Bestek openbare procedure Raamovereenkomst
Bestek openbare procedure Raamovereenkomst
Titel: Aankoopcentrale - opmaak OBO, OBBO, BBO
Besteknummer: RO200307
Inhoudsopgave
1 Administratief deel 2
1.1 ALGEMENE BEPALINGEN 2
1.1.1 Afkortingen 2
1.2 AANBESTEDENDE OVERHEID 3
1.3 BEPALINGEN TOEPASSELIJK OP DEZE OPDRACHT 3
1.3.1 Wetgeving 3
1.3.2 Afwijkingen 4
1.4 VOORWERP XXX XX XXXXXXXX 0
1.4.1 Aard van de opdracht 4
1.4.2 Voorwerp van de opdracht 5
1.4.3 Raamovereenkomst 5
1.4.4 Duur van de raamovereenkomst 6
1.4.5 Duur van de opdrachten die in het kader van de raamovereenkomst worden uitgevoerd 6
1.4.6 Onderaanneming en beroep op draagkracht (art. 78 Wet, art. 73-74 KB Plaatsing) 6
1.4.6.1 Onderaanneming 6
1.4.6.2 Beroep op draagkracht in het kader van kwalitatieve selectie 7
1.4.7 Combinaties van ondernemingen 7
1.4.8 Percelen optie optie(art. 58 Wet, art. 49-50 KB Plaatsing) 7
1.4.9 Varianten (art. 56 Wet) 8
1.4.10 Opties (art. 56 Wet, art. 48 KB Plaatsing) 9
1.4.11 Elektronische communicatie 9
1.5 INDIENEN EN OPENEN VAN DE OFFERTE (ART. 14 WET, ART. 83-84 KB PLAATSING) 9
1.5.1 Vorm en inhoud van de offerte 9
1.5.1.1 Offerteformulier 10
1.5.1.2 Inventaris 10
1.5.1.3 Documenten toe te voegen aan het offerteformulier 10
1.5.1.4 Geldigheidsduur van de offerte (art. 58 KB Plaatsing) 11
1.5.2 Indiening van de inschrijving en opening van de offertes (art. 14 Wet, art. 83-84 KB Plaatsing) 11
1.5.2.1 Indiening van de inschrijving 11
1.5.2.2 Opening van de offertes 11
1.6 SELECTIE 11
1.6.1 Uitsluitingscriteria (art. 67-70 Wet, art. 61-64 en 73 KB Plaatsing) 11
1.6.2 Kwalitatieve selectiecriteria 13
1.7 PRIJZEN + BETALINGSMODALITEITEN 15
1.7.1 Prijsbepaling (art. 25, 26 en 29 KB Plaatsing) 15
1.7.2 Betalingswijze 15
1.7.3 Prijs- of kostenonderzoek (art. 35 en 37 KB Plaatsing) 18
1.8 BORGTOCHT (ART. 25-33 KB UITVOERING) 18
1.9 GUNNINGSCRITERIA 18
1.10 UITVOERING VAN DE OPDRACHT 18
1.10.1 Leiding en toezicht op uitvoering (art. 11 KB Uitvoering) 18
1.10.2 Taal 18
1.10.3 Vertrouwelijkheid – Intellectuele eigendomsrechten (art. 18, 19-23 KB Uitvoering en art. 30 KB Plaatsing) 19
1.10.4 Aansprakelijkheden 19
1.10.5 Verzekering 20
1.10.6 Veiligheid 20
1.10.7 Meerdere opdrachten gegund aan dezelfde dienstverlener 20
1.10.8 Rapportage modaliteiten en milieuzorg 21
1.10.9 Schorsing of intrekking erkenning 21
1.10.10 Art. 53/5 Vlarel 21
1.10.11 Wijziging van onderaannemers 22
1.10.12 Briefwisseling met de opdrachtnemer 22
1.10.13 Keuringen 22
1.10.14 Vertragingsboete 22
1.10.15 Straffen 22
1.10.16 Wijzigingen aan de werken 23
1.10.16.1 Prijsherzieningen (art. 38/7 KB Uitvoering) 23
1.10.16.2 Heffingen die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag (art. 38/8 KB Uitvoering) 23
1.10.16.3 Onvoorzienbare omstandigheden in het nadeel/voordeel van de opdrachtnemer (art. 38/9 en art. 38/10 KB Uitvoering) 23
1.10.16.4 Feiten van de aanbestedende overheid en van de opdrachtnemer (art. 38/11 KB Uitvoering) 24
1.10.16.5 Schorsing van de opdracht (art. 38/12 KB Uitvoering) 25
1.11 NON-DISCRIMINATIE 25
2 Technisch gedeelte 27
2.1 SITUERING 27
2.2 RAPPORTERING AAN DE AANKOOPCENTRALE 27
2.3 POSTGEWIJZE BESPREKING 28
3 Bijlagen 42
1 Administratief deel
1.1 ALGEMENE BEPALINGEN
1.1.1 Afkortingen
OBO OBBO
BBO BSP BSW
Oriënterend bodemonderzoek Oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek Beschrijvend bodemonderzoek Bodemsaneringsproject Bodemsaneringswerken
EBSD Erkend bodemsaneringsdeskundige
1.2 AANBESTEDENDE OVERHEID
De aanbestedende overheid is:
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (hierna de OVAM) Afdeling Bodembeheer
Xxxxxxxxxxxxxx 000
0000 Xxxxxxxx
Tel.: 000 000 000
Fax.:000 000 000
De contactpersoon is Xxx Xxx xxx Xxxxxx. Zijn plaatsvervanger is Xxxx Xx Xxxxxx.
AANKOOPCENTRALE
De OVAM treedt op als een aankoopcentrale zoals voorzien in artikel 2, 6°, a) en 7° van de Wet van 17 juni 2016.
Van deze raamovereenkomst kan worden afgenomen door zowel de OVAM, als andere bestellende entiteiten, zoals hierna bepaald.
1.3 BEPALINGEN TOEPASSELIJK OP DEZE OPDRACHT
1.3.1 Wetgeving
In zover er niet afgeweken wordt van de bepalingen van het bestek dat onderhavige opdracht regelt, zijn op deze opdracht ook van toepassing, de bepalingen en voorwaarden van:
― de wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten(hierna “Wet Overheidsopdrachten”) ;
― de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
― het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren (hierna “KB Plaatsing”);
― het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (hierna “KB Uitvoering”);
― het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming;
― het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen en zijn uitvoeringsbesluit;
― het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (hierna KB T/M) en de Omzendbrief d.d. 27 december 2007 “Overheidsopdrachten – Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – Veiligheids- en gezondheidsplan – Praktische richtlijnen met betrekking tot de documenten die in toepassing van artikel 30, tweede lid, van het Koninklijk Besluit van 25
januari betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen die bij de offerte moet worden gevoegd”;
― alle gehomologeerde, meest recente en geregistreerde normen uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie, zoals aangepast in de Europese normering ter zake, die voor werken van dit bestek van toepassing zijn;
― de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.);
― de bepalingen van de meest recente uitgave van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.);
― de CE-machinerichtlijn;
― Standaardprocedures en Codes van goede praktijk van de OVAM;
― Compendium voor monsterneming en analyses voor afvalstoffen en bodem
― alle wijzigingen van voornoemde regelgevingen, zoals bekend bij de opening der offertes van dit bestek.
Alle wijzigingen van voornoemde regelgevingen, zoals bekend bij de opening der offertes van dit bestek.
Voor de opdrachten die niet beschreven zijn in onderhavig bestek of waarvan de beschrijving onvolledig is, moet de aannemer zich schikken naar de onderrichtingen van de OVAM.
In de bovengenoemde wetgeving, evenals in de teksten van dit bestek, moet elke verwijzing naar de aanbestedende overheid of ambtenaren daarvan, gelezen worden als een verwijzing naar de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en haar personeelsleden, gevestigd in de Stationsstraat 110 te 0000 Xxxxxxxx.
1.3.2 Afwijkingen
Art. 58 KB Plaatsing: De verbintenistermijn is verlengd tot 180 dagen.
Art. 25 KB Uitvoering: Er dient geen borgtocht gesteld te worden omdat de aard van de opdracht dit niet vereist.
Art. 86 KB Uitvoering:
In afwijking van art. 86 van het KB Uitvoering zal een boete aangerekend worden van 50 EUR per kalenderdag vertraging in de uitvoering van de deelopdracht ten opzichte van de vooropgestelde en/of afgesproken uitvoeringstermijnen, met een maximumbedrag van 25 % van de totale opdracht.
1.4 VOORWERP VAN DE OPDRACHT
1.4.1 Aard van de opdracht
Het betreft een opdracht voor aanneming van diensten. De opdracht wordt gegund bij openbare procedure.
De economisch meest voordelige offerte wordt vastgesteld op basis van de prijs.
1.4.2 Voorwerp van de opdracht
Het voorwerp van deze opdracht is:
― Het opmaken van oriënterende bodemonderzoeken
― Het opmaken van beschrijvende bodemonderzoeken
― Het opmaken van gemotiveerde verklaringen
― Het uitklaren van de onderzoeksplicht van gronden
Deze onderzoeken zullen plaatsvinden op gronden van de Vlaamse overheid en van gemeenten in Vlaanderen. De bestellende entiteiten zijn alle instellingen die worden beschouwd als “Vlaamse Overheid”, daarnaast ook de gemeenten.
De plaats van dienstverlening is voor perceel 1 het oostelijk deel van Vlaanderen (meer bepaald in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg) en voor perceel 2 het westelijk deel van Vlaanderen (meer bepaald in de provincies Oost- en West-Vlaanderen).
Verontreinigingen met VOCl's in fase van beschrijvend bodemonderzoek maken geen deel uit van deze opdracht.
Aangezien bij de opmaak van dit contract geen concrete deelopdrachten bekend zijn en de vermoedelijke hoeveelheden uit de inventaris geraamd zijn, garandeert de OVAM geen minimumhoeveelheid per post die in dit contract zal worden uitgevoerd.
De opdrachtgever behoudt zich onverkort het recht voor om bepaalde posten uit de inventaris niet toe te wijzen. Dit kan onder geen enkele voorwaarde aanleiding geven tot schadevergoeding ten voordele van de inschrijver.
De in de inventaris opgenomen hoeveelheden zijn vermoedelijk en behelzen de totaliteit van de in aanbesteding gestelde opdracht.
De inschrijver moet in staat zijn om minstens 5 lopende deelopdrachten terzelfder tijd te behandelen.
1.4.3 Raamovereenkomst
De huidige opdracht betreft een raamovereenkomst in de zin van artikel 2, 35 ° van de Wet Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.Xx uitvoering van de werken geschiedt na een bestelling. De bestelling wordt geplaatst door de bestellende overheid (organisaties binnen de Vlaamse overheid, provincies, gemeenten).
De raamovereenkomst wordt gesloten voor een bedrag van
– 106.900 EUR excl. BTW voor perceel 1
– 106.900 EUR excl. BTW voor perceel 2
De overeenkomst neemt van rechtswege een einde zodra de totaliteit van de deelopdrachten deze vastgelegde bedragen van de raamovereenkomst heeft bereikt.
De gekozen opdrachtnemer verkrijgt bij de sluiting echter geen garantie dat er binnen de voorzien uitvoeringstermijn ook bestellingen voor dit vastgelegd bedrag zullen worden geplaatst. De gekozen opdrachtnemer verkrijgt bij de sluiting van de opdracht dan ook geen enkel recht tot uitvoering van de hoeveelheden vermeld in de inventaris.
Indien de deelnemer van oordeel is dat hij om een gegronde reden (bijv. belangenvermenging) een bepaalde opdracht niet kan uitvoeren voor de OVAM, dient hij de OVAM daarvan zo spoedig mogelijk in te lichten.
De OVAM kent door de raamovereenkomst geen exclusiviteit toe. Aldus behoudt de OVAM zich het recht voor om gedurende de uitvoeringstermijn van de raamovereenkomst vergelijkbare overeenkomsten met een vergelijkbaar voorwerp te sluiten. Door zich in te schrijven, aanvaardt de inschrijver deze niet-exclusiviteitsclausule en doet hij uitdrukkelijk afstand van elk verhaal dienaangaande en specifiek van elke aanspraak op vergoeding voor de schade die hij als gevolg van het gunnen van dergelijke vergelijkbare opdrachten zou lijden.
1.4.4 Duur van de raamovereenkomst
De termijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst vangt aan de eerste kalenderdag volgend op de dag van ontvangst van het bericht van sluiting en bedraagt 4 jaar.
1.4.5 Duur van de opdrachten die in het kader van de raamovereenkomst worden uitgevoerd
De uitvoeringstermijnen van de verschillende opdrachten worden toegelicht in het Technisch gedeelte van dit bestek.
1.4.6 Onderaanneming en beroep op draagkracht (art. 78 Wet, art. 73-74 KB Plaatsing)
1.4.6.1 Onderaanneming
Onderaanneming wordt toegestaan in de uitvoering van de opdrachten.
De inschrijver dient in zijn offerte te vermelden:
― voor welk deel hij de onderaannemer inschakelt;
― per onderaannemer de identiteit en de coördinaten van de onderaannemer.
De onderaannemer moet eveneens voldoen aan de voorwaarden van dit bestek voor wat betreft zijn onderdeel van de opdracht. In het kader van de uitvoering van de opdracht mag er geen uitsluitingsgrond van toepassing zijn op de onderaannemer.
Indien beroep gedaan wordt op onderaannemers, dienen deze, in de mate dat volgende bepalingen kunnen ingeroepen worden, te voldoen aan de wetgeving houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken en dit in verhouding tot het deel van de opdracht die zij zullen uitvoeren.
De onderaannemers mogen zich niet in een toestand van uitsluiting bevinden, zoals bedoeld in artikel 61 KB Plaatsing.
In elk geval blijft alleen de opdrachtnemer, wat de uitvoering van de opdracht betreft, aansprakelijk ten opzichte van de OVAM.
De OVAM behoudt zich het recht voor om gemotiveerd een onderaannemer te weigeren.
1.4.6.2 Beroep op draagkracht in het kader van kwalitatieve selectie
Daarnaast kan de inschrijver zich, met het oog op de kwalitatieve selectie uit 1.6.2 beroepen op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten, ongeacht de juridische aard van zijn band met die entiteiten.
In geval van beroep op draagkracht, zijn de volgende regels van toepassing:
― De inschrijver voegt de nodige documenten toe aan zijn offerte, waaruit de verbintenis van deze onderaannemers of andere entiteiten blijkt om de voor de opdracht noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen van de inschrijver. Voor opmaak van de bovenvermelde verbintenis kan gebruikgemaakt worden van het model “Verbintenis terbeschikkingstelling middelen”, dat als bijlage bij dit bestek gevoegd werd.
― Op deze onderaannemers of entiteiten op wiens draagkracht men beroep doet, mogen geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn zoals bedoeld in bepaling 1.6.1, onverminderd de mogelijkheid om corrigerende maatregelen te laten gelden.
― Indien de opdrachtnemer beroep doet op draagkracht in het kader van studie- en beroepskwalificaties of relevante beroepservaring, is hij verplicht om voor de uitvoering van de opdracht daadwerkelijk beroep te doen op de onderaannemers op wiens draagkracht hij beroep doet.
Het inzetten van andere onderaannemers is onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de aanbestedende overheid.
Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van ondernemers zich beroepen op de draagkracht van de deelnemers aan de combinatie of van andere entiteiten.
1.4.7 Combinaties van ondernemingen
Combinaties van ondernemingen worden toegestaan.
1.4.8 Percelen (art. 58 Wet, art. 49-50 KB Plaatsing)
De opdracht wordt onderverdeeld in percelen:
Perceel 1: OOST: oostelijk deel van Vlaanderen (meer bepaald in de provincies Antwerpen, Vlaams- Brabant en Limburg)
Perceel 2: WEST: westelijk deel van Vlaanderen ( meer bepaald in de provincies Oost- en West- Vlaanderen)
Uitzonderlijk kan een deelopdracht gelegen in een ander perceel worden toegekend of kan gevraagd worden om een second opinion voor een dossier gelegen in het ander perceel.
Het is de taak van de bodemsaneringsdeskundige om per perceel en per deelopdracht een duidelijk overzicht te behouden van de uitgevoerde diensten en tevens het overzicht van het totaalbudget per
perceel te bewaken. Als men raamt dat 70% van het totaalbudget is bereikt, dient dit onverwijld aan de OVAM gemeld te worden.
Het aantal percelen dat gegund kan worden aan één inschrijver is beperkt tot 1 perceel. Dit omdat:
• het mogelijk moet dat er een dossier van een ander perceel wordt toegekend, bv bij een belangenvermenging, of indien er een second opinion wordt gevraagd voor een dossier van een ander perceel.
• de continuïteit van de uitvoering opdrachten mag niet in het gedrang komen: de uitvoering van de 5 deelopdrachten per perceel moet steeds mogelijk zijn.
De gunning zal als volgt gebeuren:
Wanneer een inschrijver voor beide percelen inschrijft, dan zal de laagste inschrijvingsprijs voor perceel 1 of voor perceel 2 bepalen welk perceel gegund zal worden aan deze inschrijver.
Als EBSD X inschrijft voor zowel perceel 1 als perceel 2, en zijn inschrijvingsprijs voor perceel 1 is lager dan zijn inschrijvingsprijs voor perceel 2, dan zal perceel 1 gegund worden aan EBSD X. Hij komt dan niet meer in aanmerking voor perceel 2, ook al heeft hij ook voor perceel 2 de laagste inschrijvingsprijs.
Perceel 2 zal dan gegund worden aan de meest gunstige inschrijving voor perceel 2, ermee rekening houdend dat de inschrijving van EBSD X voor perceel 2 niet meer in beschouwing wordt genomen.
Als EBSD X met dezelfde prijs inschrijft voor zowel voor perceel 1 als perceel 2, en deze bedragen zijn voor beide percelen de laagste inschrijvingsprijs, dan wordt ESBD X dat perceel gegund waarbij het verschil met de inschrijvingsprijs van de tweede meest gunstige EBSD in de rangschikking (obv inschrijvingsprijs), het grootst is.
Indien ook de inschrijving van de tweede meest gunstige hetzelfde inschrijvingsbedrag heeft voor zowel perceel 1 als 2 (en het verschil met de prijzen van EBSD X dus even groot zijn), dan wordt naar het verschil tussen EBSD X met de derde meest gunstige inschrijver gekeken (het perceel waarbij het verschil tussen de eerste en de derde laagste inschrijvingsprijs het grootste is, zal gegund aan de laagste inschrijving), enz
Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van de bij het bestek gevoegde inventaris. Er worden 2 meetstaten bij dit bestek gevoegd: één voor perceel 1 (Oost) en één voor perceel 2 (West). Zoals elders aangegeven in dit bestek kan men voor beide percelen een inschrijvingsprijs geven, maar er kan slecht één perceel per EBSD toegewezen worden.
Op de inventaris voor perceel 1 (Oost) staat RO200307 vermeld. Op de inventaris voor perceel 2 (West) staat RO200403 vermeld.
1.4.9 Varianten (art. 56 Wet)
Er zijn geen vereiste of toegestane varianten.
1.4.10 Opties (art. 56 Wet, art. 48 KB Plaatsing)
Er zijn vereiste opties. Deze worden in het technisch deel verder beschreven (zie optionele posten). Het indienen van vrije opties is verboden.
1.4.11 Elektronische communicatie
Het gebruik van elektronische middelen voor het uitwisselen van schriftelijke stukken is verplicht, zowel in het kader van de plaatsing als van de uitvoering van de opdracht, voor zover de wetgeving dit toestaat. Een aangetekende zending kan echter niet elektronisch zijn.
De indiening van de offertes verloopt volgens de voorschriften vermeld in 1.5.
De inschrijvers vermelden op het offerteformulier één of meerdere mailadressen waarmee elektronische communicatie kan gevoerd worden.
1.5 INDIENEN EN OPENEN VAN DE OFFERTE (ART. 14 WET, ART. 83-84 KB PLAATSING)
1.5.1 Vorm en inhoud van de offerte
De offertes moeten elektronisch worden overgelegd via de e-Tendering internetsite xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/, een elektronische platform in de zin van art. 14, § 7 van de Wet Overheidsopdrachten.
Alle bestanden moeten virusvrij en te kopiëren zijn en geopend en gelezen kunnen worden. De OVAM geeft er de voorkeur aan dat de offertes bestaan uit 3 documenten/bestanden:
― het offerteformulier opgemaakt in PDF-formaat;
― de inventaris opgemaakt in PDF-formaat en in XLS-formaat of in ODS-formaat;
― de bijlages opgemaakt in PDF-formaat.
De resolutie voor de bestanden moet zo zijn dat afdrukken op het overeenkomstige papierformaat voldoende scherp zijn.
De maximale grootte per document is 80MB. Een te groot document kan u opsplitsen in meerdere deeldocumenten. Het geheel van alle documenten mag evenwel niet groter zijn dan 350MB.
Deze documenten/bestanden dienen op straffe van nietigheid door de inschrijver elektronisch ondertekend te zijn. Een gescande handtekening is onvoldoende.
De elektronische handtekening dient te worden geplaatst op het indieningsrapport in e-Tendering.
Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon of bevoegde personen. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te verbinden (uittreksels van de statuten, volmacht,…).
In geval van indiening van een offerte door een combinatie van ondernemingen, moet voor elke deelnemer aan de combinatie een elektronische handtekening geplaatst worden door een bevoegd persoon of bevoegde personen.
U kunt als buitenlandse inschrijver de offerte en alle bijhorende documenten ondertekenen met een gekwalificeerd certificaat dat u kunt aankopen via een private actor en dat door de applicatie herkend wordt als een geldig certificaat dat geschikt is voor het plaatsen van wettelijke digitale handtekeningen ofwel met een elektronisch middel, aangekocht bij een private actor en waarvan zij zelf garanderen dat dit voldoet aan alle wettelijke voorwaarden:
― Gekwalificeerde certificaten die geschikt zijn voor het plaatsen van wettelijke digitale handtekeningen, kunnen aangekocht worden bij private actoren. Indien u meer informatie wenst over deze private actoren kunt u terecht op x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx of x00 (0)0 000 00 00. Er dient wel te worden opgemerkt dat het enige tijd kan in beslag nemen vooraleer u de drager met uw gekwalificeerd certificaat ontvangt. Koop dus tijdig uw certificaat aan.
― Wanneer u als buitenlandse inschrijver een eigen elektronisch middel gebruikt, afgeleverd buiten België, om de handtekening te plaatsen, garandeert hij zelf dat deze handtekening voldoet aan de voorwaarden van het KB Plaatsing. Deze elektronische handtekening moet dus conform zijn met de regels van het Europees en het daarmee overeenstemmende nationaal recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening. De e-tenderingapplicatie kan bij deze werkwijze aangeven dat zij de door u geplaatste handtekening niet herkent. Door de handtekening te plaatsen garandeert u dat ze voldoet aan de gestelde voorwaarden.
U voegt ook alle informatie aan de offerte toe in verband die de aanbestedende overheid toelaat na te gaan of het gebruikte elektronische middel geldig is en conform de bepalingen in de regelgeving.
1.5.1.1 Offerteformulier
Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van het bij het bestek gevoegde offerteformulier. Het offerteformulier heeft betrekking op de totaliteit van de opdracht.
1.5.1.2 Inventaris
― Voor het opmaken van zijn offerte maakt de inschrijver gebruik van de bij het bestek gevoegde inventaris. Er worden 2 inventarissen bij dit bestek gevoegd: één voor perceel 1 (Oost) en één voor perceel 2 (West). Zoals elders aangegeven in dit bestek kan men voor beide percelen een inschrijvingsprijs geven, maar er kan slecht één perceel per EBSD toegewezen worden.
― De inventaris dient in het Nederlands opgesteld te zijn.
― Het formaat voor het aanleveren van de inventaris is het PDF-Formaat en het XLS- bestandsformaat of het ODS-bestandsformaat.
1.5.1.3 Documenten toe te voegen aan het offerteformulier
De inschrijvers voegen de volgende stukken in de Nederlandse taal, bij hun offerte toe: a Op straffe van nietigheid van hun inschrijving:
a) een behoorlijk ingevuld (d.i. zonder aangebrachte correcties) offerteformulier en inventaris met de eenheids- en totaalprijzen;
b) verklaring op erewoord, zoals voorzien in punt 1.6.2. van dit bestek;
b Daarnaast dienen tevens volgende documenten bij de inschrijving te worden gevoegd:
a) de machtiging dat de perso(o)n(en) die de inschrijving onderteken(t)(en) de onderneming geldig kan (kunnen) verbinden;
b) de vereiste documenten in het kader van de kwalitatieve selectiecriteria;
c) een opgave van het gedeelte van de opdracht dat de inschrijver desgevallend voornemens is in onderaanneming te geven en een lijst van de onderaannemers;
d) verbintenis van onderaannemers of andere entiteiten op wiens draagkracht de inschrijver beroep doet in het kader van het voldoen aan de kwalitatieve selectiecriteria.
1.5.1.4 Geldigheidsduur van de offerte (art. 58 KB Plaatsing)
De verbintenistermijn bedraagt 180 kalenderdagen, ingaande de dag na de opening van de offertes.
1.5.2 Indiening van de inschrijving en opening van de offertes (art. 14 Wet, art. 83-84 KB Plaatsing)
1.5.2.1 Indiening van de inschrijving
De offertes moeten elektronisch worden ingediend via de e-Tendering internetsite xxxxx://xxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx, een elektronisch platform in de zin van art. 14, §7 van de Wet Overheidsopdrachten.
Voor hulp bij het indienen van uw offerte kan u gebruik maken van de handleiding e-Tendering. Meer informatie kan worden bekomen op de website xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via de e- procurement helpdesk op het nummer x00 (0)0 000 00 00.
De uiterste indieningsdatum van de offertes is 2 juni 2020 om 8u45. Dit uiterste tijdstip is bepalend voor de tijdige indiening door de inschrijvers. Elke offerte moet vóór dit tijdstip aankomen.
Laattijdige offertes worden niet aanvaard. De met elektronische middelen opgestelde offertes moeten worden opgemaakt in PDF-formaat.
1.5.2.2 Opening van de offertes
De opening van de inschrijvingen gebeurt door de aanbestedende overheid en heeft plaats op 2 juni 2020 om 8u45.
1.6 SELECTIE
1.6.1 Uitsluitingscriteria (art. 67-70 Wet, art. 61-64 en 73 KB Plaatsing)
Indien een verplichte of facultatieve uitsluitingsgrond van toepassing is op de inschrijver, mag de inschrijver bewijzen dat de corrigerende maatregelen die hij heeft genomen voldoende zijn om zijn betrouwbaarheid aan te tonen ondanks de toepasselijke uitsluitingsgrond. Als de aanbestedende
overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Deze bepaling is individueel van toepassing op de deelnemers die samen als een combinatie een offerte indienen, alsook op entiteiten op wiens draagkracht de inschrijver een beroep doet met het oog op het voldoen aan de eisen inzake kwalitatieve selectie.
Bewijsmiddelen:
Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver dat er geen uitsluitingsgrond op hem van toepassing is, voor zover het gaat om uitsluitingsgronden die bewezen worden aan de hand van documenten die de aanbestedende overheid zelf kan opvragen via elektronische weg. Het gaat met name om het RSZ-attest, het attest van fiscale schulden en het attest van niet-faling via elektronische weg.
Eventuele corrigerende maatregelen moet de inschrijver echter bewijzen door schriftelijke stukken toe te voegen aan de offerte.
De inschrijver dient tevens volgende documenten toe te voegen:
― de Belgische inschrijver: een uittreksel uit het strafregister dat maximaal 6 maand oud is op het uiterste tijdstip van ontvangst van de offertes;
― de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: een recent attest uitgereikt door de bevoegde buitenlandse overheid waarin bevestigd wordt dat hij voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is;
― de buitenlandse inschrijver: uittreksel uit het strafregister, certificaten inzake fiscale en sociale schulden, en een certificaat inzake niet-faling.
Wanneer een document of certificaat niet wordt uitgereikt in het betrokken land of dit niet afdoend voor alle uitsluitingsgronden het nodige bewijs levert, kan ter vervanging een verklaring onder eed toegevoegd worden, of in landen waar dit niet voorzien is, een plechtige verklaring van de betrokkene voor een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, notaris of bevoegde beroepsorganisatie van het land van herkomst of van het land waar de ondernemer gevestigd is.
Non-discriminatie (art. 69 Wet):
Overeenkomstig de Belgische overheidsopdrachtenreglementering heeft de aanbestedende overheid, in elke fase van de gunningsprocedure, de mogelijkheid om de inschrijver uit te sluiten die, bij wijze van een in kracht van gewijsde gegane strafrechtelijke uitspraak veroordeeld werd voor een misdrijf dat zijn professionele integriteit aantast.
De niet-naleving van strafrechtelijk sanctioneerbare milieu- en sociale wetgeving kan worden geacht een misdrijf te zijn dat de professionele integriteit aantast. Van zodra deze wordt vastgelegd in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest kan deze worden aangewend als uitsluitingsgrond, ongeacht de stand van de procedure. Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan:
― het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid; de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing
van bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen;
― de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk.
1.6.2 Kwalitatieve selectiecriteria
1. Erkenning van de dienstverlener: De dienstverlener is door de OVAM erkend als bodemsaneringsdeskundige type 2. De kandidaat-uitvoerder voegt bij zijn offerte een verklaring op erewoord waarin hij verklaart dat hij over deze erkenning beschikt en zich op het moment van de gunning, sluiting en uitvoering van de opdracht niet in één van de gevallen vermeld in artikel 53/5 van het Vlarel bevindt waardoor van de erkenning geen gebruik kan worden gemaakt. De OVAM wijst er op dat het bijvoegen van dit document op straffe van nietigheid van de offerte wordt gevraagd. Bij het ontbreken ervan zal de inschrijver niet worden geselecteerd en voor verdere beoordeling worden meegenomen.
2. Technische bekwaamheid van de inschrijver: De inschrijver dient te beschikken over één contractverantwoordelijke, twee projectleiders OBO, OBBO, BBO, 1 stabiliteitsdeskundige. Zowel de projectleiders als de contractverantwoordelijke zijn de aanspreekpunten voor de OVAM/bestellende entiteit. De contractverantwoordelijke mag één van de twee projectleiders zijn.
De inschrijver vult de referentielijst in die als bijlage bij het bestek is gevoegd. Taken van de contractverantwoordelijke
Hij/zij is hoofdverantwoordelijk voor de goede, kwaliteitsvolle uitvoering van de opdrachten. De contractverantwoordelijke staat in voor de volledige coördinatie van de verschillende deelopdrachten (OBO, BBO, OBBO). Hij/zij stuurt het team van projectleiders aan en zorgt voor de efficiënte gang van zaken van de toegewezen projecten. De contractverantwoordelijke is inhoudelijk op de hoogte van alle lopende projecten en kan steeds door de bestellende entiteit/OVAM betrokken worden in overlegvergaderingen en of andere contractspecifieke zaken. Hij/zij is ook verantwoordelijk om de wisselwerking tussen de bestellende entiteit/OVAM en zijn team vlot te laten verlopen.
Minimum technische bekwaamheid van de contractverantwoordelijke
De contractverantwoordelijke moet minstens drie jaar een coördinerende functie uitvoeren en ervaring hebben met het aansturen van een team van ingenieurs en andere medewerkers. De contractverantwoordelijke moet minimum 5 jaar aantoonbare ervaring hebben met opdrachten in het kader van het bodemdecreet.
Hiertoe voegt de inschrijver bij de inschrijving een curriculum vitae en vult de referentielijst in die als bijlage bij het bestek is gevoegd.
Taken van de twee projectleiders (OBO, BBO, OBBO)
De projectleiders staan in voor de praktische uitvoering van de opdracht (opmaak OBO, BBO, OBBO). Hierbij horen onder andere volgende taken: het opmaken van de rapporten, de coördinatie van de veldwerkzaamheden en de boorploeg(en). Hij/zij is eveneens verantwoordelijk voor het rechtstreeks contact met de bestellende entiteit/OVAM en de communicatie met eigenaars/gebruikers/bewoners/projectontwikkelaars, ...
Minimum technische bekwaamheid van de projectleiders (OBO, BBO, OBBO)
De projectleider heeft 4 jaar ervaring met het opstellen van (O)BBO's in het kader van het bodemdecreet. Voor de voorgestelde projectleider moet een opsomming worden gegeven van elk 4 conform verklaarde* BBO's en 1 conform verklaard* OBO (Vlaams Gewest) in de periode 2015 - heden waarvan de projectleider de auteur was. Hiervan moet de projectleider minstens 1 BBO hebben opgemaakt van een Minerale olieverontreiniging en 1 BBO van een stortplaats.
Hiertoe voegt de inschrijver bij de inschrijving een curriculum vitae en vult de referentielijst in die als bijlage bij het bestek is gevoegd.
De stabiliteitsdeskundige:
moet op het moment van inschrijving minstens 4 jaar ervaring hebben in het uitvoeren van stabiliteitsstudies in het kader van bodemsaneringswerken. De inschrijver toont dit aan op basis van het curriculum vitae van de stabiliteitsdeskundige. Tevens vult de inschrijver de referentielijst in die als bijlage bij het bestek is gevoegd. Hierin vermeldt hij minstens 4 stabiliteitsstudies (maximum 6) die door de stabiliteitsdeskundige werden uitgevoerd en die betrekking hebben op het uitvoeren van bodemsaneringswerken in de periode 2015 - heden.
Enkel de mensen uit het voorgestelde team staan in voor de realisatie van de opdracht. De vervanging van een van de leden van het projectteam kan enkel mits goedkeuring van de aanbestedende overheid en mits deze aan dezelfde voorwaarden voldoen als vooropgesteld in dit bestek. De vervanging mag onder geen enkele voorwaarde enige invloed hebben op de verderzetting van de werkzaamheden en dient steeds voorafgaand gemeld te worden aan de OVAM. De continuïteit van het toezicht dient onder alle omstandigheden gewaarborgd te blijven. Vervanging van één of meerdere leden van het projectteam kan geen aanleiding geven tot het vorderen van enige schadevergoeding.
De OVAM hecht groot belang aan dergelijke documenten voor de garantie van een goede uitvoering.
*Voor recente rapporten die niet meer conformverklaard werden, moet rekening gehouden worden met datum van beslissing over de aard en de ernst van de bodemverontreiniging.
Bewijsmiddelen:
De inschrijver dient de vereiste bewijsstukken toe te voegen aan de offerte zoals hierboven aangegeven.
1.7 PRIJZEN + BETALINGSMODALITEITEN
1.7.1 Prijsbepaling (art. 25, 26 en 29 KB Plaatsing)
De prijzen dienen in euro opgegeven te worden. De prijzen mogen tot twee cijfers na de komma gepreciseerd worden.
Het betreft een gemengde opdracht.
De BTW wordt in een afzonderlijke post van de inventaris vermeld en bij de prijs van de offerte gevoegd. Alle overige heffingen, retributies en accijnzen zijn begrepen in de prijs.
Ongeacht de inschrijvingsprijs wordt de raamovereenkomst gesloten voor een bedrag van twee keer 106.900 euro, excl. BTW. De totale inschrijvingsprijzen worden echter enkel gebruikt ter vergelijking van de offertes.
De prijzen van de deelopdrachten worden bepaald op basis van de prijzen vastgelegd in de inventaris. De OVAM behoudt zich het recht voor slechts een deel van de opdracht toe te wijzen.
De vermoedelijke hoeveelheden zoals deze vermeld worden in de samenvattende opmetingsstaat kunnen door de inschrijver niet gewijzigd worden.
De inschrijver dient alle nodige inlichtingen te verstrekken om het onderzoek van de prijzen mogelijk te maken, onafhankelijk van het inschrijvingsbedrag.
1.7.2 Betalingswijze
Betalingen worden voorzien op basis van van gedetailleerde, gedagtekende en ondertekende vorderingsstaten, die per aangetekend schrijven (of digitaal, zie verder) aan de bestellende entiteit worden overgemaakt.
De opdrachtnemer dient een schuldvordering in na het uitvoeren van de deelopdracht. Er dient per deelopdracht een afzonderlijke schuldvordering opgemaakt te worden. Na afspraak met de bestellende entiteit kunnen er eventueel maandelijkse vorderingsstaten worden ingediend.
Op basis van de vorderingsstaten maakt de bestellende entiteit binnen een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst van de vorderingsstaat een proces-verbaal op met vermelding van het bedrag dat ze werkelijk verschuldigd acht te zijn en geeft de opdrachtnemer schriftelijk of via mail kennis van de staat van de opdracht die aldus voor betaling wordt aanvaard. Tezelfdertijd verzoekt de bestellende entiteit de opdrachtnemer, binnen de vijf kalenderdagen, een factuur in te dienen voor hetzelfde bedrag.
De betaling geschiedt binnen de dertig kalenderdagen te rekenen vanaf de datum waarop de bestellende entiteit de vorderingsstaat heeft goedgekeurd, zo de bestellende entiteit in het bezit is van de regelmatig opgemaakte factuur, gebaseerd op het proces-verbaal, alsmede van de andere eventueel vereiste bescheiden.
Voor deelopdrachten in opdracht van OVAM geldt onderstaande werkwijze.
De opdrachtnemer moet de schuldvordering en inventaris indienen via het webloket van de OVAM: xxxxx://xxxxxxxx.xxxx.xx/xxxxxxxx-xxx/
Hoe u hierbij te werk gaat vindt u op de OVAM-website: Handleiding digitale schuldvordering
De OVAM beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen, die ingaat de dag van ontvangst van de schuldvordering met bijhorende inventaris. Tijdens deze termijn maakt de OVAM een proces-verbaal op dat ze digitaal ter kennis brengt van de opdrachtnemer met het verzoek om binnen 5 kalenderdagen een factuur in te dienen voor het goedgekeurde bedrag.
Sinds 1 januari 2017 is elektronische facturatie (e-invoicing) de standaard werkwijze voor de ontvangst van facturen binnen de Vlaamse overheid, zo ook binnen de OVAM. Sommige bestellende entiteiten zullen dus een gelijkaardige werkwijze hanteren.
Met e-invoicing bedoelen we geen PDF-factuur, maar een e-factuur in een gestructureerd XML- formaat.
a) E-invoicing via het Mercuriusplatform
De e-facturen moeten elektronisch ingediend worden via het platform Mercurius. Dit federale platform zorgt ervoor dat alle overheden bereikbaar zijn voor e-invoicing, en is gestoeld op een Europees afsprakenkader: Xxxxxx.
Voor meer informatie over de het project e-invoicing en, de aangeboden ondersteuning, etc. kan u terecht op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx-x-xxxxxxxxx
Meer informatie over het Mercuriusplatform, het technische formaat van de e-factuur en Peppol, kan u terugvinden op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xx-xxxxxx
b) Starten met e-invoicing
Het verzenden van uw e-factuur naar de overheid kan op verscheidene manieren gebeuren:
― U kunt gratis gebruiken maken van het Mercuriusportaal voor een eenvoudige verzending van uw e-facturen: xxxxx://xxxxxxx.xxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx (externe link)
― U kunt kiezen voor een meer geïntegreerde e-facturatie binnen uw onderneming. Wat u nodig heeft is een Access Point (AP) voor de verzending van uw e-facturen naar het Mercuriusplatform. Dit Access Point dient Peppol Compliant te zijn (zie hoger).
Er zijn tal van oplossingen beschikbaar op de markt: serviceproviders voor e-facturatie, boekhoudpakketten, ERP-pakketten, facturatiesoftware, softwarehuizen, etc. Overzichten en contactgegevens kan u terugvinden op: xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxx-x-xxxxxxxxx
Alvorens u start met elektronisch factureren naar een entiteit van de Vlaamse overheid meldt u zich als leverancier eenmalig op x.xxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx (link stuurt een e-mail).
Op die manier kan het projectteam van de Vlaamse overheid u verder ondersteunen. Tal van beroepsfederaties organiseren studiedagen of informatiesessies rond elektronische facturatie. Vraag even na bij uw beroepsorganisatie.
Gelieve er rekening mee te houden dat de voorbereiding voor het starten met e-invoicing de nodige tijd vergt.
Neem zeker ook een kijkje op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxx Inhoud van de elektronische factuur
1. De elektronische factuur dient, naast de gegevens die verplicht zijn overeenkomstig het BTW- wetboek, zeker en vast volgende gegevens te bevatten die essentieel zijn voor de verwerking ervan:
― KBO-nummer OVAM: 0842399963;
― middelenreservering – vastleggingsnummer – vastleggingsnummer/WBSnummer;
― factuurlijnen: omschrijving van de opdracht.
2. Indien u gebruikmaakt van een geïntegreerde oplossing voor e-facturatie, dient de opmaak van de e-factuur in overeenstemming te zijn met het Peppolformaat (UBL 2.1). Informatie over dit formaat en de vereiste gegevens vindt u op xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx-xxxx-xxxxxxxxxxxx. Zie 'het profiel van de Peppol-factuur' alsook de business afspraken met de Vlaamse overheid.
De bovenvermelde essentiële gegevens dienen als volgt te worden ingevuld:
― KBO-nummer/ Global Location Number (GLN) OVAM: veld PartyIdentifcation;
― middelenreservering – vastleggingsnummer – vastleggingsnummer/WBSnummer: veld OrderReference;
― factuurlijnen: omschrijving van de opdracht: veld name moet voor elk item (voor elke invoiceline) ingevuld zijn.
3. De opdrachtnemer waakt erover dat de elektronische factuur vrij is van virussen, macro’s of andere schadelijke instructies. Bestanden die aangetast zijn door virussen, xxxxx’x of andere schadelijke instructies kunnen als niet ontvangen worden beschouwd.
De OVAM houdt zich het recht voor om facturen die niet worden ingediend op de wijze zoals hierboven bepaald, te weigeren en niet te voldoen zonder dat zij gehouden is tot het betalen van intresten of schadevergoeding.
De betaling vindt plaats binnen een betalingstermijn van 30 dagen vanaf de beëindiging van de bovenvermelde verificatie voor zover de OVAM over de regelmatig opgemaakte factuur beschikt.
In bepaalde gevallen is facturatie naar verschillende partijen noodzakelijk. Indien de deelopdracht over een onderzoekslocatie handelt waarbij verschillende exploitanten/gebruikers/eigenaars betrokken zijn, dan dienen de kosten a rato van de oppervlakte van de percelen ten opzichte van de totale oppervlakte van de onderzoekslocatie verdeeld te worden.
bv. een onderzoekslocatie bestaat uit 5 percelen. 3 percelen hiervan zijn in eigendom van gemeente X en 2 percelen zijn in eigendom van particulieren die het statuut “onschuld” hebben bekomen, waardoor de OVAM de uitvoering van de plicht voor deze 2 eigenaars overneemt.
Als deze 3 percelen 60% van de totale oppervlakte van de 5 percelen beslaan, dan dient een schuldvordering voor 60% van de totale kosten van deze deelopdracht naar gemeente X overgemaakt te worden, waarna ook de factuur overeenkomt met het bedrag van deze schuldvordering naar gemeente X gaat. 40% van de kosten worden betaald door de OVAM volgens voormelde beschreven betalingswijze.
1.7.3 Prijs- of kostenonderzoek (art. 35 en 37 KB Plaatsing)
Op verzoek van de aanbestedende overheid verstrekt de inschrijver alle nodige inlichtingen om het prijs- of kostenonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken. De aanbestedende overheid kan ofwel zelf overgaan tot, ofwel een persoon aanduiden voor het uitvoeren van alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te gaan van de gegevens die de inschrijver in het raam van het prijsonderzoek heeft verstrekt.
1.8 BORGTOCHT (ART. 25-33 KB UITVOERING)
Er wordt geen borgtocht gevraagd, gezien de aard van de opdracht dit niet vereist.
1.9 GUNNINGSCRITERIA
Het enige gunningscriterium de totaalprijs inclusief BTW.
De opdracht zal gegund worden voor een bedrag van twee keer 106.900 euro excl BTW ongeacht de inschrijvingsprijs. De inschrijvingsprijzen worden enkel gebruikt ter vergelijking van de offertes.
Voor meer uitleg over de manier van gunning, zie het hoofdstuk “Percelen”.
1.10 UITVOERING VAN DE OPDRACHT
1.10.1 Leiding en toezicht op uitvoering (art. 11 KB Uitvoering)
De uitvoering van de opdracht zal gebeuren onder toezicht van de leidend ambtenaar of zijn/haar plaatsvervanger.
Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat uit:
― de technische en administratieve opvolging van de werken tot en met de oplevering;
― de keuring van de prestaties, zowel de a priori als de a posteriori keuring;
― het nazicht van de schuldvorderingen en facturen;
― het opstellen van de processen-verbaal;
― de opleveringen;
― het instaan voor het toezicht op de werken; dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de opdrachtdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn.
1.10.2 Taal
De uitvoering van de opdracht gebeurt volledig in het Nederlands.
1.10.3 Vertrouwelijkheid – Intellectuele eigendomsrechten (art. 18, 19-23 KB Uitvoering en art. 30 KB Plaatsing)
Onderstaande bepalingen dienen te worden samen gelezen met de artikels 18, 19-22 en 23 van het KB van Uitvoering:
De OVAM/bestellende entiteit is eigenaar van de resultaten van de opdracht.
In het geval de opdrachtnemer de intentie heeft om over één of meerdere deelopdrachten te communiceren (bv. congres), dient er voorafgaandelijk een akkoord verkregen te worden van de OVAM/bestellende entiteit.
De opdrachtnemer gebruikt alle gegevens en inlichtingen van OVAM/bestellende entiteit enkel in het kader van deze opdracht. De opdrachtnemer verbindt er zich toe de geheimhouding te verzekeren van de resultaten die ten gevolge van het onderzoek worden bekomen.
De opdrachtnemer dient alle maatregelen te treffen om het confidentieel karakter van de ter beschikking gestelde gegevens te doen bewaren door hemzelf en door éénieder die er toegang toe heeft, inbegrepen zijn eventuele onderaannemers indien onderaanneming is toegestaan.
De opdrachtnemer staat borg, zonder beperking van bedrag, voor elke eigen schade van OVAM/bestellende entiteit en voor elk verhaal dat een derde zou stellen wegens niet eerbiedigen van de intellectuele rechten van deze derde.
De indiening van de offerte geldt als een belofte van overdracht aan de bestellende entiteit van de hierna opgesomde auteursrechten op alle grafische, audiovisuele of andersoortige producten die worden aangemaakt of gebruikt in het kader van deze opdracht. Dit geldt zowel ten aanzien van de opdrachtnemer als ten aanzien van alle personen waarop de opdrachtnemer een beroep doet of zal doen voor de uitvoering van de opdracht.
De bestellende entiteit verkrijgt door de toewijzing van de opdracht de hierna opgesomde auteursrechten op alle producten die vanaf dat ogenblik worden aangemaakt:
a) het exclusieve en onvoorwaardelijke reproductierecht
b) het exclusieve en onvoorwaardelijke recht tot bewerking en vertaling
c) het exclusieve en onvoorwaardelijke huur – en leenrecht
d) het exclusieve en onvoorwaardelijke recht op mededeling aan het publiek
zonder enige andere beperking in de tijd dan de beperkingen die voorzien zijn in de Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.
De vergoeding voor de overdracht van deze rechten is begrepen in het inschrijvingsbedrag van de offerte, ongeacht uitdrukkelijke vermelding.
1.10.4 Aansprakelijkheden
De EBSD draagt de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de verleende diensten voorkomen, inzonderheid de studies, de berekeningen, de plannen of in alle andere ter uitvoering van deze opdracht door hem voorgelegde stukken en dit in verhouding tot de budgettaire omvang van de eigen opdracht. Indien de fouten of nalatigheden voortvloeien uit de ontwerpfase, is
het de bodemsaneringsdeskundige die de ontwerpfase heeft begeleid die hiervoor de aansprakelijkheid draagt.
De opdrachtnemer vrijwaart de OVAM/bestellende entiteit bovendien tegen schadevergoedingen die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn fout of nalatigheid. Indien de OVAM/bestellende entiteit door een derde wordt gedagvaard voor fouten of nalatigheden die veroorzaakt werden door de opdrachtnemer, zal de opdrachtnemer op eerste verzoek van de OVAM/bestellende entiteit vrijwillig tussen komen in de procedure.
1.10.5 Verzekering
Het geheel van de opdracht maakt het voorwerp uit van een verzekeringspolis burgerlijke aansprakelijkheid. De polis burgerlijke aansprakelijkheid moet een waarborg inhouden voor de lichamelijke, zuiver financiële, materiële en immateriële schade aan derden die verband houdt met de uitvoering van de opdracht. Als verzekerde personen moeten naast de inschrijver, de eventuele onderaannemers en de opdrachtgever zijn opgenomen.
De opdrachtnemer zal de bouwheer, zijn vertegenwoordigers, bedienden en agenten, of hun aangestelden verdedigen, vrijwaren en vergoeden van en tegen alle kosten, verliezen, schade, uitgaven en klachten van welke aard ook (de klachten gegrond op art. 544 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek inbegrepen) die zich voordoen tijdens en/of door het feit van de uitvoering van het aannemingscontract, tenzij wanneer dergelijke kosten, verliezen, schade, uitgaven en klachten louter voortvloeien uit nalatigheid vanwege de bouwheer, van zijn vertegenwoordigers, bedienden en agenten, of van hun aangestelden.
1.10.6 Veiligheid
Bijkomend aan de verplichtingen op het vlak van veiligheid in de bestaande wetgeving, standaardprocedures, codes van goede praktijk e.d., moet de deskundige:
― alvorens de werkzaamheden aan te vatten een grondige analyse maken van de (potentiële)risico's die ermee gepaard (kunnen) gaan (voor werknemers, milieu, omgeving, eigendommen, reputatie,...),
― voor, tijdens en zo nodig na de werkzaamheden de noodzakelijke risico- en schadebeperkende maatregelen voorzien en nemen,
in het geval zich naar aanleiding van de werkzaamheden schade of bijkomende risico's van welke aard ook zou(den) voordoen, hierover onverwijld communiceren met alle andere betrokken partijen en instanties alsook de vereiste risico- en schadebeperkende of andere maatregelen nemen.
1.10.7 Meerdere opdrachten gegund aan dezelfde dienstverlener
De uitvoering van deze opdracht staat los van elke opdracht die door de OVAM/bestellende entiteit aan de betreffende dienstverleners werd gegund.
Eventuele problemen met betrekking tot deze opdracht kan de uitvoering van een andere door de OVAM/bestellende entiteit toegewezen opdracht niet wijzigen of uitstellen. Eveneens kunnen problemen bij de uitvoering van andere opdrachten niet leiden tot wijziging of uitstel van deze opdracht.
De opdrachtnemer dient zich ervan te vergewissen dat hij bij inschrijving zich ertoe bindt een kwaliteitsvol onderzoek af te leveren binnen de vooropgestelde termijn. De werklast die andere
opdrachten op dat moment met zich meebrengen mogen niet leiden tot verlies aan kwaliteit van het afgeleverde onderzoek of het niet respecteren van termijnen.
1.10.8 Rapportage modaliteiten en milieuzorg
Alle op te maken documenten (o.a. teksten, plannen, tekeningen) worden in digitale vorm aan de aanbestedende overheid bezorgd. Het formaat voor het aanleveren van de gegevens op elektronische drager wordt bepaald door de meest recente standaardprocedure. Ook wordt er steeds een pdf gevraagd van het volledige rapport. Dit dient reeds verrekend te zijn in de posten voor de opmaak van de betreffende documenten.
De opdrachthouder garandeert dat alle elektronische informatie virusvrij is.
De documenten kunnen vrij worden opgemaakt. Ze dienen echter minimaal volgende gegevens te bevatten:
― Op de voorpagina : besteknummer, omschrijving opdracht, aanbestedende overheid, titel document, versie document, datum, aantal pagina's document;
― Op de vervolgpagina's : <paginanummer> van <totaal aantal pagina's>, versie, titel document en omschrijving opdracht (incl. besteknummer);
De OVAM/bestellende entiteit kan steeds vragen het rapport ook als een papieren rapport (in kleur, inclusief alle bijlagen) te bezorgen.
Een rapport op papier voor een OBO, OBBO, BBO kan afzonderlijk aangerekend worden volgens de overeenkomstige post. Alle andere rapportage op papier dient bij de prijs van deze opdracht inbegrepen te zijn.
De documenten worden in regel recto-verso gedrukt op recyclagepapier.
Documenten die achteraf door de OVAM worden gepubliceerd (hetzij in drukvorm, hetzij in elektronische vorm) worden in ODF-bestandformaat door de opdrachtnemer onmiddellijk opgemaakt in OVAM-huisstijl. Richtlijnen m.b.t. de OVAM huisstijl en aangepaste sjablonen verkrijgt u bij de OVAM.
Er kan van bovenstaande modaliteiten worden afgeweken mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid.
1.10.9 Schorsing of intrekking erkenning
Wanneer de erkenning van de opdrachtnemer in de loop van de contracttermijn wordt geschorst of ingetrokken, kan de OVAM beslissen om het contract te verbreken met ingang van de datum van schorsing/intrekking. De opdrachtnemer kan hiervoor geen schade aanrekenen. Enkel de prestaties die reeds volledig afgerond waren op de datum van schorsing/intrekking, zullen vergoed worden.
1.10.10 Art. 53/5 Vlarel
Wanneer de erkenning van de opdrachtnemer in de loop van de uitvoeringstermijn van de opdracht niet meer kan worden gebruikt omdat de opdrachtnemer zich in één van de gevallen vermeld in artikel 53/5 van het Vlarel bevindt, kan de OVAM beslissen om een ambtshalve maatregel te nemen
overeenkomstig art. 47, §2 van het KB Uitvoering. De opdrachtnemer kan hiervoor geen schade aanrekenen.
1.10.11 Wijziging van onderaannemers
Indien de opdrachtnemer tijdens de uitvoering van de opdracht een andere onderaannemer xxxxx, dient hij dit voorafgaand schriftelijk voor te leggen aan de OVAM. De OVAM behoudt zich het recht voor om een onderaannemer te weigeren.
1.10.12 Briefwisseling met de opdrachtnemer
Bij gunning beschikt de opdrachtnemer over een verblijfplaats in België, waarvan de coördinaten in de inschrijving worden vermeld, of ten laatste vóór de gunning aan de aanbestedende overheid worden meegedeeld.
Tevens beschikt de opdrachtnemer over een e-mailadres, hetwelk eveneens in de offerte wordt opgenomen.
1.10.13 Keuringen
Voor iedere deelopdracht geldt een aparte keuring. De keuring voor OBO, (O)BBO is de correcte indiening van het rapport op het webloket van de OVAM.
1.10.14 Vertragingsboete
In afwijking van art. 86 van het KB Uitvoering zal een boete aangerekend worden van 50 EUR per kalenderdag vertraging in de uitvoering van de deelopdracht ten opzichte van de vooropgestelde en/of afgesproken uitvoeringstermijnen, met een maximumbedrag van 25 % van de totale opdracht.
Deze boete is opeisbaar zonder ingebrekestelling door het eenvoudig verstrijken van de uitvoeringstermijn zonder opstelling van een proces-verbaal en wordt van rechtswege toegepast voor het totaal aantal dagen vertraging.
1.10.15 Straffen
Elke gebrekkige uitvoering geeft aanleiding tot een algemene straf (behoudens de toepassing van bijzondere straffen).
Een algemene straf is eenmalig of dagelijks en het bedrag ervan wordt berekend overeenkomstig art. 45, §2, 1°en 2° van het KB Uitvoering, zonder de BTW op te nemen in de berekeningsbasis.
1.10.16 Wijzigingen aan de werken
1.10.16.1 Prijsherzieningen (art. 38/7 KB Uitvoering)
Prijsherzieningen worden toegestaan.
Voor de berekening van de prijsherziening wordt de volgende formule toegepast: P = Po (0,2 + 0,8 × S
/ So)
P = herziene prijs Po = initiële prijs So = gezondheidsindex vastgesteld op de kalendermaand van de opening van de offertes (bron N.I.S.) S = Zelfde index beschikbaar op maand van indiening schuldvordering.
De waarde Po (0,2 + 0,8 × S / So), wordt afgerond op het dichtstbij gelegen derde decimaal. De nieuw berekende raamcontractprijs P wordt afgerond op het dichtstbij gelegen getal met drie beduidende cijfers en vervolgens afgerond op het dichtstbij gelegen tweede decimaal.
De prijsherziening is niet van toepassing op de stelposten.
1.10.16.2 Heffingen die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag (art. 38/8 KB Uitvoering)
Heffingen die een weerslag hebben op de opdrachtprijs kunnen aanleiding geven tot een aanpassing van deze prijs mits voldaan is aan volgende cumulatieve voorwaarden:
― De wijziging van de heffing moet effectief in werking zijn getreden na de 10e dag voor de uiterste datum van ontvangst van de offertes. Heffingen die reeds eerder waren in werking getreden kunnen geen aanleiding geven tot herziening.
― De wijziging in de opdrachtprijs ingevolge de xxxxxxxxx mag niet reeds opgevangen worden via de hoger vermelde prijsherzieningsformule (rechtstreeks of onrechtstreeks via een index).
De herziening geldt zowel bij een verhoging van de heffingen als bij een verlaging van de heffingen. De opdrachtprijs zal dan overeenkomstig worden aangepast, tenzij u bij verlaging van de heffingen het uitdrukkelijke bewijs voorlegt dat u desbetreffende heffingen tegen de oude (hogere) aanslagvoet heeft betaald. In dat geval wordt de prijs niet naar beneden bijgesteld overeenkomstig de nieuwe lagere heffingen.
Met het oog op de toepassing van de betrokken herziening moet u een becijferde en gerechtvaardigde eis in de zin van artikel 38/15 KB Uitvoering indienen binnen de in dit artikel voorziene termijn van uiterlijk 90 dagen volgend op de datum van betekening van het PV van (voorlopige) oplevering.
1.10.16.3 Onvoorzienbare omstandigheden in het nadeel/voordeel van de opdrachtnemer (art. 38/9 en art. 38/10 KB Uitvoering)
― Wanneer het contractueel evenwicht van de opdracht wordt ontwricht in het nadeel van de opdrachtnemer door omstandigheden die vreemd zijn aan de aanbestedende overheid en die redelijkerwijze niet voorzienbaar waren bij de indiening van de offerte, die niet konden worden ontweken en waarvan de gevolgen niet konden worden verholpen niettegenstaande de opdrachtnemer al het nodige daartoe heeft gedaan, kan de opdrachtnemer aanspraak maken op volgende herziening nl.:
– verlenging van de uitvoeringstermijn;
– bij een zeer belangrijk nadeel, een schadevergoeding of een verbreking van de opdracht.
― Wanneer het contractueel evenwicht wordt ontwricht in het voordeel van de opdrachtnemer om welke omstandigheden ook die vreemd zijn aan de aanbestedende overheid kan de opdracht worden herzien:
– door een inkorting van de uitvoeringstermijnen in hoofde van de opdrachtnemer;
– bij een zeer belangrijk voordeel in hoofde van de opdrachtnemer, door een andere vorm van herziening of verbreking van de opdracht ten voordele van de aanbestedende overheid.
― Het door de opdrachtnemer geleden nadeel of genoten voordeel wordt geacht de drempel van het zeer belangrijk nadeel/voordeel te bereiken:
– als het nadeel of voordeel ten minste 2,5% bedraagt van het initiële opdrachtbedrag;
1.10.16.4 Feiten van de aanbestedende overheid en van de opdrachtnemer (art. 38/11 KB Uitvoering)
Wanneer de aanbestedende overheid ten gevolge van nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook ten laste van de opdrachtnemer een nadeel lijdt, kan een herziening van de opdracht worden doorgevoerd die kan bestaan uit één of meer van volgende maatregelen:
― de aanpassing van de contractuele bepalingen inclusief de inkorting van de uitvoeringstermijnen;
― een schadevergoeding;
― verbreking van de opdracht.
Wanneer de opdrachtnemer ten gevolge van nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook ten laste van de aanbestedende overheid een nadeel lijdt, kan een herziening van de opdracht worden doorgevoerd die kan bestaan uit één of meer van volgende maatregelen:
― de aanpassing van de contractuele bepalingen inclusief de verlenging van de uitvoeringstermijn
― een schadevergoeding.
― de verbreking van de opdracht.
De opdrachtnemer kan zich in geen geval beroepen op volgende feiten om de modaliteiten van de opdracht te herzien:
― de inzetbaarheid van personeel of materiaal;
― het ontbreken van gegevens voor zover hier geen melding van werd gemaakt voor de opening van de biedingen;
― toestand van de terreinen.
Het voordoen van deze feiten kan in geen geval een recht op schadevergoeding doen ontstaan in hoofde van de opdrachtnemer.
De opdrachtnemer kan zich niet op de aard van het terrein of de ondergrond, de gebouwen of opstallen, noch op de aanwezige overvloed en/of druk van grondwater en oppervlaktewater beroepen om schadevergoedingen of wijzigingen in de opdracht te eisen, ongeacht welke en hoe omvangrijk de middelen van droogleggingswerken ook mogen zijn om de opdracht te verwezenlijken.
De opdrachtnemer dient in de mate van het mogelijke zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken bij deze werkzaamheden en de toegankelijkheid bewaren.
1.10.16.5 Schorsing van de opdracht (art. 38/12 KB Uitvoering)
Schorsing van de opdracht op bevel van de aanbestedende overheid.
Wanneer de aanbestedende overheid de opdracht op haar uitdrukkelijk bevel schorst en dit in toepassing van artikel 38/12, §1 KB Uitvoering, heeft de opdrachtnemer slechts rechts op een schadevergoeding onder volgende cumulatieve voorwaarden:
– de schorsing overschrijdt in totaal 1/20ste van de uitvoeringstermijn en minstens 10 werkdagen of 15 kalenderdagen, naargelang de uitvoeringstermijn uitgedrukt is in werk- of kalenderdagen;
– de schorsing niet het gevolg is van ongunstige weersomstandigheden;
– de schorsing vindt plaats binnen de uitvoeringstermijn van de opdracht.
―
1.11 NON-DISCRIMINATIE
De opdrachtnemer verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij ziet hierop toe, zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers,…
De opdrachtnemer verbindt zich er toe, voor zover redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren. (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsbeleid)
De opdrachtnemer verbindt er zich toe de werken steeds uit te voeren in overeenstemming met de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid van 5 juni 2009.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers,… mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard.
Indien een personeelslid van de opdrachtnemer zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de opdrachtnemer de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement.
Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de opdrachtnemer, zal deze zijn volledige medewerking verlenen aan eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een organisatie, gespecialiseerd in de bestrijding van discriminatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid.
De opdrachtnemer vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid.
De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om af te zien van eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband.
De opdrachtnemer ziet er voor zover redelijk op toe dat ook de onderaannemers die hij eventueel inschakelt voor de opdracht en de verschillende schakels van zijn toeleveringsketen zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.
2 Technisch gedeelte
2.1 SITUERING
Het voorwerp van de opdracht is het opmaken van oriënterende, beschrijvende bodemonderzoeken in het kader van het Bodemdecreet, evenals het opmaken van gemotiveerde verklaringen en het uitklaren van onderzoeksplichten. Indien tijdens de looptijd van de opdracht het Bodemdecreet, de Vlarebo en/of de standaardprocedures worden gewijzigd, dient de opdrachthouder rekening te houden met de wijzigingen.
De verschillende deelopdrachten worden uitgevoerd op diverse locaties:
― perceel 1 het oostelijk deel van Vlaanderen (meer bepaald in de provincies Antwerpen, Vlaams- Brabant en Limburg)
― perceel 2 het westelijk deel van Vlaanderen (meer bepaald in de provincies Oost- en West- Vlaanderen).
Het voorwerp van de opdracht werd grotendeels reeds vermeld in punt 1.4.2 .
Voor elke deelopdracht moet de inschrijver het bodemonderzoek opvolgen in alle aspecten: technisch, financieel, milieuhygiënisch en administratief. Volgende prestaties worden minimaal verwacht van de dienstverlener:
― adviesfunctie en pro-actief adviseren;
― toezicht en controlefunctie;
― staalnames en laten uitvoeren van analyses;
― algemene onderzoeksopvolging;
― financiële onderzoeksopvolging (de bestellende entiteit moet steeds in het bezit zijn van een actuele kostenraming van de opdracht);
― opmaak rapporten.
De EBSD moet in grote mate zelfstandig kunnen werken. Hij moet zelf initiatief nemen om snel tot afgewerkte onderzoeken te komen. Indien nodig moet hij hiervoor het nodige overleg plegen met alle betrokkenen (gemeente, OVAM/bestellende entiteit, beheerder, eigenaar, exploitanten, buurteigenaars,...). De afspraken voor dit overleg moet de EBSD zelf inplannen.
De EBSD verwittigt de OVAM tijdig van de planning van onderzoeksverrichtingen ikv dit bestek via de geëigende kanalen (op het e-mailadres: xxxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx).
2.2 RAPPORTERING AAN DE AANKOOPCENTRALE
De weerhouden opdrachtnemer moet in zijn prijsvorming rekening houden met de verplichting van globale rapportering betreffende de aanwending van deze opdracht.
Aangezien de OVAM optreedt als aankoopcentrale voor de Vlaamse entiteiten en lokale besturen, wil de OVAM ook inzage krijgen in het gebruik van deze opdracht.
Dit houdt in dat de opdrachtnemer op regelmatige basis, zijnde minstens op maandelijkse basis volgens het verloop van het kalenderjaar, een overzicht bezorgt van de op deze overeenkomst geleverde prestaties, ongeacht de betalende partij. Concreet houdt dit in dat op de 1e werkdag van elke maand (volgens het kalenderjaar) een overzicht moet bezorgd worden aan de OVAM, op het mailadres welk door de OVAM hiertoe wordt gecommuniceerd bij de eerste opvolgingsvergadering. De opdrachtnemer vult hiervoor een smartsheet in, aangeleverd door de OVAM.
Dit overzicht bevat minimaal volgende gegevens:
― adres van de dienstverlening en contactgegevens van de bestellende entiteit
― op basis van de inventaris: OBO, BBO, OBBO
― gefactureerde bedragen
― financiële raming van de lopende opdrachten
Op het webloket dienen door de EBSD alle facturen + ingevulde inventaris geplaatst te worden.
In het kader van de opvolging van de prestaties van de dienstverlener organiseert de OVAM opvolgingsvergaderingen, 1x per jaar. Deze vergaderingen gaan door bij de OVAM. De opdrachtnemer moet hiermee rekening houden in zijn prijsbepaling, en de kosten dienen dus inbegrepen te zijn in de totale inschrijvingsprijs.
Tijdens deze vergaderingen worden minimaal volgende punten besproken:
― opdrachten in voorbereidingsfase
― opdrachten in uitvoering
― opdrachten in oplevering
― voorstellen voor verbetering, verbeterde kennisgeving van aandachtspunten voor gebruikers
― facturatie
― varia
Bij start van het contract vindt er tevens een startvergadering plaats. Deze vergadering vindt plaats bij de OVAM. Dit dient inbegrepen te zijn in de opdracht, en kan dus niet apart aangerekend worden.
2.3 POSTGEWIJZE BESPREKING
De prestaties welke voorzien zijn in dit project worden hierna opgelijst. De inventaris die als bijlage bij dit bestek werd gevoegd, dient door de inschrijvers zo correct mogelijk te worden ingevuld. De inventaris is opgedeeld in posten. Er wordt een overzicht gegeven van de inhoud van deze posten.
Het is mogelijk dat er posten voorzien zijn in de inventaris die niet nodig zijn. Deze posten vervallen dan en geven geen aanleiding tot extra kosten wegens niet uitgevoerd. Het spreekt xxxxxxx dat alles bij uitvoering wordt aangerekend volgens effectief gepresteerde hoeveelheden.
Bij elke post wordt een kostenverdeling voorzien. De voorziene prijsbepaling van de posten is een vermoedelijke hoeveelheid. De kostprijs van een post wordt berekend door de vermoedelijke hoeveelheid te vermenigvuldigen met de op te geven eenheidsprijs. De vermoedelijke hoeveelheden zijn geraamde getallen. Per post worden eenheidsprijzen gevraagd.
POST 1 UITKLAREN ONDERZOEKSPLICHT
Via deze post verleent de EBSD ondersteuning om de onderzoeksplicht van locaties uit te klaren.
POST 1.1 UITKLAREN ONDERZOEKSPLICHT EXCLUSIEF TERREINBEZOEK
In deze post zijn alle handelingen vervat die nodig zijn voor het uitklaren van de onderzoeksplicht van een bepaald terrein:
― het opvragen van milieuvergunningen;
― het contacteren van (al dan niet voormalige) eigenaars / gebruikers;
― contacteren van gemeenten;
― het opvragen van luchtfoto's;
― raadplegen kaartlagen;
― ….
Deze post kan niet per kadastraal perceel aangerekend worden, maar dient de volledige risico- inrichting (milieutechnische eenheid) te omvatten die gekoppeld is aan één terrein(gebruik) (bv. de risico-inrichtingen op een school, een stortplaats op verschillende percelen, …).
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 1.2. UITKLAREN ONDERZOEKSPLCHT INCLUSIEF TERREINBEZOEK
Voor de uitklaring van de onderzoeksplicht is er soms een terreinbezoek noodzakelijk. Dit is inbegrepen in deze post.
In deze post zijn alle handelingen vervat die nodig zijn voor het uitklaren van de onderzoeksplicht van een bepaald terrein:
― het opvragen van milieuvergunningen;
― het contacteren van (al dan niet voormalige) eigenaars/gebruikers;
― contacteren van gemeenten;
― het opvragen van luchtfoto's
― raadplegen kaartlagen;
― het uitvoeren van een terreinbezoek;
― ….
Deze post kan niet per kadastraal perceel aangerekend worden, maar dient de volledige risico- inrichting te omvatten die gekoppeld is aan één terrein(gebruik) (bv. de risico-inrichtingen op een school, een stortplaats op verschillende percelen, …).
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 2. OPSTELLEN GEMOTIVEERDE VERKLARING
Voor die percelen die ten onrechte in het GI of het GIR zijn opgenomen stelt de EBSD een gemotiveerde verklaring op overeenkomstig de code van goede praktijk “schrappen van risicogrond”.
De bestellende entiteit stelt de gegevens die reeds gekend zijn ter beschikking. Indien er nog bijkomende gegevens, documenten of een plaatsbezoek (bij post 2.2) noodzakelijk dient dit alles inbegrepen te zijn in deze post.
De EBSD bezorgt de gemotiveerde verklaring aan de betrokken gemeente met als doel het schrappen van de risicogrond uit het GIR.
POST 2.1 OPSTELLEN GEMOTIVEERDE VERKLARING EXCL. TERREINBEZOEK
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 2.2 OPSTELLEN GEMOTIVEERDE VERKLARING INCL . TERREINBEZOEK
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 3 OPMAAK ORIENTEREND BODEMONDERZOEK – OMVORMEN TOT OBBO
Het rapport van het OBO moet kunnen gebruikt worden voor overdracht van de onderzochte grond(en) overeenkomstig het bodemdecreet en de geldende standaardprocedures.
Er wordt uitgegaan dat er maximaal twee risicolocaties (al dan niet Vlarebo-inrichtingen (al dan niet Vlarebo-inrichtingen (de inrichtingen vermeld in de Vlarebo-lijst en andere inrichtingen die niet in de Vlarebo-lijst zijn opgenomen maar die mogelijks ook bodemverontreiniging kunnen veroorzaken)) op het terrein aanwezig zijn. Voor bijkomende risicolocaties kan post 3.2 worden aangerekend.
Voorstudie
De voorstudie bestaat uit een administratief, een historisch en een geologisch onderzoek, overeenkomstig de geldende standaardprocedures. Het administratief onderzoek omvat het verzamelen van de volgende gegevens (niet exhaustief):
― Kadastergegevens (perceelsidentificatie + eigenaar(s));
― Verleende vergunningen, aanwezige Vlarebo-inrichtingen;
― Infrastructuur- en nutsleidingen indien van toepassing;
― De bestemming van het terrein volgens gewestplan of BPA;
― Een beknopte beschrijving van de directe omgeving van het terrein;
― ...
Historisch onderzoek
Het historisch onderzoek omvat onder meer het verwerven van informatie in verband met het voormalig gebruik en de voormalige inrichting van het terrein, de opgetreden calamiteiten, de vroegere vergunningen en de resultaten van eerdere bodemonderzoeken op de percelen zelf of in de omgeving van de te onderzoeken percelen. Daarnaast zullen ook de actuele activiteiten en/of inrichtingen en de bedrijfsspecifieke kritische locaties aan een onderzoek worden onderworpen. De benodigde informatie kan voornamelijk verkregen worden bij de bestellende entiteit, de huidige en voormalige uitbaters, de betrokken gemeente en/of de provincie en de OVAM.
Bij een geologisch onderzoek kunnen de geologische gegevens een eerste inzicht geven over de verwachten bodemtextuur en in bepaalde gevallen een verklaring voor de aanwezigheid van een bepaalde bodemkwaliteit.
Conform de geldende standaardprocedures en indien relevant worden volgende gegevens verzameld;
― de diepte van de grondwatertafel;
― de kwetsbaarheid van het grondwater;
― de eventuele aanwezigheid van waterwingebieden en beschermingszones type I, II of III, afgebakend conform het besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1985.
Terreinbezoek
De EBSD vult de hierboven vermelde gegevens aan en verifieert hen met waarnemingen uit de veldinspectie tijdens een terreinbezoek. De EBSD dient bijzondere aandacht te besteden aan de toestand van de installaties op het te onderzoeken terrein (zoals opslagtanks, ondergrondse leidingen) en aan visueel waarneembare verontreinigingen.
Bepalen van de bemonsteringsstrategie
Op basis van de verontreinigingshypothese wordt er een strategie voor het veld- en laboratoriumonderzoek bepaald. De keuze hiervan wordt bepaald in de standaardprocedure voor oriënterend bodemonderzoek.
Opmaken onderzoeksvoorstel
Op expliciete vraag van de OVAM of van de bestellende entiteit maakt de inschrijver een onderzoeksvoorstel op. Dit onderzoeksvoorstel bevat een plan van aanpak en een veldwerkvoorstel, weergegeven op een detailplan met aanduiding van de risico-locaties.
De resultaten van het veldwerk worden geïnterpreteerd, geëvalueerd en verwerkt conform de geldende standaardprocedures.
Inbegrepen in deze post:
― het digitaal afleveren (overeenkomstig de voorgeschreven timing en uitvoeringsmodaliteiten) van het definitief rapport door de opdrachtnemer aan de bestellende entiteit;
― het overmaken van het definitief rapport (volgens de daartoe voorziene wegen) door de opdrachtnemer aan de OVAM ter kennisname of beoordeling
Deze post wordt afgerekend per deelopdracht en geldt voor een bij de OVAM ingediend OBO.
POST 3.1 VOORSTUDIE, HISTORISCH ONDERZOEK, TERREINBEZOEK, STRATEGIE, ONDERZOEKSVOORSTEL
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 3.2 DEFINITIEF RAPPORT OBO
Alvorens het OBO officieel in te dienen kan door de OVAM/bestellende entiteit gevraagd worden een draftrapport van het OBO elektronisch te sturen naar de OVAM/bestellende entiteit. Mondelinge telefonische toelichting of toelichting per e-mail over het draftrapport dient inbegrepen te zijn in post 3.2. Aanpassingen volgens de door de OVAM/bestellende entiteit gemaakte opmerkingen dienen ook ingebrepen te zijn in deze post.
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 3.3 BIJKOMENDE KOST PER RISICOLOCATIE
Het kan voorkomen dat er meerdere risicolocaties voorkomen waarvoor de plaatsing van een boring en peilbuis aangewezen is. In dit geval kan deze bijkomende post aangerekend worden. Deze post omvat:
― bijkomende begeleiding veldwerk aan bijkomende risicolocatie
― bijkomende inzet van stalen en interpretatie van de analyseresultaten
― beperkte bijkomende rapportage
POST 3.4 OMVORMING TOT VERSLAG VAN ORIENTEREND EN BESCHRIJVEND BODEMONDERZOEK (OBBO)
Om de procedure te verkorten, kan het interessant zijn oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek te combineren. In dat geval kan de EBSD de verontreiniging, aangetroffen in het OBO, meteen afperken met bijkomende boringen of peilbuizen. Vervolgens gaat de deskundige na of er een saneringsnoodzaak is voor de verontreiniging.
Als uit de resultaten van het OBO blijkt dat dit verslag kan omgevormd worden tot een verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek (OBBO), dienen alle kosten noodzakelijk voor deze omvorming opgenomen te worden in de huidige post. De dienstverlener kan in zo'n geval post 3.4 en post 4 aanrekenen. Posten 3.1 en 3.2 kunnen dan niet aangerekend worden, maar moeten voorzien zijn in post 3.4 en 4.
Het OBBO kan enkel bijgestuurd worden indien er nieuw, eerder niet voorziene, vaststellingen worden gedaan en na een gemotiveerd voorstel van aanvullende onderzoeksdaden.
Het OBBO moet uitgevoerd worden volgens de voorschriften opgenomen in de meest recente versie van de ‘Standaardprocedure voor (oriënterend en) beschrijvend bodemonderzoek’ zoals opgesteld door de OVAM.
POST 3.5 EXTRA RAPPORT OP PAPIER – OBO POST 3.6 EXTRA RAPPORT OP PAPIER – OBBO
POST 4. OPMAAK BESCHRIJVEND BODEMONDERZOEK
De opdracht bestaat uit de voorstudie met opmaak van het plan van aanpak, het uitvoeren van veldwerkzaamheden en het opmaken van een eindrapport beschrijvend bodemonderzoek.
POST 4.1 VERKENNEND ONDERZOEK EN PLAN VAN AANPAK
In het kader van het beschrijvend bodemonderzoek dient voorafgaand een verkennend onderzoek te worden uitgevoerd. Dit verkennend onderzoek bestaat uit het evalueren van reeds uitgevoerde onderzoeken, een terreinbezoek, een historisch onderzoek en het invullen van de fiche geïntegreerde bodemsanering. Vervolgens dient men actief te zoeken naar andere voormalige activiteiten die verontreinigingen konden veroorzaken.
Op basis van dit verkennend onderzoek wordt er een plan van aanpak voor de uitvoering van het BBO opgesteld. Het verkennend onderzoek en het onderzoeksvoorstel worden per mail doorgestuurd en waar nodig telefonisch kort toegelicht. Indien er een overleg nodig is, kan dit aangerekend worden onder post 6.
Voor een deelopdracht in opdracht van de OVAM is het mogelijk dat er een extern coördinator wordt aangesteld.
Na goedkeuring van het plan van aanpak gaat de EBSD over tot de inplanning van het veldwerk en de opmaak van de rapportage van de verschillende deelopdrachten.
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 4.2 TUSSENTIJDSE RAPPORTERING
POST 4.2.1 Rapport volgende fase
Bij de uitvoering van het BBO kan uit de resultaten van de eerste fase blijken dat de verontreiniging nog niet is afgeperkt conform de richtlijnen van de standaardprocedure BBO. Indien er een nieuwe fase noodzakelijk is, moet er een nieuw 'rapport volgende fase' worden opgesteld. Dit rapport bestaat uit twee delen: een volledige bespreking van de voorgaande fase en het plan van aanpak van de volgende fase.
De EBSD stelt dit rapport enkel op na de uitdrukkelijke goedkeuring van de OVAM/bestellende entiteit, of op vraag van de OVAM/bestellende entiteit. Het rapport volgende fase mag enkel opgesteld worden bij complexe dossiers. Een volgende fase die uit zeer beperkt extra onderzoek
bestaat kan eenvoudig per mail of telefonisch besproken worden en vereist geen “rapport volgende fase”.
De bespreking van de voorgaande fase omvat minstens een beschrijving van de veldwerkzaamheden, bevindingen op het terrein (inclusief overzicht effectief uitgevoerde boringen en staalnames), analyseresultaten (zowel kopieën van de analyserapporten als een duidelijk overzicht van alle resultaten), een interpretatie en evaluatie van de analyseresultaten en een duidelijke situatieplan (met boringen en de resultaten). De opmaak van de plannen zijn in de post rapport volgende fase inbegrepen. Het opmeten van de boorpunten wordt verrekend in de post veldwerkzaamheden.
Het plan van aanpak omvat minstens een situatieplan van de nog uit te voeren boringen, een motivatie in verband met de locatie van de nieuwe boringen en een volledig boorprogramma. Bijkomend dienen alle uit te voeren handelingen in verband met veldwerk en laboratoriumanalyses te worden gemotiveerd naar aantallen, evenals de voorgestelde soort parameters en de geplande analyses. Hiervoor dient de inventaris te worden ingevuld.
Van zodra duidelijk is dat het dossier na (O)BBO fase zeker naar BSP moet, dienen na goedkeuring van de OVAM/bestellende entiteit ook enkele extra parameters geanalyseerd te worden ter voorbereiding van de bodemsaneringswerken. Dit om te verhinderen dat bij de opmaak van het BSP nog bijkomende analyses moeten worden uitgevoerd.
Uitvoeringstermijn: 60 kalenderdagen
POST 4.2.2 Tussentijds rapport
Indien het onderzoek complexer is en langer duurt (bv. langer dan één jaar) kan het nuttig zijn dat er een tussentijds rapport wordt opgemaakt en officieel wordt ingediend bij de OVAM. Dit rapport bestaat uit twee delen: een volledige bespreking van de voorgaande fase en het plan van aanpak van de volgende fase. De EBSD stelt dit onderzoek slechts op na uitdrukkelijke toestemming van de OVAM/bestellende entiteit.
De bespreking van de voorgaande fase omvat minstens een beschrijving van de veldwerkzaamheden, bevindingen op het terrein (inclusief overzicht effectief uitgevoerde boringen en staalnames), analyseresultaten (zowel kopieën van de analyserapporten als een duidelijk overzicht van alle resultaten), een interpretatie en evaluatie van de analyseresultaten, een duidelijke situatieplan (met boringen en de resultaten), minstens 2 dwarsdoorsneden doorheen de verontreinigingsvlek en een evaluatie in verband met de bronnen op het terrein. De bekomen analyseresultaten dienen actief geïnterpreteerd te worden op basis van een conceptueel site model. Daarbij dient de deskundige extra aandacht te besteden aan detectie van de bronnen van de verontreiniging. De opmaak van de plannen zijn in de post 'Tussentijdse rapportering' en 'Opmaak (O)BBO' inbegrepen. Het opmeten van de boorpunten wordt verrekend in de post veldwerkzaamheden.
Het plan van aanpak omvat minstens een situatieplan van de nog uit te voeren boringen, een motivatie in verband met de locatie van de nieuwe boringen en een volledig boorprogramma. Bijkomend dienen alle uit te voeren handelingen in verband met veldwerk en laboratoriumanalyses te worden gemotiveerd naar aantallen, evenals de voorgestelde soort parameters en de geplande analyses. Hiervoor dient de inventaris te worden ingevuld.
Van zodra duidelijk is dat het dossier na (O)BBO fase zeker naar BSP moet, dienen na goedkeuring van de OVAM/bestellende entiteit ook enkele extra parameters geanalyseerd te worden. Dit om te verhinderen dat bij de opmaak van het BSP nog bijkomende analyses moeten worden uitgevoerd.
Van zodra duidelijk is dat er dient te worden ontgraven dienen ook de kwalitatieve eigenschappen van de bodem te worden onderzocht:
― fijne fractie (< 63μm);
― gehalte organisch materiaal;
― uitloogtesten in geval van niet-reinigbaarheid.
Ten behoeve van eventuele aanvullende analyses, worden de grondstalen standaard tot 60 kalenderdagen na staalname bewaard.
Van zodra duidelijk is dat een grondwaterzuivering nodig is:
― bepaling van de grondwaterzuiveringsparameters: Fe, Ca, Mn en geleidbaarheid;
― nakijken of veenlagen aanwezig zijn;
― dubbele controle op grondwaterstroomrichting (dit is niet altijd een constante!, bij langlopende onderzoeken is het dan ook wenselijk dit meermaals te controleren);
― ook na te gaan bij langlopende onderzoeken: opvolging grondwaterschommelingen (variatie winter/zomer);
― snelheid grondwaterstroming. Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 4.3 ONTGRAVING TIJDENS BBO
Tijdens de uitvoering van het beschrijvend bodemonderzoek sluit de OVAM/bestellende entiteit niet uit dat er een of meerdere ontgravingen zullen plaatsvinden. Het doel van deze ontgravingen is het wegnemen van de verontreiniging tijdens het BBO en bijgevolg de fase BSP te vermijden.
De mogelijke uitvoering van ontgravingen moet actief nagegaan worden door de EBSD. De voorwaarden voor de uitvoering worden beschreven in de meest recente standaardprocedure BBO.
POST 4.3.1 Voorstel ontgraving
Indien het mogelijk is om ontgravingen uit te voeren, zal de EBSD, belast met de uitvoering van het BBO, een voorstel tot ontgraving indienen.
Dit voorstel bevat minstens:
― bespreking technische aspecten (o.a. inschatting volume te verwijderen grond);
― bespreking technische uitvoering;
― een overzichtsplan;
― voorstellen van een reinigingscategorie;
― een inschatting van de kosten van de werken. Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 4.3.2. Opmaak stabiliteitsstudie
Als het nodig is, moet er voor de ontgraving een stabiliteitsstudie gebeuren en moeten de graafwerkzaamheden gebeuren volgens de bepalingen van die studie.
De stabiliteitsdeskundige voert steeds een plaatsbezoek uit ter verkenning van de site die het onderwerp is van de stabiliteitsstudie. Voor dit plaatsbezoek maakt hij de nodige afspraken met de eigenaar(s)/exploitant(en)/gebruiker(s) van de te saneren site en de relevante buurterreinen. De stabiliteitsdeskundige vraagt de nodige funderingsplannen op van gebouwen en constructies van de te saneren site, de relevante buurterreinen, wegenissen, …, en de liggingsplannen van relevante nutsleidingen.
De stabiliteitsdeskundige gaat na in hoeverre een bodemverontreiniging maximaal verwijderd kan worden zonder schade te veroorzaken aan omliggende gebouwen, constructies, allerlei nutsleidingen, wegenis, … . Hiertoe bouwt hij de nodige veiligheidsmarges of –factoren in. De stabiliteitsdeskundige houdt rekening met operationaliteit op de site, de buurterreinen, openbaar domein, … .
De stabiliteitsstudie bevat minimaal:
• het berekende veilige ontgravingstalud bij vrije ontgraving;
• de randvoorwaarden bij ontgraving met gebruik van grondkerende constructies. Hier zoekt de stabiliteitsdeskundige naar het gebruik van een type van grondkerende constructie die een evenwichtig compromis vormen tussen kostprijs en maximaal te verwijderen verontreinigde bodem (conform het BATNEEC-principe);
• Alle berekeningen en plannen opgemaakt door de stabiliteitsingenieur dienen bijgevolg inbegrepen te zijn in de prijs voor deze post. De OVAM/bestellende entiteit kan niet worden aangesproken voor om het even welke schade aan gebouwen, constructies, wegenissen, nutsleidingen, …, als gevolg van de saneringswerken.
Uiteraard kan deze post enkel gevorderd worden indien er nood was aan stabiliteitsstudie of gevraagd door de dossierhouder en indien deze uitgevoerd werd door een stabiliteitsdeskundige.
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 4.3.3. Opstart en begeleiding ontgraving
Indien de OVAM/bestellende entiteit besluit om over te gaan tot een ontgraving, zal de begeleiding van de werken worden uitgevoerd door dezelfde EBSD. De EBSD zal gedurende de volledige werkzaamheden aanwezig zijn op de locatie.
Tijdens deze werkzaamheden ter plaatse zal de EBSD verantwoordelijk zijn voor de milieukundige begeleiding. Daarnaast zal de EBSD ook verantwoordelijk zijn voor de administratieve en financiële opvolging van de werken.
Post 4.3.3.1 Milieukundige begeleiding Post 4.3.3.2 Projectleider
POST 4.4 OPMAAK EN INDIENING BBO
Deze post omvat het opmaken en indienen van een definitief BBO. Onder de opmaak van het BBO worden volgende taken verstaan:
― POST 4.4.1 interpretatie, evaluatie en verwerking gegevens conform de standaardprocedures;
― POST 4.4.2. risicobeoordeling bij historische verontreiniging.
De risicobepaling van de verspreiding van de verontreiniging moet indien nodig stofgebonden uitgevoerd worden. Er worden duidelijke figuren en tabellen bijgevoegd in verband met de grondwaterstanden en grondwaterstromingen. Deze post wordt afgerekend per deelopdracht met een historische bodemverontreiniging.;
― POST 4.4.3 urgentiebepaling
Indien bodemsanering noodzakelijk is (dus zowel voor nieuwe, historische, gemengd-nieuwe als gemengd-historische bodemverontreiniging), moet de bodemsaneringsdeskundige nagaan of de sanering de ernstige bodemverontreiniging al dan niet urgent is. Daarvoor dient de bodemsaneringsdeskundige de urgentiebepaling conform de standaardprocedures uit te voeren
― POST 4.4.4 oorzakelijkheidsonderzoek (optioneel)
De EBSD moet zich duidelijk uitspreken over de oorzaak van de verontreiniging. Om tot dit duidelijk standpunt te komen dient de EBSD een oorzakelijkheidsonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek dient in een individueel rapport overgemaakt te worden aan de OVAM/bestellende entiteit. De richtlijnen kan u terugvinden in bijlage. Deze post wordt afgerekend na goedkeuring door de OVAM/bestellende entiteit van de kwaliteit van het oorzakelijkheidsonderzoek.
― POST 4.4.5 definitief BBO overeenkomstig de geldende standaardprocedures
Alvorens het BBO officieel in te dienen wordt een draftrapport van het BBO elektronisch doorgestuurd naar de OVAM/bestellende entiteit. Op eenvoudige vraag van de OVAM/bestellende entiteit zal de EBSD een digitale versie toezenden en/of een mondelinge toelichting van het rapport in de kantoren van de OVAM/bestellende entiteit geven. Het draftrapport wordt aangepast en bijgewerkt volgens de door de OVAM/bestellende entiteit gemaakte opmerkingen. In de draftversie van het BBO dient door de EBSD te worden aangegeven of er maatregelen dienen getroffen te worden in afwachting van een eventuele sanering. De voorgestelde maatregelen zijn verder uitgewerkt (kleine acties, voorzorgsmaatregelen en/of veiligheidsmaatregelen).
De EBSD moet het rapport opstellen cfr de geldende standaardprocedures, hij moet er eveneens voldoende aandacht aan schenken dat de plannen als bijlage zo volledig mogelijk zijn. Vooral wanneer wordt besloten tot de opmaak van een BSP is het volgende van belang:
– duidelijke plannen die bruikbaar zijn voor het uitvoeren van werken, m.a.w.: elke mogelijke obstructie moet worden aangeduid: schuur, boom, elektriciteitspaal, …
– melding van de toegankelijkheid van het terrein: zijn er beperkingen in hoogte, is er een steile helling, smalle toegangsweg, ….
– de dikte van de aanwezige verharding dient te worden vermeld, ook melding als bv bewapening aanwezig is in de verharding;
– ligging van nutsleidingen, deze plannen worden best in de beginfase opgevraagd, in het rapport van het BBO moet een plan aanwezig zijn van alle nutsleidingen (incl. die op privé- terrein) en de aansluiting op de riolering;
– er dient een overzichtsplan aanwezig te zijn waarbij de contour van de verontreiniging is aangegeven en een duidelijke situering van het terrein t.o.v. de aanpalende terreinen, openbare weg, duidelijk is.
De opdrachthouder gaat een resultaatsverbintenis aan voor een correcte en volledige studie. Dit betekent dat de opgegeven prijs alle handelingen omvat nodig om tot een conform verklaard BBO te komen, met inbegrip van eventuele aanvullingen e.d.
Uitvoeringstermijn: 30 kalenderdagen
POST 4.5 EXTRA RAPPORT OP PAPIER – BBO
POST 5 OVERLEGVERGADERING
Op vraag van de OVAM/bestellende entiteit kan er een overlegvergadering op locatie doorgaan. Deze post omvat transport + vergadering + verslag.
De vergaderingen tussen OVAM en de opdrachthouder kunnen niet aangerekend worden via deze post (zie eerder).
POST 6 REGIE-XXXX
In deze post zijn de eenheidsprijzen per uur opgenomen van:
― Milieukundig begeleider
― Projectleider
― Stabiliteitsdeskundige
Deze tarieven kunnen gehanteerd worden indien er bv een second opinion gevraagd wordt op een ander dossier.
Alle taken horende bij de toegewezen deelpdracht dienen inbegrepen te zijn in de andere posten van dit bestek.
In uitzonderlijk geval, en enkel wanneer dit vooraf werd overlegd en goedgekeurd door de OVAM, kunnen bijkomende, uitzonderlijke prestaties afgerekend worden tegen dit uurtarief (in regie).
Een duidelijke detaillering en timesheet van de prestaties dient bij de verantwoording te worden voorgelegd.
POST 7 VELDWERK
Het uitvoeren van veldwerk en analyses kan onder post 8 verrekend worden.
De OVAM kan beslissen om het veldwerk en de analyses al dan niet uit te voeren via een andere raamovereenkomst.
De kosten voor het opstellen van het boorprogramma, de interpretatie van de analyseresultaten en de verwerking van deze resultaten moeten vervat zitten in de totaalprijzen van de rapportering.
De bepalingen van de standaardprocedures, het CMA en de codes van goede praktijk zijn hiervoor van toepassing.
Het is de exclusieve verantwoordelijkheid van de EBSD om bij het doorboren/doorprikken van beperkt doorlatende lagen (kleilagen, veenlagen, leemlagen, …), deze lagen na uitvoering van de boringen correct af te sluiten en dit op eigen kosten. Alle gevolgschade bij het niet correct afsluiten van deze lagen is ten laste van de EBSD.
POST 7.1 TOEGANG
Onder de post 'verkrijgen toegang perceel' zijn alle acties, verplaatsingen en betalingen inbegrepen die nodig zijn om zelfstandig toegang te verkrijgen tot een perceel. Onder andere het opvragen van de kadastrale gegevens, het opzoeken van contactgegevens, alle communicatie met de betrokkenen, eventueel plaatsbezoek voor het verkrijgen van toegang, het maken van afspraken met de betrokkenen, enz.
De EBSD moet elke eigenaar en gebruiker van een betrokken kadastraal perceel een brief bezorgen. In deze brief wordt minimaal volgende informatie verstrekt: doel van het onderzoek, adresgegevens van het bronperceel, dossiernummer van de deelopdracht, contactgegevens van de dossierhouder bij de OVAM en de contactgegevens van de EBSD (algemene telefoonnummer en telefoonnummer van de projectleider).
Deze post wordt afgerekend per bebouwd kadastraal perceel waarop een of meerdere boringen/peilbuizen geplaatst werden. Elk kadastraal perceel kan maar eenmalig aangerekend worden ongeacht het aantal keer het perceel betreden wordt. Indien de toegang tot een perceel niet zelfstandig bekomen kan worden, kan deze ook niet aangerekend worden. Deze post kan niet aangerekend worden indien de opdrachtgever = eigenaar.
Indien men boringen uitvoert op het openbare domein, moeten er soms bijkomende acties ondernomen worden om toestemming te verkrijgen en te voldoen aan de uitvoeringsmodaliteiten opgelegd door het openbaar bestuur en/of politie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het uitvoeren van boringen in de voetpad/fietspad en de rijbaan. Deze post wordt afgerekend per fase.
Begeleiding veldwerk
Een begeleider veldwerk van de EBSD is gedurende de volledige periode van het veldwerk aanwezig. Zijn aanwezigheid dient inbegrepen te zijn in de posten boringen en staalname grondwater. Er worden wel verplaatsingskosten begeleider veldwerk per fase vergoed.
Boringen en peilbuizen
Aan de hand van het opgestelde onderzoeksprogramma opteert de EBSD voor een bepaalde boormethode. Mechanische boringen worden onderverdeeld in boringen met geoprobe met liners, pulsboringen en avegaar.
Boringen met of zonder peilbuis worden afgerekend per meter. In de inventaris wordt de eenheidsprijs per meter gevraagd voor boringen met of zonder peilbuis tot een bepaalde diepte- interval.
Handmatige boringen zonder peilbuis omvatten volgende aspecten:
― boorbeschrijving;
― controle aanwezigheid nutsleidingen;
― doorboren van puin in de bovenste meter van de bodemopbouw (tot 1m-mv);
― staalname van bodem conform de richtlijnen;
― indien men vluchtige verontreinigingen onderzoekt, moet men gebruik maken van de snelle screeningsmethode (zakjes-methode met PID-meting) voor de selectie van het staalnameinterval;
― recipiënten, conservering en afvoer naar het laboratorium;
― afvoer en verwerking van opgeboord overtollig materiaal;
― in oorspronkelijke staat brengen van de locatie;
― Om de locatie van boorpunten te kunnen nagaan dient de EBSD meteen na het plaatsen van een boring een duidelijke markering aan te brengen, zodat deze later door een landmeter kan worden teruggevonden. Na de opmeting door de landmeter dient de EBSD de signalisatie te verwijderen;
Handmatige boringen met peilbuis omvatten volgende aspecten:
― de aspecten zoals beschreven bij de handmatige boringen zonder peilbuis;
― invullen van het document plaatsing en bemonstering peilbuizen of gelijkaardig (zie bijlage);
― installatie peilbuizen conform CMA1/A.2;
– plaatsing filter, kleistoppen en filtergrind;
– schoonspoelen;
Mechanische boringen met resp. zonder peilbuis omvatten de aspecten zoals beschreven bij de handmatige boringen met resp. zonder peilbuis.
Indien boringen worden uitgevoerd ter hoogte van een locatie waar sterke aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van een drijflaag, dient voor boringen door de drijflaag gebruik gemaakt te worden van de „verloren casing‟ methode. De verbuizing dient aangebracht te worden tot minstens 0,5 m onder de laagst mogelijke grondwaterstand en 0,5 m boven de hoogst mogelijke grondwaterstand. De opgegeven prijs gaat uit van een grondwaterschommeling kleiner of gelijk aan 1 m. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de plaatsing van een verloren casing tot ≤6m-mv en > 6m-mv. De verloren casing wordt afgerekend per stuk.
De afwerking van de peilbuizen worden per stuk betaald. Deze kost omvat het materiaal, manuren en afwerking van de onderzoekslocatie.
Betonboring omvat zowel het doorboren van verharde oppervlakte tot 20 cm dikte (voor dikkere betonlagen kan een verrekening ingediend worden), alsook het in de oorspronkelijke staat brengen van de locatie waar de boring uitgevoerd werd.
Indien de boringen worden uitgevoerd met geoprobe met liners, mag er niet apart een ongeroerde staalname aangerekend worden. Dit moet vervat zijn in de prijs voor geoprobe met liners.
Posten voor staalname en metingen
Indien de bodem geanalyseerd moet worden op vluchtige verontreinigingen, moet men gebruik maken van de snelle screeningsmethode (zakjes-methode met PID-meting) voor de selectie van het staalnameinterval. Men dient ongeroerde grondmonsters te nemen. De staalname van ongeroerde grondmonsters wordt afgerekend per stuk afhankelijk van de diepte van de staalname.
De staalname van het grondwater moet worden uitgevoerd conform CMA1/A.2. De staalname wordt per stuk afgerekend in functie van de diepte van de peilbuis.
Staalname van het grondwater omvat volgende aspecten:
― opmeting veldparameters (pH, Ec, O2, ORP en T);
― opmeting grondwaterstand;
― invullen van het document plaatsing en bemonstering peilbuizen of gelijkaardig (zie bijlage);
― recipiënten, conservering en afvoer naar het laboratorium;
― staalname van het grondwater;
Bij de opmetingen van de onderzoekslocatie dienen de boorpunten, van zowel reeds bestaande peilbuizen als nieuw geplaatste boringen met of zonder peilbuis, opgemeten te worden in Lambertcoördinaten waarbij voor de X en Y-component een maximale afwijking van 1 meter wordt toegestaan. De toepassing van GPS is toegelaten voor zover aan de voormelde voorwaarde voldaan is.
Tijdens het uitvoeren van het onderzoek is het noodzakelijk om de grondwaterstroming op het terrein te meten. De meting van de grondwaterstroming dient uitgevoerd te worden op basis van alle peilbuizen dit tot dezelfde watervoerende laag behoren. Ongeacht het aantal gebruikte peilbuizen wordt de meting van de grondwaterstroming afgerekend per stuk.
POST 8 ANALYSES
De prijzen van het laboratoriumonderzoek worden per stuk gevraagd.
De posten actieve luchtmeting en bodemluchtmeting omvatten alle handelingen tot het bekomen van een analyseresultaat (o.a. het noodzakelijke veldwerk, plaatsing analysetoestellen, onderhoud analysetoestellen, …). De analyses kunnen verrekend worden onder de andere posten, afhankelijk van de parameter.
De OVAM behoudt zich het recht om analyses te laten uitvoeren door een door haar aangesteldextern labo, zonder dat de dienstverlener hiervoor een schadevergoeding kan krijgen.
POST 9 VERGADERINGEN
Op vraag van de OVAM kan het nodig zijn om naast de voorziene jaarlijkse vergaderingen nog een bijkomend overleg te houden. Dit kan onder bovenstaande post worden verrekend. Het betreft de kosten voor verplaatsing, overleg en verslag. De kosten zijn onafhankelijk van het aantal personen dat de EBSD afvaardigt voor deze vergadering.
POST 10 STELPOST ONVOORZIENE KOSTEN
Er is een stelpost voorzien voor het aanrekenen van onvoorziene kosten. Wanneer de deskundige voorziet dat er diensten dienen geleverd te worden die niet voorzien zijn in dit bestek, maakt hij voorafgaandelijk aan de uitvoering een financieel en technisch voorstel over aan de OVAM/bestellende entiteit. Pas na goedkeuring van de OVAM/bestellende entiteit kunnen de diensten uitgevoerd worden.
3 Bijlagen
― Offerteformulier (apart document)
― Inventaris perceel 1 (Oost) (apart document)
― Inventaris perceel 2 (West) (apart document)
― Referentielijst (apart document)