RUBRIEK C: BIJZONDERE VOORWAARDEN CASCO VERZKERING EIGEN MOTORRIJTUIGEN
RUBRIEK C: BIJZONDERE VOORWAARDEN CASCO VERZKERING EIGEN MOTORRIJTUIGEN
Januari 2008: GAR8C
Samenhang en samenloop voorwaarden
Deze bijzondere voorwaarden vormen een onlosmakelijk geheel met de voor de verzekering van toepassing verklaarde algemene verzekeringsvoorwaarden. De bijzondere voorwaarden gaan voor op de algemene verzekeringsvoorwaarden.
In deze bijzondere voorwaarden wordt verstaan onder:
C1.1 Verzekerd motorrijtuig
a. Een motorrijtuig, aanhanger en oplegger dat aan verzekeringnemer in eigendom toebehoort, met uitzondering van een motorrijtuig, dat hij in huurkoop heeft verkocht of waarvan hij pandloos bezitter is.
b. Een motorrijtuig dat aan de echtgeno(o)t(e) of levenspartner van verzekeringnemer in eigendom toebehoort.
c. Een motorrijtuig van een directeur of vennoot van het verzekerde bedrijf of diens echtgeno(o)t(e) of levenspartner, als verzekeringnemer een rechtspersoon is.
d. Een motorrijtuig dat een verzekerde op grond van huurkoop of bruikleen onder zich heeft.
e. Motorrijtuigen welke in consignatie (een schriftelijke overeenkomst dient hieraan ten grondslag te liggen) zijn ontvangen van de importeur, fabrikant of dealer voorzover niet elders verzekerd, al dan niet van oudere datum.
b. De bestuurder en passagiers van een aan de verzekeringnemer in eigendom toebehorend motorrijtuig, mits zij met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van de onder C1.2a genoemde verzekerden gebruik maken van het motorrijtuig.
c. De eigenaar van het verzekerd motorrijtuig.
C2.1 Schade aan het verzekerd motorrijtuig
a. Beperkte cascodekking.
Indien uit de omschrijving op het polisblad blijkt dat de verzekering geldt voor een beperkte cascodekking, is voor motorrijtuigen welke niet ouder zijn dan 180 maanden, verzekerd schade aan of verlies van het verzekerd motorrijtuig ontstaan door:
1. brand, ontploffing, zelfontbranding en kortsluiting, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek, alsmede blikseminslag.
2. ruitbreuk en door scherven van de ruit, voor zover een en ander niet is ontstaan als rechtstreeks gevolg van een botsing.
3. storm, overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting, oeverafschuiving en dijkval.
4. diefstal, inbraak en joyriding of poging daartoe, alsmede tengevolge van verduistering en vermissing gepleegd door anderen dan verzekeringnemer.
5. botsing met vogels of loslopende dieren voor zover de schade onmiddellijk bij die botsing zelf is ontstaan.
6. relletjes.
7. het in aanraking komen met een vallend luchtvaartuig of delen hiervan.
8. een van buiten komend onheil, ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport aan een transportonderneming is overgedragen met uitzondering van schade in de vorm van krassen, schrammen en lakschade tijdens takelen en slepen.
9. verontreiniging van de bekleding van het motorrijtuig tengevolge van het kosteloos vervoeren van gewonden.
b. Volledige cascodekking.
Indien uit de omschrijving op het polisblad blijkt dat de verzekering geldt voor een volledige cascodekking, is verzekerd schade aan of verlies van het motorrijtuig ontstaan als gevolg van de onder C2.l.a. genoemde gebeurtenissen. Voor motorrijtuigen niet ouder dan 72 maanden wordt bovendien vergoedt schade aan het motorrijtuig ontstaan door:
1. ieder van buiten komend onheil, zoals botsen, aanrijding slippen, omslaan, te water of van de weg geraken en kwaadwillige beschadiging onder derden.
2. een ongeval rechtstreeks veroorzaakt door slijtage, constructie- of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak.
De schade van de slijtage, constructie- of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak zelf wordt echter niet vergoed.
c. Tevens is verzekerd schade aan of verlies van op, aan of in het motorrijtuig bevestigde, niet tot de standaarduitvoering of -uitrusting behorende accessoires, indien en voor zover deze accessoires wettelijk zijn toegestaan en de schade of het verlies het gevolg is van een gedekte gebeurtenis.
d. Indien uit de omschrijving op het polisblad blijkt dat er sprake is van een Collectieve Casco Verzekering (overeenkomstig rubriek C), is verzekerd schade aan of verlies van motorrijtuigen welke niet ouder zijn dan 180 maanden, indien en voor zover deze voertuigen behoren tot de handelsvoorraad en als zodanig zijn geregistreerd en de schade is ontstaan tijdens het maken van een proefrit op de openbare weg.
C2.2 Dekkingsgebied
De verzekering geldt voor schade ontstaan gedurende het rijden, verblijven of vervoeren van het verzekerd motorrijtuig in Nederland en tussen de landen, waarvoor met betrekking tot dat motorrijtuig een Internationaal Verzekeringsbewijs door verzekeraar is afgegeven.
ARTIKEL C3 |
Uitsluitingen |
Niet verzekerd is schade:
C3.1 Geen geldig rijbewijs
ontstaan, terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven geldig rijbewijs of hem de rijbevoegdheid is ontzegd, of indien hij niet voldoet aan andere bij of krachtens wettelijke bepalingen gestelde eisen met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig.
Deze uitsluiting geldt niet:
1. indien de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan 12 maanden voor het ontstaan van de schade was geëindigd tengevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te doen verlengen.
2. indien de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorgeschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen.
C3.2 Wedstrijden
veroorzaakt tijdens het deelnemen aan:
1. snelheidswedstrijden of -ritten.
2. regelmatigheids- en behendigheidsritten, die niet geheel binnen Nederland plaatsvinden.
C3.3 Ander gebruik
ontstaan terwijl het verzekerde motorrijtuig voor andere doeleinden wordt gebruikt dan aan verzekeraar is opgegeven. Hieronder wordt onder andere doch niet uitsluitend verstaan:
- vervoer van personen en/of goederen tegen betaling
- gebruik als lesauto
- verhuur
- leasing
C3.4 Inbeslagname
ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig door een burgerlijke of militaire overheid is gevorderd of in beslag is genomen.
C3.5 Waardevermindering
die bestaat uit waardevermindering na reparatie.
C3.6 Transport
ontstaan tijdens transport door een beroepsvervoerder.
C3.7 Huurkoop
veroorzaakt aan een motorrijtuig dat de verzekeringnemer middels huurkoop verkocht heeft of waarvan hij pandloos bezitter is.
Pagina 1 van 2
C3.8 Verkochte motorrijtuigen
Motorrijtuigen die zijn verkocht maar nog niet zijn uitgeleverd, zijn van de dekking uitgesloten.
C3.9 Verduistering
Er bestaat geen dekking voor het risico van verduistering indien geen kopie van een geldig legitimatiebewijs van de bestuurder/cliënt aan verzekeraars kan worden overlegd.
C3.10 Indien is afgeweken van de voorschriften in artikel 4 (sleutelbeheer) van de algemene voorwaarden GAR08.
De uitsluitingen als genoemd in artikel C3.1, C3.2 en C3.3 gelden niet voor de verzekeringnemer, die aantoont dat de omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets is te verwijten.
C4.1 Schadevergoeding
a. Verzekeraar vergoedt de reparatiekosten tot maximaal het verschil in waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na de gebeurtenis. Indien de reparatiekosten meer bedragen dan dat verschil vergoedt verzekeraar maximaal het verschil.
b. Verzekeraar vergoedt echter het verschil in waarde van het motorrijtuig voor en na de gebeurtenis, indien de reparatiekosten vermeerderd met de waarde van de restanten, de waarde volgens C4.1.c te boven gaan of indien de reparatiekosten tweederde van de waarde volgens C4.1.c overtreffen.
c. Nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling.
De vaststelling van de waarde van het motorrijtuig voor de gebeurtenis geschiedt op de volgende wijze:
1. indien de ouderdom van de motorrijtuig niet meer is dan 12 maanden, zal de inkoopwaarde worden aangehouden, zonder dat daarop een afschrijving wordt toegepast.
2. indien de ouderdom van het motorrijtuig meer is dan 12 maanden, wordt een afschrijving toegepast te rekenen vanaf een ouderdom van 12 maanden. Voor iedere daarna geheel verstreken periode van een maand, bedraagt de afschrijving 1,5% over de eerste € 5.000,- van de inkoopwaarde en 2% per maand over het meerdere. Voor de bepaling van de ouderdom van het motorrijtuig wordt uitgegaan van de afgiftedatum van deel I van het Nederlands kentekenbewijs van het motorrijtuig in geheel nieuwe staat. Onder inkoopwaarde word verstaan de inkoopprijs verhoogd met de reeds aangebrachte accessoires, meeruitvoeringen en de reeds gemaakte kosten. Bij het vaststellen van de inkoopwaarde wordt in ieder geval rekening gehouden met de bij de aanschaf door verzekeringnemer genoten kortingen.
d. Dagwaarderegeling
1. Wanneer meer dan 36 maanden zijn verlopen sinds de afgiftedatum van deel I van het Nederlands kentekenbewijs van het motorrijtuig in nieuwe staat, zal de waarde altijd worden gesteld op de dagwaarde.
2. De dagwaarde zal eveneens gelden indien deze hoger is dan de waarde volgens C4.1.c.2.
3. Voor motorrijtuigen waarvoor deel I van het Nederlands kentekenbewijs is afgegeven, terwijl de motorrijtuigen niet in geheel nieuwe staat verkeerden.
4. Voor motorrijtuigen met een oorspronkelijke nieuwwaarde boven de € 68.250,-- (inclusief belastingen)
5. Voor bestel- en vrachtauto’s
e. Verzekeraar is in geval van diefstal, verduistering en vermissing alleen verplicht tot uitkering als:
1. Verzekeringsnemer de vermissing van het motorrijtuig of onderdelen daarvan onverwijld, doch uiterlijk binnen 24 uur, bij de politie heeft aangegeven en het originele bewijs van aangifte, alsmede het schadeformulier aan de maatschappij heeft gezonden.
2. Het recht op uitkering gaat in, indien 30 dagen na ontvangst van het schadeformulier en van het originele bewijs van aangifte bij de politie door de maatschappij, verzekeringsnemer het motorrijtuig nog niet heeft teruggekregen of heeft kunnen terugkrijgen.
3. De eigendomsbewijzen, eigendomsrechten en alle bij het motorrijtuig behorende originele sleutels aan verzekeraar worden overgedragen.
C4.2 Financier
01-023.01
Indien het motorrijtuig is gefinancierd en verzekeraar is daarvan door de financier in kennis gesteld, zal de schadevergoeding plaatsvinden aan de financier. De verzekeraar voldoet hiermee dan tevens aan zijn verplichtingen tegenover de verzekeringnemer.
C4.3 Overdracht bij algeheel verlies
a. Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies (in technische- en economische zin) van het motorrijtuig behoudt verzekeraar zich het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door hem aan te wijzen partij.
b. De schadevergoeding zal niet eerder plaatsvinden dan nadat verzekerden alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs hebben overhandigd aan verzekeraar.
Pagina 2 van 2