SOLIDARIS BRABANT
VERSIE AV 23.06.2024
SOLIDARIS BRABANT
Maatschappelijke zetel: Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, 000
Gecoördineerde versie van kracht op 1 juli 2024.
De laatste wijzigingen van deze gecoördineerde statuten werden beslist door de algemene vergadering van 23 juni 2024, en goedgekeurd door de Controledienst voor de ziekenfondsen op
27 september 2024. De Controledienst voor de ziekenfondsen heeft de hieronder in vetgedrukte statutaire bepalingen goedgekeurd, onder voorbehoud van een of meerdere aanpassingen.
De mutualiteit Solidaris Brabant is aangesloten bij:
- Solidaris - Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten waarvan de statuten beschikbaarzijn op de website xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxx.xx onder de rubriek statuten;
- de Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand Solidaris Zorgkas, zorgkas van de socialistische mutualiteiten waarvan de statuten beschikbaar zijn op de website xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxx.xx onder de rubriek statuten.
– de Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de Socialistische Mutualiteiten
– Solidaris voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad waarvan de statuten beschikbaar zijn op de website xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxx.xx onder de rubriek statuten.
- de Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de Socialistische Mutualiteiten
– Solidaris voor het Waalse Gewest waarvan de statuten beschikbaar zijn op de website xxx.xxxxxxxxx-xxxxxxx.xx onder de rubriek statuten
ZIEKENFONDS: SOLIDARIS BRABANT
Gevestigd te Brussel
Erkend bij KONINKLIJK BESLUIT VAN 5 juli 1910 (Belgisch Staatsblad van 18 en 19 juli 1910)
- STATUTEN
-
Bekrachtigd bij koninklijk besluit van 20 juli 1989. (Belgisch Staatsblad van 25 augustus 1989)
Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van (Belgisch Staatsblad van 19 september 1992)
Gelet op de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen en haar uitvoeringsbesluiten.
Gelet op de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 houdende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en haar uitvoeringsbesluiten.
Gelet op de titels 9 en 10 van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering.
Na beraadslaging heeft de algemene vergadering op 23 juni 2024 met het bij de wet vereiste aanwezigheidsquorum en de bij de wet vereiste meerderheid van stemmen beslist de statuten van het ziekenfonds als volgt vast te leggen:
HOOFDSTUK I - Stichting, benaming, doeleinden, maatschappelijke zetel en omschrijving van het ziekenfonds
ARTIKEL 1
Een mutualiteitsverbond werd op 19 december 1909 te Brussel opgericht en bij koninklijk besluit op 5 juli 1910 erkend, onder de benaming: « DE ONDERLINGE VERZEKERING VAN HET ARRONDISSEMENT BRUSSEL».
Bij koninklijk besluit van 24 december 1924 en bij besluit van 16 februari 1942, heeft zij achtereenvolgens de benamingen aangenomen:
− « FEDERATIE VAN SOCIALISTISCHE EN SYNDICALE MUTUALITEITEN VAN DE ARRONDISSEMENTEN BRUSSEL EN LEUVEN »
en
− « FEDERATIE VAN MUTUALITEITEN VAN DE ARRONDISSEMENTEN BRUSSEL EN LEUVEN ».
De benaming « FEDERATIE VAN SOCIALISTISCHE MUTUALITEITEN VAN BRABANT –
FEDERATION DES MUTUALITES SOCIALISTES DU BRABANT » werd vervolgens
gehomologeerd bij Regentsbesluit van 7 mei 1946 en bevestigd bij koninklijk besluit van 21 februari 1956.
Het ziekenfonds neemt nu de benaming aan: SOLIDARIS BRABANT.
Op 1 januari 2008 werd doorheen een fusie het ziekenfonds Vervoer en Verkeer geïntegreerd in de werking van de Solidaris Brabant.
ARTIKEL 2
De doeleinden van het ziekenfonds zijn:
a) In het kader van artikel 3, eerste lid, a) en c) van de wet van 6 augustus 1990; de deelneming aan de uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, waartoe haar de toelating werd gegeven door de Landsbond waarbij ze is aangesloten, en het verlenen van de nodige hulp, voorlichting, begeleiding en bijstand bij het vervullen van deze opdracht.
De uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen brengt mee dat zij voor rekening en in het kader van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, instaat voor de terugbetaling van de geneeskundige zorgen, zowel voor de prestaties van de geneesheren, de tandartsen of de paramedische medewerkers als voor de prestaties en toelatingsvoorwaarden in de medico-sociale instellingen, voor de leden of voor de personen te hunnen laste, hetzij rechtstreeks of door middel van de derdebetalersregeling.
Anderzijds houdt deze opdracht ook in, dat men in de uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, instaat voor de begeleiding van de leden, teneinde er over te waken opdat hun kwaliteitszorgen zouden verleend worden en dat iedereen toegang zou hebben tot deze zorgen.
Bovendien zal het ziekenfonds instaan om, voor rekening en in het kader van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, de betaling te verzekeren van de vergoedingen aan de invalide werknemers of aan de invalide zelfstandigen, de betaling te verzekeren van de moederschapsvergoedingen, evenals voor de informatie, de begeleiding en de bijstand bij het vervullen van deze activiteiten.
Al deze activiteiten, evenals de controle hierop, gebeuren onder toepassing van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 houdende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en haar uitvoeringsbesluiten of onder toepassing van artikel 3, eerste lid, c) van de wet van 6 augustus 1990 en dit door toelating van de landsbond.
De uitvoering van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de Landsbond.
Het ziekenfonds verbindt er zich toe de wettelijke bepalingen, de statutaire bepalingen en de richtlijnen van de Landsbond te eerbiedigen.
b) In het kader van de artikelen 3, eerste lid, b) en c) van dezelfde wet en van artikel 67 vijfde lid van de wet van 26 april 2010 houdende bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering
- het toekennen van tussenkomsten, voordelen, uitkeringen en diensten;
- het verlenen van de nodige hulp, voorlichting, begeleiding en bijstand, met inbegrip van de samenwerkingsakkoorden vermeld in deze diensten.
-
Een verplichte aansluiting voor de leden in de volgende diensten en met inbegrip van de samenwerkingsakkoorden en de betoelaging van de socio-sanitaire structuren vermeld in deze diensten:
1. ziekenvervoer en ziekenwagen (artikels 53 tot 55);
2. gezondheidsprestaties en geneesmiddelen (artikels 56 tot 58);
3. hospitalisatie (artikels 59 tot 61);
4. zorgen, hulp en bijstand ten huize (artikels 62 tot 64);
5. hulp en bijstand aan families, personen met een handicap en aan senioren (artikels 65 tot 67);
6. hulp en bijstand aan jongeren en aan kinderen (artikels 68 tot 70);
7. hulp en bijstand aan vrouwen (artikels 71 tot 73);
8. hulp, bijstand en verdediging op medisch en juridisch vlak (artikels 74 tot 76);
9. verblijf en kuren met betrekking tot preventie en herstelling (artikels 80 tot 82);
10. informatie, opvoeding en hulp inzake gezondheid (artikels 83 tot 85);
11. informatie en promotie van de mutualistische beweging (artikels 86 tot 88);
12. sociale informatie en hulp (artikels 89 tot 91);
13. speciaal fonds voor onderlinge hulp en solidariteit (artikels 92 tot 94);
14. dringende medische hulp, bijstand en ziektekostendekking in het buitenland (artikel 102)
15. betoelaging van socio-sanitaire structuren (artikel 95).
16. het administratief centrum (code 98/2)
Deze diensten zijn hetzij verrichtingen in toepassing van artikel 3, tweede lid van de wet van 6 augustus 1990, hetzij diensten in toepassing van artikel 67, vijfde lid van de wet van 26 april 2010, die geen verrichtingen zijn en die niet tot doel hebben een recht op tussenkomst te creëren wanneer zich een onzekere en toekomstige gebeurtenis voordoet.
De prestaties van de voormelde diensten worden toegekend volgens de beschikbare middelen.
c) Het ziekenfonds heeft eveneens tot doel de leden en de personen te hunnen laste te laten genieten van de tussenkomsten, voordelen, vergoedingen en diensten voorzien door de statuten van de Landsbond waar het is aangesloten.
Het verplichtend of facultatief karakter van de aansluiting bij het voormelde is bepaald in artikel 2 van de statuten van de gezegde landsbond.
In zijn fundamentele opties, verwijst het ziekenfonds naar haar socialistische ideologie.
Zij bevoorrecht in haar opdracht de waarden als solidariteit, onderlinge hulp, hulp aan de minstbedeelden en de dienstverlenende geest om te waken en bij te dragen tot de ontwikkeling van de gezondheid en het welzijn van iedereen.
Het ziekenfonds mag niet de aansluiting weigeren van een persoon bij een dienst bedoeld in artikel 3, eerste lid b) en c) van de wet van 6 augustus 1990 of bedoeld in artikel 67, vijfde lid van de wet van 26 april 2010, ingericht door het ziekenfonds, zoals bepaald in artikel 2 van de onderhavige statuten, op voorwaarde dat die persoon voldoet aan de wettelijke en reglementaire voorwaarden om lid van het ziekenfonds te zijn.
De leden hebben eveneens het recht, indien zij zich hierbij aansluiten, te genieten van de diensten aangeboden door de maatschappij van onderlinge bijstand (artikel 43bis, § 5 van de wet van 6 augustus 1990) waarvan het ziekenfonds tussenpersoon is en die werd opgericht door het ziekenfonds.
Voor een volledige verrekening en correcte verdeling van de gemeenschappelijke administratiekosten van de diensten vermeld onder artikel 2, punt b, richt het ziekenfonds een administratief verdeelcentrum (98/1) in. Via dit centrum worden de gemeenschappelijke werkingskosten volledig verdeeld over de verrichtingen en diensten. Het centrum heeft elk jaar een nulresultaat en geen gecumuleerd overschotten of tekorten.
ARTIKEL 3
De maatschappelijke zetel van het ziekenfonds is gevestigd te 0000 Xxxxxxx, Xxxxxxxxxx 000 en zijn werkingsgebied strekt zich uit over de arrondissementen Brussel, Halle-Vilvoorde en Leuven.
Het ziekenfonds richt zich tot al de personen die in België hun hoofdverblijfplaats hebben, alsmede tot:
- de personen die hun hoofdverblijfplaats hebben in het buitenland, doch aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn ;
- de Belgische militairen of diplomaten die in het buitenland verblijven en die onderworpen zijn aan de verplichte ziekteverzekering.
ARTIKEL 4
Het ziekenfonds is aangesloten bij de landsbond “Solidaris - Nationaal Verbond van Socialistische
Mutualiteiten” (Solidaris - N.V.S.M.) gevestigd te 0000 Xxxxxxx, Xxxx-Xxxxxxxxxx 00-00.
ARTIKEL 5
Het ziekenfonds is ingedeeld in 18 administratieve werkgebieden, met name de gewesten:
1. Aarschot
2. Anderlecht
3. Asse-Liedekerke
4. Brussel
5. Diest
6. Elsene
7. Etterbeek
8. Haacht
9. Halle
10. Laken
11. Leuven
12. Molenbeek
13. Schaarbeek
14. Sint-Gillis
15. Tienen
16. Vilvoorde
17. Vorst
18. Zaventem
HOOFDSTUK II - Toelating, ontslag en uitsluiting van de leden
ARTIKEL 6
§ 1. Een persoon kan zich bij het ziekenfonds aansluiten:
1° hetzij, met inachtneming van de van toepassing zijnde wettelijke, reglementaire en statutaire bepalingen, voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, a), van de wet van 6 augustus 1990, waarbij hij aangesloten is bij de diensten:
- van het ziekenfonds bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook voor de diensten die zijn bedoeld in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I);
- van Solidaris - Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (KBO nr 0411.724.220) waarbij het ziekenfonds is aangesloten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook voor de diensten van de landsbond die zijn bedoeld in artikel 67,vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I);
- van de "Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de Socialistische Mutualiteiten
– Solidaris voor het Waalse Gewest" of van de "Regionale Maatschappij van Onderlinge Bijstand van de Socialistische Mutualiteiten – Solidaris voor het tweetalige gebied Brussel- Hoofdstad" waarbij het ziekenfonds is aangesloten, wanneer de aansluiting bij een dergelijke regionale maatschappij van onderlinge bijstand voor hem verplicht is gemaakt door de regionalereglementering waarvan hij afhangt.
Wordt gelijkgeschakeld met de bovenvermelde persoon, de persoon die gewoonlijk in België verblijft maar die, in toepassing van de artikelen 17, 24 of 26 van het Reglement(EG) 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, of van elke andere gelijkaardige bepaling vastgelegd in een internationaal akkoord, is onderworpen aan de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen van een andere staat dan België en die een formulier S1 of elk ander gelijkwaardig document bij het ziekenfonds indient om te kunnen genieten, ten laste van het land waarin deze onderworpen is aan de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, van de prestaties die voorzien zijn door de voornoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994;
2° hetzij slechts voor de diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook voor de diensten van het ziekenfonds die bedoeld zijn in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I). Dit is slechts mogelijk wanneer de persoon zich in een van de volgende situaties bevindt:
- hij is, voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingeschreven bij de Kas der geneeskundige verzorging van HR Rail;
- hij is, voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingeschreven bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV); wordt gelijkgeschakeld met deze persoon, de persoon die gewoonlijk in België verblijft maar die, in toepassing van de artikelen 17, 24 of 26 van het reglement (EG) 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, of van elke andere gelijkaardige bepaling vastgelegd in een internationaal akkoord, is onderworpen aan de wetgeving betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen van een andere staat dan België en die een formulier S1 of elk ander gelijkwaardig document bij de HZIV indient omte kunnen genieten, ten laste van het land waarin deze persoon onderworpen is aan de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, van de prestaties die voorzien zijn door de voornoemde gecoördineerde wet van 14 juli 1994;
- hij is, voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingeschreven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)/Stelsel Overzeese Sociale Zekerheid;
- hij heeft recht op de terugbetaling van gezondheidszorgen krachtens het statuut van een instelling van Europees of internationaal recht gevestigd in België;
- hij is niet meer onderworpen aan de verplichte verzekering ingevolge een opdracht in het buitenland voor rekening van een Belgische regering;
- hij maakt deel uit van het personeel van een ambassade of consulaat, in België gevestigd, dat in toepassing van de conventies van Wenen van 1961 en 1963 voor geneeskundige verstrekkingen verzekerd moet zijn ten laste van het zendland;
- hij bevindt zich in een situatie bedoeld in artikel 3ter, 1°, van de wet van 6 augustus 1990 en hij is, voor de voornoemde verplichte verzekering, reeds elders ingeschreven of aangesloten;
- hij is gedetineerd of geïnterneerd en hij is, voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten laste van de FOD Justitie.
Deze persoon is ambtshalve aangesloten bij de diensten:
- van Solidaris - Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (KBO n° 0411.724.220) waarbij het ziekenfonds is aangesloten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook voor de diensten van de landsbond die bedoeld zijn in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I);
§ 2. Tijdens een periode van internering of van detentie wordt de persoon die voor de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging ten laste is van de FOD Justitie, voor de toepassing van
§ 1, 1, beschouwd als niet aangesloten bij het ziekenfonds, tenzij uitdrukkelijke verklaring om aangesloten te willen blijven voor de diensten van het ziekenfonds bedoeld in artikel 3, eerste lid, en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook voor de diensten van het ziekenfonds bedoeld in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake deorganisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I).
§ 3. De persoon die, met inachtneming van de van toepassing zijnde wettelijke, reglementaire en statutaire bepalingen, aangesloten is bij het ziekenfonds minstens voor de diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook voor de diensten van het ziekenfonds die bedoeld zijn in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diversebepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I), is aangesloten bij de diensten bedoeld in § 1, 1°, en heeft bovendien de mogelijkheid:
- om in voorkomend geval, met inachtneming van de van toepassing zijnde wettelijke, reglementaire en statutaire bepalingen, deel te nemen aan het voorhuwelijkssparen, bedoeld in artikel 7, § 4, van de wet van 6 augustus 1990, georganiseerd door de landsbond waarbij het ziekenfonds is aangesloten;
- om zich aan te sluiten bij de regionale maatschappij van onderlinge bijstand Solidaris Zorgkas, zorgkas van de socialistische mutualiteiten (KBO n° 0476.572.579) waarbij het ziekenfonds is aangesloten, wanneer de aansluiting bij deze regionale maatschappij van onderlinge bijstand voor hem mogelijk is gemaakt door de regionale reglementering waarvan hij afhangt;
- om, met inachtneming van de van toepassing zijnde wettelijke, reglementaire en statutaire bepalingen, een verzekeringsproduct te onderschrijven, georganiseerd door de Verzekeringsmaatschappij van Onderlinge Bijstand Solidaris Brabant (KBO n° 0838.221.243), waarbij het ziekenfonds is aangesloten.
ARTIKEL 6 bis
Onder "aanvullende verzekering" van het ziekenfonds wordt verstaan: de diensten bedoeld in artikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990, alsook de diensten bedoeld in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I).
De aansluiting bij de diensten van de aanvullende verzekering neemt een aanvang:
1° voor een persoon die als persoon ten laste bij een ziekenfonds aangesloten was voor de aanvullende verzekering en die zich als gerechtigde inschrijft bij hetzelfde ziekenfonds, de eerste dag van de maand van onderwerping aan de verplichte verzekering, met andere woorden van de maand waarin hij een van de hoedanigheden verwerft bedoeld in artikel 32, 1° tot 16°, 20°, 21°, 22° en 24, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
2° voor een persoon die als gerechtigde bij een ziekenfonds aangesloten was voor de aanvullende verzekering en die zich als gerechtigde inschrijft bij een ander ziekenfonds, vanaf de eerste dag van het kwartaal van de inwerkingtreding van deze aansluiting;
3° voor een persoon die als persoon ten laste bij een ziekenfonds aangesloten was voor de aanvullende verzekering en die zich als gerechtigde inschrijft bij een ander ziekenfonds, de eerste dag van de maand die volgt op de ondertekening van de aanvraag tot inschrijving;
4° voor een persoon die als gerechtigde bij een ziekenfonds aangesloten was voor de aanvullende verzekering en die zich als persoon ten laste inschrijft bij een ander ziekenfonds, de eerste dag van de maand die volgt op de ondertekening van de aanvraag tot inschrijving;
5° voor een persoon bedoeld in artikel 6, § 1, 2 van de statuten, alsook voor de personen die voor de eerste keer zijn aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds, de eerste dag van de maand die volgt op de ondertekening van de aanvraag tot inschrijving;
6° voor een persoon die als persoon ten laste bij een ziekenfonds aangesloten was voor de aanvullende verzekering en die zich als persoon ten laste inschrijft bij een ander ziekenfonds, de eerste dag van de maand die volgt op de ondertekening van de aanvraag tot inschrijving.
ARTIKEL 6 ter
§ 1. Inleiding
Naargelang zijn toestand m.b.t. de betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis van de statuten, kan een persoon aangesloten bij het ziekenfonds:
- hetzij een lid zijn dat een voordeel van deze diensten kan genieten;
- hetzij een lid zijn van wie de mogelijkheid om een voordeel van deze diensten te genieten, is geschorst;
- hetzij een lid zijn van wie de mogelijkheid om een voordeel van deze diensten te genieten, is opgeheven.
In afwijking van de voorgaande alinea kan geen enkele persoon vóór 1 januari 2022 de hoedanigheid verwerven van een lid van Solidaris Brabant van wie de mogelijkheid om te genieten van de aanvullende verzekering opgeheven is. Desgevallend behoudt de persoon tijdens de periode die loopt van de 25e maand van niet -betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering tot 31 december 2021, de hoedanigheid van lid van Solidaris Brabant van wie de mogelijkheid om te genieten van de aanvullende verzekering is geschorst.
De betaling of niet-betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering heeft eveneens gevolgen voor:
- de mogelijkheid om de voordelen voorzien door de statuten van de landsbond waarbij het ziekenfonds is aangesloten, te genieten. Hiervoor wordt verwezen naar de statuten van Solidaris Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten; (KBO nr 0411.724.220) ;
- de mogelijkheid om de verzekeringswaarborg die het lid heeft onderschreven bij de Verzekeringsmaatschappij van Onderlinge Bijstand Solidaris Brabant (KBO nr 0838.221.243), en van de aansluiting bij deze verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand, te genieten. Hiervoor wordt verwezen naar de statuten van deze verzekeringsmaatschappij van onderlinge bijstand.
De betaling of de niet-betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering heeft geen enkel gevolg wat betreft het recht op de prestaties van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering. Er kan geen compensatie gebeuren tussen de onbetaalde bijdragen van de aanvullende verzekering en de verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
§ 2. Het lid dat een voordeel van de aanvullende verzekering kan genieten
Het betreft een lid dat in regel is met zijn bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis:
1° voor de maand waarin zich de gebeurtenis die krachtens de statuten aanleiding kan geven tot uitkering van het voordeel heeft voorgedaan.
In dit opzicht wordt het lid dat in regel is met zijn bijdragen voor de betreffende diensten gedurende minstens 24 maanden, tot bewijs van het tegendeel, verondersteld in regel te zijn met zijn bijdragen voor deze diensten gedurende de drie maanden die onmiddellijk volgen op deze periode.
Wanneer het lid ononderbroken aangesloten is geweest als gerechtigde sinds meer dan 24 maanden bij verschillende Belgische ziekenfondsen en hij in regel was met zijn bijdragen voor de diensten in kwestie gedurende deze periode, wordt hij, tot bewijs van het tegendeel, verondersteld in regel te zijn met zijn bijdragen voor de diensten in kwestie voor de drie maanden die onmiddellijk op deze periode volgen.
Wanneer het lid voor de eerste keer ononderbroken aangesloten is geweest als gerechtigde sinds meer dan 24 maanden bij een Belgisch ziekenfonds en hij in regel was met zijn bijdragen voor de diensten in kwestie gedurende deze periode, wordt hij, tot bewijs van het tegendeel, verondersteld in regel te zijn met zijn bijdragen voor de diensten in kwestie voor de drie maanden die onmiddellijk op deze periode volgen.
Het lid dat op 31 december 2018 kan genieten van de voordelen van de aanvullende verzekering, wordt, tot bewijs van het tegendeel, verondersteld in regel zijn met zijn bijdragen voor het eerste kwartaal van 2019.
2° voor de periode van 23 maanden die voorafgaat.
Wanneer de persoon zich voor de eerste keer aansluit als gerechtigde bij een Belgisch ziekenfonds minder dan 23 maanden voor de maand van de gebeurtenis bedoeld in 1°, moet hij er in regel geweest zijn met zijn bijdragen voor de betreffende diensten, gedurende de ganse aansluitingsperiode die voorafgaat aan de gebeurtenis bedoeld onder 1°.
Indien, tijdens de referentieperiode bedoeld in het onderhavig punt 2, de persoon:
a) ononderbroken aangesloten is geweest als gerechtigde bij verschillende Belgische ziekenfondsen, moet hij, om te kunnen genieten van het voordeel in kwestie, in regel zijn met zijn bijdragen voor de diensten in kwestie, in elk ziekenfonds voor de maanden waarin hij erbij was aangesloten als gerechtige gedurende deze periode;
b) gedurende een of meerdere maanden niet was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds, wordt die periode gelijkgesteld:
i° met een periode waarvoor de persoon in regel was met zijn bijdragen wanneer deze:
a) geen lid is waarvan de mogelijkheid om de voordelen van de aanvullende verzekering te genieten opgeheven is en die de periode van "herstel van het recht" bedoeld in § 4, lid 5, niet heeft beëindigd;
b) zich bevindt in een van de volgende situaties:
- het lid was in regel met zijn bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering voor alle maanden waarin hij als gerechtigde was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds gedurende de voornoemde 23 maanden;
- het lid was niet in regel met zijn bijdragen voor die diensten voor alle maanden waarin hij als gerechtigde was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds gedurende de voornoemde 23 maanden, maar betaalt de achterstallige bijdragen aan de entiteit of de entiteiten in kwestie ten laatste in de maand waarin de nieuwe aansluiting na de periode van onderbreking een aanvang neemt;
ii° aan een periode waarvoor het lid niet in regel was met de bijdragen voor die diensten, in de andere situaties dan de situaties vermeld in b, i.
In de berekening van de referentieperiode bedoeld in dit punt 2, worden de bijdragen die het lid, omdat hij zich in een toestand van collectieve schuldregeling of van faillissement bevindt, namelijk voorafgaand aan het vonnis van toelaatbaarheid of aan het verklarend vonnis van faillissement, als betaald beschouwd.
Het lid dat gedurende een deel van de referentieperiode bedoeld in dit punt 2 als persoon ten laste was aangesloten en dat in regel is met de bijdragen sedert hij zelf gedurende deze referentieperiode gerechtigde is, wordt verondersteld in regel te zijn met zijn bijdragen voor deze ganse referentieperiode en, tot bewijs van het tegendeel, voor de drie maanden die onmiddellijk op deze periode volgen.
Het lid dat in regel is met zijn bijdragen sinds 1 januari 2019, wordt verondersteld, tot 31 december 2020, in regel te zijn met zijn bijdragen voor het deel voorafgaand aan 1 januari 2019, om te bepalen of hij aanspraak kan maken op de uitkering van een voordeel omwille van een gebeurtenis die zich heeft voorgedaan na 31 december 2018. Deze bepaling doetgeen afbreuk aan het feit dat de vordering tot betaling van de bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis, vijf jaar na het einde van de maand waarop de onbetaalde bijdragen betrekking hebben, verjaart.
De persoon als bedoeld in onderhavige paragraaf die in regel is met zijn bijdragen sinds meer dan 24 maanden, wordt, tot bewijs van het tegendeel, verondersteld in regel te zijn met zijn bijdragen gedurende de drie maanden die onmiddellijk volgen op deze periode.
§ 3. Het lid van wie de mogelijkheid om een voordeel van de aanvullende verzekering te genieten, is geschorst
Indien een persoon niet in regel is met de bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis, voor een periode die niet verder teruggaat dan de 23emaand die voorafgaat aan de maand waarin de gebeurtenis die aanleiding kan geven tot uitkering van een voordeel, heeft plaatsgevonden, is de mogelijkheid voor hem om een voordeel van de aanvullende verzekering te genieten, geschorst.
Voor de toepassing van het vorige lid:
1° worden de maanden van de voornoemde periode tijdens dewelke deze persoon de hoedanigheid van gerechtigde in voornoemde zin, verliest en persoon ten laste van een gerechtigde wordt, gelijkgeschakeld met maanden voor dewelke de bijdragen betaald werden;
2° worden de bijdragen die het lid, omdat hij zich in een toestand van collectieve schuldregeling of van faillissement bevindt, namelijk voorafgaand aan het vonnis van toelaatbaarheid of aan het verklarend vonnis van faillissement, als betaald beschouwd.
Indien, tijdens de referentieperiode bedoeld in het eerste lid, de persoon ononderbroken als gerechtigde aangesloten was bij verschillende Belgische ziekenfondsen, worden de maanden van niet-betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering gedurende de aansluiting als gerechtigde in een voorafgaand ziekenfonds, in aanmerking genomen voor de toepassing van het eerste lid.
Indien, tijdens de referentieperiode bedoeld in het eerste lid, de persoon niet aangesloten was bij een Belgisch ziekenfonds gedurende een periode van een of meerdere maanden, wordt deze onderbrekingsperiode gelijkgeschakeld.
1° met een periode voor dewelke het lid in regel was met de bijdragen wanneer deze:
a) geen lid is van wie de mogelijkheid om voordelen van de aanvullende verzekeringen te genieten is opgeheven en die de periode van "herstel van het recht" bedoeld in § 4, vijfde lid, niet heeft beëindigd;
b) zich bevindt in een van de volgende situaties:
1° het lid was in regel met zijn bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering voor alle maanden waarin hij als gerechtigde was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds gedurende de voornoemde 23 maanden;
2° het lid was niet in regel met zijn bijdragen voor die diensten voor alle maanden waarin hij als gerechtigde was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds gedurende de voornoemde 23 maanden, maar betaalt de achterstallige bijdragen aan de entiteit of de entiteiten in kwestie ten laatste in de maand waarin de nieuwe aansluiting na de periode van onderbreking een aanvang neemt;
2° aan een periode waarvoor het lid niet in regel was met de bijdragen voor die diensten, in de andere situaties dan de situaties vermeld in 1°.
Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de verjaring bedoeld in artikel 48bis van de wet van 6 augustus 1990 zal het lid van wie de mogelijkheid om voordelen van de aanvullende verzekeringen te genieten is opgeschort, slechts kunnen genieten van een voordeel van de aanvullende verzekering na betaling van alle verschuldigde bijdragen voor de betrokken periode van 23 maanden en voor de maand waarin de gebeurtenis die krachtens de statuten aanleidingkan geven tot uitkering van een voordeel, heeft plaatsgevonden.
§ 4. Het lid van wie de mogelijkheid om voordelen van de aanvullende verzekering te genieten, is opgeheven
Indien een persoon niet in regel is met de bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis van de statuten, voor een periode die 24 maanden overstijgt, is de mogelijkheid voor hem om een voordeel van de aanvullende verzekering te genieten, opgeheven.
In afwijking van de voorgaande alinea kan geen enkele persoon vóór 1 januari 2022 de hoedanigheid verwerven van een lid van Solidaris Brabant van wie de mogelijkheid om te genieten van de aanvullende verzekering opgeheven is. Desgevallend behoudt de persoon tijdens deperiode die loopt van de 25e maand van niet -betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering tot 31 december 2021, de hoedanigheid van lid van Solidaris Brabant van wie de mogelijkheid om te genieten van de aanvullende verzekering is geschorst.
Voor de toepassing van het eerste lid:
1° worden de maanden van de voornoemde periode tijdens dewelke deze persoon de hoedanigheid van gerechtigde in voornoemde zin verliest en persoon ten laste van een gerechtigde wordt, gelijkgesteld met maanden waarvoor de bijdragen betaald werden;
2° worden de bijdragen die het lid, omdat hij zich in een toestand van collectieve schuldregeling of van faillissement bevindt, namelijk voorafgaand aan het vonnis van toelaatbaarheid of aan het verklarend vonnis van faillissement, als betaald beschouwd.
Indien, tijdens de periode bedoeld in het eerste lid, de persoon ononderbroken als gerechtigde aangesloten was bij verschillende Belgische ziekenfondsen, worden de maanden van niet-betaling van de bijdragen van de aanvullende verzekering gedurende de aansluiting als gerechtigde in een voorafgaand ziekenfonds, in aanmerking genomen voor de toepassing van het eerste lid.
Indien, tijdens de periode bedoeld in het eerste lid, de persoon niet aangesloten was bij een Belgisch ziekenfonds gedurende een periode van een of meer maanden, wordt deze onderbrekingsperiode gelijkgesteld:
1° met een periode voor dewelke het lid in regel was met de bijdragen wanneer deze:
a) geen lid is van wie de mogelijkheid om voordelen van de aanvullende verzekering te genieten is opgeheven en die de periode van "herstel van het recht" bedoeld in het vijfde lid niet heeft beëindigd;
b) zich bevindt in een van de volgende situaties:
1° het lid was in regel met zijn bijdragen voor de diensten van de aanvullende verzekering voor alle maanden waarin hij als gerechtigde was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds gedurende de voornoemde 24 maanden;
2° het lid was niet in regel met zijn bijdragen voor die diensten voor alle maanden waarin hij als gerechtigde was aangesloten bij een Belgisch ziekenfonds gedurende de voornoemde 24 maanden, maar betaalt de achterstallige bijdragen aan de entiteit of de entiteiten in kwestie ten laatste in de maand waarin de nieuwe aansluiting na de periode van onderbreking een aanvang neemt;
2° aan een periode waarvoor het lid niet in regel was met de bijdragen voor die diensten, in de andere situaties dan de situaties vermeld in 1°.
Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de verjaring bedoeld in artikel 48bis van de wet van 6 augustus 1990 zal het lid van wie de mogelijkheid om voordelen van de aanvullende verzekering te genieten is opgeheven, slechts opnieuw kunnen genieten van een voordeel van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis na een opeenvolgde periode van 24 maanden waarvoor de bijdragen voor deze diensten moeten betaald geweest zijn zonder enig voordeel van de aanvullende verzekering te kunnen genieten.
In afwijking van het vorige lid, kan een persoon die zich in een behartenswaardige situatie bevindt, bedoeld in alinea 12, onverminderd de toepassing van artikel 48bis van de wet van 6 augustus 1990, beschouwd worden als lid van een ziekenfonds dat een voordeel van de diensten bedoeld inartikel 3, eerste lid, b) en c), van de wet van 6 augustus 1990 kan genieten in de zin van paragraaf 2 van huidig artikel:
1° na een opeenvolgende periode van 6 maanden waarvoor de bijdragen moeten betaald worden zonder enig voordeel van deze diensten te kunnen genieten, indien deze persoon zich in een behartenswaardige situatie bevindt:
-hetzij in de 6 maanden die deze opeenvolgende periode voorafgaan;
-hetzij in deze opeenvolgende periode;
2° na een opeenvolgende periode van 6 tot 23 maanden waarvoor de bijdragen werden betaald zonder enig voordeel van deze diensten te kunnen genieten, indien de behartenswaardige situatie zich na de 6de maand van deze opeenvolgende periode maar voor het einde van de 23e maand die volgt op de maand waarin deze daaropvolgende periode is begonnen. In dit geval loopt de opeenvolgende periode tot en met de maand die voorafgaat aan deze waarin de behartenswaardige situatie een aanvang genomen heeft zonder evenwel 24 maand te kunnen overschrijden.
De daaropvolgende periode bedoeld in de vorige twee leden wordt opgeschort:
1° gedurende de periode tijdens dewelke het lid, dat begonnen is met de betaling van de bijdragen voor een daaropvolgende periode, door de wet verhinderd is te betalen omdat hij zich in een toestand van collectieve schuldenregeling of van faillissement bevindt;
2° gedurende de periode tijdens dewelke het lid, dat begonnen is met de betaling van de bijdragen voor een daaropvolgende periode, de hoedanigheid van gerechtigde heeft verloren en persoon ten laste is van een gerechtigde die niet in regel is met de betaling van de bijdragen voor de aanvullende verzekering.
Wanneer de gebeurtenis die krachtens de statuten aanleiding kan geven tot uitkering van een voordeel zich voordoet na de opeenvolgende periode bedoeld in het zevende lid doch voor het einde van de 23ste maand die deze volgt waarin de opeenvolgende periode een aanvang heeft genomen, kan deze persoon genieten van het voordeel wanneer hij in regel is met de bijdragen voor de periode die loopt vanaf de maand voor dewelke hij (opnieuw) begonnen is met de betaling van de bijdragen tot en met de maand tijdens dewelke deze gebeurtenis zich heeft voorgedaan.
Wanneer een lid van wie de mogelijkheid om voordelen van de aanvullende verzekeringen te genieten is opgeheven, gedurende de aan hem daaropvolgende toepasselijke periode, ononderbroken aangesloten is geweest als gerechtigde bij verschillende Belgische ziekenfondsen, worden de maanden van de daaropvolgende periode geteld vanaf de eerste dag van de maand waarvoor de bijdragen voor die diensten van het ziekenfonds waarbij hij tijdens die periode eerst was aangesloten, betaald werden.
In geval van onderbreking van de aansluiting als gerechtigde bij een Belgisch ziekenfonds na het begin van de aan hem daaropvolgende toepasselijke periode, schort de onderbrekingsperiode genoemde daaropvolgende periode waarvoor de bijdragen betaald moeten worden zonder enig voordeel van de diensten van de aanvullende verzekering te kunnen genieten, op; deze opschorting kan evenwel niet meer bedragen dan vijf jaar.
Onder persoon die zich in een behartenswaardige situatie bevindt bedoeld in het 7de lid, moet verstaan worden de persoon bedoeld hieronder onder 1° of 2° :1° de persoon die zich in de 6 maanden die voorafgaan aan het begin van de opeenvolgende periode van 6 maand, bedoeld in het zevende lid, 1°, waarin hij (opnieuw) begint de bijdragen te betalen, in een van de volgende situaties bevindt:
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand het leefloon ingesteld bij de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand steun die geheel of gedeeltelijk door de federale overheid ten laste wordt genomen op grond van deartikelen 4 en 5 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand de inkomensgarantie voor ouderen ingesteld bij de wet van 22 maart 2001;
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand het gewaarborgd inkomen voor bejaarden ingesteld bij de wet van 1 april 1969 of is rechthebbende die het recht op de rentebijslag behoudt;
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand een inkomensvervangende tegemoetkoming die wordt toegekend aan een persoon met een handicap krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
hij is gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand onder budgetbegeleiding of budgetbeheer bij het OCMW volgens artikel 60, § 4 van de organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW;
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand werkloosheidsuitkering waarvan het bedrag van de inkomensgarantie voor ouderen voor een alleenstaande, ingesteld bij de wet van 22 maart 2001, niet overschrijdt;
- hij geniet gedurende een ononderbroken periode van minstens één volledige maand ziekte- uitkering waarvan dit bedrag het bedrag van de inkomensgarantie voor ouderen voor een alleenstaande, ingesteld bij de wet van 22 maart 2001, niet overschrijdt;
- hij is in een toestand van collectieve schuldenregeling die minimum loopt tijdens een deel van het voornoemde tijdvak;
- hij bevindt zich in een toestand van faillissement op voorwaarde dat het vonnis van faillietverklaring werd uitgesproken in het voornoemde tijdvak en dat het niet over een frauduleuze faillissement gaat ;
2° de persoon die zich, in de opeenvolgende periode bedoeld in het zevende lid, 2°, in een situatie bevindt bedoeld onder 1° gedurende minstens eenzelfde tijdvak als deze bedoeld onder 1°. Voor de toepassing van deze bepaling moet het vonnis bedoeld in het laatste streepje onder 1° uitgesproken worden tijdens deze opeenvolgende periode.
ARTIKEL 6 quater
De vordering tot terugbetaling van de waarde van de ten onrechte verleende financiële tegemoetkomingen en uitkeringen in het kader van de diensten van de aanvullende verzekering in de zin van artikel 6bis van de statuten, verjaart twee jaar na het einde van de maand waarin de uitbetaling is geschied.
Deze verjaring geldt niet ingeval het ten onrechte verlenen van financiële tegemoetkomingen en uitkeringen het gevolg is van bedrieglijke handelingen waarvoor hij wie ze tot baat strekten, verantwoordelijk is. In dat geval bedraagt de verjaringstermijn vijf jaar welke ingaat na het einde van de maand waarin de uitbetaling is geschied.
ARTIKEL 7
1. De aanvullende bijdrage die toegang geeft tot de tussenkomsten, voordelen en vergoedingen voorzien in artikel 2 b) van de statuten is verplichtend.
De aanvullende bijdragen worden vermeld in artikel 98 van de statuten.
2. Een administratieve bijdrage, die een eventueel vastgesteld tekort dekt in de beheerskosten van de diensten voorzien in artikel 2 a) van de statuten, kan ingevoerd en verplichtend gemaakt worden door de algemene vergadering van het ziekenfonds, teneinde dit tekort te dekken.
ARTIKEL 8
Kunnen als lid van de diensten bedoeld in artikel 2 a) en 2 b) van de statuten uitgesloten worden, de leden die zich schuldig maken aan een inbreuk op de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en de wet van 6 augustus 1990 of hun uitvoeringsbesluiten.
Het ziekenfonds informeert het lid tijdig over de te stellen handelingen om zonder onderbreking toegang te hebben tot de prestaties van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De beslissing tot uitsluiting wordt genomen, door een tot dat doel aangeduid comité, door de raad van bestuur in toepassing van artikel 23 § 2 van de wet van 6 augustus 1990.
Dit comité hoort het lid in zijn verweermiddelen nadat het lid uitgenodigd werd per aangetekend schrijven.
Indien het lid de dag van de uitnodiging verhinderd is, kan hij zijn argumenten naar voor brengen per brief of kan hij een latere datum aanvragen om gehoord te worden. Dit uitstel kan slechts éénmaal toegestaan worden.
Indien het lid opnieuw afwezig is zal er van ambtswege over zijn uitsluiting beslist worden en dit op basis van gegevens in het bezit van het comité.
Onderhavig artikel is niet toepasselijk bij een uitsluiting omwille van een niet-betaling van de bijdragen.
HOOFDSTUK III - Categorieën van leden ARTIKEL 9
De ledencategorieën worden vermeld in artikel 6 § 1 1° en 2°.
HOOFDSTUK IV - Organen van het ziekenfonds
Afdeling 1 - De Algemene vergadering - Samenstelling ARTIKEL 10
De algemene vergadering is samengesteld overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991.
De leden die in aanmerking moeten worden genomen om het aantal te verkiezen afgevaardigden te bepalen, zijn de gerechtigden bedoeld bij artikel 6 van voornoemd koninklijk besluit.
Deze vertegenwoordigers worden door de leden en de personen te hunnen laste verkozen voor een hernieuwbare periode van maximum zes jaar.
Het aantal mandaten van afgevaardigde wordt als volgt vastgesteld:
− 75 mandaten van afgevaardigde voor de eerste schijf van 75.000 gerechtigden;
− en een bijkomend mandaat van afgevaardigde per volledige schijf van 10.000 gerechtigden boven het aantal van 75.000
De leden en de personen te hunnen laste kunnen plaatsvervangers kiezen voor de algemene vergadering en dit volgens dezelfde modaliteiten.
Het mandaat van een lid van de algemene vergadering is onbezoldigd, met uitzondering van de vergoedingen zoals opgenomen in “Bijlage 1” van de statuten.
Kiesomschrijvingen ARTIKEL 11
Met het oog op de verkiezingen van de effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordigers voor de algemene vergadering wordt het ziekenfonds ingedeeld in 18 kiesomschrijvingen, zijnde:
Kiesomschrijving Gemeenten en steden van de omschrijving *
1. Aarschot Aarschot Begijnendijk
Tielt-Winge
2. Anderlecht
3. Asse
4. Brussel
5. Diest
6. Etterbeek-Elsene
7. Haacht
8. Halle
Anderlecht
Asse Affligem Merchtem Opwijk
Brussel-stad Haren
Bekkevoort Diest Kortenaken Scherpenheuvel
Etterbeek Elsene Oudergem
Sint-Lambrechts-Woluwe Sint-Pieters-Woluwe Watermaal-Bosvoorde
Boortmeerbeek Haacht Keerbergen Rotselaar Tremelo
Beersel Bever Drogenbos Galmaarden Gooik
Xxxxx Xxxxx Lennik Linkebeek Pepingen
Sint-Genesius-Rode
9. Laken
10. Leuven
11. Liedekerke
12. Molenbeek
13. Schaarbeek
14. Sint-Gillis – Vorst
15. Tienen
16. Vervoer en verkeer
17. Vilvoorde
Sint-Xxxxxxx-xxxxx
Xxxxx Laken
Neder-over-Heembeek
Xxxxxx Xxxxxxxx Herent Holsbeek Huldenberg Kortenberg Leuven Lubbeek
Oud-Heverlee Tervuren
Dilbeek Liedekerke Roosdaal Ternat
Ganshoren Koekelberg Molenbeek
Sint-Agatha-Berchem
Xxxxx Xxxxxxxxxx
Sint-Joost-Ten-Node
Sint-Gillis Ukkel Vorst
Boutersem Geetbets Glabbeek Hoegaarden Landen Linter Tienen Zoutleeuw
Grimbergen Kapelle-op-den-Bos Londerzeel Machelen
Meise Vilvoorde Wemmel
18. Zaventem
Zemst
Hoeilaart Kampenhout Kraainem Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx
Wezembeek-Oppem Zaventem
*Inclusief de fusiegemeenten
ARTIKEL 12
Binnen elke kiesomschrijving kiezen de leden en de personen te hunnen laste die stemgerechtigd zijn, het aantal vertegenwoordigers naar rato van het aantal leden gerechtigden als bedoeld bij artikel 6 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 van deze kiesomschrijving.
Maken deel uit van een kiesomschrijving, de leden en hun personen ten laste die in deze kiesomschrijving hun woonplaats hebben.
Behoren tot de kiesomschrijving ‘Vervoer en Verkeer’ de leden en hun personen ten laste die op 31 december 2007 aangesloten waren bij het ziekenfonds 307 Vervoer en Verkeer.
De leden en hun personen ten laste die woonplaats hebben buiten de kiesomschrijvingen zoals vermeld in artikel 11 van de statuten kunnen, behoudens keuze voor een andere kiesomschrijving, worden toegevoegd aan de kiesomschrijving van de maatschappelijke zetel van het ziekenfonds.
Deze keuze moet gebeuren per aangetekend schrijven binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van oproep tot kandidaturen, zoals voorzien in artikel 14 van de statuten, waarbij de poststempel als bewijs geldt, en/of vanaf het einde van de maand waarin de publicaties zijn verstuurd.
Het aantal vertegenwoordigers wordt bepaald volgens de volgende rekenkundige formule: het totaal aantal te begeven mandaten gedeeld door het aantal leden gerechtigden van het ziekenfonds, vermenigvuldigd met het aantal leden gerechtigden van de betrokken kiesomschrijving. De afronding gebeurt naar de bovenste eenheid indien het getal achter de komma 50 of meer bedraagt en naar de onderste eenheid indien het getal achter de komma 49 of minder bedraagt.
Voorwaarden van kiesrecht en verkiesbaarheid
ARTIKEL 13
Voorwaarden van kiesrecht en verkiesbaarheid
Om stemgerechtigd te zijn voor de verkiezing van de vertegenwoordigers van de algemene vergadering:
− moet men lid zijn van het ziekenfonds of de hoedanigheid van persoon ten laste van een lid ervan hebben;
− moet men meerderjarig of ontvoogd zijn;
Om verkiesbaar te zijn tot vertegenwoordiger voor de algemene vergadering moeten de leden of personen ten laste:
- stemgerechtigd zijn in de zin van voorgaande alinea;
- wanneer het een lid betreft, moet dit lid in regel zijn met de statutair bepaalde bijdragen bij het ziekenfonds voor elk jaar van aansluiting;
- wanneer het een persoon ten laste betreft, moet het lid van wie deze persoon ten laste is, in regel zijn met de statutair bepaalde bijdragen van het ziekenfonds voor elk jaar van aansluiting.
- van goed gedrag en zeden zijn en niet ontzet zijn uit hun burgerrechten;
- sedert ten minste vijf jaar aangesloten zijn bij het ziekenfonds voor de verkiezingsdatum. Voor de kandidaat behorende tot de kiesomschrijving ‘Vervoer en Verkeer’ worden de jaren van aansluiting bij het ziekenfonds 307 Vervoer en Verkeer gelijkgesteld.
- niet ontslagen zijn als personeelslid van het ziekenfonds of van elke andere vereniging en/of vennootschap waarmede het ziekenfonds een samenwerkingsakkoord heeft onderschreven zoals bedoeld in artikel 43 van de wet van 6 augustus 1990;
- geen daden hebben verricht die nadeel kunnen berokkenen aan de belangen van het ziekenfonds;
- zich onderwerpen aan de statuten en de reglementen van het ziekenfonds ;
- niet bezoldigd worden in het kader van een arbeidsovereenkomst, door het ziekenfonds of elke andere vereniging en/of vennootschap waarmede het ziekenfonds een samenwerkingsakkoord heeft onderschreven, zoals bedoeld in artikel 43 van de wet van 6 augustus 1990.
Een lid of een persoon ten laste kan slechts kandidaat zijn in die kiesomschrijving waar hij stemgerechtigd is.
Verkiezingsprocedure ARTIKEL 14
Via de website van het ziekenfonds en door middel van de publicaties bestemd voor de leden van het ziekenfonds, worden de leden en de personen te hunnen laste die meerderjarig of ontvoogd zijn, uiterlijk op 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ziekenfondsverkiezingen zullen plaatsvinden, op de hoogte gebracht van:
- de oproep tot de kandidaturen en de wijze van kandidatuurstelling ;
- de uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen ;
- de indeling van de kiesgebieden en het aantal mandaten voor hun kiesgebied ;
- de data die uit de verkiezingsprocedure voortvloeien.
De leden of de personen ten laste die zich kandidaat willen stellen, hebben de tijd tot 30 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ziekenfondsverkiezingen zullen plaatsvinden om hun kandidatuur in te dienen.
ARTIKEL 15
De kandidatuurstelling gebeurt per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het ziekenfonds of per e-mail aan het adres vermeld in de kandidatenoproep. Voor de per aangetekende brief verstuurde kandidaturen geldt de poststempel als bewijs. Voor de per e-mail verstuurde kandidaturen geldt de verzendingsdatum van de e-mail als bewijs.
De voorzitter van het ziekenfonds die vaststelt dat de kandidaat niet aan de bij artikel 13 van deze statuten voorziene verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoet, deelt per aangetekende brief de betrokken kandidaat zijn gemotiveerde weigering om hem op de lijst te plaatsen mee, uiterlijk op
31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de ziekenfondsverkiezingen georganiseerd zullen worden.
De kandidaat die deze weigering betwist, kan klacht neerleggen bij de Controledienst overeenkomstig artikel 52, 1e lid, 10° van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
ARTIKEL 16
Per kiesomschrijving wordt de lijst van kandidaten opgemaakt.
De raad van bestuur van het ziekenfonds kan bij elke verkiezing beslissen, om een kiesomschrijving die te weinig leden gerechtigden telt om een mandaat zoals voorzien in artikel 10van de statuten te begeven, te fusioneren met een dichtstbijliggende kiesomschrijving.
De volgorde van de kandidaten op de kieslijsten wordt bij lottrekking vastgesteld door het kiesbureau.
ARTIKEL 17
De lijst van de kandidaten die aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldoen, zal via de website van het ziekenfonds aan de stemgerechtigde leden en personen ten laste van de betrokken kiesomschrijving meegedeeld worden uiterlijk op 28 februari van het jaar waarin de ziekenfondsverkiezingen zullen plaatsvinden.
De uitnodigingen ter stemming op basis van de definitieve kandidatenlijsten evenals de verkiezingsdatum zullen, uiterlijk op 15 maart van het jaar waarin de ziekenfondsverkiezingen zullen plaatsvinden, worden meegedeeld via de website en door middel van een van de publicaties bestemd voor de leden van het ziekenfonds.
De verkiezingen vangen aan ten vroegste acht dagen na deze mededeling.
Kiesbureaus
ARTIKEL 18
De organisatie van en het toezicht op de kiesverrichtingen worden toevertrouwd aan het kiesbureau samengesteld uit een voorzitter, een secretaris en twee bijzitters.
Het kiesbureau is samengesteld ten laatste 15 dagen voor de aanvang van de verkiezingen.
De voorzitter en de bijzitters van het kiesbureau worden aangesteld door de Raad van bestuur van het ziekenfonds.
De secretaris wordt aangewezen door de voorzitter van het kiesbureau uit de personeelsleden van het ziekenfonds.
De kandidaten voor de verkiezingen mogen geen deel uitmaken van het kiesbureau.
Het kiesbureau neemt de nodige maatregelen om het regelmatig verloop van de kiesverrichtingen te verzekeren.
Opstelling van kiezerslijsten ARTIKEL 19
De kiezerslijsten worden opgemaakt per kiesomschrijving.
De hoedanigheid van kiezer wordt vastgesteld door de inschrijving op de kiezerslijsten. De kiezerslijsten worden opgemaakt door het kiesbureau.
Ze vermelden de naam, voornamen, lidnummer en adres van iedere kiezer.
De kiezerslijsten worden definitief afgesloten op het einde van het kwartaal dat het kwartaal waarin de verkiezingsprocedure start, voorafgaat.
De stemming ARTIKEL 20
De stemming is vrij en geheim.
De raad van bestuur van het ziekenfonds zal, uiterlijk een maand voor de verzending van de uitnodigingen voor de verkiezing, bepalen op welke manier de volgende verkiezing van de algemene vergadering zal worden gehouden.
Deze mag op volgende wijze gebeuren:
- via elektronische weg;
- of per correspondentie.
De praktische modaliteiten worden vermeld in de uitnodiging voor de stemming en moeten voldoen aan de voorwaarden vastgesteld door de Controledienst voor de ziekenfondsen.
De stemgerechtigde leden ontvangen ten minste 8 dagen voor de verkiezingen een brief met:
- een document waarin de stemprocedure wordt uitgelegd;
- een stembiljet met de lijst van kandidaten voor hun kiesomschrijving;
- een voorgefrankeerde enveloppe om het stembiljet anoniem te kunnen terugsturen.
Het stemgerechtigde lid zal dan kunnen kiezen om elektronisch te stemmen met behulp van de QR- code of de URL-link op het stembiljet, dan wel per post door het stembiljet anoniem in te vullenen het per post terug te sturen met gebruikmaking van de voorgefrankeerde enveloppe die aan het stembiljet is gehecht.
Stemmen bij volmacht is niet mogelijk.
ARTIKEL 21
Om geldig te stemmen, moet elke kiezer stemmen:
- hetzij voor een aantal kandidaten gelijk aan het juiste aantal te begeven mandaten in de kiesomschrijving;
- hetzij door een lijststem uit te brengen waardoor hij te kennen geeft dat hij akkoord gaat met de volgorde van de kandidaten die voorkomen op de lijst, met betrekking tot de hun toe te kennen mandaten.
Elke kiezer mag slechts één stembiljet gebruiken.
ARTIKEL 22
Binnen zeven werkdagen na de verkiezingsperiode gaat het kiesbureau over tot de telling van de uitgebrachte stemmen.
De vertegenwoordigers worden verkozen in volgorde van het aantal bekomen stemmen.
De kandidaten die voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden en niet verkozen zijn als afgevaardigde, worden als plaatsvervanger verkozen.
De lijst met de plaatsvervangers wordt opgemaakt volgens het aantal stemmen dat deze personen hebben behaald bij de ziekenfondsverkiezingen.
De uitgebrachte lijststemmen worden verdeeld onder de kandidaten in volgorde van hun rangschikking op de lijst.
Bij gelijkheid van stemmen voor het laatste toe te kennen mandaat, is de volgorde van de lijst beslissend.
Zijn ongeldig :
- de stembiljetten andere dan die welke aan de kiezer zijn overhandigd ;
- de stembiljetten die het aantal stemmen niet bevatten overeenstemmend met het aantal te begeven mandaten zonder dat ze een lijststem bevatten ;
- de stembiljetten die de aantekeningen bevatten dewelke toelaten de kiezer te identificeren.
Elk kiesbureau maakt een proces-verbaal op van de kiesverrichtingen, met vermelding van het aantal uitgebrachte stemmen, het aantal geldige stemmen, de wijze van controle van de identiteit van de kiezers en de uitslag van de stemming, de kiesomschrijvingen waar er geen verkiezingen werden gehouden omwille van de reden vermeld in artikel 23 van deze statuten.
Vrijstelling van het organiseren van verkiezingen ARTIKEL 23
Wanneer het aantal kandidaten per kiesomschrijving gelijk is aan of kleiner dan het aantal toe te kennen effectieve mandaten, dan worden deze kandidaten ambtshalve verkozen.
Het betrokken kiesbureau zal een proces-verbaal opstellen waarin vermeld wordt dat er geen verkiezingen hebben plaatsgevonden omwille van bovenvermelde reden.
Ingeval het in artikel 10 vereiste aantal mandaten niet of niet meer bereikt is en indien er geen plaatsvervangers zijn of meer zijn, wordt de algemene vergadering desondanks toch beschouwd als zijnde geldig samengesteld tot de volgende ziekenfondsverkiezingen.
ARTIKEL 24
De leden en de stemgerechtigde personen die ten laste zijn, worden over de uitslagen van de stemming ingelicht, uiterlijk 15 kalenderdagen dagen na de dag waarop alle stemmingen hebben plaatsgevonden in alle kiesomschrijvingen waar moest worden gestemd of na de vaststelling dat in geen enkel van de kiesomschrijvingen moest worden gestemd omdat het aantal kandidaten in alle kiesomschrijvingen lager is dan of gelijk is aan het aantal mandaten.
De kandidaat die de uitslag van de stemming betwist kan klacht neerleggen bij de Controledienst overeenkomstig artikel 52, 1e lid, 10° van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
ARTIKEL 25
Een exemplaar van de publicaties en/of de brieven bedoeld bij de artikelen 14 en volgende van deze statuten, alsmede de samenstelling van elk kiesbureau en een dubbel van het proces-verbaal van de kiesverrichtingen wordt meegedeeld aan de Landsbond waarbij het ziekenfonds is aangesloten en aan de Controledienst, binnen dertig dagen na de datum van de afsluiting van de verkiezingsperiode.
ARTIKEL 26
De nieuwe algemene vergadering van het ziekenfonds wordt geïnstalleerd uiterlijk op 30 juni van het jaar waarin de ziekenfondsverkiezingen hebben plaatsgevonden.
Ze kan maximum vijf raadgevers bij de algemene vergadering aanduiden, op voordracht van de raad van bestuur. Zij moeten de voorwaarden inzake verkiesbaarheid vervullen zoals voorzien in artikel 13 van de statuten op de dag van hun verkiezing.
Deze raadgevers hebben raadgevende stem.
De personen die binnen het ziekenfonds hetzij belast zijn met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur, hetzij een andere leidinggevende functie of een directiefunctie uitoefenen, kunnen de vergaderingen van de algemene vergadering bijwonen met een raadgevende stem.
De voorzitter aangeduid door de raad van bestuur zit van rechtswege de algemene vergadering van het ziekenfonds voor.
De ondervoorzitters vervangen, indien nodig of in geval van verhindering, de voorzitter die hen al zijn bevoegdheden kan overdragen.
De algemeen secretaris verzekert het secretariaat van de algemene vergadering van het ziekenfonds.
Het niet of niet meer beantwoorden aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden zoals voorzien in huidige statuten, het ontslag, de afzetting of uitsluiting als lid of als persoon ten laste bij het ziekenfonds, heeft automatisch het einde van het mandaat als lid van de algemene vergadering tot gevolg.
Bevoegdheden van de Algemene Vergadering ARTIKEL 27
De algemene vergadering beraad slaagt en beslist over de aangelegenheden bedoeld bij artikel 15 paragraaf 1 van de wet van 6 augustus 1990 en volgens de modaliteiten vastgesteld in de artikelen 16, 17 en 18 van dezelfde wet.
Behalve andere bepalingen voorzien in huidige statuten, mag de stemming gebeuren hetzij bij handopheffing, hetzij bij naamafroeping. Ieder lid van de algemene vergadering heeft één stem.
Elk lid van de algemene vergadering mag een handgeschreven, gedagtekende en ondertekende volmacht geven aan een ander lid van de algemene vergadering voor de volledige dagorde. Geen enkel lid van de vergadering mag drager zijn van meer dan één volmacht.
De algemene vergadering wordt, in principe, in aanwezigheid van haar leden gehouden. Echter, wanneer de hoogdringendheid of uitzonderlijke omstandigheden het vereisen, kan de algemene vergadering via videoconferentie, via een andere vorm van telecommunicatie of via schriftelijke raad pleging worden georganiseerd, voor zover de nodige maatregelen worden genomen opdat de stemming effectief plaatsvindt en opdat elk lid van de algemene vergadering, in het kader van het beslissingsproces zijn eventuele bemerkingen kan laten gelden. De keuze om gebruik te maken van een van deze vergaderwijzen moet worden gemotiveerd in de uitnodiging en in de notulen van de betreffende vergadering. De modaliteiten om deel te nemen aan de vergadering moeten ook duidelijk worden aangegeven in de uitnodiging die naar de leden wordt verstuurd.
De algemene vergadering kan onder haar verantwoordelijkheid alle bevoegdheden aan de raad van bestuur overdragen behalve deze die uitdrukkelijk voorzien zijn in artikel 15 paragraaf 1 van de wet van 6 augustus 1990.
De algemene vergadering van het ziekenfonds kan op voorstel van de raad van bestuur beslissen over de automatische aanpassing van de bijdragen en/of tarifering van akten en diensten, zoals voorzien in artikel 7 van de statuten rekening houdend met de evolutie van de gezondheidsindex.
De volgende documenten worden ten laatste één maand na hun goedkeuring aan de landsbond overgemaakt:
1° de verslagen of notulen van de vergaderingen van de algemene vergadering; 2° de begroting en de jaarrekening van de aanvullende verzekering;
3° het verslag van de revisoren over de jaarrekening van de aanvullende verzekering.
De landsbond heeft van rechtswege, op eenvoudige aanvraag en zonder verplaatsing, toegang tot de documenten van de vergaderingen van de algemene vergadering.
Bijeenroeping van de Algemene Vergadering ARTIKEL 28
De algemene vergadering van het ziekenfonds wordt bijeengeroepen door de raad van bestuur van het ziekenfonds overeenkomstig de artikelen 16 en 17 van de wet van 6 augustus 1990.
Afdeling 2 - Verkiezing van de vertegenwoordigers voor de Algemene Vergadering van de Landsbond
ARTIKEL 29
De afvaardiging van het ziekenfonds in de algemene vergadering van de Landsbond bedraagtéén afgevaardigde per volledige schijf van 15.000 leden gerechtigden.
ARTIKEL 30
Onverminderd het recht van de leden van de algemene vergadering van het ziekenfonds om zich spontaan of naar aanleiding van een kandidatenoproep kandidaat te stellen, worden de afgevaardigden van het ziekenfonds die de algemene vergadering van de Landsbond samenstellen, voorgedragen door de raad van bestuur van het ziekenfonds en worden ze verkozen door de algemene vergadering van het ziekenfonds.
Alle kandidaten worden op dezelfde kieslijst opgenomen.
De algemene vergadering van het ziekenfonds kan ook onder dezelfde modaliteiten plaatsvervangers kiezen voor de algemene vergadering van de Landsbond.
ARTIKEL 31
De vertegenwoordigers van de algemene vergadering van het ziekenfonds die wensen verkozen te worden tot vertegenwoordiger van de algemene vergadering van de Landsbond moeten hun kandidatuur richten bij aangetekende brief aan de voorzitter van het ziekenfonds en dit vijftien dagen voor de datum van de algemene vergadering van het ziekenfonds die zal overgaan tot de stemming.
Om als vertegenwoordiger van de algemene vergadering van het ziekenfonds in de algemene vergadering van de Landsbond verkozen te worden, moet de kandidaat de voorwaarden in artikel 13 van onderhavige statuten vervullen en mag deze geen personeelslid van de landsbond zijn, noch ontslagen zijn als personeelslid van de landsbond voor een gewichtige reden of om een andere reden, bedoeld in de statuten van de landsbond.
Indien het aantal kandidaten die voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden hoger is dan het aantal te begeven mandaten, dan wordt overgegaan tot stemming.
Indien het aantal kandidaten die voldoen aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden gelijk is aan of lager is dan het aantal te begeven mandaten, dan zijn deze kandidaten automatisch verkozen.
ARTIKEL 32
De stemming is geheim.
De stemming kan ter plaatse of op afstand gebeuren. De modaliteiten voor de stemming worden door de raad van bestuur vermeld samen met de bekendmaking van de definitieve kandidatenlijsten.
Xxxxxxxx vindt plaats tijdens een algemene vergadering wanneer de agenda duidelijk vermeldt dat een dergelijke stemming zal plaatsvinden.
De stemming is anoniem.
De aanwezige leden ontvangen een stembriefje met de lijst van kandidaten. De telling van de stemmen wordt tijdens de vergadering verricht door ten minste twee aan de algemene directie van Solidaris Brabant verbonden secretarissen en de uitslag wordt aan het einde van de algemene vergadering meegedeeld en in de notulen van de vergadering opgenomen.
Stemgerechtigde leden van de algemene vergadering die niet in de algemene vergadering aanwezig kunnen zijn, kunnen vóór de algemene vergadering per brief een verzoek indienen omte mogen stemmen.
Daartoe worden een stembiljet en een voorgefrankeerde enveloppe, gericht aan het hoofdkantoor van Solidaris Brabant, bij de oproeping voor de algemene vergadering gevoegd waarop destemming zal plaatsvinden.
Om geldig te stemmen, moet elke vertegenwoordiger van de algemene vergadering van het ziekenfonds stemmen:
- hetzij voor een aantal kandidaten gelijk aan het aantal effectief te begeven mandaten voor de algemene vergadering van de Landsbond;
- hetzij door een lijststem uit te brengen waardoor hij te kennen geeft akkoord te gaan met de volgorde van de kandidaten die voorkomen op de lijst met betrekking tot de hun toe te kennen effectieve en plaatsvervangende mandaten.
De effectieve en plaatsvervangende kandidaten zijn verkozen in functie van het aantal bekomen stemmen en rekening houdend met het aantal te begeven mandaten.
De lijststemmen worden verdeeld onder de kandidaten, volgens hun volgorde op de lijst, teneinde het vereiste quorum te bereiken.
Bij gelijkheid van stemmen voor het laatste effectief of plaatsvervangend te begeven mandaat, is de volgorde van de lijst beslissend.
Wanneer het aantal kandidaten gelijk is aan of lager dan het aantal te begeven mandaten, zijn de kandidaten automatisch verkozen.
Zijn ongeldig:
∗ de stembiljetten verschillend van deze die werden uitgereikt aan de vertegenwoordigers van de algemene vergadering van het ziekenfonds ;
∗ de stembiljetten die het aantal stemmen niet bevatten overeenstemmend met het aantal effectief te begeven mandaten zonder dat ze een lijststem bevatten ;
∗ de stembiljetten die toelaten de vertegenwoordigers te identificeren.
Afdeling 3 - Raad van Bestuur - Samenstelling ARTIKEL 33
De raad van bestuur van het ziekenfonds is samengesteld uit een maximum, aantal bestuurders dat niet meer mag bedragen dan de helft van het aantal leden van de algemene vergadering. Er mogen niet meer dan 75 % personen van hetzelfde geslacht mogen.
De raad van bestuur mag overeenkomstig het artikel 20 van de wet van 6 augustus 1990 niet voor meer dan één derde zijn samengesteld uit personen die door het ziekenfonds of door de landsbond waarbij het ziekenfonds is aangesloten, worden bezoldigd.
De raad van bestuur van het ziekenfonds stelt uit zijn midden een of meerdere personen aan die belast worden met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur van de betrokken entiteit in de zin van artikel 23, § 4, zesde lid, van de wet van 6 augustus 1990 en dit onverminderd de toepassing van artikel 25 van voornoemde wet.
Er is een onverenigbaarheid tussen enerzijds het uitoefenen van een functie in een ziekenfonds waarbij de persoon die de functie bekleedt hetzij belast is met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur in de zin van artikel 23 § 4, zesde lid van de wet van 6 augustus 1990, hetzij een leidinggevende functie of een directiefunctie bekleedt, en anderzijds een functie waarin hij belast is met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur, een leidinggevende functie of een directiefunctie in een medisch-sociale instelling waarin een gedeelte of het geheel der prestaties het voorwerp zijn van een tegemoetkoming van de federale verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen of van een tegemoetkoming van een deelstaat inzake geneeskundige verzorging of hulp aan personen.
De raad van bestuur kan een of meerdere onafhankelijke bestuurders tellen als bedoeld in artikel 19, §2 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991.
Om onafhankelijk bestuurder te kunnen blijven, moet men blijven voldoen aan de hierboven opgelijste voorwaarden.
De leden en hun personen ten laste behorende tot de kiesomschrijving ‘Vervoer en Verkeer’ beschikken over een vertegenwoordiging in de raad van bestuur bepaald volgens de volgende rekenkundige formule: het totaal aantal te begeven mandaten gedeeld door het aantal leden van het ziekenfonds, vermenigvuldigd met het aantal leden van de kiesomschrijving ‘Vervoer en Verkeer’. De afronding gebeurt naar de bovenste eenheid indien het getal achter de komma 50 of meer bedraagt en naar de onderste eenheid indien het getal achter de komma 49 of minder bedraagt.
Om lid te zijn van de raad van bestuur moet men beantwoorden aan dezelfde voorwaarden van verkiesbaarheid zoals deze voorzien in artikel 13 van de statuten voor de leden van de algemene vergadering, en dit zowel op het ogenblik van verkiezing als gedurende het mandaat. Het is evenwel niet absoluut vereist deel uit te maken van de algemene vergadering.
Een lid van de raad van bestuur verliest de hoedanigheid van bestuurder op de 1e dag van de maand nadat deze de leeftijd van 75 jaar heeft bereikt.
Het mandaat van lid van de raad van bestuur is onbezoldigd, zitpenningen of terugbetalingen van gemaakte kosten kunnen eventueel bepaald worden door de algemene vergadering. Het bedrag van de zitpenningen, het maximumbedrag van de zitpenningen dat op jaarbasis kan worden toegekend, de aard van de kosten die aanleiding kunnen geven tot een tussenkomst en het maximum aantal vergaderingen per jaar dat aanleiding kan geven tot betaling van een zitpenning en tot een
tussenkomst in de kosten verbonden aan het bijwonen van deze vergaderingen, worden opgenomen
in “Bijlage 1” van de statuten.
De lijst van de bestuurders en de wijzigingen van deze lijst moeten op initiatief van het ziekenfonds gepubliceerd worden in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Verkiezingsprocedure ARTIKEL 34
De raad van bestuur van het ziekenfonds wordt door de algemene vergadering van het ziekenfonds
verkozen voor een periode van maximum 6 jaar volgens de voorwaarden voorzien bijartikel 18 van de wet van 6 augustus 1990.
Desgevallend wordt overgegaan tot de verkiezing van de onafhankelijk bestuurders op basis van een lijst met alle kandidaten die voldoen aan de in artikel 19 van het koninklijk besluit van 7 maart 1991 voorziene voorwaarden om in die hoedanigheid te worden verkozen, alvorens over te gaan tot de verkiezing van de overige bestuurders.
De algemene vergadering van het ziekenfonds kan ook volgens dezelfde modaliteiten plaatsvervangende leden van de raad van bestuur van het ziekenfonds kiezen.
ARTIKEL 35
Elk lid of persoon ten laste van het ziekenfonds dat wenst verkozen te worden als lid van de raad van bestuur van het ziekenfonds, moet zijn kandidatuur richten bij aangetekende brief of per e- mail aan de voorzitter van het ziekenfonds en dit twintig dagen voor de datum van de algemene vergadering van het ziekenfonds, die zal overgaan tot de stemming.
De voorzitter van het ziekenfonds die vaststelt dat de kandidaat de in artikel 33 van onderhavige statuten voorziene verkiesbaarheidsvoorwaarden niet vervult, informeert de betrokken kandidaat, binnen een termijn van 10 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag na de verzendingsdatum van de kandidatuur, per aangetekende brief van zijn met redenen omklede weigering om deze op de lijst op te nemen.
De kandidaat die de weigering aanvecht, kan de Controledienst voor de ziekenfondsen vatten overeenkomstig artikel 52, 1e lid, 10° van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen.
Zonder afbreuk te doen aan het recht van de leden van de algemene vergadering van het ziekenfonds om zich kandidaat te stellen voor een mandaat als lid van de raad van bestuur, dat geen mandaat als onafhankelijk bestuurder betreft, kan de raad van bestuur van het ziekenfonds aan de algemene vergadering van het ziekenfonds haar eigen lijst met kandidaten voorstellen.
De raad van bestuur zal bij het opmaken van deze lijst aandacht besteden aan de geografische spreiding van de kandidaten die hij voordraagt.
Alle kandidaten worden op dezelfde kieslijst opgenomen.
ARTIKEL 36
De stemming is geheim.
Ze kan ter plaatse of op afstand gebeuren.
De modaliteiten voor de stemming worden door de raad van bestuur vermeld bij de publicatie vande kieslijsten.
Xxxxxxxx vindt plaats tijdens een algemene vergadering wanneer de agenda duidelijk vermeldt dat een dergelijke stemming zal plaatsvinden.
De stemming is anoniem.
De aanwezige leden ontvangen een stembriefje met de lijst van kandidaten. De telling van de stemmen wordt tijdens de vergadering verricht door ten minste twee aan de algemene directie van Solidaris Brabant verbonden secretarissen en de uitslag wordt aan het einde van de algemene vergadering meegedeeld en in de notulen van de vergadering opgenomen.
Stemgerechtigde leden van de algemene vergadering die niet in de algemene vergadering aanwezig kunnen zijn, kunnen vóór de algemene vergadering per brief een verzoek indienen omte mogen stemmen.
Daartoe worden een stembiljet en een voorgefrankeerde enveloppe, gericht aan het hoofdkantoor van Solidaris Brabant, bij de oproeping voor de algemene vergadering gevoegd waarop destemming zal plaatsvinden.
Om geldig te stemmen, moet elke vertegenwoordiger van de algemene vergadering van het ziekenfonds;
- hetzij stemmen voor een aantal kandidaten gelijk aan het aantal effectief te begeven mandaten voor de raad van bestuur van het ziekenfonds ;
- hetzij een lijststem uitbrengen waarbij hij zijn akkoord geeft met de volgorde van de kandidaten op de lijst voor het aantal effectieve en plaatsvervangende te begeven mandaten.
De effectieve en plaatsvervangende kandidaten zijn verkozen in functie van het aantal bekomen stemmen en rekening houdend met het aantal te begeven mandaten.
De lijststemmen worden verdeeld onder de kandidaten, volgens hun volgorde op de lijst, teneinde het vereiste quorum te bereiken.
Bij gelijkheid van stemmen voor het laatste effectief of plaatsvervangend te begeven mandaat, is de volgorde van de lijst beslissend.
Wanneer het aantal kandidaten gelijk is aan of lager dan het aantal te begeven mandaten, zijn de kandidaten automatisch verkozen.
Zijn ongeldig :
- de stembiljetten verschillend van deze die werden uitgereikt aan de vertegenwoordigers van de algemene vergadering van het ziekenfonds ;
- de stembiljetten die het aantal stemmen niet bevatten overeenstemmend met het aantal effectief te begeven mandaten zonder dat ze een lijststem bevatten ;
- de stembiljetten die toelaten de vertegenwoordiger te identificeren.
ARTIKEL 37
De nieuwe raad van bestuur van het ziekenfonds wordt aangesteld binnen een termijn van maximum dertig kalenderdagen na de datum van de algemene vergadering van het ziekenfonds waarop men tot de stemming overging.
Hij mag maximum vijf raadgevers aanduiden bij de raad van bestuur van het ziekenfonds. Zij moeten de voorwaarden inzake verkiesbaarheid voorzien in artikel 13 van de statuten vervullen, alsook deze voorzien om lid te zijn van de raad van bestuur van het ziekenfonds, op de dag van hun verkiezing. Zij hebben een raadgevende stem.
De personen die binnen het ziekenfonds hetzij een andere leidinggevende functie dan deze van de globale verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur hetzij een directiefunctie uitoefenen, kunnen de vergaderingen van de raad van bestuur bijwonen met raadgevende stem. Indien een van deze personen wordt verkozen als bestuurder, zetelt deze persoon als bestuurder met stemrecht.
De leden van de raad van bestuur van het ziekenfonds kiezen een voorzitter uit hun midden, met een gewone meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
Daarenboven en zoals voorzien in artikel 42 van onderhavige statuten kiezen de leden van de raad van bestuur van het ziekenfonds de ondervoorzitters uit hun midden met een gewone meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde leden.
De algemeen secretaris staat in voor het secretariaat van de raad van bestuur van het ziekenfonds.
ARTIKEL 38
De vervanging van een overleden, ontslagnemend, afgezet of uitgesloten lid van de raad van bestuur van het ziekenfonds, heeft plaats bij de eerstvolgende algemene vergadering van het ziekenfonds.
Het lid van de raad van bestuur van het ziekenfonds op die manier verkozen, beëindigt het mandaat van diegene die hij vervangt.
Het ontslag, de afzetting of de uitsluiting als lid of persoon ten laste van het ziekenfonds, alsook het verlies van de eventuele hoedanigheid als lid van de algemene vergadering van het ziekenfonds, heeft automatisch het einde van het mandaat als lid van de raad van bestuur van het ziekenfonds tot gevolg.
Elk lid van de raad van bestuur van het ziekenfonds dat vijf achtereenvolgende keren, zonder geldige reden, afwezig is, wordt als ontslagnemend beschouwd. Elk lid van de raad van bestuur van het ziekenfonds dat handelt tegen de belangen van het ziekenfonds, kan worden afgezet door de algemene vergadering.
ARTIKEL 38bis
De afzetting van een lid van de raad van bestuur vindt plaats volgens de procedure en de modaliteiten bepaald in artikel 19, tweede lid van de wet van 6 augustus 1990 en van het koninklijk besluit van 13 juni 2010 houdende uitvoering van artikel 19, vierde lid van de wet van 6 augustus 1990.
Bevoegdheid van de Raad van Bestuur ARTIKEL 39
1. De raad van bestuur van het ziekenfonds is belast met het bestuur, met inbegrip van het dagelijks bestuur van het ziekenfonds. Hij oefent alle bevoegdheden uit die niet uitdrukkelijk bij de wet of de statuten aan de algemene vergadering zijn toegekend.
De raad van bestuur kan meer bepaald in het kader van en in overeenstemming met de wet van 6 augustus 1990, alle betalingen uitvoeren en ontvangen en er elke kwijting voor vragen of verlenen; fondsen in bewaring geven of nemen; verwerven, uitwisselen of overdragen alsook in huurceel nemen en geven, zelfs voor meer dan negen jaar; oprichten en bouwen van elk gebouw ten voordele van het ziekenfonds; alle legaten en schenkingen aanvaarden en ontvangen; alle contracten, markten en ondernemingen toestaan en afsluiten; alle leningen met of zonder garantie aangaan; alle subrogaties en borgstellingen toestaan en aanvaarden; de onroerende goederen hypothekeren; alle leningen en voorschotten aangaan en uitvoeren met vermelding van het aangewende middel, afstand doen van alle afdwingbare of reële rechten, alsook van alle persoonlijke en reële waarborgen; opheffing toestaan voor of na betaling van alle bevoorrechte of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, beslagleggingen of hypothecaire inschrijvingen, overschrijvingen, beslagleggingen of andere beletsels; procederen zowel als eiser dan als verweerder, voor alle rechtbanken; en alle vonnissen, schikkingen en beslissingen laten uitvoeren.
De raad van bestuur mag zich in geen enkel geval garant of borg stellen voor om het even welke derde.
Hij legt jaarlijks de jaarrekeningen over het afgelopen dienstjaar en de begroting voor het volgende dienstjaar ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
De raad van bestuur spreekt zich een keer per jaar uit over het evaluatieverslag van het systeem voor het beheer van de klachten met betrekking tot het voorgaande jaar en over de opvolging van de voorafgaande aanbevelingen.
2. Bestuur
De raad van bestuur kan, onder zijn verantwoordelijkheid, een deel van zijn bestuursbevoegdheden overdragen aan de voorzitter, en/of aan één of meerdere bestuurders belast met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur en/of aan één of meerdere andere bestuurders en/of aan één of meer comités waarvan de meerderheid van de leden, aangeduid door de raad van bestuur, bestuurders zijn.
Deze delegatie wordt evenwel niet toegestaan voor:
- het algemeen beleid van het ziekenfonds;
- de totaliteit van de bevoegdheden van de raad van bestuur;
- de vastlegging van de bijdragen;
- het verslag bedoeld in artikel 24 § 2 van de wet van 6 augustus 1990, evaluatieverslag over het klachtenbeheersysteem van het ziekenfonds;
- het verslag bedoeld in artikel 43 van de wet van 6 augustus 1990, verslag over de samenwerking met derden.
De hogervermelde voorzitter, bestuurder of bestuurders en comités leggen jaarlijks een verslag voor aan de raad van bestuur over de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheden.
De raad van bestuur heeft besloten om een deel van haar bestuursbevoegdheden te delegeren aan volgende personen en organen:
- de algemeen secretaris evenals de schatbewaarder voor de uitvoering van de diensten bedoeld in artikel 3, a), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen evenals 3, c) dat voortvloeit uit het vervullen van de opdrachten bedoeld in artikel 3, a) van diezelfde wet (artikel 45 van de statuten);
- de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering belast met de uitvoering van de diensten bedoeld in artikel 3, b), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen ende landsbonden van ziekenfondsen evenals 3, c) dat voortvloeit uit het vervullen van de opdrachten bedoeld in artikel 3, b) van diezelfde wet alsook met de uitvoering van de andere diensten bedoeld in artikel 67, vijfde lid, van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I). De adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering staat de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering bij en vervangt hem in geval van afwezigheid of in geval van belet vastgesteld door het uitvoerend comité bedoeld in artikel 42 van onderhavige statuten (artikel 47 van de statuten);
- het verloningscomité (artikel 41bis van de statuten);
- het uitvoerend comité (artikels 42, 43, 46 van de statuten);
- het directiecomité (artikel 48 van de statuten).
3. Dagelijks bestuur en haar vertegenwoordiging
De raad van bestuur stelt uit zijn midden een persoon of meerdere personen aan die belast wordt (worden) met de globale verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur.
De leden van het directiecomité, zoals bepaald in het artikel 48, alinea 2 van de statuten, zijn aangesteld door de raad van bestuur als personen belast met de globale verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur.
De raad van bestuur van het ziekenfonds kan een of meerdere personen belasten met het dagelijks bestuur van het ziekenfonds, alsook met de vertegenwoordiging van het ziekenfonds wat betreft dit dagelijks bestuur.
Deze personen treden alleen, gezamenlijk of als college op met de bestuurder(s) die in toepassing van artikel 20, § 3 van de wet van 6 augustus 1990 werd(en) belast met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur omvat zowel de handelingen en de beslissingen die niet verder reiken dan de behoeften van het dagelijks leven van het ziekenfonds, als de handelingen en de beslissingen die, ofwel om reden van het minder belang dat ze vertonen, ofwel omwille van hun spoedeisend karakter, de tussenkomst van een orgaan belast met bestuursbevoegdheid niet rechtvaardigen.
De raad van bestuur heeft, overeenkomstig het artikel 25 van de wet van 6 augustus 1990 en na erkenning te hebben bekomen van de raad van bestuur van de Landsbond, besloten om voor het dagelijks bestuur van het ziekenfonds (uitvoering verplichte ziekteverzekering) en de vertegenwoordiging wat betreft dit dagelijks bestuur de algemeen secretaris evenals de schatbewaarder, voor de uitvoering van de diensten bedoeld in artikel 3, a), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen evenals 3, c) dat voortvloeit uit het vervullen van de opdrachten bedoeld in artikel 3, a) van diezelfde wet (artikel 45 van de statuten), aan te stellen.
De raad van bestuur heeft, overeenkomstig het artikel 25 van de wet van 6 augustus 1990 en na erkenning te hebben bekomen van de raad van bestuur van de Landsbond, besloten om aan te stellen voor het dagelijks bestuur van het ziekenfonds (uitvoering aanvullende ziekteverzekering) en wat de vertegenwoordiging van het dagelijks bestuur betreft, de algemeen directeur en adjunct algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering belast met de uitvoering van de diensten bedoeld in artikel 3, b), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen evenals 3, c) dat voortvloeit uit het vervullen van de opdrachten bedoeld in artikel 3,
b) van diezelfde wet alsook met de uitvoering van de andere diensten bedoeld in artikel 67, vijfde lid,
van de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de organisatie van de aanvullende ziekteverzekering(I).
De raad van bestuur van het ziekenfonds is belast met het toezicht op deze personen.
De bepaling dat het dagelijks bestuur wordt opgedragen aan een of meer personen die elk alleen, gezamenlijk of als college optreden, is tegenstelbaar aan derden op voorwaarde dat hun aanduiding in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad is gepubliceerd.
Bevoegdheidsbeperkingen zijn evenwel niet tegenstelbaar aan derden, zelfs indien ze gepubliceerd zijn.
4. Bijzondere mandaten betreffende het dagelijks bestuur
De raad van bestuur, de voorzitter, de bestuurders, de comités waaraan de raad van bestuur een deel van zijn bevoegdheden heeft gedelegeerd, en de personen belast met het dagelijks bestuur van het ziekenfonds kunnen ook via een bijzonder mandaat de uitvoering van een specifieke handeling van dagelijks bestuur of van een serie van specifieke handelingen van dagelijks bestuur aan bijzondere gevolmachtigden delegeren.
De bijzondere gevolmachtigden bedoeld in het vorige lid moeten niet noodzakelijk bestuurders zijn. Ze mogen zich niet in een toestand van belangenconflict bevinden zoals aangehaald in artikel 40 punt
2. van de statuten.
Deze gevolmachtigden verbinden het ziekenfonds binnen de perken van de hun verleende volmacht waarvan de beperkingen tegenstelbaar zijn aan derden overeenkomstig de regels van toepassing inzake lastgeving.
5. Vertegenwoordiging van het ziekenfonds
De raad van bestuur vertegenwoordigt het ziekenfonds, met inbegrip van de vertegenwoordiging in rechte.
De raad van bestuur kan beslissen deze vertegenwoordiging toe te vertrouwen aan de voorzitter, en/of aan de bestuurder (s) die in toepassing van het artikel 20 § 3 van de wet van 6 augustus 1990 belast zijn met de globale verantwoordelijkheid voor het dagelijks bestuur en/of aan een of meer andere bestuurders die alleen, gezamenlijk of als college optreden.
Een dergelijke vertegenwoordigingsclausule is tegenstelbaar aan derden op voorwaarde dat de beslissing om de vertegenwoordiging van het ziekenfonds toe te vertrouwen aan een of meerdere personen gepubliceerd wordt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad.
6. Bijzondere volmacht betreffende de vertegenwoordiging
De raad van bestuur of de personen die een algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben, kunnen bijzondere gevolmachtigden aanduiden om het ziekenfonds voor een specifieke juridische handeling of een serie van specifieke juridische handelingen te vertegenwoordigen.
Deze gevolmachtigden verbinden het ziekenfonds binnen de perken van de hun verleende volmacht waarvan de beperkingen tegenstelbaar zijn aan derden overeenkomstig de regels van toepassing inzake lastgeving.
De bijzondere gevolmachtigden moeten niet noodzakelijk bestuurders zijn. Ze mogen zich niet in een toestand van belangenconflict bevinden zoals aangehaald in artikel 40 punt 2. van de statuten.
7. De raad van bestuur beslist over de aanwerving, de benoeming en de afdanking van de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering en de adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering.
De raad van bestuur beslist of de functies van algemeen secretaris en algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering worden opgenomen door één en dezelfde persoon of door verschillende personen. Hetzelfde geldt voor de functies van schatbewaarder en adjunct- algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering.
De raad van bestuur bepaalt, op voorstel van het verloningscomité, de bezoldiging van de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering en van de adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering.
Deze bezoldigingen zijn minstens gelijk aan die van de algemeen secretaris en de schatbewaarder.
Indien de functie van algemeen secretaris en algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering worden opgenomen door één en dezelfde persoon dan dekt de bezoldiging als algemeen secretaris de beide functies. Hetzelfde geldt indien de functies van schatbewaarder en adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering worden opgenomen door één en dezelfde persoon.
Behalve de vaststelling van de bijdragen, kan hij onder zijn verantwoordelijkheid, de akten van dagelijks beheer en bevoegdheden overdragen aan het uitvoerend comité zoals bepaald in artikel 42 van onderhavige statuten.
De raad van bestuur kan het initiatief nemen om in elk van de hierboven bepaalde kiesomschrijvingen een gebruikersraad in het leven te roepen. Deze gebruikersraad is een raad gevend orgaan dat het ziekenfonds moet begeleiden bij het uitstippelen van een gericht gebruikersbeleid. De opdracht van dit raadgevende orgaan bestaat erin elke verbetering te formuleren en te suggereren die mogelijk kan bijdragen tot een kwaliteitsverbetering van de producten en diensten bestemd voor de verzekerden van het ziekenfonds.
Het vormt dus :
- een denktank waar het ziekenfonds en zijn gebruikers overleggen en van gedachten kunnen wisselen;
- een instrument dat de directie van de onderneming kan begeleiden in haar initiatieven en projecten ter attentie van de leden en van derden binnen de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Deze gebruikersraad fungeert derhalve als een observatorium belast met het aanbrengen van een prospectieve visie op de noden en verwachtingen van de ziekenfondsleden, met de bedoelingdeze op het gepaste moment op optimale wijze te kunnen inlossen.
ARTIKEL 40
1. De raad van bestuur van het ziekenfonds kan slechts geldig beraad slagen over de punten die voorkomen op zijn dagorde als ten minste de helft van zijn leden aanwezig zijn.
2. De leden van de raad van bestuur of van een comité bedoeld in artikel 23, § 2 van de wet van 6 augustus 1990, kunnen niet deelnemen aan de beraadslaging over aangelegenheden die henzelf of hun familieleden tot en met de vierde graad rechtstreeks aanbelangen. Ze kunnen evenmin deelnemen aan de stemming met betrekking tot deze aangelegenheden.
Wanneer de raad van bestuur of een comité bedoeld in artikel 23, § 2 van de wet van 6 augustus 1990, op basis van zijn bevoegdheid een beslissing moet nemen met betrekking tot welke een bestuurder een rechtstreeks of onrechtstreeks belang van vermogensrechtelijke aard heeft dat strijdig is met het belang van het ziekenfonds of van de landsbond, moet de betrokken bestuurder dit meedelen aan de andere bestuurders vóór de raad van bestuur of het comité een beslissing neemt.
Zijn verklaring en toelichting over de aard van dit strijdig belang moeten worden opgenomen in de notulen van de vergadering van de raad van bestuur die of van het comité dat deze beslissing moet nemen.
De raad van bestuur of het comité omschrijft in de notulen de aard van de in het eerste lid bedoelde beslissing en de vermogensrechtelijke gevolgen ervan voor het ziekenfonds of de landsbond en verantwoordt de genomen beslissing. Dit deel van de notulen wordt in zijn geheel opgenomen in het jaarverslag of in een document dat samen met de jaarrekeningen wordt neergelegd.
De notulen van de vergadering worden meegedeeld aan de revisor.
De revisor beoordeelt in een afzonderlijk onderdeel van zijn in het artikel 57 van de wet van 6 augustus 1990 bedoelde verslag, de vermogensrechtelijke gevolgen voor het ziekenfonds van de beslissingen van de raad van bestuur of van het comité waarvoor een strijdig belang bestaat.
De bestuurder met een belangenconflict, mag niet deelnemen aan de beraadslagingen van de raad van bestuur of het comité over deze beslissingen, noch aan de stemming over dit punt. Wanneer de meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders een belangenconflict hebben, wordt de beslissing aan de algemene vergadering voorgelegd. Ingeval de algemene vergadering de beslissing goedkeurt, kan de raad van bestuur of het comité ze uitvoeren.
Het ziekenfonds kan de nietigheid vorderen van beslissingen die in strijd met de regels voorzien in dit artikel genomen zijn, indien de andere partij bij die beslissingen op de hoogte was of had moeten zijn van deze overtreding.
3. De beslissingen, behoudens deze die een andere meerderheid vereisten door de wet van 6 augustus 1990, moeten genomen worden indien minstens de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en bij eenvoudige meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Behoudens andere bepalingen voorzien in de huidige statuten, mag de stemming gebeuren hetzij bij handopheffing, hetzij bij naamafroeping. Elk lid van de raad van bestuur heeft één stem.
4. De raad van bestuur wordt, in principe, in aanwezigheid van de bestuurders gehouden. Echter, wanneer de hoogdringendheid of uitzonderlijke omstandigheden het vereisen, kan de raad van bestuur via videoconferentie, via een andere vorm van telecommunicatie of via schriftelijke raad pleging worden georganiseerd, voor zover de nodige maatregelen worden genomen opdat de stemming effectief plaatsvindt en opdat elk lid van de raad van bestuur, in het kader van het beslissingsproces zijn eventuele bemerkingen kan laten gelden. De keuze om gebruik te maken van
een van deze vergaderwijzen moet worden gemotiveerd in de uitnodiging en in de notulen van de betreffende vergadering. De modaliteiten om deel te nemen aan de vergadering moeten ook duidelijk worden aangegeven in de uitnodiging die naar de bestuurders wordt verstuurd.
5. Het ziekenfonds maakt de verslagen of notulen van de vergadering van de raad van bestuur ten laatste een maand na hun goedkeuring over aan de landsbond.
De landsbond heeft van rechtswege, op eenvoudige aanvraag en zonder verplaatsing, toegang tot de documenten van de vergaderingen van de raad van bestuur.
Hetzelfde geldt voor de documenten van de vergaderingen van de comités bedoeld in artikel 23, § 2 van de wet van 6 augustus 1990.
Bijeenroeping van de Raad van Bestuur ARTIKEL 41
De raad van bestuur van het ziekenfonds wordt ten minste twee maal per jaar uitgenodigd op voorstel van het uitvoerend comité van het ziekenfonds.
De uitnodiging gebeurt door middel van een persoonlijk bericht aan elk lid van de raad van bestuur.
Dit bericht moet ten laatste vijftien kalenderdagen voor de datum van de raad van bestuur verstuurd worden en bevat onder andere de dagorde van de raad van bestuur.
Verloningscomité
ARTIKEL 41bis
Een verloningscomité kan worden opgericht bij beslissing van de raad van bestuur en dit op voorstel van het uitvoerend comité .
Het verloningscomité is samengesteld uit de voorzitter van de raad van bestuur, algemeen- secretaris, schatbewaarder, algemeen-directeur en adjunct-algemeen directeur alsook uit één expert die onafhankelijk is van de directie van het ziekenfonds en door de raad van bestuur, op voordracht van het uitvoerend comité, wordt aangeduid omwille van zijn competenties op het vlak van het bepalen van de verloning en extralegale voordelen.
Het verloningscomité wordt bijeengeroepen door de voorzitter.
De leden van het verloningscomité die lid zijn van de raad van bestuur hebben stemrecht, de andere leden hebben een raadgevende stem.
Het verloningscomité adviseert het uitvoerend comité en de raad van bestuur over het algemeen loonbeleid en over het bepalen van de verloningen voor de kaderleden die niet geviseerd zijn door artikel 25 van de wet van 6 augustus 1990.
Afdeling 4 – Uitvoerend Comité ARTIKEL 42
De raad van bestuur van het ziekenfonds duidt in overeenstemming met artikel 23 § 2 van de wet van 6 augustus 1990 een uitvoerend comité aan samengesteld uit:
- de voorzitter van het ziekenfonds, aangeduid overeenkomstig artikel 37 van huidige statuten;
- de algemeen secretaris, de schatbewaarder, de adjunct-secretarissen, leden van de directie van het ziekenfonds ;
- de algemeen directeur en de adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering, leden van de directie van het ziekenfonds;
- twaalf leden van de raad van bestuur van het ziekenfonds, te weten : zes voor het arrondissement Brussel, drie voor het arrondissement Halle-Vilvoorde en drie voorhet arrondissement Leuven. Onder hen wordt een ondervoorzitter aangeduid in de schoot van het Uitvoerend Bestuur van elk arrondissement, behalve voor het arrondissement waartoe de voorzitter behoort.
De vervanging van een lid van het uitvoerend comité, overleden of ontslagnemend om welke reden ook, vindt plaats op de eerstvolgende raad van bestuur van het ziekenfonds dewelke statutair uitsluitend bevoegd is om hierover te beslissen.
De algemeen secretaris, de schatbewaarder, de adjunct-secretarissen, de algemeen directeur en de adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering maken deel uit van het uitvoerend comité op voorwaarde dat ze de hoedanigheid hebben van verkozen lid van de raad van bestuur.
Indien zij niet verkozen zijn als lid van de raad van bestuur, nemen de algemeen secretaris, de schatbewaarder, de adjunct-secretarissen, evenals de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering en de adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering, leden van de directie van het ziekenfonds, deel aan de vergadering van het uitvoerend comité met raadgevende stem.
ARTIKEL 43
Het uitvoerend comité van het ziekenfonds wordt aangeduid binnen een termijn van maximum dertig kalenderdagen na de datum van de raad van bestuur van het ziekenfonds die tot zijn verkiezing overging. Het uitvoerend comité vergadert zoveel keer per jaar, als het dagelijks beheer van het ziekenfonds dit vereist.
ARTIKEL 44
1. De voorzitter van het ziekenfonds zit de vergaderingen van het uitvoerend comité voor, alsook deze van de raad van bestuur en van de algemene vergadering.
Hij is belast met de ordehandhaving van deze vergaderingen.
Hij waakt over en verzekert de goede uitvoering van de statuten en de bijzondere reglementen van het ziekenfonds.
Hij geeft de bevelen tot bijeenroeping van de algemene vergadering van het ziekenfonds.
Hij is belast met het vervullen van alle nodige formaliteiten bij de Regie der Posterijen voor het afhalen van alle documenten die bestemd zijn voor het ziekenfonds.
Daartoe kan hij zijn bevoegdheid overdragen aan ieder ander persoon, lid van de raad van bestuur of van het administratief personeel van het ziekenfonds.
2. De ondervoorzitters van het ziekenfonds vervangen de voorzitter in geval van afwezigheid of verhindering, vastgesteld door het uitvoerend comité .
ARTIKEL 45
De algemeen secretaris van het ziekenfonds is bevoegd voor de uitvoering van de diensten bedoeld in artikel 3, a), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen evenals 3, c) voor het vervullen van de opdrachten bedoeld in artikel 3, a) van diezelfde wet.
In het kader van deze bepalingen, is de algemeen secretaris:
- belast met het opstellen van de notulen, de briefwisseling, de bijeenroepingen, het bijhouden van de archieven en het bijhouden van de registers van het ziekenfonds;
- onderzoekt en bereidt hij, in samenwerking met de voorzitter van het ziekenfonds, met de schatbewaarder, met de algemeen en de adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering, de studie voor van de vragen die aan het uitvoerend comité moeten voorgelegd worden;
- treft hij, in samenwerking met het uitvoerend comité van het ziekenfonds, alle schikkingen om de goede werking van de verschillende administratieve en andere diensten van het ziekenfonds te verzekeren;
- betaalt hij of laat hij betalen middels een door hem ondertekend mandaat. De schatbewaarder:
- is verantwoordelijk voor de fondsen en effecten van het ziekenfonds;
- legt op elke gewone algemene vergadering van het ziekenfonds, in naam van de raad van bestuur, rekenschap af over de financiële situatie. Op elke raad van bestuur doet hij datzelfde in naam van het uitvoerend comité .
De schatbewaarder staat de algemeen secretaris bij en vervangt hem in geval van afwezigheid of in geval van verhindering vastgesteld door het uitvoerend comité .
ARTIKEL 46
Het uitvoerend comité is belast met het personeelsbeheer van het ziekenfonds.
Het kan via een bijzonder mandaat de uitvoering van een specifieke handeling van dagelijks bestuur of een serie van specifieke handelingen van dagelijks bestuur aan bijzondere gevolmachtigden delegeren.
Het uitvoerend comité wordt, in principe, in aanwezigheid van zijn leden gehouden. Echter, wanneer de hoogdringendheid of uitzonderlijke omstandigheden het vereisen, kan het uitvoerend comité via videoconferentie, via een andere vorm van telecommunicatie of via schriftelijke raadpleging worden georganiseerd, voor zover de nodige maatregelen worden genomen opdat de stemming effectief plaatsvindt en opdat elk lid van het uitvoerend comité, in het kader van het beslissingsproces zijn eventuele bemerkingen kan laten gelden. De keuze om gebruik te maken van een van deze vergaderwijzen moet worden gemotiveerd in de uitnodiging en in de notulen vande betreffende vergadering. De modaliteiten om deel te nemen aan de vergadering moeten ook duidelijk worden aangegeven in de uitnodiging die naar de leden wordt verstuurd.
ARTIKEL 53
De algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering is bevoegd voor de uitvoering van de diensten bedoeld in artikel 3, b), van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen evenals 3, c) voor het vervullen van de opdrachten bedoeld in artikel 3, b) van diezelfde wet.
In het kader van deze bepalingen, is algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering:
- belast met het opstellen van de notulen, de briefwisseling, de bijeenroepingen, het bijhouden van de archieven en het bijhouden van de registers van het ziekenfonds;
- onderzoekt en bereidt hij, in samenwerking met de voorzitter van het ziekenfonds en met de algemeen secretaris en de schatbewaarder, de studie voor van de vragen die aan het uitvoerend comité moeten voorgelegd worden;
- treft hij, in samenwerking met het uitvoerend comité van het ziekenfonds, alle schikkingen om de goede werking van de verschillende administratieve en andere diensten van het ziekenfonds te verzekeren;
- betaalt hij of laat hij betalen middels een door hem ondertekend mandaat. De adjunct-algemeen directeur:
- is verantwoordelijk voor de fondsen en effecten van het ziekenfonds;
- legt op elke gewone algemene vergadering van het ziekenfonds, in naam van de raad van bestuur, rekenschap af over de financiële situatie. Op elke raad van bestuur doet hij datzelfde in naam van het uitvoerend comité.
De adjunct-algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering staat de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering bij en vervangt hem in geval van afwezigheid of in geval van verhindering vastgesteld door het uitvoerend comité.
ARTIKEL 48
Directiecomité
Er wordt een directiecomité gevormd in de schoot van het ziekenfonds.
Het directiecomité is samengesteld uit de algemeen secretaris, de schatbewaarder, de algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering en de adjunct- algemeen directeur voor de aanvullende ziekteverzekering.
De adjunct-secretarissen en de vertegenwoordigers van de directies en/of diensten van het ziekenfonds wonen het directiecomité bij.
De algemeen secretaris zit het directiecomité voor en roept het bijeen.
Het directiecomité slaat per definitie de brug tussen de diensten van het ziekenfonds en de verschillende instanties van het ziekenfonds.
Het is een bezinningsorgaan dat ermee belast is de strategische doelstellingen van het ziekenfonds op gebied van intern en extern ziekenfondsbeleid uit te werken in overleg met de voorzitter van het ziekenfonds.
Het bereidt in overleg met de voorzitter van het ziekenfonds, de voorstellen voor die met het oog op een beslissing moeten worden voorgelegd aan het uitvoerend comité en/of de raad van bestuur.
Het is tevens belast met de uitvoering van de beslissingen die door het uitvoerend comité, de raad van bestuur en de algemene vergadering werden goedgekeurd.
HOOFDSTUK V - De diensten van het ziekenfonds: gewaarborgde voordelen, bijzondere
aansluitingsvoorwaarden, bijdragen.
Behoudens uitvoering van haar opdracht in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen zoals bepaald in artikel 2 a) van de statuten, voorziet het ziekenfonds voor haar leden en hun personen ten laste de bij artikel 2 b) van deze statuten voorziene tussenkomsten, voordelen en diensten volgens de hierna vastgestelde modaliteiten.
De afdeling 1 (artikels 49 tot en met 52) wordt geschrapt gelet op de integratie van de kleine risico’s in de wet betreffende de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringenen dit met ingang op 1 januari 2008.
De afdeling wordt voorbehouden voor eventuele toekomstige diensten.
Afdeling 2: Aanvullende verzekering, ziekenvervoer en ziekenwagen ARTIKEL 53
Het ziekenfonds organiseert deze dienst voor alle leden bedoeld in artikel 6 § 1 1° en 2° van huidige statuten.
ARTIKEL 54
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in het gedeelte van de vervoer- en ziekenwagenkosten, dat niet ten laste genomen wordt door een andere wetgeving, aan zieken en slachtoffers van een ongeval:
- bij dringend vervoer (dienst 112);
- bij niet-dringend vervoer voor volgende redenen:
− begin en einde van een ziekenhuisverblijf;
− vervoer van een verplegingsinrichting naar een andere voor de behandeling van de patiënt meer aangepaste verplegingsinrichting;
− begin en einde van een opname in een erkend hersteloord;
− chemotherapie, radiotherapie, follow up;
− dialyses;
− hartrevalidatie en multidisciplinaire revalidatie;
− post-operatieve zorgen na een orgaantransplantatie;
− kortverblijven in een erkend centrum;
− werkelijk gebruik van een gipskamer in een ziekenhuis;
− een daghospitalisatieforfait wordt aangerekend.
onder de volgende voorwaarden:
1. Vervoer met persoonlijk voertuig
Terugbetaling tegen maximum 0,40 euro per kilometer. (minimumtussenkomst van 2,50 euro en maximum van 10 euro per rit)
2. Vervoer per ziekenwagen
Tussenkomst in de kostprijs van de factuur met toepassing van een vast bedrag ten laste van het lid. Dit vast bedrag bedraagt:
- 50 euro per rit voor de gewone rechthebbenden,
- 25 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer),
- 10 euro per rit voor de rechthebbenden toegelaten tot een centrum voor de ambulante behandeling van gedialyseerden, een centrum voor radio- en/of chemotherapie- behandeling chemoterapeutisch ambulante behandeling of voor de ambulante follow-up van de vermelde behandelingen,
- 6 euro per rit voor de rechthebbenden toegelaten tot een centrum voor de ambulante behandeling van gedialyseerden, een centrum voor radio- en/of chemotherapie- behandeling, chemotherapeutisch ambulante behandeling of voor de ambulante follow-up van de vermelde behandelingen, voor zover het gaat om personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
3. Vervoer per taxi en lichte sanitaire wagen
Tussenkomst in de kostprijs van de factuur met toepassing van een vast bedrag ten laste van het lid. Dit vast bedrag bedraagt:
- 30 euro per rit voor de gewone rechthebbenden,
- 15 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer),
- 6 euro per rit voor de rechthebbenden toegelaten tot een centrum voor de ambulante behandeling van gedialyseerden, een centrum voor radio- en/of chemotherapiebehandeling chemoterapeutische ambulante behandeling, of voor de ambulante follow-up van de vermelde behandelingen;
- 3 euro per rit voor de rechthebbenden toegelaten tot een centrum voor de ambulante behandeling van gedialyseerden, een centrum voor radio- en/of chemotherapie- behandeling, chemotherapeutische ambulante behandeling, of voor de ambulante follow-up van de vermelde behandelingen, voor zover het gaat om personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
4. Vervoer per helikopter
Tussenkomst van maximaal 500,00 EUR per heen- en terugreis.
Voorwaarde voor het niet-dringende vervoer per ziekenwagen, taxi en sanitaire wagen: het lid moet de Mutas-alarmcentrale waarmee het ziekenfonds een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten, opgeroepen hebben voor de organisatie van zijn of haar vervoer. De Mutas- oproepcentrale bepaalt wat het meest geschikte vervoermiddel is.
Indien het lid de Mutas-alarmcentrale niet heeft opgeroepen of wanneer de Mutas- alarmcentrale niet bij machte is het vervoer te organiseren, wordt het vervoer tussen een ziekenhuis, een revalidatiecentrum, een hersteloord, een erkend centrum voor kortverblijf, een rusthuis onder volgende voorwaarden terugbetaald:
1. Vervoer per ziekenwagen
De tegemoetkoming in de kostprijs van de factuur gebeurt als volgt:
1. Toepassing van een franchise ten laste van het lid. Deze franchise bedraagt:
- 50,00 euro per rit voor de gewone rechthebbenden;
- 30,00 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
2. De tegemoetkoming is gelijk aan het bedrag dat na toepassing van de vermelde franchise ten laste blijft van het lid.
Deze tegemoetkoming is evenwel begrensd op volgende wijze:
− in het Brussels Gewest begrenzing op 55,00 euro per rit ;
− buiten het Brussels Gewest begrenzing op 35,00 euro voor de eerste 12 km; begrenzing op 1,70 euro/km van de 13de tot en met de 80ste km, begrenzing op 1,40 euro/km vanaf de 81ste km.
2. Vervoer per taxi
De tegemoetkoming in de kostprijs van de factuur gebeurt als volgt:
1. Toepassing van een franchise ten laste van het lid.
Deze franchise bedraagt:
- 35,00 euro per rit voor de gewone rechthebbenden;
- 25,00 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
2. De tegemoetkoming is gelijk aan het bedrag dat na toepassing van de vermelde franchise ten laste blijft van het lid.
Deze tegemoetkoming is evenwel begrensd op volgende wijze:
− een begrenzing op 13,00 euro voor de eerste 12 km;
− een begrenzing op 0,70 euro/km vanaf de 13de km.
3. Vervoer per lichte sanitaire wagen
De tegemoetkoming in de kostprijs van de factuur gebeurt als volgt:
1. Toepassing van een franchise ten laste van het lid. Deze franchise bedraagt:
- 35,00 euro per rit voor de gewone rechthebbenden;
- 25,00 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37, §§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
2. De tegemoetkoming is gelijk aan het bedrag dat na toepassing van de vermelde franchise ten laste blijft van het lid.
Deze tegemoetkoming is evenwel begrensd op volgende wijze:
− in het Brussels gewest begrenzing op 27,00 euro per rit ;
− buiten het Brussels gewest begrenzing op 21,00 euro voor de eerste 12 km; begrenzing op 1,20 euro/km vanaf de 13de km.
Voor de berekening van de maximumbedragen en de vaste bedragen ten laste van het lid, wordt een heen- of terugreis als een rit beschouwd.
.
Bovengenoemde tussenkomsten mogen in geen geval het bedrag ten laste van de rechthebbende overschrijden.
Indien er voor het ziekenvervoer een tussenkomst voorzien is in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, dan wordt deze in mindering gebracht van de in onderhavig artikel vervatte tussenkomsten.
In alle vernoemde gevallen moet het gaan om het vervoer tussen de plaats van het ongeval, de woonplaats van de zieke of zijn hoofdverblijfplaats in België en de dichtstbijzijnde of best aangepaste Belgische verplegingsinstelling en vice versa.
Zijn uitgesloten van tussenkomst:
∗ het vervoer van de ene verplegingsinstelling naar een andere; behalve indien de patiënt wordt vervoerd naar een beter aan de aandoening van de patiënt aangepaste instelling;
∗ het vervoer ten gevolge van de beoefening beroepshalve van volgende sporten: veld- en ijshockey, voetbal, rugby, duiksport, gevechts- en krijgssport, sneeuwski, de
deelneming aan en de voorbereiding tot wielerwedstrijden en wedstrijden met motorrijtuigen, paardrijden.
∗ het vervoer heen en terug ten gevolge van een toelating bekomen door een gehospitaliseerde om enkele dagen elders te verblijven dan in de instelling waar hij is opgenomen.
Een bewijsstuk ter staving van de kosten en een geneeskundig getuigschrift dat de noodzaak van het vervoer bewijst, moeten worden overgemaakt teneinde deze tussenkomst te bekomen.
Bij mogelijks geschil over het kilometeraantal wordt beslecht met gebruikmaking van een verkeersnavigatiesoftware.
In het kader van de vaccinatiecampagne COVID-19, komt het ziekenfonds tussen in de kosten voor het vervoer naar een vaccinatiecentrum indien (cumulatieve voorwaarden):
- het lid fysiek niet in staat is om zelfstandig de verplaatsing te maken en geen beroep kan doen op een familielid of een mantelzorger;
- er geen mogelijkheden worden aangeboden en de vervoersonkosten onder geen enkele andere regeling worden gedekt.
In dat geval, wordt ten laste van de aanvullende verzekering een tussenkomst voorzien volgens de hierna vermelde voorwaarden:
1. Vervoer per taxi en lichte sanitaire wagen:
Tussenkomst in de kostprijs van de factuur met toepassing van een vast bedrag ten laste van het lid. Dit vast bedrag ten laste van de patiënt bedraagt:
- 5 euro per rit voor de gewone rechthebbenden;
- 2,5 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37,
§§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
2. Vervoer per ziekenwagen
Tussenkomst in de kostprijs van de factuur met toepassing van een vast bedrag ten laste van het lid. Dit vast bedrag ten laste van het lid bedraagt:
- 5 euro per rit voor de gewone rechthebbenden;
- 2,5 euro per rit voor de personen die beschikken over het sociaal statuut voorzien in artikel 37,
§§1, 2 en 19 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (op de datum van het vervoer).
Voor de berekening van het vast bedrag ten laste van het lid wordt de heen- of terugreis als een rit beschouwd.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van:
– verklaring op eer, volgens het model vastgelegd door het ziekenfonds, dat het lid de hoger vermelde cumulatieve voorwaarden vervult;
– een kopie van de vaccinatiebevestiging;
– het origineel van de vervoersfactuur.
ARTIKEL 55
De jaarbijdrage voor deze afdeling van TITEL V wordt vermeld in artikel 98 van huidige statuten. De bijdragen zijn verschuldigd op maandbasis.
Afdeling 3: Aanvullende verzekering – geneeskundige verstrekkingen en geneesmiddelen ARTIKEL 56
Het ziekenfonds organiseert deze dienst voor alle leden bedoeld in artikel 6 § 1 1° en 2° van huidige statuten.
ARTIKEL 57 - A
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten van gezondheidszorgen verstrekt in de poliklinieken behorende tot de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx en de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx / asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx.
De tussenkomst heeft betrekking op de kost van de gezondheidszorg die ten laste blijft van de rechthebbende na aftrek van wettelijke en extrawettelijke tegemoetkomingen.
De tussenkomsten hebben betrekking op volgende prestaties:
- artikel 2 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
- artikel 3 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen met uitzondering van de verstrekkingen klinische biologie;
- artikel 5 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen met uitzondering van:
- de uitneembare partiële of volledige tandprothese (plaatsing, herstelling, bijplaatsing van tanden en vervanging van de basis),
- de plaatsing van implantaten (inclusief de eventuele hulpmiddelen),
- artikel 7 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
- artikel 20 c van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
- artikel 36 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De tussenkomst is gelijk aan het verschil tussen het in de nomenclatuur voorziene honorarium en de in de nomenclatuur voorziene tussenkomst. Indien de nomenclatuur voorziet dat het persoonlijk aandeel ten laste van de rechthebbende wordt verhoogd omwille van het ontbreken van een preventieve verzorging, dan wordt deze verhoging niet vergoed.
Voor de verstrekkingen voorzien in artikels 2, 3, 20 c en 36 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen komt de dienst slechts tussen op voorwaarde dat de rechthebbende over een elektronisch medisch dossier (EMD) beschikt.
Het elektronisch dossier dient geopend en geldig te zijn op het ogenblik waarop de verstrekking wordt verleend waarvoor een tussenkomst wordt gevraagd.
De geldigheid van het elektronisch medisch dossier loopt vanaf de dag waarop de nomenclatuurcode 101496 of 101511 wordt geattesteerd en duurt tot en met 31 december van het tweede daaropvolgende kalenderjaar dat volgt op de opening van het dossier. Deze geldigheid kan met een jaar worden verlengd indien de nomenclatuurcodes 101533 of 101555 ook geregistreerd zijn in het dossier.
Indien de rechthebbende voor de levering van een tandprothese of de herstelling van een tandprothese geen tussenkomst lastens de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen kan genieten dan is de tussenkomst gelijk aan 15% van het door de rechthebbende werkelijk betaalde bedrag met een maximum van 15% van het honorarium voorzien in de nomenclatuur voor de prestatie code 306913.
Indien een gehoorprothese en/of bijhorende batterijen zoals voorzien in artikel 31 van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor
geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt aangeschaft, wordt de rechthebbende een tussenkomst toegekend gelijk aan 15% van het deel dat ten zijne laste valt.
Indien de rechthebbende voor de individuele diëtische evaluatie en/of interventie geentussenkomst lastens de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen kan genieten, dan is de tussenkomst gelijk aan de in de nomenclatuur voorziene tussenkomst voor de verstrekking dieetkunde met code 771131.
Indien aan de rechthebbenden een materiaaltoeslag op de verstrekking 305616 van de nomenclatuur van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt aangerekend voor het herstellen of vervangen van draad jes en blokjes, geniet de rechthebbende een tussenkomst gelijk aan het door de rechthebbende werkelijk betaalde bedrag begrensd tot 5,50 EUR.
ARTIKEL 57 – A bis
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten van een behandeling tabaksontwenning verstrekt door een erkende tabakoloog in de poliklinieken behorende tot de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx / asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx.
Het bedrag van de tussenkomst is gelijk aan de kost die ten laste blijft van de rechthebbende na aftrek van wettelijke en extrawettelijke tegemoetkomingen.
ARTIKEL 57 - B
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst voor homeopathische geneesmiddelen, naar rato van 25
% op de aankoopprijs; met een maximum van 150 euro per kalenderjaar en per rechthebbende in de zin van de verplichte ziekteverzekering.
De homeopathische geneesmiddelen dienen voorgeschreven te zijn door een arts en afgeleverd te worden in een apotheek. De geneesmiddelen mogen niet bestemd zijn voor: diergeneeskunde, vermageringskuren, schoonheidstherapie.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van het BVAC-formulier afgeleverd door de apotheker.
ARTIKEL 57 – C
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de voetverzorging volgens de voorwaarden voorzien onder artikel 57 Cbis, Cter, Cquater en Cquinquies.
ARTIKEL 57 – Cbis
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de voetverzorging aan de leden die ouder zijn dan 60 jaar en voor zover de voetverzorger een samenwerkingsakkoord sloot met de vzw Thuiszorg Brabant of de asbl Soins à Domicile Bruxelles of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx-Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx. De lijst van deze verstrekkers is vermeld in de bijlagen van onderhavige statuten.
De tussenkomst bedraagt 7,50 euro per voetverzorging en is beperkt voor alle verstrekkingen voetverzorging en podologie samen tot zes verstrekkingen per kalenderjaar en per rechthebbende.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van het behoorlijk ingevulde registratieformulier dat de datum van prestatie, het betaalde bedrag, de stempel en het registratienummer van de verstrekker omvat.
ARTIKEL 57 - Cter
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de voetverzorging aan de leden voorgeschreven om medische redenen door een arts en voor zover de voetverzorger een samenwerkingsovereenkomst sloot met de vzw Thuiszorg Brabant of de asbl Soins à Domicile Bruxelles of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx. De lijst van deze verstrekkers is vermeld in de bijlagen van onderhavige statuten.
De datum waarop het voorschrift werd opgesteld gaat vooraf aan of is dezelfde als de datum waarop de voetverzorging aanvangt.
De tussenkomst bedraagt 7,50 euro per voetverzorging en is beperkt voor alle verstrekkingen voetverzorging en podologie samen tot zes verstrekkingen per kalenderjaar en per rechthebbende in de zin van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van het medisch voorschrift van de arts en het behoorlijk ingevulde registratieformulier dat de datum van prestatie, het betaalde bedrag, de stempel en het registratienummer van de verstrekker omvat.
ARTIKEL 57 - Cquater
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst voor de verstrekkingen podologie aan de leden die ouder zijn dan 60 jaar en voor zover de podoloog, erkend door het Riziv, een samenwerkingsakkoord sloot met de vzw Thuiszorg Brabant of de asbl Soins à Domicile Bruxelles of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx. De lijst van deze verstrekkers is vermeld in de bijlagen van onderhavige statuten.
De tussenkomst bedraagt 9,50 euro per verstrekking podologie zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overtreffen en is beperkt voor alle verstrekkingen voetverzorging en podologie samen tot zes verstrekkingen per kalenderjaar en per rechthebbende.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van het behoorlijk ingevulde dat de datum van prestatie, het betaalde bedrag, de stempel en het registratienummer van de verstrekker omvat.
ARTIKEL 57 - Cquinquies
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst voor de verstrekkingen podologie voorgeschreven aan de leden om medische redenen door een arts, en voor zover de podoloog erkend door het Riziv, een samenwerkingsakkoord sloot met de vzw Thuiszorg Brabant of asbl Soins à Domicile Bruxelles of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx. De lijst van deze verstrekkers is vermeld in de bijlagen van onderhavige statuten.
De datum waarop het voorschrift werd opgesteld gaat vooraf aan of is dezelfde als de datum waarop de verstrekking podologie aanvangt.
De tussenkomst bedraagt 9,50 euro per verstrekking podologie zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overtreffen en is beperkt voor alle verstrekkingen voetverzorging en podologie samen tot zes verstrekkingen per kalenderjaar en per rechthebbende.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van het behoorlijk ingevulde dat de datum van prestatie, het betaalde bedrag, de stempel en het registratienummer van de verstrekker omvat.
ARTIKEL 57 - D
Het ziekenfonds komt tussen in de kosten voor implanteerbare prothesen en/of osteosynthesemateriaal vermeld op de nominatieve lijst orthopedie en traumatologie van het Riziv.
Een tussenkomst is voorzien in het persoonlijk aandeel ten laste van de rechthebbende, exclusief de afleverings- en veiligheidsmarge zoals bepaald in artikel 1, 36° en 40° van het koninklijk besluit van 25 juni 2014 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen.
De tussenkomst van het ziekenfonds bedraagt 75 % voor het persoonlijk aandeel boven 50 euro; de maximale tussenkomst bedraagt 410 euro gedurende een aaneensluitende periode van 12 maanden vanaf de implantatie van de prothese en/of het osteosynthesemateriaal en dit voor zover er een hospitalisatie is en een tussenkomst van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De tussenkomst wordt enkel verleend op voorlegging van de originele ziekenhuisfactuur dewelke de kostprijs vermeldt van een geïmplanteerde prothese en/of het betreffende osteosynthesemateriaal.
ARTIKEL 57 - E
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst ten belope van 30 % in de kostprijs van incontinentie- en babyluiers aangeschaft bij de vzw Thuishulp/Aide à Domicile asbl.
De tussenkomst voor incontinentieluiers wordt geplafonneerd op 480 EUR per kalenderjaar. De tussenkomst voor babyluiers wordt geplafonneerd op 220 EUR per kalenderjaar.
De tussenkomst wordt maandelijks verleend op voorlegging van de originele prestatiestaat opgemaakt door de vzw Thuishulp/Aide à Domicile asbl en omvattende: de identificatie van de aangeschafte incontinentie- en/of babyluiers, de identificatie van de rechthebbende en het betaalde bedrag.
Het ziekenfonds heeft daarvoor met voornoemde vzw een samenwerkingsovereenkomst gesloten.
ARTIKEL 57 - F
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in het deel van de honoraria dat niet krachtens een andere wetgeving ten laste genomen wordt voor de osteopatische behandeling uitgevoerd door een osteopaat die vermeld is op de lijst vastgelegd door het Nationaal Intermutualistisch College of van de Association professionnelle de médecine manuelle et ostéopathique (APMMO). De lijst van deze verstrekkers is vermeld in de bijlagen van onderhavige statuten.
De tussenkomst bedraagt 12,50 euro of is gelijk aan het bedrag dat ten laste van de patiënt blijft indien dat minder dan 12,50 euro beloopt.
De tegemoetkoming voor alle behandelingen inzake osteopathie, chiropraxie en acupunctuursamen is beperkt tot maximum 62,50 euro per kalenderjaar en per rechthebbende (5 zittingen van 12,50 euro).
De tussenkomsten voor osteopathie worden alleen verleend op vertoon van de originele kwijting die de osteopaat na elke behandeling behoorlijk invult. Hierop moeten voorkomen de identiteit van de patiënt, de behandelingsdatum, de identiteit van de verstrekker evenals diens handtekening en stempel en het betaalde bedrag.
ARTIKEL 57 - G
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in het deel van de honoraria voor de chiropraxiebehandeling uitgevoerd door een chiropractor erkend door het ziekenfonds dewelke lid dient te zijn van een vereniging erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de erkenning van beroepsorganisaties van beoefenaars van een niet-conventionele praktijk, dat niet krachtens een andere wetgeving ten laste genomen wordt. De lijst van deze verstrekkers is vermeld in de bijlagen van onderhavige statuten.
De tussenkomst bedraagt 12,50 euro of is gelijk aan het bedrag dat ten laste van de patiënt blijft indien dat minder dan 12,50 euro beloopt.
De tegemoetkoming voor alle behandelingen inzake osteopathie, chiropraxie en acupunctuur samen is beperkt tot 62,50 euro per kalenderjaar en per rechthebbende (5 zittingen van 12,50 euro).
De tussenkomsten voor chiropraxie worden alleen verleend op vertoon van de originele kwijting die de chiropractor na elke behandeling behoorlijk invult.
Hierop moeten voorkomen de identiteit van de patiënt, de behandelingsdatum, de identiteit van de verstrekker evenals diens handtekening en stempel en het betaalde bedrag.
ARTIKEL 57 - H
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten voor de orthodontische behandeling die voldoet aan de criteria vermeld onder artikel 6 § 5 tot 16 van de nomenclatuur der geneeskundige verstrekkingen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen en die niet ten laste worden genomen door een andere wetgeving.
De dienst verleent slechts een tussenkomst op voorwaarde dat de rechthebbende over een elektronisch medisch dossier (EMD) beschikt of ingeschreven is in een medisch huis of wanneer de behandeling verstrekt is in de poliklinieken behorende tot de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx/asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx.
Met de term "medisch huis" wordt bedoeld: een zorgverlener of een groep van zorgverleners zoals bedoeld in artikel 32, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Het elektronisch medisch dossier of de inschrijving in een medisch huis moet open of gerealiseerd en geldig zijn op het ogenblik waarop de verstrekking wordt verleend waarvoor een tussenkomst wordt gevraagd.
De geldigheid van het elektronisch medisch dossier begint op de dag waarop de nomenclatuurcode 101496 of 101511 wordt geattesteerd en duurt tot en met 31 december van het tweede daaropvolgende kalenderjaar dat volgt op de opening van het dossier. Deze geldigheid kanmet een jaar worden verlengd indien de nomenclatuurcodes 101533 of 101555 ook geregistreerd zijn in het dossier.
De tussenkomst wordt als volgt bepaald:
- voor de leden die aan de RIZIV-criteria voldoen, wordt een tussenkomst voorzien van maximaal
1.050 euro; beperkt tot het bedrag ten laste van de rechthebbende
- deze forfaitaire tussenkomst wordt als volgt uitbetaald:
* 525 euro wordt betaald bij de aanvang van de behandeling, dwz op voorlegging van het origineel getuigschrift voor verstrekte hulp van een tandarts of stomatoloog waarop de verstrekkingscode 305631 voorkomt;
* 525 euro wordt betaald ten vroegste na 12 maanden van behandeling op voorlegging van het behoorlijk ingevulde aanvraagformulier (model vastgelegd door het ziekenfonds)
− de dienst verleent een tussenkomst die gelijk is aan het wettelijke remgeld, beperkt tot het bedrag dat ten laste van de rechthebbende blijft, in de verstrekkingen vermeld onder de codes 301092, 305830, 305852, 305911, 305550, 305572, 305616, 305653, 305734, 305933,
305955 van de nomenclatuur van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
Bij een orthodontische behandeling die genoodzaakt is omwille van één van de hiernavermelde pathologieën en in zoverre de behandeling een functionele doelstelling heeft, verleent het ziekenfonds een bijkomende tussenkomst van 400 euro.
De pathologieën die in aanmerking komen, zijn de craniofaciale groeistoornissen met rechtstreekse gevolgen voor de positie en relatie van de tanden die in onderstaande lijst worden vermeld:
• Craniofaciale dysplasieën (misvorming van schedelbeenderen in het aangezicht) met splijting van boven- of onderkaak (schizis); met geheel of gedeeltelijk ontbreken van bot
(dysostosis) ter hoogte van de middenlijn of lateraal; met abnormaal samengroeien van bot (synostosis); met geheel of gedeeltelijk ontbreken van bot + abnormaal samengroeienvan bot (xxxxxxx, apert, triphyllocephalie)
• Craniofaciale dysplasieën met synchondrose (met stoornis in de groei van het kaakbeen): ziekelijke stoornis in de ontwikkeling van het kraakbeen veroorzaakt door gebrekkige groei en verkromming van de lange beenderen (achondroplasie).
• Craniofaciale dysplasieën van andere oorsprong: osseuze dysplasieën (osteopetrosis, craniotubulaire dysplasie, fibreuze dysplasie); huiddysplasieën (ectodermale dysplasie, neurocutaneuze dysplasie, neurofibromatose), neuromusculaire dysplasieën (PierreRobin
sekwentie, mobius syndroom), musculaire dysplasieën (glossoschizis (gespleten tong), aglossie, mimische spieren agenesie (cardiofaciaal syndroom - syndroom vanCayler)), vasculaire dysplasieën (hemangioom, lymfangioom, hemolymfangioom)
• Congenitale agenesie van minstens drie blijvende tanden, met uitzondering van wijsheidstanden
De tussenkomst wordt beslist na advies van de adviserend geneesheer op voorlegging van het origineel verslag opgesteld door de behandelende stomatoloog en onder meer omvattende de cefalometrische radiografie.
De tussenkomst wordt betaald op voorlegging van het origineel getuigschrift voor verstrekte hulp waaruit blijkt dat de orthodontische behandeling is aangevat.
ARTIKEL 57- Hbis
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten van tandzorg aan de leden.
De dienst verleent slechts een tussenkomst op voorwaarde dat de rechthebbende over een elektronisch medisch dossier (EMD) beschikt of ingeschreven is in een medisch huis of wanneer de behandeling verstrekt is in de poliklinieken behorende tot de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx of de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx/asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx.
Met de term "medisch huis" wordt bedoeld: een zorgverlener of een groep van zorgverleners zoals bedoeld in artikel 32, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Het elektronisch medisch dossier of de inschrijving in een medisch huis moet open of gerealiseerd en geldig zijn op het ogenblik waarop de verstrekking wordt verleend waarvoor een tussenkomst wordt gevraagd.
De geldigheid van het elektronisch medisch dossier begint op de dag waarop de nomenclatuurcode 101496 of 101511 wordt geattesteerd en duurt tot en met 31 december van het tweede daaropvolgende kalenderjaar dat volgt op de opening van het dossier. Deze geldigheid kanmet een jaar worden verlengd indien de nomenclatuurcodes 101533 of 101555 ook geregistreerd zijn in het dossier.
De dienst verleent een tussenkomst die gelijk is aan het wettelijke remgeld, beperkt tot het bedrag dat ten laste van de rechthebbende blijft, voor de verstrekkingen uitgevoerd door een tandheelkundige of stomatoloog, zoals bepaald in artikel 5 van de nomenclatuur van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, in de rubrieken raad plegingen, preventieve behandelingen en parodontologie.
De tussenkomst wordt betaald op voorlegging van het originele getuigschrift voor verstrekte hulp van een tandarts of stomatoloog, waarop één van de supra vermelde verstrekkingscodes voorkomt.
ARTIKEL 57 – H ter
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten voor de aanschaf van een tandprothese, tandimplantaten, kronen en bruggen voor zover de rechthebbende geen recht heeft op een tussenkomst ten laste van een andere wetgeving dan de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De tussenkomst wordt verleend op voorwaarde dat de rechthebbende over een elektronischmedisch dossier (EMD) beschikt of ingeschreven is in een medisch huis of wanneer de behandeling verstrekt is in de poliklinieken behorende tot de vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx, vzw Medische Centra Xxxxx Xx Xxxxx/asbl Centres Médicaux Xxxxx Xx Xxxxx.
Met de term "medisch huis" wordt bedoeld: een zorgverlener of een groep van zorgverleners zoals bedoeld in artikel 32, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Het elektronisch medisch dossier moet open zijn of de inschrijving bij het medisch huis moet gerealiseerd en geldig zijn op het ogenblik waarop de verstrekking wordt verleend waarvoor een tussenkomst wordt gevraagd.
De geldigheid van het elektronisch medisch dossier begint op de dag waarop de nomenclatuurcode 101496 of 101511 wordt geattesteerd en duurt tot en met 31 december van het tweede kalenderjaar dat volgt op de opening van het dossier. Deze geldigheid kan met een jaar worden verlengd indien de nomenclatuurcodes 101533 of 101555 ook worden geregistreerd in het dossier.
De tussenkomst bedraagt 20% van het bedrag dat werkelijk ten laste van de rechthebbende is.
De tussenkomst is beperkt tot 1.050 EUR per periode van twee jaar. De periode van twee jaar gaat in op de datum van de eerste prestatie die recht geeft op de in dit artikel bedoelde tussenkomst.
De prestaties moeten in België verstrekt worden door een door het RIZIV erkende tandarts, orthodontist, parodontoloog of stomatoloog.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van de factuur of van het behandelingsattest - opgesteld voor de tandarts, orthodontist, parodontoloog of stomatoloog - met vermelding van het type tandprothese, tandimplantaat, kroon, brug en van de prijs.
ARTIKEL 57 – I
1. Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten voor de aanschaf van een brilmontuur en glazen, en in de kosten van contactlenzen.
De tussenkomst bedraagt 60,00 euro zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overschrijden en kan per leeftijdscategorie éénmaal worden genoten.
Volgende leeftijdscategorieën worden vastgelegd:
• 0 tot en met 10 jaar
• 11 tot en met 20 jaar
• 21 tot en met 30 jaar
• 31 tot en met 40 jaar
• 41 tot en met 50 jaar
• 51 tot en met 60 jaar
• 61 tot en met 70 jaar
• 71 tot en met 80 jaar
• 81 tot en met 90 jaar
• 91 tot en met 100 jaar
• 101 tot en met 110 jaar
Het behoren tot een leeftijdscategorie wordt vastgesteld in functie van de leeftijd van de rechthebbende op de datum vermeld op het getuigschrift van aflevering.
De eventueel genoten tussenkomst in toepassing van het voordeel ‘brilmonturen, glazen en contactlenzen’ zoals dit bestond tot en met 31 december 2011, wordt in mindering gebracht op de in voorgaande alinea voorziene tussenkomst en dit met toepassing van de voorziene leeftijdscategorieën.
De tussenkomst gebeurt na afgifte van het originele en gedetailleerde (montuur; brilglazen en/of contactlenzen) getuigschrift van aflevering of de factuur op naam van de rechthebbende opgemaakt door een door het RIZIV erkend opticien en waarop het RIZIV-erkenningsnummer van de opticien vermeld staat.
Zonne- en fantasiebrillen zonder dioptrie zijn uitgesloten van tussenkomst.
Het ziekenfonds kan overeenkomsten sluiten met optiekzaken om kortingen ten gunste van de leden te bedingen voor de aanschaf van brilmonturen, brilglazen en contactlenzen.
2. Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten van een refractieve laserbehandeling voor de correctie van myopie, presbytie, astigmatisme en hypermetropie.
De tussenkomst bedraagt 150,00 EUR zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overschrijden en kan éénmaal per oog worden genoten.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van een origineel attest (model vastgelegd
door het ziekenfonds) of de originele factuur omvattende de identificatie van de rechthebbende, de datum van prestatie, de identificatie van de uitgevoerde laserbehandeling, de identiteit van de oogarts evenals diens handtekening en stempel en het betaalde bedrag.
3. Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kosten van een lensimplantaat voor de correctie van myopie, presbytie, astigmatisme en hypermetropie.
De tussenkomst bedraagt 150,00 EUR zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overschrijden en kan éénmaal per oog worden genoten.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van een origineel attest (model vastgelegd door het ziekenfonds) of de originele factuur omvattende de identificatie van de rechthebbende, de datum van prestatie, de identificatie van de uitgevoerde lensimplantatie, de identiteit van xxxxxxxxx evenals diens handtekening en stempel en het betaalde bedrag.
ARTIKEL 57-J
Het ziekenfonds verleent aan de leden een tussenkomst voor de inentingskosten (aanschaf vaccin) opgelopen in België ten belope van maximaal 25 euro per kalenderjaar en per rechthebbende, zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overschrijden.
Voor het vaccin tegen baarmoederhalskanker echter, geldt een tussenkomst van 50 euro per dosis, met dien verstande dat de tussenkomst per rechthebbende zich beperkt tot maximum 150 euro voor 3 doses.
De tussenkomst voor het vaccin tegen baarmoederhalskanker kan gecumuleerd worden met de tussenkomst voor een ander vaccin of andere vaccins.
Onder vaccin dient te worden verstaan: een antigeen preparaat dat als entstof toegediend de preventie van microbiële, virale of parasitaire infecties mogelijk maakt.
De tussenkomst wordt verleend op voorlegging van het BVAC-formulier afgeleverd door de apotheker.
ARTIKEL 57-K t/m Kbis
1. Baarmoederhalskanker
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kostprijs van een uitstrijkje (opsporen van baarmoederhalskanker) bij vergoeding in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De tussenkomst bedraagt 10,00 euro maar wordt beperkt tot het bedrag dat ten laste van de rechthebbende blijft. Ze kan één keer per drie kalenderjaren worden genoten.
De tussenkomst wordt betaald op voorlegging van het originele getuigschrift voor verstrekte hulp waarop de RIZIV-code van de uitgevoerde verstrekking voorkomt.
2. Borstkanker
Het ziekenfonds verleent een tussenkomst in de kostprijs van een mammografie (opsporen van borstkanker) bij vergoeding in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.
De tussenkomst bedraagt 10,00 euro maar wordt beperkt tot het bedrag dat ten laste van de rechthebbende blijft. Ze kan één keer per twee kalenderjaren worden genoten.
De tussenkomst wordt betaald op voorlegging van het originele getuigschrift voor verstrekte hulp waarop de RIZIV-code van de uitgevoerde verstrekking voorkomt.
ARTIKEL 57 - L
1. Het ziekenfonds verleent een tegemoetkoming aan de rechthebbende die een behandeling tegen zwaarlijvigheid volgt bij een diëtist dewelke voldoet aan de wettelijke voorwaarden en voor zover de behandeling tegen zwaarlijvigheid werd voorgeschreven door een geneesheer en minstens zes behandelingssessies werden gevolgd.
2. Het ziekenfonds verleent een tegemoetkoming aan de rechthebbende die een behandeling tegen zwaarlijvigheid georganiseerd door Weight Watchers Belgium nv volgt, voor zover de behandeling tegen zwaarlijvigheid werd voorgeschreven door een geneesheer en minstens zes behandelingssessies werden gevolgd
De tussenkomst bedraagt 10,00 euro per sessie zonder evenwel het bedrag ten laste van de rechthebbende te overschrijden. Ze wordt verleend op voorlegging van het voorschrift van de behandelend geneesheer en het behoorlijk ingevulde behandelingsattest (model vastgelegd door het ziekenfonds) omvattende de data van de behandelingssessies, de identiteit van de rechthebbende, het betaalde bedrag per sessie, de stempel en de handtekening van de diëtist of van de vertegenwoordiger van Weight Watchers Belgium nv.
De datum waarop het voorschrift werd opgesteld gaat vooraf aan of is dezelfde als de datum waarop de behandeling tegen zwaarlijvigheid aanvangt.
De tussenkomsten voor alle behandelingen tegen zwaarlijvigheid vermeld in punt 1 en 2 zijn beperkt tot zes behandelingssessies per kalenderjaar en per rechthebbende. Een rechthebbende kan dus in toepassing van dit artikel slechts een tussenkomst van maximum 60 EUR per kalenderjaar genieten.