Convenant Schoolveiligheid
Convenant Schoolveiligheid
Voortgezet Onderwijs Oudenbosch en Zevenbergen
september 2017
Inhoud
Artikel 1. Afvaardiging/contactpersonen. 3
Artikel 5. Het Openbaar Ministerie 6
Artikel 6. Bijeenkomsten en evaluatie 6
Inleiding handelingsprotocollen 8
5. Wapenbezit/bezit nepwapens 20
7. Vuurwerkbezit en –handel 24
9. Ongewenst bezoek in en rond de school 28
Inleiding
Voor iedere leerling is het belangrijk dat die zich onder de meest optimale omstandigheden kan ontwikkelen. Een veilige schoolomgeving is daar een van de eerste voorwaarden van. Het veel omvattende woord omgeving zegt het al. Het gaat hier om de veiligheid rond de school, op het schoolplein, het schoolgebouw, de sfeer, omgangsvormen en de zorg voor leerlingen.
Om de veiligheid van leerlingen en medewerkers te waarborgen is de school hiervoor als eerste verantwoordelijk. In het strategisch beleidsplan van de Stichting Markland College als het schoolplan Markland College Oudenbosch en Zevenbergen wordt veiligheid nadrukkelijk benoemd. De school staat hier echter niet alleen in en door samenwerking met haar partners kan een optimaal klimaat vorm worden gegeven. De gemeente Halderberge, de eenheid Politie Zeeland-West-Brabant en het Openbaar Ministerie zijn deze partners. Zij zijn gezamenlijk van mening dat een schoolveiligheidsplan bijdraagt aan het bereiken van een prettige en veilige leer- en werkomgeving.
Dit convenant bevat afspraken op hoofdlijnen over de verantwoordelijkheden op het gebied van schoolveiligheid tussen de hierboven genoemde partijen.
Door het ondertekenen van dit convenant gaan de partners een inspanningsverplichting aan met elkaar en erkennen de belangen. Hierdoor kunnen potentieel onveilige situaties sneller opgepakt worden en escalatie voorkomen worden.
Als bijlage in dit document zijn voor diverse situaties handelingsprotocollen toegevoegd. Deze protocollen zijn in gezamenlijkheid door de partijen opgesteld. Protocollen voor gedragsproblemen, schorsing of verwijdering, pestprotocol, overlijden, seksuele intimidatie, crimineel gedrag en klachten zijn aanwezig.
Convenant
De partijen, te benoemen:
- Het Markland College Oudenbosch;
- Het Markland College Zevenbergen;
- De gemeente Moerdijk;
- De gemeente Halderberge;
- Politie Zeeland-West-Brabant;
- Het Openbaar Ministerie Zeeland-West-Brabant; hierna te noemen partijen, komen het volgende overeen:
De betrokken partijen hebben de volgende verantwoordelijkheden op het gebied van schoolveiligheid:
- De school is verantwoordelijk voor de veiligheid en het welzijn van personeel, leerlingen en bezoekers in en om de school.
- De gemeente is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van een integraal veiligheidsbeleid in haar gemeente en voert de regie over schoolveiligheid.
- De politie is belast met de handhaving van wet- en regelgeving en de openbare orde onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.
- Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde.
De partners passen, waar nodig, hun afzonderlijke veiligheidsplannen aan op basis van dit convenant. Alle partijen blijven eindverantwoordelijke voor zijn of haar deel uit dit convenant.
Artikel 1. Afvaardiging/contactpersonen.
1.1 Iedere deelnemende partij wijst een vast persoon aan die optreedt als vertegenwoordiger van deze partij. Tevens wordt ook een plaatsvervanger per partij benoemd.
1.2 De vertegenwoordiger heeft de volgende taken: informeren andere partijen en van de eigen organisatie en aanspreekpunt voor andere partijen en eigen organisatie met betrekking tot dit convenant.
Artikel 2. De gemeente.
2.1 Voert de regie over de aanpak van schoolveiligheid, houdt zicht op de naleving van de gemaakte afspraken en biedt facilitaire ondersteuning aan bij de uitvoering van de afspraken.
2.2 Organiseert de in artikel 6.1 en 6.2 van dit convenant bedoelde bijeenkomsten.
2.3 Heeft een taak als toezichthouder op de naleving van de Leerplichtwet 1969.
2.4 Stemt afspraken die voortvloeien uit dit convenant af met de activiteiten van de leerplichtambtenaren, jeugdzorg en jeugdhulpverlening.
2.5 Ondersteunt scholen om voorlichting en advies te geven inzake veiligheid en leefbaarheid in samenwerking met haar netwerkpartners.
Artikel 3. De school
3.1 Is verantwoordelijk voor een veilige leer-, werk- en leefomgeving binnen de school en de directe omgeving daarvan voor haar personeel, leerlingen en bezoekers.
3.1.1 Daartoe stelt zij een schoolveiligheidsplan op waarin beschreven staat hoe dit te borgen en naar te handelen.
3.2 Er wordt actief gecommuniceerd over schoolveiligheid naar personeel en leerlingen. Hiertoe neemt de school in het schoolreglement een paragraaf op over veiligheid. Hierin wordt minimaal beschreven:
3.2.1 De vertrouwenspersoon(en);
3.2.2 Hoe men omgaat met crimineel gedrag zoals: vandalisme, diefstal, intimidatie, seksueel overschrijdend gedrag, bedreiging, mishandeling en discriminatie;
3.2.3 Hoe men omgaat met betrekking tot genotsmiddelen conform de geldende wet- en regelgeving;
3.2.4 Dat bij strafbare feiten of vermoeden hiervan altijd melding wordt gemaakt en zo nodig aangifte gedaan;
3.2.5 De school het recht behoud om ter beschikking gestelde middelen, zoals kluisjes, te mogen openen.
3.2.6 Hoe om te gaan met social media.
3.3 Stelt handelingsprotocollen op om te voldoen aan het gestelde in artikel 3.1 en 3.2.
3.4 Zorgt, indien dat er nog niet is, voor een uniforme manier van incidentenregistratie.
3.5 Bij strafbare feiten of vermoeden daarvan bij slachtoffers erop aandringt altijd aangifte te doen.
3.6 Daar waar mogelijk en noodzakelijk, op basis van overleg, altijd medewerking verleent aan de uitvoering van aan een leerling opgelegde gerechtelijke straf.
3.7 Kan bij het nemen van maatregelen om crimineel gedrag door leerlingen in en om de school te voorkomen, in alle gevallen een beroep doen op de contactfunctionaris van de politie en gemeente inzake de te nemen maatregelen.
3.8 Onderhoudt contact met de leerplichtambtenaar conform de geldende afspraken.
3.9 Haar eigen verantwoordelijkheid heeft in het nemen van maatregelen jegens haar leerlingen, personeel en bezoekers conform het eigen beleid. Deze maatregelen staan los van eventuele strafrechtelijke maatregelen. Echter: indien hiervan wel sprake is hieromtrent overleg plaatsvindt.
3.10 Werkt mee aan de uitvoering van maatregelen die de politie inzake de handhaving van wet- en regelgeving en de openbare orde noodzakelijk acht.
3.11 Beschouwt ook de weg van huis naar school als haar domein en houdt zich het recht voor daar gepleegde overtredingen van het schoolreglement ook binnen school te straffen.
3.12 Draagt zorg voor de gestelde monitoring van veiligheidsgevoelens in artikel 6.3.
Artikel 4. De politie
4.1 En school wisselen actief informatie uit over incidenten met betrekking tot de school, personeel en leerlingen zodat in een zo vroeg mogelijk stadium kan worden gereageerd en worden opgetreden.
4.2 Zorgt ervoor dat de afspraken voortvloeiend uit dit convenant tussen de school en de politie intern bekend worden gesteld bij de betrokkenen zoals; wijkagenten.
4.3 Houd de school actief op de hoogte over de voortgang van zaken waarover aangifte is gedaan.
4.4 Zal bij een melding van crimineel gedrag zo snel mogelijk, en waar nodig samen met de schoolleiding en ouders, interveniëren.
Artikel 5. Het Openbaar Ministerie
5.1 Snelle en adequate afhandeling van processen-verbaal
5.2 Biedt ondersteuning aan slachtoffers en informeert deze –indien gewenst- over het verloop van de zaak.
5.3 Participeert in het gestelde in artikel 3.7 voor zover het tot hun taak en verantwoordelijkheden betreft zoveel als mogelijk.
Artikel 6. Bijeenkomsten en evaluatie
6.1 Partijen uit dit convenant zullen eenmaal per jaar deelnemen aan een veiligheidsoverleg. Hiertoe zijn coördinatoren aangewezen zoals benoemd in artikel 1 van de betreffende organisaties.
6.2 Jaarlijks vindt er onder regie van de gemeente een evaluatie bijeenkomst plaats met de in dit convenant genoemde vertegenwoordigers.
6.2.1 Wanneer van belang, worden ook andere partners uitgenodigd.
6.2.2 Wanneer daartoe aanleiding, worden afspraken in dit convenant of andere documenten horend bij dit convenant aangepast.
6.3 De veiligheidsgevoelens onder leerlingen en personeel van de school wordt jaarlijks gemonitord. Deze monitoring kan leiden tot aanpassingen in het beleid.
Artikel 7. De overeenkomst.
7.1 Treedt in werking op de datum van ondertekening door de laatste ondertekenaar.
7.2 Kan in overleg met alle partijen tussentijds gewijzigd dan wel opgezegd worden.
7.3 Heeft een looptijd tot 31 december 2021.
7.4 Vervangt na ondertekening door alle partijen de tot dan toe actuele overeenkomst.
Aldus overeengekomen door
College van Burgemeester en Wethouders gemeente Halderberge, Voor deze de burgemeester, mevr. X. Xxxx-Xxxxxx
Op datum: 11-09-2017
…………………………………………………..
College van Burgemeester en Wethouders gemeente Moerdijk, Voor deze de burgemeester, dhr. J.P.M. Klijs
Op datum: 11-09-2017
………………………………………………….. Het Markland College Oudenbosch
Voor deze de vestigingsdirecteur, dhr. R.F.J.M. Rovers Op datum: 11-09-2017
………………………………………………….. Het Markland College Zevenbergen
Voor deze de vestigingsdirecteur, dhr. R.F.J.M. Rovers Op datum: 11-09-2017
………………………………………………….. Politie Zeeland-West-Brabant
Voor deze de teamchef, dhr. J.A. Pieters Op datum: 11-09-2017
………………………………………………….. Het Openbaar Ministerie
Voor deze het Arrondissement Zeeland-West-Brabant, mevr. C.P.G. Tax Op datum: 11-09-2017
…………………………………………………..
Handelingsprotocollen
Inleiding handelingsprotocollen
Een school moet voor zowel leerling als medewerker een veilige omgeving zijn. Toch komt het voor dat deze veilige omgeving in het gedrang komt. Dan is het goed dat de school kan terugvallen op handelingsprotocollen als leidraad hoe te handelen in een specifieke situatie.
In deze bijlage, onderdeel van het convenant schoolveiligheid, worden de handelingsprotocollen beschreven van voorvallen of incidenten welke in en om een school kunnen gebeuren. Iedere incident of voorval vraagt om een specifieke aanpak. Deze protocollen bieden houvast en een richting voor de school hoe te handelen in een dergelijke situatie.
Iedere situatie vraagt om een ander niveau van benaderen. Zo kan het zijn dat incidenten zo ernstig zijn dat de politie er direct bij betrokken wordt. Ook is het mogelijk voorvallen af te doen met interne sancties. Er worden een tiental stappen benoemd:
1. Inschatting van de situatie
2. Xxxxxxx met leerling en medewerker van de school
3. Xxxxxxx met ouders/verzorgers
4. Bespreking in het ondersteuningsteam
5. Doorverwijzing naar een hulpverleningsinstantie.
6. Inschakeling politie
7. Bedenktijd
8. Schorsing
9. Doorverwijzing
10. Verwijdering
Over de volgende onderstaande voorvallen/incidenten zijn handelingsprotocollen beschikbaar. Elk protocol geeft eerst een algemene en juridische definitie, waarna een algemene toelichting volgt en de mogelijke maatregelen.
1. Fysieke agressie en intimidatie
2. Verbale agressie en intimidatie, ernstige belediging en discriminatie
3. Drugsbezit, -handel en -gebruik/alcoholgebruik en -bezit
4. Vernieling
5. Wapenbezit
6. Diefstal
7. Vuurwerkbezit en -handel
8. Seksuele intimidatie
9. Ongewenst bezoek in en rond de school
10. Schoolverzuim
11. Misbruik sociale media
12. Radicalisering
1. Fysieke agressie
Algemene definitie
Onder fysieke agressie wordt verstaan het uitoefenen van enig feitelijk geweld op het lichaam van een ander. We spreken van pesten wanneer er sprake is van langdurig uitoefenen van geestelijk of lichamelijk geweld door een of meerdere leerlingen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal of fysiek zijn, maar kan ook betekenen dat iemand wordt genegeerd of buitengesloten. Pesten is een fenomeen dat door de school duidelijk moet worden onderkend en herkend. De gevolgen voor het slachtoffer -nu en op latere leeftijd- kunnen desastreus zijn. Dit geldt voor zowel slachtoffer als pester.
Juridische definitie
Eenvoudige mishandeling (art. 300 WvSr)
Opzettelijk pijn of letsel veroorzaken (onder opzet valt ook het mogelijkheid bewustzijn). Onder pijn wordt mede verstaan een min of meer hevig onaangename lichamelijke gewaarwording (bijv. een flinke klap). Aan mishandeling wordt opzettelijke benadeling van de gezondheid gelijkgesteld (bijv. opzettelijk bedorven etenswaren verstrekken).
Zware mishandeling (art. 302 WvS) Idem, met voorbedachten rade (art. 303 WvSr)
Het opzettelijk (mogelijkheid bewustzijn), al dan niet met voorbedachten rade, toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. De opzet is gericht op het toebrengen van zwaar letsel (bijv. botbreuken).
Vechterij (art. 306 WvSr)
Het opzettelijk deelnemen aan een aanval (initiatief gaat uit van partij) of vechterij (initiatief gaat uit van beide of nog meer partijen) waarin onderscheiden personen zijn gewikkeld (minstens 3)
Openlijke geweldpleging (art. 141 WvSr)
Er wordt geweld gepleegd door meer mensen tezamen tegen personen of goederen. Er moeten minimaal twee daders zijn die gezamenlijk (verenigd) het geweld uitoefenen. Bovendien moet het geweld openlijk, onverholen en niet heimelijk zijn, dus plaatsvinden op een plaats waar publiek aanwezig is dan wel doorgaans aanwezig is.
Toelichting
Bedenk dat fysiek geweld veelal dient om een ander naar zijn hand te zetten (te onderwerpen) en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Het kan een inleiding zijn voor intimidatie (zie verbale agressie). Afgezien van fysieke gevolgen (pijn/letsel) en aantasting van persoonlijke vrijheden komt een slachtoffer vrijwel zeker onder zware psychische druk te staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden.
Fysieke agressie
Slachtoffers van geweld zijn vaak bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Wanneer er voldoende andere bewijsmiddelen zijn, is een aangifte niet noodzakelijk, maar wel vaak handig in het proces. Een duidelijke stellingname van de school is hier essentieel. Het slachtoffer moet zich gesteund en gesterkt voelen door de schoolleiding die een duidelijk en krachtig signaal af zal moeten geven in de
richting van de dader (repressief) en omgeving (preventief). Ondersteuning bij het doen van aangifte is wenselijk, evenals het bewegen van getuigen tot het afleggen van een verklaring.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen. Indien het uitgeoefende geweld in geval van eenvoudige mishandeling bestaat uit een niet meer dan geringe lichamelijke kracht van enige betekenis, (bijv. klap met vlakke hand op rug) kan de school zelf op deze gedraging reageren. Is er sprake van meer dan geringe lichamelijke kracht van enige betekenis (bijv. in elkaar trappen van slachtoffer), letsel, structureel agressief gedrag door een dader of als er sprake is van groepsoptreden dan zal ook de politie moeten worden gewaarschuwd.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
- Toepassen maatregel(en)
- Politie op de hoogte stellen (in de vorm van een melding)
Secundair, indien er sprake is van een aangifte:
- Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
- De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie.
- Alle relevante informatie i.v.m. feiten en personen doorgeven aan de politie.
- Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte.
Maatregelen politie
- De zaak wordt in onderzoek genomen in overleg met Openbaar Ministerie.
- Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt (gezien het ernstige karakter van deze delicten is HALT-verwijzing niet mogelijk, met uitzondering van vernieling of openlijk geweld tegen goederen).
- Ouders dader en slachtoffer informeren.
Maatregelen OM
− Het proces-verbaal kan worden afgedaan via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
− Het slachtoffer kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden.
Hulpmogelijkheden
− Huisarts
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
2. Verbale agressie
Algemene definitie
Onder verbale agressie wordt verstaan het verbaal of schriftelijk bedreigen, discrimineren, intimideren, ernstig beledigen of uitschelden van een persoon. Berichten via de sociale media horen hier ook bij. We spreken over pesten wanneer een of meerdere leerlingen langdurig verbaal of fysiek geweld uitoefenen tegen een medeleerling. Pesten kan verbaal, non-verbaal bij voorbeeld via de sociale media of fysiek zijn. De school treft maatregelen ter voorkoming en bestrijding van pesten.
Het fenomeen pesten dient in een zo vroeg mogelijk stadium herkend te worden. De gevolgen voor het slachtoffer, maar ook voor de pester kunnen (ook op latere leeftijd) desastreus zijn.
Juridische definitie
Bedreiging met (art. 285 WvS):
− Openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen
− Enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht
− Verkrachting
− Feitelijke aanranding van de eerbaarheid
− Enig misdrijf tegen het leven gericht
− Gijzeling
− Mishandeling
− Brandstichting
− Berichten via de sociale media
Intimidatie (art. 284 WvS)
− Een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.
− Een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.
Toelichting: ook bij bijvoorbeeld gedrag ten gevolge van extreme radicalisering
Smaad en laster (art. 261 WvS)
− Opzettelijk iemands eer of goede naam aanranden door tenlastelegging van een bepaald feit met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, ook schriftelijk (smaadschrift) indien verspreid of openlijk tentoongesteld.
Eenvoudige belediging (art. 266 WvS)
− Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt hetzij in het openbaar mondeling, bij geschrift of afbeelding aangedaan, hetzij in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding aangedaan.
Discriminatie (art.137c t/m f WvS)
− Het opzettelijk uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of seksuele geaardheid, ook schriftelijk.
Toelichting
Wanneer verbaal geweld niet gepaard gaat met enige feitelijkheid (dus moeilijk aantoonbaar of aanwijsbaar is) en er geen sprake is van een structureel karakter, treft de school zelf maatregelen. Let op: verbale agressie is heel moeilijk bewijsbaar. Anderen, die het gehoord hebben, kunnen in dit geval een getuigenverklaring afleggen. Daarom verdient het aanbeveling dat de school dit zelf aanpakt. De politiecontactpersoon kan voor advies worden benaderd. Gaat het verbaal geweld wel gepaard met enige feitelijkheid die de bedreiging of intimidatie kracht bijzet, dan zal ook de politie moeten worden gewaarschuwd. Dit geldt ook als er sprake is van herhaling of structureel karakter. Bedreiging en/of intimidatie dienen vaak om een ander naar zijn hand te zetten of zijn wil op te leggen en daarmee zijn eigen positie te versterken binnen een groep. Afgezien van de aantasting van de persoonlijke vrijheden van het slachtoffer komt deze vrijwel zeker onder zware psychische druk te staan. Deze vorm van agressie kan dan ook nooit getolereerd worden.
Verbale agressie
Slachtoffers van verbaal geweld zijn veelal bang om melding te doen van dit geweld. Angst voor represailles houdt hen tegen. Isolement dreigt en uitval in het onderwijs ligt op de loer. Toch is het voor strafrechtelijke aanpak vaak een aangifte nodig. Een duidelijke stellingname van de school is hier essentieel. Het slachtoffer moet zich gesteund en gesterkt voelen door de schoolleiding die een duidelijk en krachtig signaal af zal moeten geven in de richting van de dader (repressief) en aan de omgeving (preventief). Ondersteuning bij het doen van aangifte is wenselijk evenals het bewegen van getuigen tot het afleggen van een verklaring.
Maatregelen school
Ten aanzien van pesten heeft de scholen een preventieve aanpak, voornamelijk gericht op leerlingen. Hierin past ook het omgaan met social media. De curatieve aanpak is een meersporenaanpak waarin er met alle betrokkenen (slachtoffer, pester, medeleerlingen, ouders en personeel) gesproken wordt over hun bijdrage bij het voorkomen en bestrijden van pesterijen. Probleemoplossende gesprekken worden in principe gevoerd door de mentor. Vaak zal de aanpak ook besproken worden met het team en de teamleider. Indien deze gesprekken uiteindelijk niets opleveren komen maatregelen in beeld. Wanneer het om een strafrechtelijke aanpak gaat, zijn leerling, ouders en/of school van mening dat de situatie van dien aard dat inschakeling van de politie (op basis van feitelijkheid) kan bijdragen aan het welbevinden van het slachtoffer en/of het doen stoppen van de pesterijen c.q. verbale agressie.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Toepassen maatregelen.
− Eventueel de politie op de hoogte stellen of om advies vragen.
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie:
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
− De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
− Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte.
Maatregelen politie
− Tegen verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt (gezien het ernstige karakter van deze delicten is HALT-verwijzing niet mogelijk).
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
Maatregelen OM
− Het proces-verbaal kan via de officier van justitie worden afgedaan, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij veelvuldige recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
− Het slachtoffer kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden.
Hulpmogelijkheden
− Huisarts
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Meldpunt discriminatie
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
3. Drugs en alcohol
Algemene definitie
Het voorhanden hebben van alcohol en drugs is niet toegestaan, evenals het voorhanden hebben van medicijnen welke niet aantoonbaar in het belang van de eigen gezondheid zijn. Deze moeten worden ingeleverd. Ook het handelen in/verstrekken van drugs of bedoelde medicijnen is verboden. Het schoolreglement bevat regelgeving ten aanzien van roken, alcohol, cannabis en overige drugs.
Juridische definitie
− Het gebruik van hard- en softdrugs, zoals heroïne, cocaïne, cannabis, XTC en paddo’s en gedragingen met betrekking tot deze drugs zijn verboden op basis van de Opiumwet en deels ook de Warenwet;
− Het handelen in hard- en softdrugs is eveneens verboden op basis van de Opiumwet.
− Voor gebruik en bezit van alcohol geldt de Drank- en Horecawet, waarin tevens is aangegeven dat verkoop van alcohol aan jongeren beneden de 18 jaar is verboden.
− Het roken van tabak in openbare gebouwen, zoals scholen, is verboden bij de Tabakswet, met uitzondering van daarvoor specifiek aangewezen ruimten.
− Voor productie en/of handel in geneesmiddelen die als drugs worden gebruikt, is de
− Geneesmiddelenwet van toepassing.
Toelichting
Wanneer door signalen of uit een gesprek blijkt dat een leerling onder invloed is, dan zal de school hierop moeten reageren. De leerling die onder invloed van alcohol of drugs de lessen volgt, zal uit de les verwijderd moeten worden. Goede of slechte schoolprestaties zijn hierbij niet doorslaggevend.
Enerzijds tast drugs- en alcoholgebruik/-bezit het leefklimaat binnen een school aan en anderzijds is het een directe bedreiging voor de onderwijsdoelstellingen. Het onderscheid tussen het voorhanden hebben van drugs voor eigen gebruik dan wel het voorhanden hebben van drugs bestemd voor de handel is moeilijk te trekken. Vandaar de volgende grenslijn: Indien jongeren drugs voorhanden hebben en dit aan anderen uitdelen, al dan niet met winstbejag, wordt de politie ingeschakeld.
Enerzijds om de drempel om drugs te gebruiken hoog te houden en anderzijds om een duidelijk en goed te hanteren beleid te voeren. Minderjarigen mogen ook niet in het bezit zijn van softdrugs voor eigen gebruik. Immers coffeeshops mogen slechts aan meerderjarigen verkopen. Bij middelengebruik dan wel handel moet de grens op nul gesteld worden, inhoudende dat drugs in het geheel niet getolereerd worden. De school verbiedt het om alcohol, drugs of medicijnen die niet aantoonbaar door een arts zijn voorgeschreven binnen de schoolgebouwen of het terrein van de school te brengen. Ingeval de school kennis heeft dan wel een redelijk vermoeden heeft, dat een persoon drugs/medicijnen binnen een schoolgebouw of schoolterrein heeft gebracht of voorhanden of op andere wijze onder zich heeft, wordt deze persoon bewogen tot afgifte van deze goederen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade, in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel. De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het schoolreglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt intern rechtmatigheid van het handelen verkregen. Ingeleverde drugs en medicijnen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair:
− Toepassen maatregelen, zie reglement Gezonde School en Genotmiddelen voor het VO
− Drugs afgeven aan de politie
− Politie op de hoogte stellen of om advies vragen (met name wanneer jongeren drugs op
− School uitdelen, al dan niet met winstbejag)
− Bepalen welke instantie te betrekken bij hulpverlening, verwijzing en preventieactiviteiten.
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie:
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
− De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie
− Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
Maatregelen politie
− Indien door de school wordt aangegeven dat contact wenselijk is bijvoorbeeld ten behoeve van informatie over verkooppunten wordt met de politiecontact gelegd.
− Er wordt tegen de persoon proces-verbaal opgemaakt.
− De ouders van de verdachte worden geïnformeerd.
Maatregelen OM
− Het proces-verbaal kan worden afgedaan via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
Hulpmogelijkheden
− Huisarts
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
4. Vernieling Algemene definitie Vernieling, vandalisme.
Juridische definitie
Vernieling (art. 350 WvS)
Het opzettelijk en wederrechtelijk vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken of weg maken van een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort. De dader moet dus de opzet (mogelijkheid bewustzijn) hebben om genoemde vernieling te plegen en daarbij moet hij dat wederrechtelijk, dus zonder toestemming/instemming van de eigenaar, doen. Ook graffiti valt onder de werking van deze definitie. Immers: het herstellen van de schade brengt zodanige inspanning en kosten met zich mee dat van beschadiging kan worden gesproken.
Openlijke geweldpleging (art. 141 WvS)
Het openlijk en met verenigde krachten geweld plegen tegen personen en goederen. Er moeten minimaal twee daders zijn die gezamenlijk (verenigd) het geweld uitoefenen. Bovendien moet het geweld openlijk, onverholen en niet heimelijk zijn, dus plaatsvinden op een plaats waar publiek aanwezig is dan wel doorgaans aanwezig is.
Baldadigheid (art. 424 Sr. WvS)
Hij die op of aan de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats tegen personen of goederen enige baldadigheid pleegt waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht, wordt, als schuldig aan straatschenderij, gestraft met een boete van de eerste categorie.
Toelichting
Vernieling is het gericht stukmaken van iets, een uiting van disrespect voor andermans eigendommen. Vaak komt het voort uit een (algemeen) gevoel van onvrede met zijn eigen positie (afgunst, boosheid, verveling) hetgeen zich dan uit in vernielen. Zeker als de vernieling zich richt op een specifiek (bewust gekozen) slachtoffer zal aandacht aan de achtergronden van de vernieling moeten worden besteed om herhaling of verergering van maatregelen tegen het slachtoffer te voorkomen.
Van baldadigheid of straatschenderij is sprake wanneer de vernieling niet gericht plaatsvindt, maar meer als ongewild gevolg van een actie. Voorbeelden hiervan zijn onder ander schade door sneeuwballen gooien of het omtrappen van vuilcontainers.
Wanneer sprake is van eenvoudige vernieling met niet meer dan geringe schade, waarbij schadevergoeding of schadeherstel kan worden bereikt, treedt de school op als bemiddelaar met betrekking tot de schaderegeling.
Het doel hierbij is dat de partijen (gedupeerde(n) en dader(s)) de zaak onderling regelen. De school heeft daarin geen taak om te schade te regelen. Wel treft de school zelf maatregelen tegen het ongewenste gedrag.
Indien het gaat om een vernieling van meer dan geringe omvang of schade, er sprake is van herhaling of groepsdelict of als schadevergoeding/schadeherstel niet kan worden bereikt, zal ook de politie in kennis worden gesteld.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Toepassen maatregelen
− Bemiddeling in schadevergoeding of schadeherstel door de dader
− Eventueel politie op de hoogte stellen of om advies vragen.
Secundair, indien er sprake is van:
− Een vernieling met meer dan geringe schade
− Vernieling door een groep leerlingen
− Getoonde onwilligheid met betrekking tot schadeherstel/schadevergoeding.
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
− De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die
− Overeenkomen met de juridische definitie.
− Bemiddelen in schadevergoeding door ouders/verzorgers dader.
− Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
− Het slachtoffer ondersteunen en stimuleren bij het doen van aangifte.
Maatregelen politie
− Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt
− Indien aan de criteria wordt voldaan wordt de verdachte naar HALT verwezen, afhankelijk van de waarde van de schade
− Ouders dader en slachtoffer informeren
− In schadevergoeding tussen (ouders) dader en slachtoffer wordt bemiddeld.
Maatregelen OM
− Indien HALT geen mogelijkheid is kan het proces-verbaal via de officier van justitie worden afgedaan, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding, vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij veelvuldige recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
− Het slachtoffer kan indien hij/zij dit wenst over (het verloop van) de zaak geïnformeerd worden.
Hulpmogelijkheden
− Huisarts
− Bureau Slachtofferhulp
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
5. Wapenbezit/bezit nepwapens
Algemene definitie
Het voorhanden hebben van voorwerpen die het karakter van een wapen dragen of die als wapen worden aangewend en waarvan het voorhanden hebben in verband met het volgen van onderwijs niet noodzakelijk is.
Juridische definitie
De bij Wet verboden wapens en de gedragingen die met deze wapens verboden zijn, zijn gedefinieerd in de Wet Wapens en Munitie. Hier is geen korte juridische definitie voor te geven.
Toelichting
Veel onder jeugdigen circulerende wapens vallen niet onder de werking van de Wet Wapens en Munitie omdat ze qua afmeting of model net even iets anders zijn. Toch zijn veel van deze wapens daardoor niet minder gevaarlijk en daarmee onwenselijk. Immers, een stiletto waarvan het lemmet breder is dan 14 millimeter is net zo gevaarlijk als een (wettelijk verboden) stiletto met een lemmet dat minder dan 14 millimeter breed is. In het kader van het volgen van onderwijs is het bezit/voorhanden hebben van dergelijke wapens en voorwerpen niet alleen onnodig, maar tevens gevaarlijk en bedreigend voor het klimaat binnen een school.
De school verbiedt het dan ook om voorwerpen die het karakter van een wapen dragen (stiletto’s, vlindermessen valmessen en dergelijke) alsmede voorwerpen die als wapen kunnen worden gehanteerd (wanneer bijvoorbeeld een schroevendraaier wordt gebruikt om mee te dreigen) in bezit te hebben of als wapen te hanteren.
Wanneer de school kennis heeft, dan wel een redelijk vermoeden heeft dat een persoon een dergelijk wapenbezit of ziet dat een voorwerp als wapen wordt gehanteerd binnen het schoolgebouw of schoolterrein, zal de bezitter van het voorwerp worden bewogen tot afgifte. Vervolgens worden de wapens ter vernietiging aan de politie over gedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel.
De school verbindt deze regel en maatregel als voorwaarde tot toelating tot het schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt vooraf in het schoolreglement kenbaar gemaakt. Hiermee wordt rechtmatigheid van handelen verkregen. Afgegeven wapens en bedoel de voorwerpen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie.
Indien het om wapens en gedragingen gaat die vallen onder de werking van de Wet Wapens en Munitie is politioneel optreden vereist. De politie wordt in kennis gesteld. De politie kan om advies worden gevraagd of het gaat om een wettelijk verboden wapen.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Toepassen maatregelen.
− Ingeleverde wapens en voorwerpen afgeven aan de politie.
− Politie op de hoogte stellen en/of om advies vragen.
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
− De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie.
− Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
Maatregelen politie
− Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt.
− Ouders van verdachte en slachtoffer informeren.
Maatregelen OM
− Het proces-verbaal kan worden afgedaan via de Officier van Justitie, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, en begeleiding of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
Hulpmogelijkheden
− Bureau Slachtofferhulp
− Steunpunt huiselijk en seksueel geweld
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
6. Diefstal Algemene definitie Stelen, roven.
Juridische definitie
Eenvoudige diefstal (art. 310 WvS)
Enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegnemen met het oogmerk het wederrechtelijk toe te eigenen. Het doel van het wegnemen moet de toe-eigening zijn; om er als heer en meester over te gaan beschikken. Als een goed wordt gestolen met de bedoeling om het te verkopen, blijft het diefstal. Immers, er wordt dan gehandeld alsof er als heer en meester over beschikt wordt.
Gekwalificeerde diefstal (art. 311 WvS)
- Idem 310 Sr, bij gelegenheid van brand, ontploffing;
- Idem 310 Sr, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- Idem 310 Sr, indien de dader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of vals kostuum.
Diefstal met geweld (art. 312 WvS)
Idem 310/311 Sr, indien voorafgegaan door, vergezeld van of gevolgd door geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om de diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken van zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij het bezit van het gestolen goed te verzekeren.
Afpersing (art. 317 WvS)
Met het doel zichzelf of een ander te bevoordelen, iemand door geweld of bedreiging met geweld dwingen tot het afgeven van enig goed dat geheel of ten dele aan diegene of een derde toebehoort.
Afdreiging (art. 318 WvS)
Idem 317 Sr, met dien verstande dat het dreigmiddel geen geweld is maar smaad, smaadschrift of openbaring van een geheim.
Handel en heling (art. 416 en 417 bis WvS)
Opzet- dan wel schuldheling: Het kopen, krijgen of voor handen hebben van gestolen of illegale goederen, bijv. het te koop aanbieden of kopen van bromfietsonderdelen, autoradio’s, vuurwerk,
kleding, cd’s e.d. waarvan vermoed kan worden dat die goederen gestolen of illegaal te koop worden aangeboden.
Toelichting
Ingeval van een incidentele kleine diefstal, waarbij geen kwalificaties als bedoeld in 311/312/317/318 Sr voorkomen en waarbij de schadevergoeding of teruggave van het gestolen goed kan worden bereikt, treft de school zelf maatregelen, afhankelijk van de wens van de benadeelde. Indien het gaat om herhaling of om een goed met meer dan geringe waarde of indien wordt voldaan aan een van de kwalificaties genoemd in de artikelen 311/312/317/318 Sr., dan wel als schadevergoeding of
teruggave niet mogelijk is, dan zal de school naast de te nemen schoolmaatregelen ook de politie in kennis stellen.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Toepassen maatregelen.
− Bemiddeling in teruggave of schadevergoeding gestolen goed.
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
- De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie.
− Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
− Het slachtoffer ondersteunen en stimuleren bij het doen van aangifte.
Maatregelen politie
− Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt.
− Indien aan criteria voldaan wordt, verwijzen van de verdachte naar HALT.
− Bemiddeling bij teruggave of schadevergoeding gestolen goed.
− Ouders dader en slachtoffer informeren.
Maatregelen OM
− Indien HALT geen mogelijkheid is kan het proces-verbaal via de officier van justitie worden afgedaan, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij veelvuldige recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
− Het slachtoffer kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden.
−
Hulpmogelijkheden
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
7. Vuurwerkbezit en –handel
Algemene definitie
Het voorhanden hebben van en/of handelen in vuurwerk.
Juridische definitie
Het voorhanden hebben van en/of handelen in vuurwerk buiten de daartoe aangewezen periode, als ook het voorhanden hebben van of handelen in verboden vuurwerk ongeacht de periode.
Toelichting
Vuurwerk hoeft op zich niet gevaarlijk te zijn, mits het gaat om goedgekeurd vuurwerk en als het op voorgeschreven wijze wordt afgestoken. Bij het afsteken van vuurwerk in of nabij groepen mensen, zoals op schoolpleinen, is echter reëel gevaar voor (ernstig) letsel aanwezig. Zeker als het afsteken ervan een ‘spel’ of ‘sport’ wordt. Ontploffend vuurwerk veroorzaakt doorgaans onrust onder mensen hetgeen tot irritatie of agressie kan leiden. Daarnaast veroorzaakt ontploffend vuurwerk doorgaans een zodanige geluidsoverlast en hinder voor de lessen. De scholen verbiedt om deze redenen vuurwerk mee te nemen in de schoolgebouwen of op het terrein van de school.
Als de school weet of vermoedt, dat een persoon vuurwerk heeft meegenomen in het schoolgebouw of op het schoolterrein, wordt dit vuurwerk ingenomen. Als het om een substantiële hoeveelheid gaat, kan dit ter vernietiging aan de politie worden overgedragen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel.
Het verbod om vuurwerk mee te nemen, voor handen te hebben of op andere manier onder zich te hebben in de schoolgebouwen of het terrein van de school, geldt als voorwaarde tot toelating tot schoolgebouw of schoolterrein. Dit wordt in het schoolreglement kenbaar gemaakt, zodat er rechtmatig tegen kan worden opgetreden.
Wanneer sprake is van verboden vuurwerk zal de school altijd de politie inschakelen. Hetzelfde geldt wanneer het gaat om een meer dan één stuk vuurwerk, of om handel in vuurwerk buiten de daartoe toegestane periode. De politie kan om advies worden gevraagd ten aanzien van de vraag of het gaat om een wetsovertreding, de xxxxx ervan en of aangifte wenselijk is.
Maatregelen school
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting).
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Toepassen maatregelen.
− Ingeleverd vuurwerk, indien een substantiële hoeveelheid, afgeven aan de politie.
− Eventueel politie op de hoogte stellen en/of om advies vragen.
Secundair, indien er sprake is van
− Verboden vuurwerk (strijkers en dergelijke)
− Bezit buiten de toegestane periode, van een meer dan geringe hoeveelheid (meer dan één stuk) vuurwerk
− Handel in vuurwerk
− Afsteken van vuurwerk buiten de toegestane periode kan de school:
o Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
o De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie.
o Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
Maatregelen politie
− Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt.
− Indien aan criteria wordt voldaan wordt naar HALT verwezen.
− Ouders/verzorgers verdachte informeren.
Maatregelen OM
− Indien HALT geen mogelijkheid is kan het proces-verbaal via de officier van justitie worden afgedaan dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij veelvuldige recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
Hulpmogelijkheden
− Bureau Slachtofferhulp
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Halt
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
8. Seksuele intimidatie
Algemene definitie
Hiervan is sprake indien iemand wordt geconfronteerd met ongewenste seksueel getinte aandacht in de vorm van verbaal, fysiek of non-verbaal gedrag dat door degene die hiermee geconfronteerd wordt als onaangenaam wordt ervaren. Het gaat hierbij om gedrag dat plaatsvindt binnen of in samenhang met de onderwijssituatie en kan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn.
Wanneer er sprake is van seksueel misbruik door een medewerker van de school gaat het om een zedenmisdrijf. Bij een zedenmisdrijf geldt een aangifte- en meldplicht. Deze wettelijke aangifte en meldplicht is beperkt tot seksueel misbruik van leerlingen die op het moment van het misbruik jonger zijn dan achttien jaar.
Toelichting
Scholen zijn verplicht een veilig leer- en werkklimaat te creëren voor leerlingen en personeelsleden. Seksuele intimidatie komt op alle schooltypes voor. De seksuele intimidatie is vaak een kwestie van machtsverschil tussen leraren en leerlingen, tussen mannen en vrouwen. Seksuele intimidatie kan zich bij verschillende partijen in de schoolsituatie voordoen:
- Leerling - leerling
- Personeel - leerling
- Leerling - personeel
- Personeel - personeel (deze categorie wordt in dit protocol buiten beschouwing gelaten).
Het ondergaan van seksuele intimidatie heeft vaak nadelige gevolgen voor betrokkene. Voor leerlingen kan dit een aanleiding zijn een ander vak te kiezen of van school te gaan. Schoolverzuim en slechte leerprestaties kunnen het gevolg zijn. Ook kunnen zij later psychische en/of emotionele schade ondervinden.
Seksuele intimidatie kan een heel scala van fysieke handelingen omvatten zoals: knuffelen, zoenen, op schoot nemen, handtastelijkheden, weg versperren, tegenaan gaan staan, moedwillig botsen.
Seksuele intimidatie kan zich echter ook in verbale vorm manifesteren zoals: iemand op een bepaalde manier aanspreken, seksueel getinte opmerkingen, dubbelzinnigheden, seksueel getinte grappen, schuine moppen, stoere verhalen rond seksuele prestaties, opmerkingen over uiterlijk en kleding, vragen naar seksuele ervaringen, uitnodigingen met bijbedoelingen, afspraakjes willen maken, uitnodiging tot seksueel contact, bedreigingen.
Tevens kan de intimidatie ook in de vorm van non-verbaal gedrag geuit worden zoals: staren, gluren, lonken, knipogen, in kleding gluren, seksueel getinte cadeautjes. Alleen degene die last heeft van seksuele intimidatie kan een klacht indienen, al dan niet met hulp van de contactpersoon in de school of via de vertrouwenspersoon bij de klachtencommissie of het bevoegd gezag.
Meldplicht seksueel misbruik en seksuele intimidatie
De meldplicht is vastgelegd in de ‘Regeling Seksueel misbruik en Seksuele intimidatie in het
onderwijs’, een uitgave van het Ministerie OCenW, september 1999. Kort samengevat: wanneer een personeelslid seksueel misbruik pleegt jegens een leerling of als hiervan vermoedens bestaan, zijn schoolbesturen verplicht om direct contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur. Als uit
overleg met de vertrouwensinspecteur blijkt dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat dit misbruik heeft plaatsgevonden, dan dient het bestuur daarvan onmiddellijk aangifte te doen.
Personeelsleden zijn wettelijk verplicht het schoolbestuur direct te informeren wanneer zij op de hoogte zijn van seksueel misbruik of seksuele intimidatie van een leerling of personeelslid.
Maatregelen school
De contactpersoon van de school schat in of de vertrouwenspersoon moet worden ingeschakeld.
- Er is een contactpersoon op iedere locatie aangesteld. Hij/zij is eerste aanspreekpunt bij vragen of klachten. De aanwezigheid van een contactpersoon is bekend gemaakt bij schoolpersoneel, leerlingen en ouders/verzorgers.
− De scholen hebben een interne en een externe vertrouwenspersoon aangesteld.
- Indien sprake van seksuele intimidatie worden bij minderjarigen altijd de ouders/verzorgers van het slachtoffer, na overleg met de vertrouwenspersoon, en de aangeklaagde op de hoogte.
- Door de school wordt aan het schoolpersoneel, leerlingen en ouders/ verzorgers via de school- en personeelsgids informatie verschaft over hoe op school wordt omgegaan met seksuele intimidatie, welke mogelijkheden er zijn om een klacht in te dienen. Tevens zet de school zich in om preventieve activiteiten en maatregelen uit te voeren.
Maatregelen politie
Indien door het slachtoffer officieel een klacht/aangifte wordt ingediend bij de politie kan hier de procedure in gang worden gezet. Deze procedure gaat via de politie, Openbaar Ministerie en de rechtbank.
Maatregelen OM
− Afhankelijk van de xxxxx van het feit, wordt het proces-verbaal afgedaan via de Officier van Justitie dan wel middels het aanbrengen van de zaak bij de Kinderrechter/Meervoudige kamer.
− Het slachtoffer kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden.
Hulpmogelijkheden
− Huisarts
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
9. Ongewenst bezoek in en rond de school
Algemene definitie
Bij ongewenst bezoek kan bijvoorbeeld gedacht worden aan personen in of rond de school:
− Met criminele activiteiten (dealen, heling, loverboy-problematiek)
− Leerlingen van andere scholen die problemen veroorzaken
− Die komen om iemand te intimideren/mishandelen, bijvoorbeeld ouders die verhaal komen halen bij leerlingen, personeel, directie.
Juridische definitie
Zich bevinden op verboden grond (artikel 461 WvS)
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Lokaalvredebreuk (artikel 139 WvS)
− Hij die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.
− Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
− Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of een geldboete van de derde categorie.
− De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.
Toelichting
Bovenstaande wordt als bedreigend of erg onprettig ervaren. Zeker als daadwerkelijk sprake is van bedreigingen of als er fysiek of verbaal geweld wordt gebruikt heeft dit een negatief effect op het veiligheidsgevoel in en rond de school. Wanneer de persoon in kwestie ondanks deze waarschuwing toch terugkomt, dan heeft elke burger in Nederland het recht om een verdachte op heterdaad aan te houden. De directie kan dit recht dus gebruiken om jongeren, ouders of andere lieden aan te spreken als zij ondanks waarschuwingen toch zonder toestemming de school of het schoolplein betreden.
Hetzelfde geldt in geval van lokaalvredebreuk.
Maatregelen onderwijsinstelling
Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet de politie in te schakelen.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Personeel van de school kan mensen wegsturen die en rond de school lopen en daar niets te zoeken hebben wegsturen en een waarschuwing geven.
− Personeel van de school kan ouders/verzorgers van verdachte jongere informeren en verzoeken om het ongewenste gedrag te doen stoppen.
− De directie van de school kan, wanneer de problemen aanhouden, als tweede stap een schriftelijk toegangsverbod uitreiken.
Secundair, indien er sprake is van betreding gebouw of terrein ondanks toegangsverbod:
− De school kan dan betreffende persoon aanhouden (zorg voor getuigen) en de politie bellen. (Let op: aanhouding is niet hetzelfde als vasthouden of opsluiting. Betreffende persoon zou dat namelijk: kunnen aanmerken als ‘gijzeling’ of wederrechtelijke vrijheidsberoving.)
− Bij herhaling of toename (kwalitatief en/of kwantitatief) van de problematiek dan kan de school de politie bellen.
Maatregelen politie
− Tegen de verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt.
- Ouders/verzorgers verdachte jongere informeren en verzoeken om het ongewenste gedrag te doen stoppen.
- Indien het een minderjarige betreft en er is geen sprake van recidive kan de jongere naar Halt worden verwezen.
Maatregelen OM
Indien het een volwassene betreft kan voor het PV ter zake van overtreding 461 SR een transactie of OM-afdoening worden aangeboden of verdachte worden gedagvaard voor de kantonrechter. Xxxxxxx van recidive door een minderjarige kan de zaak via de Officier van Justitie worden afgedaan of eventueel aan de rechter worden voorgelegd.
Hulpmogelijkheden
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Bureau Jeugdzorg
− Politie
10. Schoolverzuim
Algemene definitie
Er zijn twee soorten schoolverzuim te onderscheiden:
− Absoluut schoolverzuim
Een leerplichtige jongere staat niet bij een school/onderwijsinstelling ingeschreven.
− Relatief schoolverzuim
Een leerplichtige jongere staat wel ingeschreven bij een school/onderwijsinstelling, maar deze wordt ongeoorloofd gedurende een lange of korte periode niet bezocht. Relatief schoolverzuim wordt onderverdeeld in:
o Luxe verzuim
Leerplichtige jongeren worden thuisgehouden of blijven zelf thuis uit luxe overwegingen zoals een vakantie met het gezin of een feest. (N.B.-vakantieverlof is alleen mogelijk wanneer met een werkgeversverklaring van een van de ouders aangetoond kan worden dat binnen de reguliere schoolvakanties geen gezamenlijke gezinsvakantie van twee weken mogelijk is.)
o Signaal verzuim
Het schoolverzuim is een signaal dat er sprake is van dieperliggende problemen. Bijvoorbeeld problemen in de gezinssituatie, faalangst, het zich niet welbevinden op school, niet kunnen omgaan met conflictsituaties. In dit verband gaat het met name om het signaalverzuim. Signaalverzuim kan leiden tot voortijdige schooluitval. Wanneer de school leerplichtzaken op de hoogte stelt van het signaalverzuim zal de leerplichtambtenaar de ouders/verzorgers en de jongere wijzen op hun wettelijke verplichting onderwijs te volgen. Daarnaast is het van groot belang aandacht te besteden aan de achterliggende gronden van het verzuim en te zoeken naar een passende oplossing, indien mogelijk samen met school, ouders /verzorgers en de jongere. Eventueel (en indien van toepassing) kan het zorg adviesteam worden ingeschakeld. Hoe eerder er aandacht is voor de achterliggende problemen van het schoolverzuim hoe groter de kans is dat herhaling van verzuim of zelfs uitval van de jongere te voorkomen is. Daarnaast kennen sommige scholen een verfijning op de regeling waar het te laat komen betreft. Ook het te laat verschijnen in de lessen is een vorm van ongeoorloofd schoolverzuim. De richtlijnen voor melding en afhandeling van verzuim zijn vastgelegd in het
“Meldprotocol verzuim en schooluitval regio Haaglanden”.
Juridische definitie (Herziende leerplichtwet 1969)
Art. 19:
Controle absoluut schoolverzuim door burgemeester en wethouders. Burgemeester en Wethouders controleren of jongeren, die als ingezetene in de basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven nog onder de leerplicht of de kwalificatieplicht vallen, overeenkomstig de bepalingen van deze wet als leerling zijn ingeschreven.
Art. 21: kennisgeving relatief schoolverzuim. Indien een ingeschreven leerling van een school t.a.v. wie deze wet van toepassing is zonder geldige reden 16 uur van de les- of praktijktijd heeft verzuimd, geeft het hoofd van de school hiervan onverwijld kennis aan burgemeester en wethouders van de gemeente waar de leerling woon- of verblijfplaats heeft.
Maatregelen onderwijsinstelling
− Directies van scholen geven aan de leerplichtambtenaar van de woon- of verblijfplaats van de jongere binnen 7 dagen kennis van in- en afschrijvingen van leerplichtige jongeren. Dit om absoluut schoolverzuim te kunnen controleren.
− Directies van scholen zijn verplicht om de leerplichtambtenaar van de woon- of verblijfplaats van de jongere in kennis te stellen van (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim (art.21).
− Het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs moeten via het landelijke digitale verzuimloket DUO melden.
− Wettelijk verplicht is melden van vermoedelijk ongeoorloofd verzuim van 16 uur van de les- of praktijktijd binnen vier weken.
− Ook herhaaldelijk kortdurend verzuim dat structureel dreigt te worden kan gemeld worden bij de leerplichtambtenaar.
− Van de school wordt verwacht dat zij een sluitende verzuimregistratie voeren en in hun schoolplan aangeven hoe de verzuimregistratie is georganiseerd.
− Van scholen wordt verwacht zorg en aandacht te besteden aan de leerling bij schoolverzuim.
− Vanuit school kan naast melding bij leerplichtzaken de situatie van een leerling ingebracht worden in het zorgteam van de school. Dit is raadzaam als er problematiek op meerdere levensterreinen aan het verzuim ten grondslag lijken te liggen en deze problematiek de interne zorgstructuur van de school overstijgt.
Maatregelen leerplichtambtenaar
− De leerplichtambtenaar houdt toezicht op de naleving van de leerplichtwet 1969 om het recht op onderwijs voor iedere jongere te bewaken.
− Als blijkt dat een (partieel) leerplichtige jongere niet staat ingeschreven bij een school of indien een kennisgeving van (vermoedelijk) ongeoorloofd schoolverzuim is ontvangen, stelt de leerplichtambtenaar een onderzoek in en hoort daarbij de betrokkene van de school.
− De leerplichtambtenaar hoort de voor de jongere verantwoordelijke personen en de jongere zelf en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen.
− Blijkt aan de ambtenaar dat de voor de jongere verantwoordelijke personen of de jongere zelf weigeren de jongere in te laten schrijven bij een school of zij willens en wetens geen zorg dragen voor geregeld schoolbezoek, dan zal zij aangifte doen aan de officier van justitie in de vorm van een proces-verbaal.
− In de toelichting van de herziende Leerplichtwet 1969 wordt krachtig benadrukt dat het toezicht houden het karakter zou moeten dragen van maatschappelijke zorg. De leerplichtambtenaar zal in haar onderzoek aandacht hebben voor achterliggende problematiek van het verzuim en door middel van advies bemiddeling en verwijzing trachten het schoolverzuim te beëindigen.
Maatregelen van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie stelt voorop dat het van groot belang is zo snel mogelijk te reageren op een geconstateerde overtreding. Daarom is het noodzakelijk dat er op de scholen een sluitende verzuimregistratie is georganiseerd. Met name bij signaalverzuim en absoluut verzuim waarbij de situatie zeer zorgelijk kan zijn, is zeer snel vervolgen een belangrijk element in het vergroten van de kans dat het strafrecht op enigerlei wijze kan bijdragen aan het oplossen van het probleem.
De Onderwijsinspectie heeft een toezichthoudende taak naar de scholen wat betreft het voeren van een sluitende verzuimregistratie en tijdige melding van ongeoorloofd verzuim aan de leerplichtambtenaar. Uiteindelijk kan de zaak voor de Kinderrechter komen.
11. Misbruik social media
Algemene definitie
- Online pesten zoals:
o Beledigen, (anoniem) bedreigen, laster, smaad, ongewenste filmpjes van iemand op internet plaatsen.
o Het plaatsen van bangalijsten (banga is straattaal voor ‘slet’) op internet is een vorm van smaad. Bangalijsten worden door een anonieme dader online geplaatst met
meisjes die ‘makkelijk’ zouden zijn om seks mee te hebben.
o Hacken van sociale media accounts.
o Online identiteitsdiefstal (identiteitsfraude): iemands naam aannemen via sociale media en daarmee berichten rondsturen.
- Boodschappen versturen die als discriminatie aangemerkt kunnen worden.
- Seksuele grensoverschrijding zoals:
o Iemand dwingen tot het maken van seksueel getinte afbeeldingen of dwingen tot het verrichten van seksuele handelingen voor een webcam.
o Grooming (link naar po/vo kennisbank): het door een volwassene via internet actief benaderen en verleiden van minderjarigen met als uiteindelijk doel het plegen van seksuele handelingen.
o Sexting: het met wederzijdse toestemming maken en versturen naar elkaar van seksueel getinte foto’s of filmpjes. Let op: in het geval van minderjarigen is hier officieel sprake van verspreiding van kinderporno en dat is strafbaar. In de praktijk zal het OM wel rekening houden met experimenteergedrag onder minderjarigen. Bij sexting tussen meerderjarigen is in principe geen sprake van een strafbaar feit.
Juridische definitie
Bedreiging met (art. 285 WvS):
− Openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen
− Enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen in gevaar wordt gebracht
− Verkrachting
− Feitelijke aanranding van de eerbaarheid
− Enig misdrijf tegen het leven gericht
− Gijzeling
− Mishandeling
− Brandstichting
− Berichten via de sociale media
Intimidatie (art. 284 WvS)
− Een ander door geweld of enige andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld, gericht hetzij tegen die ander hetzij tegen derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.
− Een ander door bedreiging met smaad of smaadschrift dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden.
Toelichting: ook bij bijvoorbeeld gedrag ten gevolge van extreme radicalisering
Smaad en laster (art. 261 WvS)
− Opzettelijk iemands eer of goede naam aanranden door tenlastelegging van een bepaald feit met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, ook schriftelijk (smaadschrift) indien verspreid of openlijk tentoongesteld.
Eenvoudige belediging (art. 266 WvS)
− Elke opzettelijke belediging die niet het karakter van smaad of smaadschrift draagt hetzij in het openbaar mondeling, bij geschrift of afbeelding aangedaan, hetzij in zijn tegenwoordigheid mondeling of door feitelijkheden, hetzij door een toegezonden of aangeboden geschrift of afbeelding aangedaan.
Discriminatie (art.137c t/m f WvS)
− Het opzettelijk uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, godsdienst of seksuele geaardheid, ook schriftelijk.
Toelichting
Door de steeds prominentere plek die sociale media en internet innemen onder jongeren, lopen de onlinewereld en de offline, fysieke wereld regelmatig door elkaar. Onlinegedrag kan dan ook een uitingsvorm zijn van hoe de verhoudingen tussen studenten in de fysieke wereld liggen. Studenten die online gepest worden zijn vaak ook in de fysieke wereld doelwit van pesterijen. Onderzoek onder middelbare scholieren laat zien dat cyberpesten sterk toeneemt en als groot probleem wordt ervaren.
De praktijk laat dus zien dat uitwisselingen op sociale media buiten de lessen een grote impact hebben op leerlingen tijdens de lessen. Wil je als instelling adequaat reageren op (vermoedens van) online-problemen, dan zal je eerst moeten achterhalen hoe leerlingen de onlinewereld beleven en hoe ze hiermee omgaan.
Maatregelen school
Ten aanzien van pesten heeft de scholen een preventieve aanpak, voornamelijk gericht op leerlingen. Hierin past ook het omgaan met de sociale media. De curatieve aanpak is een meersporenaanpak waarin er met alle betrokkenen (slachtoffer, pester, medeleerlingen, ouders en personeel) gesproken wordt over hun bijdrage bij het voorkomen en bestrijden van pesterijen. Probleemoplossende gesprekken worden in principe gevoerd door de mentor. Vaak zal de aanpak ook besproken worden met het team en de teamcoördinator of vergelijkbare functies in het MBO. Indien deze gesprekken uiteindelijk niets opleveren komen maatregelen in beeld. Wanneer het om een strafrechtelijke aanpak gaat, zijn leerling, ouders en/of school van mening dat de situatie van dien aard dat inschakeling van de politie (op basis van feitelijkheid) kan bijdragen aan het welbevinden van het slachtoffer en/of het doen stoppen van de pesterijen c.q. verbale agressie.
Primair, indien er sprake is van een situatie die de school zelf afhandelt:
− Toepassen maatregelen.
− Eventueel de politie op de hoogte stellen of om advies vragen.
Secundair, indien er sprake is van een in de toelichting genoemde situatie:
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
− De politie in kennis stellen wanneer sprake is van feiten die in de toelichting zijn omschreven en die overeenkomen met de juridische definitie. Alle relevante informatie in verband met feiten en personen doorgeven aan de politie.
− Het slachtoffer wordt ondersteund bij het doen van aangifte.
Maatregelen politie
− Tegen verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt (gezien het ernstige karakter van deze delicten is HALT-verwijzing niet mogelijk).
− Ouders van minderjarige dader(s) en slachtoffer(s) informeren.
Maatregelen OM
− Het proces-verbaal kan via de officier van justitie worden afgedaan, dit kan in de vorm van een werkstraf, leerstraf, geldboete, begeleiding en vergoeding van de schade aan de benadeelde (laatste alleen bij jongeren van 14 jaar en ouder) of een combinatie. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM over invulling van de straf.
− Bij veelvuldige recidive of andere zwaarwegende feiten kan het proces-verbaal door het OM worden voorgelegd aan de Kinderrechter. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert het OM en de rechter over de invulling van de straf.
− Het slachtoffer kan indien hij/zij dit wenst over het verloop van de zaak geïnformeerd worden.
Hulpmogelijkheden
− Huisarts
− Advies- en Meldpunt kindermishandeling
− Bureau Slachtofferhulp
− Meldpunt discriminatie
− Bureau Jeugdzorg
− GGD
− Politie
12. Radicalisering
Algemene definitie
Radicalisering is het proces, waarbij een persoon of groep in toenemende mate bereid is de consequenties te aanvaarden van de strijd voor een samenleving die niet strookt met onze democratische rechtsorde.
Juridische ondersteuning
In augustus 2014 hebben de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het Actieplan integrale aanpak jihadisme1 aan de Tweede Kamer aangeboden. Dit plan beschrijft repressieve en preventieve maatregelen in aanvulling op bestaand beleid. Ze hebben tot doel om de risico’s die uitgaan jihadisten te verminderen, hun uitreis te verhinderen en jihadistische radicalisering tegen te gaan. (VNG, 2015, lokale aanpak radicalisering)
Toelichting
De lokale aanpak van radicalisering is meer dan het uitvoeren van repressieve maatregelen. Als vertegenwoordiger van de gemeenschap streven gemeenten naar een inclusieve samenleving. Het wegnemen van de voedingsbodem voor gewelddadige activiteiten is dan ook een belangrijke opgave waar gemeenten en het Rijk samen met partners voor staan. Het gaat hier om het opvangen van psychologische, sociale en politieke grieven, het bieden van een luisterend oor en het organiseren van laagdrempelige hulp en ondersteuning. Vaak voelen radicaliserende mensen zich ongehoord, het is van essentieel belang dat de vroegtijdige signalen van radicalisering worden gesignaleerd. Dit ook vanaf het onderwijs, omdat daar de veranderingen zichtbaar worden. Aan de hand van het drie I’s schema en het stadia schema wat hieronder staat weergegeven, kan er bij opvallend gedrag en vermoedens van radicalisering specifiek gekeken worden naar de signalen.
Maatregelen onderwijs
- Xxxxxx als mentor regelmatig contact met elk individueel kind, zodat elk kind gehoord kan worden en een luisterend oor krijgt.
- Leerlingen in de gaten houden aan de hand van de signalering instrumenten.
- Maak het thema bespreekbaar.
- Laat de leerlingen weten, dat indien zich er een ongewenste ervaring voordoet, ze terechtkunnen bij bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon.
- Preventielessen door HALT, Indigo of GGD.
Maatregelen politie
- Inschatten en veredelen van binnenkomende informatie.
- Tegen een verdachte kan proces-verbaal worden opgemaakt en direct hulpverlening bij ingeschakeld worden.
- Informeren verdachte leerling en verzorgers hiervan.
Maatregelen OM
- Strafrechtelijke maatregelen.
Hulpmogelijkheden
- HALT
- GGD
- School en Veiligheid, xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx,
- Expertise-unit Sociale Stabiliteit, Ministerie SZW
- Training “Omgaan met idealen”. Training voor met name docenten, xxxxx en opvoeders. Xxxxx vanuit een pedagogisch perspectief meer inzicht in radicaliseringsprocessen. Nadruk op oefenen van vaardigheden en houdingen die van pas komen in de omgang met jongeren die extreme idealen hebben. xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Ideologie | Indicatiegedrag | Identiteit |
- Vrienden met radicale gedachten - Verspreiden van preken van intolerantie - Propageren van geweld in woord en daad - Toenemende intolerantie naar minderheden - Deel uitmaken van een eer- en schaamtecultuur - Verheerlijken van geweld - Propageren van geweld in woord en daad | - Bezoeken van bijeenkomsten (huiskamers) - Wegblijven van school, sport, buurthuis - Bezoeken van internetsites met ideologische gedachtengoed - Afzetgedrag: abrupte breuk met criminele contacten of start van criminele activiteiten - Volgen van ideologische trainingen - Het hebben en verspreiden van ideologisch materiaal - Bezoeken van internetsites met ideologische gedachtegoed - Praktiseren (religie) - Tattoos/ symbolen - Verheerlijken martelaarschap - Geïsoleerd | - Dragen van symbolen - Kleding (bomberjack / djellabba) - Verandering uiterlijk (baard, hoofd kaalscheren) - Xxxxxxx van aliassen - Zonder vaste woon of verblijfplaats |