Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex)...
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
►B OVEREENKOMST
tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid
(PB L 291 van 9.11.2011, blz. 3)
Gewijzigd bij: | |||
Publicatieblad | |||
nr. | blz. | datum | |
►M1 Wijziging 1 van de Overeenkomst betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap | L 11 | 3 | 16.1.2018 |
OVEREENKOMST
tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid
DE VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA,
en
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
(hierna „de partijen” genoemd),
VANUIT DE WENS voort te bouwen op de decennialange trans-Atlantische samenwerking met betrekking tot het uitvoeren van tests en het afgeven van goedkeuringen op het gebied van de burgerluchtvaartveiligheid en het milieu;
IN HET STREVEN NAAR verbetering van de langdurige samenwerkingsrelatie tussen Europa en de Verenigde Staten om wereldwijd een hoog niveau van burgerluchtvaartveiligheid te garanderen en de economische belasting van de vliegtuigindustrie en exploitanten als gevolg van overbodig reglementerend toe- zicht te minimaliseren;
ZICH VERPLICHTEND TOT het garanderen van permanente operationele vei- ligheid van de burgerluchtvaartvloot en de tijdige uitwisseling van informatie inzake opgedane ervaringen;
GEHOUDEN TOT het ontwikkelen van een sluitend systeem van reglemen- terende samenwerking met betrekking tot het uitvoeren van tests en het afgeven van goedkeuringen op het gebied van de burgerluchtvaartveiligheid en het milieu op basis van permanente communicatie en wederzijds vertrouwen, en
MET INACHTNEMING VAN de rechten en verplichtingen van de Verenigde Staten en de lidstaten van de Europese Gemeenschap (de „lidstaten”) krachtens het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago is ondertekend („het Verdrag van Chicago”) en zijn bijlagen,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Definities
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
A. „Bewijs van luchtwaardigheid”: een verklaring dat het ontwerp of de wijziging van een ontwerp van een burgerluchtvaartproduct voldoet aan de van toepassing zijnde normen of dat een individueel product in overeenstemming is met een ontwerp waarvan werd geoordeeld dat het voldoet aan die normen en op een veilige wijze kan worden gebruikt.
B. „Luchtvaartautoriteit”: het agentschap of de entiteit door de regering van een lidstaat van de Europese Unie belast met het namens de Europese Gemeenschap uitoefenen van het wettelijk toezicht op gereglementeerde entiteiten, en dat of die vaststelt of sprake is van overeenstemming met de binnen de rechtsmacht van de Euro- pese Gemeenschap van toepassing zijnde normen, regelingen en overige voorschriften.
D. „Milieugoedkeuring”: een verklaring dat het ontwerp of de wijziging van een ontwerp van een burgerluchtvaartproduct voldoet aan de van toepassing zijnde normen op het gebied van geluid, brandstof- lozing of uitlaatemissies.
E. „Milieutest”: een proces waarbij het ontwerp of de wijziging van een ontwerp van een burgerluchtvaartproduct wordt geëvalueerd op overeenstemming met de van toepassing zijnde normen en procedu- res op het gebied van geluid, brandstoflozing of uitlaatemissies.
F. „Technisch agentschap”: voor de Verenigde Staten, de Federal Avi- ation Administration (FAA); en voor de Europese Gemeenschap, het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA).
G. „Onderhoud”: het verrichten van een of meer van de volgende acties: inspectie, revisie, reparatie, behouden of vervangen van stuk- ken, materialen, instrumenten of onderdelen van een burgerlucht- vaartproduct om de permanente luchtwaardigheid van dat product veilig te stellen; of het inbouwen van eerder goedgekeurde wijzigin- gen of aanpassingen uitgevoerd in overeenstemming met de voor- schriften, vastgesteld door het bevoegde technische agentschap.
H. „Toezicht”: een periodieke inspectie om de permanente naleving van de van toepassing zijnde normen vast te stellen.
I. „Gereglementeerde entiteit”: een natuurlijke of rechtspersoon waar- van de test- en goedkeuringsactiviteiten op het gebied van de bur- gerluchtvaartveiligheid en het milieu onderworpen zijn aan de wet- telijke en reglementerende rechtsmacht van een of beide partijen.
Artikel 2
Doelstellingen en toepassingsgebied
A. Met deze overeenkomst wordt beoogd om:
1. de wederkerige aanvaarding mogelijk te maken van verklaringen van overeenstemming en goedkeuringen afgegeven door de technische agentschappenschappen en de luchtvaartautoriteiten, zoals voorzien in de bijlagen bij deze overeenkomst;
2. een hoge mate van veiligheid in het luchtvervoer te bevorderen;
3. te bereiken dat het hoge niveau van de reglementerende samenwer- king en harmonisatie tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op de terreinen vallend onder lid B wordt gecontinueerd.
▼M1
B. Het toepassingsgebied van de samenwerking krachtens deze over- eenkomst bestrijkt de volgende gebieden:
1. goedkeuring van luchtwaardigheid en toezicht op burgerluchtvaart- producten;
2. milieutests en goedkeuring van burgerluchtvaartproducten;
3. goedkeuring van en toezicht op onderhoudsfaciliteiten;
4. personeelsvergunningen en -opleiding;
5. exploitatie van luchtvaartuigen, en
6. luchtverkeersdiensten en luchtverkeersbeheer.
▼B
C. De partijen kunnen door middel van een schriftelijke wijziging van deze overeenkomst met inachtneming van het bepaalde in artikel 19 aanvullende gebieden van samenwerking en aanvaarding overeenkomen.
Artikel 3
Bestuur
A. De partijen stellen bij deze een Bilaterale Raad van Toezicht (de
„Raad”) in, die verantwoordelijk is voor het effectief functioneren van deze overeenkomst en regelmatig bijeen zal komen om de effectiviteit van de uitvoering daarvan te evalueren.
X. Xx Xxxx is samengesteld uit vertegenwoordigers van:
de Verenigde Staten van Amerika, zijnde de Federal Aviation Admini- stration (medevoorzitter),
en
de Europese Gemeenschap, zijnde de Commissie (medevoorzitter) bij- gestaan door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de lucht- vaart en vergezeld van de luchtvaartautoriteiten.
De Raad kan op ad-hocbasis onderwerpspecifieke deskundigen uitnodi- gen tot deelname. De Raad kan overgaan tot het instellen van en houden van toezicht op het werk van technische werkgroepen. De Raad stelt een intern reglement van orde op en aanvaardt dit. Alle besluiten van de Raad zullen met eenstemmigheid worden genomen, waarbij elke partij een enkele stem heeft. Deze besluiten worden op schrift gesteld en ondertekend door de vertegenwoordigers van de partijen in de Raad.
C. De Raadkan iedere aangelegenheid die verband houdt met het functioneren van deze overeenkomst in behandeling nemen en is in het bijzonder belast met:
1. het afhandelen van geschillen, zoals bepaald in artikel 17;
2. zo nodig, het wijzigen van de bijlagen in overeenstemming met artikel 19.B;
3. het instellen van een forum voor het bespreken van kwesties die kunnen voorvloeien uit en wijzigingen die gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van deze overeenkomst;
4. het vaststellen van een forum voor het bespreken van een gemeen- schappelijke aanpak van de veiligheids- en milieukwesties die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen en voor het regelmatig uitwisselen van informatie betreffende aandachtspunten op het gebied van luchtvaartveiligheid, met inbegrip van overleg over voorgestelde nieuwe en wijziging van bestaande veiligheidsmaatregelen;
5. het instellen van een forum voor tijdige waarschuwingsdiscussies omtrent ontwerpregelingen en wetgeving van een van de partijen;
6. het uitwisselen van informatie betreffende geplande organisatorische wijzigingen;
7. zo nodig, het vaststellen van aanvullende bijlagen;
8. zo nodig, het doen van voorstellen aan de partijen om deze over- eenkomst anderszins te wijzigen.
Artikel 4
Algemene bepalingen
A. Elke partij aanvaardt de verklaringen van overeenstemming en de goedkeuringen die afgegeven zijn door het technische agentschap van de andere partij en, in het geval van de Verenigde Staten, die afgegeven zijn door de luchtvaartautoriteiten, in overeenstemming met de voor- waarden neergelegd in de bijlagen bij deze overeenkomst.
B. Behoudens het bepaalde in de bijlagen bij deze overeenkomst, wordt deze overeenkomst niet uitgelegd in de zin dat zij wederkerige aanvaarding of erkenning van normen of technische regelingen van de partijen inhoudt.
C. De partijen erkennen de systemen van delegatie aan aangewezen personen of gereglementeerde entiteiten van de andere partij zoals die bestaan op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst als gelijkwaardig ten behoeve van de naleving van de respectieve wettelijke voorschriften van elke partij. De partijen geven aan verklaringen van overeenstemming afgegeven door deze aangewezen personen of gere- glementeerde entiteiten, in overeenstemming met de bepalingen van de bijlagen, dezelfde geldigheid als waren ze rechtstreeks afkomstig van een technisch agentschap of een luchtvaartautoriteit. Delegatiesystemen ingevoerd na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst worden onderworpen aan vertrouwenbevorderende maatregelen.
D. De partijen zorgen ervoor dat hun technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten hun verantwoordelijkheden krachtens deze over- eenkomst, inclusief de bijlagen, nakomen.
E. In het geval dat een houder van de goedkeuring van een ontwerp zijn goedkeuring overdraagt aan een andere entiteit, stelt het technische agentschap dat verantwoordelijk is voor de goedkeuring van het ont- werp, de andere technische agentschappen onmiddellijk in kennis van de overdracht.
F. Deze overeenkomst is, inclusief de bijlagen, bindend voor beide partijen.
▼M1
▼B
Artikel 5
Bijlagen
Voor aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van deze over- eenkomst vallen, stellen de partijen of hun vertegenwoordigers in de Raad bijlagen op met een beschrijving van de voorwaarden voor de wederzijdse aanvaarding van bevindingen van overeenstemming en goedkeuringen, indien zij het erover eens zijn dat de burgerluchtvaart- normen, -regels, -praktijken en -procedures van elke partij voldoende verenigbaar zijn om aanvaarding van goedkeuringen en bevindingen van overeenstemming toe te staan met overeengekomen normen die door de ene partij zijn opgesteld namens de andere. De partijen komen eveneens overeen dat technische verschillen tussen hun burgerluchtvaartsystemen worden behandeld in de bijlagen.
Artikel 6
Reglementerende samenwerking en transparantie
A. De technische agentschappen zullen voorschriften opstellen en vaststellen voor reglementerende samenwerking op het gebied van bur- gerluchtvaartveiligheid en milieutests en goedkeuringen, waarbij reke- ning wordt gehouden met relevante richtlijnen betreffende reglemen- terende samenwerking tussen de partijen. Die voorschriften bieden ge- legenheid voor overleg en deelname, indien mogelijk, van deskundigen van het technische agentschap, de luchtvaartautoriteiten en de industrie van de ene partij in het beginstadium van het opstellen van reglemen- terende documentatie met betrekking tot burgerluchtvaartmateriaal door de andere partij.
B. Afhankelijk van de beschikbaarheid van financiële middelen zor- gen de partijen, waar mogelijk, voor een permanente trans-Atlantische samenwerking in belangrijke luchtvaartveiligheidsinitiatieven.
Artikel 7
Samenwerking op het gebied van kwaliteitsborging en normalisatie-inspecties
Ter bevordering van een permanent begrip van en compatibiliteit tussen de reglementerende systemen voor de burgerluchtvaartveiligheid van partijen, mag elk technisch agentschap deelnemen aan de interne werk- zaamheden ten behoeve van kwaliteitsborging en normalisatie-inspecties van de andere partij, verband houdend met accreditatie en toezicht, zoals voorzien in de bijlagen.
Samenwerking op het gebied van handhavingsactiviteiten
De partijen komen overeen om, met inachtneming van de van toepas- sing zijnde wetten en regelingen, via hun technische agentschappen of luchtvaartautoriteiten, naar gelang van het geval, de nodige wederzijdse samenwerking en bijstand te verlenen tijdens een onderzoeks- of hand- havingsprocedure inzake een vermeende of verdachte schending van de wetten of regelingen binnen het toepassingsgebied van deze overeen- komst. Bovendien zal elke partij de andere partij onmiddellijk in kennis stellen van een onderzoek indien daarbij wederzijdse belangen zijn betrokken.
Artikel 9
Uitwisselen van veiligheidsgegevens
De partijen komen overeen om, met inachtneming van de van toepas- sing zijnde wetten en regelingen,
A. elkaar, op verzoek en tijdig, informatie te verstrekken die ter be- schikking staat van hun technische agentschappen en verband houdt met ongevallen of incidenten waarbij burgerluchtvaartproducten of gereglementeerde entiteiten zijn betrokken, en
B. overige veiligheidsinformatie uit te wisselen, in overeenstemming met de door de technische agentschappen opgestelde voorschriften.
Artikel 10
Van toepassing zijnde eisen, voorschriften en begeleidende documentatie
De partijen komen overeen om elkaar in kennis te stellen van alle van toepassing zijnde eisen, voorschriften en begeleidende documentatie met betrekking tot aangelegenheden die onder deze overeenkomst vallen.
Artikel 11
Bescherming van auteursrechtelijk beschermde gegevens en verzoeken om informatie
A. De partijen onderkennen dat door een gereglementeerde entiteit of een partij ingediende en met deze overeenkomst verband houdende informatie, intellectuele eigendom, handelsgeheimen, vertrouwelijke be- drijfsinformatie, auteursrechtelijk beschermde gegevens of andere gege- vens kan bevatten, in goed vertrouwen gehouden door die gereglemen- teerde entiteit of een andere persoon (vertrouwelijke informatie). Tenzij daartoe verplicht bij wet zullen de partijen de informatie die als ver- trouwelijk is aangemerkt, niet kopiëren voor of vrijgeven of tonen aan anderen dan hun eigen werknemers, zonder de voorafgaande schrifte- lijke toestemming van de persoon of entiteit die beschikt over een geheimhoudingsbelang met betrekking tot die vertrouwelijke informatie.
B. Voor zover de Europese Gemeenschap vertrouwelijke informatie uitwisselt met een luchtvaartautoriteit of met een entiteit belast met het onderzoek van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart, zal de Europese Gemeenschap die vertrouwelijke informatie als gevoelige do- cumenten beschouwen en ervoor zorgen dat die luchtvaartautoriteit of entiteit de bedoelde informatie niet kopieert, vrijgeeft of uitwisselt met anderen dan de werknemers van die luchtvaartautoriteit of entiteit, zon- der de voorafgaande schriftelijke toestemming van de persoon of wet- telijke entiteit die beschikt over een geheimhoudingsbelang met betrek- king tot die vertrouwelijke informatie.
C. Verzoeken van het publiek om informatie bedoeld in lid A van dit artikel, inclusief de toegang tot documenten, worden afgehandeld in overeenstemming met de wetten en regelingen die van toepassing zijn op de partij die bedoelde verzoeken ontvangt. Een technisch agentschap dat een verzoek ontvangt voor bedoelde informatie verstrekt door de andere partij of haar gereglementeerde entiteiten zal overleg plegen met het technische agentschap van de andere partij voorafgaand aan het vrijgeven van die informatie. De technische agentschappen zullen elkaar zo nodig bijstaan bij het beantwoorden van deze verzoeken.
Artikel 12
Toepasselijkheid
Tenzij anderszins voorzien in de bijlagen bij deze overeenkomst, zal deze overeenkomst enerzijds van toepassing zijn op het reglementerend systeem voor de burgerluchtvaart in de Verenigde Staten zoals toegepast op het grondgebied van de Verenigde Staten van Amerika, en anderzijds op het reglementerend systeem voor de burgerluchtvaart in de Europese Gemeenschap zoals toegepast op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is en krach- tens de voorwaarden neergelegd in dat Verdrag (en eventuele opvol- gende documenten).
Artikel 13
Onbelemmerde toegang
Met het oog op toezicht en inspecties zullen het technische agentschap en de luchtvaartautoriteiten van een partij het technische agentschap van de andere partij bijstaan bij het verkrijgen van onbelemmerde toegang tot de gereglementeerde entiteiten onderworpen aan haar rechtsmacht.
Artikel 14
Tarieven
De partijen zullen ernaar streven dat de tarieven die hun technische agentschappen in rekening brengen aan aanvragers en gereglementeerde entiteiten voor certificering en diensten verband houdend met goedkeu- ring krachtens deze overeenkomst billijk, redelijk en evenredig zijn met de diensten.
Artikel 15
Behoud van reglementerende bevoegdheden
Niets in deze overeenkomst zal worden uitgelegd als een beperking van de bevoegdheden van een partij om:
A. via haar wetgevende, reglementerende en administratieve maatrege- len het niveau van bescherming vast te stellen dat zij passend acht voor de burgerluchtvaartveiligheid en milieutests en goedkeuringen, en
B. alle passende en onmiddellijke maatregelen te nemen die nodig zijn voor het opheffen of minimaliseren van een afbreuk van veiligheid. Indien een partij een dergelijke actie uitvoert die gevolgen heeft op activiteiten binnen de reikwijdte van deze overeenkomst, zal zij de andere partij daarvan zo snel mogelijk voor zover noodzakelijk via een technisch agentschap of een luchtvaartautoriteit in kennis stellen, maar niet later dan 15 dagen nadat die actie heeft plaatsgevonden;
C. wijzigingen van haar regelingen, procedures of normen door te voe- ren en toe te passen op haar gereglementeerde entiteiten. Indien die wijzigingen gevolgen kunnen hebben voor de uitvoering van deze overeenkomst, kunnen de partijen of hun technische agentschap, met het oog op wijziging van deze overeenkomst, verzoeken om overleg krachtens artikel 17. Ongeacht het resultaat van dat overleg, kan niets in deze overeenkomst de betrokken partij beletten om de wij- ziging door te voeren en toe te passen op haar gereglementeerde entiteiten.
Artikel 16
Overige overeenkomsten
A. Behalve indien anderszins is bepaald in de bijlagen bij deze over- eenkomst, zullen de rechten en verplichtingen opgenomen in een over- eenkomst, door een der partijen met een derde partij gesloten, niet van kracht of geldig zijn voor de andere partij bij deze overeenkomst.
B. In het licht van en na de inwerkingtreding van deze overeen- komst, zullen de Verenigde Staten van Amerika de vereiste maatregelen nemen en zal de Europese Gemeenschap overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap ervoor zorgen dat de lid- staten van de Europese Unie de vereiste maatregelen nemen tot wijzi- ging of beëindiging, naargelang het geval, van de bilaterale overeen- komsten tussen de Verenigde Staten en de individuele lidstaten van de Europese Unie, opgenomen in aanhangsel 1.
C. Tenzij anderszins voorzien in de bijlagen, zullen de op het mo- ment van de inwerkingtreding van deze overeenkomst geldende verkla- ringen van overeenstemming en goedkeuringen, die eerder zijn geaccep- teerd door de Verenigde Staten of een lidstaat van de Europese Unie krachtens een van de in aanhangsel 1 vermelde bilaterale luchtvaart- veiligheidsovereenkomsten of bilaterale luchtwaardigheidsovereenkom- sten, door de partijen van deze overeenkomst als rechtsgeldig worden beschouwd ingevolge de voorwaarden geaccepteerd krachtens de ver- melde overeenkomsten, tot het moment dat de goedkeuringen zijn ver- vangen of herroepen.
Artikel 17
Overleg en geschillenbeslechting
A. Partijen kunnen elkaar om overleg vragen over elke aangelegen- heid verband houdend met deze overeenkomst. De andere partij zal prompt reageren op een dergelijk verzoek en in overleg treden op een door de partijen overeengekomen tijdstip, en wel binnen 45 dagen.
B. De technische agentschappen van de partijen zullen trachten elk meningsverschil tussen hen, betrekking hebbend op hun samenwerking krachtens deze overeenkomst, door overleg op te lossen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de bijlagen bij deze overeenkomst.
C. In het geval dat de technische agentschappen er niet in slagen om de geschillen op te lossen zoals voorzien in lid B, kan elk technisch agentschap het geschil doorverwijzen naar de Raad, die over de aange- legenheid zal beraadslagen.
Artikel 18
Opschorten van aanvaarding van verklaringen
A. Indien het overleg als bedoeld in artikel 17 niet leidt tot oplossing van het meningsverschil dat verband houdt met verklaringen van over- eenstemming en goedkeuringen, kan een partij de andere partij in kennis stellen van haar intentie tot opschorting van de aanvaarding van ver- klaringen van overeenstemming en goedkeuringen waarover verschil van mening bestaat. Die kennisgeving gebeurt schriftelijk en gaat ge- detailleerd in op de redenen voor de opschorting.
B. Xxxxxxxx opschorting treedt in werking 30 dagen na de datum van de kennisgeving, tenzij voor het einde van die periode, de partij die het initiatief heeft genomen voor de opschorting de andere partij schriftelijk ervan in kennis stelt dat zij haar kennisgeving intrekt. Bedoelde op- schorting heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de verklaringen van overeenstemming, certificaten en goedkeuringen afgegeven door de technische agentschappen of de luchtvaartautoriteit van de partij in kwestie, voorafgaand aan de datum waarop de opschorting van kracht werd. Een dergelijke van kracht geworden opschorting kan onmiddellijk worden opgeheven na uitwisseling van een daartoe strekkende schrifte- lijke correspondentie van de partijen.
Artikel 19
Inwerkingtreding, amendementen en beëindiging
A. Deze overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen, treedt in wer- king op de eerste dag van de tweede maand na de datum van de notawisseling tussen partijen ter bevestiging van de afronding van hun respectieve procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst.
B. Deze overeenkomst kan met wederzijdse instemming van de par- tijen schriftelijk worden gewijzigd. Xxxxxxxx wijzigingen treden in wer- king op de eerste dag van de tweede maand na de datum van de notawisseling tussen partijen ter bevestiging van de afronding van hun respectieve procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst of de wijzigingen daarvan. Wijziging van de bijlagen kan door een besluit van de Raad plaatsvinden.
C. Een individuele bijlage opgesteld door de Raad na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst treedt in werking bij besluit van de Raad.
D. Deze overeenkomst blijft van kracht tot ze door de partijen wordt beëindigd. Die beëindiging vindt plaats via een schriftelijke kennisge- ving van de ene partij aan de andere partij, waarbij een termijn van 60 dagen in acht wordt genomen. Die beëindiging houdt tevens de beëin- diging in van de wijzigingen van deze overeenkomst en alle bijlagen bij deze overeenkomst. Die beëindiging heeft geen gevolgen voor de gel- digheid van de certificaten en andere goedkeuringen afgegeven door de partijen krachtens de voorwaarden van deze overeenkomst, inclusief de bijlagen.
E. Individuele bijlagen bij de overeenkomst kunnen door elk der partijen worden beëindigd. Beëindiging van een individuele bijlage wordt van kracht 60 dagen na de datum van ontvangst van een kennisgeving van de ene partij aan de andere partij, tenzij bedoelde kennisgeving van beëindiging is herroepen. In het geval van beëindiging van een of meer bijlagen, blijven de resterende bijlagen van kracht. De partijen zullen echter met elkaar overleggen over het in stand houden van het restant van de overeenkomst. Indien daarover geen overeen- stemming wordt bereikt, kan elk der partijen de overeenkomst beëindi- gen. De beëindiging treedt in werking 60 dagen na de datum van de daartoe strekkende schriftelijke kennisgeving van de ene partij aan de andere partij.
F. Na een kennisgeving tot beëindiging van deze overeenkomst in haar geheel of de bijlagen daarbij, blijven de partijen tot het moment van de inwerkingtreding van de beëindiging voldoen aan hun verplich- tingen uit hoofde van deze overeenkomst of enige bijlage daarbij.
TEN GETUIGE WAARVAN ondergetekenden, rechtsgeldig gemachtigd door hun respectieve regeringen, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Gedaan te Brussel, de dertigste juni tweeduizend acht, in twee origine- len, in het Bulgaars, het Deens, het Duits, het Engels, het Estlands, het Fins, het Frans, het Grieks, het Hongaars, het Italiaans, het Letlands, het Litouws, het Maltees, het Nederlands, het Pools, het Portugees, het Roemeens, het Sloveens, het Slowaaks, het Spaans, het Tsjechisch en het Zweeds. In het geval van interpretatieverschillen tussen de teksten in de verschillende talen, prevaleert de tekst in de Engelse taal.
За Европейската общност Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
az Európai Közösség részéről Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap W imieniu Wspólnoty Europejskiej Pela Comunidade Europeia
Pentru Comunitatea Europeană Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta
På Xxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxx xxxxxx
Xx Xxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxx Xxx xxx Xxxxxxx Xxxxxx xx Xxxxxxx Xx Spojené státy americké
For Amerikas Forenede Stater
Für die Vereinigten Staaten von Amerika Ameerika Ühendriikide nimel
Για τις Ηνωμένες Πολιτείες της Αμερικής
For the United States of America Pour les États-Unis d'Amérique Per gli Stati Uniti d'America Amerikas Savienoto Valstu vārdā Jungtinių Amerikos Valstijų vardu
az Amerikai Egyesült Államok részéről Għall-Istati Uniti tal-Amerika
Voor de Verenigde Staten van Amerika
W imieniu Stanów Zjednoczonych Ameryki Pelos Estados Unidos da América
Pentru Statele Unite ale Americii Za Spojené štáty americké
Za Združene države Amerike Amerikan yhdysvaltojen puolesta På Amerikas förenta staters vägnar
Land Bilateraal
Oostenrijk
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 14 januari 1997 te Wenen ondertekend
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid voor geïmporteerde vliegtuigen, op 30 april 1959 te Washington door middel van een nota- wisseling geëffectueerd
België
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid, op 12 februari en 14 mei 1973 te Brussel door middel van een notawisseling geëffectueerd
Tsjechische Republiek
Werkprocedures tussen de Federal Aviation Administration (FAA) en de Inspectie voor de burgerluchtvaart van de Tsjechische Republiek voor goedkeuring van ontwerpen, luchtwaar- digheidscertificering, permanente luchtwaardigheid en wederzijdse samenwerking en tech- nische bijstand, op 29 januari 1996, krachtens de overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Tsjecho-Slowakije ondertekend,
Overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Tsjecho-Slowakije betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid voor geïmporteerde vliegtuigen, op 1 en 21 oktober 1970 te Praag door middel van een notawisseling geëffectueerd
Denemarken
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 6 november 1998 te Kopen- hagen ondertekend
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid, op 6 januari 1982 te Washington door middel van een notawisseling geëffectueerd
Finland
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 2 november 2000 te Helsinki ondertekend
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid voor geïmporteerde burgerluchtvaartzweefvliegtuigen en burgerluchtvaartinstrumenten, op 7 maart 1974 te Washington door middel van een notawisseling geëffectueerd
Frankrijk
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 14 mei 1996 te Parijs onder- tekend
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van de Franse Republiek, op 24 augustus 2001 ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor het verrichten van onderhoud krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van de Franse Republiek, op 14 mei 1996 ondertekend
Duitsland
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 23 mei 1996 te Milwaukee ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland, 1e herziening, op 3 juni 2002 ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor het verrichten van onderhoud krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van de Bondsrepubliek Duitsland, op 6 juni 1997 ondertekend
Ierland
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 5 februari 1997 te Dublin ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor het verrichten van onderhoud krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van Ierland, op 5 februari 1999 ondertekend
20 april 1999
Land Bilateraal
Italië
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 27 oktober 1999 te Rome ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van Italië, op 4 juni 2002 ondertekend
Nederland
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 13 september 1995 te Den Haag ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van Neder- land, op 3 juni 2002 ondertekend
Polen
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid voor geïmporteerde burgerluchtvaartproducten, zoals gewijzigd, op 8 november 1976 te Was- hington door middel van een notawisseling geëffectueerd
Roemenië
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 10 september 2002 te Boek- arest ondertekend
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid voor geïmporteerde burgerluchtvaartzweefvliegtuigen, op 7 december 1976 te Washington door middel van een notawisseling geëffectueerd
(Opmerking: de Verenigde Staten hebben in februari 2007 verzocht om de beëindiging van deze overeenkomst. Een kennisgeving van de Verenigde Staten en een respons van Roemenië brengt de beëindiging tot stand.)
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van Roeme- nië, op 24 september 2002 ondertekend
Spanje
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 23 september 1999 te Was- hington ondertekend
Overeenkomst betreffende de wederkerige aanvaarding van certificaten van luchtwaardigheid voor geïmporteerde vliegtuigen, zoals gewijzigd, op 23 september 1957 te Madrid door middel van een notawisseling geëffectueerd
Zweden
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 9 februari 1998 te Stockholm ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van Zweden, op 3 juni 2002 ondertekend
Verenigd Koninkrijk
Overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartveiligheid, op 20 december 1995 te Londen ondertekend
Uitvoeringsprocedures voor goedkeuring van ontwerpen, productieactiviteiten, goedkeuring van luchtwaardigheid voor export, activiteiten na goedkeuring van het ontwerp en technische bijstand tussen autoriteiten krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaartvei- ligheid tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, op 23 mei 2002 ondertekend
Simulator-uitvoeringsprocedures krachtens de overeenkomst ter bevordering van de luchtvaart- veiligheid gedateerd 20 december 1995, tussen de regering van de Verenigde Staten van Amerika en de regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, 1e herziening, op 6 oktober 2005 ondertekend
LUCHTWAARDIGHEID EN MILIEUCERTIFICERING
1. TOEPASSINGSGEBIED
1.1. Deze bijlage is van toepassing op 1) de wederkerige aanvaarding van verklaringen van overeenstemming, goedkeuringen en documentatie, en
2) technische bijstand op het gebied van:
a) luchtwaardigheid en permanente luchtwaardigheid van burgerlucht- vaartproducten (hierna „producten” genoemd), en
b) geluid, brandstoflozing en uitlaatemissies.
1.2. Zoals voorzien in artikel 4 van de overeenkomst zullen de partijen we- derzijds de verklaringen van de andere partij aanvaarden, die zijn afge- geven krachtens de systemen van de technische agentschappen of lucht- vaartautoriteiten, onderworpen aan de bepalingen van deze bijlage en indien van toepassing, de technische uitvoeringsprocedures vastgesteld door de technische agentschappen.
2. GEZAMENLIJKE COÖRDINERENDE INSTANTIE
2.1. Samenstelling
2.1.1. Een gezamenlijke coördinerende technische instantie, de Raad op Certi- ficering genaamd, die verantwoording schuldig is aan de Bilaterale Raad van Toezicht, wordt hierbij ingesteld onder de gezamenlijke leiding van de technische agentschappen. De Raad van Toezicht op Certificering bestaat uit vertegenwoordigers van elk technisch agentschap belast met luchtwaardigheids- en milieucertificering, systemen voor kwaliteitsbeheer en regelgeving.
2.1.2. De gezamenlijke leiding kan aanvullende deelnemers uitnodigen ter fa- cilitering van de uitvoering van het mandaat van deze Raad van Toezicht op Certificering.
2.2. Mandaat
2.2.1. De Raad van Toezicht op Certificering komt regelmatig bijeen en is belast met het effectief functioneren en uitvoeren van deze bijlage en heeft daartoe met name de volgende taken:
a) ontwikkelen, goedkeuren en herzien van de technische uitvoeringsprocedures;
b) uitwisselen van informatie omtrent belangrijke veiligheidskwesties en ontwikkelen van actieplannen om die aan te pakken;
c) zorgen voor een consistente toepassing van deze bijlage;
d) oplossen van technische problemen vallend onder de verantwoorde- lijkheid van de technische agentschappen en onderzoeken van tech- nische problemen die niet op een lager niveau kunnen worden opgelost;
e) ontwikkelen van effectieve manieren voor het samenwerken, het ver- lenen van bijstand en het uitwisselen van informatie met betrekking tot veiligheids- en milieunormen, certificeringssystemen en kwaliteits- beheer en systemen voor standaardisering;
f) beheren van de lijst van luchtvaartautoriteiten vastgesteld in appendix I van deze bijlage overeenkomstig de besluiten genomen door de Bilaterale Raad van Toezicht;
g) doen van voorstellen voor wijzigingen van deze bijlage aan de Bila- terale Raad van Toezicht.
2.2.2. De Raad van Toezicht op Certificering zal onopgeloste problemen rap- porteren aan de Bilaterale Raad van Toezicht en zorgen voor de uitvoe- ring van de met betrekking tot deze bijlage genomen besluiten van de Bilaterale Raad van Toezicht.
3. UITVOERING
3.1. Algemeen
3.1.1. De technische agentschappen zullen voor de uitvoering van deze bijlage technische uitvoeringsprocedures opstellen, die nader ingaan op de verschillen tussen de certificeringssystemen voor luchtwaardigheid en milieu van de partijen.
3.1.2. Elk technisch agentschap en, zo nodig, elke luchtvaartautoriteit, onder- steunt de verzoeken van het technisch agentschap en, zo nodig, de lucht- vaartautoriteit van de andere partij, tot toegang tot gegevens onder het reglementerend toezicht van het andere technisch agentschap en, zo no- dig, de luchtvaartautoriteit voor het uitvoeren van de acties van deze bijlage.
3.2. Goedkeuring van ontwerpen
3.2.1. Het technisch agentschap van de Verenigde Staten voert voor de onder zijn rechtsmacht vallende gereglementeerde entiteiten de op de Verenigde Staten van toepassing zijnde taken van de staat van ontwerp uit krachtens bijlage 8 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago is ondertekend („het Verdrag van Chica- go”).
3.2.2. Het technisch agentschap van de Europese Gemeenschap voert voor de onder zijn rechtsmacht vallende gereglementeerde entiteiten namens de EU-lidstaten de op de Europese Gemeenschap van toepassing zijnde taken van de staat van ontwerp uit krachtens bijlage 8 van het Verdrag van Chicago.
3.2.3. Om profijt te hebben van de wederkerige aanvaarding krachtens deze overeenkomst:
a) zal het EASA fungeren als certificeringsautoriteit en uitsluitend certi- ficeringsaanvragen in behandeling nemen van binnen het grondgebied van de Europese Gemeenschap gevestigde aanvragers voor de eerste goedkeuring van hun ontwerp, ontwerpwijzigingen en reparatiegege- vens, en
b) zal de FAA fungeren als certificeringsautoriteit en uitsluitend certifi- ceringsaanvragen in behandeling nemen van binnen het grondgebied van de Verenigde Staten gevestigde aanvragers voor de eerste goed- keuring van hun ontwerp, ontwerpwijzigingen en reparatiegegevens.
3.2.4. De technische agentschappen maken gebruik van een validatieproces bij het goedkeuren van:
a) het ontwerp van luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers en instrumenten;
b) aanvullende typecertificaten;
c) bepaalde belangrijke wijzigingen van het typeontwerp, zoals beschre- ven in de technische uitvoeringsprocedures, en
d) geluid- en emissieveranderingen
die zijn of worden goedgekeurd door het technisch agentschap van de andere partij bij het uitvoeren van de taken van de staat van ontwerp. Het validatieproces, zoals beschreven in de technische uitvoeringsprocedures, is in de mate van het mogelijke gebaseerd op de technische evaluaties, tests, inspecties en certificaten van overeenstemming van het andere tech- nische agentschap. De grondslag van de luchtwaardigheidscertificering ontwikkeld tijdens het validatieproces van een luchtvaartuig, luchtvaar- tuigmotor of propeller maakt gebruik van de toepasselijke luchtwaardig- heidsnormen of codes, die van kracht zijn op de datum van de aanvraag bij het technisch agentschap dat de taken van de staat van ontwerp uitvoert. De basis voor milieucertificering wordt ontwikkeld op grondslag van de toepassingsgegevens beschreven in de technische uitvoeringspro- cedures.
3.2.5. Tijdens het validatieproces dragen de technische agentschappen er zorg voor dat de andere voorzien worden van informatie die verband houdt met operationele eisen die gevolgen hebben voor het ontwerp. De lucht- vaartautoriteiten stellen die informatie ter beschikking aan het EASA.
3.2.6. De technische agentschappen kunnen zo nodig ook gebruikmaken van een gezamenlijk certificeringsproces. Gezamenlijke certificering is een alternatieve vorm van validatie indien dit onderling is overeengekomen door de aanvrager en beide technische agentschappen, zoals beschreven in de technische uitvoeringsprocedures. Gezamenlijke certificering is met name geëigend indien onderdelen van een nieuw product ontworpen zijn door een gereglementeerde entiteit gevestigd op het grondgebied van de andere partij. Bij gezamenlijke certificering wordt verwacht dat de de- monstratie en verklaringen van overeenstemming door het technisch agentschap van de andere partij lokaal worden verricht.
3.2.7. Omdat de reglementerende systemen van de partijen voor onderdelen, ontwerpgegevens voor reparaties en andere ontwerpwijzigingen dan die bedoeld in 3.2.4, geacht worden voldoende met elkaar overeen te komen zodat een afzonderlijke goedkeuring door het technisch agentschap of de luchtvaartautoriteit van de importerende partij niet vereist is, zal het importeren technisch agentschap een onderdeel, ontwerpgegevens voor reparaties of ontwerpwijziging aanvaarden, indien dat/die reeds is goed- gekeurd of anderszins aanvaard door het technisch agentschap van de andere partij bij het ten behoeve van bedoeld(e) onderdeel, ontwerpge- gevens voor reparaties of ontwerpwijziging uitvoeren van de taken van de staat van ontwerp. In de technische uitvoeringsprocedures wordt be- paald wanneer een afzonderlijke goedkeuring van het importerende tech- nische agentschap vereist is.
3.2.8. Certificeringsverklaringen verband houdend met ontwerpgoedkeuringen, met inbegrip van informatie over geluid en emissieniveaus, worden in de technische uitvoeringsprocedures omschreven.
3.2.9. In het geval dat een houder van de goedkeuring van een ontwerp die goedkeuring overdraagt aan een andere entiteit, zal het technisch agent- schap dat verantwoordelijk is voor de ontwerpgoedkeuring het andere technische agentschap terstond in kennis stellen van de overdracht. De technische agentschappen zullen technische uitvoeringsprocedures vast- stellen voor het vergemakkelijken van de overdracht van certificaten tussen de gereglementeerde entiteiten van de partijen.
3.2.10. Het EASA zal de certificeringsprocedures van de Verenigde Staten ac- cepteren als een aanvaardbaar alternatief voor de eisen van de Europese Gemeenschap inzake het aantonen van de deskundigheid van een aanvrager.
3.3. Permanente luchtwaardigheid
3.3.1. De technische agentschappen zullen actie ondernemen ter zake van on- veilige factoren in producten die zij hebben gecertificeerd. De technische agentschappen zullen de van hun certificaathouders ontvangen informatie over gebreken, storingen en defecten uitwisselen ter ondersteuning van het onderzoek van het andere technische agentschap naar onderhouds- problemen of andere mogelijke veiligheidsproblemen. De uitwisseling van deze informatie tussen de technische agentschappen wordt be- schouwd als het vervullen van de verplichting van elke houder van goedkeuring om gebreken, storingen en defecten te melden aan het tech- nisch agentschap van de andere partij krachtens het toepasselijk recht van die andere partij. In de technische uitvoeringsprocedures wordt een be- schrijving gegeven van de acties voor het aanpakken van onveilige situ- aties en het uitwisselen van veiligheidsinformatie.
3.3.2. Tenzij de technische agentschappen van de partijen een andersluidende kennisgeving hebben verstrekt:
a) zal de FAA voor de levenscyclus van het product op het gebied van permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, luchtvaartuigmoto- ren, propellers en instrumenten de taken van de staat van ontwerp uitvoeren, die van toepassing zijn op de Verenigde Staten krachtens bijlage 8 van het Verdrag van Chicago;
b) zal het EASA voor de levenscyclus van het product namens de EU-lidstaten op het gebied van permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers en instrumenten de taken van de staat van ontwerp uitvoeren, die op hen van toepassing zijn krachtens bijlage 8 van het Verdrag van Chicago.
3.3.3. De FAA zal voor de levenscyclus van het product voor luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers en instrumenten de tot zijn rechtsmacht behorende taken van de staat van vervaardiging uitvoeren, die van toe- passing zijn op de Verenigde Staten krachtens bijlage 8 van het Verdrag van Chicago. De luchtvaartautoriteiten en, indien van toepassing, het EASA zullen voor de levenscyclus van het product voor luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers en instrumenten de tot de rechtsmacht van de EU-lidstaten behorende taken van de staat van vervaardiging uitvoeren, die op hen van toepassing zijn krachtens bijlage 8 van het Verdrag van Chicago. Acties om onveilige omstandigheden te verhelpen, zullen worden vastgelegd in de technische uitvoeringsprocedures.
3.3.4. Veranderingen van de eigendom of luchtwaardigheidsstatus van een cer- tificaat afgegeven door het technisch agentschap van een der partijen zullen tijdig worden medegedeeld aan het andere technische agentschap.
3.4. Productie
3.4.1. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaart- autoriteiten, verlenen krachtens hun eigen reglementerende systeem pro- ductiegoedkeuringen aan een fabrikant, op basis van een aanvaardbaar productiekwaliteits/inspectiesysteem, indien die fabrikant betrokken is bij de export van luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers, instru- menten of onderdelen naar de andere partij. Bedoelde productiegoedkeu- ringen zorgen ervoor dat alle luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, pro- pellers, instrumenten en onderdelen in overeenstemming zijn met het goedgekeurde ontwerp van de importerende partij, indien van toepassing een operationele controle hebben ondergaan en op het moment van de export veilig kunnen worden gebruikt.
3.4.2. Omdat de reglementerende systemen van partijen voor productie geacht worden voldoende met elkaar overeen te komen, zal het importerende technische agentschap of de luchtvaartautoriteit zijn eigen productiegoed- keuring niet afgeven voor fabrikanten die door de exporterende partij worden gereguleerd.
3.4.3. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaart- autoriteiten, erkennen de productiegoedkeuringen van het andere tech- nische agentschap of luchtvaartautoriteiten, met inbegrip van:
a) productiegoedkeuringen verleend of verlengd voor de fabricage van luchtvaartuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers, instrumenten of on- derdelen op hun grondgebied; en voor de fabricage van luchtvaar- tuigen, luchtvaartuigmotoren, propellers of onderdelen buiten hun grondgebied, en
b) productiegoedkeuringen verleend voor de fabricage van luchtvaartui- gen, luchtvaartuigmotoren, propellers, instrumenten of onderdelen op basis van een licentieovereenkomst of passende overeenkomst van de fabrikant met een houder van goedkeuring van een ontwerp op het grondgebied van de andere partij of van een derde land. Wanneer een licentieovereenkomst voor de productie van een luchtvaartuig, lucht- vaartuigmotor of propeller verantwoordelijkheden van de staat van ontwerp en de staat van vervaardiging onderscheidenlijk aan de par- tijen toekent, dienen de FAA en de EASA, of zo nodig een lucht- vaartautoriteit, een werkregeling aan te gaan.
3.4.4. De technische agentschappen en, zo nodig, de luchtvaartautoriteiten van partijen, zullen voldoen aan hun respectievelijke reglementerende ver- plichtingen betreffende het houden van toezicht op fabrikanten en le- veranciers, goedgekeurd krachtens het kwaliteitssysteem van de fabrikant gevestigd op het grondgebied van de andere partij, door te vertrouwen op het toezichtsysteem van de andere partij, indien aan de volgende voor- waarden is voldaan:
a) het technisch agentschap of de luchtvaartautoriteit verantwoordelijk voor het toezicht op de houder van de productiegoedkeuring verzoekt formeel om bijstand bij het toezicht;
b) de fabricerende faciliteit heeft aanvullend een productiegoedkeuring met een vergelijkbaar toepassingsgebied gekregen, afgegeven door het technisch agentschap of de luchtvaartautoriteit van het rechtsgebied waar de faciliteit is gevestigd;
c) het technisch agentschap of de luchtvaartautoriteit van de andere partij is bereid en in staat om die activiteiten op zich te nemen voor zover zijn middelen dat toelaten, en
d) de technische agentschappen of de luchtvaartautoriteit zullen de de- tails van een overeengekomen bijstand bij het toezicht, indien nodig, documenteren.
3.4.5. Voor onderdelen vervaardigd krachtens het reglementerende systeem van een partij in een faciliteit gevestigd op het grondgebied van de andere partij, accepteren de technische agentschappen en de luchtvaartautoritei- ten de officiële certificaten van vrijgave of andere documenten, zoals afgesproken, in plaats van hun eigen documentatie onder de volgende voorwaarden:
a) de fabricerende faciliteit heeft een productiegoedkeuring met een ver- gelijkbaar toepassingsgebied gekregen, afgegeven door een technisch agentschap of een luchtvaartautoriteit vermeld in appendix 1, die met betrekking tot deze fabricerende faciliteit over een reglementerende bevoegdheid beschikt, en, indien van toepassing
b) voor levering aan een eindgebruiker, heeft de desbetreffende houder van de goedkeuring een schriftelijke toestemming verleend aan zijn leverancier, indien toegestaan krachtens het reglementerende systeem van de houder van de goedkeuring.
3.4.6. De technische agentschappen maken voorschriften voor producten die krachtens een licentieovereenkomst worden vervaardigd, waarin wordt geregeld dat alle veranderingen die door de licentiehouder op het ont- werp zijn aangebracht, via de houder van de goedkeuring van een ont- werp, zijn goedgekeurd door het technisch agentschap, die met betrek- king tot het product is belast met de uitvoering van de verantwoordelijk- heden van de staat van ontwerp.
3.5. Exportcertificaat van luchtwaardigheid
3.5.1. De technische agentschappen van elke partij of, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten, zullen voor alle producten de certificaten van luchtwaardigheid van de andere partij wederzijds aanvaarden, indien een product met het passende certificaat van luchtwaardigheid vanuit het reglementerende rechtsgebied van de ene partij wordt geëxporteerd naar het reglementerende rechtsgebied van de andere partij. De tech- nische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten of de op de juiste wijze goedgekeurde organisaties, zullen bij elke export de volgende luchtwaardigheiddocumentatie afgeven:
a) Een exportcertificaat van luchtwaardigheid voor een nieuw of ge- bruikt luchtvaartuig, zoals beschreven in de technische uitvoerings- procedures.
b) Een exportcertificaat van luchtwaardigheid of een officieel certificaat van vrijgave voor een nieuwe luchtvaartuigmotor of propeller.
c) Een officieel certificaat van vrijgave voor een nieuw onderdeel of instrument.
3.5.2. Voor nieuwe producten zullen de technische agentschappen of de lucht- vaartautoriteiten vermeld in appendix 1 (of indien van toepassing hun aangewezen gereglementeerde entiteiten), door het afgeven van een spe- cifiek exportdocument van luchtwaardigheid certificeren dat een lucht- vaartuig, luchtvaartuigmotor, propeller, onderdeel of instrument:
a) overeenstemt met een ontwerp dat is goedgekeurd door het importe- rende technische agentschap en dat is gespecificeerd in het gegevens- blad van het typecertificaat of andere goedkeuring van een ontwerp, met inbegrip van aanvullende typecertificaten;
b) op een veilige wijze kan worden gebruikt, met inbegrip van over- eenstemming met (eventueel van toepassing zijnde) luchtwaardig- heidsrichtlijnen of een veiligheidsinformatiebulletin zoals aangemeld door het importerende technische agentschap en de (eventueel van toepassing zijnde) verplichte veiligheidsacties op het gebied van pro- ductie of onderhoud zoals aangemeld door de relevante importerende luchtvaartautoriteit;
c) zo nodig, een laatste operationele controle heeft ondergaan;
d) op de juiste wijze is gemerkt of geïdentificeerd in overeenstemming met de eisen van het importerende technische agentschap;
e) voldoet aan alle aanvullende eisen gesteld en aangemeld door het importerende technische agentschap, en
f) in het geval van een gereviseerde luchtvaartuigmotor, dat de motor is gereviseerd door de fabrikant van de motor.
3.5.3. Voor gebruikte burgerluchtvaartuigen zullen de technische agentschappen of de luchtvaartautoriteiten vermeld in de appendix (of indien van toe- passing hun aangewezen gereglementeerde entiteiten) eveneens een stan- daard of een speciaal/beperkt luchtwaardigheidscertificaat aanvaarden, mits er een houder van een typecertificaat of Europees beperkt typecer- tificaat is, die de permanente luchtwaardigheid van het luchtvaartuig ondersteunt en indien het technisch agentschap of de luchtvaartautoriteit van de andere partij certificeert dat het luchtvaartuig:
a) tijdens zijn levensduur goed is onderhouden (zoals blijkt uit de toe- passelijke onderhoudsdocumenten), en
b) voldoet aan de eisen van lid 3.5.2 a) tot en met e).
In de technische uitvoeringsprocedures wordt een nadere aanduiding ge- geven van de inspectie- en onderhoudsdocumenten die een gebruikt luchtvaartuig moeten vergezellen.
3.5.4. De luchtwaardigheiddocumentatie zal de juiste certificeringsverklaringen bevatten, zoals vermeld in de technische uitvoeringsprocedures.
3.5.5. Als het exporterende technische agentschap of de luchtvaartautoriteit er tijdens de afgifteprocedure van een certificaat van luchtwaardigheid niet in slaagt om te voldoen aan alle in lid 3.5.2 a)-f) of 3.5.3 vermelde eisen, zal het exporterende technische agentschap of de luchtvaartautoriteit;
a) het importerende technische agentschap of de luchtvaartautoriteit on- middellijk in kennis stellen van dit feit;
b) voorafgaand aan de afronding van de certificering van luchtwaardig- heid, op de wijze vermeld in de technische uitvoeringsprocedures met het importerende technische agentschap of de luchtvaartautoriteit sa- menwerken aan hun acceptatie of afwijzing van de uitzonderingen op de eisen, en
c) eventuele geaccepteerde uitzonderingen documenteren als het product wordt geëxporteerd.
3.5.6. Behalve de producten vermeld in appendix 1 bij bijlage 1, zal de FAA de producten blijven aanvaarden die tot het toepassingsgebied behoorden van een bilaterale overeenkomst betreffende luchtwaardigheid vermeld in appendix 1 van de overeenkomst en die overeenstemmen met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, op voorwaarde dat zij voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst werden ver- vaardigd en een passend certificaat van luchtwaardigheid hebben gekregen.
3.5.7. De Europese Gemeenschap zal de specifieke EPA-kenmerking („Euro- pean Parts Approval”) niet vereisen voor onderdelen geïmporteerd uit de Verenigde Staten, behalve indien het EASA handelt als de staat van ontwerp.
4. AANVAARDING VAN VERKLARINGEN EN GOEDKEURINGEN
4.1. Kwalificatievereisten voor de aanvaarding van verklaringen en goed keuringen
4.1.1. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaart- autoriteiten zullen een certificerings- en toezichtsysteem instellen voor de verschillende activiteiten vallend onder het toepassingsgebied van deze bijlage. Dit systeem dient te worden gedocumenteerd en de organisato- rische structuur, de personeelskwalificaties en het interne beleid en de procedures voor het uitvoeren van die activiteiten te omvatten.
4.1.2. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaart- autoriteiten zullen blijk geven van voldoende kennis van de systemen van de ander betreffende luchtwaardigheid- en milieueisen, relevant be- leid en gedragslijnen, procedures en organisatiestructuur.
4.1.3. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaart- autoriteiten zullen ervoor zorgen dat het personeel beschikt over de juiste kwalificaties en over voldoende kennis, ervaring en training om hun verantwoordelijkheden krachtens deze overeenkomst uit te kunnen voeren.
4.1.4. Deze systemen zijn onderworpen aan interne kwaliteitaudits, accreditatie- of standaardiseringsinspecties. Om het wederzijds vertrouwen te behou- den in de systemen van de andere partij zal in de technische uitvoerings- procedures een regeling worden opgenomen voor periodieke deelname van de technische agentschappen aan de interne kwaliteitaudits, accredi- tatie- of standaardiseringsinspecties van de andere partij, met inbegrip van de inspecties van luchtvaartautoriteiten beschreven in lid 4.2.3. De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten zullen zich onder- werpen aan die inspecties en ervoor zorgen dat de gereglementeerde entiteiten toegang verlenen aan beide technische agentschappen.
4.2. Kwalificaties van de technische agentschappen en de luchtvaartauto riteiten
4.2.1. Afhankelijk van de voorwaarden beschreven in de technische uitvoe- ringsprocedures worden de technische agentschappen na een vertrouwen- bevorderend proces geacht te voldoen aan de eisen gesteld in de leden
4.1.1 tot en met 4.1.3. Voor certificering van luchtwaardigheid is het vertrouwenbevorderend proces voltooid hetgeen blijkt uit het opnemen van deze bijlage bij de overeenkomst. Voor certificering van milieu wordt het vertrouwenbevorderend proces bepaald in de technische uitvoeringsprocedures.
4.2.2. De luchtvaartautoriteiten die voldoen aan de in de leden 4.1.1 tot en met
4.1.3 gestelde eisen met betrekking tot certificeringstaken op het gebied van productie en luchtwaardigheid zijn, inclusief de omvang van hun activiteiten, vermeld in de appendix bij deze bijlage.
4.2.3. Indien de Europese Gemeenschap na een standaardiseringsinspectie door het EASA vaststelt dat andere luchtvaartautoriteiten voldoen aan de in de leden 4.1.1 tot en met 4.1.3 gestelde eisen, zullen de technische agent- schappen de in deel 1 van de technische uitvoeringsprocedures beschre- ven procedure volgen. Als zij dat juist achten, zullen de technische agentschappen na afronding van de procedure vervolgens de Bilaterale Raad van Toezicht voorstellen doen omtrent wijziging van appendix 1, met inbegrip van wijzigingen met betrekking tot de omvang van de activiteiten van een luchtvaartautoriteit.
4.2.4. Indien een technisch agentschap van oordeel is dat de technische des- kundigheid van het andere technische agentschap of de luchtvaartautori- teiten niet langer toereikend is, zullen de technische agentschappen met elkaar in overleg treden en voorstellen doen voor een actieplan, met inbegrip van vertrouwenbevorderende activiteiten, om de ontoereikend- heden aan te pakken. Evenzo zullen de technische agentschappen over- leggen indien een van de technische agentschappen van oordeel is dat de aanvaarding van verklaringen of goedkeuringen afgegeven door een luchtvaartautoriteit moet worden opgeschort. Indien het vertrouwen niet wordt hersteld op een voor beide partijen aanvaardbare manier, kunnen de technische agentschappen de aangelegenheid doorverwijzen naar de Bilaterale Raad van Toezicht. Indien het probleem niet wordt opgelost op een voor beide partijen aanvaardbare manier, kan een partij de andere partij daarvan in kennis stellen met inachtneming van artikel 18.A van de overeenkomst.
4.2.5. Op een zelfde manier zullen de technische agentschappen met elkaar in overleg treden indien een van de technische agentschappen voorstelt om het herstel in overweging te nemen van een luchtvaartautoriteit die eerder door de Bilaterale Raad van Toeizcht is verwijderd van appendix I, of waarvan de verklaringen of goedkeuringen zijn opgeschort.
5. COMMUNICATIE
Alle communicatie tussen de technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten, met inbegrip van documentatie, vindt plaats in de Engelse taal. De technische agentschappen kunnen van geval tot geval instemmen met uitzonderingen voor gegevens betref- fende certificeringsovereenstemming.
6. TECHNISCH OVERLEG
De technische agentschappen gaan ermee akkoord om problemen die verband houden met de uitvoering van deze bijlage door middel van overleg op te lossen. De technische agentschappen zullen zich tot het uiterste inspannen om, gebruik makend van het proces beschreven in de technische uitvoeringsprocedures, problemen op een zo laag mogelijk technisch niveau op te lossen, alvorens het probleem in handen te geven van de Bilaterale Raad van Toezicht.
7. TECHNISCHE BIJSTAND
7.1. Op verzoek en met wederzijdse instemming zal het technisch agentschap of, indien van toepassing, een luchtvaartautoriteit van de ene partij tech- nische bijstand verlenen aan het technisch agentschap of, indien van toepassing, een luchtvaartautoriteit van de andere partij, bij de toezicht- houdende activiteiten ten behoeve van certificering en permanente lucht- waardigheid van ontwerp, productie, luchtwaardigheid, en milieucertifi- cering op het grondgebied van de ander. Het proces voor het verlenen van die bijstand is in de technische uitvoeringsprocedures beschreven.
7.2. De technische agentschappen of de luchtvaartautoriteiten kunnen weige- ren om die technische bijstand te verlenen vanwege een tekort aan be- schikbare middelen, omdat het product niet onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst valt of indien er geen reglementerende betrok- kenheid met de faciliteit is.
7.3. Indien technische bijstand wordt verleend, zal het technisch agentschap of, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteit die de bijstand verleent het reglementerend systeem en de procedures van de eigen partij toepas- sen, tenzij anders overeengekomen door de technische agentschappen of, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteit. Technische bijstand, met inbegrip van conformiteitsinspectie, bijwonen van tests en vaststelling van overeenstemming kunnen worden uitgevoerd door erkende/gedele- geerde organisaties. In gevallen waar een in de Europese Gemeenschap erkende organisatie binnen haar productieautorisatie niet over deze pri- vileges beschikt, kunnen de luchtvaartautoriteiten die bijstand recht- streeks verlenen of door het toekennen van bedoelde privileges aan die organisatie. In gevallen waar een in de Europese Gemeenschap erkende organisatie binnen haar ontwerpautorisatie niet over deze privileges be- schikt, kan het EASA de technische bijstand rechtstreeks verlenen of door het toekennen van bedoelde privileges aan die organisatie.
7.4. Technische bijstand kan ook worden verzocht in verband met de import van gebruikte luchtvaartuigen die oorspronkelijk zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of de Europese Gemeenschap. De technische agent- schappen van partijen of, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten, zullen het technisch agentschap of de luchtvaartautoriteit van de andere partij, zo nodig, bijstaan bij het verkrijgen van informatie betrekking hebbend op de configuratie van het luchtvaartuig op het moment dat het luchtvaartuig de fabriek verliet.
8. KENNISGEVING VAN EEN ONDERZOEKS- OF HANDHAVINGS- ACTIE
Het technisch agentschap en, indien van toepassing, de luchtvaartautori- teiten van de ene partij zullen het technisch agentschap en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten van de andere partij, terstond in kennis stellen van hun eigen onderzoeks- of handhavingsactie met be- trekking tot 1) een product of gereglementeerde entiteit voor luchtwaar- digheid of milieucertificering of 2) een actie van een technische agent of luchtvaartautoriteit die niet in overeenstemming lijkt te zijn met deze bijlage. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de lucht- vaartautoriteiten, zullen samenwerken bij het uitwisselen van de informa- tie die nodig is voor een dergelijke onderzoeks- of handhavingsactie, met inbegrip van de afsluiting daarvan.
LUCHTWAARDIGHEID EN MILIEUCERTIFICATIE
EASA, LUCHTVAARTAUTORITEIT, EN PRODUCTEN UIT DE VERENIGDE STATEN, BIJBEHORENDE EXPORTDOCUMENTATIE, EN TECHNISCHE BIJSTANDSACTIVITEITEN AANVAARD KRACHTENS DEZE OVEREENKOMST
Technisch agentschap van de Europese Gemeenschap | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
EASA | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door het EASA afgege- ven goedkeuring van de productieorganisatie (GPO) (paragraaf 3.4.3) en vergezeld van een EASA-formulier 27. — Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door het EASA afgegeven goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een door het EASA afgegeven goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA handelt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedu- res; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardiging). |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Ontwerpgegevens (conformiteitsverklaringen) en bijwonen van tests. — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
Oostenrijk | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe kleine vliegtuigen, zeer lichte vliegtuigen (VLA) en zweefvlieg- tuigen en gemotoriseerde zweefvliegtuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Oostenrijkse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Oosten- rijks exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Oostenrijks exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 sep- tember 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Oostenrijk van toepassing en dienen deze te worden gespecificeerd op het Oostenrijkse exportcerti- ficaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Oostenrijkse goedkeu- ring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Oostenrijkse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, of- ficieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Oostenrijkse goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005: — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
België | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Belgisch exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 septem- ber 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitge- voerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van België van toepassing, als vermeld op het Belgische exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Belgische goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, of- ficieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens subdeel F van EASA-deel 21 of een Belgische goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaar- digheid, of een Belgisch exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Belgische goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Tsjechische Republiek | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe kleine vliegtuigen, zeer lichte vliegtuigen en zweefvliegtuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie van de Tsjechische Republiek en vergezeld van een EASA-formulier 27, ex- portcertificaat van luchtwaardigheid, of een Tsjechisch exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie van de Tsjechische Republiek en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Tsje- chisch exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven vóór 28 september 2008. — Nieuwe luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Tsjechische goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Tsjechisch exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven vóór 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Tsjechisch exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven vóór 28 sep- tember 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van de Tsjechische Republiek van toepassing, als vermeld op het Tsjechische exportcertificaat van lucht- waardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie van de Tsjechische Republiek en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier één afgegeven vóór 28 september 2005. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de pro- ductieorganisatie van de Tsjechische Republiek en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie van de Tsjechische Republiek die overeen- stemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven vóór 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Denemarken | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Deens exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Denemarken van toepassing, als vermeld op het Deense exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Deense goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 sep- tember 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Deense goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Finland | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Fins ex- portcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. In- dien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Finland van toepassing, als vermeld op het Finse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Finse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 sep- tember 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Finse goedkeu- ring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Frankrijk | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe vliegtuigen, helikopters, zeer lichte vliegtuigen en zweefvliegtui- gen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Franse goedkeuring van de productie- organisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Frans exportcertificaat van luchtwaardigheid af- gegeven voor 28 september 2008. — Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens subdeel F van EASA deel 21 of een Franse goedkeuring van de productieorganisatie en ver- gezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Frans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 sep- tember 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Frans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Frankrijk van toepassing, als vermeld op het Franse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formu- lier 27. — Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Franse goedkeu- ring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Franse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 sep- tember 2005. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Franse goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Acceptatie van Franse documentatie van onderdelen geproduceerd in Frankrijk krachtens een productiegoed- keuring van de Verenigde Staten | — EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, wordt geaccepteerd voor onderdelen geproduceerd onder het kwaliteitssysteem van een in de Verenigde Staten gevestigde houder van productiegoedkeuring, bij een in Frankrijk gevestigde leverancier van een houder van productiegoedkeuring, indien die leverancier met betrekking tot dat onderdeel eveneens beschikt over een Franse goedkeuring van de productieorganisatie. |
Duitsland | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe vliegtuigen, helikopters, zeer lichte vliegtuigen, zweefvliegtuigen en gemotoriseerde zweefvliegtuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Duitse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-for- mulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Duits exportcer- tificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008 — Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Duitse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Duits exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Nieuwe luchtschepen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Duitse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, export- certificaat van luchtwaardigheid, of een Duits exportcertificaat van lucht- waardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Duits exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Duitsland van toepassing, als vermeld op het Duitse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formu- lier 27. — Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Duitse goedkeu- ring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Duitse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 sep- tember 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Duitse goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Acceptatie van Duitse documentatie van onderdelen geproduceerd in Duits- land krachtens een productiegoedkeu- ring van de Verenigde Staten | — EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, wordt geaccepteerd voor onderdelen geproduceerd onder het kwaliteitssysteem van een in de Verenigde Staten gevestigde houder van productiegoedkeuring, bij een in Duitsland gevestigde leverancier van een houder van productiegoedkeu- ring, indien die leverancier met betrekking tot dat onderdeel eveneens beschikt over een Duitse goedkeuring van de productieorganisatie. |
Italië | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe vliegtuigen, helikopters en zeer lichte vliegtuigen die in overeen- stemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Italiaanse goedkeuring van de productieorganisatie en ver- gezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Italiaans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Italiaans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Italië van toepassing, als vermeld op het Itali- aanse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Italiaanse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, of- ficieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Italiaanse goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen wor- den geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardiging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Acceptatie van Italiaanse documentatie van onderdelen geproduceerd in Italië krachtens een productiegoedkeuring van de Verenigde Staten | — EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, wordt geaccepteerd voor onderdelen geproduceerd onder het kwaliteitssysteem van een in de Verenigde Staten gevestigde houder van productiegoedkeuring, bij een in Italië gevestigde leverancier van een houder van productiegoedkeuring, indien die leverancier met betrekking tot dat onderdeel eveneens beschikt over een Italiaanse goedkeuring van de productieorganisatie. |
Litouwen | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe zweefvliegtuigen en gemotoriseerde zweefvliegtuigen die in over- eenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door Litouwen afgegeven goedkeuring van de productie- organisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Litouws exportcertificaat van luchtwaardig- heid afgegeven voor 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145, of deel M, indien uitgevoerd, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Litouws exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 septem- ber 2008. — Nieuwe propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door Litouwen afgegeven goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-for- mulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén af- gegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een door Litouwen afgegeven goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005: — reserveonderdelen voor de hierboven vermelde producten. |
Luxemburg | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145, of deel M, indien uitgevoerd, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Luxemburgs exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 sep- tember 2008. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Luxemburgse goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Nederland | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Nederlands exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 sep- tember 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Nederland van toepassing, als vermeld op het Nederlandse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Nederlandse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, of- ficieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Nederlandse goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Polen | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe vliegtuigen, helikopters, zeer lichte vliegtuigen en zweefvliegtui- gen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Poolse goedkeuring van de productie- organisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Pools exportcertificaat van luchtwaardigheid af- gegeven voor 28 september 2008. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Pools exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven vóór 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Polen van toepassing, als vermeld op het Poolse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formu- lier 27. — Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Poolse goedkeu- ring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Poolse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 sep- tember 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Poolse goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen voor de hiervoor vermelde Poolse producten; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Portugal | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145, of deel M, indien uitgevoerd, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Portugees exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 sep- tember 2008. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Portugese goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de houder van de goedkeuring van een ontwerp van de VS (verschil- lende staat van ontwerp en staat van vervaardiging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Roemenië | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe zweefvliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen en zeer lichte vliegtuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedge- keurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Roemeense goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcer- tificaat van luchtwaardigheid, of een Roemeens exportcertificaat van lucht- waardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Roemeens exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 sep- tember 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Roemenië van toepassing, als vermeld op het Roemeense exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Roemeense goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of uitrustingsstuk; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
[Slowakije] | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — [De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Slowaakse goedkeuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging).] | |
Spanje | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe vliegtuigen en zeer lichte vliegtuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Spaanse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Spaans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven vóór 28 september 2008. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Spaans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Spanje van toepassing, als vermeld op het Spaanse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formu- lier 27. — Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Spaanse goedkeu- ring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Spaans exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 september 2008. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Spaanse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 sep- tember 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Spaanse goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
Zweden | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een Zweeds exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven voor 28 septem- ber 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitge- voerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van Zweden van toepassing, als vermeld op het Zweedse exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een Zweedse goedkeuring van de productieorganisatie en vergezeld van een EASA-formulier 1, of- ficieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een Zweedse goed- keuring van de productieorganisatie, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden inge- bouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Verenigd Koninkrijk | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de Verenigde Staten | — Nieuwe kleine vliegtuigen en zeer lichte vliegtuigen (VLA) die in over- eenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie afgegeven door het Verenigd Koninkrijk en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcer- tificaat van luchtwaardigheid, of een exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven door het Verenigd Koninkrijk voor 28 september 2008. — Nieuwe luchtschepen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de pro- ductieorganisatie afgegeven door het Verenigd Koninkrijk en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven door het Verenigd Koninkrijk voor 28 september 2008. — Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie afgegeven door het Verenigd Koninkrijk en vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven door het Verenigd Ko- ninkrijk voor 28 september 2008. |
Luchtvaartautoriteit in de vermelde EU-lidstaat | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— Gebruikte vliegtuigen die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, onderhouden in overeenstemming met EASA deel 145 of deel M, afhankelijk van de situatie, indien ze worden vergezeld van een EASA-formulier 27, exportcertificaat van luchtwaardigheid, of een exportcertificaat van luchtwaardigheid afgegeven door het Verenigd Ko- ninkrijk voor 28 september 2008. Indien de relevante bepalingen van deel M nog niet zijn uitgevoerd, zijn de onderhoudsvoorschriften van het Ver- enigd Koninkrijk van toepassing, als vermeld op het door het Verenigd Koninkrijk afgegeven exportcertificaat van luchtwaardigheid of het EASA-formulier 27. — Nieuwe motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie afgegeven door het Verenigd Koninkrijk en ver- gezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door de FAA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een goedkeuring van de pro- ductieorganisatie afgegeven door het Verenigd Koninkrijk en vergezeld van een EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een goedkeuring van de productieorganisatie afgegeven door het Verenigd Koninkrijk, die overeenstemmen met door de FAA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waar- voor een ontwerpgoedkeuring van de FAA is verleend (vergezeld van een EASA-formulier 1, of een JAA-formulier Eén afgegeven voor 28 september 2005): — reserveonderdelen ongeacht de staat van ontwerp van het product en/of instrument; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien het EASA han- delt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging van een EU-aanvrager. Indien deze wijzigingsonderdelen verband houden met een door het EASA afgegeven aanvullend typecertificaat, moet het aanvullend typecertificaat vallen onder het toepassingsgebied van de technische uitvoeringsprocedures; — wijzigingsonderdelen voor een product waarvan de Verenigde Staten de staat van ontwerp zijn voor de ontwerpwijziging en de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan de in de Verenigde Staten gevestigde houder van de goedkeuring van een ontwerp (verschillende staat van ontwerp en staat van vervaardi- ging). | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens de FAA | — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
Acceptatie van documentatie van het V.K. van onderdelen geproduceerd in het V.K. krachtens een productiegoed- keuring van de Verenigde Staten | — EASA-formulier 1, officieel certificaat van vrijgave, wordt geaccepteerd voor onderdelen geproduceerd onder het kwaliteitssysteem van een in de Verenigde Staten gevestigde houder van productiegoedkeuring, bij een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde leverancier van een houder van pro- ductiegoedkeuring, indien die leverancier met betrekking tot dat onderdeel eveneens beschikt over een door het Verenigd Koninkrijk afgegeven goed- keuring van de productieorganisatie. |
Technische agent in de Verenigde Staten | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
FAA | |
Producten en bijbehorende exportdo- cumentatie aanvaard voor import in de EU | — Nieuwe luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door het EASA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door de Verenigde Staten afgegeven productiegoedkeuring en vergezeld van een FAA-formu- lier 8130-4, exportcertificaat van luchtwaardigheid. |
Technische agent in de Verenigde Staten | Producten, exportdocumentatie en technische bijstandsactiviteiten |
— Nieuwe bemande ballonnen die in overeenstemming zijn met een door het EASA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door de Verenigde Staten afgegeven productiegoedkeuring en vergezeld van een FAA-formulier 8130-4, exportcertificaat van luchtwaardigheid. — Nieuwe luchtschepen die in overeenstemming zijn met een door het EASA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door de Verenigde Staten afgegeven productiegoedkeuring en vergezeld van een FAA-formulier 8130-4, exportcertificaat van luchtwaardigheid. — Gebruikte luchtvaartuigen die in overeenstemming zijn met een door het EASA goedgekeurd ontwerp, onderhouden krachtens een door de FAA geautoriseerd systeem (d.w.z. 14 CFR delen 43, 65, 121, 125, 135, 145 of 129.14) indien vergezeld van een FAA-formulier 8130-4, exportcertifi- caat van luchtwaardigheid. — Nieuwe en gereviseerde motoren en propellers die in overeenstemming zijn met een door het EASA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door de Verenigde Staten afgegeven productiegoedkeuring en vergezeld van een FAA-formulier 8130-4, exportcertificaat van luchtwaardigheid. — Nieuwe instrumenten die in overeenstemming zijn met een door het EASA goedgekeurd ontwerp, vervaardigd krachtens een door de Verenigde Staten afgegeven productiegoedkeuring en vergezeld van een FAA-formulier 8130-3, officieel certificaat van vrijgave. — De volgende nieuwe onderdelen vervaardigd krachtens een door de Ver- enigde Staten afgegeven productiegoedkeuring die overeenstemmen met door het EASA goedgekeurde ontwerpgegevens en geschikt zijn om te worden ingebouwd in een product of instrument waarvoor een ontwerp- goedkeuring van het EASA is verleend (vergezeld van een FAA-formulier 8130-3, officieel certificaat van vrijgave): — reserveonderdelen voor het product en/of instrument met inbegrip van onderdelen geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan een houder van EASA goedkeuring van een ontwerp; — wijzigingsonderdelen voor ontwerpwijzigingen indien de FAA handelt als de staat van ontwerp voor de ontwerpwijziging of de onderdelen worden geproduceerd krachtens een licentieovereenkomst verleend aan een houder van EASA goedkeuring van een ontwerp; — PMA reserve- en wijzigingsonderdelen zoals bepaald in de technische uitvoeringsprocedures indien vergezeld van een FAA-formulier 8130-3 met bijbehorende certificeringsverklaringen. | |
Technische bijstandsactiviteiten uitge- voerd namens het EASA | — Ontwerpgegevens (conformiteitsverklaringen) en bijwonen van tests. — Productietoezicht en toezicht uitgevoerd als technische bijstand. — Conformiteitsinspectie. |
ONDERHOUD
1. DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED
De partijen hebben de normen en systemen van de andere partij beoor- deeld, die verband houden met de goedkeuring van reparatiewerkplaatsen/ onderhoudsorganisaties die het onderhoud uitvoeren met betrekking tot burgerluchtvaartproducten. In overeenstemming met artikel 4.A. van de overeenkomst, heeft deze bijlage betrekking op de wederkerige aanvaar- ding van verklaringen van overeenstemming, goedkeuringen, documentatie en technische bijstand met betrekking tot goedkeuringen en toezicht op reparatiewerkplaatsen/onderhoudsorganisaties zoals beschreven in de ap- pendices hierbij. Niets in deze bijlage zal worden uitgelegd als een beper- king van de bevoegdheden van een partij om te handelen in overeenstem- ming met artikel 15 van de overeenkomst.
2. DEFINITIES
2.1. „Reviseren”: een proces dat ervoor zorgt dat het luchtvaartartikel volledig in overeenstemming is met de van toepassing zijnde onderhoudstoleran- ties, gespecificeerd in de instructies voor permanente luchtwaardigheid van de houder van het typecertificaat of de fabrikant, of in de gegevens die door de bevoegde instantie zijn goedgekeurd of geaccepteerd.
Een artikel mag niet als gereviseerd worden aangeduid als het niet ten minste is gedemonteerd, schoongemaakt, geïnspecteerd, zo nodig gerepa- reerd, opnieuw gemonteerd en getest in overeenstemming met de hiervoor gespecificeerde gegevens.
2.2. „Wijziging of modificatie”: een wijziging van de constructie, configuratie, prestaties, milieukenmerken of gebruiksbeperkingen van het betrokken burgerluchtvaartproduct.
2.3. „Gegevens goedgekeurd door de FAA”: gegevens goedgekeurd door de directeur van de FAA of degene die bevoegd is hem te vertegenwoordi- gen, met inbegrip van EG-ontwerpgegevens die wederzijds zijn aanvaard krachtens bijlage 1.
2.4. „Gegevens goedgekeurd door het EASA”: gegevens goedgekeurd door het technisch agentschap van de Europese Gemeenschap of een door dit tech- nische agentschap goedgekeurde organisatie, met inbegrip van Ame- rikaanse ontwerpgegevens die wederzijds zijn aanvaard krachtens bijlage 1.
2.5. „Speciale voorwaarden”: voorwaarden opgenomen in Titel 14 van de Code of Federal Regulations van de Verenigde Staten, delen 43 en 145 (hierna afhankelijk van de situatie 14 CFR deel 43 of 145 genoemd) of in bijlage II van Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie (hierna EASA deel 145 genoemd) waarvan op basis van een vergelijking tussen de reglementerende onderhoudssystemen is gebleken, dat beide systemen ze niet gemeen hebben en toch belangrijk genoeg zijn om te worden geregeld.
3. GEZAMENLIJKE COÖRDINERENDE INSTANTIE
3.1. Samenstelling
3.1.1. Een Gezamenlijke Raad voor Onderhoudscoördinatie (JMCB) die verant- woording aflegt aan de Bilaterale Raad van Toezicht, wordt hierbij in- gesteld onder de gezamenlijke leiding van de directeur van het EASA, verantwoordelijk voor goedkeuringen van de organisatie, en de directeur van de FAA voor vluchtnormen. De JMCB is samengesteld uit vertegen- woordigers van de beide technische agentschappen, die vanuit hun functie verantwoordelijk zijn voor onderhouds- en kwaliteitbeheerssystemen en regelgeving.
3.1.2. De gezamenlijke leiding kan aanvullende deelnemers uitnodigen om de uitvoering van het mandaat van de JMCB te faciliteren.
3.2. Mandaat
3.2.1. De JMCB zal ten minste eenmaal per jaar bijeenkomen en is belast met het effectief functioneren en uitvoeren van deze bijlage. De taken zijn:
a) ontwikkelen, goedkeuren en herzien van gedetailleerde richtsnoeren ten behoeve van de onder deze bijlage vallende processen;
b) uitwisselen van informatie over belangrijke veiligheidskwesties en ont- wikkelen van actieplannen om die aan te pakken;
c) bevorderen van een consistente toepassing van deze bijlage;
d) oplossen van technische problemen vallend onder verantwoordelijkheid van De technische agentschappen en onderzoeken van andere tech- nische problemen die niet op een lager niveau kunnen worden opgelost;
e) ontwikkelen, goedkeuren en herzien van gedetailleerde richtsnoeren ten behoeve van de overgang, samenwerking, bijstand, uitwisseling van informatie en deelname aan de interne kwaliteitaudits, standaardisering en samplinginspecties verband houdend met onderhoud en kwaliteits- beheer en standaardiseringssystemen van de andere partij;
f) bijhouden van de lijst met luchtvaartautoriteiten opgenomen in appen- dix 2 van deze bijlage overeenkomstig de besluiten genomen door de Bilaterale Raad van Toezicht;
g) voorstellen van wijzigingen op deze bijlage aan de Bilaterale Raad van Toezicht.
3.2.2. De JMCB zal onopgeloste problemen melden aan de Bilaterale Raad van Toezicht en zorgen voor de uitvoering van besluiten genomen door de Bilaterale Raad van Toezicht met betrekking tot deze bijlage.
4. UITVOERING
4.1. Met inachtneming van de voorwaarden van deze bijlage, komen de par- tijen overeen dat hun technische agentschappen inspecties en het toezicht op reparatiewerkplaatsen/onderhoudsorganisaties zullen accepteren, indien deze door het andere technische agentschap of, indien van toepassing, luchtvaartautoriteiten zijn verricht ten behoeve van de verklaringen van overeenstemming met hun respectieve eisen als de basis voor afgifte en permanente geldigheid van certificaten.
4.2. Het certificaat dat door een technisch agentschap krachtens deze bijlage wordt afgegeven, mag de reikwijdte van de classificaties en beper- kingen vervat in het certificaat dat door het andere technische agentschap of een luchtvaartautoriteit is afgegeven, niet overschrijden.
4.3. FAA-certificaten
4.3.1. Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de directeur van de FAA krachtens 14 CFR deel 145, ontvangt een bedrijf waar onderhoud wordt uitgevoerd een FAA-certificaat en exploitatiespecificaties, indien het is goedgekeurd voor het uitvoeren van onderhoud door een luchtvaart- autoriteit vermeld in appendix 2 van deze bijlage in overeenstemming met bijlage II van Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie, en voldoet aan de in deze bijlage beschreven voorwaarden, met inbegrip van de speciale voorwaarden van de FAA beschreven in appendix 1, en een luchtvaartautoriteit de FAA een aanbeveling of goedkeuring van de certificering heeft doen toekomen.
4.3.2. Het FAA-certificaat heeft enkel betrekking op aanvullende vaste werk- plaatsen, gevestigd in een lidstaat vermeld in appendix 2. Elke aanvul- lende vaste werkplaats moet eveneens onder het toezicht staan van een luchtvaartautoriteit vermeld in appendix 2.
4.3.3. Het FAA-certificaat heeft enkel betrekking op lijnstations gevestigd binnen een EU-lidstaat en onder toezicht staand van een luchtvaartautoriteit ver- meld in appendix 2.
4.4. EASA-certificaten
4.4.1. Een reparatiewerkplaats ontvangt een EASA-certificaat zoals beschreven in appendix 4, indien deze door de FAA is goedgekeurd voor het uitvoe- ren van onderhoud in overeenstemming met 14 CFR deel 145, en voldoet aan de voorwaarden beschreven in deze bijlage met inbegrip van de spe- ciale voorwaarden van het EASA beschreven in appendix 1, en de FAA een aanbeveling of goedkeuring aan het EASA heeft doen toekomen, behalve indien de directeur van het EASA van oordeel is dat die actie niet nodig is voor het onderhouden of wijzigen van luchtvaartproducten geregistreerd of ontworpen in een EU-lidstaat of onderdelen gemonteerd op deze producten, of de middelen van het EASA de afhandeling van de aanvraag niet toestaan.
4.4.2. Het EASA-certificaat heeft enkel betrekking op lijnstations gevestigd bin- nen het grondgebied van de Verenigde Staten.
4.5. De technische agentschappen en, indien van toepassing, de luchtvaartauto- riteiten zullen:
a) aan de FAA aanbevelingen of goedkeuringen afgeven voor certificering van reparatiewerkplaatsen en aan het EASA van onderhoudsorganisa- ties;
b) toezicht houden op en rapporteren over het permanent voldoen aan de in deze bijlage beschreven eisen door de onderhoudsorganisaties in de Europese Gemeenschap en de reparatiewerkplaatsen in de Verenigde Staten;
c) de door de aanvrager ingediende en in overeenstemming met appendix 1 bevonden aanvulling op de handleiding/toelichting van de organisatie accepteren of goedkeuren, naargelang van het geval;
d) voldoen aan de procedures vastgesteld in appendix 3.
4.6. Ter bevordering van de doelstellingen van deze bijlage zullen de tech- nische agentschappen of, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten van partijen op verzoek technische bijstand verlenen bij onderhoudsacti- viteiten aan het technisch agentschap of, indien van toepassing, de lucht- vaartautoriteit van de andere partij. De technische agentschappen of de luchtvaartautoriteiten mogen weigeren om die technische bijstand te ver- lenen vanwege een tekort aan beschikbare middelen, omdat de onder- houdsactiviteit niet valt binnen het toepassingsgebied van deze bijlage of er geen reglementerende betrokkenheid is met de faciliteit. Deze gebieden van bijstand omvatten, maar zijn niet beperkt tot:
a) het uitvoeren van en rapporteren over onderzoeken op verzoek;
b) het verwerven en verstrekken van gegevens voor rapporten indien daarom wordt verzocht.
4.7. De technische agentschappen kunnen onafhankelijke inspecties uitvoeren op reparatiewerkplaatsen/onderhoudsorganisaties indien dat geboden is vanwege specifieke veiligheidskwesties, in overeenstemming met arti- kel 15.B van de overeenkomst.
4.8. De partijen komen overeen dat onderhoud en wijziging of modificatie uitgevoerd op een burgerluchtvaartproduct onder de regelgeving van de ene partij kan plaatsvinden en dat product weer in bedrijf wordt genomen door een reparatiewerkplaats/onderhoudsorganisatie dat onder de wettelijke controle van de andere partij valt, indien dat is goedgekeurd in overeen- stemming met de bepalingen van deze bijlage.
4.9. De partijen komen overeen dat om een luchtvaartuig of onderdeel te behouden onvoorzien of niet-routinematig onderhoud buiten het in arti- kel 12 van de overeenkomst bedoelde grondgebied kan worden uitge- voerd, afhankelijk van voorafgaande goedkeuring. De goedkeuring van onvoorzien of niet-routinematig onderhoud wordt verleend in overeen- stemming met de door de JMCB vastgestelde procedures.
4.10. Wijziging door de partijen van hun burgerluchtvaartorganisatie, regelin- gen, procedures of normen, met inbegrip van die van de technische agent- schappen en de luchtvaartautoriteiten, kunnen gevolgen hebben voor de basis waarop deze bijlage tot stand is gekomen. Daarom zullen de partijen elkaar in voorkomend geval via de technische agentschappen en lucht- vaartautoriteiten, in een zo vroeg mogelijk stadium informeren omtrent plannen voor dergelijke wijzigingen en in overleg treden over de mate waarin die voorgenomen wijzigingen gevolgen hebben voor de basis van deze bijlage. Indien het overleg krachtens artikel 15 C. van de overeen- komst resulteert in een overeenkomst tot wijziging van deze bijlage, zullen de partijen ernaar streven dat die wijziging in werking treedt op hetzelfde moment als, of zo snel mogelijk na, de inwerkingtreding of uitvoering van de wijziging die aanleiding was voor de wijziging van deze bijlage.
5. COMMUNICATIE EN SAMENWERKING
5.1. De partijen zullen, via de JMCB, een lijst met contactpunten voor diverse technische aspecten van deze bijlage uitwisselen. Deze lijst wordt bij- gehouden door de technische agentschappen.
5.2. De communicatie tussen de partijen, met inbegrip van de technische docu- mentatie verstrekt voor herziening of goedkeuring zoals beschreven in deze bijlage, gebeurt in de Engelse taal.
5.3. Indien zich spoedeisende of ongebruikelijke situaties voordoen, zullen de contactpunten van de technische agentschappen, en indien van toepassing de luchtvaartautoriteiten, met elkaar contact hebben en ervoor zorgen dat de juiste directe maatregelen worden genomen.
6. KWALIFICATIEVEREISTEN VOOR DE ACCEPTATIE VAN VER- KLARINGEN VAN OVEREENSTEMMING
6.1. Basisvereisten
6.1.1. De technische agentschappen en luchtvaartautoriteiten, naargelang van het geval, van de partijen geven het technisch agentschap van de andere partij inzicht in hun respectieve systemen voor reglementerend toezicht op re- paratiewerkplaatsen/onderhoudsorganisaties. Om namens de andere partij toezicht te kunnen houden op reparatiewerkplaatsen/onderhoudsorganisa- ties, dienen de technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten, naar- gelang van het geval, van elk der partijen met name de effectiviteit en adequaatheid aan te tonen van:
a) de juridische en reglementerende structuur;
b) de organisatorische structuur;
c) de middelen, met inbegrip van voldoende gekwalificeerd personeel;
d) het opleidingsprogramma;
e) intern beleid, processen en procedures;
f) documentatie en dossiers;
g) het actieve certificerings- en toezichtprogramma;
h) autoriteit over gereglementeerde entiteiten.
6.2. Initieel vertrouwen
6.2.1. Na het vertrouwenbevorderende proces dat met het oog op het sluiten van de overeenkomst heeft plaatsgevonden, voldoen de technische agentschap- pen en de luchtvaartautoriteiten vermeld in appendix 2 van deze bijlage op het moment van de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan de in deze bijlage gestelde vereisten.
6.2.2. Indien de JMCB na een daartoe strekkende beoordeling vaststelt dat een luchtvaartautoriteit voldoet aan de vereisten van deze bijlage, dient deze een voorstel te doen aan de Bilaterale Raad van Toezicht om de lucht- vaartautoriteit op te nemen in appendix 2.
6.3. Permanent vertrouwen
6.3.1. De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten dienen de effec- tiviteit van het toezicht aan te blijven tonen, zoals beschreven in lid 6.1.1, in overeenstemming met de procedures van de JMCB.
a) De technische agentschappen en de luchtvaartautoriteiten zullen met name:
i) het recht hebben om deel te nemen aan de kwaliteitaudits, standaardiserings- en samplinginspecties van de andere partij en om een jaarlijks schema van samplinginspecties, met inbegrip van mogelijke wijzigingen indien dat nodig is voor aanpassingen aan de omstandigheden, op te stellen;
ii) meewerken aan de inspecties beschreven in punt 6.3.1 a) i);
iii) bewerkstelligen dat de gereglementeerde entiteiten voor audits en inspecties toegang verlenen aan beide technische agentschappen;
iv) de verslagen beschikbaar stellen van kwaliteitaudits, standaardise- rings- en samplinginspecties van toepassing op deze bijlage;
v) het juiste personeel beschikbaar stellen voor deelname aan de samplinginspectie;
vi) de verslagen, inspectieverslagen met inbegrip van afgeronde hand- havingsacties van de onderhoudsorganisatie beschikbaar stellen;
vii) interpretatieve bijstand verlenen op het kantoor van de luchtvaart- autoriteit bij het beoordelen van de interne dossiers van onder- houdsorganisaties opgesteld in de nationale taal;
viii) elkaar bijstand verlenen bij het afronden van de verklaringen van de inspectie, en
ix) bewerkstelligen dat samplinginspecties worden vastgesteld en ge- baseerd op risicoanalyses en objectieve criteria, zonder afbreuk te doen aan de discretionaire bevoegdheden van de technische agentschappen.
b) De technische agentschappen zullen elkaar in een zo vroeg mogelijk stadium ervan in kennis stellen, indien een technische agent of lucht- vaartautoriteit niet kan voldoen aan een in dit lid gesteld vereiste. Indien een van de technische agentschappen van oordeel is dat de technische deskundigheid niet langer toereikend is, zullen de technische agentschappen met elkaar in overleg treden en voorstellen doen voor een actieplan, met inbegrip van de vereiste herstelactiviteiten, om on- toereikendheden aan te pakken.
c) Indien een technisch agentschap of een luchtvaartautoriteit de ontoe- reikendheden niet binnen de in het actieplan gestelde termijn herstelt, kan elk der technische agenten de zaak doorverwijzen naar de JMCB.
d) Indien een partij voornemens is om de acceptatie van verklaringen of goedkeuringen afgegeven door een technisch agentschap of een lucht- vaartautoriteit op te schorten, zal die partij de andere partij daarvan terstond in kennis stellen in overeenstemming met artikel 18 A van de overeenkomst.
7. KENNISGEVING VAN EEN ONDERZOEKS- OF HANDHAVINGS- ACTIE
7.1. In overeenstemming met het bepaalde in artikel 8 van de overeenkomst, zullen de partijen elkaar via hun technische agentschappen, en indien van toepassing, de luchtvaartautoriteiten, terstond in kennis stellen van een onderzoek en verdere afrondende acties in het geval van een niet-nako- ming binnen het toepassingsgebied van deze bijlage, door een onder het reglementerend toezicht van de andere partij vallende reparatiewerkplaats/ onderhoudsorganisatie, die kan resulteren in een handhavingsactie in de vorm van een boete of het intrekken, opschorten of beperken van een certificaat.
7.2. De kennisgeving zal worden verstuurd naar het juiste contactpunt van de andere partij, vermeld in de lijst genoemd in artikel 5 van deze bijlage.
7.3. De partijen behouden het recht om bedoelde handhavingsactie te nemen. In sommige gevallen kan een partij er echter de voorkeur aan geven om een door de andere partij verrichte herstelactie te beoordelen. Het overleg- proces in verband met handhaving krachtens deze bijlage is onderworpen aan een periodieke gezamenlijke beoordeling door de JMCB.
7.4. In het geval van een intrekking of opschorting van een 14 CFR deel 145 FAA-certificaat van een reparatiewerkplaats of een certificaat voor een erkende onderhoudsorganisatie ingevolge bijlage II van Verordening (EG) nr. 2042/2003 van de Commissie, zullen het technisch agentschap en, indien van toepassing, de luchtvaartautoriteit het andere technische agentschap in kennis stellen van de intrekking of opschorting.
8. OVERGANGSBEPALINGEN
8.1. Voor de overgang van goedkeuringen afgegeven krachtens de bilaterale overeenkomsten tussen de Verenigde Staten en de lidstaten van de Euro- pese Gemeenschap vermeld in appendix 1 van de overeenkomst en geldig op het moment van de inwerkingtreding van deze bijlage, komen de partijen de volgende overgangsbepalingen overeen.
8.2. Ondanks het bepaalde in artikel 16 C worden de op het moment van de inwerkingtreding van deze bijlage geldige goedkeuringen van een repara- tiewerkplaats/onderhoudsorganisatie, afgegeven door een technisch agent- schap of luchtvaartautoriteit volgens de uitvoeringsprocedures voor onder- houd (hierna MIP’s genoemd), krachtens de in appendix 1 van de over- eenkomst vermelde bilaterale overeenkomsten, door de partijen bij deze overeenkomst voor een periode van twee jaar vanaf de inwerkingtreding van deze bijlage beschouwd als geldig krachtens de voorwaarden die zijn geaccepteerd in de op de lijst opgenomen overeenkomsten, op voorwaarde dat de reparatiewerkplaatsen/onderhoudsorganisaties die deze goedkeurin- gen hebben ontvangen, blijven opereren in overeenstemming met de spe- ciale voorwaarden opgenomen in de MIP’s, zoals gewijzigd, tot het mo- ment dat zij overgaan naar de speciale voorwaarden van deze bijlage.
9. OVERDRACHTSBEPALINGEN
De partijen komen overeen dat de overdracht van goedkeuringen van reparatiewerkplaatsen gevestigd in de EU-lidstaten vermeld in appendix 2, die op de datum van inwerkingtreding van deze bijlage onder recht- streeks toezicht staan van de FAA, tot stand komt in overeenstemming met de volgende overdrachtsbepalingen.
— Een luchtvaartautoriteit moet de opleiding van zijn personeel afronden met betrekking tot procedures die verband houden met de overeen- komst, deze bijlage en de speciale voorwaarden van de FAA voordat de reparatiewerkplaatsen worden overgedragen.
— Xxxxx voldoende personeel de opleiding heeft afgerond om toezicht te houden op de faciliteiten die in overeenstemming met deze bijlage worden overgedragen, draagt de FAA de activiteiten van in- spectie, monitoring en toezicht van gekwalificeerde reparatiebedrijven krachtens 14 CFR deel 145 over aan de relevante luchtvaartautoriteit.
— De overdracht aan de luchtvaartautoriteiten vindt plaats binnen twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze bijlage in overeen- stemming met de door de JMCB goedgekeurde procedures.
10. TARIEVEN
De tarieven worden toegepast in overeenstemming met artikel 14 van de overeenkomst en in overeenstemming met de van toepassing zijnde regle- mentaire vereisten.
BIJZONDERE VOORWAARDEN
1. BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN HET EASA DIE VAN TOE- PASSING ZIJN OP REPARATIEWERKPLAATSEN DIE IN DE VERENIGDE STATEN ZIJN GEVESTIGD
1.1. Om krachtens de voorwaarden van deze bijlage goedgekeurd te worden in overeenstemming met EASA deel 145 dient de reparatiewerkplaats aan alle volgende bijzondere voorwaarden te voldoen.
1.1.1. De reparatiewerkplaats zal een aanvraag indienen in een vorm en op een wijze die aanvaardbaar is voor het EASA.
a) De aanvraag voor de eerste en voor de verlenging van de EASA-goedkeuring bevat een verklaring waaruit blijkt, dat het EASA-certificaat en/of de waardering noodzakelijk is voor het onder- houden of wijzigen van luchtvaartproducten geregistreerd of ontworpen in een EU-lidstaat of de onderdelen die daarop worden gemonteerd.
b) De reparatiewerkplaats zal een aanvulling verstrekken op zijn reparatie- werkplaatshandleiding die door de FAA namens het EASA is geveri- fieerd en aanvaard. Alle herzieningen van de aanvulling moeten door de FAA worden aanvaard. De aanvulling bestaat uit het volgende:
i) een verklaring van de verantwoordelijke leidinggevende van de reparatiewerkplaats, zoals beschreven in de huidige versie van EASA deel 145, op grond waarvan de reparatiewerkplaats ver- plicht is tot overeenstemming met deze bijlage en de daarin ver- melde bijzondere voorwaarden;
ii) gedetailleerde procedures voor het toepassen van een onafhanke- lijk kwaliteitscontrolesysteem met inbegrip van toezicht op alle meervoudige faciliteiten en lijnstations op het grondgebied van de Verenigde Staten;
iii) procedures voor de vrijgave voor of goedkeuring van herinbe- drijfname die voldoen aan de eisen van EASA deel 145 voor luchtvaartuigen en het gebruik van FAA-formulier 8130-3 voor onderdelen van luchtvaartuigen, en de overige informatie die de eigenaar of eventueel de exploitant nodig mocht hebben;
iv) procedures voor faciliteiten gekwalificeerd voor vliegtuigcasco’s/ luchtvaartuigen, opdat het certificaat van luchtwaardigheid en het certificaat ter beoordeling van luchtwaardigheid geldig zijn alvo- rens een document tot vrijgave voor herinbedrijfname wordt afgegeven;
v) procedures die ervoor zorgen dat de in de EASA-eisen beschreven reparaties en modificaties in overeenstemming met door het EASA goedgekeurde gegevens zijn voltooid;
vi) een procedure voor de reparatiewerkplaats opdat de opleiding van de menselijke factor is opgenomen in het door de FAA goedge- keurde eerste en herhaalde opleidingsprogramma en de herzienin- gen daarvan;
vii) procedures voor het rapporteren van niet-luchtwaardige situaties zoals voorgeschreven in EASA deel 145 voor burgerluchtvaart- producten aan het EASA, de organisatie van luchtvaartuigontwer- pen en de klant of exploitant;
viii) procedures om te zorgen voor afronding van, en overeenstemming met, de werkopdracht of het contract van de klant of exploitant met inbegrip van bekendgemaakte richtsnoeren van het EASA op het gebied van luchtwaardigheid en andere bekendgemaakte ver- plichte instructies;
ix) bestaande procedures om te bewerkstelligen dat contractanten vol- doen aan de voorwaarden van deze uitvoeringsprocedures; dat wil zeggen gebruikmakend van een door het EASA goedgekeurde deel 145 organisatie of, indien gebruik wordt gemaakt van een organisatie die niet beschikt over een EASA deel 145 goedkeu- ring, is de reparatiewerkplaats die het product vrijgeeft voor her- inbedrijfname verantwoordelijk voor het garanderen van de lucht- waardigheid daarvan;
x) procedures die het mogelijk maken om herhaaldelijk werkzaam- heden uit te voeren buiten de vaste locatie, indien van toepassing;
xi) procedures om ervoor te zorgen dat goede overdekte hangars beschikbaar zijn voor het basisonderhoud van luchtvaartuigen.
1.2. Om de goedkeuring in overeenstemming met EASA deel 145 te behouden, krachtens de voorwaarden van deze bijlage, dient de reparatiewerkplaats aan het volgende te voldoen. De FAA zal controleren of de reparatiewerk- plaats:
a) het EASA, of de FAA namens het EASA toelaat voor inspecties met het oog op permanente naleving van de vereisten gesteld in 14 CFR deel 145 en deze bijzondere voorwaarden (d.w.z. EASA deel 145);
b) accepteert dat het EASA een onderzoeks- en handhavingsactie uitvoert in overeenstemming met relevante EG-regelingen en EASA-procedu- res;
c) samenwerkt met een onderzoeks- en handhavingsactie van XXXX;
d) blijft voldoen aan 14 CFR deel 43 en deel 145, en aan deze bijzondere voorwaarden.
2. BIJZONDERE VOORWAARDEN VAN DE FAA DIE VAN TOE- PASSING ZIJN OP ERKENDE ONDERHOUDSORGANISATIES DIE IN DE EUROPESE UNIE ZIJN GEVESTIGD
2.1. Om krachtens de voorwaarden van deze bijlage goedgekeurd te worden in overeenstemming met CFR deel 145 voldoet de erkende onderhoudsorga- nisatie aan de volgende bijzondere voorwaarden.
2.1.1. De erkende onderhoudsorganisatie zal een aanvraag indienen in een vorm en op een wijze die aanvaardbaar is voor de FAA.
a) De aanvraag voor de eerste en voor de verlenging van de FAA-certi- ficering bevat:
i) een verklaring waaruit blijkt dat het FAA-reparatiewerkplaatscerti- ficaat en/of de waardering noodzakelijk is voor het onderhouden of wijzigen van luchtvaartproducten geregistreerd in de Verenigde Staten of van luchtvaartproducten geregistreerd in het buitenland, gebruikt krachtens de bepalingen van 14 CFR.
ii) Een lijst met onderhoudstaken, goedgekeurd door de luchtvaart- autoriteit, die worden gecontracteerd/uitbesteed ten behoeve van het verrichten van onderhoud op burgerluchtvaartproducten uit de Verenigde Staten.
iii) In het geval van transport van gevaarlijke goederen, een schrifte- lijke bevestiging waaruit blijkt dat alle betrokken werknemers zijn opgeleid voor het transport van gevaarlijke goederen in overeen- stemming met de normen van de internationale luchtvaartorganisa- tie (de ICAO-normen).
b) De erkende onderhoudsorganisatie moet een in de Engelse taal opge- stelde aanvulling indienen op haar onderhoudsorganisatiehandleiding (MOE), die is goedgekeurd door de luchtvaartautoriteit en wordt bij- gehouden door de erkende onderhoudsorganisatie. Zodra deze is goed- gekeurd door de luchtvaartautoriteit wordt de aanvulling geacht te zijn aanvaard door de FAA. Alle herzieningen van de aanvulling moeten worden goedgekeurd door de luchtvaartautoriteit. De FAA-aanvulling op de onderhoudsorganisatiehandleiding bevat het volgende:
i) een ondertekende en gedateerde verklaring van de verantwoorde- lijke leidinggevende op grond waarvan de organisatie verplicht is tot overeenstemming met de bijlage;
ii) een samenvatting van het kwaliteitssysteem die zich tevens uit- strekt tot speciale voorwaarden van de FAA;
iii) procedures voor goedkeuring van vrijgave of herinbedrijfname die voldoen aan de vereisten van 14 CFR deel 43 voor luchtvaar- tuigen en het gebruik van EASA-formulier 1 voor onderdelen. Dit bevat de informatie vereist ingevolge 14 CFR delen 43.9 en 43.11 en alle informatie die de eigenaar of exploitant verplicht is op te stellen, dan wel bij te houden in de Engelse taal;
iv) procedures voor verslaglegging aan de FAA van storingen, defec- ten of gebreken en verdachte niet-goedgekeurde onderdelen (SUP) ontdekt, of bestemd om te worden ingebouwd, in luchtvaartpro- ducten uit de Verenigde Staten;
v) procedures om de FAA in kennis te stellen van wijzigingen van lijnstations die:
1) gevestigd zijn in een EU-lidstaat, en
2) in de Verenigde Staten geregistreerde luchtvaartuigen onder- houden, en
3) gevolgen hebben voor de uitvoeringsspecificaties van de FAA;
vi) procedures voor het kwalificeren van en toezicht houden op de aanvullende vaste werkplaatsen in de EU-lidstaten vermeld in appendix 2 bij deze bijlage;
vii) geschikte procedures om te controleren of de gecontracteerde/uit- bestede activiteiten bepalingen bevatten voor een niet door de FAA gecertificeerde bron om het artikel te retourneren aan de erkende onderhoudsorganisatie voor een laatste inspectie/test en herinbedrijfname;
viii) procedures voor het indienen van driemaandelijkse gebruiksrap- porten aan de FAA met vermelding van de belangrijkste 10 con- tractanten/subcontractanten (leveranciers van uitbesteed onder- houd);
ix) procedures die bewerkstelligen dat belangrijke reparaties en be- langrijke wijzigingen/modificaties (zoals beschreven in 14 CFR) in overeenstemming met door de FAA goedgekeurde gegevens zijn voltooid;
x) procedures die overeenstemming bewerkstelligen met het onder- houdsprogramma voor permanente luchtwaardigheid van lucht- vaartmaatschappijen (CAMP), met inbegrip van het scheiden van onderhoud en inspecties van onderdelen die door de lucht- vaartmaatschappij/klant worden aangemerkt als onderdelen van verplichte inspectie (RII);
xi) procedures die overeenstemming bewerkstelligen met de onder- houdshandleidingen of instructies voor permanente luchtwaardig- heid (ICA) en afhandeling van afwijkingen van de fabrikant. Pro- cedures die bewerkstelligen dat alle huidige en van toepassing zijnde door de FAA gepubliceerde luchtwaardigheidsrichtsnoeren (AD) beschikbaar zijn voor het onderhoudspersoneel op het mo- ment dat de werkzaamheden worden uitgevoerd;
xii) procedures ter bevestiging dat het leidinggevend personeel en de werknemers van erkende onderhoudsorganisaties die verantwoor- delijk zijn voor de laatste inspectie en herinbedrijfname van de luchtvaartproducten van de Verenigde Staten de Engelse taal kun- nen lezen, schrijven en verstaan;
xiii) procedures die het mogelijk maken om herhaaldelijk werkzaam- heden uit te voeren buiten de vaste locatie, indien van toepassing.
2.2. Om de goedkeuring in overeenstemming met 14 CFR deel 43 en deel 145 te behouden, krachtens de voorwaarden van deze bijlage, dient de erkende onderhoudsorganisatie aan het volgende te voldoen. De luchtvaartautoriteit zal controleren of de erkende onderhoudsorganisatie:
a) de FAA, of de luchtvaartautoriteit namens de FAA, toelaat voor in- specties met het oog op permanente naleving van de vereisten gesteld in EASA deel 145 en deze bijzondere voorwaarden (d.w.z. 14 CFR deel 43 en deel 145);
b) accepteert dat onderzoek en handhaving door de FAA wordt uitgevoerd in overeenstemming met de regels en richtsnoeren van de FAA;
c) samenwerkt met een onderzoeks- of handhavingsactie;
d) blijft voldoen aan EASA deel 145 en deze bijzondere voorwaarden;
e) wanneer naleving van de regelgeving wordt gehandhaafd, na twaalf maanden en steeds 24 maanden daarna, in aanmerking komt voor ver- lenging van de eerste certificering door de FAA.
De technische agentschappen die in het kader van deze bijlage gekwalificeerd worden geacht:
De Federal Aviation Administration
Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart
De luchtvaartautoriteiten van de volgende EU-lidstaten worden in het kader van deze bijlage gekwalificeerd geacht:
De Republiek Oostenrijk Het Koninkrijk België
De Tsjechische Republiek Het Koninkrijk Denemarken De Republiek Finland
De Franse Republiek
De Bondsrepubliek Duitsland Ierland
De Italiaanse Republiek
Het Groothertogdom Luxemburg De Republiek Malta
Het Koninkrijk der Nederlanden De Republiek Polen
De Portugese Republiek Het Koninkrijk Spanje Het Koninkrijk Zweden
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
PROCEDURES VAN DE LUCHTVAARTAUTORITEIT
De luchtvaartautoriteit handelend namens de FAA zal in overeenstemming met overeengekomen richtsnoeren en procedures van de JMCB de volgende acties uitvoeren:
1. Voor een eerste aanvraag van een onderhoudsorganisatie:
a) de door de aanvrager ingediende documentatie voor het FAA-certificaat beoordelen;
b) de aanvrager de juiste voorschriften verstrekken;
c) een beoordeling maken van en de FAA in het bezit stellen van de aan de aanvraag voorafgaande informatie;
d) de door de aanvrager ingediende FAA-aanvulling op de onderhoudsorga- nisatiehandleiding van de erkende onderhoudsorganisatie beoordelen en goedkeuren;
e) een audit/inspectie van de erkende onderhoudsorganisatie uitvoeren met het oog op overeenstemming met de van toepassing zijnde begeleidende documentatie;
f) een beoordeling maken van en de FAA in het bezit stellen van een vol- ledig aanvraagpakket met inbegrip van een kopie van het toezichtrapport en een ondertekende aanbeveling voor FAA-certificering;
g) een actuele kopie van de FAA-aanvulling bewaren.
2. Voor verlenging van een FAA-certificaat van een onderhoudsorganisatie:
Verlengingen worden uitgevoerd twaalf maanden na de eerste certificering en steeds 24 maanden daarna.
a) de door de aanvrager ingediende documentatie voor het FAA-certificaat beoordelen;
b) controleren of de vereiste faciliteitinspectie(s) zijn voltooid;
c) wijzigingen van de FAA-aanvulling op de onderhoudsorganisatiehandlei- ding van de erkende onderhoudsorganisatie beoordelen en goedkeuren;
d) de FAA informeren omtrent verklaringen die relevant zijn voor de vol- tooide faciliteitinspectie;
e) goedkeuring verlenen aan en de FAA in het bezit stellen van een volledig aanvraagpakket met inbegrip van een kopie van het toezichtrapport en een ondertekende aanbeveling voor de FAA-verlenging.
3. Voor wijziging of amendering van het FAA-certificaat:
a) ervoor zorgen dat alle wijzigingen of amenderingen minstens een in- gediende aanvraag bevatten:
b) de FAA een verslag en aanbeveling verstrekken voor toevoeging van lijn- stations of vaste werkplaatsen.
EASA-FORMULIER 3 — GOEDKEURINGSCERTIFICAAT VAN DE VERENIGDE STATEN
GOEDKEURINGSCERTIFICAAT REFERENTIE EASA.145.XXXX
Gelet op het bepaalde in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1592/2002 van het Europees Parlement en de Raad en de bilaterale overeenkomst die mo- menteel van kracht is tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde Staten van Amerika, certificeert het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) hierbij:
NAAM VAN HET BEDRIJF ADRES
ADRES ADRES
als een onderhoudsorganisatie die volgens deel 145 is goedgekeurd om onder- houd te verrichten op de producten vermeld in het certificaat van luchtvaartagent- schap en bijbehorende uitvoeringsspecificaties van de FAA (FAA Air Agency Certificate and associated Operations Specifications) en daarmee verband hou- dende certificaten van vrijgave voor inbedrijfname en de bovengenoemde refe- rentie toe te passen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
1. De reikwijdte van de goedkeuring is beperkt tot de reikwijdte gespecificeerd in het certificaat van luchtvaartagentschap voor reparatiewerkplaatsen krach- tens 14 CFR deel 145 en de bijbehorende uitvoeringsspecificaties voor werk- zaamheden uitgevoerd in de Verenigde Staten (tenzij in een bepaald geval anderszins overeengekomen met het EASA).
2. De reikwijdte van de goedkeuring gaat niet verder dan de toegestane waar- dering krachtens EASA deel 145 zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 2042/2003.
3. Deze goedkeuring vereist permanente naleving met 14 CFR deel 145 en de verschillen gespecificeerd in de operationele procedures voor onderhoud (MIP), met inbegrip van het gebruik van FAA-formulier 8130-3 voor vrijgave/ herinbedrijfname van onderdelen tot en met motoren.
4. Certificaten van herinbedrijfname moeten het hierboven vermelde referentie- nummer van de goedkeuring krachtens EASA deel 145 vermelden en het certificatienummer van het luchtvaartagentschap krachtens 14 CFR deel 145.
5. Afhankelijk van overeenstemming met bovenstaande voorwaarden, blijft deze goedkeuring geldig tot:
[geldigheidstermijn van twee jaar]
tenzij de goedkeuring wordt afgestaan, vernietigd, opgeschort of ingetrokken.
Datum van afgifte Getekend
Namens EASA