VERZEKERING
VERZEKERING
MOTO
ALGEMENE VOORWAARDEN ACTEL
045/0027 - 01.2017
Actel is een merk van P&V Verzekeringen cvba (0058).
Opgepast :
Ga na in de bijzondere voorwaarden van uw verzekeringscontract welke de waarborgen zijn die u heeft onderschreven. Alleen de hoofdstukken met betrekking tot de gekozen waarborgen zijn van toepassing.
INHOUDSTAFEL
1. ALGEMENE VOORWAARDEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID MOTO (MODELOVEREENKOMST KB VAN 14/12/1992 – WET VAN 21/11/1989 )
Begripsomschrijvingen
HOOFDSTUK 1 : Voorwerp en omvang van de verzekering
HOOFDSTUK 2 : Beschrijving en wijziging van het risico. Mededelingen van de verzekeringsnemer. HOOFDSTUK 3 : Betaling van de premies - Verzekeringsbewijs
HOOFDSTUK 4 : Mededelingen en kennisgevingen
HOOFDSTUK 5 : Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief HOOFDSTUK 6 : Schadegevallen en rechtsvorderingen
HOOFDSTUK 7 : Verhaal van de maatschappij
HOOFDSTUK 8 : Duur – vernieuwing – schorsing – einde van de overeenkomst HOOFDSTUK 9 : Indexatie
HOOFDSTUK 10 : A posteriori personalisatiestelsel
HOOFDSTUK 11 : Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen HOOFDSTUK 12 : Aanvullende bepalingen
2. BIJSTAND MOTO
Begripsomschrijvingen
HOOFDSTUK 1 : Voorwerp van de overeenkomst HOOFDSTUK 2 : België en Groothertogdom Luxemburg HOOFDSTUK 3 : Buitenland
HOOFDSTUK 4 : Territoriale uitgestrektheid HOOFDSTUK 5 : Uitsluitingen
3. RECHTSBIJSTAND MOTO
Begripsomschrijvingen
HOOFDSTUK 1 : Territoriale uitgestrektheid
HOOFDSTUK 2 : Aangifte van schadegeval – Rechten en Verplichtingen HOOFDSTUK 3 : Welke schadegevallen zijn gedekt?
HOOFDSTUK 4 : Vrije keuze van een advocaat of een expert
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
HOOFDSTUK 5 : Verzekerde prestaties – Betaling van de lasten, kosten en honoraria HOOFDSTUK 6 : Geschil
HOOFDSTUK 7 : Informatieplicht HOOFDSTUK 8 : Rechten tussen verzekerden HOOFDSTUK 9 : Verjaring
HOOFDSTUK 10 : Uitsluitingen
1. ALGEMENE VOOR- WAARDEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID MOTO (MODELOVEREENKOMST KB VAN
14/12/1992 – WET VAN 21/11/1989 )
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Verzekerde:
Iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is.
Maatschappij:
De verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt.
Verzekeringsnemer:
De persoon die de overeenkomst met de maatschappij sluit.
Benadeelden:
De personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook hun rechtverkrijgenden.
Omschreven voertuig:
• het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is; al wat eraan gekoppeld is wordt beschouwd als een deel ervan.
• De niet-aangekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is.
Schadegeval:
Ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst.
Verzekeringsbewijs:
Het document zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Het verzekeringsvoorstel:
het formulier dat uitgaat van de maatschappij en door de verzekeringsnemer moet worden ingevuld met het doel de maatschappij in te lichten over
de aard van de verrichting en over de feiten en de omstandigheden die voor haar gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
HOOFDSTUK 1
Voorwerp en omvang van de verzekering
Artikel 1
Met deze overeenkomst dekt de maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de
burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven rijtuig in België veroorzaakt schadegeval.
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Unie, in Bosnië-Herzegovina, in de vorstendommen Andorra en Monaco,
in Vaticaanstad, in IJsland, in Liechtenstein, Noorwegen, in Xxxxxxxx, xx Xxx-Xxxxxx, xx xx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, in de Republiek Servië, in de voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië, in Zwitserland,
in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3 § 1, van de wet van 21 november 1989.
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door
de maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het
grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft
voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet verleent.
Indien het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden
kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelden die geen onderdanen zijn
van een lidstaat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land
op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenstelbaarheid voorziet. De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op openbare of privé-terreinen.
Artikel 2
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven rijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde dan schiet de maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijk borg tot ten hoogste € 61.973,38 voor het omschreven rijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de maatschappij. Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de maatschappij op te heffen, moet de verzekerde
op verzoek van de maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing. Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot de betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten
in straf-zaken, dan is de verzekerde gehouden de maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Artikel 3
Personen van wie de Burgerlijke Aansprakelijkheid gedekt is
1. Gedekt wordt de burgerlijke aansprakelijkheid van:
• De verzekeringsnemer ;
• De eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven rijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd ;
• De werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aansprakelijkheid
zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het omschreven rijtuig hebben verschaft is echter niet gedekt.
2. Wanneer het omschreven rijtuig toevallig om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang, of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd.
In afwijking van artikel 8.1 wordt de dekking eveneens uitgebreid tot de schade aan het gesleepte rijtuig.
Artikel 4
1. De dekking van deze overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringsnemer alsmede van diens echtgenoot(ote) en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om
een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of
van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder:
a) van een motorrijtuig dat aan een derde toebehoort en voor hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven rijtuig, indien het motorrijtuig gedurende een periode
van maximum 30 dagen het omschreven rijtuig, dat om welke reden ook tijdelijk of definitief onbruikbaar zou zijn, vervangt. De voornoemde periode gaat in de dag waarop het omschreven rijtuig onbruikbaar wordt. Wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is , is de dekking verworven voor de gemachtigde bestuurder van
het omschreven rijtuig alsook voor zijn echtgenoot(xxx) en kinderen , indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of van burgerrechtelijke aansprakelijke voor de bestuurder;
b) van een aan derden toebehorend motorrijtuig, dat zij toevallig zouden besturen, zelfs terwijl het omschreven rijtuig in gebruik is. Wanneer de verzekeringsnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de bestuurder van het omschreven rijtuig van wie de identiteit
in de bijzondere voorwaarden vermeld is, alsook voor zijn echtgenoot(ote) en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder.
Onder « derden » in de zin van dit artikel wordt verstaan, elke andere persoon dan:
• de verzekeringsnemer van deze overeenkomst en, indien de verzekeringsnemer een rechts- persoon is, de bestuurder bedoeld in (a) of (b)
• zijn echtgenoot(xxx)
• zijn bij hem inwonende kinderen
• de eigenaar of de houder van het omschreven rijtuig zelf.
2. Deze uitbreiding van de dekking wordt als volgt beperkt:
a) wanneer het omschreven rijtuig een tweewieler of driewieler is, kan de uitbreiding van de dekking in geen geval slaan op een rijtuig op vier of meer wielen ;
b) de onder 1.b) van dit artikel bepaalde uitbreiding van de dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven rijtuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen betaling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goederen is uitgerust of wanneer de verzekeringsnemer of de eigenaar van het omschreven rijtuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtuigen.
Wanneer het omschreven rijtuig het voorwerp uitmaakt van een huur-, leasing-, of een gelijkaardige overeenkomst, blijft de in 1.b) bepaalde uitbreiding van de dekking van toepassing voor de verzekeringsnemer, wanneer laatstgenoemde niet zelf de in 2.b) opgesomde activiteiten uitoefent.
3. In zoverre de benadeelden vergoeding hebben verkregen voor hun schade:
• ofwel krachtens een verzekeringsovereenkomst die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt waartoe het gebruikte rijtuig aanleiding geeft;
• ofwel krachtens een andere door de bestuurder gesloten
verzekeringsovereenkomst die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt.
is de uitbreiding van de dekking van toepassing:
• wanneer de verzekeraar die één van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal neemt op de verzekerde in de gevallen bepaald in artikel 25.3 c) en 25.4 van deze overeenkomst of in de hierin niet bepaalde gevallen behoudens indien de verzekerde vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld;
• wanneer de verzekeringsnemer van één van de voornoemde overeenkomsten aan de verzekerde een verzoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in één van de hierboven opgesomde gevallen.
4. De dekking van deze overeenkomst strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekeringsnemer
alsook van zijn echtgenoot(xxx) en zijn kinderen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of verduisterde rijtuig dat vervangen werd door het omschreven rijtuig, wanneer:
a) de diefstal of de verduistering bij de maatschappij aangegeven werd binnen 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de verzekeringsnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering;
b) het gestolen of verduisterde rijtuig bij de maatschappij verzekerd was.
Artikel 5
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
Verzekerde bedragen
Voor wat betreft de schade voortvloeiend uit de lichamelijke letsels is de dekking onbeperkt. Evenwel, vanaf de inwerkingtreding van het
Koninklijk Besluit bedoeld in artikel 3 § 2 alinea 2 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen gewijzigd door de wet van 12 januari 2007 (Belgisch Staatsblad van 7 maart 2007), zal de waarborg beperkt worden tot het bedrag vermeld in dat Koninklijk Besluit.
Voor wat betreft de stoffelijke schade is de waar- borg beperkt tot het bedrag van 100 miljoen EUR per schadegeval. Evenwel, voor de persoonlijke kleding en goederen is de waarborg beperkt tot 2.478,94 EUR per vervoerde persoon.
Artikel 6
In afwijking van artikel 8.1 vergoedt de maatschappij de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van
de binnenbekleding van het omschreven rijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
Artikel 7
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten :
1. • de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft ;
• de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het recht op schadevergoeding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon tot het beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde.
2. De bestuurder van het verzekerde rijtuig voor zijn materiële schade, wanneer hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen.
De bestuurder van het verzekerde rijtuig kan evenwel aanspraak maken op de vergoeding van zijn materiële schade, zelfs indien hij geen lichamelijke letsels heeft opgelopen, wanneer de aansprakelijkheidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd rijtuig.
Artikel 8
Zijn van de verzekering uitgesloten
1. schade aan het verzekerd rijtuig, behoudens wat bij artikel 3.2, 2de lid, bepaald is;
2. schade aan de door het verzekerd rijtuig vervoerde goederen, behoudens wat bij artikel 5 a, bepaald is;
3. schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het rijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
4. schade die voortvloeit uit de deelname van het verzekerd rijtuig aan snelheids-, regelmatigheids-, of behendigheidsritten of –wedstrijden waartoe van overheidswege verlof is verleend;
5. schade die vergoed wordt overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake kernenergie.
HOOFDSTUK 2
Beschrijving en wijziging van het risico. Mededelingen van de verzekeringsnemer.
Artikel 9
1. De verzekeringsnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die
hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschap- pij niet wordt geantwoord, bijvoorbeeld op
de vragen in de verzekeringsaanvraag, en de maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.
Dit is eveneens het geval indien de maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevulde verzekeringsaanvraag heeft gesloten.
2. Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
3. Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen de termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij
van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Indien de maatschappij echter het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Artikel 10
In de loop van de overeenkomst heeft de verzekeringsnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 9.1, de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de
omstandigheden aan te geven die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
1. Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de maatschap- pij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voor- waarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien het voorstel tot wijzi- ging van de overeenkomst wordt geweigerd door de verzekeringsnemer of indien, bij het verstrijken van een termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de over- eenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
2. Wanneer in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die
vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen.
Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen één maand na de aanvraag tot vermindering door de verzekeringsnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
HOOFDSTUK 3
Betaling van de premies - verzekeringsbewijs
Artikel 11
Zodra de dekking van de overeenkomst aan de verzekeringsnemer verleend wordt, geeft de maatschappij hem een verzekeringsbewijs
waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt. In alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de verzekeringsnemer onmiddellijk het verzekeringsbewijs aan de maatschappij terugsturen.
Artikel 12
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de maatschappij of van elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
Artikel 13
De maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen indien
de verzekeringsnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of per aangetekende brief. De schorsing van de dekking of de opzegging gaan in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte bij de post van de aangetekende brief.
Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de verzekeringsnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of
gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
Wanneer de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het eerste lid; in dat geval wordt de opzegging, ten vroegste de 15de dag te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig lid 1 en 2. De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog
te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de verzekeringsnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de
maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
HOOFDSTUK 4
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
Mededelingen en kennisgevingen
Artikel 14
De voor de maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan één van haar zetels in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. De voor de verzekeringsnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de maatschappij gekende adres.
HOOFDSTUK 5
Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief
Artikel 15
Indien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de verzekeringnemer van deze aanpassing in kennis minstens 90 dagen voor die vervaldag. De verzekeringnemer mag eventueel
de overeenkomst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Door deze
opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarvervaldag.
De in het vorige lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle maatschappijen.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de bepaling van artikel 26.
HOOFDSTUK 6
Schadegevallen en rechtsvorderingen
Artikel 16
Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen de 8 dagen nadat het is
voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de maatschappij of aan elke met dat doel in de
bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplichting rust op alle verzekerden van wie de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
De aangifte van de schade moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden vermelden.
De verzekeringsnemer en de overige verzekerden verschaffen de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige documenten.
Voor zover mogelijk wordt de aangifte gedaan op het formulier dat de maatschappij ter beschikking stelt van de verzekeringsnemer.
Artikel 17
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden
aangewezen persoon bezorgd worden binnen de 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
Artikel 18
Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de
plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelden te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Die tussenkomsten van de maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen. De definitieve schadeloos-
stelling of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de verzekeringsnemer meegedeeld.
De maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vordering die de verzekerde kunnen toebehoren.
Artikel 19
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de maatschappij, is haar niet tegenwerpbaar. Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste gedeeltelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
Artikel 20
De maatschappij betaalt de in hoofdsom verschul- digde schadevergoeding ten belope van de dekking. De maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkings- grenzen de intresten op de in hoofdsom verschul- digde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover de kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
Artikel 21
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen. De maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 18 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
Artikel 22
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
Zij heeft het recht om de schadevergoeding te betalen wanneer zij dit aangewezen acht. Wanneer de maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde te gepaster tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij
al dan niet het door de maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
Artikel 23
De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vaststelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechtskosten in strafzaken zijn niet ten laste van de maatschappij.
HOOFDSTUK 7
Verhaal van de maatschappij
Artikel 24
Wanneer de maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld in artikel 25. Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en intresten die de maatschappij dient te betalen. Het bedrag van het verhaal is integraal indien de voornoemde bedragen niet hoger zijn dan € 10.411,53. Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot beloop van de helft van de voornoemde bedragen wanneer die hoger zijn dan € 10.411,53, met een minimum van € 10.411,53 en een maximum van € 30.986,69.
Artikel 25
1. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringsnemer:
a) wanneer de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
b) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico bij het sluiten of in de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
c) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de verzekeringsnemer kunnen verweten worden; het bedrag van het verhaal is dan beperkt tot
€ 247,89 (niet geïndexeerd).
Er kan geen verhaal uigeoefend worden wanneer de overeenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de artikelen 9 en 10.
2. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde, dader van het schadegeval:
a) die het schadegeval opzettelijk heeft veroor- zaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
b) die het schadegeval veroorzaakt heeft door één van de volgende gevallen van grove schuld: rijden in staat van dronkenschap of in een gelijkaardige toestand die het gevolg is van het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken;
c) indien het rijtuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplichting of een verduistering; dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
3. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de verzekeringsnemer is:
a) wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of wedstrijd, waartoe van overheidswege geen verlof is veleend;
b) wanneer, op het ogenblik van het schadegeval het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat rijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van
het recht om te sturen vervallen verklaard is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet
toegepast wanneer de persoon die het rijtuig bestuurt in het buitenland aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het rijtuig te besturen en niet onderhevig is aan een in België lopend rijverbod, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
c) wanneer het omschreven rijtuig dat onder- worpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als
het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding “verboden tot het verkeer” zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na herstelling naar het keuringsstation rijdt.
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
d) wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is of wanneer het vervoer van personen in strijd is met reglementaire of contractuele bepalingen.
Indien het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is, is het bedrag van het verhaal evenredig aan de verhouding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werkelijk vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Voor het berekenen van het aantal vervoerde personen komen kinderen beneden de vier jaar niet in aanmerking; kinderen van vier tot volle vijftien jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid.
In geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaarden, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde schadevergoedingen uitgeoefend, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Niettemin kan de maatschappij geen verhaal nemen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan
in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
4. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of op de burgerrechtelijk aansprakelijke in de gevallen bedoeld in artikel 33 wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelden.
5. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de in artikel 19 vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd. In ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de maatschappij schade geleden heeft, onverminderd de toepassing van artikel 24.
6. De maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaal kan niet uigeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft. In ieder geval kan slechts verhaal worden uitgeoefend
indien en in de mate waarin de maatschappij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
HOOFDSTUK 8
Duur – vernieuwing – schorsing – einde van de overeenkomst
Artikel 26
De duur van de overeenkomst is maximum één jaar. Op het einde van de eerste verzekeringsperiode wordt de overeenkomst dan stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door één van de partijen tenminste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
Artikel 27
De maatschappij kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 26;
2. in geval van opzettelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst;
3. in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de omschrijving van het risico bij het sluiten van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 9 en in geval van verzwaring van het risico, zoals bepaald in artikel 10;
4. in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 13;
5. wanneer het aan de technische controle onderworpen rijtuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs of wanneer het rijtuig niet beantwoordt aan de “Algemene Reglementen op de technische eisen van de motorrijtuigen”;
6. na ieder aangegeven schadegeval, indien de verzekeraar de schadeloosstellingen, met uitzondering van deze zoals bedoeld in artikel 39 van onderhavig contract, heeft betaald of zal moeten betalen maar uiterlijk één maand na de uitbetaling van de schadevergoeding.
Deze opzegging wordt ten vroegste drie maanden na de dag van de betekening van kracht.
Zij kan evenwel van kracht worden één maand na de dag van de betekening ervan, indien
de verzekeringsnemer, de verzekerde of de begunstigde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met
de bedoeling de verzekeraar te misleiden, op voorwaarde dat deze bij een onderzoeksrechter een klacht met burgerlijke partijstelling heeft ingediend tegen één van deze personen of hem voor het vonnisgerecht heeft gedagvaard, op basis van artikelen 193, 196, 197, 496 of 510 tot 520 van het strafwetboek.
De verzekeraar moet de schade als gevolg van die opzegging vergoeden indien hij afstand doet van zijn vordering of indien de strafvordering uitmondt in een buitenvervolgingstelling of een vrijspraak
7. in geval van publicatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze aansprakelijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
8. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 30;
9. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen
of overlijden van de verzekeringsnemer, overeenkomstig de artikelen 31 en 32.
Artikel 28
De verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen:
1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 26;
2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding;
3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief, overeenkomstig artikel 15;
4. in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrekking van de toelating van de maatschappij;
5. in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in artikel 10;
6. wanneer tussen de datum van het sluiten van de overeenkomst en de aanvangsdatum een termijn van meer dan één jaar verloopt.
Deze opzegging dient betekend, uiterlijk drie maanden voor de aanvangsdatum van de overeenkomst;
7. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 30.
Artikel 29
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 13, 15 en 26, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte bij de post.
De opzegging van de overeenkomst door de maatschappij na aangifte van een schadegeval wordt van kracht bij de betekening ervan, wanneer de verzekeringsnemer, of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de maatschappij
te misleiden.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de maatschappij terugbetaald.
Artikel 30
Wanneer het omschreven rijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het rijtuig in bezit neemt.
Artikel 31
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
In geval van faillissement van de verzekeringsnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
De maatschappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeggen ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring; de curator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maanden die volgen op de faillietverklaring.
Artikel 32
In geval van overlijden van de verzekeringsnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele
van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de maatschappij om de overeenkomst op te zeggen, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid.
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid, binnen drie maanden en veertig dagen na het overlijden.
Indien het omschreven rijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de verzekeringsnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel.
Deze erfgenamen of legataris kunnen evenwel de overeenkomst opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het rijtuig werd toebedeeld.
Artikel 33
In geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig zijn volgende bepalingen van toepassing:
1. Betreffende het nieuwe rijtuig
De dekking blijft aan de verzekerde verworven:
• gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom van het omschreven rijtuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen rijtuig;
• na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing bij de maatschappij op de laatste premievervaldag, onder voorbehoud van
de bepalingen van artikel 37 betreffende de premie-indexatie.
Indien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen het overgedragen rijtuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de maatschappij, is de overeenkomst geschorst en wordt artikel 34 toegepast.
Deze schorsing van de overeenkomst is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de maatschappij prorata temporis verworven tot op het ogenblik
dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
2. Betreffende het overgedragen rijtuig behalve bromfiets
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
• blijft de dekking verworven aan de verze- keringsnemer, zijn echtgenoot(ote) en kinderen die bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om te sturen hebben bereikt, indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg;
• heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde, wanneer de schade berokkend wordt door een andere verzekerde dan degenen die hiervoor vermeld zijn, en dit indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deel- neemt onder de kentekenplaat die het voor de overdracht droeg.
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen vervalt deze dekking tenzij de overeen-
komst, mits schriftelijke instemming van de maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon.
3. Betreffende de bromfietsen
Aanvullend bij 1., blijft de dekking verworven, doch enkel ten voordele van de benadeelde persoon en op voorwaarde dat geen enkel andere verzekering hetzelfde risico dekt, voor de schade veroorzaakt door elke bromfiets voorzien, met toelating van de titularis, van de provinciale plaat afgeleverd op grond van het door de maatschappij afgegeven attest, voor zover het schadeberokkend feit zich heeft voorgedaan vóór het einde van het op de plaat vermelde jaar.
Behoudens schriftelijk akkoord van de maat- schappij wordt de overeenkomst niet overgedra- gen ten voordele van de nieuwe eigenaar van de overgedragen bromfiets.
4. In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven rijtuig
De onder 1., 2. en 3. omschreven bepalingen zijn eveneens van toepassing in geval van beëindi- ging van de rechten van de verzekeringsnemer op het omschreven rijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst, onder meer een leasingovereenkomst.
Artikel 34
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de verzekeringsnemer die het omschreven of enig ander rijtuig in het verkeer brengt, daarvan medede- ling doen aan de maatschappij.
De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaarlijkse premieverval- dag, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premie-indexatie.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerst- volgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maanden voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen, dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
De verzekeringsnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
Artikel 35
Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de verzekeringsnemer de maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie prorata temporis aan de maatschappij verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling wordt gedaan.
HOOFDSTUK 9
Indexatie
Artikel 36
Opgeheven door artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende
algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende
• door de bedieners van een door de wet erkende eredienst;
• door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal De premie schommelt op elke jaarlijkse premie- vervaldag volgens de hierboven vermelde gra- denschaal in functie van het aantal schadegeval- len en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor de maatschappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelden een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan 9 maand en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
5. Werkingswijze van het mechanisme
De verplaatsingen geschieden volgens het volgend mechanisme:
a) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met één graad,
b) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval.
6. Beperkingen aan het mechanisme
• ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden 0 of 22 nooit overschreden worden;
• de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
7. Verbetering van de graad
Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een verzekeringsnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die eruit voort- vloeien, respectievelijk aan de verzekeringsnemer terugbetaald of door de maatschappij opgeëist.
Het door de maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke intrest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd
is. Deze intrest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
8. Verandering van rijtuig
De verandering van rijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad.
9. Opnieuw van kracht worden
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
10. Verandering van maatschappij
Indien de verzekeringsnemer vóór het sluiten van de overeenkomst door een andere maatschappij verzekerd werd met toepassing van het a posteriori personalisatiestelsel,
is hij verplicht aan de maatschappij de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
11. Attest in geval van opzegging van de overeenkomst
Binnen 15 dagen van de opzegging van de overeenkomst deelt de maatschappij aan de verzekeringsnemer de inlichtingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
12. In een ander land van de Europese Gemeenschap eerder onderschreven overeenkomst
Indien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een overeenkomst gesloten had overeenkomstig de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste 5 verzekeringsjaren voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
De verzekeringsnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
HOOFDSTUK 11
Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Artikel 39
1) Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechtheb- benden en voortvloeiend uit lichamelijke
letsels of het overlijden, vergoed door de maatschappij overeenkomstig artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade.
Slachtoffers die een onverschoonbare fout hebben begaan die de enige oorzaak was van het ongeval kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
Enkel de opzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn, is onverschoonbaar.
Het bewijs van onverschoonbare fout is niet toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan 14 jaar.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsver- zekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken.
2) De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk.
3) Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
4) Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing behalve de artikelen 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk 1 (Voorwerp en omvang van de verzekering).
de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. | |||
Artikel 37 | |||
Opgeheven door artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en van het koninklijk besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. HOOFDSTUK 10 A posteriori personalisatiestelsel | |||
Artikel 38 | |||
1. Toepassingsgebied De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor het vervoer van zaken waarvan de MTM niet hoger ligt dan 3,5 t, met uitzondering van motorrijtuigen die krachtens het Koninklijk Besluit van 3 februari 1992 tot vaststelling van de tariefnormen die van toepassing zijn op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen niet onderworpen zijn aan het a posteriori personalisatiestelsel. 2. De gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies | |||
Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 | Graden | Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100 |
22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 | 200 160 140 130 123 117 111 105 100 95 90 85 81 77 | 8 7 6 5 4 3 2 1 0 -1 -2 -3 -4 -5 | 73 69 66 63 60 57 54 54 54 54 54 54 54 54 |
3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een rijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11. Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het rijtuig wordt gebruikt: a) voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeids- plaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk beroepsgebruik dan de hierna bedoelde; b) voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend: • door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerkstelt (worden beschouwd als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt); • door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen |
Wat hoofdstuk 7 (Verhaal van de maatschappij) betreft, heeft de maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 25.1 a), 25.3 b) en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft, in 25.3 d) bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in
alle andere in artikel 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is.
Voor de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk 10 (a posteriori personalisatiestelsel) wordt de betaling die in uitvoering van 1) is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging op de gradenschaal indien,
op grond van de regels van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De maatschappij moet de aanspra- kelijkheid van de verzekerde bewijzen.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 16, alinea 1, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de verzekeringsnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
HOOFDSTUK 12
Aanvullende bepalingen
Artikel 40
Een vrijstelling van 148,74 (niet geïndexeerd) wordt toegepast voor elk schadegeval dat zich heeft voorgedaan tijdens het besturen van het rijtuig door een persoon van minder dan 23 jaar. Deze vrijstelling is niet van toepassing wanneer het omschreven rijtuig bestuurd wordt door een
garagehouder of hersteller aan wie de verzekerings- nemer het rijtuig heeft toevertrouwd in het kader van hun beroepsactiviteit.
Artikel 41
De verzekeringsnemer heeft de keuze tussen de jaarlijkse of de maandelijkse betaling van de premie.
Als hij kiest voor een maandelijkse betaling, zal niet afgeweken worden van het beginsel dat de verzekeringspremie jaarlijks en vooraf te betalen is.
De bepalingen van artikel 34 van de modelovereenkomst zullen in het onderhavige geval eveneens in acht genomen worden.
Artikel 42
Als het omschreven rijtuig tot de tariefcategorie ‘particulier gebruik of particulier gebruik en weg van en naar het werk’ behoort, overeenkomstig de verklaringen van de verzekeringsnemer, is het de verzekerde toegestaan kosteloos een lichte aanhangwagen in verkeer te stellen, voor zover:
• de maximale last van 750 kg van de aanhangwagen niet overschreden wordt;
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
• deze aanhangwagen de nummerplaat draagt van het omschreven rijtuig, zoals vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 43
Voor de berekening van de te betalen premie, wordt ondermeer rekening gehouden met elementen
als leeftijd, geslacht en eerste woonplaats van de gebruikelijke bestuurder. Ingeval de gebruikelijke bestuurder verandert of een andere woonplaats gekozen wordt, is de verzekeringsnemer verplicht de maatschappij hiervan in kennis te brengen binnen de 30 dagen. In dat geval zal de
maatschappij de premie aanpassen overeenkomstig haar bij de overheidsinstanties ingediende tarieven, zoals zij van kracht waren bij de laatste jaarlijkse vervaldatum. Als ten gevolge van een schadegeval,
mocht blijken dat de verzekeringsnemer zich niet aan deze verplichting gehouden heeft, zullen de artikels 24 en 25 van de modelovereenkomst van toepassing zijn voor wat het verhaalrecht betreft.
Artikel 44
Voor ongevallen die in België zijn gebeurd, heeft de verzekerde recht op een vervangingsvoertuig voor de duur van de herstellingen gedurende maximum 10 dagen indien het voertuig toevertrouwd
wordt aan één van de herstellers die door de maatschappij erkend zijn om de herstellingen uit te voeren en op voorwaarde dat het voertuig niet als totaal verlies verklaard wordt en in het geval u niet aansprakelijk bent voor het ongeval en de maatschappij de vergoeding kan betalen in het
kader van de RDR overeenkomst voor rekening van de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij.
2. BIJSTAND MOTO
De algemene voorwaarden van de modelovereen- komst voor de verplichte aansprakelijkheidsver- zekering inzake motorrijtuigen zijn van toepassing op de hierna omschreven waarborgen, in de mate dat de artikels er niet van afwijken
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Verzekeringsnemer:
De natuurlijke persoon die in België verblijft of de rechtspersoon die er over een maatschappelijke zetel of bedrijfszetel beschikt, die onder het merk ACTEL een polis Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid Auto heeft afgesloten, en waarvan de identiteit vermeld staat in deze overeenkomst.
Gewaarborgde gebeurtenis:
Een verkeersongeval waarbij het omschreven rijtuig of zijn inzittenden betrokken zijn gedurende een verplaatsing in een verzekerd land tijdens
de geldigheidsperiode van de waarborg van de overeenkomst.
Omschreven rijtuig:
• het in de bijzondere voorwaarden omschreven motorrijtuig en zijn aanhangwagen van minder dan 750 kg;
• het motorrijtuig dat een derde toebehoort en het omschreven rijtuig vervangt gedurende een
periode van maximaal 30 dagen te rekenen vanaf de dag dat het omschreven rijtuig onbruikbaar is geworden;
• het gelijkaardig rijtuig dat een derde toebehoort en bij gelegenheid bestuurd wordt door een verzekerde.
Wij:
De maatschappij die de bijstand verzekert is P&V Verzekeringen cvba,, toegelaten onder het codenummer 0058.
De bijstandsprestaties worden voor onze rekening uitgevoerd door IMA Benelux, met zetel Square des Conduites d’Eau 11/12, 4020 Luik. De
bijstandverlener IMA Benelux ontvangt de oproepen en organiseert de hulpverlening.
Bagage:
De bagage zijn de persoonlijke bezittingen met zich meegenomen voor eigen gebruik tijdens de verplaatsingen.
Worden niet beschouwd als bagage : met name toestellen zoals boten, motorrijtuigen en
zweefvliegtuigen , dieren, handelswaren, materiaal
i.v.m. onderzoek en wetenschap, bouwmaterialen, alle soorten meubels, eetwaren aan bederf onderhevig, brandstof buiten de vaste tank, enz.
HOOFDSTUK 1
Voorwerp van de overeenkomst
De overeenkomst heeft tot doel de meest geschikte middelen in te roepen om de gewaarborgde bijstand te verlenen aan de begunstigden van de overeenkomst wanneer zich een verzekerd voorval voordoet.
XXXXXXXXX 0
Xxxxxx en Groothertogdom Luxemburg
Omvang van de waarborg wanneer het verzekerde voorval zich voordoet in België of in het Groothertogdom Luxemburg:
Artikel 1
Slepen
Wij organiseren en nemen voor onze rekening het slepen van het geïmmobiliseerde rijtuig, ongeacht
uw aansprakelijkheid, naar een garage van uw keuze dicht bij uw woonplaats.
Artikel 2
Repatriëring van de passagiers
Wij organiseren en nemen voor onze rekening de terugkeer naar uw woon- of werkplaats in België, alsmede die van de kosteloos vervoerde
passagiers, behalve zij die verpleegkundige zorgen nodig hebben en ten laste zijn genomen door de openbare hulpdiensten.
Wij zullen alle middelen inroepen die hiertoe en in de omstandigheden van dat ogenblik passend lijken.
Artikel 3
Vervangwagen
Indien het omschreven rijtuig geïmmobiliseerd is, stellen wij u een vervangwagen categorie B ter beschikking in afwachting van de besluiten van de studie over de aansprakelijkheden. Na 2 dagen zal een beslissing genomen worden over
de aansprakelijkheden en zal, in samenspraak met de maatschappij, de wagen onmiddellijk moeten worden terugbezorgd. Als u in recht bent en als de schade aan het omschreven voertuig kan vergoed worden in het kader van de RDRovereenkomst voor rekening van de tegenpartij, dan kan u
over een vervangwagen beschikken tijdens de herstellingsduur, met een maximum van 5 dagen.
Artikel 4
Verzending van boodschappen
Indien u dit wenst kunnen wij ook boodschappen doorgeven aan naaste familieleden of aan uw werkgever, die verband houden met het ongeval en met de reeds getroffen maatregelen.
HOOFDSTUK 3
Buitenland
Omvang van de waarborg wanneer het verzekerde voorval zich niet voordoet in België of in het Groothertogdom Luxemburg.
Indien het omschreven rijtuig geïmmobiliseerd is ten gevolge van een verkeersongeval, kunt u genieten van volgende bijstandsprestaties:
Artikel 5
Slepen
Behalve als het ter plaatse hersteld kan worden, organiseren wij en nemen voor onze rekening het slepen van het geïmmobiliseerde rijtuig, ongeacht uw aansprakelijkheid, naar de dichtstbijzijnde garage.
Indien ze dit wensen, worden ook de passagiers naar deze garage vervoerd.
Artikel 6
Bijstand ter plaatse
1. Ofwel kan het rijtuig in minder dan 6 uur hersteld worden (volgens het barema van de constructeur), en moet het niet langer dan 5 dagen geïmmobiliseerd worden in afwachting van de herstelling.
In dat geval betalen wij aan de passagiers van het omschreven rijtuig tot een maximumbedrag van € 247,89 (alles inbegrepen):
a) het hotelverblijf alsook het heen- en terugvervoer tussen de garage en dit hotel;
b) de vervoerskosten tot aan de verblijfplaats van uw keuze in de buurt (bijv. bij een familielid
of een kennis), alsook de terugkeer naar het rijtuig na herstelling.
Deze prestaties worden verleend ook al zou blijken dat het rijtuig uiteindelijk niet ter plaatse kan hersteld worden.
2. Ofwel kan het rijtuig, volgens de hersteller, niet binnen de 5 dagen in verkeer worden gesteld en duurt de herstelling langer dan 6 uur (volgens het barema van de constructeur).
In dat geval organiseren wij en nemen voor onze rekening de repatriëring van het rijtuig naar de garage van uw keuze in de buurt van uw verblijfplaats in België, behalve als u beslist het rijtuig ter plaatse te laten herstellen.
Dan hebben de passagiers van het rijtuig de keuze:
a) als beslist wordt het rijtuig ter plaatse te laten herstellen:
• ofwel wordt gewacht tot de herstellingen voltooid zijn en wordt u een vervangwagen ter beschikking gesteld tot het einde van de herstellingen, maar gedurende maximum
5 dagen, ofwel komen we tussen voor een maximum van € 495,79, alles inbegrepen om de passagiers onderdak te bieden of ze te laten vervoeren naar een verblijfplaats van hun keuze en vervolgens, naar het herstelde rijtuig;
• ofwel wordt beslist niet te wachten tot de herstellingen voltooid zijn en wordt de
repatriëring van de passagiers geregeld naar hun gebruikelijke verblijfplaats in België, waarbij ze een vervoerbewijs ter beschikking wordt gesteld of, voor maximum een
gelijke kost en voor maximum 48 uur, een huurwagen.
Als de herstellingen voltooid zijn stellen wij de verzekeringsnemer of elke andere door hem aangestelde persoon, een vervoer- bewijs ter beschikking of sturen wij een chauffeur ter plaatse om het herstelde rijtuig op te halen.
b) als beslist wordt over te gaan tot de repatriëring van het rijtuig of het ter plaatse achter te laten: de repatriëring van de passagiers naar hun gebruikelijke verblijfplaats in België wordt geregeld waarbij een vervoer- bewijs of, voor maximum een gelijke kost, een huurwagen ter beschikking wordt gesteld voor de terugkeer en voor maximum 48 uur.
Artikel 7
Repatriëring van de bagage en van de huis- dieren
Wij brengen de bagage en de huisdieren terug die u zelf niet heeft kunnen meenemen bij uw terugkeer, voor zover u niet gewacht heeft tot de herstellingen voltooid waren.
Artikel 8
Verzenden van onderdelen of voorschieten van de prijs ervan.
Als bepaalde onderdelen die onontbeerlijk zijn voor het rijklaar maken van het rijtuig niet ter plaatse kunnen gevonden worden en voor zover ze in België verkrijgbaar zijn, regelen wij de verpakking en de verzending ervan tot een maximum van
€ 495,79, alles inbegrepen. Wij schieten u ook het geld voor om deze onderdelen aan te kopen. U verbindt er zich toe ons dit voorschot terug te betalen bij onze eerste aanvraag of uiterlijk bij uw terugkeer in België.
Deze prestatie wordt echter niet toegekend als de kosten voor verpakking en verzending van de onderdelen hoger liggen dan de waarde van het rijtuig op het tijdstip van uw aangifte.
Artikel 9
Bewaring van het rijtuig.
Wij nemen de bewaringskosten van het rijtuig ten laste vanaf de datum waarop de beslissing tot repatriëring genomen wordt tot de datum van de eigenlijke repatriëring, tot een maximumbedrag van
€ 61,97.
Artikel 10
Achterlaten van het rijtuig.
Als beslist wordt het wrak achter te laten op de ‘schroothoop’, vergoeden wij:
1. hetzij de kosten voor het ter plaatse achterlaten van het rijtuig, alsmede de bewaringskosten vóór het achterlaten, tot een maximumbedrag van
€ 61,97 alles inbegrepen
2. hetzij de kosten (met uitsluiting van de douanerechten) om het rijtuig uit het land te halen als het wrak niet ter plaatse kan blijven.
Artikel 11
Aanhangwagen of caravan.
Uw aanhangwagen geniet van dezelfde bijstand als die van het omschreven rijtuig, op voorwaarde dat hij door dat rijtuig voortgetrokken wordt en dat deze verzekerd is.
Bovendien, als de aanhangwagen naar België moet teruggebracht worden vanuit het buitenland, terwijl het voorttrekkende rijtuig niet meer beschikbaar is, worden de brandstofkosten en tolheffingen vergoed voor de heen- en terugreis alsook, desgevallend, de overnachtingkosten in een hotel.
HOOFDSTUK 4
Territoriale uitgestrektheid
De waarborg wordt verleend binnen de geografische grenzen van artikel 1 van de algemene voorwaarden van de verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid.
HOOFDSTUK 5
Uitsluitingen
De maatschappij is niet verplicht het vervoer van het rijtuig of de verzending van onderdelen te regelen indien de kosten voor dit vervoer of deze verzending de waarde overstijgen van het rijtuig op het ogenblik van de oproep.
In dat geval wordt beslist hetzij het rijtuig achter te laten (behalve als het land zulks verbiedt), hetzij het ter plaatse te laten herstellen, hetzij het te repatriëren op kosten van de verzekeringsnemer, na ons een waarborgsom te hebben betaald ten
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
belope van het bedrag dat de waarde van het rijtuig overstijgt.
3. RECHTSBIJSTAND MOTO
De algemene voorwaarden van de modelovereen- komst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzeke- ring inzake motorrijtuigen zijn van toepassing op de hierna omschreven waarborgen, in de mate dat de artikels er niet van afwijken.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Verzekerde:
• de verzekeringsnemer;
• zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
• hun inwonende minderjarige kinderen;
• hun meerderjarige kinderen die nog fiscaal te hunnen laste zijn;
• de eigenaar van het omschreven rijtuig;
• passagiers die kosteloos met het omschreven rijtuig vervoerd worden;
• de rechthebbenden van een verzekerde die overleden zou zijn ten gevolge van een verzekerd schadegeval, voor wat het verhaalsrecht betreft dat ze in dit kader zouden kunnen laten gelden.
Maatschappij (die deze rechtsbijstand verzekert en hierna verzekeraar RB genoemd):
P&V Verzekeringen CVBA, verzekeringsonderneming toegelaten onder de code 0058 voor het beoefenen van verzekeringsverrichtingen Rechtsbijstand, waarvan de maatschappelijke zetel zich Koningsstraat 151 te 0000 Xxxxxxx bevindt
(K.B. van 11.04.1996).
Verzekeringsnemer:
De persoon die de overeenkomst sluit met de maatschappij door bemiddeling van P&V Verzekeringen.
Derde:
De andere personen dan de verzekerde.
Omschreven rijtuig:
• het in de bijzondere voorwaarden omschreven motorrijtuig en zijn aanhangwagen van minder dan 750 kg;
• het motorrijtuig van dezelfde categorie dat een derde toebehoort en het omschreven rijtuig vervangt gedurende een periode van maximaal 30 dagen te rekenen vanaf de dag dat het omschreven rijtuig onbruikbaar is geworden;
• het gelijkaardige rijtuig dat een derde toebehoort en bij gelegenheid bestuurd wordt door een verzekerde.
Schadegeval:
Elk rechtsgeding of geschil dat de verzekerde ertoe aanzet zijn rechten te laten gelden in de
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
hoedanigheid van eisende of gedaagde partij, hetzij in het kader van een administratieve, juridische of gelijk welke andere procedure, hetzij buiten elke procedure om. Wordt als een enkel schadegeval beschouwd, de onderling met elkaar verband houdende rechtsgedingen of geschillen, ongeacht het aantal verzekerden die een beroep doen op de waarborgen van de overeenkomst.
HOOFDSTUK 1
Territoriale uitgestrektheid
De waarborg wordt verleend binnen de geografische grenzen van artikel 1 van de algemene voorwaarden van de verzekering van de burgerlijke aansprakelijkheid en voor zover de verdediging
van de belangen van de verzekerde slechts moet gewaarborgd worden in één van deze landen.
HOOFDSTUK 2
Aangifte van schadegeval – Rechten en Verplichtingen
Artikel 1
Als de verzekerde zijn waarborg wil doen gelden, dient hij het schadegeval zo snel mogelijk aan te geven bij de verzekeraar RB.
De verzekeraar RB kan echter niet het niet-naleven van de termijn inroepen als het schadegeval redelijkerwijs zo snel mogelijk werd aangegeven. De verzekerde dient daarenboven aan de verzekeraar RB volgende elementen mee te delen samen met de aangifte of onmiddellijk na de ontvangst ervan:
1. alle documenten en inlichtingen betreffende het schadegeval;
2. alle bewijselementen die nodig zijn voor de identificatie van de tegenpartij, voor het beheer van het dossier en voor de staving van de zaak en van het bedrag van de schade;
3. alle inlichtingen betreffende de aard, de oorzaken, de omstandigheden en de gevolgen van het schadegeval, die de verzekeraar RB helpen bij de exacte beeldvorming.
De verzekerde verbindt er zich bovendien toe aan de verzekeraar RB alle inlichtingen, documenten of bewijsstukken over te maken die deze laatste nodig heeft om een aanvaardbare minnelijke oplossing te vinden en om zijn belangen efficiënt te behartigen.
De verzekerde zal bijgevolg ook de gevolgen dragen van een laattijdige of onvolledige mededeling die de verzekeraar RB belet zijn taak op gepaste wijze te volbrengen. Als een minnelijke regeling niet mogelijk blijkt, zullen de verzekerde en de verzekeraar RB samen beslissen over het verdere verloop van het dossier, eventueel volgens de modaliteiten voorzien in hoofdstuk 6.
De verzekerde blijft te allen tijde meester van het beheer van het schadegeval. Hij kan een akkoord tot regeling treffen met gelijk welke derde met wie hij een rechtsgeding zou hebben en schadeloosstellingen innen zonder er de verzekeraar RB in kennis van te stellen; in
dat geval verbindt hij er zich echter toe aan de verzekeraar de bedragen terug te betalen die hem toekomen of de onkosten die hij zou
gemaakt hebben ten gevolge van het niet op de hoogte zijn van de regeling van het schadegeval.
De kosten van iedere aangestelde mandataris of van iedere ingestelde procedure, gedaan zonder het geschreven akkoord van de verzekeraar
RB, zullen niet te zijnen laste zijn, behalve bij maatregelen ten behoudende titel met een dringend en redelijk karakter.
Als de verzekerde zijn verplichtingen niet nakomt en als de verzekeraar RB hierdoor nadeel
lijdt, heeft de verzekeraar RB het recht om een vermindering van zijn prestatie te eisen in verhouding tot het geleden nadeel.
De verzekeraar RB zal zijn waarborg niet toekennen als de verzekerde zijn verplichtingen niet nakomt met frauduleuze bedoelingen.
Artikel 2
Zonder af te wijken van de bepalingen van bovenstaand artikel 1, machtigt de verzekeraar RB de verzekerde ertoe het schadegeval aan te geven bij ACTEL, die de aangifte onverwijld voor
verwerking zal overmaken aan de verzekeraar RB. In de loop van het dossierbeheer zullen de verzekeraar RB en de verzekerde rechtstreeks hun bevindingen uitwisselen.
Artikel 3
Geen enkele aangifte van schadegeval zal nog aanvaard worden 90 dagen na schorsing of opzegging van de overeenkomst.
HOOFDSTUK 3
Welke schadegevallen zijn gedekt?
Artikel 4
Als het omschreven rijtuig betrokken is bij een verkeersongeval:
• het burgerrechtelijk verhaal voor alle schade die een verzekerde heeft geleden, met uitzondering van de vrijstelling bepaald in de verzekering met betrekking tot de schade aan het omschreven rijtuig;
• de strafrechtelijke verdediging van een verzeker- de in het geval van vervolgingen voor inbreuk, ook al wordt deze beschouwd als een grove fout of heeft deze betrekking op het rijbewijs, met inbegrip van een eventueel gratieverzoek;
• de verdediging van de verzekerde, ook op administratief vlak, ten gevolge van problemen met betrekking tot de inschrijving, de diverse taksen, de technische keuring, de opvordering van het rijtuig en het rijbewijs.
Onder verkeersongeval verstaat men elke plotse gebeurtenis waarin het verzekerde rijtuig betrokken is en waarbij schade wordt berokkend aan het verzekerde rijtuig of aan de verzekerde personen.
Artikel 5
Andere :
• De verdediging van de belangen van de verzekerde in elk geschil met betrekking tot de interpretatie of de toepassing van de waarborgen toegekend door P&V Verzekeringen. In dat geval mag de verzekerde een beroep doen op de verzekeraar RB, een maatschappij die de tak rechtsbijstand beoefent en totaal onafhankelijk is.
De verzekeraar RB zal dan een gemotiveerd advies uitbrengen en trachten de partijen te verzoenen. Als een geschil blijft voortbestaan, en afwijkend van de bepalingen van hoofdstuk 6, zal de verzekeraar RB aanvaarden het dossier met betrekking tot het geschil over te maken aan de door de verzekerde gekozen advocaat en de honoraria ten laste nemen die uit deze beslissing voortvloeien.
• Preventie en rechtskundige informatie: ter voorkoming van elk schadegeval, informeert de verzekeraar RB de verzekerde over zijn rechten en over de maatregelen die nodig zijn om zijn belangen te beschermen.
• Minnelijke en/of gerechtelijke verdediging van de juridische belangen : In het kader van de door de verzekeringsnemer gekozen dekking, verbindt de verzekeraar RB er zich toe om, aan de voorwaarden van het huidige contract, de verzekerde bij te staan in geval van schadegeval ontstaan in de loop van het contract om zijn rechten te doen gelden in der minne of, indien
nodig, door een geëigende procedure, door hem haar diensten te verlenen en de kosten ten laste te nemen die eruit voortvloeien.
HOOFDSTUK 4
Vrije keuze van een advocaat of een expert
Wanneer de verdediging van zijn belangen zulks vereist, kan de verzekerde vrij een advocaat kiezen of ieder ander persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure
toepasselijke wet om zijn belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen. Hij beschikt in elk geval over deze vrijheid:
• wanneer er moet worden overgegaan tot een gerechtelijke of administratieve procedure;
• wanneer zich een belangenconflict voordoet met de verzekeraar RB.
Als de advocaat tussenkomt buiten het rechtsgebied van het Gerechtshof waarvan zijn balie afhangt, zijn de bijkomende kosten en honoraria die voortvloeien uit deze tussenkomst ten laste van de verzekerde.
Zo ook heeft de verzekerde de vrijheid om een expert te kiezen die lid is van een erkende
beroepsorganisatie. Als deze expert tussenkomt buiten de provincie waar hij gevestigd is, zijn de bijkomende kosten en honoraria die voortvloeien uit deze tussenkomst ten laste van de verzekerde.
Wanneer echter de verzekeraar ‘burgerlijke aansprakelijkheid’ of de verzekeraar van de tegenpartij zich laten vertegenwoordigen door één van hun supervisors of een andere bezoldigde afgevaardigde, behoudt de verzekeraar RB het recht om een vertegenwoordiger van zijn keuze aan te stellen.
Als meerdere verzekerden gelijkaardige belangen hebben, aanvaarden ze één enkele expert of advocaat aan te stellen. Als deze oplossing niet mogelijk blijkt, valt de keuze onder de bevoegdheid van de verzekeringsnemer.
De verzekerde die een raadgever kiest zal ten gepaste tijde zijn naam en adres meedelen, zodat de verzekeraar RB contact met hem kan opnemen en hem het hiertoe voorbereide dossier kan overmaken.
De verzekerde verbindt zich ertoe de verzekeraar RB in kennis te brengen van de evolutie van
zijn dossier, desgevallend via zijn raadgever. Bij verstek wordt de verzekeraar RB ontheven van zijn verplichtingen, voor zover hij aantoont dat hij nadeel heeft geleden ingevolge een gebrek aan informatie. Als de verzekerde de aangestelde advocaat of expert vervangt zonder de toestemming van de verzekeraar RB, zal deze laatste niet de kosten en honoraria ten laste nemen die hoger liggen dan
het bedrag van de tussenkomsten van de eerste advocaat of expert als deze laatste niet uit zijn taak zou ontzet geweest zijn.
Deze bepaling is niet van toepassing wanneer de verzekerde genoodzaakt wordt van advocaat of expert te veranderen voor zijn verdediging.
De verzekeraar RB is in geen geval aansprakelijk voor de tussenkomst van de raadgevers (advocaat, expert,…) die in naam van de verzekerde handelen.
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
HOOFDSTUK 5
Verzekerde prestaties – Betaling van de lasten, kosten en honoraria
Los van de interne kosten inherent aan het beheer van het schadegeval, neemt de verzekeraar
RB, tot beloop van maximum € 12.394,68 per schadegeval, de kosten ten laste met betrekking tot de gerechtelijke belangen van de verzekerde, waaronder :
• de honoraria van de advocaat, gerechtsdeurwaarders, expert;
• de procedurekosten die ten laste zouden blijven van de verzekerde, inclusief de kosten met betrekking tot de strafrechtelijke instantie.
Wat het burgerrechtelijk verhaal betreft, is de drempel van de tussenkomst van de verzekeraar RB vastgesteld op € 371,84 per schadegeval.
De honoraria en kosten worden rechtstreeks vergoed aan de advocaat of expert, hetzij terugbetaald aan de verzekerde op voorlegging van de bewijsstukken.
De verzekerde verbindt zich ertoe niet zijn akkoord te geven over de staat van kosten of honoraria zonder voorafgaande goedkeuring van de verzekeraar RB ;
desgevallend, zo de verzekeraar RB er hem om vraagt, zal hij de bepaling van deze kosten en honoraria laten vaststellen door de Tuchtraad
of de beroepsorganisatie volgens elke wettelijke procedure.
De verzekerde die de vergoeding van de kosten of onkosten verkrijgt die de verzekeraar RB toekomen, is verplicht deze vergoeding over te maken aan deze laatste en verbindt zich ertoe de procedure
of de uitvoering verder te zetten op kosten van de verzekeraar RB en volgens de instructies van deze laatste, tot de vergoedingen verkregen worden. Hij treedt hiertoe in de rechten van de verzekeraar RB.
Als het bedrag van de kosten en honoraria of van de onkosten hoger ligt dan het door de
waarborg voorziene maximumbedrag, geschiedt de tussenkomst van de verzekeraar RB in de eerste plaats ten voordele van de verzekeringsnemer, vervolgens van zijn echtgeno(o)t(e) en in laatste instantie ten voordele van hun kinderen die bij hen inwonen of fiscaal ten laste zijn.
De honoraria van de experts worden betaald in de maand van de voorlegging van de bewijsstukken met inbegrip van de kosten van een strafgeding.
HOOFDSTUK 6
Geschil
Wanneer er een meningsverschil is tussen de verzekerde en de verzekeraar RB over de
gedragslijn die zal worden gevolgd voor de regeling van het schadegeval, kan de verzekerde, na gemotiveerde mededeling door de verzekeraar RB van zijn standpunt of zijn weigering om de mening van de verzekerde te delen, een advocaat van zijn keuze raadplegen, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen. Als deze advocaat de stelling van de verzekeraar RB bevestigt, zal de helft van de kosten en honoraria niettemin terugbetaald worden aan de verzekerde.
Als de verzekerde, tegen de stelling van deze advocaat in, toch een procedure begint en een beter resultaat bekomt dan wat hij zou bekomen hebben als hij het standpunt van de verzekeraar RB zou hebben gevolgd, is deze laatste verplicht de waarborg te verlenen en de kosten en honoraria terug te betalen die nog ten laste zijn van de verzekerde, zelfs indien deze hoger liggen dan
het in de bijzondere voorwaarden vastgestelde maximumbedrag.
Als de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de verzekeraar RB,
ongeacht de afloop van de procedure, verplicht de waarborg te verlenen, met inbegrip van de kosten en honoraria van de raadpleging die nog ten laste zouden zijn van de verzekerde, zelfs al overschrij- den deze het maximumbedrag vastgesteld in hoofdstuk 5.
HOOFDSTUK 7
Informatieplicht
Telkens zich een belangenconflict voordoet of dat er een geschil bestaat met betrekking tot de regeling van een schadegeval, zal de verzekeraar RB de verzekerde in kennis brengen van:
1. het recht bedoeld in hoofdstuk 4;
2. de mogelijkheid om de procedure in te roepen bedoeld in hoofdstuk 6.
HOOFDSTUK 8
Rechten tussen verzekerden
De waarborg zal niet van kracht zijn wanneer een verzekerde die niet de verzekeringsnemer is zijn rechten wil laten gelden op een andere verzekerde. De verzekeringsnemer is de eerste gemachtigde om, voor hemzelf en de andere verzekerde personen, de rechten te laten gelden die uit het contract voortvloeien.
HOOFDSTUK 9
Verjaring
De verjaringstermijn van elke rechtsvordering die voortvloeit uit onderhavige verzekeringsovereen- komst is vastgesteld op 3 jaar. De termijn gaat in op de dag van de gebeurtenis die aan de basis ligt van de rechtsvordering. Wanneer de persoon aan wie de rechtsvordering toekomt echter aantoont dat hij er pas later van in kennis is gesteld, gaat de termijn in vanaf dat tijdstip, zonder evenwel de 5 jaar te overstijgen te rekenen vanaf de datum van de gebeurtenis, behalve voor gevallen van fraude.
HOOFDSTUK 10
Uitsluitingen
Onder voorbehoud van de latere bepalingen in de algemene of bijzondere voorwaarden, wordt de waarborg niet verleend.
Artikel 6
De waarborg is niet verworven indien de schadegevallen voortvloeien uit een opzettelijke daad van de verzekerde.
Artikel 7
De waarborg is niet verworven indien de schadegevallen :
1. gebeurd zijn of het gevolg zijn van feiten daterend van voor de aanvang van het contract, behalve indien de verzekerde bewijst dat hij onmogelijk op de hoogte kon zijn van de situatie die aanleiding geeft tot het optreden van een schadegeval voor deze datum.
2. het gevolg zijn van een schuldvernieuwing, een overdracht van schuldvordering, een subrogatie en meer in het algemeen van rechten die aan de verzekerde worden overgedragen nadat het schadegeval zich heeft voorgedaan of indien ze
voortvloeien uit een geschil waarin de verzekerde tussenkomt in de hoedanigheid van borgsteller of aval.
Artikel 8
Betreffende het invorderen van schulden of het regelen van schulden.
De waarborg is niet verworven in geval van :
1. strafvervolgingen voor elk opzettelijk feit van de verzekerde. De waarborg zal nochtans a posteriori verworven zijn voor de overtredingen en wanbedrijven, indien uit de definitieve gerechtelijke beslissing volgt dat het opzettelijk feit niet werd weerhouden ;
2. geschillen met de verzekeraar RB, behoudens hetgeen voorzien is in hoofdstuk 6. Artikel 9
Artikel 9
De betaling van de gerechtelijke, fiscale, administratieve transactionele boeten en hun toebehoren is van de waarborg uitgesloten. De waarborg is niet verworven :
1. indien het schadegeval :
a) zich voordoet ter gelegenheid van een oorlog of van feiten van dezelfde aard of door een
burgeroorlog. De verzekeraar RBlevert het bewijs van het feit dat haar van haar waarborg vrijstelt ;
b) zich voordoet ter gelegenheid van opeising onder elke vorm, of van gehele of gedeeltelijke bezetting van het verzekerde goed door een militaire of een politiemacht of door geregelde of ongeregelde strijdkrachten ;
c) veroorzaakt is door ieder feit of opeenvolging van feiten van dezelfde oorsprong, mits deze feiten of bepaalde schade voortkomen van of voortvloeien uit radioactieve, toxische, explosieve of andere gevaarlijke eigenschappen bij nucleaire brandstof of radioactief afval, of wanneer ze rechtstreeks of onrechtstreeks voortkomen van een ioniserende stralingsbron ;
d) rechtstreeks of onrechtstreeks veroorzaakt is door een aardbeving, een instorting, een aardverschuiving, een overstroming of een
andere natuurramp, behalve in het geval dat de aansprakelijkheid van een derde betrokken is.
045/0027 • ALG.VWDEN ref: AMN 1100.01 en AJMN 1100.01 • 01.2017
De uitsluitingen b) c) d) vallen weg indien de verzekerde aantoont dat er geen rechtstreeks of onrechtstreeks oorzakelijk verband is tussen die gebeurtenissen en het schadegeval of wanneer dit schadegeval gedekt is door een geldig verzekeringscontract of in aanmerking komt voor een overheidstussenkomst, binnen het kader van de modaliteiten voorzien in de wettelijke beschikking.
14
15
Xxxxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxx
T x00 0 000 00 00
F x00 0 000 00 00
RPR/BTW BE 0402 236 531
IBAN XX00 0000 0000 0000 BIC XXXXXXXX
ACTEL is een merk van P&V Verzekeringen cvba toegelaten onder code 0058