Verblijfsovereenkomst

Residentie Farmacie is ingericht als een groep van assistentiewoningen 1, zoals bedoeld in artikelen 33 tot en met 36 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 december daarna onder het nummer 2012-3662, en in alle eventuele wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten die hieromtrent nog zullen worden uitgevaardigd.

Concreet betekent dit dat het gebouw bestemd is voor huisvesting van zelfredzame senioren en dat deze senioren zullen beschikken over een georganiseerd aanbod van zorg- en dienstverlening waarop zij facultatief een beroep kunnen doen.

Hoofdstuk 2: Aard van de overeenkomst

Deze overeenkomst is een verblijfsovereenkomst in een gebouw, genaamd ‘Residentie Farmacie’ , dat een bijzondere bestemming heeft als groep van assistentiewoningen.

Deze overeenkomst is geen huurovereenkomst en valt als dusdanig niet onder de toepassing van de (woning)huurwetgeving.

Hoofdstuk 3: Voorwerp van de overeenkomst

De Beheersinstantie stelt aan de Bewoner volgende ruimten van ‘Residentie Farmacie’, gelegen te 0000 Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxxx 000 ter beschikking;

• de assistentiewoning met nummer * gelegen op de * verdieping;

• de kelderberging, horend bij voornoemde assistentiewoning, met nummer * gelegen in de ondergrond;

• de parkeerplaats, horend bij voornoemde assistentiewoning, met nummer * gelegen in de ondergrond.

De Bewoner erkent de assistentiewoning grondig te hebben bezocht en nagezien en dat ze geen schade vertoont, behalve deze die is vastgesteld in de plaatsbeschrijving, en aanvaardt deze in de staat waarin deze zich bevindt.

1 De definitieve erkenning en bijhorend bewijs zal binnen de maand na ontvangst bezorgd worden aan de bewoner en/of zijn vertegenwoordiger.

De ter beschikking gestelde assistentiewoning is uitsluitend bestemd voor bewoning. De Bewoner mag er geen commerciële activiteiten in uitoefenen en/of organiseren, noch de bestemming ervan wijzigen. De Bewoner mag geen toelating tot bewoning toestaan anders dan de personen vermeld in onderhavige overeenkomst, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de Beheersinstantie.

De Bewoner mag de assistentiewoning voorzien van eigen meubelen. Hij zal de assistentiewoning als een goede huisvader bewonen, instaan voor de kleine herstellingen en het normale onderhoud uitvoeren om de assistentiewoning in goede staat van onderhoud te behouden. Hij zal de Beheersinstantie onmiddellijk in kennis stellen van elk verlies of beschadiging die buiten zijn herstelplicht valt.

Alle elektrische toestellen die de Bewoner aansluit op het elektriciteitsnet, dienen te beantwoorden aan de bestaande reglementering, dit om de veiligheid van de Bewoner te garanderen. Enkel flatscreen TV’s zijn in dit verband toegestaan.

Hoofdstuk 4: Plaatsbeschrijving

Uiterlijk op datum van betreding van de assistentiewoning wordt door de

Beheersinstantie samen met de Bewoner of zijn vertegenwoordiger, of een door de Beheersinstantie aangestelde derde, een tegensprekelijke plaatbeschrijving bij intrede opgemaakt, dit op gemene kosten, elk voor de helft.

Het aandeel voor de Bewoner bedraagt: [*] euro, excl. BTW.

Deze plaatsbeschrijving wordt door beide partijen ondertekend en als bijlage gevoegd bij deze overeenkomst, die er een integraal geheel hiermee vormt.

Bij het beëindigen van de overeenkomst zal door de Beheersinstantie samen met de Bewoner of zijn vertegenwoordiger, of een door de Beheersinstantie aangestelde derde, een tegensprekelijke plaatsbeschrijving bij uittrede opgemaakt worden, dit tevens op gemene kosten, elk voor de helft.

De Bewoner moet de assistentiewoning teruggeven in staat zoals bepaald onder artikel 11

“Uittredingsmodaliteiten” van deze overeenkomst.

Hoofdstuk 5: Passende woonoplossing

De Beheersinstantie is gehouden aan het voormelde woonzorgdecreet van 13 maart 2009 voor wat betreft de huisvesting van haar Bewoners. Binnen het kader van deze regelgeving zal de Beheersinstantie steeds het nodige doen om de Bewoner van een passende woonoplossing te voorzien.

Indien, na het nodige overleg met onder andere de Bewoner, zijn familie, de behandelende geneesheer en andere betrokken zorgverleners, zou blijken dat de Bewoner, al dan niet tijdelijk, een verhoogde zorggraad heeft, zal de Beheersinstantie de Bewoner en zijn familie actief bijstaan in het zoeken naar een passende oplossing. Indien deze situatie tijdelijk is, wordt gezocht naar verhoogde thuiszorg in de assistentiewoning. Indien dit onvoldoende zou blijken, wordt gezocht naar een alternatief tijdelijk verblijf (kort verblijf, hersteloord, zorghotel, ziekenhuis, en andere). Hierbij wordt steeds rekening gehouden met de terugkeer naar de oorspronkelijke situatie.

Indien er een permanente oplossing moet worden gezocht omdat de verhoogde zorggraad de bewoning van de assistentiewoning blijvend onmogelijk maakt, zal worden gezocht naar een permanent verblijf in een woonzorgcentrum. Deze beslissing zal in samenspraak met de Beheersinstantie, de familie, huisarts en thuiszorg besloten worden.

Hoofdstuk 6: Medische voorzieningen en privacy

De vrije keuze van de geneesheer is gewaarborgd. De Bewoner is vrij zijn arts te ontbieden, ook de Beheersinstantie echter kan de arts ontbieden voor onderzoek en behandeling, telkens zich hiervoor een aanwijzing voordoet. Bij afwezigheid van keuze wordt een beroep gedaan op een geneesheer aangeduid door de Beheersinstantie.

Het beroepsgeheim wordt door de Beheersinstantie gewaarborgd.

De Beheersinstantie draagt geen verantwoordelijkheid, indien bewezen is dat de Bewoner teveel geneesmiddelen gebruikt, dit onder of tegen het advies van de geneesheer in.

De Bewoner verklaart kennis te hebben genomen van de bepalingen opgenomen in de Wet van 8 december 1992 met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en ook van de wet van de patiënten rechten opgenomen in de Wet van 22 augustus 2002.

Hoofdstuk 7: Interne afsprakennota: huishoudelijk reglement

De Bewoner heeft bij het betrekken van de bewoning een interne afsprakennota ontvangen. Hij verbindt er zich toe deze bepalingen en de daarin aangebrachte wijzigingen die hem ter kennis zijn gebracht, na te komen. Wijzigingen aan de interne afsprakennota worden vooraf meegedeeld en kunnen op zijn vroegst toegepast worden 30 (dertig) dagen na de kennisgeving ervan aan de Bewoner.

Hoofdstuk 8: Prijzen

Artikel 8.1: Totale dagprijs

De totale dagprijs is bepaald op * euro per dag per flat. De dagprijs wordt opgesplitst in:

• de vergoeding voor het genotsrecht van de assistentiewoning enerzijds;

• de vergoeding voor de vaste zorg- en dienstverlening anderzijds.

• de vergoeding voor 2e bewoner indien van toepassing.

De Bewoner is voor het genotsrecht, de huisvesting van de assistentiewoning, een bedrag verschuldigd van

…………… euro per dag.

De vergoeding voor de vaste service fee bedraagt voor de Bewoner van de assistentiewoning 13,00 euro per dag.

De vergoeding voor de vaste service fee bedraagt voor de 2e Bewoner van de assistentiewoning 3,00 euro per dag.

De vergoeding voor het genotrecht van de assistentiewoning kan tijdens de duur van dit mandaat worden opgeschort als ofwel de eigenaar van de assistentiewoning of houder van een zakelijk recht op de assistentiewoning, ofwel een bloedverwant tot in de tweede graad de assistentiewoning bewoont en dit voor de duur van die bewoning.

De beheerinstantie verbindt er zich toe de dagprijsvaststelling, indexatie en prijswijziging te laten gebeuren conform de procedures en regelgeving van het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 januari 2015 tot wijziging van diverse bepalingen van het ministerieel besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang en eventuele andere uitvoeringsbesluiten die hieromtrent nog zullen gestemd of uitgevaardigd worden. De dagprijs of eventuele wijzigingen daarvan zullen aldus door de beheerinstantie meegedeeld worden aan het Agentschap Zorg en Gezondheid van de Vlaamse Overheid.

Bij niet-betaling en na een eerste schriftelijke aanmaning (per mail volstaat), zal een minimale administratieve kost van 50,00 euro aangerekend worden, zijn de wettelijke nalatigheidsinteresten van toepassing vanaf de uiterste vervaldatum en zullen alle andere kosten die gemaakt worden om de achterstallen te innen, ten laste vallen van de schuldenaar (aangetekende brieven, advocaat en eventuele gerechtskosten).

Artikel 8.2: Nutsvoorzieningen

De kosten voor water, elektriciteit en gasverbruik worden individueel gemeten en verrekend per assistentiewoning. De Bewoner zal hiervoor de nodige provisies en afrekeningen rechtstreeks betalen aan de door Bewoner gekozen leveranciers. De Bewoner staat ook in voor de overname van de telefoon/internet aansluiting en TV-distributienet en de betaling van deze abonnementen.

Artikel 8.3: Inhoud van de totale dagprijs

• het genotsrecht van de assistentiewoning;

• het gebruik en onderhoud van de gemeenschappelijke lokalen;

• aanwezigheid van een woonassistent

• organisatie middagmaal in samenwerking met externe partner zoals restaurantuitbater en/of traiteurdienst;

• organisatie thuisverpleging;

• gebruik en onderhoud van het noodoproepsysteem met personenalarm en doormelding van de noodoproep naar een professionele 24u/24u en 7 dagen op 7 crisisassistentie.

Dit omvat de voorziening van hulp ingeval van nood en zo vlug mogelijk aangepaste hulp organiseren en verwittigen van familie of verantwoordelijken (iedere Bewoner geeft hiervoor minimaal twee verantwoordelijke personen op). Interventiekosten zijn buiten de kantooruren niet inbegrepen.

• Overbruggingszorg is die zorg die geleverd wordt door een zorgverstrekker waarmee de uitbater van de groep van assistentiewoningen een overeenkomst/contract afgesloten heeft. Dit kan bijvoorbeeld een dienst van het OCMW zijn, een thuisverplegingsdienst, ... Op het moment dat de zorg opgenomen wordt door de zorgverstrekker, die de bewoner zelf heeft gekozen, loopt de overbruggingszorg ten einde. Dit kan over dezelfde zorgverstrekker gaan. Duur van de overbruggingszorg: het gaat over een tijdelijke oplossing die veronderstelt dat de bewoner (en familie) moet uitkijken naar een structurele oplossing. In normale omstandigheden zou een tijdsspanne van 14 dagen voldoende moeten zijn om reguliere dienstverlening op te starten.

• aanreiken van dienstverlening die via dienstencheques kan betaald worden. Hiervoor kan een aantal uren dienstverlening met een vaste te bepalen frequentie worden afgesproken met de Beheersinstantie;

• hulp bij aanvraag van dienstencheques op naam van de Bewoner;

• coördinatie van diverse vaste en facultatieve diensten (manicure, pedicure, kapper) - kost van verbruik van deze diensten is niet inbegrepen;

• deelname aan activiteiten (indien het gaat om een betalende activiteit, zal deze kost voorafgaandelijk worden gecommuniceerd aan de Bewoner en is deze niet inbegrepen in de prijs);

• organisatie gebruikersraad Bewoners;

Zijn tevens inbegrepen in de totale dagprijs (meer bepaald in de wooncomponent):

• onderhoudscontracten vaste installaties en tuinonderhoud via syndicus;

• brandverzekering en aanverwante xxxxxx’x met afstand van verhaal tegenover derden (door de eigenaar

afgesloten) via syndicus;

• video-intercom en toegangscontrole;

• toegangssleutels en/of badges (één per persoon);

• brandbeveiliging en brandblussers, alsook brandweercontroles;

• controle liften, technische herstellingen;

• onderhoud centrale stookinstallatie;

• centrale afvalcontainer (gewone vuilniszakken of PMD-zakken niet inbegrepen).

Het niet-gebruiken van één of meerdere van de diensten geeft geen aanleiding tot gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de dagprijs. Xxxxxxx van afwezigheid van de Bewoner, wordt geen korting of terugbetaling gedaan op de dagprijs.

Artikel 8.4: Optionele diensten, niet in de dagprijs inbegrepen

Onderstaande diensten (niet-limitatieve lijst) worden aangeboden aan de Bewoner en desgewenst door een woonassistent gecoördineerd. De bewoners kunnen er vrijblijvend en naar eigen keuze een beroep op doen. De prijs van deze diensten is niet inbegrepen in de dagprijs en zal worden aangerekend op basis van het effectieve gebruik/bestellen ervan:

• de kosten voor medische, paramedische en farmaceutische diensten;

• de kosten van de verpleegkundige verzorging, bijzondere hulp en eventueel verzorgingsmateriaal die door toedoen van de Beheersinstantie zouden worden verstrekt;

• de kostprijs van maaltijden ;

• onderhoud van de eigen assistentiewoning;

• abonnement en gebruikskosten digitale tv of andere speciale dienstverlening;

• abonnementen en communicatiekosten zoals telefonie, mobiele telefonie of andere speciale dienstverlening;

• verbruik diensten door de Bewoner zoals manicure, pedicure, kapper, kinesitherapie, logopedie, klusjesdienst, poetsdienst, enzovoorts;

• kostprijs van de goederen en levering van diverse aangeboden vaste en facultatieve zorg- en dienstverlening;

• klusjes- en hersteldienst;

• linnenservice;

• taxiservice;

• vervoerskosten, inkomprijzen, deelnamekosten, materialen gebruikt bij specifieke animatie,

culturele en andere programma’s;

• inrichtingswerken van de individuele assistentiewoning.

De kosten die voortvloeien uit het benutten of gebruiken van de diensten en leveringen van andere organisaties dan de Beheersinstantie, zullen meestal rechtstreeks tussen de dienstverlener van deze diensten en de Bewoner verrekend worden.

Artikel 8.5: Indexering

Deze prijzen zijn vatbaar voor herziening overeenkomstig de prijsreglementering naar goedkeuring door het FOD Economische Zaken. Deze prijswijzigingen worden vooraf kenbaar gemaakt aan de Bewoner met vermelding van de datum van toepassing. De dagprijs kan jaarlijks aangepast worden op 1 januari van elk jaar aan het cijfer van de Consumptieprijsindex en wel volgens volgende formule:

“basis dagprijs x nieuwe Consumptieprijsindex/aanvangsconsumptieprijsindex”

In deze formule is de aanvangsindex deze die opgenomen staat in het schrijven aan de FOD Economische Zaken. De nieuwe index is deze van de maand voorafgaand aan die van de indexverhoging. Indien het gebruik van de Consumptieprijsindex niet meer wettelijk verplicht is, zal de aanpassing van de dagprijs gebeuren op grond van evolutie van de index der consumptieprijs.

Artikel 8.6: Betalingsmodaliteiten

Maandelijks wordt een factuur opgesteld per flat, waarin de dagprijs samen met eventuele supplementaire kosten en voorschotten voor derden worden aangerekend.

Deze factuur vermeldt:

• de betrokken periode;

• het effectief aantal dagen x dagprijs genotsrecht van de afgelopen maand;

• het effectief aantal dagen x dagprijs service fee van de afgelopen maand;

Bij beëindiging van de overeenkomst, wordt een verrekening gemaakt op basis van de tijdens de laatste maand van het verblijf werkelijk aantal bewoonde dagen door de Bewoner, rekening houdende met de contractuele opzegtermijn en periode van niet-ontruiming.

Alle betalingen van de verblijfsovereenkomst gebeuren per domiciliëring op rekeningnummer XX00 0000 0000 0000 op naam van AW Pro vzw - “Residentie Farmacie”.

Hiertoe wordt het domiciliëringsformulier ondertekend.

De integrale dagprijs dient maandelijks betaald te worden uiterlijk 14 dagen na ontvangst van de factuur. U hebt tot de vervaldag het recht om uw bank te vragen uw rekening niet te debiteren. Alle bijkomende facultatieve diensten en extra kosten zijn betaalbaar na het verstrijken van de maand. De Beheersinstantie zal de factuur bezorgen aan de Bewoner of zijn vertegenwoordiger.

Bij overlijden van de Bewoner blijft de totale dagprijs volgend op het overlijden verschuldigd, voor elke dag dat de assistentiewoning niet werd ontruimd.

Bij tijdelijke afwezigheid blijft de totale dagprijs verschuldigd.

Voor elke som die niet betaald is of kon geïnd worden binnen de voorziene termijn, zal onmiddellijk van rechtswege en zonder ingebrekestelling een verwijlrente aangerekend worden van 12 % per jaar.

Daarenboven zal een som van 50 € per aanmaning worden aangerekend voor administratieve kosten en zullen alle kosten nodig voor het innen van de openstaande bedragen volledig verhaald worden op de Bewoner.

Op eenvoudige vraag van elke andere persoon die betrokken is bij de betaling, kan de Beheersinstantie een exemplaar van de factuur overhandigen. Op het einde van deze overeenkomst wordt een eindafrekening gestuurd naar de Bewoner of zijn vertegenwoordiger.

Indien er bij oplevering of nadien, discussies zijn over de infrastructuur van de wooneenheid of de gemene delen, kan dit nooit aanleiding zijn om de dagprijs niet of laattijdig te voldoen aan de beheersinstantie.

Deze is immers geen partij in zulke discussie en treedt enkel op als coördinator van de meldingen en draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor het oplossen van gemelde problemen, dan wel de communicatie hierrond.

Bij herhaaldelijke laattijdige - of niet-betaling, kan de beheersinstantie overgaan tot een trimestriële voorafbetaling. Vooraleer hiertoe over te gaan, zal de beheersinstantie de bewoner schriftelijk informeren.

Hoofdstuk 9: Waarborg

Als waarborg voor de naleving van de verplichtingen is door de Bewoner vóór het betrekken van de assistentiewoning een bedrag gestort gelijk aan 30 x dagprijs op een rekeningnummer aangegeven door de bank.

Bij het einde van deze overeenkomst zal de waarborgsom vermeerderd met de interesten, worden terugbetaald aan de Bewoner of zijn vertegenwoordiger, na aftrek van de reparatie- en schoonmaakkosten, en wanneer de Beheersinstantie heeft vastgesteld dat de Bewoner aan al zijn verplichtingen voortvloeiende uit onderhavige overeenkomst, heeft voldaan. Deze waarborgsom zal als vergoeding ingehouden worden voor veroorzaakte schade door de Bewoner. Dit wordt eveneens vooraf aan de Bewoner meegedeeld.

Hoofdstuk 10: Aanvang en duur van de overeenkomst

De verblijfsovereenkomst vangt aan op * en is aangegaan voor onbepaalde duur; deze overeenkomst vervangt alle voorgaande overeenkomsten, zoals huurovereenkomst, dienstverleningsovereenkomst, en dergelijke.

Artikel 10.1: Einde van de overeenkomst

Proefperiode

De eerste maand van het verblijf is voor beide partijen een proefperiode. Tijdens deze proefperiode kan de overeenkomst door beide partijen worden opgezegd mits het in acht nemen van een opzegperiode van zeven kalenderdagen.

Opzeg door de Bewoner

De Bewoner kan ten alle tijde de overeenkomst beëindigen, met inachtneming van een opzegtermijn van dertig kalenderdagen. Deze opzeg dient per aangetekend schrijven te gebeuren aan de Beheersinstantie. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag volgend op de postdatum van de aangetekende zending.

Bij overlijden of definitief vertrek van de Bewoner die samen met een andere Bewoner de flat deelde, blijft de assistentiewoning ter beschikking van de overblijvende Bewoner. Bij overlijden van de Bewoner of bij noodzakelijk vertrek omwille van medische redenen, moeten de meubelen, inboedel en persoonlijke bezittingen, worden afgehaald binnen de 5 (vijf) kalenderdagen na het overlijden of het vertrek. Gedurende deze periode blijft de dagprijs en de reële gemaakte kosten verschuldigd. In onderling overleg kan deze termijn verlengd worden. Indien de assistentiewoning voor het verstrijken van deze termijn ontruimd is en op voorwaarde dat de nieuwe Bewoner zijn intrek kan nemen, dient slechts de totale dagprijs betaald te worden tot op de dag voorafgaand aan de nieuwe bewoning.

Indien de assistentiewoning niet binnen een bepaalde termijn is ontruimd, kan de Beheersinstantie de assistentiewoning ontruimen en de persoonlijke bezittingen van de Bewoner opslaan. Daarvoor zullen de reëel aantoonbare opslagkosten en alle hieraan verbonden administratiekosten aan de nabestaanden of de vertegenwoordiger worden aangerekend.

De Beheersinstantie is gerechtigd de goederen, die drie maanden na de opslag niet zijn afgehaald, in het openbaar, volgens plaatselijk gebruik te verkopen, dan wel te doen vernietigen.

De opbrengst hiervan zal, na aftrek van de kosten van onder meer de kosten van opslag, ter beschikking worden gesteld van de Bewoner of zijn rechthebbenden.

Opzeg door de Beheersinstantie

De Beheersinstantie heeft het recht de verblijfsovereenkomst te beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van zestig kalenderdagen. Deze opzeg dient per aangetekend schrijven te gebeuren aan de Bewoner. De opzegtermijn gaat in op de eerste dag volgend op de datum van de aangetekende zending. De Beheersinstantie kan in onderstaande gevallen opzeggen:

• indien de Bewoner niet meer voldoet aan de criteria opgelegd door het woonzorgdecreet of, indien na advies van de behandelende geneesheer, de lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand van de Bewoner van die aard is dat de assistentiewoning niet meer of onvoldoende geschikt is om te beantwoorden aan de noden en dat een definitieve overplaatsing naar een passende instelling noodzakelijk is. Bij individueel akkoord kan de opzegtermijn worden verlengd of ingekort, afhankelijk van de tijd waarbinnen een passende instelling wordt gevonden. De Beheersinstantie verbindt er zich toe, in overleg met de Bewoner en de vertegenwoordiger, te zoeken naar een passend verblijf. De Bewoner verbindt er zich toe het eerstvolgende aanbod van een passend verblijf te aanvaarden;

• indien de Bewoner voor het aangaan van de overeenkomst onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt over essentiële feiten waardoor de Beheersinstantie deze overeenkomst niet zou hebben aangaan als zij wél over de juiste en volledige gegevens had beschikt;

• indien in andere gevallen bedoeld dan deze onder de twee vorige punten hierboven, er zich een zodanige situatie voordoet dat van de Beheersinstantie in redelijkheid niet kan gevergd worden dat zij de overeenkomst in stand houdt. Hierbij inbegrepen de gedragingen van de Bewoner die zwaar storend zijn voor de medebewoners of de voorziening zelf (dronkenschap, lastig vallen van medebewoners, diefstal, ongeremd seksueel gedrag, pesterijen, vandalisme, het niet-respecteren van het rookverbod, zware nalatigheid betreffende de verplichting tot betaling van de dagprijs). In dergelijke gevallen zal de Beheersinstantie voorafgaand een schriftelijke aanmaning zenden aan de Bewoner met de eis om, binnen de aanmaning gestelde termijn, de tekortkoming zoals omschreven in de aanmaning, te herstellen. Indien de Bewoner nog geen gevolg heeft gegeven aan de aanmaning, kan de Beheersinstantie overgaan tot beëindiging van de overeenkomst binnen zestig kalenderdagen.

▪ Indien de Bewoner niet wil verhuizen na het aanbieden van een gelijkwaardige assistentiewoning indien de Eigenaar (of een familielid tot in de tweede graad) wenst te wonen in diens

assistentiewoning. Onder gelijkwaardig wordt verstaan een assistentiewoning waarvan de totale dagprijs niet meer verschilt dan 10% ten aanzien van de in onderhavige overeenkomst bepaalde prijs, desgevallend aangepast in functie van de doorgevoerde indexactie.

De overeenkomst is geëindigd na definitieve ontruiming van de wooneenheid en na teruggave van alle bezittingen, zoals sleutels en badges, van de Beheersinstantie. Tot die datum blijven alle vergoedingen verschuldigd. Bij elke vorm van beëindiging wordt de flat proper en net achtergelaten door de Bewoner. Indien dat niet het geval is, zal de Beheersinstantie de flat laten poetsen op kosten van de Bewoner. Na het verstrijken van de opzegtermijn en het vinden van een passend verblijf, heeft de Beheersinstantie geen enkele verplichting meer om verdere dienstverlening te verstrekken aan de Bewoner.

De Beheersinstantie gaat een verbintenis aan om de verblijfsovereenkomst niet te verbreken, tenzij wegens overmacht of om redenen en volgens de procedure vermeld onder punt 9.3.

Woonvoorrangsrecht van de eigenaar

De Beheersinstantie zal binnen de wettelijke en decretale mogelijkheden ook rekening houden met de belangen en de wensen van de eigenaar, wanneer deze:

• Ofwel zijn assistentiewoning zelf wenst te bewonen,

• Ofwel een kandidaat-Bewoner wenst voor te dragen aan de Beheersinstantie.

Dit betekent concreet:

• Dat de eigenaar van zijn assistentiewoning deze bij leegstand onmiddellijk kan gaan bewonen indien hij verder aan alle voorwaarden voldoet zoals deze zijn bepaald in het Vlaamse Decreet, de interne afsprakennota, de overeenkomst voor het genotsrecht, de zorg- en dienstverlening en hij bovendien bereid is een dergelijke overeenkomst af te sluiten met de Beheersinstantie; De Beheersinstantie zal de eigenaar inlichten bij elke periode van leegstand waarna deze laatste over een termijn van 15 dagen beschikt om aan te geven of hij de assistentiewoning zelf zal bewonen of niet.

• Dat bij leegstand de eigenaar een kandidaat-bewoner mag voordragen voor zijn assistentiewoning en dat deze kandidatuur met voorrang zal behandeld worden; De Beheersinstantie zal de eigenaar inlichten bij elke periode van leegstand waarna deze laatste over een termijn van 15 dagen beschikt om aan te geven of hij een derde zal voordragen om de assistentiewoning te bewonen of niet.

Dat de Beheersinstantie het woonvoorrangrecht toepast indien dit door de eigenaar gevraagd wordt. Het woonvoorrangrecht is het recht om als eigenaar een assistentiewoning te bewonen, wanneer de eigenaar of een familielid tot in de tweede graad er nood aan heeft. Bij kennisgeving van de intentie tot uitoefening van dit woonvoorrangsrecht zal de Beheerinstantie in een eerste fase op zoek gaan naar een gelijkwaardige assistentiewoning voor de huidige bewoner van de assistentiewoning.

Zodra deze beschikbaar is, zal de Beheersinstantie de bewoner aanbieden te verhuizen. Deze bewoner kan niet weigeren wanneer de assistentiewoning qua dagprijs niet meer dan 10% afwijkt van de assistentiewoning waarvoor de eigenaar zijn woonvoorrangsrecht wenst uit te oefenen. Indien deze toch zou weigeren behoudt de Beheersinstantie zich het recht voor in de verblijfsovereenkomst om deze verblijfsovereenkomst met de bewoner te beëindigen. De eigenaar heeft evenwel steeds de mogelijkheid om te kiezen om zelf deze gelijkwaardige assistentiewoning te betrekken ten einde verder af te wachten tot zijn assistentiewoning beschikbaar is, weliswaar zonder daartoe verplicht te kunnen worden.

Uittredingsmodaliteiten

Bij het beëindigen van de overeenkomst zal de Beheersinstantie samen met de Bewoner een uittredende plaatsbeschrijving opmaken. De Bewoner betaalt de helft van de kosten van deze plaatsbeschrijving.

De Bewoner zal de assistentiewoning teruggeven in de staat waarin deze zich bevond bij intreding, met uitzondering van wat door ouderdom of overmacht is tenietgegaan of beschadigd. Hiertoe zal de Bewoner de assistentiewoning op zijn kosten laten herschilderen door de Beheersinstantie in standaard wit.

Alle schade die bij het einde van de overeenkomst wordt vastgesteld, dient door de Bewoner worden vergoed.

De Bewoner of zijn vertegenwoordiger verbindt er zich toe na het ontruimen van de assistentiewoning de sleutels en badges terug te geven. Bij verlies van de sleutels of de badges zal een kostenraming opgemaakt worden.

Hoofdstuk 11: Aansprakelijkheid en verzekeringen

Brand: het gebouw is verzekerd tegen brand en aanverwante risico’s, met afstand van verhaal tegenover de Bewoner.

Inboedel: de inboedel dient door de Bewoner zelf te worden verzekerd bij een in België erkende verzekeringsmaatschappij. De Bewoner zal een kopie hiervan overhandigen aan de Beheersinstantie.

Burgerlijke aansprakelijkheid personeel: schade die het personeel van de Beheersinstantie tijdens de uitoefening van haar functie aan de Bewoners zou veroorzaken, is verzekerd.

Zijn niet verzekerd: alle andere risico’s waaronder autoverzekering, inbraakverzekering, diefstal, etc.

De Bewoner verklaart, zonder enig voorbehoud, te verzaken aan elk verhaal tegen de Beheersinstantie wegens schade te wijten aan overmacht of fout van derden. De Beheersinstantie is niet verantwoordelijk voor het gemis in werking van de diensten en toestellen die de ter beschikking gestelde plaatsen bedienen, tenzij bewezen is dat, hoewel zij ervan op de hoogte was gesteld, de Beheersinstantie niet zo spoedig mogelijk alle in haar macht liggende maatregelen heeft genomen om de situatie te verhelpen.

De Bewoner ontslaat uitdrukkelijk de Beheersinstantie van elke aansprakelijkheid ingeval van diefstal of schade toegebracht aan zijn persoonlijke eigendommen.

Beheersinstantie, haar verantwoordelijke of personeel, kunnen op generlei wijze verantwoordelijk gesteld worden voor de persoonlijke ongevallen van de Bewoner, zijn familie of bezoekers, noch voor schade, vernieling, verdwijning of ontvreemding van persoonlijke bezittingen.

Hoofdstuk 12: Veranderingen en verfraaiingen

Het is de Bewoner niet toegelaten veranderingen of verfraaiingen toe te brengen aan de assistentiewoning zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de Beheersinstantie.

Hoofdstuk 13: Herstellingen en toezicht

De Bewoner zal de uitvoering van herstellingswerken door de syndicus, eigenaar en/of Beheersinstantie gedogen, zowel aan de gemeenschappelijke als aan de privatieve elementen, zonder schadevergoeding of vermindering van de verblijfskosten te kunnen vorderen.

Herstellingen en het onderhoud van de assistentiewoning zijn ten laste van de Bewoner, met uitzondering van die herstellingen die noodzakelijk zijn door ouderdom of overmacht; deze zijn ten laste van de eigenaar, tenzij zij veroorzaakt zijn door het verzuim van herstellingen tot onderhoud door de Bewoner.

De Bewoner zal aan de bevoegde personeelsleden van de Beheersinstantie steeds toegang verlenen tot de assistentiewoning.

Hoofdstuk 14: Controle van de lokalen door de eigenaar

De eigenaar heeft het recht om eenmaal per jaar zijn assistentiewoningen te bezichtigen om zich van de toestand te vergewissen. Hij dient dit minstens één week vooraf en schriftelijk te bevragen aan de Bewoner via de Beheersinstantie.

Bij de tekoopstelling van de assistentiewoning zal de Bewoner de vrije en volledige bezichtiging dienen toe te staan aan geïnteresseerden.

Hoofdstuk 15:Huisdieren

Mits toelating van de eigenaar en de Beheersinstantie worden gebruikelijke huisdieren gedoogd, voor zover hiermee geen overlast wordt veroorzaakt. Bij aanhoudende stoornis kan het dier verwijderd worden, na beslissing hiertoe genomen door de algemene vergadering bij volstrekte meerderheid van stemmen na een gemotiveerd verslag van de Beheersinstantie

Hoofdstuk 16: Roken in de residentie

In de garage alsook in alle andere gemeenschappelijke delen geldt een algemeen rookverbod. Het is de Bewoner enkel toegelaten te roken in de flat of in de rookzaal indien deze voorhanden is. De Bewoner verbindt er zich toe onder geen beding de brandveiligheid in gevaar te brengen.

Hoofdstuk 17: Beheer van gelden en goederen

De Beheersinstantie neemt geen gelden of goederen in bewaring.

Hoofdstuk 18: Volmacht bij overlijden

De Bewoner geeft hierbij aan de Beheersinstantie de volmacht om ingeval van overlijden, zijn persoonlijke bezittingen die zich in de woongelegenheid bevinden, tegen ontvangstbewijs ter hand te stellen aan: *.

Hoofdstuk 19: Bevoegde rechtbank

Alle betwistingen worden beslecht conform het Belgisch recht en behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbank van de plaats waar de assistentiewoning gelegen is.

Hoofdstuk 20: Slotbepalingen

Deze overeenkomst kan alleen gewijzigd worden met het uitdrukkelijk akkoord van beide partijen of hun vertegenwoordigers. Zij kan ook gewijzigd worden door nieuwe bepalingen die van rechtswege worden uitgevaardigd.

Indien één of meer bepalingen van deze overeenkomst, nietig, niet in overeenstemming met de erkenningsvoorwaarden, ongeldig of niet uitvoerbaar zouden zijn door welke omstandigheden ook en in het bijzonder door nieuwe en andere wettelijke bepalingen (vb. het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de groepen van assistentiewoningen), blijft deze overeenkomst voor zoveel als mogelijk gelden tussen partijen en zullen partijen te goeder trouw onderhandelen om de nietige, ongeldige of niet- uitvoerbare bepalingen te vervangen door de andere bepalingen die zo nauw mogelijk aansluiten bij de intentie van partijen en bij de strekking van de overeenkomst.

Voor de start van de bewoning wordt door de Bewoner een aantal documenten overhandigd conform de lijst in de onthaalbrochure.

Aldus in TWEEVOUD opgemaakte te Vosselaar op ***DD/MM/JJJJ***

Iedere partij verklaart door ondertekening ook een exemplaar van deze overeenkomst te hebben ontvangen.

Bewoner Vertegenwoordiger BEHEERSINSTANTIE

Voorafgegaan door handgeschreven ‘gelezen en goedgekeurd’ Voorafgegaan door handgeschreven ‘gelezen en goed-

gekeurd’

……………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………

Document Metadata

Table of Contents

Verblijfsovereenkomst

Document Metadata