Deel V – Organisatie van het kantoor
Deel V – Organisatie van het kantoor
Hoofdstuk 1 - Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en eenpersoonsvennootschappen van advocaten
Afdeling 1 - Samenwerkingsverbanden tussen advocaten
170.1. Een samenwerkingsverband is een duurzame samenwerking tussen advocaten die de uitoefening van het beroep van advocaat of de ondersteuning van die uitoefening beoogt en die een gemeenschappelijke onderneming tussen haar leden vergt.
170.2. Een associatie is een samenwerkingsverband waarin de leden de uitoefening van het beroep van advocaat volledig of gedeeltelijk hebben ingebracht en contractueel hebben vastgelegd hoe tussen hen de baten of verliezen van het samenwerkingsverband worden verdeeld.
Bij een volledige inbreng in een associatie bepalen de leden van het samenwerkingsverband contractueel dat zij de uitoefening van het beroep van advocaat uitsluitend in het samenwerkingsverband uitoefenen.
Bij een gedeeltelijke inbreng in een associatie bepalen de leden van het samenwerkingsverband contractueel welk gedeelte van de uitoefening van het beroep van advocaat zij in het samenwerkingsverband uitoefenen.
170.3. Een groepering is een samenwerkingsverband waarvan de leden enkel contractueel hebben vastgelegd hoe zij gemeenschappelijke diensten ter ondersteuning van de beroepsuitoefening van haar leden organiseren en hoe ze de kosten daarvan delen.
170.4. Een netwerk is een samenwerkingsverband waarvan de leden onafhankelijk van elkaar het beroep van advocaat uitoefenen, maar de andere leden van het netwerk bij hun cliënteel aanbevelen.
170.5. Vlaamse advocaten zijn voor de toepassing van dat hoofdstuk advocaten zoals bedoeld in artikel 498 van het Gerechtelijk Wetboek.
170.6. Het Vlaams rechtsgebied is voor de toepassing van dat hoofdstuk het deel van het Belgische grondgebied dat wordt gevormd door de gerechtelijke arrondissementen waarover de balies die deel uitmaken van de Orde van Vlaamse Balies zich uitstrekken.
170.7. Documenten zijn voor de toepassing van dat hoofdstuk alle mogelijke stukken waarmee een samenwerkingsverband naar buiten treedt, ongeacht de drager van de stukken en de middelen waarmee de stukken worden verspreid.
171.1. Een samenwerkingsverband dat kenmerken van meer dan één van de navolgende soorten samenwerkingsverbanden vertoont, is onderworpen aan de meest restrictieve bepalingen die volgens die afdeling toepasselijk zijn, ongeacht de kwalificatie van dat samenwerkingsverband door zijn leden of de wijze waarop het samenwerkingsverband of zijn leden naar buiten treedt.
171.2. […]
171.3. Vlaamse advocaten kunnen een samenwerkingsverband aangaan door overeenkomsten naar Belgisch of buitenlands recht te sluiten, dan wel door een rechtspersoon naar Belgisch of buitenlands recht op te richten of er tot toe te treden.
171.4. Vlaamse advocaten kunnen een samenwerkingsverband aangaan met andere Vlaamse advocaten, met advocaten bij het Hof van Cassatie, met één of meer binnen- of buitenlandse advocaten of met hun respectieve samenwerkingsverbanden. Ze kunnen ook tot een dergelijk reeds bestaand samenwerkingsverband toetreden, zonder dat die bepaling afbreuk doet aan andere bepalingen van de Codex.
171.5. Voor zover andere beroepsregels dit niet in de weg staan, kan een Vlaamse advocaat of zijn eenpersoonsvennootschap toetreden tot samenwerkingsverbanden die buiten het Vlaams rechtsgebied werden opgericht en waarvan de aandelen mede
door niet-advocaten worden aangehouden. Dat samenwerkingsverband en haar leden moeten steeds artikel 171.6 naleven.
171.6. Wanneer Vlaamse advocaten met andere advocaten aan een samenwerkingsverband deelnemen, letten de Vlaamse advocaten erop dat dat samenwerkingsverband en de andere leden ervan in het Vlaams rechtsgebied enkel met het beroep van advocaat verenigbare activiteiten uitoefenen en leven zij binnen het Vlaams rechtsgebied de beroepsregels na waaraan Vlaamse advocaten zijn onderworpen.
171.7. Al de aandelen van een samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid moeten steeds op naam van de vennoten in het aandelenregister worden ingeschreven.
171.8. Een samenwerkingsverband kan met een ander samenwerkingsverband verbonden zijn zoals wettelijk omschreven. In dat geval strekken de belangenconflicten binnen een samenwerkingsverband of in hoofde van de leden van dat samenwerkingsverband zich uit tot de andere verbonden samenwerkingsverbanden of de leden ervan.
171.9. Beslissingen en maatregelen die volgens die afdeling door onderscheiden raden van de Orde, stafhouders of buitenlandse balieoverheden worden genomen, zijn slechts definitief indien zij door elk van die balieorganen of balieoverheden werden genomen.
Als die balieorganen of balieoverheden zoals in het vorige lid bedoeld onderscheiden voorwaarden hebben opgelegd, worden alle voorwaarden cumulatief toegepast.
Als die balieorganen of balieoverheden zoals in het eerste lid bedoeld onderling strijdige voorwaarden hebben opgelegd, wordt de meest restrictieve voorwaarde toegepast.
171.10. De oprichting, de wijziging, de ontbinding of beëindiging van een samenwerkingsverband gebeurt schriftelijk, evenals de toetreding tot of uittreding van een samenwerkingsverband.
171.11. De overeenkomst, het reglement van inwendige orde, de oprichtingsakte of de statuten van een samenwerkingsverband bepalen dat zij ondergeschikt zijn aan de regels van die afdeling en de deontologische regels van het beroep en daarmee overeenstemmend moeten worden geïnterpreteerd.
171.12. Binnen een associatie of groepering behartigen leden geen belangen die strijden met de belangen die door andere leden van dezelfde associatie of groepering worden behartigd.
171.13. Indien wettelijke en deontologische regels of regels van onverenigbaarheid er binnen een associatie of groepering toe leiden dat in een welbepaalde aangelegenheid een lid van die associatie of groepering niet kan optreden, kan een ander lid van die associatie of groepering in diezelfde aangelegenheid evenmin optreden.
171.14. Advocaten mogen niet de indruk wekken dat ze tot een associatie of groepering behoren zonder dat daar schriftelijke contractuele afspraken voor zijn.
Advocaten die de indruk wekken dat ze tot een associatie of groepering behoren zonder dat daar schriftelijke contractuele afspraken voor zijn, worden voor de toepassing van de deontologie naar gelang het geval als leden van een associatie of een groepering beschouwd.
171.15. Indien een samenwerkingsverband in zijn naam of logo de naam van een lid van dat samenwerkingsverband voert, zullen het samenwerkingsverband en zijn leden er onverwijld voor zorgen dat de naam van dat lid uit de naam en het logo van dat samenwerkingsverband wordt geschrapt en dat de documenten van het samenwerkingsverband in die zin worden aangepast indien:
1. de betrokken advocaat uittreedt om buiten dat samenwerkingsverband het beroep uit te oefenen;
2. de betrokken advocaat bij definitieve tuchtbeslissing werd geschrapt of wegens faillissement werd weggelaten;
3. de betrokken advocaat van het samenwerkingsverband wordt uitgesloten;
4. de betrokken advocaat het beroep niet meer uitoefent en het samenwerkingsverband geen akkoord met hem of met zijn rechtsopvolgers sloot over het verdere gebruik van zijn naam;
5. de betrokken advocaat wordt weggelaten om een beroep uit te oefenen dat onverenigbaar is met dat van advocaat zoals bedoeld in artikel 437 van het Gerechtelijk Wetboek.
171.16. De documenten uitgaande van het samenwerkingsverband vermelden getrouw de aard en vorm en tonen aan dat ze uitgaan van advocaten. Ze maken het mogelijk de leden ervan te identificeren.
171.17. […]
171.18. Ongeacht of in een statutaire geschillenregeling is voorzien, respecteren de leden van het samenwerkingsverband bij de beslechting van hun onderlinge geschillen het beroepsgeheim.
Met het oog op de bescherming van het beroepsgeheim kunnen enkel advocaten vereffenaars van een samenwerkingsverband zijn.
Onverminderd de toepassing van wettelijke bepalingen wordt het samenwerkingsverband niet van rechtswege ontbonden door het overlijden of uittreden om welke reden ook van één van zijn leden.
De ontbinding of uittreding van samenwerkingsverbanden die op hun beurt een verder samenwerkingsverband hebben gesloten leidt niet tot ontbinding van dat laatste samenwerkingsverband.
Bij ontbinding van het samenwerkingsverband of bij uittreding van een lid worden de dossiers verdeeld volgens de ter zake gemaakte afspraken, waarbij geen afbreuk mag worden gedaan aan de vrije keuze van de cliënt.
171.19. Een samenwerkingsverband mag een benaming aannemen.
Art. 172 Bijzondere regels voor de associatie
172.1. Overeenkomsten of schriftelijke afspraken over de oprichting van een nieuwe of de wijziging van een bestaande associatie, dienen vooraf te worden meegedeeld aan de stafhouder, die wijzigingen kan opleggen.
172.2. De advocaat die toetreedt tot een bestaande associatie en waarvan de statuten door zijn toetreding niet wijzigen, meldt enkel zijn toetreding aan de stafhouder(s).
172.3. De advocaat die toetreedt tot een bestaande associatie die niet eerder aan zijn stafhouder(s) werd meegedeeld, deelt zowel de toetredingsovereenkomst als de reeds bestaande overeenkomsten vooraf aan de stafhouder(s) mee.
172.4. De advocaat kan lid zijn van meer dan één associatie, op voorwaarde dat hij dat vooraf aan de stafhouder meedeelt en de kernwaarden van het beroep van advocaat naleeft.
Voor de toepassing van de regels inzake belangenconflicten en onverenigbaarheden zullen de associaties die gemeenschappelijke leden hebben, als één geheel worden aangemerkt. Zij zullen de controle op belangenconflicten en onverenigbaarheden op elkaar afstemmen.
Het is een advocaat toegelaten lid te zijn van meer dan één associatie of groepering, indien beide betrokken samenwerkingsverbanden daarmee uitdrukkelijk instemmen volgens de daarvoor voorziene beslissingsprocedure.
Indien de associatieovereenkomst of de statuten ter zake niets anders bepalen, is het de leden van de associatie verboden om lid te worden van een ander samenwerkingsverband behoudens unanieme instemming van alle andere leden.
172.5. Advocaten die een associatie oprichten stellen statuten op waarin de verplichting wordt opgelegd om de huidige Codex, de reglementen van de betreffende Ordes, evenals de bedingen te respecteren die het volgende bepalen:
a. in de bestuursorganen van een associatie kunnen, behoudens toegelaten uitzondering en met eerbied voor het beroepsgeheim van de advocaat, enkel
advocaten zetelen die werkzaam zijn binnen die associatie of binnen verbonden advocatenvennootschappen zoals wettelijk omschreven;
b. het verlies van de hoedanigheid van advocaat brengt van rechtswege de verplichting met zich mee om als bestuurder terug te treden en om zijn aandelen of rechten over te dragen, hetzij aan de andere vennoten, hetzij aan de vennootschap, hetzij aan een ander advocaat, binnen de voorwaarden door de statuten bepaald;
c. het overlijden, het definitief verbod tot beroepsuitoefening, de weglating, de schorsing, de wettelijke onbekwaamheid, het faillissement, de uitsluiting of de uittreding van een vennoot hebben niet de ontbinding van de vennootschap tot gevolg, behalve wanneer de wet of de statuten dat voorschrijven;
d. de statuten bepalen de rechten en verplichtingen van de gewezen vennoot of van zijn rechtverkrijgenden bij verlies, om welke reden ook, van de hoedanigheid van vennoot;
e. de vennoten verbinden zich ertoe om de regels die van kracht zijn inzake belangenconflicten en onverenigbaarheden te respecteren;
f. de geschillenregeling binnen deze associatie.
172.6. De advocaat die in of voor een associatie werkzaam is, kan niet in rechte optreden als advocaat van de leden van de associatie, haar medewerkers en stagiairs, noch van de associatie.
Art. 173 Bijzondere regels met betrekking tot de groeperingen
173.1. Overeenkomsten of schriftelijke afspraken over de oprichting van een nieuwe groepering die onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treedt of de wijziging van een dergelijke bestaande groepering kunnen slechts worden gesloten na goedkeuring door de stafhouder(s), ongeacht hun vorm of opschrift.
173.2. Overeenkomsten of schriftelijke afspraken over de oprichting van een groepering die niet onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treedt of de
wijziging van een dergelijke groepering worden aan de stafhouder(s) gemeld, ongeacht hun vorm. De stafhouder kan wijzigingen opleggen.
173.3. De advocaat die toetreedt tot een bestaande groepering die eerder door zijn stafhouder(s) werd goedgekeurd en waarvan de statuten door zijn toetreding niet wijzigen, meldt zijn toetreding aan de stafhouder(s).
173.4. De advocaat die toetreedt tot een bestaande groepering die niet eerder aan zijn stafhouder(s) werd meegedeeld, deelt zowel de toetredingsovereenkomst als de reeds bestaande overeenkomsten vooraf aan de stafhouder(s) mee.
173.5. […]
173.6. De advocaat kan lid zijn van meer dan één groepering, op voorwaarde dat hij dat vooraf aan de stafhouder meedeelt en de kernwaarden van het beroep van advocaat naleeft.
Voor de toepassing van de regels inzake belangenconflicten en onverenigbaarheden zullen de groeperingen die gemeenschappelijke leden hebben, als één geheel worden aangemerkt. Zij zullen de controle op belangenconflicten en onverenigbaarheden op elkaar afstemmen.
Het is een advocaat toegelaten lid te zijn van meer dan één associatie of groepering, indien beide betrokken samenwerkingsverbanden daarmee uitdrukkelijk vooraf instemmen volgens de daarvoor voorziene beslissingsprocedure.
Indien de groeperingsovereenkomst of de statuten ter zake niets anders bepalen, is het de leden van de groepering verboden om lid te worden van een ander samenwerkingsverband behoudens unanieme voorafgaande instemming van alle andere leden.
173.7. De advocaat die in of voor een groepering werkzaam is, kan niet in rechte optreden als advocaat van de leden van de groepering, haar medewerkers en stagiairs, noch als advocaat van de groepering.
Art. 174 Bijzondere regels met betrekking tot netwerken
174.1. Overeenkomsten of schriftelijke afspraken over de oprichting van, de toetreding tot, dan wel de wijziging van een netwerk worden vooraf door de betrokken advocaten aan hun stafhouder meegedeeld. De stafhouder kan wijzigingen opleggen.
174.2. De advocaat die toetreedt tot een bestaand netwerk dat niet eerder aan zijn stafhouder(s) werd meegedeeld, deelt zowel de toetredingsovereenkomst als de reeds bestaande overeenkomst vooraf aan zijn stafhouder(s) mee.
174.3. Leden van een netwerk kunnen slechts occasioneel elkaars infrastructuur gebruiken.
174.4. Indien de leden van het netwerk hun deelname aan dat netwerk vermelden, doen ze dat op zo’n wijze dat bij het publiek niet de indruk wordt gewekt dat het netwerk een associatie of een groepering is.
Afdeling 2 - Eenpersoonsvennootschappen van advocaten Art. 175 De eenpersoonsvennootschap
175.1. De advocaat kan vennoot van een of meerdere eenpersoonsvennootschappen zijn.
175.2. De betrokken advocaat moet de oprichtingsakte of de wijzigingsakte van een eenpersoonsvennootschap onmiddellijk aan zijn stafhouder(s) meedelen. De stafhouder kan wijzigingen opleggen.
175.3. Een eenpersoonsvennootschap kan lid zijn van een samenwerkingsverband.
175.4. De advocaat-vennoot van één of meerdere eenpersoonsvennootschappen kan het beroep van advocaat in niet meer dan één associatie of één groepering uitoefenen.
175.5. De advocaat die een eenpersoonsvennootschap opricht, stelt statuten op waarin de verplichting wordt opgelegd de Codex Deontologie voor Advocaten, de reglementen van de Ordes waarvan hij lid is te eerbiedigen en bepalen dat:
a. het doel van de eenpersoonsvennootschap mag enkel bestaan in het uitoefenen van het beroep van de vennoot/zaakvoerder, hetzij alleen, hetzij met anderen, en alle activiteiten die verenigbaar zijn met het beroep van advocaat, onverminderd de toepassing van artikel 11bis;
b. de zaakvoerder van de eenpersoonsvennootschap moet de enige vennoot zijn;
c. de statuten bepalen de rechten en de verplichtingen van de gewezen vennoot of van zijn rechtverkrijgende bij verlies, om welke reden ook, van de hoedanigheid van vennoot;
d. de documenten die de eenpersoonsvennootschap voor de uitoefening van het beroep van advocaat gebruikt, vermelden steeds de naam, de voornaam en de hoedanigheid van advocaat van de vennoot.
Hoofdstuk 2 - Samenwerking tussen advocaten en niet-advocaten
176.1. Multidisciplinaire samenwerking: de professionele samenwerking als advocaat met een niet-advocaat.
176.2. Multidisciplinair samenwerkingsverband: iedere vorm van multidisciplinaire samenwerking van duurzame aard. Hierbij onderscheidt men:
- de ‘multidisciplinaire associatie’: het multidisciplinair samenwerkingsverband waarin de leden de uitoefening van hun onderscheiden beroepen volledig of gedeeltelijk hebben ingebracht en contractueel hebben vastgelegd hoe tussen hen de baten of verliezen van het samenwerkingsverband worden verdeeld, of de zeggenschap, dan wel de eindverantwoordelijkheid met elkaar delen;
- de ‘multidisciplinaire groepering’: het multidisciplinair samenwerkingsverband waarvan de leden contractueel enkel hebben vastgelegd hoe zij gemeenschappelijke diensten ter ondersteuning van de beroepsuitoefening van haar leden organiseren en hoe ze de kosten daarvan delen;
- het ‘multidisciplinair netwerk’: het multidisciplinair samenwerkingsverband waarvan de leden onafhankelijk van elkaar hun beroep uitoefenen, maar de andere leden van het netwerk bij hun cliënteel aanbevelen.
176.3. Documenten zijn voor de toepassing van dat hoofdstuk alle mogelijke stukken waarmee een multidisciplinair samenwerkingsverband naar buiten treedt, ongeacht de drager van de stukken en de middelen waarmee de stukken worden verspreid.
177.1. De advocaat verzekert in zijn multidisciplinaire samenwerking het respect voor de kernwaarden van de advocatuur en de naleving van de deontologische regels die op hem van toepassing zijn.
177.2. Een advocaat mag niet gedogen dat gesuggereerd of beweerd wordt dat hij deel uitmaakt van een niet-toegelaten multidisciplinair samenwerkingsverband. Hij moet daarop adequaat reageren.
177.3. Een advocaat mag met een niet-advocaat uitsluitend samenwerken in de vorm en volgens de regels vermeld in dat hoofdstuk, voor zover de wet en de beroepsregels het toelaten.
177.4. De bepalingen van dat hoofdstuk die betrekking hebben op de advocaat gelden ook voor een samenwerkingsverband van advocaten en de eenpersoonsvennootschappen.
De algemene regels uit Afdeling V.1.1 zijn van toepassing op de multidisciplinaire samenwerkingsverbanden, tenzij ze uit hun aard niet toepasselijk kunnen zijn op multidisciplinaire samenwerkingsverbanden.
177.5. Indien de niet-advocaat de advocaat verhindert om zijn deontologische regels na te leven, beëindigt de advocaat het samenwerkingsverband met de niet-advocaat. In voorkomend geval kan de stafhouder hem dat opleggen.
177.6. De oprichting, de wijziging, de ontbinding of beëindiging van een multidisciplinair samenwerkingsverband gebeurt schriftelijk, evenals de toetreding tot of uittreding uit een multidisciplinair samenwerkingsverband.
177.7. Een multidisciplinair samenwerkingsverband mag een benaming aannemen.
Art. 178– Verbod van multidisciplinaire associaties
178.1. Een advocaat mag in het Vlaams rechtsgebied geen multidisciplinaire associatie vormen.
178.2. Het verbod van artikel 178.1 wordt periodiek en minstens om de twee jaar geëvalueerd.
Art. 178bis – Multidisciplinaire groeperingen
178bis.1. De advocaat mag een multidisciplinaire groepering oprichten of toetreden tot een bestaande multidisciplinaire groepering.
178bis.2. De schriftelijke overeenkomst vermeldt de criteria ter bepaling van het aandeel in de kosten van de advocaat, respectievelijk de niet-advocaat, die zullen worden gedeeld, zonder dat het aanleiding geeft tot een verborgen inkomstenverschuiving.
178bis.3. De overeenkomst tot oprichting van een multidisciplinaire groepering, alsmede elke wijziging daarvan, wordt voorafgaand schriftelijk goedgekeurd door de stafhouder van de Orde waartoe de deelnemende advocaat behoort. De stafhouder gaat na of aan de voorwaarden van dat hoofdstuk en de essentiële beginselen die het beroep van advocaat beheersen, is voldaan.
178bis.4. De advocaat die toetreedt tot een bestaande multidisciplinaire groepering die eerder door zijn stafhouder(s) werd goedgekeurd en waarvan de statuten door zijn toetreding niet wijzigen, meldt zijn toetreding aan de stafhouder(s).
178bis.5. De advocaat die toetreedt tot een bestaande multidisciplinaire groepering die niet eerder aan zijn stafhouder(s) werd meegedeeld, deelt zowel de toetredingsovereenkomst als de reeds bestaande overeenkomsten vooraf ter schriftelijke goedkeuring aan de stafhouder(s) mee.
178bis.6. De overeenkomst tot oprichting van een multidisciplinaire groepering bepaalt uitdrukkelijk dat de overheden van de betrokken Orde(n), in het kader van hun toezicht op de naleving van dat hoofdstuk, toegang hebben tot alle documenten over de oprichting, de werking, de financiering en het bestuur van de multidisciplinaire groepering, om hen een volledig inzicht te verschaffen in de juridische, economische en financiële aspecten van de groepering.
178bis.7. De advocaat vermijdt elk belangenconflict met een cliënt van de niet- advocaat met wie hij een multidisciplinaire groepering vormt. Artikel 171.12 is van overeenkomstige toepassing.
De overeenkomst tot oprichting van een multidisciplinaire groepering bepaalt uitdrukkelijk dat het nazicht van belangenconflicten zal gebeuren door een advocaat, lid van de groepering, die daarvoor volledige toegang zal krijgen tot de lijst van cliënten van alle leden van de groepering en die het onderzoek naar het bestaan van belangenconflicten zal uitvoeren met respect voor het beroepsgeheim. Dit sluit niet uit dat overleg tussen die advocaat en de andere leden van de groepering mogelijk is om de gepaste conclusies te trekken uit een eventueel vastgesteld belangenconflict.
178bis.8. De advocaat die deel uitmaakt van een groepering met een niet-advocaat houdt een gescheiden dossieradministratie en een gescheiden archief van dat van de niet-advocaat, waartoe de niet-advocaat geen toegang heeft.
178bis.9. De advocaat die deelneemt aan een multidisciplinaire groepering is verplicht een lijst van de leden van de groepering, hun beroep, hun beroepsorde en hun plaats van vestiging beschikbaar te stellen voor de stafhouder.
178bis.10. De documenten van de multidisciplinaire groepering vermelden de naam, de hoedanigheid en de plaats van vestiging van de verzender. De communicatie van
de groepering moet duidelijk aangeven wie communiceert. De uitgaande communicatie mag niet uitsluitend met de kantoornaam worden ondertekend.
De advocaat die lid is van een multidisciplinaire groepering, gebruikt bij de uitoefening van zijn advocatenactiviteiten zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, briefpapier waarop uitsluitend namen van de leden-advocaten vermeld staan.
Art. 178ter – Multidisciplinaire netwerken
178ter.1. De advocaat mag een multidisciplinair netwerk oprichten en toetreden tot een bestaand multidisciplinair netwerk.
178ter.2. De advocaat en de niet-advocaat delen geen infrastructuur. Zij delen evenmin computernetwerken en data waardoor de niet-advocaat toegang zou kunnen krijgen tot dossiers van de advocaat.
178ter.3 Overeenkomsten of schriftelijke afspraken over de oprichting van, de toetreding tot, dan wel de wijziging van een multidisciplinair netwerk worden vooraf door de betrokken advocaten aan hun stafhouder meegedeeld. De stafhouder kan wijzigingen opleggen.
178ter.4. De advocaat die toetreedt tot een bestaand multidisciplinair netwerk dat niet eerder aan zijn stafhouder(s) werd meegedeeld, deelt zowel de toetredingsovereenkomst als de reeds bestaande overeenkomst vooraf aan zijn stafhouder(s) mee.
178ter.5 De overeenkomst tot oprichting van een multidisciplinair netwerk bepaalt uitdrukkelijk dat de overheden van de betrokken Orde(n), in het kader van hun toezicht op de naleving van dit hoofdstuk, toegang hebben tot alle documenten over de oprichting, de werking, de financiering en het bestuur van het multidisciplinaire netwerk, om hen een volledig inzicht te verschaffen in de juridische, economische en financiële aspecten van het netwerk.
178ter.6. De advocaten die deel uitmaken van een multidisciplinair netwerk vermelden dat steeds en duidelijk in hun contacten met derden.
Art. 179 – Projectgebonden multidisciplinaire samenwerking
179.1. Een advocaat kan in een tijdelijke vennootschap voor een welbepaalde opdracht met een niet-advocaat diensten verlenen. De advocaat meldt dat aan zijn stafhouder.
179.2. Een tijdelijke vennootschap mag een gemeenschappelijke naam of logo gebruiken.