ALGEMENE VOORWAARDEN
polismantel 4507 PLEZIERVAARTUIGVERZEKERING
ALGEMENE VOORWAARDEN
Artikel 1 - Definities
Verzekeringnemer
degene, met wie de verzekering is aangegaan en die als zodanig in de omschrijving op het polisblad is vermeld;
Verzekerde
de verzekeringnemer en/of degene die met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van de verzekeringnemer gebruik maakt van of aanwezig is op het verzekerde vaartuig;
Maatschappij
N.V. Noordhollandsche van 1816 Algemene Verzekeringsmaatschappij;
Vaartuig
het op het polisblad onder ”soort, merk, type en bouwjaar” omschreven pleziervaartuig met de scheepstoebehoren en voortstuwingsinstallatie. Indien zij blijkens vermelding op het polisblad zijn meeverzekerd, wor- den onder vaartuig eveneens begrepen de op het polisblad omschreven motor(en), de volgboot en de boottrailer;
Volgboot
de op of achter het vaartuig meegevoerde boot, bestemd om dienst te doen als reddings- of hulpmiddel. De bij de volgboot behorende motor wordt, mits die in het verzekerd bedrag van de volgboot is begrepen, eveneens tot de volgboot gerekend;
Scheepstoebehoren
de instrumenten en de elektronische uitrusting, die normaliter niet wor- den gedemonteerd. Tot het scheepstoebehoren behoort ook de gehele veiligheidsuitrusting (volgens wettelijke voorschriften) en de aanvullende uitrusting die nodig is bij het gebruik en voor de veiligheid van vaartuig en opvarenden. Eveneens behoren tot het scheepstoebehoren dekzeilen en andere afdekkingen, ankers, gereedschappen en alle niet vast aan- gebrachte toebehoren ten dienste van het vaartuig;
Originele scheepsmotor
een nieuwe, als scheepsmotor geleverde en door de fabriek of boten-/ motorleverancier ingebouwde motor.
Een motor, die eerder dienst heeft gedaan als voertuig- of industriemotor en daarna is omgebouwd tot scheepsmotor, wordt niet als zodanig beschouwd. Voor zover van toepassing wordt onder originele scheeps- motor ook verstaan een buitenboordmotor met een maximaal vermogen van 25 pk.;
Voortstuwingsinstallatie
de tot de mechanische voortstuwing van het vaartuig dienende instal- latie(s) en toebehoren, waaronder begrepen zijn
- de motor met keerkoppeling;
- de aandrijving, bestaande uit schroefas en schroef;
- het instrumentenpaneel met bekabeling, voor zover het de voortstu- wingsinstallatie direct dient;
Inboedel
de niet onder het vaartuig begrepen zaken, die zich aan boord bevinden en die de verzekerde in diens particuliere hoedanigheid toebehoren, echter met uitzondering van geld, geldswaardig papier, horloges, contactlenzen, brillen, verzamelingen, antiquiteiten, foto- en filmapparatuur, mobiele telefoon(s) en randapparatuur, kostbaarheden en vervoermiddelen;
Nieuwwaarde
het bedrag, dat onmiddellijk vóór de schade nodig zou zijn geweest om nieuwe voorwerpen van gelijke soort en kwaliteit aan te schaffen;
Dagwaarde
de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermin- dering door veroudering of slijtage;
Ongeval
een plotselinge, ongewilde en gewelddadige inwerking van buitenaf op het lichaam van een verzekerde (waaronder begrepen verdrinking), waardoor een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel wordt toegebracht, dat de onmiddellijke oorzaak is van zijn overlijden of blijvende invaliditeit dan wel van het maken van kosten voor genees- kundige behandeling;
Schadegebeurtenis
een voorval of reeks met elkaar verband houdende voorvallen waardoor een aanspraak op schadevergoeding ontstaat;
Totaal verlies
er is sprake van totaal verlies als de herstelkosten hoger zijn dan het verschil tussen de dagwaarde van de verzekerde zaak direct voor de schadegebeurtenis en de waarde van de restanten direct na de schadege- beurtenis.
Artikel 2 - Verzekeringsgebied
De verzekering is uitsluitend van kracht voor gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan tijdens vaart of verblijf
a. op alle rivieren en binnenwateren binnen Nederland, inclusief het IJsselmeer en de randmeren, de Waddenzee, de Dollard, de Eems en de Westerschelde met haar mondingen;
b. op zee tot ten hoogste 5 zeemijlen uit de Nederlandse kust;
c. op de Europese binnenwateren;
d. tijdens verblijf van het vaartuig binnen Europa buiten het water, inclusief het uit het water halen en het te water laten;
e. tijdens het transport over het vaste land van Europa met daarvoor bestemde transportmiddelen.
De dekking buiten Nederland is beperkt tot 5 maanden per jaar en per keer tot ten hoogste 90 dagen.
Artikel 3 - Gebruik van het vaartuig
De verzekering is uitsluitend van kracht tijdens gebruik van het vaartuig voor recreatieve doeleinden. Verzekeringnemer heeft het recht het vaar- tuig stilzwijgend of uitdrukkelijk aan derden in bruikleen te geven.
Artikel 4 - Omvang van de dekking (op het polisblad is aangegeven welke dekking(en) van toepassing zijn)
1. Wettelijke aansprakelijkheid (WA)
1.1 Aansprakelijkheid
Verzekerd is de wettelijke aansprakelijkheid van een verzekerde in zijn hoedanigheid van particulier, niet (mede) verband houdend met zijn beroep, bedrijf of betaalde functie, voor schade toegebracht met of door het verzekerde vaartuig of de op het polisblad vermelde boottrailer.
De uitkering voor alle verzekerden tezamen per schadegebeurtenis bedraagt ten hoogste het op het polisblad vermelde bedrag.
Wanneer de maatschappij krachtens (buitenlandse) wet of overeenkomst met een buitenlandse instelling, gehouden is schade te vergoeden, welke zij uit hoofde van andere wettelijke bepalingen of de verzekeringsvoor- waarden een verzekerde zou kunnen weigeren, zijn de verzekeringnemer en de betrokken verzekerde verplicht tot betaling aan de maatschappij van het door haar verschuldigde, alsmede van de door haar gemaakte kosten. De maatschappij is gerechtigd een haar toekomende verhaals- vordering te verrekenen met al hetgeen zij uit enige hoofde nog ver- schuldigd mocht zijn aan degene wie zij de verhaalsvordering heeft.
1.2 Waarborgsom
Als een buitenlandse overheid ter waarborging van de rechten van een benadeelde in verband met een gedekte gebeurtenis een zekerheids- stelling wordt verlangd om een op het vaartuig gelegd beslag op te heffen of om de invrijheidstelling van een verzekerde te bewerkstelligen, zal de maatschappij deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 15.000,– inclusief belastingen per schadegebeurtenis.
De verzekerde is verplicht de maatschappij onherroepelijk te machtigen om over de zekerheidsstelling te beschikken zodra die wordt vrij- gegeven. Bovendien dient de verzekerde al zijn medewerking verlenen om terugbetaling te verkrijgen. Als terugverkrijging van een eventueel betaalde waarborgsom niet lukt, is de verzekerde verplicht de voor- geschoten waarborgsom binnen 12 maanden aan de maatschappij terug te betalen.
1.3 Proceskosten
Bij een gedekte gebeurtenis betaalt de maatschappij, zo nodig boven het verzekerde bedrag
a. de kosten van rechtsbijstand, die met goedkeuring van de maat- schappij worden verleend, in een tegen verzekerde aanhangig ge- maakt strafproces. Boeten en afkoopsommen worden niet vergoed;
b. de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen een verzekerde aanhangig gemaakt burgerlijk proces, voor zover de leiding bij de maatschappij berust;
c. de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen de maat- schappij aanhangig gemaakt burgerlijk proces;
alsmede de uit een procedure, als onder b en c genoemd, voortvloeiende gerechtskosten, tot betaling waarvan een verzekerde of de maatschappij wordt veroordeeld.
2. Volledig Casco
De maatschappij vergoedt, tot ten hoogste het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag
- schade aan of verlies van het verzekerde vaartuig door een plotseling van buiten komend onheil;
- schade bestaande in eigen gebrek van het verzekerde vaartuig, waar- onder wordt verstaan een minderwaardige eigenschap in of van het verzekerde object.
Als het vaartuig is voorzien van een originele scheepsmotor die niet ouder is dan 60 maanden, is eveneens verzekerd schade aan of verlies van de voorstuwingsinstallatie als gevolg van eigen gebrek. De hiervoor genoemde dekking is slechts van kracht als de materiaal- of constructrie- fouten waarvan de herstelkosten voor vergoeding in aanmerking komen, binnen de geldigheidsduur van de verzekering zijn geconsta- teerd én schriftelijk bij de maatschappij zijn gemeld.
Indien het vaartuig is voorzien van een originele scheepsmotor ouder dan 60 maanden of een niet-originele scheepsmotor, is van de dekking uitgesloten beschadiging van de voortstuwingsinstallatie, die zonder tussenkomst van brand, ontploffing, omslaan, stranden, zinken, aanvaren of soortgelijke evenementen door een eigen gebrek (zoals hierboven bedoeld) van de voortstuwingsinstallatie wordt veroorzaakt.
3. Brand /Diefstal
De maatschappij vergoedt, tot ten hoogste het op het polisblad vermel- de verzekerde bedrag, schade aan of verlies van het verzekerde vaartuig door brand, zelfontbranding, ontploffing, blikseminslag, diefstal of poging tot diefstal.
Artikel 5 - Schadevergoeding en waardebepaling
bij schade aan of verlies van het vaartuig
5.1 Herstelkosten / waardevermindering
Als er geen sprake is van totaal verlies en de schade het vaartuig wordt gerepareerd (waaronder tevens wordt verstaan het vervangen van (onder)delen daarvan), worden de reparatiekosten vergoed, onder aftrek van een veronderstelde verbetering nieuw voor oud. Een dergelijke aftrek geldt alleen voor de materiaalkosten en derhalve niet voor het arbeidsloon, tenzij naar het oordeel van de deskundige, die de schade onderzoekt, de desbetreffende (onder)delen ook zonder het plaatsvinden van de schadegebeurtenis zich kennelijk in een zodanige staat bevinden, dat reparatie niet meer achterwege had kunnen blijven. De maatschappij heeft het recht vergoeding van de reparatiekosten op te schorten, zolang de schade niet deugdelijk is gerepareerd; de maatschappij dient in de gelegenheid te worden gesteld de reparatie te controleren.
Indien verzekeringnemer de schade niet laat herstellen of de originele reparatienota niet kan of wil overleggen wordt 50% van de (geschatte) herstelkosten exclusief BTW vergoed. Bij een beschadiging die, gelet op de aard en omvang, de gebruikswaarde van de verzekerde zaak niet aantast en die de verzekeringnemer niet laat herstellen, wordt uitslui- tend een (nader te bepalen) bedrag aan waardevermindering vergoed.
5.2 Schadevergoeding bij totaal verlies
Indien in geval van schade het vaartuig
- zodanig is beschadigd dat er sprake is van totaal verlies, of
- uit de macht van verzekeringnemer is geraakt en terugverkrijging niet binnen redelijke termijn is te verwachten,
wordt de dagwaarde van het vaartuig vergoed.
5.3 Op de schadevergoeding wordt in mindering gebracht de waarde van de restanten van
- de vervangen onderdelen bij toepassing van de regeling onder 5.1;
- het vaartuig bij toepassing van de regeling onder 5.2.
Artikel 6 - Bijzondere dekkingen
6.1 Schade aan inboedel
a. De maatschappij vergoedt de schade door verlies of beschadiging van de inboedel of een gedeelte daarvan als gevolg van
- brand en ontploffing (ook door eigen gebrek) alsmede bliksem- inslag;
- aanvaring of aanraking van het vaartuig met enig voorwerp;
- een onheil het vaartuig overkomen, mits het vaartuig hierdoor ook zelf beschadigd is en de schade aan het vaartuig op grond van het in deze polis bepaalde is gedekt;
- overboord spoelen of op andere wijze te water raken;
- vallen tijdens laden of lossen;
- diefstal of een poging daartoe.
b. De uitkering bedraagt voor alle verzekerden tezamen ten hoogste 20% van het op het polisblad genoemde verzekerde bedrag voor het vaartuig.
c. De aan verzekeringnemer toebehorende inboedel is eveneens ver- zekerd, wanneer deze onverschillig waar buiten het vaartuig aanwezig is en wel tegen de onder a genoemde risico’s echter met dien verstande, dat schade als gevolg van diefstal of een poging daartoe uitsluitend wordt vergoed, indien de diefstal of een poging daartoe wordt voor- afgegaan door braak aan de ruimte respectievelijk het gebouw, waarin deze inboedel zich bevindt. De inboedel, toebehorend aan andere zich aan boord bevindende personen is echter uitsluitend ver- zekerd zolang die inboedel zich aan boord bevindt alsmede tijdens laden en lossen.
d. In geval van schade wordt vergoed
- bij verlies: de waarde van de verloren gegane voorwerpen;
- bij beschadiging: de herstelkosten, eventueel verhoogd met een bedrag voor door de schade veroorzaakte en door de reparatie niet opgeheven waardevermindering, tot maximaal het bedrag dat bij verlies zou zijn betaald.
De waarde van eventuele restanten komt te allen tijde in mindering op de uitkering.
e. Als waarde zal gelden de nieuwwaarde. Voor voorwerpen, waarvan de dagwaarde onmiddellijk vóór de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde en voor voorwerpen, die onttrokken zijn aan het gebruik, waarvoor zij bestemd waren zal echter als waarde de dagwaarde gelden.
f. De maatschappij vergoedt in eerste instantie de aan verzekering- nemer toebehorende inboedel tot ten hoogste het onder b genoemde maximum. Indien en voor zover door deze uitkering het onder b genoemde maximum nog niet werd opgesoupeerd, vindt vervolgens vergoeding plaats van schade aan de inboedel toebehorende aan de andere zich aan boord bevindende personen.
6.2 Opruimingskosten
De maatschappij vergoedt de kosten van lichting of opruiming tot ten hoogste het op het polisblad voor het vaartuig genoemde verzekerde bedrag, indien verzekeringnemer na totaal verlies van het vaartuig of daarmee gelijk te stellen schade die het gevolg is van een gedekt evene- ment, tot lichting of opruiming verplicht is, dan wel lichting of opruiming redelijkerwijs nodig acht.
6.3 Vervangend vakantieverblijf
De maatschappij vergoedt de kosten voor het huren van een vervangend vakantieverblijf tot ten hoogste € 125,– per dag met een maximum van
€ 1.500,– per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen indien en voor zover het vaartuig als vakantieverblijf wordt gebruikt maar als gevolg van een door de polis gedekte schade niet meer als zodanig dienst kan doen.
6.4 Hulploon
De maatschappij vergoedt hulploon en dergelijke kosten, die bij een beladen schip averij grosse zouden vormen, tot ten hoogste het op het polisblad voor het vaartuig genoemde verzekerde bedrag.
6.5 Kosten van bewaking en vervoer
De maatschappij vergoedt de kosten van bewaking en vervoer van het vaartuig naar de dichtbijzijnde herstelplaats tot ten hoogste 50% van het op het polisblad voor het vaartuig genoemde verzekerde bedrag.
6.6 Persoonlijke ongevallen
In het geval van een ongeval de opvarenden van het verzekerde vaartuig overkomen aan boord van het vaartuig of tijdens het aan of van boord gaan, inclusief het ongewild te water geraken, verzekert de maatschap- pij de volgende bedragen
a. € 7.500,– per persoon bij overlijden als gevolg van een ongeval;
b. € 15.000,– per persoon bij algehele blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval. De mate van blijvende invaliditeit wordt vast- gesteld zoals hieronder bij A t/m D is bepaald. De uitkering wordt vastgesteld door het aldus gevonden percentage om te slaan over het hier genoemde bedrag;
c. € 2.500,– als maximum per persoon voor als gevolg van een ongeval gemaakte kosten van geneeskundige behandeling, echter uitsluitend voor zover deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen uit hoofde van enige andere voorziening of verzekering, al of niet van oudere datum.
A. Wijze van vaststelling van blijvende invaliditeit
De mate van blijvende invaliditeit zal worden vastgesteld in Nederland door middel van medisch onderzoek. Aan de medicus zal worden gevraagd
1. in het geval van het sub D 1 van dit artikel bepaalde: het percen- tage (functie)verlies van een bepaald lichaamsdeel of orgaan;
2. in het geval van het onder sub D 3 van dit artikel bepaalde: het percentage (functie)verlies als geheel. De bepaling van het percen- tage (functie)verlies geschiedt volgens objectieve maatstaven, beroepsbezigheden buiten beschouwing latend, en wel overeen- komstig de laatste uitgave van de ”Guides to the Evaluation of Permanent Impairment” van de American Medical Association (A.M.A.), eventueel aangevuld met de richtlijnen van de Neder- landse Orthopeden Vereniging (N.O.V.) of de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (N.V.N.).
B. Invloed van kunst- en hulpmiddelen
De mate van blijvende invaliditeit zal worden vastgesteld op basis van het (functie)verlies zonder rekening te houden met uitwendig geplaatste kunst- of hulpmiddelen.
Indien inwendig kunst- of hulpmiddelen zijn geplaatst, wordt met het daardoor verkregen geringere (functie)verlies wel rekening ge- houden.
Overigens is het bepaalde sub E van deze persoonlijke ongevallen dekking onverkort van toepassing.
C. Termijn voor de vaststelling van de blijvende invaliditeit
De mate van blijvende invaliditeit wordt bepaald zodra van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, doch in elk geval binnen 2 jaar na de ongevaldatum, tenzij tussen verzekerde en de maatschappij anders wordt overeengekomen.
D. Vaststelling van het uitkeringspercentage bij blijvende invaliditeit
het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
het gezichtsvermogen van één oog | 30% |
maar als de maatschappij krachtens deze verzekering uitkering heeft verleend wegens verlies van het gezichtsvermogen van het andere oog | 70% |
het gehoor van beide oren | 60% |
het gehoor van één oor | 25% |
maar als de maatschappij krachtens deze verzekering uitkering heeft verleend wegens verlies van het gehoor van het andere oor | 35% |
een arm | 75% |
een hand | 60% |
een duim | 25% |
een wijsvinger | 15% |
iedere andere vinger | 12% |
een been | 70% |
1. Aan de hand van het door medisch onderzoek bepaalde percentage (functie)verlies wordt een uitkeringspercentage van het voor blij- vende invaliditeit verzekerde bedrag vastgesteld als volgt
een onderbeen | 50% |
een voet | 40% |
een grote teen | 5% |
een andere teen | 3% |
de milt | 5% |
de smaak en/of reuk | 10% |
Wanneer er sprake is van gedeeltelijk (functie)verlies van een of meer van de hiervoor genoemde lichaamsdelen of organen, wordt een evenredig deel van de hierboven genoemde percentages uitge- keerd.
2. Bij volledig (functie)verlies van meer dan 1 vinger van een hand wordt niet meer uitgekeerd dan bij verlies van de gehele hand.
3. In alle gevallen anders dan vermeld onder 1 wordt de uitkering op basis van medisch onderzoek vastgesteld op een percentage van het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag naar de mate van blijvende invaliditeit, die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert.
4. Ter zake 1 of meer ongevallen, tijdens de duur van deze verzeke- ring de verzekerde overkomen, zal de som van alle uitkeringen het voor blijvende invaliditeit verzekerde bedrag niet te boven gaan.
E. Invloed van bestaande invaliditeit of ziekelijke toestand
1. Mochten de gevolgen van het ongeval vergroot zijn door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekerde, dan wordt voor de vaststelling van de uitke- ringen uitgegaan van de gevolgen, die het ongeval gehad zouden hebben, indien de verzekerde geheel valide en gezond zou zijn.
2. De beperking als hiervoor onder 1 vermeld, is echter niet van toe- passing als de bestaande ziekte, gebrekkigheid of abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekerde het gevolg is van een vroeger ongeval, waarvoor de maatschappij krachtens deze verzekering reeds een uitkering heeft verstrekt of zal moeten verstrekken.
3. Voor zover een bestaande ziekelijke toestand door een ongeval is verergerd, wordt hiervoor door de maatschappij geen uitkering verleend.
4. Als reeds vóór een ongeval een (functie)verlies van het betrokken lichaamsdeel of orgaan bestond wordt, tenzij het gestelde als hiervoor onder 1 vermeld van toepassing is, door de maatschappij geen uitkering verleend of de uitkering voor blijvende invaliditeit aangepast rekening houdend met de reeds voor het ongeval bestaande situatie.
F. Begunstiging
Tenzij anders is overeengekomen zal de uitkering aan verzekering- nemer geschieden.
In geval van overlijden van de verzekeringnemer, die tevens ver- zekerde is, zal worden uitgekeerd aan de overblijvende echtgenote/ partner, bij het ontbreken van deze aan de gezamenlijke erfgenamen van verzekeringnemer. De Staat der Nederlanden kan nooit als begunstigde optreden.
Indien bij een ongeval meer dan één opvarende wordt gedood of ge- wond zal de in totaal uit hoofde van dit onderdeel te betalen vergoeding nimmer meer dan € 25.000,– bedragen, ongeacht het aantal getroffenen, en zullen de verschillende vergoedingen zo nodig naar evenredigheid worden verminderd.
Artikel 7 - Terrorismedekking bij de Nederlandse Herver- zekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
1. Begripsomschrijvingen
In dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt - voor zover niet anders blijkt - verstaan onder
a. Terrorisme
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van één van de zes in artikel 64 lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
b. Kwaadwillige besmetting
Het - buiten het kader van één van de zes in artikel 64 lid 2 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideo- logische doelen te verwezenlijken.
c. Preventieve maatregelen
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
d. Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden
N.V. (NHT)
Een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in sub 1 lid a, b en c omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
e. Verzekeringsovereenkomsten
- Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij over- eenkomstig het bepaalde in artikel 1 lid 1 sub o van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 betrekking hebben op in Nederland gelegen risico’s.
- Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
- Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijf- plaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechts- persoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
f. In Nederland toegelaten verzekeraars
- Schade-, levens- en zorgverzekeraars zoals bedoeld in artikel 12 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, en
- natura-uitvaartverzekeraars zoals bedoeld in artikel 7 van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, die bevoegd zijn om in Nederland het verzekeringsbedrijf uit te oefenen.
2. Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
a. Indien en voor zover, met inachtneming van de in sub 1 lid a, b en c van dit artikel gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
- terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen,
- handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar terzake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
b. De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal € 1 miljard per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
c. In afwijking van het in de voorgaande subs van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op:
- schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
- gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal € 75 miljoen onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in sub 1 lid f tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing van sub 2 lid c wordt onder verzekerde locatie verstaan alle op het risico-adres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risico-adres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risico-adres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste één op het risico-adres is gelegen.
Voor de toepassing van sub 2 lid c geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaat- schappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
3. Uitkeringsprotocol NHT
a. Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Op grond van de in dit protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schade- vergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
b. De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorisme- risico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden.
c. Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, xxxxxxx van een vordering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in sub 3 lid a bedoelde uitkering terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken.
d. De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schade- vergoeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorisme- risico in de zin van dit artikel wordt beschouwd.
Artikel 8 - Eigen risico
Indien blijkens het polisblad een eigen risico van toepassing is zal het overeengekomen eigen risico op de uitkering in mindering worden gebracht.
Artikel 9 - Uitsluitingen
De maatschappij is geen uitkering of hulp verschuldigd indien de schade
a. is te wijten aan opzet van de verzekeringnemer of verzekerde;
b. is ontstaan tijdens varen, terwijl de schipper van het vaartuig geen houder is van het eventueel voor het besturen van het verzekerde vaartuig wettelijk vereiste vaarbewijs;
c. is veroorzaakt door atoomkernreacties;
d. is veroorzaakt gedurende de tijd dat het vaartuig in beslag is genomen of wordt gebezigd krachtens besluit van de Nederlandse of een vreemde overheid;
e. is veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. De zes genoem- de vormen van molest, alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland d.d. 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissements- rechtbank in ’s-Gravenhage is gedeponeerd;
f. is ontstaan door geleidelijke inwerking van
- licht en vocht;
- bodem-, water- en luchtverontreiniging, tenzij de geleidelijke inwerking werd ingezet door een plotselinge hevige uiting van verontreiniging en de verzekeringnemer de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet kon voorkomen;
g. bestaat in of is voortgevloeid uit blaasvorming in polyester, veroor- zaakt door osmose en zich openbarend na drie jaar, nadat het vaar- tuig voor de eerste keer te water gelaten is;
h. is ontstaan tijdens verhuur van het vaartuig of tijdens gebruik daar- van anders dan voor recreatief gebruik;
i. een gevolg is van aan verzekeringnemer te verwijten onvoldoende onderhoud van of onvoldoende zorg voor het vaartuig.
Van aan verzekeringnemer te verwijten onvoldoende zorg in de hier bedoelde zin zal bij DIEFSTAL in ieder geval sprake zijn, indien niet is voldaan aan de volgende voorwaarden
- indien het vaartuig niet wordt gebruikt en de buitenboordmotor wordt achtergelaten, dient deze beveiligd te zijn door een buiten- boordmotor- of moerslot of te zijn opgeborgen in een deugdelijk afgesloten ruimte;
- indien de trailer en/of volgboot zonder direct toezicht worden achtergelaten, dienen zij te zijn beveiligd door een slot of te zijn opgeborgen in een deugdelijk afgesloten ruimte;
- indien het vaartuig niet wordt gebruikt, dienen losse objecten in een deugdelijk afgesloten ruimte te zijn opgeborgen;
- buiten het vaarseizoen dienen waardevolle zaken, indien het praktisch en redelijkerwijs uitvoerbaar is, van boord verwijderd te worden. Dit geldt speciaal voor kostbare nautische apparatuur en voor audiovisuele apparatuur;
- indien het vaartuig niet wordt gebruikt, en zonder direct toezicht wordt achtergelaten, dient het te worden beveiligd door het aan een vast punt aan de wal te verankeren door middel van een ket- ting of staalkabel met slot (van tenminste 5 mm);
- indien de trailer, al dan niet met daarop het vaartuig, zonder direct toezicht door verzekerde wordt achtergelaten dient de trailer te zijn beveiligd met een VIP/TNO goedgekeurd koppe- lingslot/disselslot of wielslot.
Van aan verzekeringnemer te verwijten onvoldoende zorg in de hier bedoelde zin zal bij BRAND in ieder geval sprake zijn, indien niet is voldaan aan de volgende voorwaarden
- bij kajuitboten dient een werkzame brandblusser met een inhoud van 2 kg aan boord te zijn;
- bij boten met ingebouwde motor dient een werkzame vonkvrije afzuiginstallatie in de motorruimte aanwezig te zijn.
j. bestaat in of voortvloeit uit normale slijtage;
k. is ontstaan tijdens het varen, indien de schipper of bestuurder van het vaartuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig ander bedwelmend, opwekkend of soortgelijk middel verkeert, dat besturen van het vaartuig hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden;
l. is ontstaan tijdens het vervoer over de weg, indien de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig waarop het vaartuig werd vervoerd of waaraan de trailer waarop het vaartuig werd vervoerd
- niet in het bezit was van een geldig, voor het motorrijtuig inclu- sief aanhanger wettelijk voorgeschreven rijbewijs;
- dat motorrijtuig bestuurd gedurende de tijd dat hem/haar de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk is ontzegd;
- onder invloed verkeert van alcoholhoudende drank (waaronder, in de zin van deze polis, sprake is indien het bloedalcoholgehalte ten tijde van de schadegebeurtenis 0,5‰ of hoger was danwel indien het ademalcoholgehalte 220ug/l of hoger was) of van enige andere bedwelmende of stimulerende stof, danwel indien de bestuurder weigert medewerking te verlenen aan enig onderzoek gericht op het vaststellen daarvan.
m. het gevolg is van het deelnemen aan of plegen van een misdrijf, of poging daartoe;
n. ontstaat terwijl het vaartuig en/of de volgboot tijdens storm (waar- onder wordt verstaan een windsnelheid van meer dan 14 meter per seconde) niet deugdelijk of door middel van ondeugdelijke meer- lijnen was afgemeerd, danwel indien tijdens storm het vaartuig op een achter een motorrijtuig gekoppelde trailer wordt vervoerd;
Evenmin zal hulp of uitkering worden verleend als
o. de verzekerde of belanghebbende een onware opgave doet en/of een verkeerde voorstelling van zaken geeft xxxxxxx van een schade- gebeurtenis. In dat geval vervalt het recht op uitkering voor de gehele vordering ook voor die onderdelen waaromtrent geen onware opgave is gedaan en/of geen verkeerde voorstelling van zaken is gegeven;
p. de verzekerde nalatig is in de vervulling van enige krachtens deze verzekering op hem rustende verplichting en daardoor de belangen van de maatschappij zijn geschaad;
q. indien de aanmelding van de schade als bedoeld in artikel 11 niet plaatsvindt binnen 5 jaar na de gebeurtenis, die voor de maatschap- pij tot een verplichting tot uitkering kan leiden;
Bijzondere uitsluitingen voor de dekking wettelijke aansprakelijkheid Niet verzekerd is de aansprakelijkheid voor schade
r. aan of vermissing van zaken van verzekerde(n);
s. veroorzaakt met of door de op het polisblad vermelde boottrailer als deze gekoppeld is aan een motorvoertuig of na daarvan te zijn los- gemaakt of losgeraakt, nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
t. veroorzaakt met of door het verzekerde vaartuig tijdens vervoer daarvan met een motorvoertuig al dan niet met aanhangwagen;
u. voortvloeiend uit toerekenbare tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst.
Artikel 10 - Verplichtingen bij schade
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, is hij ver- plicht
a. zo spoedig mogelijk die gebeurtenis aan de maatschappij te melden;
b. in geval van inbraak, diefstal of vandalisme, hiervan binnen 2 x 24 uur aangifte te doen bij de politie;
c. zo spoedig mogelijk alle gegevens aan de maatschappij te verstrek- ken en stukken aan haar door te zenden;
d. de maatschappij zijn volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
e. de schade zoveel mogelijk te beperken en de aanwijzingen van de maatschappij of de door haar gemachtigden stipt op te volgen;
f. in geval van (vermoeden van) een strafbaar feit zo spoedig mogelijk de politie in te lichten;
g. alle andere verzekeringen op de omschreven zaken of onderdelen daarvan of op enig ander door deze verzekering gedekt belang, aan de maatschappij op te geven.
Artikel 11 - Vervaltermijn
Wanneer de maatschappij van oordeel is dat zij voor een gemelde schade tegenover de verzekerde geen of beperkte verplichtingen heeft, zal zij de verzekerde of de tussenpersoon door wiens bemiddeling deze verzeke- ring loopt, daarvan schriftelijk mededeling doen. Iedere vordering op de maatschappij vervalt indien de verzekerde een geschil daarover niet binnen 1 jaar na dagtekening van de schriftelijke mededeling aanhangig maakt bij de bevoegde rechter.
Artikel 12 - Regeling van schade
De maatschappij belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade aan derden. Zij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schade- loos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Zij zal daarbij de belangen van de verzekeringnemer in het oog houden. Bestaat de ver- goeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen, hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen, naar keuze van de verzekeringnemer, naar evenredigheid verminderd.
Schade anders dan hierboven bedoeld wordt vastgesteld óf in onderling overleg óf door twee deskundigen, waarvan de verzekeringnemer en de maatschappij er elk één aanwijzen. Voor het geval de taxaties verschillen, benoemen de twee deskundigen een derde, die een bindende uitspraak zal doen binnen de grenzen van hun taxaties.
De kosten van de deskundigen zijn voor rekening van de maatschappij. Het salaris en de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde deskundige worden echter slechts vergoed voor zover zij het bedrag, dat aan de door de maatschappij benoemde deskundige wordt vergoed, niet te boven gaan. De vaststelling en regeling van de schade geschiedt mede aan de hand van de door de verzekeringnemer verstrekte gegevens en inlichtingen. Het verzekerde zal niet aan de maatschappij mogen wor- den geabandonneerd.
Artikel 13 - Verlenging en beëindiging
De verzekering loopt tot de op het polisblad onder ”einddatum” genoemde datum en wordt telkens stilzwijgend verlengd met de even- eens daar genoemde termijn. Onverminderd het bepaalde in artikel 15 eindigt de verzekering
a. op de op het polisblad onder ”einddatum” genoemde datum, indien verzekeringnemer uiterlijk 3 maanden voor deze datum schriftelijk de verzekering aan de maatschappij heeft opgezegd;
b. op de op het polisblad onder ”einddatum” genoemde datum, indien de maatschappij uiterlijk 3 maanden voor deze datum de verzekering schriftelijk heeft opgezegd;
c. door schriftelijke opzegging door de maatschappij
1. binnen 30 dagen nadat een gebeurtenis, die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden, haar ter kennis is gekomen;
2. binnen 30 dagen nadat zij een onder deze verzekering gerecla- meerde uitkering heeft verleend dan wel heeft afgewezen;
3. indien verzekeringnemer langer dan 30 dagen in gebreke is premie, kosten en assurantiebelasting te betalen;
4. indien een verzekerde met betrekking tot een schadegebeurtenis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven;
5. als een verzekerde één van de in deze polis genoemde verplichtingen niet nakomt;
d. zodra verzekeringnemer of - in geval van zijn overlijden - zijn erf- genamen ophouden belang te hebben bij het vaartuig en tevens de feitelijke macht daarover verliezen. Verzekeringnemer, respectievelijk zijn erfgenamen, zijn verplicht binnen 8 dagen hiervan mededeling te doen aan de maatschappij.
e. zodra de vaste ligplaats van het vaartuig niet meer in Nederland is. De verzekeringnemer is verplicht de maatschappij hiervan zo spoedig mogelijk mededeling te doen.
f. in geval van een totaal verlies van het vaartuig, waarvoor ingevolge deze polis een uitkering is gedaan.
De verzekering eindigt in de onder sub c genoemde gevallen op de in de opzeggingsbrief genoemde datum. De maatschappij zal dan een opzeg- gingstermijn van tenminste 14 dagen in acht nemen.
Zonder nadere overeenkomst gaat de verzekering niet over op een ander door verzekeringnemer aangeschaft vaartuig.
Artikel 14 - Premie
De premie, kosten en assurantiebelasting dienen binnen 30 dagen nadat zij verschuldigd zijn geworden, bij vooruitbetaling te worden voldaan aan de maatschappij of de tussenpersoon, die met de inning is belast. Bij gebreke van betaling binnen voornoemde termijn, alsmede bij weige- ring tot betaling, wordt met terugwerkende kracht tot de dag waarop de premie, kosten en assurantiebelasting verschuldigd zijn geworden geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die na die datum plaatsvinden onverminderd de verplichting van verzekeringnemer tot betaling van premie, kosten en assurantiebelasting. De dekking wordt weer van kracht en wel uitsluitend voor de toekomst, 24 uur nadat het achterstallige bedrag inclusief eventuele incasso- en proceskosten is voldaan.
Bij het beëindigen van de verzekering - anders dan wegens kwade trouw van verzekerde - heeft verzekeringnemer recht op terugbetaling van de premie over de termijn, gedurende welke de verzekering niet meer van kracht is, onder aftrek van royementskosten.
Artikel 15 - Herziening van premie en/of voorwaarden
De maatschappij heeft het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze ver- zekering tot die groep, dan is de maatschappij gerechtigd op een door haar te bepalen datum de premie en/of voorwaarden van deze verzeke- ring overeenkomstig die wijziging aan te passen.
De verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij hij uiterlijk binnen 30 dagen na bovengenoemde datum de maatschappij schriftelijk te kennen geeft de aanpassing te weigeren. In dat geval eindigt de verzekering op de op het polisblad onder ”einddatum” genoemde datum.
De mogelijkheid van opzegging van de verzekering door verzekering- nemer geldt niet, indien
- de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit wet- telijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie of een uitbreiding van de dekking inhoudt.
Artikel 16 - No claimkorting
Met ingang van elk nieuw verzekeringsjaar wordt op de verschuldigde jaarpremie een korting verleend van
10% na 1 schadevrij verzekeringsjaar;
15% na 2 opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren;
20% na 3 opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren;
25% na 4 opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren;
30% na 5 of meer opeenvolgende schadevrije verzekeringsjaren.
Onder een schadevrij verzekeringsjaar wordt verstaan een periode van twaalf maanden gerekend vanaf de laatste vervaldatum van de polis, waarin de verzekering onafgebroken van kracht is geweest en waarin geen schade is ontstaan. Indien in enig verzekeringsjaar een schade is ontstaan die op deze polis wordt gemeld, is verzekeringnemer met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar ná schadedatum weer de volledige op het polisblad genoemde jaarpremie verschuldigd.
Indien een schade is aangemeld, blijft het recht op korting echter onver- minderd van kracht indien
a. de maatschappij geen schadevergoeding verschuldigd is (ongeacht eventuele door haar gemaakte kosten);
b. de maatschappij de gehele door haar uitgekeerde schadevergoeding heeft verhaald of, als de maatschappij deze schade niet (geheel) heeft kunnen verhalen, die onmogelijkheid het gevolg is van een tussen verzekeringsmaatschappijen gesloten schaderegelingsovereenkomst of van het feit, dat de aansprakelijkheid voor aanvaring wettelijk is beperkt.
Artikel 17 - Andere verzekeringen
Wanneer blijkt, dat de gevolgen van een gebeurtenis door een of meer elders gesloten verzekeringen geheel of gedeeltelijk zijn gedekt of zou- den zijn gedekt, indien deze verzekering niet bestond, is de maatschappij slechts tot uitkering verplicht, voor zover de schade het bedrag te boven gaat dat uit hoofde van de elders ten behoeve van de verzekerde gesloten verzekeringen wordt uitgekeerd of zou zijn uitgekeerd, indien deze verzekering niet bestond.
Artikel 18 - Wettelijk interessen
Wettelijke interessen ingevolge artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek zullen - in afwijking van hetgeen in dit wetsartikel dienaan- gaande is bepaald - uitsluitend verschuldigd worden vanaf de dag dat zij in rechte worden gevorderd.
Artikel 19 - Adres
Kennisgevingen of mededelingen van de maatschappij aan de verzeke- ringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatst bij de maatschappij bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon, door wiens bemiddeling deze verzekering loopt. Aldus geadresseerde kennisgevingen of mededelingen worden geacht de verzekeringnemer te hebben bereikt.
Artikel 20 - Persoonsgegevens
De bij de aanvraag of het wijzigen van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de maatschappij verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
Op deze verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ”Verwer- king Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf” van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gegevens- verwerking weergegeven.
De volledige tekst van de gedragscode kan worden aangevraagd bij het informatiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Postbus 93450, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon (000) 000 00 00, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
Artikel 21 - Toepasselijk recht; Klachteninstanties
1. Op deze verzekering is het Nederlandse recht van toepassing.
2. Klachten en geschillen die betrekking hebben op de totstandkoming of uitvoering van deze overeenkomst kunnen worden voorgelegd aan de directie van de maatschappij. Als het oordeel van de directie niet bevredigend wordt geacht, kan men zich wenden tot:
De Stichting Klachteninstituut Verzekeringen Postbus 93560, 2509 AN Den Haag.
Degene die geen gebruik wil maken van deze klachtenbehandelings- mogelijkheden of de behandeling of de uitkomst hiervan niet bevre- digend vindt, kan het geschil voorleggen aan de bevoegde rechter.