Contract
AGENDAPUNT B / V / Vp | DATUM 30-6-14 | ORGANISATIEONDERDEEL Sociaal | |
CORR.NUMMER | B&W-VERGADERING 8-7-14 | VOORSTEL IN RAAD | BEHANDELEND AMBTENAAR X. Xxxxxxxxxxx / 350 4497 |
ONDERWERP COLLEGENOTA E-MAILADRES
Nadere kaders inkoop sociaal domein 2015 jeroen.hoenderkamp@maastricht. nl
MEE TE ZENDEN STUKKEN o openbaar
Samenwerkingsovereenkomst sociaal domein Maastricht- Heuvelland (laatste concept)
o openbaar na verzoek
o vertrouwelijk
STUKKEN TER INZAGE PARAAF DATUM
DOCUMENTBEHANDELING TOETSING CONCERNZAKEN DIRECTEUR/MANAGER GEMEENTESECRETARIS PORTEFEUILLEHOUDER
Samenvatting van het onderwerp
Collegenota
De decentralisaties sociaal domein leiden er toe dat er met dienstverleners afspraken gemaakt moeten worden voor dienstverlening op het terrein van jeugdhulp en jeugdzorg en ondersteuning bij maatschappelijke en arbeidsmatige participatie van mensen met beperkingen. Daarvoor zijn besluiten nodig op het gebied van procesafspraken over enerzijds het komen tot dinstverleningsovereenkomsten en anderzijds inhoudelijke samenwerking met partners.
Uw college heeft daarvoor met de nota “Xxxxxx invulling regie en opdrachtgeverschap sociaal domein” (maart 2014) kaders gesteld. In dat besluit heeft u aangekondigd om aanbieders nog voor het zomerreces van 2014 nader zicht te geven op de omzet die zij in 2015 kunnen verwachten. Dit om ervoor te zorgen dat aanbieders tijdig hun bedrijfsvoering kunnen inrichten, zodat zorgaanbod voor al onze klanten gewaarborgd is1 en onnodige werkgelegenheidseffecten worden vermeden.
In deze nota geeft u daaraan invulling door aanbieders een samenwerkingsovereenkomst voor te leggen en door nadere invulling te geven aan de financiële kaders voor het inkoopproces.
Beslispunten
1. Voor 2015 de via het proces van bestuurlijke aanbesteding in te kopen producten te beperken tot nieuwe gemeentelijke taken op het terrein van jeugd, Wmo 2015 en ‘grensvlakken’ van de Participatiewet, alsmede de Hulp bij het Huishouden
2. Instemmen met het afsluiten van bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst2 aan toekomstige dienstverleners, met als hoofdpunten:
a. Het betreft een overeenkomst met procedureafspraken om te komen tot individuele dienstverleningsovereenkomsten met partijen in het sociaal domein.
1 Sinds het vaststellen van deze collegenota (maart 2014) is deze continuïteit ook in de Wmo2015 geregeld. 2 Let op: in de bij de nota van 26 juni bijgevoegde versie van deze overeenkomst is de input uit het portefeuillehoudersoverleg en de digitale consultatieronde bij aanbieders (sluitingsdatum 27-6-14) nog niet
verwerkt. Een definitieve versie wordt uiterlijk 4 juli aangeleverd. De input van het PHO is wel in deze nota zelf verwerkt.
b. Het bevat de mogelijkheid tot aanvullende algemene inkoopvoorwaarden op specifieke gebieden, zoals basisomzet.
c. Het heeft een meerjarig karakter, zodat continue sturing op de transformatie van het sociaal domein mogelijk wordt gemaakt.
3. Instemmen met het toerekenen van de benodigde extra kosten voor de gemeentelijke organisatie (medewerkers, administratie, systemen) aan de nieuwe taken (en daartoe een percentage van 5% hanteren)
4. Bepalen dat klanten in beginsel bij hun zorgaanbieder blijven, tenzij de klant zélf wil veranderen van aanbieder, of de aanbieder in kwestie niet voldoet aan onze minimale eisen.
5. De intentie uitspreken het PGB als een adequaat alternatief vorm te geven, zowel uit het perspectief van klanten, als van aanbieders.
6. Instemmen met het voorleggen aan de pre-ontwikkeltafel van een korting op het budget vanwege nieuw aanbod en nieuwe aanbieders, bovenop de reeds vastgestelde rijkskortingen op het deelbudget sociaal domein
7. Instemmen met het stellen van (in ieder geval) de volgende voorwaarden aan de afspraken met aanbieders
a. Budget volgt klant
b. Inspanningsverplichting op meer resultaat per euro
8. Instemmen met het in overleg met betrokken aanbieders nader afstemmen van in ieder geval
a. Kwaliteit
b. Terugdringing administratieve lasten
c. Ontwikkeling van preventieactiviteiten een algemene voorzieningen
d. Mogelijkheden tot (meer) resultaatfinanciering
e. Invulling relatie gemeentelijke toegangsfunctie <> aanbieders
9. Opdracht geven een regeling te ontwerpen, waarmee vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven aanspraak kunnen maken op de nieuwe middelen
10. Informeren gemeenteraad (lokaal invullen) en aanbieders
Opmerkingen gemeentesecretaris
Besluit Burgemeester en Wethouders d.d.
BEHOREND BIJ COLLEGENOTA VAN DATUM CORRESPONDENTIENUMMER
Sociaal 30-6-14
A. Deze nota is in overleg met de volgende disciplines geconcipieerd: SoZa, Communicatie
B. Er is wel overeenstemming
Deze nota is behandeld in het PO Breed Sociaal van 23 juni 2014
KORTE INHOUD (GELIJKDUIDEND AAN VOORBLAD)
Nadere kaders inkoop sociaal domein 2015
1. Aanleiding.
Met nog ruim 6 maanden te gaan tot de invoering van de nieuwe taken in het sociaal domein zitten betrokken burgers en instellingen dringend te wachten op inzicht in wat deze ontwikkeling voor hen betekent. Omdat de Rijksoverheid erg laat is met het definitief bepalen van wet, regels en budget kunnen we als gemeente nog geen definitieve duidelijkheid geven. Nu alle wetten door de Tweede Kamer zijn en er meer duidelijkheid is omtrent het budget 2015, kunnen we als gemeente een eerste grofmazig inzicht geven.
Collegenota
Dit collegevoorstel is gericht op de inkoop van voorzieningen, de samenwerking met zorgaanbieders en een eerste budgettaire richting. Dit biedt duidelijkheid naar de betrokken instellingen maar ook naar burgers: Voor onze inwoners ontstaat duidelijkheid over hoe we continuiteit van bestaande voorzieningen willen bieden.
2. Relatie met bestaand beleid
De voorliggende nota is een eerste uitwerking van de in februari 2014 door de raad vastgestelde beleidsstukken, alsmede de collegenota “Nadere invulling regie en opdrachtgeverschap sociaal domein”, die het college in maart 2014 heeft vastgesteld.
Bij de uitwerking en invulling van voorliggende nota heeft daarnaast het college-akkoord WIJ Maastricht! een grote rol gespeeld. Binnen de reeds vastgestelde kaders is gezocht naar manieren om invulling te geven aan de lijnen die m.b.t. het sociale domein in dit akkoord worden uitgezet: continuïteit en zekerheid, ruimte voor vernieuwing, 2015 als overgangsjaar en partnerschap met aanbieders.
Deze nota betreft (slechts) een van de bouwstenen van onze gemeentelijke aanpak van de 3D’s en richt zich specifiek op aanbieders van zorg en ondersteuning.
Parallel aan deze nota worden u beleidsplan Wmo 2015, concept-verordeningen Wmo 2015 en Jeugd en een nota Inzet Passende Ondersteuning Sociaal 2015 voorgelegd.
Tenslotte wijzen we er op dat het proces mbt het onderdeel Jeugd zich afspeelt binnen de kaders van reeds eerder genomen besluiten en gemaakte afspraken. In het Regionaal Transitie- arrangement is het kortingspercentage van 20% (en de opbouw daarvan) reeds vastgesteld en zijn aparte afspraken gemaakt over het inkoopproces op de schaal van Zuid-Limburg. De hier voorgelegde invulling op de schaal van Maastricht-Heuvelland vormt hiervan een nadere uitwerking. Een aparte collegenota over de inkoop Jeugd Zuid-Limburg middels een Centrumgemeente constructie ligt parallel aan deze nota voor.
3. Xxxxxxx beleid en mogelijke opties
Conform de collegenota Nadere invulling regie en opdrachtgeverschap sociaal domein is in de afgelopen periode een proces van bestuurlijke aanbesteding opgestart. Als eerste stappen in dit proces zijn aanbieders geïnformeerd over het proces en de reeds vastgestelde kaders, is met aanbieders gesproken over de inhoud van een samenwerkingsovereenkomst en zijn met aanbieders de contouren van mogelijke collegetoezeggingen m.b.t. de omzet in 2015 verkend.
In uw besluit van maart 2014 heeft u immers aangekondigd om aanbieders nog voor het zomerreces van 2014 nader zicht te geven op de omzet die zij in 2015 kunnen verwachten. Dit om ervoor te zorgen dat aanbieders tijdig hun bedrijfsvoering kunnen inrichten, zodat zorgaanbod voor al onze burgers gewaarborgd is3 en onnodige werkgelegenheidseffecten worden vermeden.
Uitgangspunten bij dit laatste punt waren
-‐ Het garanderen van een voldoende aanbod aan zorg en ondersteuning
-‐ Binnen de financiële kaders
Collegenota
-‐ Voorwaarden scheppen voor het in 2015 voortbestaan van bestaande aanbieders
-‐ Mogelijkheden creëren voor nieuw aanbod, nieuwe aanbieders (waaronder vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatief) en marktverschuiving
-‐ Aanbieders zicht bieden op hun omzet in 2015.
Om nu verder te komen in het proces, dienen een aantal nadere kaders te worden geformuleerd. Op grond van de voorbereidingen wordt uw college hiertoe een aantal voorstellen gedaan. Deze zijn onderstaand toegelicht.
Voorstel 1
Voor 2015 wordt het proces van bestuurlijke aanbesteding beperkt tot de nieuwe taken jeugd, Wmo 2015, de ‘grensvlak’-taken vanuit de Participatiewet en de Hulp bij het Huishouden.
Toelichting: In maart 2014 heeft uw college besloten om een proces van bestuurlijke aanbesteding in te richten, gericht op de inkoop in het sociale domein. Het betreft een meerjarig proces, waarin voor 2015 de nadruk ligt op transitie. Als de transitie in de steigers staat, verschuift het accent naar transformatie. Het ‘nieuwe’ sociale domein is samengesteld uit nieuwe en bestaande gemeentelijke taken (een overzicht is bijgevoegd als Bijlage 1) Voorstel is om niet alle bestaande taken nu al onder de bestuurlijke aanbesteding te brengen. De bestaande sturing op deze bestaande taken is vooralsnog voor 2015 afdoende. Uitzondering vormt de Hulp bij het Huishouden, waar het als gevolg van grote Rijkskortingen wenselijk is om bestaande afspraken te kunnen doorontwikkelen in combinatie met nieuwe producten en sturingsvormen. Overigens is de inzet van onze gemeenten om in 2015 géén systeem- en beleidswijzigingen HbH door te voeren, maar dit jaar te gebruiken om de mogelijkheden hiertoe vanaf 2016 te verkennen. Eventueel te maken afspraken met HbH-aanbieders over inzet in 2015 zullen binnen deze kaders moeten liggen.
3 Sinds het vaststellen van deze collegenota (maart 2014) is deze continuïteit ook in de Wmo2015 geregeld.
Ook voor de Participatiewet geldt dat we vanuit de bestaande structuren voor 2015 de nodige sturing kunnen geven. Wel is het wenselijk om de mogelijkheid te creëren om – daar waar doelgroepen overlappen – tot gemixte financiering van producten te komen.
Voorstel 2
Alle aanbieders die voldoen aan minimale criteria op het gebied van inhoud, kwaliteit en goed werkgeverschap bijgaande samenwerkingsovereenkomst4 aan te bieden, waarin wordt vastgelegd dat we met hen tot afspraken willen komen en hoe dit proces eruit ziet en wat de inhoudelijke kaders zijn. Expliciet opnemen dat de gemeenten geen zaken zullen doen, met aanbieders die zich niet houden aan de Wet Normering Topinkomens. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de door de Gemeenteraad op 17 juni 2014 aangenomen motie dienaangaande.
Toelichting: Xxxxxxx dit voorstel maakt u bestaande aanbieders duidelijk, dat de 6 gemeenten niet de intentie hebben bestaande aanbieders buiten spel te zetten. Dit is enerzijds wenselijk vanuit het continuïteitsperspectief van aanbieders, maar vooral vanuit dat van burgers: uw college heeft immers de wens uitgesproken om burgers – indien mogelijk – de gelegenheid te bieden om hun bestaande ondersteuning bij hun bestaande aanbieder te continueren.
Met dit voorstel geeft u ook invulling aan uw inzicht om als gemeenten niet zelf de inhoudelijke vernieuwing voor te schrijven, maar deze in overleg met aanbieders vorm te geven. Zij hebben immers (wellicht meer dan gemeenten) inhoudelijke kennis van de nieuwe doelgroepen en het bestaande aanbod.
Collegenota
Xxxxxxx dit voorstel maakt u tevens duidelijk dat u dusdanig hecht aan steun voor de inhoudelijke beweging, aan kwaliteit en aan goed werkgeverschap (waaronder conformering aan de Wet Normering Topinkomens), dat u deze 3 thema’s vormgeeft als minimale toetredingsvoorwaarden.
Overigens zijn er op dit moment geen signalen dat bestaande aanbieders vanuit deze minimale eisen buiten de boot zullen vallen.
Xxxxxxxx 0
Xxxxxxxx van vaste kortingspercentages per domein
Toelichting: In de nota van maart 2014 is bepaald hoe per domein een kortingspercentage voor 2015 zal worden bepaald. Inmiddels kunnen enkele percentages worden ingevuld, omdat het Rijk budgettaire duidelijkheid ten aanzien van 2015 heeft verschaft en omdat we (meer) zicht hebben op de wenselijke ontwikkelingen in de betreffende domeinen. We stellen de volgende maximale kortingspercentages voor, waarbij de PM bedragen worden behandeld in de derde pre-ontwikkeltafel.
Daarbij is de verwachting dat deze posten op het terrein van begeleiding en Hulp bij het Huishouden groter zullen zijn, dan bij kortdurend verblijf, beschermd wonen en inloop GGZ. Daarmee wordt de openheid gehouden tussen een expliciet dan wel impliciet budget voor nieuw aanbod/ nieuwe aanbieders. Aan het impliciete budget dienen eenduidige afspraken te worden verbonden op grond waarvan budgetoverheveling naar andere aanbieders mogelijk is.
Tenslotte wordt een percentage voor risico’s voorgesteld, dat is gebaseerd op het risico dat de gemeenten lopen vanwege het open einde karakter van de regelingen (in relatie tot historische groeicijfers) en het onzekere karakter van transitie en transformatie. Dit risico beperkt zich tot de
4 Let op: in de bij de nota van 26 juni bijgevoegde versie van deze overeenkomst is de input uit het portefeuillehoudersoverleg en de digitale consultatieronde bij aanbieders (sluitingsdatum 27-6-14) nog niet verwerkt. Een definitieve versie wordt uiterlijk 4 juli aangeleverd. De input van het PHO is wel in deze nota zelf verwerkt.
nieuwe taken. Voor jeugd hebben we dat in het RTA op 5% geraamd. Omdat de risico’s in de Wmo 2015 wat kleiner zijn5, ramen we het hier op 3%.
2015 | Rijkskorting | Korting mbt risico en uitvoering | Middelen tbv nieuw aanbod/ nieuwe aanbieders | Totaal |
Jeugd6 | 3% | 5%+5% | 7% | 20% |
Begeleiding individueel | 11% | 5%+3% | ++PM% | 19+PM% |
Begeleiding groep | 11% | 5%+3% | ++PM% | 19+PM% |
Kortdurend verblijf | 0% | 5%+3% | +PM% | 8+PM% |
Beschermd Wonen | 0% | 5%+3% | +PM% | 8+PM% |
Inloop GGZ | 0% | 5%+3% | +PM% | 8+PM% |
Hulp bij het Huishouden | nvt7 | 0%+0% | ++PM% | PM% |
Perspectief 2018
De transformatie heeft een sterk meerjarig karakter. Daarom is een voorzichtige doorkijk naar 2018 op zijn plaats. Temeer vanwege de toenemende rijkskortingen en de opgaaf van deze transformatie om te komen tot doelmatiger dienstverlening. In het jaar 2018 wordt verwacht dat in het bijzonder op de gebieden jeugd, hulp bij de huishouding en begeleiding het beschikbare budget het meest zal afnemen.
Voorstel 4
Collegenota
Toerekenen van extra gemeentelijke kosten aan de nieuwe taken. Hiertoe een percentage van 5% hanteren.
Toelichting: In de collegenota van maart 2014 heeft u bepaald dat aanbieders waarmee afspraken worden gemaakt een korting op hun budget krijgen als dekking voor de gemeentelijke uitvoeringskosten (kosten van consulenten, beleidsmedewerkers, administratie, systemen/ict, etc). Dit omdat de middelen voor uitvoering door de Rijksoverheid als onderdeel van de nieuwe middelen worden beschouwd. Vastgesteld kan evenwel worden, dat voor de gemeentelijke kosten bij bestaande taken reeds middelen zijn bestemd uit bestaande budgetten. Het is derhalve onwenselijk dat de aanvullende uitvoeringskosten ook ten laste komen van deze budgetten (vooral het budget voor de Hulp bij het Huishouden).
De 3 decentralisaties leiden ertoe dat de doelgroep van de 6 gemeenten in Maastricht-Heuvelland groeit met 7.000-8.000 mensen. Deze mensen dienen allemaal op een adequate manier en volgens de nieuwe principes te worden bediend. Een eerste inschatting van de extra kosten maken duidelijk dat hiervoor ongeveer 5% van de nieuwe middelen nodig zijn. Dit percentage is eerder gehanteerd in het Regionaal Transitiearrangement Jeugd. Voor de goede orde vermelden we daarbij dat het hier geen creatie van extra bureaucratie betreft, maar vooral een verschuiving van dienstverlening naar ‘de voorkant’. Deze verschuiving is een belangrijk uitgangspunt in de in februari 2014 door de gemeenteraden vastgestelde beleidskaders.
5 De risico’s bij jeugd zijn hoger vanwege de hoge historische groei, de doorverwijsbevoegdheid van huisartsen, specialisten en rechters en doordat een relatief fors deel intramurale capaciteit betreft, die minder flexibel is, waardoor kostprijsdaling wellicht soms moeilijker te realiseren is.
6 De inkoop van jeugd voor 2015 loopt via een separaat traject op het niveau van de 18 Zuid-Limburgse
gemeenten (voor een toelichting zie xxx.xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx.xx)
7 Parallelle besluitvorming m.b.t. het budget HbH loopt via het Beleidsplan Wmo 2015.
Voor de goede orde zij vermeld dat de kosten van de totale uitvoeringsstructuur/’voorkant’ hoger kunnen liggen dan voornoemde 5%. Het bouwen aan zo’n sterke voorkant (sociale teams) is immers een van de uitgangspunten in de gemeentelijke beleidskaders. In de collegenota van maart is evenwel al vastgelegd dat de bij het vullen van deze voorkant voor 2015 vaak wordt geopteerd voor detachering.8 Dit om bestaande aanbieders te accommoderen en om gemeenten ruimte te geven om te ‘leren’ welke functionaliteiten, expertise, competenties en capaciteit er nu echt nodig zijn.
Uitgangspunt hierbij is wel dat – ook in 2015 – de toegangsfunctie zoveel mogelijk onafhankelijk van aanbieders wordt vormgegeven.
Dit voorstel is congruent met het voorstel rond Inzet Passende Ondersteuning Sociaal Domein 2015, dat gelijk met voorliggende nota aan uw college wordt voorgelegd.
Voorstel 5
We zetten in op continuïteit van zorgleverancier, tenzij burgers zelf willen wisselen
Toelichting: Uw college wordt voorgesteld om bestaande gebruikers van zorg en ondersteuning in 2015 in principe hun zorg bij hun bestaande aanbieder te laten continueren, tenzij de gebruiker zélf aangeeft liever naar een andere aanbieder over te stappen. In de collegenota van maart 2014 heeft u reeds het belang van continuïteit onderstreept. Sindsdien is dit door de wetgever in de Wmo 2015 verder bevestigd, door hiertoe een wettelijke opgave te bepalen én financiële ruimte te scheppen. Tevens is ons gebleken dat voor aanbieders continuïteit van hun bestaande cliënten reeds een flinke mate van bedrijfszekerheid biedt. Tenslotte heeft u continuïteit van zorgaanbod met betrekking tot de Jeugdwet reeds vastgelegd in het Regionaal Transitiearrangement Jeugd.
Uiteraard weegt de keuzevrijheid van de burger zwaarder dan het belang van de zorgaanbieder. Xxxxxxx die zélf willen veranderen van aanbieder, hebben daartoe uiteraard de gelegenheid.
Collegenota
Hiermee wordt inhoud gegeven aan de in het College-akkoord vastgelegde wens tot meer cliëntsturing.
Of deze invulling van de wettelijke en bestuurlijke wens tot continuïteit ook na 2015 op deze wijze wordt ingevuld, is een vraag die in de nadere beleidsontwikkeling in 2015 moet worden beantwoord.
Voorstel 6
We sturen op een uitgebalanceerde PGB markt
Toelichting: In de door de Raad vastgestelde beleidskaders is bepaald dat we Persoonsgebonden Budgetten blijven aanbieden, omdat dit kan bijdragen aan de eigen kracht en regie van burgers. Vanuit het perspectief van deze nota kan daaraan worden toegevoegd, dat het continueren van de PGB-markt ook van belang is om grote verschuiving in de markt, alsmede tariefstijgingen te voorkomen. Dit zou tevens kunnen leiden tot extra administratieve lasten en beheerskosten bij de gemeente(n), omdat alle PGB´s op individueel niveau moeten worden beheerd. Om die reden wordt uw college voorgesteld te bepalen dat wordt gezorgd voor een PGB-vormgeving en tariefstellling die ook vanuit het perspectief van aanbieders in balans is.
Dit voorstel garandeert tevens dat de markt goed toegankelijk blijft voor kleine nieuwe partijen met een aantrekkelijk aanbod.
Dit voorstel in deze nota heeft een pendant in de parallel voorliggende concept-verordeningen maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp. Deze zullen op hun beurt nader worden uitgewerkt in nadere regels.
Voorstel 7
We stellen nadere financiële voorwaarden aan dienstverleningsovereenkomsten 2015
8 Detachering is dus een van de producten waarvoor raamafspraken gemaakt zullen worden in het kader van de bestuurlijke aanbesteding.
Toelichting: middels de samenwerkingsovereenkomst wordt vastgelegd aan welke inhoudelijke en kwaliteitskaders aanbieders moeten voldoen om in beginsel een contract met de gemeente te mogen sluiten. Op grond van bovenstaande financiële opgave zijn daarbij een tweetal financiële voorwaarden te formuleren:
Budget volgt burger
U geeft als college de met deze nota meer zicht op de budgetten die instellingen in 2015 kunnen verwachten. Achter de hier gedane voorstellen, schuilt de aanname dat aanbieders grosso mode eenzelfde aantal cliënten zullen behouden. Die aanname is echter geen zekerheid: burgers hebben keuzevrijheid, verschuivingen tussen producten en aanbieders zijn wenselijk en hetzelfde geldt voor een eventuele vermindering van de vraag naar ondersteuning. Waar aanbieders te maken krijgen met een terugloop aan cliënten, zullen zij te maken (moeten) krijgen met een naar rato terugloop van middelen.
Inspanningsverplichting op meer ondersteuning per euro
Collegenota
Als gevolg van het Rijksbeleid worden aanbieders geconfronteerd met grote budgetkortingen. Deze worden door onze lokale beleidskeuzes noodgedwongen nog iets verhoogd, omdat wij een transformatie op gang moeten brengen om te voorkomen dat onze burgers straks zonder passende ondersteuning zitten. Het valt niet uit te sluiten dat de kortingen tot een mindere dienstverlening kunnen leiden. Dat wil niet zeggen dat minder dienstverlening in de zin van minder ondersteuning een verkeerde beweging is. Integendeel, want die beweging ligt in lijn met het principe om van individueel maatwerk naar preventie te verschuiven. Maar dat is wel ‘plan b’. ‘Plan a’ is in te zetten op goedkopere dienstverlening. We stellen u voor om de kostprijzen van ondersteuning te normeren, waarbij we aanbieders de gelegenheid bieden in vier gelijke stappen hun kostprijs in vier jaar tot de gewenste niveaus terug te brengen.
Gekoppeld aan bovenstaande strategie is het uitgangspunt dat minder budget niet hoeft te betekenen dat er minder mensen geholpen worden. We sturen dan ook op meer resultaat per euro. We stellen u voor om dit als resultante van het transformatieproces te beschouwen. Aanbieders worden door de bezuinigingstaakstelling immers gedwongen om op zoek te gaan naar doelmatiger en doeltreffender dienstverlening. De marktwerking en het ondernemerschap komen het meest tot hun recht als hieraan geen aanvullende voorwaarden worden gesteld dan de inspanningsverplichting zelf. De insteek van de gemeenten is dat aanbieders in 2015 met hun lagere budget de bestaande klanten en de nieuwe instroom de vereiste ondersteuning zullen bieden.
Voorstel 8
We overleggen met aanbieders over een gezamenlijke ontwikkeling en invuling van draaiknoppen
Toelichting:
De in deze nota (opnieuw) verwoorde opgave voor de bestaande aanbieders is groot. Zij moeten met (soms fors) minder middelen een prestatie leveren, die niet evenredig in omvang is bij te stellen.
Deze opgave is voor alle ondertekenaars van de samenwerkingsovereenkomst helder (ook nu al) en zij hebben de intentie om er aan mee te werken. Vanuit deze constructieve houding kunnen we als gemeente(n) het overleg aangaan met onze aanbieders over mogelijkheden om de opgave inhoudelijk vorm te geven. Daartoe richten we – op grond van de samenwerkingsovereenkomst – zogenaamde ontwikkeltafels in. Uw college wordt voorgesteld om in deze ontwikkeltafels een aantal onderwerpen uit te werken. Met dit voorstel worden niet op voorhand de uitkomsten van zo’n tafel omarmd. Wel kondigt u ermee aan dat u serieus naar de uitkomsten zult kijken en er slechts met goede redenen vanaf zult wijken. De momenteel (onder andere) in te richten tafels hebben betrekking op:
1) Kwaliteit: hoe komen we tot een kwaliteitskader dat meer dan nu aansluit bij effecten en de beleving van burgers, terwijl anderzijds mogelijkheden tot productvernieuwing ontstaan?
2) Terugdringen administratieve lasten: hoe verminderen we bureaucratische rompslomp, waardoor er meer tijd en aandacht is voor daadwerkelijke ondersteuning van burgers?
3) Xxxxx preventieve activiteiten en algemene voorzieningen zijn wenselijk?
4) Welke mogelijkheden staan ons ter beschikking om stappen te zetten richting resultaatgefinancierde dienstverlening?
5) Welke inhoudelijke overwegingen kan de gemeente hanteren bij de afstemming van de toegangsfunctie? Welke stappen kunnen aanbieders bij bestaande klanten al zelf zetten? Hoe zorgen we voor goed aansluitende processen en systemen?
Voorstel 9
Een regeling ontwikkelen, op grond waarvan vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven middelen kunnen ontvangen voor activiteiten die bijdragen aan de 3d-doelstellingen.
Toelichting: De nieuwe taken worden momenteel uitgevoerd door professionele aanbieders. Het is expliciet de bedoeling om ook nieuwe aanbieders met nieuw aanbod te laten toetreden, uiteraard gericht op doelmatiger en doeltreffender dienstverlening. Daarvoor worden bij het voorstel over kortingspercentages dan ook middelen gereserveerd. Het is daarbij wenselijk dat deze middelen tenminste ten dele worden besteed aan vrijwilligers-/burgerinitiatieven. Daarbij past een ander ‘inkoopregime’ dan bij professionele aanbieders: de subsidieregeling.9
Tenslotte
Collegenota
De voorliggende nota heeft betrekking op het inkooptraject in het sociale domein op het niveau van de 6 gemeenten in Maastricht-Heuvelland. De inkoop van jeugdtaken maakt hiervan onderdeel uit. Zoals u weet wordt momenteel gewerkt aan een nadere invulling van de inkoop van jeugdtaken op het niveau van de 18 Zuid-Limburgse gemeenten (de structurele inkoop van de 7 zware taken uit de Jeugdwet en wellicht de eenmalige effectuering van het Regionale Transitiearrangement). Er zal voor gezorgd (moeten) worden dat beide trajecten goed op elkaar aansluiten. Conform de huidige stand van het inzicht, is deze aansluiting te realiseren.
7. (Duurzame) aanbestedingen.
Heel de aanpak van de 3 decentralisaties in Maastricht-Heuvelland is gericht op het realiseren van een duurzame sociale infrastructuur. De gekozen vorm van bestuurlijke aanbesteding en de daarbinnen ontwikkelde samenwerkingsoverkomst, draagt daarin bij aan duurzame samenwerkingsrelaties.
9. Financiën
Dit voorstel behelst een stap in de inkoop van dienstverlening sociaal domein voor 2015. Uiteindelijk zal dit proces resulteren in inkoop ter hoogte van vele tientallen miljoenen. Raad en college hebben daarbij vastgelegd dat de uitgaven in 2015 niet hoger mogen zijn dan de door het Rijk daartoe ter beschikking te stellen middelen. In dit voorstel wordt dit vertaald in de kortingspercentages.
Garanties zijn daarbij niet te geven, daar het gaat om open einde regelingen. .
10. Voorstel
1. Voor 2015 de via het proces van bestuurlijke aanbesteding in te kopen producten te beperken tot nieuwe gemeentelijke taken op het terrein van jeugd, Wmo 2015 en ‘grensvlakken’ van de Participatiewet, alsmede de Hulp bij het Huishouden
9 Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat dit kan worden vormgegeven als een ‘Tender’ onder de eveneens in uw college voorliggende Regeling Vrijwilligerssubsidies.
2. Instemmen met het afsluiten van bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst aan toekomstige dienstverleners, met als hoofdpunten:
a. Het betreft een overeenkomst met procedureafspraken om te komen tot individuele dienstverleningsovereenkomsten met partijen in het sociaal domein.
b. Het bevat de mogelijkheid tot aanvullende algemene inkoopvoorwaarden op specifieke gebieden, zoals basisomzet.
c. Het heeft een meerjarig karakter, zodat continue sturing op de transformatie van het sociaal domein mogelijk wordt gemaakt.
3. Instemmen met het toerekenen van de benodigde extra kosten voor de gemeentelijke organisatie (medewerkers, administratie, systemen) aan de nieuwe taken (en daartoe een percentage van 5% hanteren)
4. Bepalen dat klanten in beginsel bij hun zorgaanbieder blijven, tenzij de klant zélf wil veranderen van aanbieder, of de aanbieder in kwestie niet voldoet aan onze minimale eisen.
5. De intentie uitspreken het PGB als een adequaat alternatief vorm te geven, zowel uit het perspectief van klanten, als van aanbieders.
6. Instemmen met het voorleggen aan de pre-ontwikkeltafel van een korting op het budget vanwege nieuw aanbod en nieuwe aanbieders, bovenop de reeds vastgestelde rijkskortingen op het deelbudget sociaal domein
7. Instemmen met het stellen van (in ieder geval) de volgende voorwaarden aan de afspraken met aanbieders
a. Budget volgt klant
b. Inspanningsverplichting op meer resultaat per euro
8. Instemmen met het in overleg met betrokken aanbieders nader afstemmen van in ieder geval
a. Kwaliteit
b. Terugdringing administratieve lasten
Collegenota
c. Ontwikkeling van preventieactiviteiten een algemene voorzieningen
d. Mogelijkheden tot (meer) resultaatfinanciering
e. Invulling relatie gemeentelijke toegangsfunctie <> aanbieders
9. Opdracht geven een regeling te ontwerpen, waarmee vrijwilligersorganisaties en burgerinitiatieven aanspraak kunnen maken op de nieuwe middelen
10. Informeren gemeenteraad (lokaal invullen) en aanbieders
11. Vervolg / Planning.
Met de voorliggende nota wordt een vervolgstap gezet in het proces om te komen tot individuele dienstverleningsovereenkomsten. Dit wordt gebaseerd op nadere kaders en algemene afspraken die in de komende periode middels ontwikkelingstafels met partners worden uitgewerkt.
12. Communicatie.
De nadruk ...
De strekking/hoofdpunten uit de nota moeten worden gedeeld met zorgaanbieders in de regio. We plaatsen de nota op de subregionale website, waar zorgaanbieders deze kunnen vinden. Daarnaast wordt er ook aandacht aan besteed in de eerste digitale nieuwsbrief van de subregio die iets na 8 juli voor het eerst verschijnt.
Het doel is meer helderheid te geven over wat aanbieders voor 2015 mogen verwachten. Nadruk ligt op continuïteit en gezamenlijk optrekken. Grote schokken of marktwerking worden vermeden met het
oog op het belang van de inwoner van. Het college wil met deze keuze juist inzetten op kansen voor inwoners. Zodat mensen in 2015 niet buiten de boot vallen.
Communicatie naar inwoners en intermediairs
Rond 9 juli wordt er een brief van het Rijk aan gebruikers van de Cer-(Compensatie eigen risico) regeling wordt verwacht. Daarin staat dat de regeling wordt afgeschaft door het Rijk, maar dat gemeenten hier een regeling voor kunnen treffen. De verwachting is dat dit nieuwe vragen bij inwoners zal oproepen. Vandaar dat de communicatie in die en de daarop volgende week er vooral op is gericht om die vragen te beantwoorden en vragers zoveel mogelijk naar gepaste communicatiemiddelen te verwijzen. Ook zorgaanbieders worden gevraagd bij vragen door te verwijzen naar de gemeentelijke communicatiemiddelen. Dit om misverstanden te voorkomen.
Daarnaast zal er een bericht op de regionale website Maastricht-Heuvelland worden geplaatst over en met de brief. Vragen en antwoorden hierover worden in de rubriek Vraag en Antwoord op de homepage opgenomen. Gemeenten zullen op hun homepage hiernaar verwijzen /een link plaatsen en/of zelf publiceren.
Media
Collegenota
Een persbericht over de inkoopvoorwaarden en de samenwerkingsovereenkomst is vooral interessant voor zorgaanbieders. In combinatie met andere collegenota's en landelijke ontwikkelingen in dezelfde week kan dit verwarring opwekken. Vandaar dat er een bijeenkomst met de media zal zijn om de verschillende gebeurtenissen en beslissingen uit te leggen en te duiden.
Bijlage 1 Overzicht nieuwe en bestaande taken Wmo 2015 en Jeugdwet
Onderstaand overzicht is niet limitatief of volledig, maar beoogt een inzicht te geven in de inhoud van de taken
Jeugdwet
Bestaande taken
-‐ Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus en schoolartsen)
-‐ Centrum Jeugd en Gezin
-‐ Jeugdwelzijn
Nieuwe taken
-‐ toegangstaken voor de geïndiceerde jeugdzorg
-‐ ambulante jeugdzorg, open en semiresidentiële zorg
-‐ pleegzorg
-‐ crisishulp
-‐ justitieel kader: jeugdbescherming (JB) en jeugdreclassering (JR)
-‐ advies- en meldpunt kindermishandeling
-‐ kindertelefoon
-‐ begeleiding, persoonlijke verzorging en het bijbehorende kortdurende verblijf
-‐ AWBZ zorg voor verstandelijk beperkte (Vb) jeugdigen tot 18 jaar (met uitzondering van verblijfszorg voor vb-jeugd die dit levenslang nodig hebben)
-‐ geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-ggz)
Collegenota
-‐ gesloten jeugdzorg (JeugdzorgPlus)
Wmo 2015
Bestaande taken
-‐ Welzijnsbeleid
-‐ Vrijwilligersbeleid
-‐ Ondersteuning mantelzorgers
-‐ Maatschappelijke en vrouwenopvang
-‐ Woonvoorzieningen
-‐ Vervoersvoorzieningen
-‐ Rolstoelen en scootmobielen
-‐ Hulp bij het Huishouden
Nieuwe taken
-‐ Individuele begeleiding van mensen met lichamelijke, verstandelijke, psychicshe en zintuigelijke beperkingen
-‐ Dagbesteding voor mensen met lichamelijke, verstandelijke, psychicshe en zintuigelijke beperkingen
-‐ Kortdurend verblijf (paar dagen per week opname in instelling, om mantelzorgers te ontlasten)
-‐ Beschermd wonen voor mensen met psychische problemen