VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
1. ALGEMEEN
1.1. Toepasselijkheid
Deze VGM Inkoopvoorwaarden zijn van toepassing op alle aanvragen, offertes, aanbiedingen, opdrachten, inkooporders, opdrachtbevestigingen, overeenkomsten en andere rechtshandelingen terzake van de door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever te verrichten Prestatie. Opdrachtnemer betreft daarbij de verkoper, leverancier, aannemer, verhuurder, uitlener*, werkplekbeveiligingsbedrijf* of ZZP/DGA*.
1.2. Relatie tot Inkoopvoorwaarden
Dit document omvat de specificatie waaraan de Opdrachtnemer tenminste dient te voldoen, onverminderd de verplichtingen voortvloeiende uit wet- en regelgeving, de Overeenkomst en het Veiligheids-, gezondheids- en milieubeleid van BAM Infra Nederland. Deze specificatie is een verdere uitwerking van art. 21, 23, 29, 34 en 36 uit de Algemene Inkoopvoorwaarden (AIV) en is een integraal onderdeel van de Overeenkomst tussen de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever en vormt tevens de basis voor de beoordeling van de Opdrachtnemer.
2. VERANTWOORDELIJKHEDEN OPDRACHTNEMER
2.1. Deel VGM-plan Opdrachtnemer*
De Opdrachtnemer stelt voor zijn (risicovolle) werkzaamheden een project specifiek Deel VGM-plan en/of een risico inventarisatie met bijbehorende maatregelen op. Dit plan wordt ter acceptatie ingediend bij de Opdrachtgever. Zonder acceptatie en toestemming van de Opdrachtgever wordt niet aangevangen met de werkzaamheden. Acceptatie vrijwaart de Opdrachtnemer niet van zijn verplichtingen.
In het plan is tenminste de informatie opgenomen zoals vermeld in de volgende paragrafen van onderhavig document: 2.2, 4, 5, 6.2, 8.1 en 11.
2.2. VGM-contactpersoon Opdrachtnemer
De Opdrachtnemer wijst een eerstverantwoordelijke persoon aan als VGM-contactpersoon (Veiligheid, Gezondheid en Milieu) die verantwoordelijk is voor:
− het fungeren als aanspreekpunt voor de Opdrachtgever aangaande VGM;
− de uitvoering van taken zoals aangegeven in dit document;
− de coördinatie van en toezicht op de eigen werkzaamheden;
− het in overleg met de Opdrachtgever, overige Opdrachtnemers en derden vaststellen van maatregelen om gezamenlijk aan de onder hoofdstuk 2 genoemde verantwoordelijkheden te voldoen.
Tenzij anders met de Opdrachtgever overeengekomen, zal de VGM-contactpersoon tijdens de eigen activiteiten permanent op de locatie aanwezig zijn en beheerst hij/zij de Nederlandse taal in woord en geschrift.
De Opdrachtnemer vermeldt de naam van de VGM-contactpersoon in zijn Deel VGM-plan. Wijziging van de VGM-contactpersoon wordt tijdig en ter acceptatie gemeld bij de Opdrachtgever.
2.3. Taken inzake coördinatie en samenwerking
− De Opdrachtnemer zal adequate maatregelen nemen om gevaren voor derden en het milieu te voorkomen. Met derden worden bedoeld alle andere personen, inclusief publiek, dan de eigen en ingeleende werknemers. Als er ondanks genomen maatregelen gevaren voor derden zijn, zal de Opdrachtnemer in een vroegtijdig stadium de Opdrachtgever hieromtrent informeren.
− De Opdrachtnemer is gehouden de aanwijzingen van de V&G-coördinator uitvoeringsfase en mededelingen (eventueel op publicatieborden en/of via andere communicatiemiddelen) van de Opdrachtgever op te volgen.
− De Opdrachtnemer zal actief samenwerken met de Opdrachtgever, andere Opdrachtnemers, nevenaannemers en derden om de veiligheid en arbeidsomstandigheden en milieuzorg op en om de werklocatie te waarborgen.
− Het is de Opdrachtnemer niet toegestaan om (collectieve) VGM-voorzieningen van de Opdrachtgever, overige Opdrachtnemers, nevenaannemers, principaal en derden te wijzigen
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
en/of te verwijderen zonder toestemming van de eigenaar en zonder het nemen van corrigerende maatregelen.
− Het is de Opdrachtnemer niet toegestaan gebruik te maken van arbeidsmiddelen en VGM- voorzieningen van de Opdrachtgever zonder toestemming van de Opdrachtgever.
− De Opdrachtnemer zal xxxxxxx van een verzuim incident, vervangend werk met gelijke loonwaarde regelen voor het slachtoffer, welke de werkdag na het ongeval aanvangt.
2.4. Registratie en administratie
De Opdrachtnemer dient een dusdanige bedrijfsvoering en administratie te voeren om te voldoen aan wet- en regelgeving. De Opdrachtnemer zal op verzoek van de Opdrachtgever inzicht geven in gevraagde documentatie opdat de Opdrachtgever aan haar eigen wettelijke verplichtingen kan voldoen.
2.5. Verstrekken persoonsgegevens
Op verzoek van de Opdrachtgever zal de Opdrachtnemer alle voor de uitvoering van werkzaamheden vereiste persoonsgegevens en wijzigingen daarin schriftelijk verstrekken.
2.6. Sancties door de Opdrachtgever
Indien de Opdrachtnemer niet of onvoldoende voldoet aan zijn verplichtingen voortvloeiend uit deze specificatie en Overeenkomst, zal de Opdrachtgever hem hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. De Opdrachtnemer zal direct herstel- en corrigerende maatregelen treffen.
Indien de Opdrachtnemer zijn verplichtingen ondanks aanmaning van de Opdrachtgever nog steeds niet nakomt, dan kan de Opdrachtgever de volgende maatregelen nemen:
− De Opdrachtgever laat een en ander in orde brengen op kosten van de Opdrachtnemer die nalatig is;
− De Opdrachtgever ontzegt het personeel van de Opdrachtnemer de toegang tot de locatie. De Opdrachtnemer dient in dat geval terstond vervangend personeel in te zetten;
− De Opdrachtgever ontbindt het contract waarbij alle kosten, om stagnatie van het werk te voorkomen, verhaald zullen worden op de Opdrachtnemer.
Onverminderd het hier gestelde zijn in geval van niet nakoming van verplichtingen door Opdrachtnemer art. 9, 11 en 13 uit de Algemene Inkoopvoorwaarden (AIV) onverkort van toepassing.
3. HOUDING EN GEDRAG
3.1. Fundament
De basis van ons veiligheidsbeleid is uitgewerkt in ons fundament voor veilig werken:
Veiligheid is onvoorwaardelijk. Het komt vóór planning of winst. Vóór alles wat je maar kunt bedenken. Na een dag hard werken moeten we met z’n allen weer veilig naar huis. De volgende dag gezond weer op en aan een nieuwe werkdag beginnen. Een veilige werkdag. Veiligheid doen we samen. Daarom wijzen wij al onze mensen op hun verantwoordelijkheid. Niet alleen de mensen die bij BAM werken, maar ook partners, leveranciers en opdrachtgevers waarmee we dagelijks samenwerken.
Wij zorgen voor onszelf, voor elkaar en voor de samenleving als geheel. Op de bouwplaats, onderweg én op kantoor.
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
3.2. Veiligheidsregels
Bij ons fundament horen ook 10 veiligheidsregels:
1. Ik begrijp mijn werk en ben op de hoogte van de daarmee verbonden risico’s. Als zaken onduidelijk zijn, vraag ik om meer informatie;
2. Ik spreek anderen op onveilig gedrag aan en accepteer ook dat anderen mij hierop aan kunnen spreken;
3. Ik geef uitsluitend veilige instructies en volg ook uitsluitend veilige instructies op;
4. Ik werk met goedgekeurd materiaal en materieel, en alleen wanneer ik bevoegd ben om hiermee te werken;
5. Ik begin pas aan mijn werk nadat ik op correcte wijze (formeel) geïnstrueerd ben. Ik volg deze instructies op;
6. Ik gebruik mijn verplichte persoonlijke beschermingsmiddelen;
7. Ik houd mijn werkplek schoon, veilig en ordelijk;
8. Ik werk niet wanneer ik onder invloed ben van drugs, medicijnen of alcohol;
9. Ik loop of sta niet onder hangende lasten;
10. Ik werk niet met installaties of kabels die onder spanning staan, tenzij ik daartoe geautoriseerd ben.
3.3. Uitgangspunten voor houding en gedrag
Aanvullend hebben wij binnen BAM Infra Nederland afspraken gemaakt over hoe wij ons gedragen. Dit zijn onze uitgangspunten voor houding en gedrag:
− Ik neem verantwoordelijkheid voor mijn veiligheid en die van anderen.
− Voordat ik begin, stem ik mijn werkzaamheden af met anderen.
− Ik spreek anderen aan én onderneem actie als ik een situatie onveilig vind.
− Ik laat mij aanspreken op mijn houding en gedrag.
− Ik durf hulp te vragen bij twijfel.
− Ik meld verbeterpunten en incidenten zodat we als organisatie leren.
− Ik geef een compliment als er veilig wordt gewerkt.
3.4. Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) / Veiligheid in Aanbestedingen (ViA)
BAM heeft de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) ondertekend om veilig gedrag op de bouwplaats te verbeteren. Vanaf 1 januari 2022 verklaart BAM Veiligheid in Aanbestedingen (ViA) van toepassing op leveranciers die werkzaamheden in onderaanneming of regie uitvoeren. Op de website van de GCVB vindt u meer informatie over de eisen van XxX (xxxxx://xx- xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxx-xxx).
4. OVERLEG
4.1. VGM-overleg met alle bouwplaatsmedewerkers
De Opdrachtnemer verplicht zich tot het uitvoeren van een eigen VGM-overleg (o.a. toolbox meetings) of indien dit contractueel is overeengekomen tot het verlenen van medewerking aan het overleg dat georganiseerd wordt door de Opdrachtgever. Dit overleg vindt minstens eenmaal per maand, met een minimum van 10 per jaar, plaats en behandelt actuele onderwerpen betrekking hebbende op het project.
Verslaglegging en een registratie van aanwezigen is vereist. Een afschrift hiervan wordt verstrekt aan de Opdrachtgever.
4.2. Overleg Opdrachtgever en Opdrachtnemer
Opdrachtnemer neemt aantoonbaar deel aan vergaderingen voor zover de Opdrachtgever deze noodzakelijk acht. Hiertoe behoort tenminste een vóór aanvang van de werkzaamheden te houden startoverleg.
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
5. RISICO-INVENTARISATIE EN –EVALUATIE (RIE)
5.1. Functie RIE
De Opdrachtnemer beschikt over een actuele Functie RIE voor alle risicovolle functies zoals bedoeld in de VCA (Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers).
5.2. Project RIE / Taakrisicoanalyse
Project risico-inventarisatie en -evaluatie (PRIE) heeft tot doel om vooraf, per activiteit, bijzondere project specifieke VGM-risico's te identificeren. Daarbij worden vervolgens de preventieve, de controle- en de repressieve maatregelen vastgelegd conform de arbeidshygiënische strategie.
De Opdrachtnemer conformeert zich aan de PRIE van de Opdrachtgever en sluit hier op aan met een project specifiek Deel VGM-plan en/of een risico inventarisatie. Het project specifiek Deel
VGM-plan en/of een risico inventarisatie wordt geactualiseerd indien gewijzigde omstandigheden of werkmethoden daartoe aanleiding geven.
Het project specifiek Deel VGM-plan en/of een risico inventarisatie is tenminste gebaseerd op:
− de op de projectlocatie uit te voeren werkzaamheden;
− in te zetten materieel en toe te passen materiaal en stoffen;
− de bij de werkzaamheden betrokken functies;
− vrijkomend afval;
− omgevingsfactoren.
Het project specifiek Deel VGM-plan en/of een risico inventarisatie specificeert:
− de risico’s die kunnen optreden bij de te onderscheiden werkzaamheden;
− welke personen (mogelijk) blootgesteld worden aan de risico's (eigen medewerkers, personeel andere werkgevers of publiek);
− de te nemen beheersmaatregelen volgens de arbeidshygiënische strategie zoals bedoeld in de Arbo wet.
Het is de Opdrachtnemer toegestaan een risico inventarisatie samen te stellen die bestaat uit één of meerdere taakrisicoanalyses zoals bedoeld in de VCA. Waar noodzakelijk geacht zullen deze TRA’s vooraf besproken worden met de uitvoerende partijen. In bovengenoemde overleggen met de Opdrachtgever wordt afgestemd en bepaald wie zorg draagt voor de nodige maatregelen, de instandhouding en het toezicht.
5.3. Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA)
Medewerkers van de Opdrachtnemer voeren vóór aanvang, tijdens of hervatting van werkzaamheden een LMRA uit waarin:
− gecontroleerd wordt of:
o de vereiste veiligheidsmaatregelen zijn getroffen;
o de benodigde (veiligheids)middelen aanwezig zijn en in een goede staat verkeren en functioneren;
− beoordeeld wordt of:
o omstandigheden zijn gewijzigd die om andere of extra maatregelen vragen;
o risico’s aanwezig zijn die niet of onvoldoende onderkend zijn.
Met de werkzaamheden wordt begonnen als dit uit oogpunt van veiligheid verantwoord is. Indien niet verantwoord zal dit direct mondeling aan de Opdrachtgever worden gemeld, aangevuld met een melding via onze BAM Infra Safety meldapp zie paragraaf 12.2
6. INTRODUCTIE, VOORLICHTING en TAAL
6.1. Introductie
De Opdrachtnemer is verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn personeel inclusief onderaannemers en zelfstandigen op de eerste werkdag en vóór aanvang van de werkzaamheden geïnstrueerd zijn over het generieke VGM-beleid (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/), en de specifieke regels, voorschriften en bijzondere VGM-aspecten op de werklocatie. Indien personeel wordt vervangen of uitgebreid,
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
geldt dezelfde verplichting. De Opdrachtnemer zal hiervoor gebruikmaken van de door de Opdrachtgever beschikbaar gestelde instructie.
Aantoonbare registratie maakt deel uit van de beschikbaar gestelde instructie. Het instrueren betreft tenminste de volgende onderwerpen:
− hoe te handelen in noodgevallen (gewonden, brand, lekkage);
− melden gevaarlijke situaties en incidenten;
− gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM);
− bijzondere voorschriften op de locatie (werkvergunningen, toegangsregelingen enzovoort);
− relevante voorschriften.
De Opdrachtnemer zal het aantal personeelswisselingen tot een minimum beperken.
6.2. Voorlichting en instructie
De Opdrachtnemer geeft voorlichting en instructie over de risico's en maatregelen die verbonden zijn aan de activiteiten en omstandigheden van zijn deel van de activiteiten.
De maatregelen naar aanleiding van de project risico-inventarisatie en -evaluatie dienen daar onderdeel van te zijn.
De instructie kan gecombineerd worden met het onder punt 4.1 genoemde overleg, indien de Opdrachtnemer dit overleg zelfstandig voert.
6.3. Opleidingen
Al het door de Opdrachtnemer ingezet personeel dient vakbekwaam te zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. De Opdrachtnemer verstrekt op verzoek van de Opdrachtgever bewijsstukken betreffende opleidingen van haar medewerkers.
− Alle operationele medewerkers hebben een geldig diploma of certificaat ‘Basisveiligheid VCA’.
− Alle operationeel leidinggevenden hebben een geldig diploma of certificaat ‘Veiligheid voor Operationeel Leidinggevenden VCA’. Bovengenoemde opleidingen dienen in de BENELUX of Duitsland succesvol te zijn afgerond.
− De Opdrachtnemer verstrekt vóór aanvang van de werkzaamheden een overzicht van functies ingezet op de locatie waarvoor een opleiding, diploma c.q. certificaat en/of medische keuring overeenkomstig de wettelijke voorschriften en de overeenkomst, vereist zijn.
− Personeel van de Opdrachtnemer die lasten aanslaan en/of hijsaanwijzingen geven, zijn hiervoor specifiek opgeleid. De opleiding dient minimaal gelijkwaardig te zijn aan de SOMA- opleiding ‘Veilig aanslaan van lasten’ (Opleidingsaanbod Veilig aanslaan van lasten U30 (xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx)).
− Personeel van de Opdrachtnemer die procesapparatuur, machines en/of voertuigen bedienen, dienen gekwalificeerd te zijn. Certificaten en/of diploma’s dienen op het project voorhanden te zijn.
− Medewerkers die werkzaam zijn bij kabel- en leidingaanleg, dienen in het bezit te zijn van een geldige instructie met relevante aanwijzing, onder andere VIAG (Veiligheidsinstructie aardgas), BEI (Bedrijfsvoering elektrische installaties) en VEWA (Veiligheidsvoorschriften warmtedistributie).
Voor werkzaamheden ten aanzien van ondergrondse infra (BAM Energie en Water) dienen de operationele medewerkers het digitale veiligheidspaspoort van Certwell te gebruiken om diploma’s en certificaten te registreren. Het aanvragen hiervan kan via de website xxxxx://xxxxxxxxxx.xxx.xxx.
6.4. Taal
Publicaties, documenten, correspondentie van de Opdrachtgever zijn gesteld in de Nederlandse taal. Bij het tewerkstellen van anderstaligen op het project neemt de Opdrachtnemer maatregelen die een optimale communicatie waarborgen met deze anderstaligen. Dit houdt in dat personeel van de Opdrachtnemer ook de Nederlandse taal machtig is. Zo niet, dan zullen van de Opdrachtnemer per project minimaal twee leidinggevende personen de Nederlandse taal machtig zijn en minimaal
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
25% van het overig personeel de Engelse en/of de Duitse (technische) taal. De Opdrachtnemer zorgt daartoe onder meer voor het vertalen van relevante veiligheidsdocumenten, publicaties e.d..
6.5. Overige bepalingen
Betreden locatie
Alle locaties worden uitsluitend via de aangewezen personeelsingangen betreden.
Personeel van de Opdrachtnemer zal zich niet onaangekondigd op andere locaties dan de eigen werkplek begeven.
Uitnodigen van derden
Uitnodigen van derden door de Opdrachtnemer is niet toegestaan.
Correcte en professionele opstelling
Personeel van de Opdrachtnemer stelt zich correct en professioneel op naar de omgeving (bijvoorbeeld geen harde radio, grof taalgebruik of asociaal gedrag).
Orde en netheid
De Opdrachtnemer draagt bij aan de orde en netheid op de werkplek (ook bij achterlaten van de werkplek).
Beveiligingen
Het is verboden om aangebrachte beveiligingen te verwijderen, uit te schakelen of te overbruggen.
Roken
Roken mag alleen op de daartoe aangewezen locaties.
Foto’s en films
Het is niet toegestaan te fotograferen en/of te filmen zonder uitdrukkelijke toestemming van de Opdrachtgever.
Externe contacten
Verwijs media en externe partijen die informatie proberen in te winnen altijd door naar de projectleiding. Ga nooit in op de vragen.
Leeftijd
Op werklocaties van BAM geldt een minimum leeftijd van 18 jaar. Een uitzondering geldt voor werknemers van 16 en 17 jaar indien zij in het kader van een beroepsopleiding en onder toezicht van een leermeester of gelijkwaardig werkzaamheden uitvoeren. Dit is eerst ter acceptatie voorgelegd aan de Opdrachtgever.
Telefoon
Gebruik van mobiele telefoon of hands free bellen tijdens het bedienen van materieel is niet toegestaan.
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
7. ARBEIDSMIDDELEN (GEREEDSCHAPPEN EN MATERIEEL)
Arbeidsmiddelen moeten in een goede, veilige en milieuverantwoorde staat van onderhoud verkeren en voldoen aan de geldende VGM-voorschriften, wettelijke bepalingen en normen. Aanvullend hierop dienen arbeidsmiddelen energiezuinig en geluidsarm te zijn.
7.1. Keurings- en inspectiesysteem
De Opdrachtnemer hanteert een systeem voor het keuren en inspecteren van arbeidsmiddelen en PBM.
Het systeem omvat tenminste:
− een registratie van uitgevoerde keuringen;
− opstellingsinspecties en periodieke inspecties/keuringen;
− een unieke identificatiecodering op al het te keuren gereedschap en materieel;
− keuringsindicatie, bijvoorbeeld een sticker, met daarop onuitwisbaar vermeld de uiterste herkeuringsdatum.
7.2. Eigendom
(betreft o.a. materialen, componenten, gereedschappen en apparatuur, gebouwen, intellectueel eigendom en persoonsgegevens)
De Opdrachtnemer dient zorgvuldig om te gaan met eigendom van klant, de Opdrachtgever of derde partijen indien deze door de Opdrachtnemer wordt beheerd of gebruikt. De Opdrachtnemer dient eigendom van klant, de Opdrachtgever of derde partijen, dat is geleverd voor gebruik of om deel uit te maken van de producten en diensten, te identificeren, verifiëren, beschermen en beveiligen. Als het eigendom van een klant, de Opdrachtgever of een derde partij verloren of beschadigd raakt of anderszins ongeschikt wordt geacht voor gebruik, dan moet de Opdrachtnemer dit aan de klant, de Opdrachtgever of derde partij melden en gedocumenteerde informatie bijhouden over wat er zich heeft voorgedaan.
7.3. Overzicht in te zetten materieel
Op aanvraag verstrekt de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever een overzicht van al het groot en klein materieel toegepast op de werklocatie, voor zover dat gebonden is aan keuring en/of certificering.
7.4. Certificaten
Certificaten van hijsmiddelen en overige arbeidsmiddelen, voor zover vereist, zijn op de locatie aanwezig of direct voorhanden.
7.5. Nieuwe draaien
Machinisten van materieel dienen de principes van het nieuwe draaien te hanteren (xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx).
7.6. Herkenbaarheid arbeidsmiddelen
Keuringsplichtige arbeidsmiddelen zijn voorzien van een bedrijfsherkenbare markering.
Technische maatregelen ter verkleining aanrijdrisico’s
Bij Materieel waarbij voor de machinist het zicht rondom de machine beperkt is moeten naast organisatorische maatregelen ook technische maatregelen getroffen worden om het risico op aanrijding te verkleinen:
a. Middelen die machinist/bestuurder in staat stellen beter overzicht te hebben zoals; (360 graden) camerasysteem, radarsysteem, ultrasoon, tags of spiegels
b. Middelen die het voertuig of de machine automatisch doen stoppen;
c. Middelen die de omstanders waarschuwen/attenderen op aanrijdgevaar zoals; akoestisch signaal, tags, lichtlijnen op de grond die de gevarenzone aangeeft van het voertuig of machine en/of de rijrichting, markeringen op het voertuig of machine met waarschuwingen voor dode hoeken, of
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
stickers of bebording met daarop “zie jij mij, zie ik jou” op voertuig/machine en/of werkvak/bouwplaats.
Een combinatie van de hierboven genoemde maatregelen is mogelijk.
Voor een meer gedetailleerde toelichting van de eisen, zie xxxxx://xx-xxxxxxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxxxxxx- aanbevelingen-en-beleid/item/beleid-reductie-aanrijdgevaar.
7.7. Uitlaatsystemen bij graaf- en kraanmachines
Bij in te zetten graaf- of kraanmachines dient de uitlaat omhoog gericht te zijn. Dit om medewerkers in de sleuf en de hagen en ander vegetatie te beschermen tegen uitlaatgassen en verbranding.
Bij werkzaamheden in tunnels dient het materieel te zijn voorzien van een roetfilter.
Voor achtergrond info verwijst Opdrachtgever naar de laatste versie van BasisInspectieModule Blootstelling aan dieselmotoremissies (DME) van Inspectie SZW.
7.8. Veilig transport van graafbakken en uitrustingsstukken
De volgende afspraken gelden voor het veilig verplaatsen van graafbakken / uitrustingsstukken (in volgorde van toepassen):
1. Graafbakken / uitrustingsstukken stuk voor stuk verplaatsen aan het snelwisselsysteem
2. Graafbakken / uitrustingsstukken vastsjorren en verplaatsen
Het is niet toegestaan om de bak “in de oren” of de bak in een andere bak zonder borging te vervoeren
8. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (PBM)
8.1. Verstrekking
De Opdrachtnemer verstrekt alle noodzakelijke PBM gratis aan zijn personeel. Het gebruik van PBM is aangegeven in voorschriften uit de PBM Matrix, VGM-plannen, PART(ner)-plannen, pictogramborden en/of specifieke werkinstructies.
8.2. Standaard verplichte PBM
Op vrijwel alle locaties van de Opdrachtgever is het dragen van de onderstaande PBM verplicht. De Opdrachtgever geeft middels een PBM matrix aan wanneer een PBM verplicht is en wanneer hiervan afgeweken kan worden. Het betreft:
− een goedgekeurde veiligheidshelm;
− veiligheidsschoenen/-laarzen, type S3. Bij voorkeur hoge schoenen in verband met extra bescherming van de enkels;
− veilige, schone en representatieve werkkleding geschikt voor de werkzaamheden (minimaal T- shirt en lange broek);
− Voor werkzaamheden aan rail infra gelden de voorwaarden uit het NVW/VVW, branche richtlijn kleurstelling signalerende veiligheidskleding. Het verplicht dragen van signalisatie kleding conform NEN-EN 20471. In aanvulling hierop dient te allen tijde een lange signalisatie veiligheidsbroek gedragen te worden. Signalisatie kleding is schoon, goed zichtbaar, voorzien van bedrijfsnaam of logo van de Opdrachtnemer.
− Voor alle overige werkzaamheden is het dragen van signalisatie kleding conform NEN-EN 20471 verplicht. Bij daglicht klasse II (minimaal een hesje, CROW Eis SKL-01-05) en bij duisternis en andere omstandigheden die het zicht beperken klasse III (voor BAM Infra Nederland geldt aanvullend dat naast minimaal een hesje ook een lange signalisatie veiligheidsbroek verplicht is, CROW Eis SKL-01-06). Signalisatie kleding is schoon, goed zichtbaar, voorzien van bedrijfsnaam of logo van de Opdrachtnemer.
8.3. Bijzondere PBM
Bij een aantal activiteiten en situaties kunnen specifieke risico's optreden die het noodzakelijk maken extra PBM toe te passen. De Opdrachtnemer bepaalt bij zijn project risico-inventarisatie en - evaluatie welke extra PBM nodig zijn en zal dit opnemen in de PBM Matrix.
9. SPOORWEGVEILIGHEID
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
Dit hoofdstuk is van toepassing wanneer de Opdrachtnemer werkzaamheden uitvoert welke raakvlakken hebben met spoor binnen de Nederlandse grenzen. Hierbij moet worden gedacht aan werkzaamheden op, onder, naast een spoorse omgeving. Hiermee wordt bedoeld een (lokale) spoorbaan, station, emplacement, raccordement, spoorse installaties, etc.
De veiligheid in/nabij de railinfrastructuur wordt gedomineerd door twee gevaren:
− Aanrijdgevaar door regulier treinverkeer, (spoorgebonden) materieel en regulier wegverkeer
− Elektrocutiegevaar
9.1. Uitzonderingen
Voor opdrachtnemers die werkzaamheden uitvoeren in het kader van het Veiligheidscertificaat A en B van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu gelden andere specifieke eisen en uitzonderingen. Indien van toepassing dient er contact opgenomen te worden met de afdeling Spoorwegveiligheid van BAM Infra Rail.
Voor opdrachtnemers die werkzaamheden uitvoeren binnen een lokaalspoor omgeving (tram en/of metro) gelden andere eisen. Indien van toepassing dient er contact opgenomen te worden met de afdeling Spoorwegveiligheid van BAM Infra Rail.
9.2. Toegang tot het spoor
Voor de toegang tot spoorwegterreinen dient men in het bezit te zijn van een:
− Geldig legitimatiebewijs;
− Persoonsgebonden Digitaal Veiligheidspaspoort (DVP) of
− Dagpas1 (maximaal 10 stuks per kalenderjaar, per persoon).
De DVP-pas (of een foto hiervan op de mobiele telefoon) of Dagpas is alleen geldig wanneer deze fysiek aanwezig is bij de pashouder in combinatie met een aantoonbare veiligheidsinstructie welke door een gecertificeerde Normkader Xxxxxx Werken-functionaris van een erkend werkplekbeveiligingsbedrijf is gegeven.
9.3. Opleidingen
Voor sommige sporen gelden er extra trainingen / instructies, hieronder een tweetal voorbeelden:
− Hogesnelheidslijn: xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx
− Gemeentelijk Vervoersbedrijf: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
9.4. Verplichte Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Medewerkers dienen buiten de standaard PBM te allen tijde in een spoorse omgeving een signaleringsvest conform VVW te dragen. Binnen het spoor is er specifieke regelgeving beschikbaar over het dragen van de juiste PBM in de spoorse omgeving, deze zijn terug te vinden in het:
− Xxxxxxxxx Xxxxxx Werken (verkrijgbaar via de website van Stichting RailAlert)
− Voorschrift Veilig Werken Trein (verkrijgbaar via de website van Stichting RailAlert)
− Huis-reglement van ProRail (verkrijgbaar via de website van ProRail).
1 De combinatie van een dagpas en de instructie “Taak eigen Veiligheid” – TeV is bij BAM Infra niet toegestaan.
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
9.5. Eisen en besturen van voertuigen
De eisen van voertuigen in een buitendienststelling zijn terug te vinden in het VVW. Voertuigen op indienstzijnde sporen dienen te voldoen aan de Spoorwegwet en/of regelgeving van de infrabeheerder.
Voor het besturen en/of bedienen van spoor gebonden voertuigen of spoorwegvoertuigen dient de bedienaar in het bezit te zijn van het certificaat “Gereedschapsmachinist”. Voor meer informatie zie website van Stichting RailAlert.
9.6. Materieel in nabijheid / onder spanningvoerende delen
Indien de opdrachtnemer gebruik maakt van materieel wat zich binnen het valbereik van de bovenleiding of onder spanningvoerende delen bevindt dient een erkende Werkverantwoordelijke RLN000128 hiervoor beheersmaatregelen te nemen.
9.7. Life Saving Rules
Onderstaande Live Saving Rules (LSR) zijn van toepassing wanneer de opdrachtnemer binnen een spoorse omgeving werkzaamheden uitvoert:
1. Meldt u altijd aan en af bij de verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris;
2. Ga alleen aan het werk met uw DVP en instructie van een veiligheidsfunctionaris;
3. Volg altijd de instructie;
4. Draag de voorgeschreven PBM;
5. Gebruik uw telefoon / tablet altijd op een veilige plek;
6. Begeef u niet onder hangende lasten;
7. Voer alleen taken en/of activiteiten die u mag uitvoeren;
8. Werk niet onder invloed van alcohol, drugs of bewustzijnsbeïnvloedende middelen;
9. Werk alleen met goedgekeurd gereedschap.
10. GEVAARLIJKE STOFFEN, AFVALBEHEER EN MILIEU
10.1. Algemeen
De Opdrachtnemer voert haar activiteiten uit met de grootst mogelijke zorg voor het milieu. Bij alle werkzaamheden waarbij milieugevaarlijke stoffen vrij kunnen komen, dienen vooraf maatregelen te worden genomen om eventuele verspreiding van deze stoffen te voorkomen.
10.2. Gevaarlijke stoffeninformatie
De Opdrachtnemer zorgt ervoor dat zijn leveranciers veiligheidsinformatiebladen verstrekken voor alle stoffen die geclassificeerd zijn als gevaarlijke stof. De Opdrachtnemer verstrekt een actueel overzicht van gevaarlijke stoffen (als bijlage bij het VGM deelplan) die bij zijn werkzaamheden worden toegepast.
10.3. Gevaarlijke stoffenregister
Indien de Opdrachtnemer gevaarlijke stoffen op locatie beheert, welke dienen te voldoen aan de PGS-15, beheert de Opdrachtnemer een actueel gevaarlijke stoffenregister waarin is opgenomen:
− de veiligheidsinformatiebladen van alle op de locatie toegepaste gevaarlijke stoffen;
− een overzicht van de opslaglocatie per product;
− maximale (toegestane) hoeveelheid in opslag.
10.4. Opslag van gevaarlijke stoffen
Tenzij contractueel anders is overeengekomen, zorgt de Opdrachtnemer voor een afgesloten, goed geventileerde en gemarkeerde opslagvoorziening overeenkomstig de wettelijke voorschriften en/of veiligheids- c.q. productinformatie. Lekopvang, bebording en blusvoorzieningen zijn daarbij inbegrepen.
Ongeacht afspraken die van het bovenstaande afwijken, beheert de Opdrachtnemer de opgeslagen gevaarlijke stoffen en voorkomt dat ondeskundigen en derden in aanraking kunnen komen met deze stoffen.
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
De Opdrachtnemer draagt zorg voor calamiteitenmaatregelen (o.a. absorptie, oppervlakte barrières) op locatie.
10.5. Instructies verwerken gevaarlijke stoffen
Het personeel wordt vóór gebruik geïnstrueerd omtrent de risico's en de te nemen maatregelen, bijvoorbeeld aan de hand van de informatie vermeld in het veiligheidsinformatieblad. De productinformatiebladen (MSDS sheet) dienen op de werkplek voor handen/digitaal geraadpleegd te kunnen worden
10.6. Beheer van afvalstromen
Vrijkomende materialen blijven eigendom van de Opdrachtgever, mits anders overeengekomen. Tenzij anders is overeengekomen, wordt bedrijfs- en gevaarlijk afval van de Opdrachtnemer door de Opdrachtnemer gescheiden opgeslagen conform wettelijke voorschriften. Op de opslagvoorzieningen wordt duidelijk aangegeven voor welk afval de opslag bedoeld is. De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor het afvoeren en verwerken van bedrijfs- en gevaarlijk afval volgens geldende regelgeving. Afschriften van afvoerbewijzen zijn op de locatie aanwezig.
Ongeacht afspraken die van het bovenstaande afwijken, blijft de Opdrachtnemer te allen tijde verantwoordelijk voor het sorteren en gescheiden houden van de afvalstromen.
10.7. Opslag brandstof en overige producten
De opdrachtnemer of de verhuurder zorgt dat brandstof (dieselolie), olie en smeermiddelen worden opgeslagen in de daarvoor geëigende opslagvoorzieningen die voldoen aan de geldende eisen.
Verplaatsbare brandstoftanks (<300L) dienen te voldoen aan de bepalingen en eisen zoals gesteld in PGS-15 dan wel PGS-30.
10.8. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)
Partijen voeren een beleid van verbetering van de kwaliteit van hun producten en diensten waarbij veiligheid, reductie van CO2-uitstoot en afvalmanagement prioriteit hebben.
De Opdrachtnemer zal in overeenstemming met het levencyclusperspectief in haar ontwerp- en/of ontwikkelproces voor het product of dienst de milieueisen meenemen in elke fase van de levenscyclus van product of dienst.
11. TOEZICHT EN CONTROLE
11.1. Algemeen
De Opdrachtnemer zorgt voor een effectief toezicht op de naleving van alle van toepassing zijnde voorschriften, procedures en maatregelen.
11.2. Audits en Inspecties*
Tenminste eenmaal per maand, met een minimum van 10 per jaar, wordt door de Opdrachtnemer een inspectie uitgevoerd aan de hand van een inspectielijst inclusief rapportage. De rapportage omvat de bevindingen, maatregelen, wie actie onderneemt en wie controleert.
Onderwerpen voor deze inspectie worden verstrekt door de Opdrachtgever en afgestemd met de Opdrachtnemer.
Afschriften van uitgevoerde inspecties worden op aanvraag verstrekt aan de Opdrachtgever.
De Opdrachtnemer werkt, om niet, mee aan audits en inspecties van de Opdrachtgever en stelt daarbij al de relevante documentatie ter inzage ter beschikking.
11.3. Deskundigen VGM
Indien de Opdrachtnemer eigen of externe deskundigen inschakelt op de werklocatie, wordt dit vooraf aan de Opdrachtgever gemeld. In te plannen bezoeken van controlerende instanties worden vooraf ter goedkeuring aangevraagd bij de Opdrachtgever.
12. VGM-INCIDENTEN (XXXxxxx & BAMmeld)
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
12.1. BAMnood
In geval van ernstige incidenten dient 0800 – 2266663 (0800 BAMNOOD) gebeld te worden; BAMnood: het telefoonnummer is 24/7 bereikbaar voor het melden van ernstige ongevallen, milieu incidenten en inspecties van Bevoegd Xxxxx met negatieve gevolgen.
Bel BAMnood voor incidenten waarbij politie, ambulance of brandweer zijn ingeschakeld of waarbij sprake is van medische behandeling, ziekenhuisopname, letsel of (mogelijk) verzuim. Ongevallen en/of incidenten met schade groter dan € 25.000,-of mogelijke imagoschade. Milieu-incidenten zoals morsen en lekkages. Handhaving door overheid (ILT / ISZW/ Omgevingsdiensten) met waarschuwing of tekortkoming. Bij twijfel altijd bellen.
De Opdrachtnemer is verplicht deze te melden aan de Opdrachtgever,
− Direct mondeling en schriftelijk binnen 24 uur.
− Bij een verzuimincident dient de Opdrachtnemer conform paragraaf 2.3 binnen 24 uur vervangend werk aan te bieden en dit schriftelijke te bevestigingen aan xxxxxxx@xxx.xxx
12.2. BAMmeld
Gevaarlijke situaties, ongevallen zonder medische behandeling of verzuim, schades, afwijkingen, klachten, verbetervoorstellen, BHV-inzet en handhavingen zonder tekortkomingen door overheid (ILT / ISZW)/ Omgevingsdienst). Dienen via de BAM Infra Safety App gemeld te worden. De App is te downloaden via:
xxxxx://xxxxxx.xxxxx.xxx/xx/xxx/xxx-xxxxx-xxxxxx/xx0000000000?xxx0 of xxxxx://xxxx.xxxxxx.xxx/xxxxx/xxxx/xxxxxxx?xxxxxx.xxxxxxxxx.xx.xxxxxxxxxxxxxx&xxxxx
IOS Android
12.3. Onderzoek van incidenten
De Opdrachtgever heeft een procedure voor onderzoek van incidenten die geleid hebben tot letsel of materiële of milieuschade, of hiertoe hadden kunnen leiden. De Opdrachtnemer onderzoekt incidenten op verzoek van de Opdrachtgever conform deze procedure en overhandigt resultaten ook aan de Opdrachtgever.
De Opdrachtnemer verleent, om niet, alle noodzakelijke medewerking aan de Opdrachtgever en/of derden bij het verrichten van eventueel (aanvullend) onderzoek naar de toedracht van incidenten. De Opdrachtnemer zorgt ervoor dat zaken op de plaats van het incident blijven liggen, totdat iemand van het onderzoeksteam van de Opdrachtgever deze heeft gecontroleerd. Elk incident dat door BAMnood onderzocht wordt, wordt geëvalueerd. De opdrachtnemer dient hieraan mee te werken.
13. NOODGEVALLEN EN BEDRIJFSHULPVERLENING
De Opdrachtnemer zorgt voor maatregelen om in geval van nood, calamiteiten en dergelijke, letsels en/of schade tot een minimum te beperken, afgestemd op de eigen activiteiten en project specifieke omstandigheden.
Vóór aanvang van de werkzaamheden geeft de Opdrachtnemer op welke medewerkers opgeleid zijn met betrekking tot noodgevallen. Het betreft opgeleid personeel voor EHBO (Eerste hulp bij ongevallen), BHV (Bedrijfshulpverlening) en brandbestrijding.
14. NADERE INFORMATIE
VGM voorwaarden voor opdrachtnemers
BAM Infra Nederland bv / BAM Specials b.v.
De Opdrachtnemer ontvangt van de Opdrachtgever, zodra dit beschikbaar is, de navolgende informatie:
− het Project Noodplan geldende op de locatie;
− de naam van de V&G-coördinator uitvoeringsfase;
− V&G plan;
− het projectorganisatieschema van de Opdrachtgever.
*
Voor Opdrachtnemers in de categorieën Uitlener, werkplekbeveiligingsbedrijf of ZZP/DGA gelden op enkele artikelen afwijkende bepalingen welke hieronder zijn opgesomd.
Specifiek voor de categorie ZZP/ DGA geldt in geval naar medewerker(s) of personeel wordt verwezen de ZZP/ DGA dit op zichzelf dient te betrekken. De term medewerker of personeel wordt in voorkomend geval vervangen door de term Opdrachtnemer.
Artikel 2.1: Wordt vervangen door: De Opdrachtnemer is verplicht om zich op de hoogte te stellen van en te houden aan de toepasselijke bouwplaatsregelgeving, het V&G plan ontwerp- en uitvoeringsfase en alle vergunningsvoorschriften die van invloed kunnen zijn op zijn werkzaamheden. Indien Opdrachtnemer aanvullende risico’s inbrengt is hij verplicht deze te melden bij Opdrachtgever, e.e.a. conform artikel 4.2.
Artikel 11.2: Deels van toepassing voor de categorie ZZP/ DGA. Een ZZP / DGA behoeft, geen inspecties uit te voeren, maar wordt wel geacht medewerking te verlenen aan inspecties en audits.