen dan wel ge gevens over de gezondheid van de persoon die voor de overdracht van die persoon nodig kunnen zijn.
3. Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoe ken is in bijlage 5 bij deze overeenkomst opgenomen.
4. Een overnameverzoek kan met behulp van elk communi catiemiddel worden ingediend, ook elektronisch.
Artikel 8
Bewijsmiddelen met betrekking tot de nationaliteit
1. Het bewijs van de nationaliteit in de zin van artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 1 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken, mits dit niet langer dan zes maanden is. Wanneer dergelijke documenten worden over gelegd, erkennen de lidstaten en Georgië de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek wordt verlangd. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.
2. Prima facie bewijs van de nationaliteit in de zin van artikel 2, lid 1, en artikel 4, lid 1, kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 2 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden overgelegd, nemen de lidstaten en Georgië aan dat de nationaliteit is vastgesteld, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen. Valse documenten kunnen niet als prima facie bewijs inzake de nationaliteit dienen.
3. Indien geen van de in bijlage 1 of 2 vermelde documenten kan worden overgelegd, of als deze ontoereikend zijn, neemt de bevoegde diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging van de betrokken aangezochte staat op basis van een in het overname verzoek opgenomen verzoek daartoe, de nodige maatregelen om de over te nemen persoon onverwijld en uiterlijk binnen vier werkdagen na ontvangst van het overnameverzoek te on dervragen teneinde diens nationaliteit vast te stellen. De pro cedure voor dergelijke ondervragingen kan worden vastgesteld in de op basis van artikel 19 vastgestelde uitvoeringsprotocol len.
Artikel 9
Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatloze personen
1. Het bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van on derdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 3 vermelde bewijsmiddelen; dit bewijs kan niet door middel van valse docu menten worden geleverd. Het bewijs wordt door de lidstaten en Georgië zonder verder onderzoek erkend.
2. Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 5, lid 1, vermelde voorwaarden voor overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan met name worden geleverd door middel van de in bijlage 4 ver melde bewijsmiddelen; dit bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer prima facie bewijsmate xxxxx wordt overgelegd, nemen de lidstaten en Georgië aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het tegendeel kunnen bewijzen.
3. Het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reis documenten van de betrokken persoon waarin het vereiste vi sum of de vereiste verblijfsvergunning voor het grondgebied van de verzoekende staat ontbreekt. Een verklaring van de verzoe kende staat dat de betrokken persoon niet in het bezit was van
de vereiste reisdocumenten, het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning kan evenzo als prima facie bewijs dienen voor het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf.
Artikel 10
Termijnen
1. Het overnameverzoek moet bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat worden ingediend uiterlijk zes maanden nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon niet of niet meer aan de voor waarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf voldoet. Indien er juridische of praktische belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn op verzoek van de verzoekende staat verlengd, doch uiterlijk totdat de belemmeringen zijn opgeheven.
2. Het overnameverzoek moet schriftelijk worden beant woord
a) binnen twee werkdagen wanneer het overnameverzoek in het kader van de versnelde procedure is ingediend (artikel 6, lid 3), of
b) binnen twaalf kalenderdagen in alle overige gevallen.
Deze termijn begint te lopen vanaf de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Wordt binnen deze termijn niet geant woord, dan wordt aangenomen dat met de overdracht wordt ingestemd.
3. De afwijzing van een overnameverzoek wordt schriftelijk gemotiveerd.
4. Nadat de instemming is gegeven of, in voorkomend geval, na het verstrijken van de in lid 2 bedoelde termijnen wordt de betrokken persoon binnen drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek van de verzoekende staat worden ver lengd met de periode die nodig is om juridische of praktische belemmeringen op te heffen.
Artikel 11
Wijze van overdracht en van vervoer
1. Onverminderd artikel 6, lid 2, stellen de bevoegde autori teiten van de verzoekende staat de bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat ten minste drie werkdagen voordat een per soon wordt overgedragen schriftelijk in kennis van de datum van overdracht, de plaats van binnenkomst, eventuele begelei ders en andere voor de overdracht relevante informatie.
2. Vervoer kan plaatsvinden door de lucht of over land. Bij overdracht door de lucht hoeft niet uitsluitend gebruik te wor den gemaakt van de nationale luchtvaartmaatschappijen van Georgië of de lidstaten; er kan ook gebruik worden gemaakt van lijnvluchten of, in het geval van onderdanen van de aange zochte staat, chartervluchten. In het geval van begeleide over dracht mogen naast de gemachtigde personen van de verzoe kende staat ook gemachtigde personen uit Georgië of een van de lidstaten de over te dragen persoon begeleiden.
Artikel 12
Onterechte overname
De verzoekende staat neemt een persoon die door de aange zochte staat is overgenomen terug, indien binnen zes maanden, en in geval van onderdanen van derde landen of staatloze per sonen binnen twaalf maanden na de overdracht van de betrok ken persoon wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan de voor waarden van de artikelen 2 tot en met 5.
In dergelijke gevallen zijn de procedurevoorschriften van deze overeenkomst van overeenkomstige toepassing en worden te vens alle beschikbare gegevens met betrekking tot de werkelijke identiteit en nationaliteit van de terug te nemen persoon mee gedeeld.
AFDELING IV
DOORGELEIDING
Artikel 13
Beginselen
1. De lidstaten en Georgië moeten doorgeleiding van onder danen van derde landen en staatloze personen beperken tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks aan de staat van bestemming kunnen worden overgedragen.
2. Georgië staat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over zijn grondgebied toe indien een lidstaat daarom verzoekt, en een lidstaat staat de doorge leiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen over zijn grondgebied toe indien Georgië daarom verzoekt, wanneer de verdere reis in eventuele andere staten van doorge leiding en de overname door de staat van bestemming ver zekerd zijn.
3. Doorgeleiding kan door Georgië of een lidstaat worden geweigerd:
a) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een reëel gevaar loopt in de staat van bestemming of een andere staat van doorgeleiding te worden onderwor pen aan marteling, aan onmenselijke of vernederende behan deling of bestraffing, aan de doodstraf of aan vervolging op grond van ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep, of politieke overtuiging;
b) indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon in de aangezochte staat of een andere staat van doorgeleiding blootstaat aan strafrechtelijke sancties, of
c) om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aange zochte staat.
4. Georgië of een lidstaat kan elke afgegeven vergunning intrekken indien zich later omstandigheden zoals bedoeld in lid 3 voordoen of aan het licht komen die de doorgeleiding belemmeren of indien de verdere reis in eventuele staten van doorreis of de overname door de staat van bestemming niet meer gewaarborgd is. In dat geval neemt de verzoekende staat de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon zo nodig onverwijld terug.
Artikel 14
Doorgeleidingsprocedure
1. Een doorgeleidingsverzoek moet schriftelijk worden inge diend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat en moet de volgende gegevens bevatten:
a) type van doorgeleiding (door de lucht of over land); eventu ele andere staten van doorgeleiding en beoogde eindbestem ming;
b) de persoonsgegevens van de betrokken persoon (bijv. naam, voornaam, meisjesnaam, andere namen die de betrokken persoon gebruikt of waaronder hij bekend staat of aliassen, geboortedatum, geslacht en zo mogelijk geboorteplaats, na tionaliteit, taal, aard en nummer van het reisdocument);
c) voorgenomen plaats van binnenkomst, tijdstip van over dracht en eventueel gebruik van begeleiders;
d) een verklaring waarin wordt gesteld dat volgens de verzoe kende staat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 13, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een afwijzing op grond van artikel 13, lid 3.
Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is opgenomen in bijlage 6.
2. Binnen vijf kalenderdagen na ontvangst van het verzoek brengt de aangezochte staat de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor.
3. Indien de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.
4. De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat ver lenen na wederzijds overleg steun bij de doorgeleiding, met name door toezicht te houden op de betrokken personen en door geschikte faciliteiten ter beschikking te stellen.
5. De doorgeleiding vindt plaats binnen dertig dagen na ont vangst van de instemming met het verzoek.
AFDELING V
KOSTEN
Artikel 15
Kosten van vervoer en van doorgeleiding
Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle ver voerskosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van eindbestemming ten laste van de verzoekende staat.
AFDELING VI
GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID
Artikel 16
Gegevensbescherming
Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de uitvoering van deze overeenkomst door, naar gelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Georgië of een lidstaat. De verwerking en de behandeling van persoonsgegevens in een bepaald geval zijn onderworpen aan de wetgeving van Georgië en, wanneer de voor de verwerking van de gegevens verantwoordelijke instantie een bevoegde autoriteit van een lid staat is, aan de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG en de natio nale wetgeving van die lidstaat die uit hoofde van deze richtlijn is vastgesteld. Daarnaast zijn de volgende beginselen van toe passing:
a) de persoonsgegevens moeten eerlijk en rechtmatig worden verwerkt;
b) de persoonsgegevens moeten voor het welbepaalde, uitdruk kelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de uitvoe ring van deze overeenkomst worden verkregen en mogen door de meedelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;
c) de persoonsgegevens moeten toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn in verhouding tot het doel waarvoor zij worden verkregen en/of verder verwerkt; de verstrekte per soonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking heb ben op:
i) de identiteit van de betrokken persoon (bijv. voornamen, familienaam, vroegere namen, andere namen die de be trokken persoon gebruikt of onder welke hij bekend staat, aliassen, geslacht, burgerlijke staat, plaats en datum van geboorte, huidige en eventuele vroegere nationaliteit);
ii) paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldig heidstermijn, datum van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte);
iii) stopplaatsen en reisroutes;
iv) andere voor identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens;
d) de persoonsgegevens moeten nauwkeurig zijn en moeten in voorkomend geval worden bijgewerkt;
e) de persoonsgegevens mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij werden verkregen of vervolgens werden verwerkt;
f) de meedelende en de ontvangende autoriteit treffen alle re delijke maatregelen die nodig zijn om te zorgen voor een passende correctie, uitwissing of afscherming van persoons gegevens wanneer de verwerking ervan niet in overeenstem ming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat deze persoonsgegevens niet toereikend, ter zake dienend of nauwkeurig zijn, of omdat zij bovenmatig zijn in verhouding tot het doel van de verwerking. Dit behelst tevens de ken nisgeving van elke correctie, uitwissing of afscherming aan de andere partij;
g) op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de meedelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resulta ten;
h) de persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de mededeling aan an dere instanties is de voorafgaande toestemming van de mee delende autoriteit vereist;
i) de meedelende en de ontvangende autoriteit zijn verplicht de mededeling en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk te registreren.
Artikel 17
Onverminderde toepasselijkheid
1. Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie, de lidsta ten en Georgië die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit:
a) het Verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen, gewijzigd bij het Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen;
b) internationale overeenkomsten waarbij wordt bepaald welk land bevoegd is voor de behandeling van ingediende asiel aanvragen;
c) het Europees Verdrag van 4 november 1950 tot bescher ming van de rechten van de mens en de fundamentele vrij heden en de bijbehorende protocollen;
d) het VN-Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing;
e) internationale verdragen inzake uitwijzing en doorgeleiding;
f) multilaterale internationale verdragen en overeenkomsten over de overname van vreemde onderdanen, zoals het Ver drag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944.
2. Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon op basis van andere formele of informele regelingen.
AFDELING VII
UITVOERING EN TOEPASSING
Artikel 18
Gemengd Comité overname
1. De overeenkomstsluitende partijen verlenen elkaar weder zijds bijstand bij de toepassing en interpretatie van deze over eenkomst. Daartoe stellen zij een Gemengd Comité overname (hierna „het comité” genoemd) in, dat met name:
a) toezicht houdt op de toepassing van deze overeenkomst;
b) uitvoeringsregelingen vaststelt die nodig zijn voor de een vormige toepassing van deze overeenkomst;
c) geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Georgië op grond van artikel 19 van deze overeenkomst zijn opgesteld;
d) aanbevelingen doet voor wijziging van deze overeenkomst en de bijlagen daarbij.
2. De beslissingen van het comité zijn bindend voor de over eenkomstsluitende partijen.
3. Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en Georgië.
4. Het comité komt zo vaak als nodig bijeen op verzoek van een van de overeenkomstsluitende partijen.
5. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 19
Uitvoeringsprotocollen
1. Op verzoek van een lidstaat of van Georgië, stellen Geor gië en een lidstaat een uitvoeringsprotocol op dat onder andere betrekking heeft op de regels inzake:
a) de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;
b) de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staat loze personen onder begeleiding;
c) andere middelen en documenten dan die vermeld in de bij lagen 1 tot en met 4;
d) de wijze van overname in het kader van de versnelde pro cedure, en
e) de procedure voor ondervragingen.
2. De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden niet eerder in werking dan nadat het Gemengd Comité overname, bedoeld in artikel 18, daarvan in kennis is gesteld.
3. Georgië stemt ermee in om alle bepalingen van een met een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol ook toe te passen in zijn betrekkingen met een andere lidstaat, op verzoek van die laatstbedoelde lidstaat.
Artikel 20
Verhouding tot bilaterale overnameovereenkomsten of overnameregelingen van de lidstaten
De bepalingen van deze overeenkomst hebben voorrang boven de bepalingen van andere bilaterale overeenkomsten of regelin gen inzake de overname van zonder vergunning op het grond gebied verblijvende personen die op basis van artikel 19 tussen afzonderlijke lidstaten en Georgië zijn of kunnen worden geslo ten, voor zover de bepalingen van deze bilaterale overnameo vereenkomsten of overnameregelingen onverenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.
AFDELING VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 21
Territoriaal toepassingsgebied
1. Onverminderd lid 2, is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, alsook op het grondgebied van Geor gië.
2. Deze overeenkomst is op het grondgebied van Ierland enkel van toepassing na een desbetreffende kennisgeving van de Europese Unie aan Georgië. Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.
Artikel 22
Wijziging van de overeenkomst
Deze overeenkomst kan in onderlinge overeenstemming tussen de overeenkomstsluitende partijen worden gewijzigd en aange vuld. Wijzigingen en aanvullingen worden opgesteld in de vorm van afzonderlijke protocollen, die een integrerend onderdeel van deze overeenkomst vormen en in werking treden volgens de in artikel 23 van deze overeenkomst bedoelde procedure.
Artikel 23
Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging
1. Deze overeenkomst wordt door de overeenkomstsluitende partijen bekrachtigd of goedgekeurd volgens hun eigen procedu res.
2. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste overeenkomstsluitende partij de andere partij ervan in kennis heeft gesteld dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.
3. Deze overeenkomst is van toepassing op Ierland op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van de kennisgeving bedoeld in artikel 21, lid 2.
4. Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
5. Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst opzeggen door middel van een officiële kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij. Deze overeenkomst ver strijkt zes maanden na de datum van een dergelijke kennisge ving.
Artikel 24
Bijlagen
De bijlagen 1 tot en met 6 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.
Opgesteld te Brussel op 22 november 2010 in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Georgische taal, waarbij al deze teksten gelijkelijk authentiek zijn.
За Европейския съюз Por la Unión Europea Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union Für die Europäische Union Euroopa Liidu nimel
Για την Ευρωπαϊκή Ένωση For the European Union Pour l’Union européenne Per l’Unione europea Eiropas Savienības vārdā – Europos Sąjungos vardu Az Európai Unió részéről Għall-Unjoni Ewropea Voor de Europese Unie
W imieniu Unii Europejskiej Pela União Europeia
Pentru Uniunea Europeană Za Európsku úniu
Za Evropsko unijo Euroopan unionin puolesta För Europeiska unionen
За Грузия Por Georgia Za Gruzii For Georgien Für Georgien
Gruusia nimel Για τη Γεωργία For Georgia Pour la Géorgie Per la Georgia Gruzijas vārdā – Gruzijos vardu Grúzia részéről Għall-Georġja Voor Georgië
W imieniu Gruzji Pela Geórgia Pentru Georgia Za Gruzínsko
Za Gruzijo Georgian puolesta För Georgien
BIJLAGE 1
GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN WAARVAN DE OVERLEGGING WORDT BESCHOUWD ALS BEWIJS VAN HET STAATSBURGERSCHAP
(ARTIKEL 2, LID 1, ARTIKEL 4, LID 1, EN ARTIKEL 8, LID 1)
— alle soorten paspoorten (nationale paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten, collectieve paspoorten en paspoortvervangende documenten, met inbegrip van paspoorten voor kinderen);
— identiteitskaarten (ook tijdelijke en voorlopige identiteitskaarten);
— burgerschapscertificaten en andere officiële documenten waaruit duidelijk het staatsburgerschap blijkt.
BIJLAGE 2
GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN WAARVAN DE OVERLEGGING WORDT BESCHOUWD ALS PRIMA FACIE BEWIJS VAN NATIONALITEIT
(ARTIKEL 2, LID 1, ARTIKEL 4, LID 1, EN ARTIKEL 8, LID 2)
Wanneer de aangezochte staat een lidstaat of Georgië is:
— de in bijlage 1 vermelde documenten waarvan de geldigheid langer dan zes maanden is verstreken;
— fotokopieën van de in bijlage 1 genoemde documenten;
— rijbewijzen of fotokopieën daarvan;
— geboorteakten of fotokopieën daarvan;
— bedrijfspassen of fotokopieën daarvan;
— getuigenverklaringen;
— verklaringen van de betrokken persoon en verklaring betreffende de taal die hij spreekt, onder meer door middel van een officieel testresultaat;
— andere documenten die kunnen bijdragen tot het vaststellen van de nationaliteit van de betrokken persoon;
— militaire zakboekjes en militaire identiteitskaarten;
— monsterboekjes en schippersbewijzen;
— door de aangezochte staat afgegeven laissez-passer. Wanneer de aangezochte staat Georgië is:
— bevestiging van de identiteit na raadpleging van het visuminformatiesysteem (1);
— in het geval van lidstaten die het visuminformatiesysteem niet gebruiken: positieve identificatie op basis van visum aanvraagdossiers van die lidstaten.
(1) Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening), PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60.
BIJLAGE 3
GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS BEWIJS DAT IS VOLDAAN AAN DE VOORWAARDEN VOOR OVERNAME VAN ONDERDANEN VAN DERDE LANDEN EN STAATLOZE PERSONEN
(ARTIKEL 3, LID 1, ARTIKEL 5, LID 1, EN ARTIKEL 9, LID 1)
— visum en/of verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte staat;
— inreis-/uitreisstempels of soortgelijke aantekeningen in het reisdocument van de betrokkene of andere bewijzen van inreis/uitreis (bijv. fotografische).
BIJLAGE 4
GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS PRIMA FACIE BEWIJS DAT IS VOLDAAN AAN DE VOORWAARDEN VOOR OVERNAME VAN ONDERDANEN VAN DERDE LANDEN EN STAATLOZE PERSONEN
(ARTIKEL 3, LID 1, ARTIKEL 5, LID 1, EN ARTIKEL 9, LID 2)
— door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat verstrekte omschrijving van de plaats waar en de omstandig heden waaronder de betrokken persoon na binnenkomst op het grondgebied van die staat is onderschept;
— gegevens met betrekking tot de identiteit en/of het verblijf van een persoon die door een internationale organisatie zijn verstrekt (bijv. UNHCR);
— rapportage/bevestiging van de inlichtingen door familieleden, reisgenoten, enz.;
— verklaring van de betrokken persoon;
— gegevens waaruit blijkt dat de betrokkene gebruik heeft gemaakt van de diensten van een tussenpersoon of reisbureau;
— officiële verklaringen van met name grensbeambten en andere personen die kunnen getuigen dat de betrokken persoon de grens heeft overschreden;
— officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures;
— alle soorten documenten, certificaten en rekeningen (bijv. hotelrekeningen, afspraakkaarten voor bezoek aan arts/tand arts, toegangsbewijzen voor openbare/particuliere instellingen, autoverhuurcontracten, kredietkaartkwitantie, enz.) waaruit duidelijk blijkt dat de betrokken persoon op het grondgebied van de aangezochte staat heeft verbleven;
— reisbiljetten op naam en/of passagierslijsten voor vlieg-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute op het grondgebied van de aangezochte staat kunnen worden afgeleid.
BIJLAGE 5
BIJLAGE 6
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ARTIKEL 3, LID 1, EN ARTIKEL 5, LID 1
De partijen komen overeen dat voor de toepassing van deze bepalingen een persoon „rechtstreeks is binnengekomen” vanuit het grondgebied van Georgië wanneer de betrokken persoon op het grondgebied van een lidstaat aankomt zonder dat hij vooraf in een derde land is binnengekomen of, wanneer de aangezochte staat een van de lidstaten is, op het grondgebied van Georgië aankomt zonder dat hij vooraf in een derde land is binnengekomen. Luchthaventransit in een derde land wordt niet beschouwd als een binnenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DENEMARKEN
De overeenkomstsluitende partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, noch op onderdanen van het Koninkrijk Denemarken. Het is daarom wenselijk dat Georgië en Denemarken een overnameovereenkomst sluiten die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND EN NOORWEGEN
De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en IJsland en Noorwegen, met name uit hoofde van de Overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom wenselijk dat Georgië met IJsland en Noorwegen een overnameovereenkomst sluit die vergelijk baar is met deze overeenkomst.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE ZWITSERLAND
De overeenkomstsluitende partijen nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en Zwitserland, met name uit hoofde van de op 1 maart 2008 in werking getreden Overeenkomst inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom wenselijk dat Georgië met Zwitserland een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.