BINDEND ADVIES
geschillencommissie voor de Fortis-schikkingsovereenkomst
p/a Tossens Goldman Gonne
IT Tower Xxxxxx Xxxxxx 000/00, 0000 Xxxxxxxx Xxxxxxx Tel. x00 0 000 00 00 – Fax x00 0 000 00 00
BINDEND ADVIES
ex Artikelen 7:900 e.v. van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek
in overeenstemming met Artikel 4.3.5. van de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
in het geschil tussen
de heer en mevrouw
hierna genoemd de “Claimanten”
en
Computershare Investor Services PLC
hierna genoemd “Computershare”
tezamen genoemd “Partijen”
De Geschillencommissie:
de xxxx Xxxxxx Xxxxx de xxxx Xxxx Xxxxx
de heer Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx
29 MAART 2021
INHOUDSOPGAVE
I. INLEIDING 3
A. De Partijen 3
B. Samenstelling van de Geschillencommissie 3
C. DE HISTORISCHE CONTEXT EN DE ACHTERGROND VAN DE PROCEDURE VOOR HET GESCHIL 3
C.1 De Gebeurtenissen 3
C.2 Het proces van bemiddeling 4
C.3 De Schikkingsovereenkomst 4
C.4 De Geschillencommissie 4
II. BESCHRIJVING VAN HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE BIJ DE GESCHILLENCOMMISSIE 5
III. SAMENVATTING VAN HET GESCHIL 7
IV. STANDPUNTEN EN VERZOEKEN VAN DE PARTIJEN 7
A. De correspondentie voorafgaande aan de procedure bij de Geschillencommissie 7
B. Standpunt van de Claimanten 7
C. Standpunt van Computershare 8
V. BEVINDINGEN EN OVERWEGINGEN VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE 9
VI. BESLISSING 11
I. INLEIDING
A. De Partijen
1. De Claimanten zijn de heer wonende
en mevrouw ,
België (Claimanten).
2. Computershare Investor Services PLC is een onderneming onder de wet- en regelgeving van het Verenigd Koninkrijk, handelend als Claims Administrator voor de Fortis- schikkingsovereenkomst en, in die hoedanigheid, geregistreerd als kantoorhoudend per adres XX Xxx 00 Xxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxx Xxxx Xxxxxxx XX00 0XX Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx (Computershare)1.
B. Samenstelling van de Geschillencommissie
3. De Geschillencommissie bestaat, in overeenstemming met artikel 3.1 van haar Reglement, uit drie leden2.
4. Deze drie leden zijn: de xxxx Xxxxxx Xxxxx (voorzitter), de xxxx Xxxx Xxxxx en de heer Xxxx- Xxxxxxxx Xxxxxxx.
C. De historische context en de achtergrond van de procedure voor het geschil
C.1 De Gebeurtenissen
5. In 2007 en 2008 hebben Fortis N.V. (na 30 april 2010, Ageas N.V.), een onderneming onder Nederlands recht en Fortis S.A./N.V. (na 30 april 2010, Ageas S.A./N.V.), een onderneming onder Belgisch recht (de Fortis Group of Ageas) bepaalde activiteiten ondernomen die volgens bepaalde aantijgingen, in strijd zouden zijn geweest met de Belgische en Nederlandse wet- en regelgeving (de Gebeurtenissen).
6. Als gevolg van deze aantijgingen werden zowel in Nederland als in België civielrechtelijke claims ingediend en gerechtelijke procedures gestart door onder anderen de VEB3, SICAF4 en FortisEffect5 (alle in Nederland), en door Xxxxxxx0 en een groep van beleggers geadviseerd en gecoördineerd door Deminor (in België).
1 Computershare is, in gevolge Artikel 4.2 van de Schikkingsovereenkomst, aangesteld tot Claims Administrator.
2 “De Geschillencommissie zal bestaan uit drie of meer onafhankelijke leden, benoemd door de Stichting. Elk geschil dat aan de Geschillencommissie wordt voorgelegd zal worden beslecht door een combinatie van drie leden. Indien de Geschillencommissie uit meer dan drie leden bestaat, zullen zij bepalen welke drie leden uit hun midden een bepaald geschil zullen behandelen. […].”
3 Vereniging van Effectenbezitters, een vereniging naar Nederlands recht, met zetel in Den Haag, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 40408053 (VEB).
4 Stichting Investor Claims Against FORTIS, een stichting naar Nederlands recht, met zetel in Amsterdam, Nederland, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 50975625 (SICAF).
5 Stichting FortisEffect, een stichting naar Nederlands recht, met zetel in Utrecht, Nederland, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 30249138 (FortisEffect).
6 DRS Belgium CVBA, een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Belgisch recht, met zetel in Brussel, België, en ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder nummer 0452.511 .928 (Deminor).
C.2 Het proces van bemiddeling
7. Op 8 oktober 2015 ging, op basis van een bemiddelingsovereenkomst, een bemiddelingsproces van start tussen de voornoemde eisers, Ageas en de Stichting FORsettlement7 (FORsettlement).
8. Uit dit bemiddelingsproces kwam voort dat Xxxxx xxxxxx was, zonder te erkennen dat zij bij enig foutief gedrag betrokken is of is geweest, of dat zij enige wet- of regelgeving heeft overtreden, of dat enige persoon die aandelen hield in de Fortis Group in 2007 of 2008 enige voor vergoeding in aanmerking komende schade zou hebben geleden, alle vorderingen te schikken die enige persoon die een of meerdere aandelen in de Fortis Group hield op enig moment tussen 28 februari 2007 c.o.b.8 en 14 oktober 2008 c.o.b. (de Eligible Shareholders), heeft gehad, heeft, of in de toekomst mocht hebben in verband met de Gebeurtenissen tegen Ageas, haar bestuurders en enige andere partijen.
C.3 De Schikkingsovereenkomst9
9. Bovengenoemde uitkomst van de bemiddeling is vervolgens op 13 april 2018 ingebed in een formele schikkingsovereenkomst tussen Ageas SA/NV, de Vereniging van Effectenbezitters, DRS Belgium CVBA, de Stichting Investor Claims Against FORTIS, de Stichting FortisEffect en Stichting FORsettlement (de Schikkingsovereenkomst)10. Volgens de Schikkingsovereenkomst heeft iedere Eligible Shareholder aanspraak op een bepaalde vergoeding (een gedeelte van het Schikkingsbedrag), waarvan de toedeling onder toezicht staat van de Claimbehandelaar en de Geschillencommissie. De Schikkingsovereenkomst is algemeen verbindend verklaard door het Gerechtshof te Amsterdam op 13 juli 2018.
10. Computershare is door de Stichting benoemd tot Claimbehandelaar. Zij heeft tot taak om een onafhankelijke beoordeling te maken of iemand die een Claimformulier indient, volgens de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx een aanspraak heeft op een vergoeding, en om namens Ageas de vergoeding te betalen aan de Eligible Shareholder die een Claimformulier voor een geldige claim heeft ingediend.
C.4 De Geschillencommissie
11. De Schikkingsovereenkomst bepaalt ook dat er een Geschillencommissie moet zijn. Volgens Artikel 4.3.5 van de Schikkingsovereenkomst kunnen Eligible Shareholders geschillen voorleggen aan de Geschillencommissie “ter definitieve beslechting in de vorm van een bindend advies naar Nederlands recht”.
7 Een stichting naar Nederlands recht, met zetel in Amsterdam, Nederland, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 65740599.
8 Volgens bijlage 1 bij de Schikkingsovereenkomst betekent "c.o.b." : het moment waarop de handel sluit op de aandelenbeurs van Amsterdam of Brussel, als relevant, op een gegeven datum.
9 De Schikkingsovereenkomst kan worden geraadpleegd op: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx/xxx/Xxxxxx Amended and Restated Settlement Agreement D.PD F?v=2.2.
10 Tenzij in dit Bindend Advies anders aangegeven, hebben termen met een hoofdletter in dit advies dezelfde betekenis als hoe dit termen in de Schikkingsovereenkomst gedefinieerd zijn.
12. Het Bindend Advies dat de Geschillencommissie zal uitbrengen in overeenstemming met het voorgaande is een specifieke vorm van geschillenbeslechting die is geregeld in Artikel 7:900 van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, waarbij de partijen in een geschil een derde partij de beslechting van het geschil toevertrouwen. Volgens Artikel 4.17 van het Reglement van de Geschillencommissie moet het bindend advies worden vastgesteld in overeenstemming met het Nederlands recht, met wat bepaald is in de Schikkingsovereenkomst, met het Reglement van de Geschillencommissie en, indien relevant, in overeenstemming met andere rechtsregels of enige van toepassing zijnde handelsgebruiken, die de Geschillencommissie toepasselijk acht in het licht van de aard van het geschil. Artikel 10.1 van de Schikkingsovereenkomst bepaalt dat ook op die overeenkomst zelf bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing is.
13. Het Reglement van de Geschillencommissie dat het functioneren van de Geschillencommissie regelt, als ook de procedure volgens welke een geschil door de Geschillencommissie wordt behandeld, is openbaar gemaakt11.
II. BESCHRIJVING VAN HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE BIJ DE GESCHILLENCOMMISSIE
14. Op 25 oktober 2020 hebben de Claimanten een geschil bij de Geschillencommissie aanhangig gemaakt.
15. Op 27 oktober 2020 heeft de Geschillencommissie aan de Claimanten de ontvangst van het geschil bevestigd en verzocht om toezending van twee ontbrekende documenten.
16. Op 28 oktober 2020 hebben de Claimanten twee aanvullende documenten aan de Geschillencommissie toegestuurd.
17. Op 29 oktober 2020 heeft de Geschillencommissie het dossier zoals door de Claimanten was overgemaakt, toegezonden naar Computershare met het verzoek om uiterlijk op 20 november 2020 commentaar en relevante informatie over het geschil aan de Geschillencommissie toe te sturen.
18. Op 19 november 2020 heeft Computershare haar antwoord gestuurd op het verzoek van de Geschillencommissie van 29 oktober 2020.
19. Nadien op 19 november 2020 hebben de Claimanten een schriftelijke reactie naar de Geschillencommissie gestuurd, waarin zij de Geschillencommissie gemotiveerd verzoeken een positief bindend advies uit te brengen ter aanvaarding van de ingediende claim.
20. Op 20 november 2020 heeft de Geschillencommissie aan de Claimanten de ontvangst van het bericht van 19 november 2020 bevestigd.
11 Het Reglement van de Geschillencommissie kan worden geraadpleegd op: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xxx/xxx/Xxxxxxxxxxx Dispute Committee D 9 April 2020 version.pdf?v
=2.2.
21. Op 17 december 2020 heeft de Geschillencommissie aan de Partijen aangekondigd een hoorzitting te zullen houden eind januari/begin februari 2021.
22. Op 4 januari 2021 heeft Computershare over het geschil een brief aan de Geschillencommissie gestuurd in een poging om het geschil nog voor de hoorzitting op te lossen.
23. Op 29 januari 2021 heeft de Geschillencommissie de Partijen uitgenodigd voor een hoorzitting, te houden op 17 februari 2021 en heeft zij de Claimanten verzocht per formulier enige voor de organisatie van de hoorzitting benodigde informatie te verstrekken.
24. Op 31 januari 2021 stuurden de Claimanten het ingevulde formulier retour.
25. Op 17 februari 2021 heeft het eerste deel van de hoorzitting plaatsgevonden, waaraan de volgende personen hebben deelgenomen:
Voor de Claimanten: mevrouw geassisteerd door mevrouw ;
Voor de Geschillencommissie: xx xxxxx Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx, Xxxx Xxxxx en Xxxxxx Xxxxx; Assistentie Geschillencommissie: xxxxxxx Xxxx Xxxxxx en mevrouw Xxxx-Xxxxx Xxxxxxxx; Voor Computershare: xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, mevrouw Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx, de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxx;
Assistentie Computershare: de xxxx Xxxx Xxx Xxxxxx.
Tijdens de hoorzitting gaven de Claimanten aan gebruik te willen maken van enige slides. Naar aanleiding van dat verzoek verzocht Computershare om gelegenheid om de slides te kunnen bestuderen, alvorens haar bijdrage aan de hoorzitting te kunnen geven. Gevolg gevend aan dit verzoek heeft de Geschillencommissie de hoorzitting geschorst en heeft zij met de Partijen afgesproken dat de hoorzitting op 22 februari 2021 zou worden hervat. De Claimanten hebben de slides aan alle overige deelnemers van de hoorzitting toegezonden.
26. Op 22 februari 2021 werd de hoorzitting hervat en afgerond. Aan dit tweede deel van de hoorzitting namen dezelfde personen deel als aan het eerste deel. Bij deze hoorzitting hebben de Claimanten gebruik gemaakt van de eerdergenoemde slides.
27. Op 9 maart 2021 heeft de Geschillencommissie de Partijen geïnformeerd dat de debatten gesloten waren en dat de Geschillencommissie uiterlijk in de maand maart 2021 een bindend advies zou uitbrengen.
III. SAMENVATTING VAN HET GESCHIL
28. Het geschil betreft de vraag of de bewijzen die de Claimanten aan hun claim ten grondslag hebben gelegd, de toekenning van de gevraagde vergoeding rechtvaardigen.
IV. STANDPUNTEN EN VERZOEKEN VAN DE PARTIJEN
A. De correspondentie voorafgaande aan de procedure bij de Geschillencommissie
29. Op 4 november 2018 hebben de Claimanten een claim ingediend voor het houden van 12.570 aandelen Fortis in alle voor de Schikkingsperiode relevante periodes.
30. Op 3 januari 2020 heeft Computershare aan de Claimanten een Kennisgeving van tekortkomingen gestuurd.
31. Op 19 januari 2020 hebben de Claimanten aan Computershare enige documenten toegestuurd met de bedoeling de tekortkomingen te herstellen.
32. Op 27 april 2020 heeft Computershare een Vaststelling van Afwijzing naar de Claimanten gestuurd waar tegen de Claimanten uiterlijk op 17 mei 2020 bezwaar konden aantekenen.
33. Op 3 mei 2020 hebben de Claimanten een bezwaarschrift naar Computershare gestuurd tegen de Vaststelling van Afwijzing bij Computershare ingediend en voegden de Claimanten daarbij enige documenten die eerder bij het bericht van 19 januari waren gevoegd. Dit bezwaarschrift heeft Computershare op 14 mei 2020 ontvangen.
34. Op 29 mei 2020 heeft Computershare aan de Claimanten een “Claims Update” gezonden waarin zij meedeelt dat de omstandigheden van de vordering van de Claimanten “uniek ondersteunend bewijs vereisen” en waarin zij voorbeelden geeft van documenten waaruit het houderschap van aandelen Fortis gedurende een tijdspanne voor en na de in de Schikkingsovereenkomst vermelde data blijkt.
35. Op 11 juni 2020 hebben de Claimanten in antwoord op het bericht van Computershare van 29 mei 2020 enige documenten aan Computershare toegestuurd.
36. Op 19 juni 2020 heeft Computershare aan de Claimanten een bevestiging gestuurd van de ontvangst van hun antwoord op de Kennisgeving van tekortkomingen en de aankondiging dat zij de Claimanten op korte termijn van een meer gedetailleerd antwoord zou voorzien.
37. Op 21 oktober 2020 heeft Computershare een Kennisgeving van Afwijzing aan de Claimanten toegestuurd.
B. Standpunt van de Claimanten
38. De Claimanten stellen zich op het standpunt dat de volgende documenten, die zij in voornoemde correspondentie bij Computershare en vervolgens tevens bij de
Geschillencommissie naar voren hebben gebracht tezamen als voldoende bewijs gelden voor hun stelling dat zij gedurende de gehele voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode
12.570 aandelen Fortis bezaten:
a. Een door de Claimanten op 29 november 2018 ondertekende verklaring waarin zij stellen te hebben aangetoond en zij op eer bevestigen dat 12.570 aandelen Fortis gedurende de gehele referentieperiode van de Schikkingsovereenkomst in hun bezit waren, met verwijzing naar het feit dat uitgifte van aandelen aan toonder vanaf 1 januari 2008 verboden was, en met verwijzing naar documenten genoemd onder b. hierna;
b. Een vijftal “Berichten van Effectendeposito” van 13 april 2011, waaruit blijkt dat in totaal 12.570 aandelen Ageas werden gedematerialiseerd door plaatsing op effectenrekening ;
c. Een overzicht van diezelfde effectenrekening waaruit blijkt dat de Claimanten houder zijn van die rekening en zij op 29 december 2011 12.570 aandelen Ageas in bezit hadden;
d. Een document ondertekend door een zelfstandig agent/kantoorhouder van ING waarin deze verklaart dat aan de claimanten “in het verleden, meer
specifiek in de jaren 2007 en 2008 regelmatig coupons van aandelen werden
uitbetaald in cash”.
39. De Claimanten verwijzen voor de beoordeling van hun bewijsstukken naar het Reglement van de Geschillencommissie, in het bijzonder artikel 4.17, waarin is bepaald: “De Geschillencommissie zal beslissen in overeenstemming met Nederlands recht, de bepalingen van de Schikkingsovereenkomst en dit reglement en, indien relevant, in overeenstemming met andere rechtsregels of toepasselijke handelsgebruiken die de Geschillencommissie, gelet op de aard van het geschil, in aanmerking acht te komen”.
40. De Claimanten verzoeken de Geschillencommissie om haar beslissing te nemen in overeenstemming met de toepasselijke handelsgebruiken, meer bepaald te aanvaarden de “Verklaring op eer” van de Claimanten, die des te meer ook door de “Verklaring op eer” van zelfstandig agent/kantoorhouder ING wordt ondersteund” (Cursief is een citaat uit de slides, bedoeld bij randnummer 26).
C. Standpunt van Computershare
41. Computershare stelt zich op het standpunt dat de bewijzen voor aandeelhouderschap die door de Claimanten aan hun claim ten grondslag zijn gelegd niet voldoende zijn om vast te kunnen stellen dat de Claimanten op enig moment in de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode aandelen Fortis in hun bezit hadden. Zij licht toe dat de brief van de bank onvoldoende specifiek bewijs en bevestiging geeft dat de 12.570 aandelen die de Claimanten in 2011 in bezit hadden, dezelfde waren als die waarop in 2007 en 2008 dividend was betaald. Computershare
stelt voorts dat een verklaring op eer van de Claimanten, omdat zij bij die verklaring zelf belang hebben, niet als bewijs kan gelden.
42. Computershare verzoekt de Geschillencommissie de claim af te wijzen.
V. BEVINDINGEN EN OVERWEGINGEN VAN DE GESCHILLENCOMMISSIE
43. De Geschillencommissie wijst er eerst en vooral op dat, overeenkomstig de Schikkingsovereenkomst, een vergoeding aan de Claimanten wordt toegekend onder meer op grond van het aanhouden van aandelen Fortis op bepaalde tijdstippen. Deze peilmomenten zijn 21 september 2007 o.o.b. en 7 november 2007 c.o.b. voor wat betreft de Period 1 Shares, 13 mei 2008 o.o.b. en 25 juni 2008 c.o.b. voor wat betreft Period 2 Shares, 29 september 2008
o.o.b. en 3 oktober 2008 c.o.b. voor wat betreft Period 3 Shares, en 28 februari 2007 c.o.b. en 14 oktober 2008 c.o.b. voor het hoogste aantal aandelen Fortis.
44. Het bewijs voor het aanhouden van Fortis-aandelen op voormelde peildata ligt voor de hand voor aandelen die bij een financiële instelling worden aangehouden omdat de instelling in kwestie een attest kan afleveren die deze eigendom op de desbetreffende data bevestigd. Zulk bewijs ligt niet voor de hand voor wat betreft aandelen aan toonder, welke fysisch worden bewaard. In zulk geval moet de Claimant naar, best vermogen, en volgens de bewijsmiddelen die daarvoor voorhanden zijn bezit en eigendom aantonen.
45. Naar het oordeel van de Geschillencommissie kan het aanhouden van Fortis-aandelen op deze peildata minstens met een aannemelijke en voldoende zekerheid worden vermoed indien de Claimant een aantal onrechtstreekse bewijzen kan voorleggen waaruit kan worden afgeleid dat hij Fortis-aandelen aanhield op tijdstippen welke niet overeenstemmen met de peildata, maar in de buurt liggen van de peildata.
46. Aldus vormen de incasso van dividendcoupon nr. 38 betaalbaar gesteld op 14 juni 2007 (finaal dividend 2006), van dividendcoupon nr. 39 betaalbaar gesteld op 6 september 2007 (interim dividend 2007) en van dividendcoupon nr. 41 betaalbaar gesteld op 27 mei 2008 (finaal dividend 2007) bewijs dat de Claimanten op het tijdstip van de onthechting van het coupon het aantal Fortis-aandelen aanhield waarvoor dividenden werden toegekend.
47. In de periode september 2007-2008 lanceerde Xxxxxx een kapitaalverhoging waarbij coupon nr. 40 een voorkeurrecht inhield om als bestaande aandeelhouder op 24 september 2007 als peildatum in te tekenen op twee nieuwe aandelen voor elke drie oude. De intekening op de kapitaalverhoging of de verkoop van de rechten verbonden aan coupon nr. 40 vormt een bewijs van aandeelhouderschap in die periode.
48. De Geschillencommissie is van oordeel dat een Claimant die zijn aandeelhouderschap niet kan aantonen op de in de Schikkingsovereenkomst vastgelegde peildata (zie randnummer 59) maar wel chronologische, samenhangende en consistente documentatie kan voorleggen waaruit blijkt dat hij aandeelhouder was op andere tijdstippen rond de peildata het
aannemelijk maakt dat hij op de in de Schikkingsovereenkomst ook aandeelhouder was. Daarbij kan ook het aanhouden van Fortis-aandelen buiten de periode relevant voor de Schikkingsovereenkomst (van 28 februari 2007 tot 14 oktober 2008) mee in overweging worden genomen, zoals de incasso van coupon nr. 43 op 1 juni 2010 (dividend 2009) of de plaatsing van aandelen aan toonder op een effectenrekening op een moment na 14 oktober 2008.
49. Naar het oordeel van de Geschillencommissie dient daarbij het aantal aangehouden Fortis- aandelen en de evolutie daarvan, meegenomen te worden bij de beoordeling of de Claim aannemelijk is of niet. De evolutie van het aantal aangehouden aandelen kan worden aangetoond bijvoorbeeld door middel van aankoopborderellen, verkoopborderellen, intekeningen op de kapitaalverhogingen, en dergelijke meer.
50. De blokkering van de aandelen om deel te nemen aan een algemene vergadering vormt eveneens het bewijs van het aandelen op het moment van deze algemene vergadering.
51. De nummers van de aangehouden fysische stukken zijn eveneens een element dan kan worden meegenomen bij de beoordeling, maar maken naar het oordeel van de Geschillencommissie geen essentieel en noodzakelijk bestanddeel uit van de bewijslast die weegt op de Claimanten. Het is immers niet gebruikelijk en alleszins niet een systematische wijze van werken dat financiële instellingen, bij de incasso van coupons, de nummers van de effecten noteren. De Geschillencommissie heeft door de Claimanten daarvoor naar voren gebrachte documenten beoordeeld op de vraag of die tezamen genomen kunnen gelden als toereikend bewijs voor het houden van de aandelen waarvoor de claim is ingediend. Daartoe heeft zij eerst de documenten afzonderlijk beoordeeld.
52. Naar het oordeel van de Geschillencommissie kan de verklaring van de Claimanten zelf (zie randnummer 38, a.) niet gelden als toereikend bewijsstuk, omdat de Claimanten zelf bij die verklaring direct belang hebben. Het behoort volgens de Geschillencommissie niet tot de gebruikelijke handelspraktijken, noch tot de overige regels in overeenstemming waarmee de Geschillencommissie krachtens haar Reglement moet beslissen, om een dergelijke verklaring als bewijs te aanvaarden.
53. In de verklaring van de Claimanten refereren zij aan het per 1 januari 2008 in België geldende verbod tot uitgifte van aandelen aan toonder. Dit feit draagt volgens de Geschillencommissie niet bij aan het voor de claim vereiste bewijs van aandeelhouderschap. Immers ook na 1 januari 2008 was het mogelijk aandelen aan toonder te verwerven.
54. De documenten genoemd bij randnummer 38, b. en c. bewijzen houderschap van 12.570 aandelen Fortis, echter op 13 april 2011, respectievelijk op 29 december 2011. Deze tijdstippen liggen ver buiten de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode, die eindigde op 13 oktober 2008. Zij vormen derhalve in ieder geval afzonderlijk beschouwd geen bewijs dat kan leiden tot toekenning van een vergoeding onder de Schikkingsovereenkomst.
55. Het document genoemd bij randnummer 38, d. bevat geen informatie over houderschap van aandelen Fortis. De in dat document vervatte verklaring spreekt slechts over houderschap van ‘aandelen’, zonder aanduiding dat dat aandelen Fortis zouden zijn geweest. Dit document kan derhalve niet gelden als bewijs voor houderschap van aandelen Fortis.
56. De documenten tezamen beschouwend, concludeert de Geschillencommissie dat die niet het chronologisch samenhangend en consistent bewijs vormen dat toereikend is voor de toekenning van de claim. Er is geen bewijs geleverd van houderschap van aandelen Fortis in de voor de Schikkingsovereenkomst relevante periode, omdat naast het bewijs van houderschap in 2011, er geen bewijs is dat de Claimanten diezelfde aandelen Fortis ook kort voor of in de voor de Schikkingsperiode relevante periode in hun bezit hadden.
VI. BESLISSING
De Geschillencommissie, op grond van bovenstaande bevindingen en overwegingen:
- besluit het verzoek van de Claimanten af te wijzen; en
- beslist dat het onderhavige Bindend Advies wordt gepubliceerd in een geanonimiseerde vorm (voor wat betreft de naam van de Claimanten) op xxx.XXXxxxxxxxxxx.xxx.
Dit Bindend Advies wordt uitgebracht in zes originele, identieke versies, één voor elk van de Partijen, één voor FORsettlement, en één voor elk van de leden van de Geschillencommissie.
Aldus uitgebracht op 29 maart 2021
De Geschillencommissie:
Xxxxxx Xxxxx Xxxx Xxxxx
Xxxx-Xxxxxxxx Xxxxxxx