Toelichting bijlage VII
Toelichting bijlage VII
Algemeen
Op grond van artikel 18 van de EVOA dient het afvaltransport vergezeld te gaan van het bijlage VII document in geval van de overbrenging van:
- afvalstoffen van de groene lijst voor nuttige toepassing (bijlage III, IIIA en IIIB) (>20 kg), en
- afvalstoffen bestemd voor laboratoriumanalyse van ten hoogste 25 kg.
Contract
De opdrachtgever moet voordat het transport plaatsvindt, met de ontvanger een juridisch bindend contract afsluiten (geldt niet in geval van afvalstoffen voor laboratoriumanalyse). Het contract dient een verplichting te bevatten voor de opdrachtgever of, wanneer deze de overbrenging of de nuttige toepassing niet kan voltooien, voor de ontvanger, om, indien de
overbrenging of de nuttige toepassing niet op de geplande wijze kunnen worden voltooid of indien een illegale overbrenging heeft plaatsgevonden:
o de afvalstoffen terug te nemen of ervoor te zorgen dat ze op een andere wijze nuttig worden toegepast en
o indien nodig te zorgen voor de tussentijdse opslag hiervan
In geval de ontvanger in het land van ontvangst een handelaar/makelaar is die de afvalstoffen niet zelf fysiek in bezit zal nemen, dient de opdrachtgever er zich van te vergewissen dat de handelaar/makelaar op grond van wet- en regelgeving van het land van ontvangst als zodanig mag opereren en of de ontvanger een vorm van controle heeft over de afvalstoffen welke hij niet in bezit heeft.
Het contract hoeft de transporten niet te vergezellen maar dient wel te allen tijde opvraagbaar te zijn.
Ondertekening
Bijlage VII dient door opdrachtgever te worden ondertekend voordat de overbrenging plaatsvindt. De opdrachtgever is er verantwoordelijk voor dat het gehele transport vergezeld wordt van een volledig en correct ingevulde bijlage VII. Hij dient hierover afspraken te maken (eventueel contractueel vastleggen) met andere betrokkenen (bijvoorbeeld transporteurs). Bijlage VII hoeft niet voor aanvang van het transport van de afvalstoffen aan de betrokken autoriteiten te worden gestuurd.
Na ontvangst van de overbrenging wordt bijlage VII ondertekend door de ontvanger van het afvaltransport. Indien de ontvanger niet de inrichting is van nuttige toepassing of het laboratorium, draagt de ontvanger zorg voor ondertekening door de inrichting van nuttige toepassing dan wel het laboratorium wanneer deze de afvalstoffen ontvangt.
Bewaren
Een kopie van de ingevulde bijlage VII dient te worden bewaard door de opdrachtgever van de overbrenging, de ontvanger en de inrichting voor nuttige toepassing die de afvalstoffen ontvangt of het laboratorium. De bewaartermijn is ten minste drie jaar, te rekenen vanaf de aanvang van de overbrenging. De opdrachtgever kan uiteraard geen volledig ondertekend exemplaar in bezit hebben, er is geen verplichting op het terugzenden van een ondertekend formulier naar de opdrachtgever.
Invullen van de bijlage VII
Vak 1 Opdrachtgever
De opdrachtgever is de persoon of onderneming die voornemens is de afvalstoffen over te brengen of te laten overbrengen. De opdrachtgever kan de eerste producent, de nieuwe producent, de inzamelaar of een geregistreerde handelaar/makelaar zijn. Geregistreerd wil zeggen: vermeld staan op de VIHB-lijst van het NIWO (xxx.xxxx.xx). Het VIHB dient te worden vermeld.
Een handelaar of makelaar hoeft niet gemachtigd te worden door de eerste producent, de nieuwe producent of de inzamelaar. Wel moet de handelaar/makelaar in hetzelfde land zijn gevestigd als de (nieuwe) producent/inzamelaar. De handelaar/makelaar hoeft niet over een eigen inrichting te beschikken.
Vak 2 Importeur/Ontvanger
De importeur /ontvanger is de persoon of onderneming naar wie of waarnaar de afvalstoffen voor nuttige toepassing of laboratoriumanalyse worden overgebracht. In de meeste gevallen is dit ook de inrichting voor nuttige toepassing. Ook een handelaar/makelaar (ook indien deze geen inrichting bezit) kan als ontvanger optreden. In alle gevallen moet de importeur/ontvanger in hetzelfde land zijn gevestigd als de inrichting voor nuttige toepassing.
Onder een inrichting voor nuttige toepassing worden ook verstaan inrichtingen waar handelingen als bedoeld in R12 of R13 plaatsvinden (zie toelichting vak 8).
Vak 3 Feitelijke hoeveelheid
De netto hoeveelheid van de afvalstoffen in tonnen of m3. Deze feitelijke hoeveelheid kan verdeeld zijn over verschillende containers. In dat geval moeten alle containers voorzien zijn van een bijlage VII formulier waarop de feitelijk vervoerde hoeveelheid van die container is vermeld. Dit mogen kopieën zijn van het oorspronkelijk ondertekend exemplaar.
Vak 4 Feitelijke overbrengingsdatum
De datum waarop de verzending daadwerkelijk start bij de opdrachtgever. Indien de opdrachtgever geen eigen inrichting heeft zal het transport aanvangen bij de inrichting van de producent of de inzamelaar en dan dient reeds bij de start van de overbrenging aldaar het bijlage VII formulier aanwezig te zijn.
Vak 5 Vervoerder van de afvalstoffen
De gegevens van alle betrokken vervoerders dienen te worden ingevuld voorzover deze vooraf bekend zijn. Ook dient de vervoerswijze te worden ingevuld en de begindatum van dit deel van de overbrenging. Voor de vervoerwijze kunnen de volgende codes worden gebruikt:
R = over de weg (road) T = per trein (train)
S = over zee (sea)
A = per vliegtuig (air)
W= over binnenwateren (inland waterways)
De vervoerders dienen het formulier eveneens te ondertekenen. Indien meerdere vervoerders de overbrenging verzorgen dienen zij allen te ondertekenen. De opdrachtgever is hiervoor verantwoordelijk.
Vak 6 Producent van de afvalstoffen
Indien de opdrachtgever in vak 1 de oorspronkelijke producent is dient in vak 6 de volgende tekst te worden opgenomen: zelfde als in vak 1.
Indien de opdrachtgever niet de eerste producent, de nieuwe producent of de inzamelaar is, dient vak 6 in alle gevallen te worden ingevuld. Voor het invullen geldt een voorkeursvolgorde.
- de eerste producent,
- de nieuwe producent (n.b. in dit kader worden ook R12 en R13 inrichtingen beschouwd als nieuwe producenten),
- de geregistreerde inzamelaar (of eventueel een inzamelvergunninghouder).
Daarbij is van belang dat opdrachtgever in vak 1 en ‘de producent’ in vak 6 in hetzelfde land (Nederland) zijn gevestigd en derhalve vallen onder de rechtsmacht van het land van verzending.
In vak 6 kan nooit een handelaar/makelaar worden ingevuld zonder een inrichting, of een transporteur.
Vak 7 Inrichting voor nuttige toepassing of laboratorium
Indien de ontvanger in vak 2 tevens de inrichting is voor nuttige toepassing/laboratorium is dient in vak 7 vermeld te worden: zelfde als in vak 2.
Indien de ontvanger niet de inrichting voor nuttige toepassing of het laboratorium is, dient dit vak te zijn ingevuld.
Een inrichting voor nuttige toepassing kan ook een R12 of R13 inrichting zijn. In dat geval is het van belang dat informatie kan worden verschaft over de inrichting(en) waar de definitieve nuttige toepassing plaatsvindt
Daarbij is van belang dat de ontvanger in vak 2 en de inrichting voor nuttige toepassing in vak 7 in hetzelfde land zijn gevestigd en derhalve vallen onder de rechtsmacht van het land van ontvangst.
Vak 8 Handeling van nuttige toepassing
De nuttige toepassing is één van de handelingen die zijn genoemd in bijlage II B van Richtlijn 2006/12/EG:
R1 Gebruik als brandstof (anders dan verbranding als zodanig) of andere wijze van energieopwekking. Hoofdgebruik als brandstof of een andere wijze van energieopwekking
R2 Terugwinning van oplosmiddelen
R3 Recycling/terugwinning van organische stoffen die niet als oplosmiddel worden gebruikt R4 Recycling/terugwinning van metalen en metaalverbindingen
R5 Recycling/terugwinning van andere anorganische stoffen
R6 Terugwinning van zuren of basen
R7 Terugwinning van bestanddelen die worden gebruikt om vervuiling tegen te gaan R8 Nuttige toepassing van bestanddelen uit katalysatoren
R9 Herraffinage van afgewerkte olie en ander hergebruik van reeds gebruikte olie R10 Uitrijden voor landbouwkundige of ecologische verbetering
R11 Gebruik van afvalstoffen die bij een van de onder R 1 tot en met R 10 genoemde behandelingen vrijkomen R12 Uitwisseling van afvalstoffen voor een van de onder R 1 tot en met R 11 genoemde behandelingen
R13 Opslag van afvalstoffen bestemd voor een van de onder R 1 tot en met R 12 genoemde behandelingen (met uitsluiting van voorlopige opslag voorafgaande aan inzameling op de plaats van productie)
In geval er sprake is van overbrenging van een monster voor laboratoriumanalyse mag ervan uit worden gegaan dat het monster na analyse een verwijderinghandeling ondergaat en de analyse zelf niet als een handeling van nuttige toepassing kan worden beschouwd.
De handeling die in het laboratorium plaatsvindt kan als D9 handeling worden aangegeven.
D9: Fysisch-chemische behandeling op een niet elders op deze lijst aangegeven wijze waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de onder D1 t/m D12 vermelde methode.
Vak 10 Identificatie van de afvalstoffen.
Bazel of OESO code: vul hierbij de code uit bijlage III, IIIA of IIIB van Verordening 1013/2006 in. De code kan uit bijlage IX van het verdrag van Bazel komen of uit het OESO-besluit, aanhangsel 3.
Aanvullend op de Bazel / OESO code moet de code uit de Europese afvalstoffenlijst (EURAL) worden vermeld.
In Nederland wordt voor een nationale code de Euralcode gebruikt.
Vak 11 Betrokken landen / staten
Het verdrag van Bazel hanteert de term “staten”, Het OESO-besluit hanteert “OESO-landen” en de Europese gemeenschap “lidstaten”. Gebruik hier bij voorkeur de namen of landcodes volgens ISO-standaard 3166.
Naast het land van verzending en bestemming dienen alle doorvoerlanden te worden vermeld.
Vak 12, 13 Ondertekening door opdrachtgever respectievelijk ontvanger.
Vak 14 Ondertekening door inrichting van nuttige toepassing of door het laboratorium
De inrichting van nuttige toepassing of het laboratorium ondertekent voor ontvangst en geeft de ontvangen hoeveelheid op het formulier aan.
Indien de ontvanger in vak 13 dezelfde is als de inrichting voor nuttige toepassing of het laboratorium, dienen toch beide vakken te worden ondertekend.
Controle door bevoegde autoriteit
De bevoegde autoriteiten hebben de volgende controle mogelijkheden:
- Tijdens transport verzoeken om inzage van een bijlage VII document
- Bij de opdrachtgever of ontvanger opvragen van een afschrift van het contract.
- Met het oog op controle, handhaving, planning en statistische doeleinden het opvragen van bijlage VII informatie bij de opdrachtgever en ontvanger.