Algemene voorwaarden behorende bij het Opleidingsblad van ROC Rivor
Algemene voorwaarden behorende bij het Opleidingsblad van ROC Rivor
De Studentenraad van de Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Rivor (hierna: ROC Rivor) heeft ingestemd met het Opleidingsblad van ROC Rivor. Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing en deze overeenkomst treedt per 1 januari 2017 in werking. In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist het bevoegd gezag van ROC Rivor.
In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist het bevoegd gezag van ROC Rivor.
Artikel 1 Aard van de overeenkomst
1. De Algemene Voorwaarden vormen samen met het opleidingsblad en eventuele addenda de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB).
2. In dit document staan de algemene rechten en plichten van partijen. Bepalingen die specifiek gaan over de door de student te volgen opleiding staan in het opleidingsblad. Het opleidingsblad is een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘opleiding’ staat, wordt de opleiding bedoeld zoals vermeld op het opleidingsblad.
3. De opleidingsgegevens zoals opgenomen in het opleidingsblad kunnen gedurende de opleiding met wederzijdse instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. De opleidingsgegevens kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek en met instemming van de student, al dan niet via, in of na overleg met of op advies van een functionaris van de school op verzoek van de student doorgevoerd. De school kan de student hierin altijd actief adviseren. Het opleidingsblad wordt dan gedurende de looptijd vervangen door een nieuwe opleidingsblad, dat de school, schriftelijk (digitaal) verstuurt naar de student (en in geval van een minderjarige student ook naar zijn/haar ouder(s) en/of wettelijk vertegenwoordiger) via het emailadres dat ROC Rivor aan de student ter beschikking stelt.
4. Als de student of in geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe opleidingsblad al dan niet omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnen tien schooldagen schriftelijk of mondeling aan de school doorgeven. De opleidingsgegevens worden in dergelijk geval gecorrigeerd. In dit geval blijft de student de opleiding volgen zoals vermeld op het vorige opleidingsblad. Als de student niet binnen de afgesproken termijn reageert, vervangt het nieuwe opleidingsblad het vorige opleidingsblad en wordt daarmee onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst.
5. De student en in het geval van minderjarigheid de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) heeft altijd recht op inzage in het eigen dossier.
Artikel 2 Inhoud en inrichting
1. De inhoud en inrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staan in de studiewijzer. Deze ligt ter inzage bij de studieloopbaanbegeleider en/of is in te zien op de digitale leeromgeving.
2. Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang of gedurende de opleiding keuzedelen. Wanneer een student een keuze maakt om een keuzedeel te gaan volgen, wordt dit geregistreerd op het opleidingsblad dat een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de onderwijsovereenkomst. Als de student later in zijn opleiding een keuze voor een keuzedeel maakt, dan wordt er een nieuw opleidingsblad bij de onderwijsovereenkomst afgesloten. Het aantal keuzedelen is afhankelijk van het soort opleiding.
3. Een student kan met de school aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra begeleiding. Deze afspraken worden in een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd.
4. Op grond van bewijsstukken kan een student vrijstelling krijgen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschreven in de studiewijzer. Het bewijs van de vrijstelling komt in het studentendossier. De school geeft de student een bewijs van de verkregen vrijstelling. Daarop kan als dat aan de orde is, ook worden vermeld of de vrijstelling voor een beperkte tijd geldig is.
5. De beroepspraktijkvorming is een onderdeel van deze opleiding. Afspraken over de beroepspraktijkvorming staan in een praktijkovereenkomst tussen de school, de student en het keerbedrijf dat de beroepspraktijkvorming (bpv) verzorgt.
6. De school heeft de zorgplicht een arbeidsmarktrelevante opleiding aan te bieden en de student te helpen bij het vinden van een bpvplek. De student moet zich inspannen om een bpv‐plek te vinden en/of moet een bpvplek accepteren.
Artikel 3 Tijdvakken en locaties
1. De school maakt het rooster en de locaties op tijd en ruim voor het begin van de lessen aan de student bekend. De school maakt het rooster bekend via de website.
2. De student moet de opleidingsactiviteiten volgens het geldende rooster volgen.
3. De school mag het rooster en de locaties om organisatorische en/ of onderwijsinhoudelijke redenen wijzigen. De school spant zich in wijzigingen van het rooster en/of de locatie op tijd en voor aanvang van de les via de website door te geven aan de student.
4. De school verwacht van een student dat hij/zij op tijd, dat wil zeggen voor het begin van de opleidingsactiviteit, op de locatie aanwezig is.
Artikel 4 Wederzijdse inspanningsverplichting
1. De school organiseert het onderwijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de student de opleiding redelijkerwijs binnen de gestelde termijn met succes af kan ronden. Te weten voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die op het opleidingsblad staat. De school draagt zorg voor het realiseren van de ingeroosterde lessen en andere activiteiten en zorgt in het geval van lesuitval voor een passend alternatief. In uitzonderlijke gevallen, kan het bevoegd gezag een alternatieve termijn voor de opleiding vaststellen. In dit geval moet via een nieuw opleidingsblad een nieuwe verwachte einddatum met de student worden afgesproken.
2. De student spant zich zo goed mogelijk in om de opleiding binnen de gestelde termijn met succes af te ronden. Dat is voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die op het opleidingsblad staat. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk aan opleidingsactiviteiten deel te nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
3. Voor studenten aan entree‐onderwijs wordt naar aanleiding van deze inspanningsverplichting na maximaal 4 maanden een bindend studieadvies opgesteld, waar de student niet van af kan wijken.
Artikel 5 Communicatie
De instelling communiceert digitaal met de student via het emailadres dat de school aan de student ter beschikking stelt. Voor alle studenten geldt dat zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s) door de school geïnformeerd kunnen worden over de voortgang van de student, tenzij de meerderjarige student zich hier expliciet tegen verzet.
Artikel 6 Financiële verplichtingen
1. Aan het volgen van de opleiding zijn voor de student kosten verbonden:
a. De wettelijk vastgestelde les‐ en/of cursusgelden;
b. Kosten t.b.v. boeken, leermiddelen, excursies in het kader van de opleiding, etc;
c. Kosten voor extra faciliteiten, zoals excursies, welke niet noodzakelijk zijn voor het volgen van de opleiding en het behalen van een diploma. De student is niet verplicht deze kosten te betalen, maar zal alleen voor deelname in aanmerking komen na betaling.
2. De student ontvangt tevens een factuur voor een vrijwillige bijdrage die ten goede komst aan algemene activiteiten binnen de Instelling, zoals de diplomeringen. De student is niet verplicht deze te betalen.
3. In de studiewijzer of in een brief worden de kosten per opleiding gespecificeerd.
4. De kosten dienen te zijn voldaan binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur.
5. Bij overschrijding van de betalingstermijn is de student vanaf de dag dat betaling had moeten plaatsvinden in verzuim en is deze tevens vanaf die dag de wettelijke rente verschuldigd over het openstaande bedrag. Het niet tijdig voldoen van de betaling zal consequenties hebben voor de verstrekking van het diploma.
6. Indien de student met de betaling van een op grond van het opleidingsblad verschuldigd bedrag in verzuim is, zal de Instelling de student een 2‐tal herinneringen sturen waarbij een (laatste) betaaltermijn wordt gegeven van 10 werkdagen.
7. Hierbij zal tevens de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten worden aangegeven, welke de Student onherroepelijk verschuldigd wordt als betaling binnen deze termijn uitblijft. De buitengerechtelijke kosten worden berekend conform het Besluit Vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, zoals genoemd in lid 4 van artikel 6:96 Burgerlijk Wetboek.
8. Indien de Student de opleiding op eigen initiatief beëindigt, blijft de Student verplicht alle in rekening gebrachte kosten te voldoen.
9. In voorkomende gevallen machtigt de student de in de BPVO‐genoemde derde om het wettelijk verschuldigde cursusgeld te voldoen.
10. In de voorkomende gevallen kan alleen de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen tot terugbetaling van lesgeld besluiten.
11. In voorkomende gevallen kan de Instelling cursusgeld terugbetalen indien de wet dit regelt of daarover een afspraak wordt gemaakt, die de wet toelaat:
‐ na het behalen van het diploma van de opleiding waarvoor de Student staat ingeschreven, naar rato van het aantal resterende maanden van het lopende schooljaar.
‐ wegens overlijden of ernstige ziekte van de cursist, ter beoordeling van het bevoegd gezag.
Het cursusgeld wordt verminderd met een twaalfde gedeelte voor iedere nog in het cursusjaar nog te verstrijken maanden. Terugbetaling vindt alleen plaats na goedkeuring van het hoofd Bedrijfsvoering.
Artikel 7 Passend onderwijs
1. Indien van toepassing worden voor individuele studenten aanvullende afspraken gemaakt over extra begeleiding in het kader van de Wet Passend Onderwijs. Afspraken over de ondersteuning worden in principe voor aanvang van de opleiding gemaakt, maar kunnen ook tijdens de looptijd van de onderwijsovereenkomst worden gemaakt of worden aangepast. De nadere invulling van deze afspraken wordt in een addendum bij het opleidingsblad neergelegd. Deze maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de onderwijsovereenkomst.
2. De student levert de school de benodigde informatie over de (mogelijke) extra ondersteuningsbehoefte zodat de school deze ondersteuning kan bieden. Wanneer blijkt dat hij/zij deze informatie verzwijgt, wordt de extra ondersteuning ook niet opgenomen in het addendum bij de onderwijsovereenkomst. De school hoeft de noodzakelijke ondersteuning dan ook niet te leveren. Als tijdens de opleiding blijkt dat de student een ondersteuningsbehoefte heeft, kan de school vaststellen of zij hieraan alsnog tegemoet kan komen.
Artikel 8 Ziekte en afwezigheid
1. Als de student wegens ziekte of andere zwaarwegende persoonlijke omstandigheden opleidingsactiviteiten niet kan volgen, moet hij/zij dit voor aanvang van de les melden via telefoonnummer 0344‐656200 (optie 2). Als de student jonger dan 18 jaar is, is het wettelijk verplicht dat ouder(s)/verzorger(s) de ziekmelding doen.
2. De school kan de student in geval van (langdurige) ziekte vragen een verklaring van een arts in te leveren, waarin staat dat de student wegens medische redenen de onderwijsactiviteiten niet kan volgen.
3. Als de student met een andere reden dan ziekte niet aan een opleidingsactiviteit kan deelnemen, moet hij/zij uiterlijk twee werkdagen voor de activiteit onder opgaven van redenen verlof vragen bij AARServicePunt (AAR).
4. De student die verlof heeft gekregen van de medewerker AARServicePunt , is verplicht de betreffende onderwijsactiviteit in te halen, tenzij anders is afgesproken.
5. Als de student onder de werking van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering valt en hij gedurende een aaneengesloten periode van tenminste vijf weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen, maakt de school daarvan een aantekening en doet zij melding aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, conform de in artikel 8.1.7 van de WEB genoemde voorwaarden.
6. Als de student onder de Leerplichtwet valt en zonder geldige reden les‐ of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim plaatsvond gedurende zestien uren les‐ of praktijktijd in een periode van vier weken, geeft de school dit zonder uitstel door aan het Digitaal Verzuimloket van de Diens Uitvoering Onderwijs, DUO (voorheen IB‐groep).
7. Studenten vanaf 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben, worden volgens dezelfde termijnen als leerplichtige studenten gemeld bij het Digitaal Verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO (voorheen IB‐groep)
Artikel 9 Portretrecht
1. Op de locaties van de instelling worden regelmatig foto en video opnamen gemaakt. Indien ROC Rivor het aldus vastgelegde portret van een student wil gebruiken voor communicatie in digitale en/of gedrukte vorm ten behoeve van online en offline uitingen van ROC Rivor, dan geeft de student hier toestemming voor door middel van het ondertekenen van het opleidingsblad.
2. Indien het betreffende beeld vier of minder personen bevat, geldt het portretrecht en zal de instelling expliciet en separaat toestemming voor publicatie vragen aan de betreffende student. De student wordt in dat geval gevraagd ten aanzien van deze foto’s geen beroep te doen op zijn of haar portretrecht.
3. De student heeft het recht af te wijken van het eerste lid, door dit expliciet aan te geven.
Artikel 10 Rechten en plichten van de Student
In deze voorwaarden en in de Studiewijzer staan de rechten en de plichten van de student.
Artikel 11 Schorsing en verwijdering
1. Als de student zich niet aan de regels van de school houdt, zoals (onder meer) beschreven in de Gedragscode kan de school de student schorsen.
2. De schorsing kan maximaal vijf werkdagen worden verlengd.
3. De school kan de schorsing schriftelijk of mondeling doorgeven aan de student. De reden, de startdatum en de duur van de schorsing worden schriftelijk bevestigd. De hiervoor omschreven punten moeten dan ook worden vermeld.
4. De student kan binnen vijf werkdagen na het opleggen van de schorsing zijn reactie schriftelijk aan de school kenbaar maken.
5. De student die tijdens een opleidingsactiviteit ongewenst gedrag vertoont, kan door de daartoe aangewezen persoon uit de opleidingsactiviteit worden verwijderd.
6. De student kan van de school worden verwijderd als hij de regels van de school overtreedt, nadat hij een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen en daarbij is gewezen op de mogelijke consequenties van zijn handelen en/of nalaten of als hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag.
7. De student heeft het recht in bezwaar te gaan tegen het besluit van de school om hem te verwijderen. De student wordt in de gelegenheid gesteld binnen vijf werkdagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering zijn/haar reactie daarop schriftelijk aan de instelling kenbaar te maken. De student kan zich laten bijstaan door een raadsman. Tevens deelt de instelling in dit schrijven mee dat de student bij het College van Bestuur van de instelling haar/zijn bezwaar mondeling kan toelichten en binnen welke termijn dit dient te geschieden. Binnen tien werkdagen na dagtekening van het voornemen tot definitieve verwijdering dan wel na het horen door het College van Bestuur verzendt de instelling gemotiveerd bij aangetekend schrijven haar besluit.
De student kan binnen 5 werkdagen na dagtekening van laatstgenoemd besluit tot definitieve verwijdering beroep aantekenen bij de commissie studentenzaken ROC Rivor (zie daarvoor: reglement commissie studentenzaken ROC Rivor op de website)
8. De instelling kan de student gedurende de procedure tot verwijdering van de student de toegang tot de instelling ontzeggen.
9. Voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 van toepassing is en voor examendeelnemers als bedoeld in artikel 8.1.1, eerste lid, van de WEB, geldt dat de school in geval van verwijdering van de student ervoor zorgt dat een andere school bereid is de student toe te laten conform de artikelen 8.1.3., vijfde lid, van de WEB. Als de school aantoonbaar acht weken zonder succes heeft gezocht naar een andere school, kan de school in afwijking van het voorgaande, in overleg met de leerplichtambtenaar, tot definitieve verwijdering overgaan.
Artikel 12 Aansprakelijkheid
1. De aansprakelijkheid van de Instelling voortvloeiende uit het toerekenbaar niet (behoorlijk) nakomen van de onderwijsovereenkomst is beperkt tot maximaal het bedrag de student voor het desbetreffende studiejaar heeft betaald voor les‐ of cursusgeld, dan wel een evenredig deel ervan als de opleiding eerder wordt beëindigd.
2. De Instelling is niet aansprakelijk voor schade die de student lijdt indien hij/zij met toepassing van de artikelen 23 en 24 (Verwijdering student van Instelling/Procedure verwijdering student) definitief van de Instelling wordt verwijderd. De Instelling heeft in dat geval geen recht op terugbetaling van door hem/haar reeds betaalde kosten als bedoeld in het artikel 10 (Kosten Opleiding).
3. De Instelling is niet aansprakelijk voor diefstal, verduistering, verlies en/of beschadiging van eigendommen of bezittingen van de student.
4. De beperkingen van aansprakelijkheid in dit artikel zijn niet van toepassing indien er sprake is van schade die het gevolg is van opzet of grove schuld aan de zijde van de leidinggevende(n) van de Instelling.
Artikel 13 Negatief (bindend) studieadvies
1. Het bevoegd gezag brengt aan iedere student die zich inschrijft, advies uit over de voortzetting van zijn opleiding, dat heet een studieadvies. Nadere regels over de procedure van het studieadvies zijn te vinden in het studentenstatuut/deelnemersstatuut.
2. Aan een negatief bindend studieadvies kan het bevoegd gezag een besluit tot ontbinding van de onderwijsovereenkomst verbinden.
3. Van de student waarvan de onderwijsovereenkomst op grond van een negatief bindend studieadvies is ontbonden, wordt de inschrijving voor de desbetreffende opleiding aan de betrokken instelling beëindigd. De student kan niet opnieuw aan die instelling voor die opleiding worden ingeschreven.
4. Het bevoegd gezag spant zich gedurende acht weken in de student te ondersteunen en begeleiden naar een andere opleiding al dan niet aan die instelling, rekening houdend met diens voorkeuren. Dit geldt zowel voor studenten die leerplichtig zijn, als studenten op wie de Leerplichtwet 1969 niet meer van toepassing is.
5. Het bevoegd gezag biedt de student in elk geval de mogelijkheid zich te laten inschrijven aan een andere opleiding aan die instelling waarvoor de inschrijving wel mogelijk is.
Artikel 14 Procedure voor geschillen en klachten
1. Als er geen passende oplossing is gevonden, heeft de student het recht een klacht in te dienen via de interne klachtenregeling van de school. De klachtenregeling is te vonden op xxx.xxxxxxxx.xx/.
2. Eventuele geschillen naar aanleiding van de onderwijsovereenkomst dan wel de beëindiging daarvan worden bij uitsluiting berecht door de bevoegde rechter.
3. Voor klachten over besluiten van de examencommissie in het algemeen, en over het bindend studieadvies in de entreeopleiding in het bijzonder, kan de student zich wenden tot de Commissie van beroep voor examens volgens de procedure die daarvoor is vastgelegd in artikel 7.5.1. – 7.5.4. van de WEB. De procedure daarvan zijn te vinden via xxx.xxxxxxxx.xx/.
Artikel 15 Duur en beëindiging overeenkomst
1. De onderwijsovereenkomst treedt na ondertekening in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de opleiding zoals vermeld op het opleidingsblad.
2. De wettelijke vertegenwoordiger(s) van de minderjarige student(e) is (zijn) met de ondertekening van het opleidingsblad ook akkoord dat de minderjarige student(e) zelfstandig de praktijkovereenkomst(en) voor de BPV kan aangaan.
3. De onderwijsovereenkomst eindigt:
a. Als de student de opleiding met succes heeft afgerond;
b. Als de student zich laat uitschrijven of de school op eigen initiatief definitief heeft verlaten;
c. Als de school de student rechtmatig en conform artikel 11 van deze Algemene voorwaarden van de opleiding verwijdert;
d. Als de school niet langer in staat is de opleiding aan te bieden, waarbij de school zich inspant ervoor te zorgen dat de student de opleiding bij een andere school kan afmaken. Voor studenten die onder de leerplichtwet vallen is bovendien artikel 8.1.3. lid 5 van kracht (zie ook artikel 11.8 van deze overeenkomst);
e. Met wederzijds goedvinden;
f. Bij overlijden van de student;
g. Als er na een negatief (bindend) studieadvies aan een student in de entreeopleiding van 18 jaar of ouder geen overeenstemming bestaat over een vervolg binnen de school, kan de school de student eenzijdig uitschrijven na overleg met de leerplichtambtenaar.
Artikel 16 Nieuwe overeenkomst
1. Als een student die een opleiding aan de school met succes heeft afgerond en/of om andere redenen de school heeft verlaten, besluit een nieuwe opleiding aan de school te volgen, wordt door middel van een opleidingsblad een nieuwe onderwijsovereenkomst afgesloten.
Artikel 17 Toepasselijke regelingen
1. Naast de bepalingen in deze Algemene voorwaarden en voor zover niet in strijd met de onderwijsovereenkomst zijn de volgende regelingen van toepassing, zoals luidend en aan de student bekend gemaakt op de datum van ondertekening van het opleidingsblad:
‐ Examenreglement
‐ Klachtenreglement
‐ Gedragscode
‐ Privacyreglement
‐ Protocol PC/Internet‐gebruik
2. De bovenstaande regelingen zijn gepubliceerd op de website.