CONCEPT
CONCEPT
NOTULEN
van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van SBM Offshore N.V. ("SBM" of de "Vennootschap"), gehouden op 5 mei 2011 in het Hilton Hotel te Rotterdam
In de vergadering waren 86 aandeelhouders aanwezig of vertegenwoordigd. In totaal vertegenwoordigden zij een aandelenkapitaal van 78.111.195 gewone aandelen op een totaal van 168.997.250 geplaatste gewone aandelen was dit 46,23% van het totaal geplaatste aandelenkapitaal.
1. Opening
De voorzitter opende de vergadering en heette de aanwezigen van harte welkom.
The Chairman also welcomed all the shareholders or their representatives who did not speak Dutch, and commented that as a Dutch listed AEX company most of the meeting would be conducted in Dutch, with the exception of the report of the Management Board by the CEO, Mr Xxxx, and the remuneration policy item, which would be handled by Mr Xxxxx in English. He furthermore informed the meeting that questions could be asked in English and would be answered in either Dutch or English, depending on the member of the Board of Management or Supervisory Board answering the question. Simultaneous translation facilities were available, enabling everyone to follow the meeting in either Dutch or English. The Chairman from this point on continued the meeting in Dutch.
De voorzitter gaf aan dat hij, als voorzitter van de Raad van Commissarissen, het genoegen had deze jaarvergadering van SBM te mogen voorzitten. Hij deelde mede dat aan de tafel hebben plaatsgenomen de leden van de Raad van Bestuur, de overige leden van de Board of Management, de leden van de Raad van Commissarissen en de secretaris van de Vennootschap. De voorzitter gaf aan dat de heer Xxxxxxxxxx als secretaris van de vergadering zal optreden. Voorts deelde hij mede dat de notulering van de vergadering wordt waargenomen door de xxxx Xxxxxx xxx Xxxxxx, notaris van het kantoor De Brauw Blackstone Westbroek.
De voorzitter vermeldde, voor de goede orde, dat deze vergadering ten behoeve van de notulering op beeld- en geluidsband zal worden opgenomen. Er is tevens simultaanvertaling van en naar Engels.
Conform het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders heeft de Vennootschap het Engels als enige officiële taal voor externe communicatie aangenomen. Dit betekent dat het volledige jaarverslag in het Engels werd gepubliceerd. De voertaal op deze AVA zal zoveel mogelijk het Nederlands zijn. De CEO van de Vennootschap zal zijn toespraak in het Engels houden en de heer Xxxxx (voorzitter van het Appointment & Remuneration Committee) zal de toelichting op agendapunt 6.2 in het Engels geven.
Vragen die aan de leden van de Board of Management worden gesteld, zullen in het Engels worden beantwoord met simultaanvertaling in het Nederlands. De voorzitter gaf aan dat, zoals vorig jaar het geval was, er met elektronische stemkastjes gewerkt zal worden voor die punten van de agenda waarover gestemd moet worden. Het functioneren van deze stemkastjes zal worden toegelicht voordat de stemming plaatsvindt.
De voorzitter deelde mede dat de uitnodiging en de agenda met bijlagen voor deze vergadering op 24 maart 2011 zijn gepubliceerd in het Financieele Dagblad, op Securities Info en op de website van de Vennootschap. De agenda met bijlagen, waaronder het jaarverslag met de jaarrekening 2010 en het duurzaamheidsverslag 2010, zijn ter inzage gelegd en kosteloos verkrijgbaar gesteld bij het kantoor van de
De voorzitter gaf aan dat er van aandeelhouders met een belang van meer dan 1% van de gewone aandelen of van aandeelhouders die ten minste een waarde van EUR 50.000.000 in gewone aandelen vertegenwoordigen geen verzoek tot agendering van bijkomende punten is ontvangen.
De voorzitter deelde mede dat, zoals in het verleden, de Raad van Bestuur ook nu geopteerd heeft voor de mogelijkheid tot het bepalen van een registratiedatum. Hierdoor werden aandeelhouders in de mogelijkheid gesteld deel te nemen aan de vergadering, indien zij op 7 april 2011 stonden geregistreerd als aandeelhouder zonder dat hun aandelen daartoe tot na afloop van de vergadering dienden te worden geblokkeerd. Aanmelding voor het bijwonen van de vergadering was mogelijk tot uiterlijk 28 april 2011.
De voorzitter deelde mede dat, conform de Corporate Governance Code, de notulen van de vorige AVA binnen drie maanden na afloop van de AVA als concept op de website van de Vennootschap werden geplaatst met de uitnodiging om binnen een periode van drie maanden eventuele opmerkingen kenbaar te maken. Deze termijn is verstreken zonder dat opmerkingen werden ontvangen, waarmee de notulen met kleine correcties werden vastgesteld. De vastgestelde notulen van de AVA werden op de website geplaatst. Een kopie hiervan werd toegestuurd aan de aandeelhouders die hierom hadden verzocht en tevens lagen kopieën ter beschikking in de receptieruimte.
De voorzitter constateerde dat aan de wettelijke en statutaire bepalingen is voldaan en dat deze jaarvergadering bevoegd is rechtsgeldige besluiten te nemen ter zake van alle in de agenda opgenomen voorstellen. Hij deelde mede dat op de registratiedatum het totale geplaatste aandelenkapitaal van de Vennootschap EUR 42.249.312,50 bedroeg, verdeeld in 168.997.250 gewone aandelen die recht geven op het uitbrengen van evenveel stemmen.
De voorzitter vroeg, ten behoeve van een goede organisatorische verloop van de vergadering, aandacht voor de volgende punten:
1. Er is gelegenheid tot het stellen van vragen na de toelichting bij elk agendapunt. Zoals vorige jaren verzocht de voorzitter de vertegenwoordigers van de Vereniging van Effectenbezitters, Eumedion, VBDO of andere organisaties die de belangen van effectenbezitters waarnemen, het aantal vragen per interventie te beperken om de overige aandeelhouders de nodige ruimte te geven aan het woord te komen.
2. De voorzitter verzocht degenen die vragen wensen te stellen dit duidelijk kenbaar te maken en, nadat hen het woord was gegeven, gebruik te maken van de daarvoor opgestelde microfoons. Met name ten behoeve van de verslaggeving is het van belang dat hierbij duidelijk naam en woonplaats en, voor zover nodig, de organisatie die wordt vertegenwoordigd te vermelden.
3. Ten slotte verzocht de voorzitter om mobiele telefoons uit te schakelen.
2. Verslag van de Raad van Bestuur over het boekjaar 2010 (informatie)
De voorzitter stelde het verslag van de Raad van Bestuur over 2010 (pagina’s 49 en volgende van het jaarverslag) aan de orde en verzocht de heer Xxxx, voorzitter van de Raad van Bestuur, een nadere toelichting op dit verslag te geven.
Mr Xxxx: Good afternoon Mr Chairman, ladies and gentlemen. We are pleased to meet with you today to present this summary report on the performance of the Company last year and to describe the current
business situation and our expectations for this year and beyond. We have achieved good results for 2010, showing a strong increase in profit compared to last year and an improved EBIT-margin specifically in the Turnkey Systems segment. Several major projects have been delivered throughout the year and our fleet of leased vessels has again performed very well, generating substantial bonus revenues. During the year we saw a significant recovery in the number of orders awarded in the FPSO sector and we were successful in obtaining a Letter of Intent for a major new lease contract. That, coupled with the sale of "smaller" projects, extensions and upgrade work on existing vessels, has placed the Company’s order portfolio at a record high. Our Safety performance is well within industry standards, but slightly below that of previous years.
This is partially attributable to more rigorous and improved reporting, which allows us to better identify and address problem areas and ultimately reduce the number of incidences. We have applied for and been accepted into the Dow Jones Sustainability Index Europe, which results from the Company's transparent reporting on sustainability issues. Our Sustainability Report provides detailed information on the Company’s Sustainability of strategy and the results. We have strengthened the Company’s financing capacity and are now in a comfortable position to meet one of our strategic objectives of growing the fleet of leased units. In this summary report we will firstly review the closing financial statements and the major operational events in 2010 followed by our expectations for 2011. Finally, we will assess the mid to long-term perspectives and describe how we see the market developing.
First of all the financials. Our net profit for 2010 was USD 276,000,000, representing a 20% increase compared to the profit in 2009. In the turnkey systems segment the EBIT-margin increased to 9.4% which shows a continued improvement from the 2008 and 2009 margins. This level was reached as newer projects provided significantly better results and older loss making projects were delivered during the year. Turnkey services showed an improved level of activity in 2010, but with slightly reduced margins compared to the prior year as a result of reduced worldwide activity in offshore contracting. Our lease-and-operate segment produced somewhat weaker results than in 2009 as we had to take impairment charges on one of the leased projects under construction, the MOPUstor for Talisman, and on the tanker inventory which we hold for future projects. Overall, however, the performance of our fleet was excellent and we obtained high bonus levels. Turnover in 2010 remained constant, just above USD 3,000,000,000. Sales performance was quite good and we were successful with the award of a Letter of Intent for a major lease contract during the year. This contributed to the total new order intake of USD 4,500,000,000 in 2010 compared to USD 3,700,000,000 in 2009. The considerable value associated with the award for Petrobras FPSO Cidade de Paraty, a 20-year Lease and Operate contract for Xxxx Xxxxxxxx project in Brazil, coupled with an increase in "smaller" projects, extensions and upgrade work, has placed the Company’s order portfolio at a record high level at the end of the year of USD 11,500,000,000.
We have proposed to pay a dividend of USD 0.71 per share which reflects a 50% pay-out ratio of net profits attributable to shareholders. This does represent an increase compared to 2009, but it does not fully reflect increased net profit, because a larger portion of net profit for 2010 was attributable to minority interests. We have augmented our investment capabilities for leased projects with a new revolving credit facility of
USD 750,000,000 and entered into a long-term cooperation agreement with Mitsubishi Corporation to jointly pursue FPSO Lease and Operate projects worldwide. We have done this to be in a strong position to support our growth strategy in the lease and operate segment. We have also secured a new project finance facility of USD 602,000,000 for the FPSO Aseng at improved conditions compared to 2009.
As regards operational performance, the Company’s business includes many activities which involve significant risk, ranging from the completion and delivery risks associated with a high cost of building large complex systems we design (which sometimes exceed USD 1,000,000,000), to the hazards oil production operations with our fleet of leased vessels, as well as security and country risks in some areas in the world where we work. In addition to these inherent risks in our business is the external financial environment and
support on which we depend, but which we have seen can be quite volatile. These risks have always been present in our business, with the heated market from 2005 to 2008, financial crises, the Deep Water Horizon disaster in the Gulf of Mexico, the current political turmoil in a number of countries in North Africa and the Middle East and even the Japanese earthquake, the tsunami and the Fukushima nuclear disaster have raised our awareness on the absolute importance of risk management in our business. I would like to emphasise to our shareholders that this has a high visibility in our Company.
Reviewing our operational activities during 2010. All segments had a very busy year with the following significant developments. The FPSO Capixaba was relocated to the Cachalote field offshore Brazil in February following an upgrade of the unit carried out in record time at Capital Shipyard in Singapore and first oil was achieved in May. The unit is on a lease and operate contract to Petrobras for twelve years. The relocation of the FPSO Capixaba is the first of several FPSO relocation projects which will be undertaken in the future. We also received orders for the relocation of FPSO Espadarte to the Baleia Azul field in Brazil for Petrobras and during the first months of 2011 a letter of intent for the relocation of the FPSO Xikomba to the new oil field in Angola for ENI. Both FPSO Brazil and FPSO Marlim Sul are also potential candidates for relocation in Brazil. The Yme MOPustor platform was completed in Norway at the end of the year. The unit is currently waiting for a suitable weather window for offshore installation and it is anticipated that it will start production in 2011. The construction of EnCana’s Deep Panuke Production Field Centre has been completed in the yard of Abu Dhabi. The platform will be transported to Nova Scotia in Canada for offshore installation with production start-up later this year. Unfortunately, we have not been able to reach an agreement with EnCana on several major change orders related to additional work requested and have therefore filed a notice of action in the Supreme Court of Nova Scotia at the beginning of April 2011. The construction of the FPSO Aseng for Nobel Energy Equatorial Guinea and the FPSO Cidade de Paraty for Petrobras Brazil are progressing in Singapore in accordance with the schedule. The lease and operate segment continued to show excellent performance in 2010. High bonuses have been achieved where available, within individual lease contracts. The overall number of vessels in operation in the lease fleet at year-end stands at fourteen. The FPSO Falcon is in lay-up, but is being actively marketed for new contracts. Four new lease contracts, currently in the construction phase, are the Yme MOPUstor, the EnCana production field centre, the FPSO Aseng and the Cidade de Paraty FPSO.
In our turnkey systems segment, a major highlight of 2010 was the completion and delivery of the FPSO P-57 to Petrobras in Brazil. The unit was supplied two months earlier than the contractual schedule within budget and exceeded the high local content requirement with a substantial amount of work performed in
Brazil. We supplied this FPSO to Petrobras on a turnkey sale basis and will operate the unit for three years on their behalf. Amongst other projects we also delivered a complex turret for BP to the FPSO construction yard in Korea, where integration works were completed for the Skarv FPSO. The FPSO Okha construction progressed well during the year and is on schedule for completion in the first half of 2011, which is slightly behind the original schedule but inline with our client’s expectations. We have successfully delivered two of the three semi-submersible drilling rigs in 2010. The third rig is scheduled for completion in the first half of this year at the construction yard in Abu Dhabi. All three drilling rig projects have suffered significant cost overruns, but provisions have been fully accounted for in 2010. We continue front-end engineering and design work as part of our framework arrangement with Shell for the supply of turret mooring systems for a series of their Floating LNG production vessels (FLNG). With the Japanese engineering contractor Chiyoda we have also completed a FEED contract for an FLNG facility for Petrobras in Brazil. Recently, we received the invitation to tender to provide Petrobras with a commercial offer for supply of the system. In the turnkey services segment neither of the Company’s installation vessels were fully occupied during 2010, reflecting the global downturn in the offshore construction business. However, supply and maintenance of CALM mooring systems specialized equipment, spare parts and services, showed an increase during 2010. At
year-end the Turnkey Services order portfolio represents about nine months of work which is normal, given the short to medium-term nature of this business.
Daewoo Shipbuilding and Marine Engineering of South Korea signed an agreement in which they acquired a 30% share in the Angolan Paenal Yard joint venture between Sonangol and SBM. DSME will share in the investment for Phase II of the Paenal yard and they will also provide production and construction expertise to the yard. The recent CLOV FPSO order has triggered the start of Phase II of the yard development which involves the completion of the quayside to allow berthing of FPSOs, a heavy lift crane to lift modules on to the vessel and additional module fabrication facilities as well as employment and training of personnel. With the completion of Phase II, the yard will be the only yard in Angola capable of FPSO topsides, process, module fabrication and integration. The effective shareholding in the Paenal yard after the transaction is Sonangol with 40%, SBM with 30% and the remaining 30% with DSME.
A few comments on our share price performance. Our stock market performance was good with a share price increasing by 21.7% over the year and has also increased strongly in the first part of 2011. The performance was 16% above the AEX index. The share transaction turnover continued to be affected by the financial crisis and was again lower than in the prior year at about 1.6 times compared to 1.9 times in 2009. According to information provided by the largest banks and financial institutions, the shares were mainly in the hands of institutional investors of which the large majority are Anglo-US.
Moving on to the expectations for 2011. We anticipate the new order intake to be reasonably good. We have already obtained two major FPSO orders in the first months of 2011 and there still remain a number of well-developed prospects for the latter part of the year in all segments of our business. We have not given an overall profit expectation, but have advised that we expect turnover for 2011 to be in the same range as for 2010, now almost fully secured from projects in hand. Secondly, the EBIT-margin for the turnkey systems segment should be solidly in the 10 to 15% range, taking into account a robust underlying operating margin and the impact of financial lease accounting. Turnkey services EBIT-margin is expected to be in the 15 to 20% range, similar to 2009. EBIT contribution from the Lease and Operate segment is expected to be in the same range as the underlying level achieved in 2010, excluding impairment charges. Net financing costs are expected to decrease by up to 20 to 25%, compared to 2010 and capital expenditure excluding any new operating lease contracts or Variation Orders on existing contracts to be obtained in 2011, is expected to amount to around USD 400,000,000. Net gearing at year-end 2011 is expected to remain below 100% with all financial ratios well within our banking covenants. The Company has a solid financial structure, which will enable it to operate satisfactory during the year and beyond and we are confident that we will be able to support the financing needs of the Company going forward during the year. The development of new products and technology remains an important part of the Company’s strategy with the main effort focussed on deep water floating production, arctic production solutions, the LNG supply chain and renewable energy systems.
Looking at the market let me outline our views on the development of the floating production sector and how this will impact our business. The current high oil price should ensure the economic viability of most oil field development projects, allowing all companies to proceed with their production plans. This is reflected in the current high level of sales and bidding activity for prospects, a number of which we have strategically targeted. We have already obtained two major orders in 2011, an FPSO for OSX in Brazil and the relocation of the FPSO Xikomba for ENI in Angola. We remain optimistic that order intake for 2011 will continue to be strong. We expect that there could be approximately fifteen to twenty FPSO project contracts awarded per year for the next few years. Not all of these projects will be strategically of interest to our Company, but we do anticipate that at least half will fit our objectives. So, we are optimistic about the future growth of this business. Likewise our specific technology specialism for turrets, tension leg platforms and semi-
submersible platforms should also see good sales opportunities during the next few years. The activity in the Company’s Turnkey Services segment is expected to be reasonably buoyant in the future with utilization rates of the Company’s two installation vessels showing recent improvement. We expect the deep water offshore installation and construction market to grow in coming years. To capitalize on this growth and further extend our capabilities in this market we have recently ordered a new Diving Support Construction Vessel, which will be delivered in 2013. The offshore LNG sector is showing signs of further development with significant activity on several projects in which the Company has an interest. Together with Chiyoda we have concluded a FEED study for Petrobras, pre-salt FLNG development offshore Brazil, and intend to provide a commercial proposal to Petrobras later in the year. Other FLNG engineering studies are being performed for other clients mostly in the Far East region. Technology development continues to focus on the growing areas of deep water oil and gas production, offshore LNG production and the development of renewable energy initiatives, where the Company sees increasing opportunities for its product lines in the coming years.
We have announced some changes in the Board of Management recently. In 2010 we have appointed two new members to the Board of Management, Xx Xxxxxx as Chief Technology Officer, who already attended the Annual Meeting last year and Xx Xxxxxx, as Chief Commercial Officer. Both gentlemen are long-time employees of the Company with impressive careers and extensive knowledge of our products, our strategy and our competitive position. Their personal profiles are published on the Company’s website and in the Annual Report 2010. At the end of this month one of our most experienced members of the Board of Management, Mr Xxxxxxxxxxxx, will enter into a new phase of his life and start a well-deserved retirement. Mr Xxxxxxxxxxxx, unfortunately, was not able to be present at this meeting. Mr Xxxxxxxxxxxx is one of the most knowledgeable leaders in our industry today and has been in key management and leadership positions in the Company for many years, most recently as COO of the Company. We thank him for his 33 years of tireless efforts and enthusiasm, which has been instrumental in growing the Company into a global leader in our market. We could not have done this without him and we wish him and his family a long and healthy retirement. I would also like to take this opportunity to introduce Mr Xxxxxx. Mr Xxxxxx is a former member of the Board of Management of Acergy and has recently joined SBM and will be the new Chief Operating Officer, succeeding Mr Xxxxxxxxxxxx. We are very pleased that Mr Xxxxxx has joined the Company. His knowledge and experience in the oil and gas industry will be an additional asset to the Board of Management and the continuing growth of the Company.
So, in conclusion we have seen the recovery in the demand for our products and services and expect this demand will remain strong as our clients continue to develop new deep water oil and gas reserves. As a consequence, we will continue to develop further innovative technology to meet these challenges. Our medium-term aim is to continue to improve our operating performance with a steady growth and maintain our market leader position as a preferred solutions provider to our clients. The successful refinancing of the Company’s revolving credit facility, the successful delivery of a number of legacy projects, such as the rigs and the finalization in 2011 of rig 3 and the MOPU platforms, coupled with the record order backlog, position the Company well to achieve its targets for growth and return for our shareholders. Thank you.
De voorzitter dankte de heer Xxxx voor de toelichting en gaf aan dat van de VBDO een aantal schriftelijke vragen zijn ontvangen die de heer Xxxx eerst zal beantwoorden.
Mr Xxxx indicated that he would first outline the questions received from the VBDO and then the answers which the Company proposes.
The first question related to the sustainability report and the guidelines of the GRI (Global Reporting Initiative) and whether these were reviewed by an external accountant. The level on which the Company
reported is level C, which is the lowest level. The question was raised whether the Company intends to raise the level to level B. Mr Xxxx indicated that, from the Company’s point of view, level C of reporting was sufficient to give a good overview of the Company’s key sustainability indicators and initiatives. The Company continues to improve by adding new indicators and for 2011 the Company will reassess in collaboration with its external auditor whether level B is obtainable and make a decision on this during the year.
The second question related to the assurance level of the external accountant’s review in 2010, which was limited. VBDO asked whether the next level of assurance would be reasonable, and whether the Company would intend to change that level of review. Mr Xxxx replied that the Company used the sustainability data to generate trends which it tracks in indicators. The Company considered that the external accountant’s review, at the limited level, is adequate for this purpose.
The third question was related to health and safety and the HSNS health and safety figures compared to 2009, where it appeared that an important number of figures worsened compared to the prior year and the specific quotation on the lost time incident days reported for onshore, offshore and subcontractors. The question was how SBM would explain the receded figures and would SBM be prepared to make additional efforts to improve safety for its personnel and suppliers. Mr Xxxx answered that the Company implemented a more robust reporting system around its operations which, together with the increase in the number of safety staff on construction sites, generated a higher reported number of incidents. This was the reason for the increase in the level of incidents. The Company placed great importance on the safety of its employees and its subcontractors, which was reflected in several initiatives which the Company implemented during the last couple of years. Some examples were (i) the total application of safety knowledge and safety training observation program and (ii) the twelve lifesaving rules, which were implemented by the Company worldwide to increase the safety and well-being of its employees and contractors. Mr Xxxx mentioned that the Company monitored performance on a continuous basis and implemented additional measures, such as increased auditing and training, in order to reverse the trend. The Company's HSSE performance remained generally in line with industry benchmarks, however, the Company continues to strive to improve in this area.
The fourth question related to supply chain responsibility. The Company was measured on a VBDO supply chain management benchmark in which it went down from the seventeenth position to the nineteenth position this year. The question was raised whether the Company recognized the conclusions drawn by the VBDO researchers and if it would take measures to increase supply chain responsibility. Mr Xxxx replied that the Company received the information from the VBDO benchmark and conclusions and that these would be taken into consideration in developing the sustainability strategy and initiatives on supply chain. With the current amount of reporting initiatives regarding sustainability, the Company decided to limit active participation to the Dow Jones sustainability initiative, the carbon disclosure project and the Ministry of Economic Affairs transparency benchmark. As reported in 2010, new indicators regarding value of business with developed and developing countries, as well as information on vendor audits performed, were added. The Company would intend to continue to develop the reporting in this area. It was noted that strong commitments regarding supply chain were summarised in the Company’s Code of Conduct.
The fifth question related to the Company's operation in Myanmar. In the past the Company indicated that it would not extend its contract with Petronas past the expiry date and would exit Myanmar. The question was raised whether the Company is still committed and when the contract would expire. Mr Xxxx replied that SBM is still committed not to extend its existing contract past the final expiry date for as long as international sanctions against Myanmar continue to apply. The current contract runs until May 2015 with an extension option available to the client (Petronas) for up to five years. The final expiry date could be May 2020.
The sixth question related to biodiversity. The industry in which SBM operates is known as an industry with a relatively high impact on biodiversity. In the Sustainability Report SBM made reference to preservation of ecosystems and that it has looked at peers. A remark was made that other companies do have a more developed policy on this subject. The VBDO asked whether SBM intends to give biodiversity a more prominent place in the organization and start integrating research on the risks and possibilities of biodiversity and preservation of ecosystems in the management of the business. Mr Xxxx indicated that the Company designed the production systems and operated its lease fleet within the strict environmental rules dictated by its clients, which obtained permits to operate according to national environmental requirements. These strict requirements are specific for each location which makes it redundant to have a company-wide biodiversity preservation policy. On the facilities, the Company operated all activity under strict operating procedures, for which the Company's staff is trained to minimize the effect on the ecosystem during the operations. The design of the systems is such that release to the environment is minimized and in case of accidental release containment systems are in place.
The seventh question related to diversity. The VBDO welcomed the proposal to appoint Mrs Xxxxx to the Supervisory Board and hoped that the AGM would support that proposal. This year the VBDO asked for attention for persons with a physical and mental handicap who have more difficulty in the labour market. The VBDO remarked that SBM does not have a policy with regard to these persons as potential employees and asked whether SBM intends to develop such policy. Mr Xxxx replied that the Company pursued an employment policy following the principles of equal opportunity preventing any discrimination on the basis of sex, age, race, religion, political or trade union affiliates, nationality or disability. The Company has not been actively pursuing a policy for recruitment of disabled people, specifically as the Company's activity has traditionally a few positions available for disabled people.
Finally the last (eighth) question which related to remuneration. The VBDO was pleased to note the proposed introduction of a CSR multiplier as a part of the variable remuneration. The multiplier is linked to CSR commitments and the VBDO asked what CSR commitments there are and whether the Company would intend to disclose, for the 2011 remuneration, which commitments were or were not realised. Mr Xxxx indicated that the Company introduced the tool in its remuneration policy to allow performance to be measured against the CSR indicators. The Company intended in 2011 to test and be comfortable with this new tool, which will be applied in a qualitative and quantitative way in the area of CSR.
De voorzitter dankte de heer Xxxx voor de beantwoording van de vragen van de VBDO en vroeg of er nog aandeelhouders waren die vragen wilden stellen over de toelichting van de heer Xxxx.
De xxxx Xxxxx (VEB) feliciteerde SBM met een recordjaar. De resultaten zijn "upgoing". De xxxx Xxxxx gaf aan dat het goed gaat met SBM, dat er veel orders in de markt zijn en dat de Vennootschap de komende vier jaar al vol zit. Voor 2011 is 90 tot 95% van de orders en de omzet al ingeboekt. De xxxx Xxxxx vroeg (eerste vraag) of er mogelijkheden zijn dat SBM sneller kan werken en de productie kan opvoeren, zodat meer omzet kan worden behaald en meer omzet vervroegd kan worden. Verder vroeg hij naar eventuele belemmeringen hierbij. De xxxx Xxxxx vroeg (tweede vraag) naar het contract met Mitsubishi. Hij heeft zich laten vertellen dat Mitsubishi diepe zakken heeft, waardoor de lease misschien wat naar voren getrokken kan worden. De xxxx Xxxxx geeft aan (derde opmerking) dat voorheen uitgesproken is het leaseaandeel te willen laten groeien om een stabielere inkomensstroom te hebben en minder van de fluctuaties van de markt afhankelijk te zijn. Hij merkte op dat lease nauwelijks is gegroeid. De xxxx Xxxxx merkte ten aanzien van LNG, het paradepaardje van SBM, op dat hij hier niet veel nieuws over heeft gehoord. Hij gaf aan begrepen te hebben dat SBM met Petrobras bezig is geweest en dat er een FEED-studie heeft plaatsgevonden. Hij vroeg (vierde vraag) hoe de markt eruit ziet, of die booming is en of er meer van deze
LNG's komen. Verder gaf de xxxx Xxxxx aan dat hij gelezen heeft dat SBM een nieuwe manier heeft om iets aan te sluiten op zee, waar zij een patent op heeft. De rest van die markt, ook in de toelichting, blijft wat ondoorzichtig gaf hij aan. Indien dit een paradepaardje is, hoopte hij dat daar stappen gemaakt worden.
De xxxx Xxxxx gaf verder aan dat men de naam Petrobras vaak hoort. SBM heeft daar een goede verstandhouding mee in Brazilië, Angola en het Verre Oosten. Hij vroeg (vijfde vraag) of SBM niet teveel gefocust is op één partij en of er genoeg diversificatie in het klantenbestand is, zodat SBM niet teveel afhankelijk wordt van één partij. Ten slotte refereerde hij aan natuurlijke energie, waar we allemaal voor zijn. Hij vroeg (zesde vraag) wanneer de eerste opdrachten voor een systeem dat natuurlijke energie uit golfbewegingen of temperatuurverschillen haalt, kan worden verwacht.
De voorzitter dankte de xxxx Xxxxx en gaf het woord aan de heer Xxxx.
Mr Xxxx indicated that SBM sees quite good possibilities for future order intake in the near future, which would ensure a good backlog of work for several years ahead. SBM would take the opportunity to get the right/best projects in the order portfolio going forward. He replied to the first question that the Company developed into such a size that it can handle around about ten to twelve major projects coincidentally, not all in parallel, but in the different project stages. However, the value of the projects increased dramatically, as did their complexity. The Company makes steps to outsource in areas where there are bottlenecks, such as engineering, in order to free up engineering resources. One of the key resources in the Company is the engineering teams. The Company is taking steps to outsource detailed engineering in order to try to increase the volumumetric throughput, but realistically, this will not be a dramatic increase. SBM wants to make sure that it keeps control of its operations. As regards the second question in relation to the agreement with Mitsubishi Corporation, Mr Xxxx that the large capex projects are increasing in size and, as announced, SBM has projects of over USD 1,000,000,000. In order to execute these type of projects, provide the equity input whilst at the same time chasing several of these projects, SBM needs financial support. SBM worked with Mitsubishi in the past on two previous contracts and knows them. This was cemented in a new cooperation agreement under which Mitsubishi will provide equity to SBM on large projects, which the Company needs to be able to develop the business. Mr Xxxx indicated that Mitsubishi will not be involved in the actual work of building the projects, but are there to provide financial support. Mr Xxxx stated that it is a good development and it helps SBM increasing the lease business. Mr Xxxx indicated in relation to the third remark that it is out of the control of the Company whether there are lease projects or sale projects. SBM receives both types of orders for the larger FPSO's. The Company would generally prefer a balanced order intake, with a bit more of weighting on the side of lease. SBM tries to select projects which provided that balance, but this is not in the control of the Company. In relation to the fourth question Mr Xxxx replied that LNG is an activity the Company entered into several years ago. The Company has gone through quite an exercise in 2007 and 2008 on developing a generic design of an LNG FPSO. Then came the economic crisis and there was no movement on any LNG project during a period of time. There now is growing momentum in LNG offshore projects and SBM would be active on several of these. SBM is taking steps to be there on the first projects and he indicated that these would be big capex projects. Mr Xxxx stated that the large LNG FPSO projects certainly would be in the range of USD 3,000,000,000. SBM decided to work in joint venture arrangements to share the costs on these projects with other contracting companies. SBM intends to place itself in a position to be successful with this business when it grows. SBM was one of the initiators in developing an offshore solution for LNG. One of the components, which Xx Xxxxx referred to, is the ability to be able to offload the LNG product offshore safely. That piece of equipment was missing in the industry and that gap needed to be filled. SBM invested in an R&D program to develop a floating hose used to transfer the cryogenic liquid from the production vessel to an LNG carrier in a configuration which is safe to take place in the ocean. The only existing experience at the moment is the LNG carriers coming into a harbour and offloading alongside a quay. Mr
Xxxx indicated that SBM was successful in developing the hose system and the offloading system required to make this whole FLNG FPSO system viable.
Mr Xxxx replied in relation to Petrobras (fifth question) that SBM has a lot of business with Petrobras, but keeps track on a regular basis of the amount of risk effectively associated with the business either in Brazil or with Petrobras. SBM makes sure that the level of business which it has in that country is comfortable. Mr Xxxx replied to the last question (sixth question) related to renewable energy initiatives, that the Company is still a few years away from first orders, as it is still in the technical development stage, where quite some progress was made. He indicated that it should move through a series of more robust prototype testing before there is a position to really market such a product.
Xxxxxxx Xxxxxxxx (MN Services en namens Robeco) gaf allereerst haar complimenten over de resultaten die zijn behaald in 2010. Vorig jaar is gevraagd of transparanter kon worden weergegeven wat de doelstellingen zijn op milieu- en sociaal gebied. Als zij kijkt naar het carbon disclosure project, waar SBM al een aantal jaren in participeert, ziet zij dat de onderneming in 2010 geen doelstellingen heeft aangegeven bij het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen. Zij vermeldde dat veel ondernemingen dat wel doen en een vooruitlopende positie nastreven op het vlak van duurzaamheid. Zij vroeg (eerste vraag) om een toelichting waarom de doelstellingen niet transparanter worden weergeven en vroeg SBM te overwegen dit in de toekomst te gaan doen. Verder geeft zijn aan dat in het duurzaamheidsverslag "stakeholder engagement" aangeduid wordt als een "corporate principle". De onderneming houdt roadshows en presentaties voor aandeelhouders en andere geïnteresseerden. Deze zijn voornamelijk gewijd aan financiële resultaten en minder aan duurzaamheid. Zij vroeg (tweede vraag) of het mogelijk is om bij stakeholder engagement wat meer te focussen op Corporate Social Responsibility. Haar laatste vraag (derde vraag) heeft betrekking op de opname van SBM in de Dow Jones Sustainability Index in Europa. Zij gaf aan dat dit bevestigt dat de onderneming het beter is gaan doen op het vlak van duurzaamheid. Veel ondernemingen die een vooruitstrevende positie willen behalen op het vlak van duurzaamheid kiezen ervoor om het duurzaamheidsverslag en het financiële jaarverslag te integreren. Zo worden de strategische en duurzame ambities beter geïntegreerd. Zij vroeg of SBM wil overwegen dit in de toekomst ook te gaan doen. De voorzitter dankte xxxxxxx Xxxxxxxx en gaf het woord aan de heer Xxxx.
Mr Xxxx replied to the first question in relation to the transparent way in which SBM reports on emissions and whether or not SBM could set targets and report against those targets. He indicated that it is not possible for SBM to do that, as SBM is operating and producing hydrocarbons on behalf of its clients in accordance with their instructions. SBM does not control the operations offshore, in terms of the production throughput operations. This has an impact on emissions coming from power generation or from incidental flaring, which do happen from time to time. It’s almost impossible for SBM to set objectives in advance.
SBM could only take care and ensure that it operates in the most effective and efficient way with respect to emissions from its facilities, which it endeavours to do. On the design of new facilities SBM tried to introduce the most recent and latest technological innovations in order to minimize emissions, where possible. He replied on the question related to stakeholder engagement and Corporate Social Responsibility (second question), that it is true that most of the engagement is with financial institutions, investors and potential investors. He indicated that this question also comes up more and more often in the meetings. SBM has said that it would look where opportunities could be provided to meet relevant NGO’s or other bodies to set out ideas and discuss these. He indicated that this would also be endeavoured in 2011. On the incorporation into the Dow Jones Sustainability Index (third question) and the ability to integrate the objectives of the CSR strategy into the overall strategies of the Company,Mr Xxxx replied that big progress was made in that area and a lot of the initiatives are taken into account in the Company to address where relevant the CSR objectives. And eventually come into the financial results of the Company.
De heer Xxxx gaf aan een vraag te hebben over risico, namelijk hetgeen in Japan is gebeurd (zeebeving gevolgd door een enorme tsunami). Die tsunami manifesteerde zich vooral in de kustwateren. Hij vermeldde dat hetgeen in Japan is gebeurd zich wellicht ook op andere plaatsen op de aardbol kan voordoen en wellicht ook in een gebied waar SBM''s productieplatformen aanwezig zijn. Hij vroeg wat het risico is dat het productieplatform daardoor wordt aangetast als een dergelijk fenomeen zich voordoet. Mr Xxxx outlined that most design criteria received from the clients provide information on tsunamis where appropriate geographically. Generally speaking, in the locations where SBM operates, more offshore and not very close inshore, the impact is quite negligible but some of the CALM buoy mooring terminals, which are much closer inshore, may well be impacted by such an event. Where appropriate that design criteria is included into the design of the system. For the big production facilities this is not really significant as an impact.
De xxxx Xxxxx (VEB) gaf aan dat hem is opgevallen dat de operationele marge bij de Turnkey Systems altijd rond de 5% was, maar dat die vorig jaar op 9% uitkwam. Ook als hij de forecast voor 2011 bekijkt, wordt er meer winst gemaakt dan voorheen. Zijn eerste vraag was waar dit door komt. Verder refereerde hij aan de discussie met een klant over een contract. Hij gaf aan dat ook een aantal "hoofdpijndossiers" zijn gesloten. Hij verwees naar het Noorse Talisman veld en vroeg (tweede vraag) of dat is afgesloten en of dat de marge bij turnkey systems verhoogt. Is SBM door de markt in staat om een hogere marge te vragen of neemt de marktwerking dat voor zijn rekening. Hij gaf daarnaast aan gelezen te hebben over risico en zei zich dat voor te kunnen stellen bij oliemaatschappijen die SBM inhuren voor diensten dan wel schepen afnemen, met name ook in de leaseomgeving. Hij vroeg (derde vraag) of de oliemaatschappijen niet de neiging hebben de verantwoordelijkheid steeds meer van zich af te schuiven gelet op het risico. Is SBM als leasemaatschappij verantwoordelijk voor wat er gebeurt en is het ook bij slechtere markten nog haalbaar als SBM die risico’s niet over wil nemen. The Chairman indicated that Xx Xxxxx had interesting questions. Mr Xxxx answered in relation to the first question, on the turnkey systems margins, that there had been improvements from the prior two years and, as has been announced, these improvements continued. There are two reasons, being (i) the underlying more robust performance on execution of projects and therefore the better margins and (ii) the financial lease accounting treatment of long-term leases, which has a knock- on effect in the turn key system result. He asked Mr Xxxxx to add something to that. Mr Xxxxx indicated additionally on the first question, that SBM has a couple of long-term lease contracts, the terms of which imply that the lease contract is reported as a sale of an FPSO with a financing package attached to it. That means that part of the return which is rolled up into that lease contract is in fact reported as a turnkey systems sale during the construction phase of the project. This means that part of the lease returns are brought forward into the construction phase, earlier than they would otherwise have been recognised. That impact is giving a booster on top of the improved performance on the underlying projects. Indeed two effects: (i) better underlying performance and (ii) an addition from the financial lease accounting treatment. Mr Xxxx replied to the second question related to the Norwegian project where SBM had impairments in the past and has announced in the Trading Update Press release of earlier in the day, that it has an outstanding financial situation in the project to conclude with the client. Mr Xxxx indicated that he cannot say more than that at this point. Xx Xxxxx may have been referring to the Canadian project, where SBM has a litigation process, which started earlier this year. Again, Mr Xxxx indicated that he was not able to say more at this time, as he does not want to jeopardize the Company’s commercial position on those two projects. The last question (third question) related to the leasing business and whether SBM inherits risks or takes on risks with these lease contracts. Mr Xxxx indicated that the answer is yes, but that SBM tries to mitigate or insure to get indemnified for the risk. One of the biggest risks which SBM could be faced with is pollution and it is quite strict in always demanding and getting a full indemnity from the client for any pollution emanating from the vessel under any circumstance.
De heer Xxx xx Xxxxxx vermeldde dat alles in USD wordt weergegeven, maar dat de koers van de USD blijft dalen. Hij vroeg hoe dat wordt opgevangen en wat het percentage van de uitgaven in USD is. Mr Xxxxx outlined that the oil and gas business a USD business is and that probably 95% of SBM's revenues are USD based. A lot of the costs are also in USD, so that there is a natural match between those costs and revenues. There is an exposure on the costs spent in EUR, GBP or BRL or other currencies. SBM operates for a long time a policy whereby when it obtains a project it hedges its currency exposure immediately, so that, whatever price it assumed those currencies would be spent at in the project is what they will cost. SBM manages to cover exposure and overheads. For the offices in the Netherlands and elsewhere in Europe SBM basically covers itself by buying those currencies forward. 2011 was covered entirely and two thirds of the costs for next year are already covered. The fact that the USD weakened during the year doesn’t have an impact on SBM's results for this year. If the trend continues long term, then SBM would have to think of longer term measures, but this is where Mr Xxxxx thinks SBM's policy of hedging all of the identified exposures benefits the Company. De heer Xxx xx Xxxxxx vroeg nog naar het dividend. Mr Xxxxx answered that the dividend is denominated in USD and the exchange rate is calculated on the day of the Annual General Meeting of Shareholders.
De heer Xxxxxxx (VBDO) bedankte de voorzitter voor het beantwoorden van de geschreven vragen en complimenteerde de Vennootschap. Hij gaf aan nog terug te komen bij de behandeling van het punt over de Raad van Commissarissen. De voorzitter bedankte de heer Xxxxxxx.
De xxxx Xxxxx (VEB) vermeldde dat de heer Xxxxx eerder sprak over hedge-instrumenten die SBM gebruikt. Op bladzijde 11 van het verslag staat dat de winst hoger had kunnen zijn als er niets met de rente gebeurd was. De xxxx Xxxxx heeft begrepen dat in het eerste halfjaar een verlies is geleden van USD
21.000.000 op de hedging die toegepast is. Hij vroeg (eerste vraag) of dat de oorzaak was dat de winst lager is uitgevallen of dat er in het tweede halfjaar een vergelijkbare slag geweest is die dat bedrag verhoogd heeft. Hij gaf aan dit niet uit het jaarverslag te kunnen halen. De xxxx Xxxxx haalde nog een ander punt aan, namelijk dat er een roadmap voor de toekomst is, met name voor ICT-systemen. Er staat niet meer dan een aankondiging in het jaarverslag, maar ICT is naar zijn mening één van de grote risicofactoren. Zijn vraag (tweede vraag) was of die roadmap onvolkomenheden heeft opgeleverd en of de accountant wat heeft gezegd over de ICT. Verder vroeg hij hoe het ervoor staat met ICT en of er zaken zijn die opgelost moeten worden. De voorzitter gaf aan dat dit nog het punt is over het verslag van de Raad van Bestuur, maar vermeldde wel antwoord te zullen (laten) geven. Mr Xxxx replied to the first question that SBM did report a loss of USD 20,000,000 in the first half of the year. It is an interest rate hedge on one of SBM's lease projects. When the lease project was obtained in 2007, the assumption was made that a certain amount of money would be borrowed to finance the project. The interest rate exposure was taken out and covered on that assumed amount of debt. Then in 2008 the financial crisis happened and when the money was actually borrowed to finance the project in 2009 some of the banks were closed and it could not be managed to borrow as much as originally expected. That meant that part of the hedge contract became in accounting terms ineffective. It wasn’t matched by an underlying debt and that meant that the market value on that hedge had to be written off to the profit and loss account. The impact of that was what was reported in the first half of 2010. It was an accounting entry and it wasn't a cash loss, because the hedge contract itself was reassigned to other projects where SBM needed to borrow money. Mr Xxxx furthermore indicated that there are always smaller items in terms of currency variances or interest and hedging differences in the profit and loss account. That happens every year and these are usually not of a large magnitude. This year there were some currency variances on projects, which were reported in financing costs. Those were matched by improvements in the project results themselves and were a wash basically in terms of net result. Mr Xxxx outlined in relation to the second question that Xx Xxxxx was correct that SBM had indeed a study going on in terms of the appropriateness of its information systems. Review has been done by outside consultants which confirmed that SBM's systems are appropriate for its types of business,
but that there are some improvements which could be made. The Company is currently in a phase of going through the main processes and identifying the gap between the current status and the ideal status and making the easy improvements first whilst moving towards the ideal state. It is a long-term project and one is working on that through process-by-process within the Company. The project is on track and the goal is to improve the information systems across the board.
De voorzitter vermeldde dat het aantal aanwezige aandeelhouders of gevolmachtigden 86 was. Het totale aantal aanwezige of vertegenwoordigde aandelen was 77.962.165 en op een totaal van 168.997.250 uitstaande stemgerechtigde gewone aandelen is dat 46,13%.
3. Verslag van de Raad van Commissarissen en van zijn commissies over het boekjaar 2010 (informatie)
De voorzitter gaf aan dat, zoals weergegeven in het bericht van de Raad van Commissarissen op de pagina’s 27 en volgende van het jaarverslag, de Raad van Commissarissen in het voorbije jaar in een aantal formele, volgens de rooster vastgestelde vergaderingen, in een aantal telefoonconferenties en tevens naar aanleiding van regelmatig informeel overleg, toezicht heeft uitgeoefend op de ontwikkelingen binnen SBM en de activiteiten van de vennootschappen van de groep in het afgelopen jaar. De verschillende onderwerpen die in 2010 aan bod kwamen bij de vergaderingen van de Raad van Commissarissen met de Raad van Bestuur, staan gedetailleerd vermeld op pagina 29 van het jaarverslag. Als belangrijkste vermeldde de voorzitter hier, de goedkeuring van het jaarverslag en van de jaarrekening 2010, het "operating" plan of het budget voor 2011, de succesvolle herfinanciering middels een vijf jaar lopende Revolving Credit Facility van USD 750.000.000, de bespreking van de stand van zaken van majeure projecten en investeringen en de strategie van de onderneming waaraan, tezamen met de bespreking van het budget 2011, een volledige vergadering werd gewijd. Zaken die betrekking hebben op duurzaam ondernemen horen tot de bevoegdheid van het in 2010 opgerichte Technical and Commercial Committee en werden daar besproken. Deze nieuwe commissie werd ingesteld met als doel de Raad van Commissarissen in staat te stellen een beter inzicht te krijgen in de exposure van de Vennootschap aan technische risico’s en de Raad van Commissarissen te ondersteunen bij zijn toezichthoudende functie over technische en project management zaken. Op het vlak van risicomanagement werkt deze commissie nauw samen met het Audit Committee, aangezien één van de hoofddoelen is om de risico’s, en dan vooral risico’s van technische aard, te adresseren.
De Raad van Commissarissen wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door drie commissies: het Audit Committee, samengesteld uit de xxxx Xxxxxxx als voorzitter en de heer Xxxxxxx; het Appointment- and Remuneration Committee, samengesteld uit de heer Xxxxx als voorzitter en de voorzitter als lid voor de behandeling van remuneratiekwesties en door de voorzitter, als voorzitter en de heer Gugen voor de behandeling van selectie- en benoemingskwesties. Deze laatste commissie heeft, inzake remuneratiekwesties, aanzienlijk werk geleverd bij de uitwerking van het voorstel voor een nieuw remuneratiebeleid dat onder agendapunt 6.2 aan bod zal komen. Inzake selectie- en benoemingskwesties werd de heer Xxxxx voorgedragen als nieuwe commissaris en ligt er een voorstel voor aan deze vergadering voor de benoeming van mevrouw Xxxxx als nieuwe commissaris en verder nog heeft deze commissie toegezien op de selectie en benoeming van de nieuwe COO. Zoals eerder aangegeven is er sedert medio 2010 ook een Technical and Commercial Committee met de xxxx Xxxxx als voorzitter en de heer Xxx Xxxxxx. Het Audit Committee had in 2010 bijzondere aandacht voor de controle en de beheersing van risico’s en met name voor de drie boorplatformen, de twee MOPU projecten en de 5000 ton kraan. Het Audit, het Technical and Commercial en het Appointment- and Remuneration Committee behandelden in detail de hen toebedeelde onderwerpen en kwamen met aanbevelingen aan de Raad van Commissarissen die deze heeft meegenomen in zijn besluitvorming. Ten slotte gaf de voorzitter aan dat eerder dit jaar ook
tijd genomen werd voor een evaluatie van het eigen functioneren, zowel op het vlak van de belangrijkste commissies als op het niveau van de Raad van Commissarissen zelf.
De xxxx Xxxxx (VEB) liet weten dat het verslag van de Raad van Commissarissen niet gemakkelijk leest. Van met name het Technical and Commercial Committee en het Audit Committee wordt gezegd dat deze veel adviezen hebben gegeven en de Raad van Commissarissen ondersteund hebben. Hij vroeg of er een paar highlights kunnen worden genoemd, waaruit blijkt van de waardevolle adviezen van de commissie. De voorzitter gaf aan dat de Technical and Commercial Committee is ingesteld aan het begin van het jaar en nu één jaar heeft gewerkt. Hij gaf aan dat er bij een aantal projecten problemen zijn geweest en dat er in samenhang met deze projecten veel werk is verricht. In antwoord op de vraag of details daarover in het verslag zouden moeten komen te staan en welke aanbevelingen precies zijn gedaan, gaf hij aan dat daar zeker over nagedacht is. Het is een normaal proces en er moet worden gekeken hoe de projecten zijn gegaan. De rapporten over projectmanagement zijn doorgenomen en besproken en dat ging voornamelijk over de adviezen die gegeven zijn ten aanzien van verbeteringen binnen de Vennootschap op het gebied van projectmanagement. Daarnaast was er ook de discussie over de risico’s en de afweging van deze risico’s. De voorzitter denkt niet dat de resultaten van deze onderwerpen in detail naar voren moeten worden gebracht. De xxxx Xxxxxxx verwees nog naar pagina 30 van het jaarverslag waar voorbeelden staan van de onderwerpen waarover is gesproken. Hij vermeldde dat, in vergelijking met andere ondernemingen, dit een zeer uitgebreide analyse is waarin men kan zien waar de commissies zich wel en eventueel niet mee bemoeid hebben als voorbereiding op de bespreking in de hele Raad van Commissarissen. Het AFM rapport bijvoorbeeld over de externe accountants in Nederland is besproken, hoewel dat niet direct betrekking heeft op SBM.
De xxxx Xxxxx (VEB) gaf aan dat het inderdaad een stap verder is dan sommige andere verslagen, waarin enkel staat dat de raad van commissarissen tien keer bij elkaar is geweest en goed met elkaar heeft gesproken. Hij gaf aan dat de voorzitter een goed team om zich heen heeft, welke bekend zijn bij zeer veel bedrijven en die ervoor gaan, maar dat hij eigenlijk wilde zien wat daar uitkomt. Hij zou graag de slag zien naar wat ermee gedaan wordt en welke adviezen eruit komen. De voorzitter gaf aan dit mee te zullen nemen en dat in het volgende jaarverslag weer zal worden gekeken in hoeverre de adviezen zullen worden opgenomen.
De xxxx Xxxxxxxx sprak zijn waardering uit voor de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen voor de fantastische mooie resultaten, niet alleen in het afgelopen jaar, maar in de voorgaande jaren. Hij gaf aan dat dit mede te danken is aan de medewerkers die vaak onder barre omstandigheden in verre landen hun werk moeten doen. De xxxx Xxxxxxxx vroeg (eerste vraag) of de Raad van Commissarissen zich heeft beziggehouden met de strategie en hoeveel jaren men daarbij vooruit denkt, drie jaar, vijf jaar of misschien tien jaar. Daarnaast heeft hij gezien dat SBM in hoofdzaak haar activiteiten uitvoert voor de kust van Brazilië en Angola. Zijn tweede vraag ging over de poolzeeën en of die tegenwoordig beter bevaarbaar zijn geworden door de klimaatopwarming. Verder gaf hij aan dat er veel bodemschatten ontdekt zijn en dat SBM eigenlijk zou moeten onderzoeken welke klanten zij ter dienste zouden kunnen zijn. De voorzitter antwoordde op de eerste vraag dat de strategie een drie tot vijf jaar plan is. Ten aanzien van de tweede vraag gaf hij aan dat de exposure aan belangrijke landen, zoals Brazilië en Angola bestudeerd wordt om te bekijken hoe de exposure gemanaged kan worden. Het Arctische werk is iets dat strategisch meegenomen wordt, maar de voorzitter gaf aan dat de heer Xxxx daar nog een paar additionele dingen over wilde zeggen. De xxxx Xxxxxxxx voegde er nog een derde vraag aan toe, namelijk tot hoever SBM haar werkzaamheden kan uitvoeren. Is dat 3000 meter diepte of kan men op termijn nog dieper gaan, want dit wordt steeds gevaarlijker door de enorme druk van de waterkolom die men boven zich heeft. Mr Xxxx replied to the question (second question), relating to the Arctic regions, that there may be a start with some projects which may be developed in those regions by SBM's clients. It’s a major area of interest for SBM
and a major subject of SBM's R&D development program to be able to offer the right solutions to the clients for these very difficult conditions where there is a very harsh environment and very cold temperatures. SBM is developing those solutions and already has one project potentially coming up, which is an opportunity to supply systems in the north of Russia. He answered in relation to the third question in relation to water depth, that SBM's deepest system at the moment could go down to about roughly 2000-2500 meters and from the point of mooring a vessel in the ocean could go significantly deeper, up to 3000 meters or beyond. Although, at the moment there are really no opportunities or need for systems in that water depth. Oil has yet to be discovered in such deep waters even though drilling is indeed taking place. SBM is developing the deep water solutions, which is part of SBM's R&D program to address the opportunities when they will come.
4. Jaarrekening 2010
4.1 Vaststelling van de jaarrekening (besluit)
De voorzitter gaf aan dat de grondslagen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening, de geconsolideerde kasstroom, de toelichting op de geconsolideerde overzichten en de overige gegevens zijn opgenomen in het jaarverslag 2010 (pagina’s 101 tot en met 177). De jaarrekening 2010 is gecontroleerd door KPMG Accountants N.V., de accountant van de Vennootschap. De goedkeurende verklaring ter zake is opgenomen op pagina 179 van het jaarverslag. Een door de Raad van Commissarissen, de Raad van Bestuur en de externe accountant getekend exemplaar van het jaarverslag is in de zaal beschikbaar bij de secretaris van de Vennootschap. De jaarrekening werd conform artikel 28 van de statuten door de Raad van Commissarissen goedgekeurd en ligt nu ter vaststelling door deze vergadering voor.
De voorzitter meldde dat er gebruik zal worden gemaakt van stemkaartjes voor het stemmen en gaf een nadere toelichting over de stemprocedure.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening is aangenomen met
77.950.178 stemmen voor, 56.685 stemmen tegen en 3.677 onthoudingen.
4.2 Voorstel tot uitkering van dividend hetzij in contanten of in gewone aandelen in het kapitaal van de Vennootschap naar keuze van de aandeelhouder (besluit)
De voorzitter gaf aan dat conform het normale dividendbeleid van de Vennootschap een totaaldividend voorgesteld wordt van USD 0,71 per gewoon aandeel over het in de periode januari 2010 tot en met
Conform artikel 30.3 van de statuten van de Vennootschap stelde de Raad van Bestuur, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, voor het dividend van USD 0,71 per gewoon aandeel, naar keuze van de aandeelhouders, hetzij in contanten, hetzij in de vorm van gewone aandelen in het kapitaal van de Vennootschap, uit te keren. Dit voorstel omvat het besluit tot uitgifte van een zodanig aantal aandelen als nodig is om het stockdividend uit te keren en omvat voorts het besluit tot uitsluiting van het voorkeursrecht ten aanzien van deze uitgifte. De aandelen die voor het stockdividend worden uitgegeven zullen zonder
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot uitkering van dividend hetzij in contanten of in gewone aandelen in het kapitaal van de Vennootschap naar keuze van de aandeelhouder is aangenomen met 77.994.601 stemmen voor, 16.627 stemmen tegen en 1.165 onthoudingen.
5. Decharge
5.1 Decharge van de bestuurders voor het in 2010 gevoerde bestuur (besluit)
De voorzitter vroeg, conform de statuten, decharge te verlenen aan de bestuurders voor het in 2010 gevoerde bestuur.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot decharge van de bestuurders voor het in 2010 gevoerde bestuur is aangenomen met 77.703.008 stemmen voor, 287.234 stemmen tegen en 21.370 onthoudingen.
De heer Rus (vertegenwoordiger van een aantal instituten) gaf aan dat het hem opviel dat bij de stemuitslagen het aantal stemmen een stuk hoger lag dan het aantal stemmen dat aanwezig zou zijn. De voorzitter bedankte de heer Rus voor zijn opmerking en schorste de vergadering voor een paar minuten om dit na te gaan.
De voorzitter ging verder met de vergadering en gaf aan dat de exacte aantallen van de stemmen die in deze vergadering uitgebracht kunnen worden na hertelling nauwkeurig zal worden vastgesteld. Gegeven de overweldigende meerderheid van de stemmen die tot dan toe zijn uitgebracht zal bij de uitslag van de stemming geen verschil ontstaan in de besluiten zoals die worden genoemd. (Nota van de secretaris: na hertelling is gebleken dat het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde stemmen 78.111.195 bedraagt, wat 46,23% van het uitgegeven kapitaal vertegenwoordigt).
5.2 Decharge van de commissarissen voor het in 2010 uitgeoefende toezicht (besluit)
De voorzitter vroeg, conform de statuten, decharge te verlenen aan de commissarissen voor het in 2010 uitgeoefende toezicht.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot decharge van de commissarissen voor het in 2010 gevoerde toezicht is aangenomen met 77.701.966 stemmen voor, 287.685 stemmen tegen en 21.272 onthoudingen.
6. Corporate Governance
6.1 Samenvatting van het Corporate Governance beleid (informatie)
De voorzitter verwees naar het corporate governance hoofdstuk in het jaarverslag 2010 (pagina’s 73 tot en met 85), met toelichting op het beleid inzake corporate governance aan de hand van de best practices uit de Nederlandse Corporate Governance Code zoals aangepast door de Monitoring Commissie Corporate Governance Code op 10 december 2008 (de "Code").
De voorzitter gaf aan dat SBM op twee punten niet geheel compliant was met de best practices uit de Code, namelijk:
• Best practice IV.1.1 die bepaalt dat de remuneratie commissie niet mag worden voorgezeten door een commissaris die bij een bedrijf CEO is. Deze non-compliance heeft slechts enkele maanden geduurd, omdat de heer Xxx Xxxxxx, die CEO van Heijmans N.V. was, op de XXX xxx Xxxxxxxx als voorzitter van de Raad van Bestuur en CEO is teruggetreden, en de heer Gugen bij zijn aanstelling als commissaris op de BAVA van 6 juli 2010 het voorzitterschap van het Appointment en Remuneration Committee voor remuneratiezaken heeft overgenomen.
• Best practice IV.1.1 voorziet voor de benoeming, schorsing en het ontslag van een bestuurder of commissaris in een besluit door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders genomen met een gewone meerderheid van stemmen, terwijl de statuten van de Vennootschap nu nog een bijzondere meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen voorschrijven op voorwaarde dat die een derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen. Bij de behandeling van agendapunt 7, statutenwijziging, zal worden voorgesteld de statuten van de Vennootschap te conformeren aan deze Best practice.
Na het verlijden van de notariële akte van de statutenwijziging zal de Vennootschap geheel compliant zijn met de Best Practices van de Code.
6.2 Aanpassing van het remuneratiebeleid van de Raad van Bestuur (besluit)
De voorzitter gaf het woord aan de heer Xxxxx, voorzitter van het Appointment and Remuneration Committee voor remuneratiezaken.
Mr Xxxxx : Good afternoon, ladies and gentlemen, as Xxxxx has reported I recently joined the Board and was accorded the honour of chairing the remuneration part of the Appointment and Remuneration Committee and I would like to tell you a little bit about how we have come to the RP 2011, which is being put before this meeting. And I think that the backdrop to this to understand is, that when the last remuneration report was drawn up in 2008, the Company was actually quite different than the one it is today. The Company has become a lot more international and operates not exclusively, but to a very significant degree outside the Netherlands. In fact, less than 11% of the employees are actually based in the Netherlands. More than 50% are based outside Europe. So the Company has become extremely international. And it’s become really clear, that to recruit, to retain the best people which the Company needs to continue producing the sorts of results which you very kindly complimented us on, it is necessary to look to the wider world and not just the Netherlands alone. And so, in devising RP2011 we have sought to bring the remuneration practises into line with those that apply to a global peer group, which is actually the place that we do our recruiting from. That’s where our competitors are most. A great number of our competitors, and thereby the skills base that we seek, are in effect outside Europe now. Hopefully what you
will find that this does, and certainly the remuneration committee believes it does, is it aligns management with the shareholders for their best interests.
So how do we go about designing RP2011? The first thing we started with, which would seem very obvious, is the strategic goals. I mean what is the Company trying to achieve and thereby how can the remuneration policy support the Company achieving those goals? We set a set of principles, which were then used to drive everything that was done in terms of the remuneration policy. The sorts of principles that we set is first of all the significant one I have already talked about which is being competitive with the peer group. But the second one is: it is very important for the Company to be successful, to be able to move talent around the organisation and to have a cadre of people that all have the same ideology if you like or thought processes and the same motivations. So consistency for senior managers and consistency across regions has become vitally important to make sure we don’t get pockets of knowledge just trapped in different parts of the world. We also want to make sure that remuneration is very much more geared to the delivery of performance and I come to talk about that in a little bit more detail.
We also wanted to make sure that the managers were much more closely aligned with the shareholders by making more of their remuneration based on shares rather than based on cash. We also wanted to change pension arrangements which are extremely unpredictable as things stand, because of the forward assumptions that need to be made. That was another guiding principle. And believe it or not, the RP2011 may not persuade you of this point, we did try and make it as simple as we could rather than as complicated as it could be. So those are the principles that we set down right at the beginning of the process and which have really guided everything that’s actually happened from that point on. We also bolstered that thinking process with getting real market information, trends and the best practises, not just financial numbers. And the Board of Management had a set of advices, but the Supervisory Board itself also took on independent advice to make sure that it was not being just persuaded of the latest argument but had its own independent view on some of the things that were being proposed. Finally the last thing that we did is, we took the trouble to actually sit down with a number of shareholder representative bodies and asked them how they felt about what we were doing and what we were proposing, which we did before. We published the documentation. So that’s how we went about developing RP2011.
What has really changed from the past as a result of all of that? The first is that in terms of international competitiveness we really needed to develop a new labour market peer group, which we did. That replaces the previous peer group which was Dutch centric, which really didn’t work, not only for the reasons I have already said. The other reason it didn’t work is, in fact we don’t really have a competitor at all that was in a Dutch peer group, which seems pretty strange to compare to a set of companies that are actually in different businesses from your own. We wanted to get better performance which I already touched on by looking at performance and by creating an individual performance element. So now what happens is, there is an element of the Board of Management’s salary that is dictated by personal goals and the delivery of those personal goals. Those personal goals are set initially by the CEO in relation to his people and the CEO proposes in relation to himself and then the Supervisory Board or rather the Appointment and Remuneration Committee sits down and looks at that very closely, tests whether that really is inline with he strategic goals and is going to help the Company deliver to its shareholders before that gets signed off by the Supervisory Board. Then that gets reviewed at the end of the year obviously, but also will be discussed throughout the year as well.
So, we have started with 30% of performance on the STI, on the Short Term Incentive being in that category. The second thing that we wanted to do in terms of getting better shareholder alignment is actually creating a second element to theLong Term Incentive ( LTI). Historically the LTI has been looking at the performance of SBM on a standalone basis. Now we are also introducing that 50% of the LTI should be on a TSR basis, i.e. compared to others for the same peer group. How are we doing by reference to them. So if
we look as if we are doing great, but actually we are not doing much better than anybody else, why on earth should people be rewarded for that. That is not appropriate. Other things that we have tried to do and have changed in terms of RP2011 is to reduce the gap between the peer group median. We go for a median rather than what lots of companies do, which is to go for upper quartile. Median is where we have set things. Furthermore we try to and shift from cash to share. So on the STI for example, for everybody else and the CEO the maximum is being reduced from 200% of base salary to 150%, but correspondingly the LTI, which is obviously in a share form while the STI is mainly in cash, is being increased from a 100% to 125%.
There have been questions already raised earlier on today about Corporate Social Responsibility. We are attempting to introduce Corporate Social Responsibility in and making it part of the reward mechanism. I will freely admit that we are learning, we haven’t done this before. So, we have started with the STI and we will have a plus/minus 5% that applies for the STI based on this indicator and the last thing that we wanted to do is to move from a defined benefits pension plan to a defined contribution. Obviously there is a migration path that’s needed.
So I hope that what you have heard from that is, we have started with Company’s goals, we have looked to align with the shareholders, we have done a lot of detailed consideration about how this Company should compare to others, both in terms of best practice and in terms of the numbers themselves. We have sought to be more share-based than cash-based. We have sought to improve performance and I would commend these recommendations or this policy to you as better serving your purposes. Thank you very much.
De voorzitter dankte de heer Xxxxx en vroeg of er nog vragen over het voorstel waren.
Xxxxxxx Xxxxxxxx (MN Services en namens Robeco), gaf aan positief gesteld te zijn over het voorstel zoals dat gepresenteerd werd. Het commentaar van aandeelhouders de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat er positieve stappen worden gemaakt in het remuneratiebeleid en zij gaf haar complimenten hiervoor. De positieve elementen die we in het voorgestelde beleid terug zien komen zijn (i) de verschuiving van korte naar lange termijn beloningselementen, (ii) de wijzigingen in de peer group, (iii) het integreren van CSR-factoren in de prestatiecriteria binnen het beloningsbeleid en (iv) de incorporatie van een clawback en de aanpassingsbevoegdheid van de Raad van Commissarissen in de arbeidscontracten.
Zij gaf verder aan dat er geen extra prestatiecriteria verbonden zijn aan het share matching element. Er zijn meerdere ondernemingen die een share matching element hebben binnen het beloningsbeleid, maar deze extra toekenning van aandelen is wel gekoppeld aan prestatiecriteria. Zij hoopte dat SBM in de toekomst in overweging zal nemen om dit ook daadwerkelijk in te voeren (eerste opmerking). Haar tweede opmerking had betrekking op de prestatieaandelen die kunnen worden toegekend indien SBM onder de mediaan van de peer group presteert. Het getuigt van goede Corporate Governance wanneer alleen aandelen worden toegekend indien SBM boven de mediaan presteert. Zij gaf aan eerder aangegeven te hebben dat het implementeren van CSR-factoren in het beloningsbeleid een juiste keuze is, maar er bestaat nog veel onduidelijkheid over hoe en wat voor targets hier dan bij betrokken worden (derde opmerking). Zij hoopte dat hier in de toekomst wat meer duidelijkheid over zal ontstaan. De voorzitter dankte xxxxxxx Xxxxxxxx en hij gaf aan dat dat zeker drie punten zijn waarop een reactie zal worden gegeven. Hij gaf het woord aan de heer Gugen. Mr Xxxxx replied, in terms of the share matching element on the STI, that it's helpful to step back and think about how the STI works. The STI is primarily a cash tool and it is a reward for the performance in the previous year. Quite a lot of thought was given to the question that was raised by Mrs Xxxxxxxx, but what has been done with the STI is that SBM could and probably, arguably, should pay all of that in cash. Because there was the intention to move and to keep the onus wherever possible on shares as opposed to cash, we have chosen to take an element of that reward for that performance in the previous year, put it into shares, hold it back and then release it later. The performance criteria for that is in fact the
previous year’s performance against which it is measured. It would be strange to introduce a second performance and different element in relation to something which is geared very specifically to a reward for the previous element. The future element is rewarded by the LTI in a very deliberate form. The Chairman added that staff retention is also an element. Mr Xxxxx indicated that by having a share-based element and by holding that share-based element back, there is an incentive that the good people have to stay with the Company rather than to be stolen away. In this industry the competition for people is not going down. It became quite fierce. In relation to performance under the median of the peer group (second remark), this is something which was given some thoughts and one of the key reasons that we ended up where we are is that remuneration is targeted by reference to the median, not the upper quartile. Particularly for the TSR it seemed a little anomalous to have a threshold that was already at median and above and to reward on median overall as well. He indicated that the Committee will continue to study, because the TSR is only introduced. He indicated that the Committee wants to see how it works and wants to make sure that it does what it should do, which is to align the managers with the shareholders and that they are only getting rewarded in fact if the shareholders would get rewarded. In terms of CSR and lack of clarity (third remark) he indicated that it’s deliberately lack of clarity, because the Committee is trying to learn and will get into more detail going forwards. He stated that he will see how CSR could migrate further through the remuneration mechanisms going forwards.
De xxxx Xxxxxxxx gaf aan (eerste opmerking) dat de Vennootschap bij remuneratie meer naar het buitenland wil kijken, in hoofdzaak de Verenigde Staten. Daar komt ook nog iets anders bij (tweede opmerking), namelijk dat werknemers in de Verenigde Staten veel gemakkelijker op straat gezet kunnen worden dan in Nederland. Hij zette daarom wat vraagtekens bij dit punt. Hij gaf ook aan (derde opmerking) dat hij vindt dat remuneratie in aandelen ertoe leidt dat managers veel te gemakkelijk risicovolle beslissingen nemen waarvan het effect pas jaren later naar buiten komt. Beslissingen die in het begin misschien heel voordelig zijn, maar uiteindelijk catastrofaal kunnen zijn. Mr Xxxxx answered that Xx Xxxxxxxx asked about looking abroad and if looking abroad meant looking to the United States of America (first remark). Inevitably most of SBM's competitors are in the United States of America, but looking at the 18 companies that make up the peer group, which is in the documentation, one can see that only roughly half are American. SBM deliberately worked at that to not make it a completely US-centric approach, but one shouldn’t lose sight of the fact that the principle competition for a lot of the top quality people that SBM has is inevitably coming from the United States of America. In terms of the dismissal of employees (second remark), Mr Xxxxx answered that when it comes to the Board of Management level, if performance is not happening, dismissal would happen. There was a history of change in the past, but he indicated that he could assure that monitoring performance of the Company and of the senior managers who are responsible for it, is something that the Remuneration Committee takes extremely serious. Finally, in terms of taking risky decisions (third remark), he replied that it could happen and that his thoughts are that if one doesn’t structure the remuneration policy correctly one could get people going for the quick buck and moving on. By weighting more towards the LTI than the STI SBM has gone longer, because it is three years plus two years it has to be held. If the numbers are actually worked out and if people are on target and once they have been in the Company for a while, on average, they would have seven times their base salary held in shares. Mr Xxxxx argued that that brings them quite a lot in alignment with the shareholders rather than going for the quick buck just in one year. He hoped that gave Xx Xxxxxxxx some feeling that SBM is conscious of the issues he raised and has tried to structure the RP 2011 such that it doesn’t fall into the trap of short termism.
De xxxx Xxxxxxxx gaf aan dat er 30 of 40 jaar geleden er geen bonussen bestonden. Als je je werk goed deed, dan maakte je promotie en dan kwam je uiteindelijk misschien in de Raad van Bestuur terecht.
Tegenwoordig is er een basissalaris, wat al vrij hoog is, en heeft het meer het karakter van een soort presentiegeld. Hij gaf aan te weten dat SBM niet het enige bedrijf is dat bonussen betaalt, maar vroeg
waarom er bonussen moeten zijn en waarom die niet bij het definitieve einde van iemands carrière worden gegeven Hij vroeg of iedereen die graag bij SBM wil werken en performen alleen naar geld kijkt. Men kijkt dan toch ook naar de toekomstmogelijkheden die men heeft, want zo was het 30 of 40 jaar geleden ook. De voorzitter gaf aan dat het een principiële discussie is over wat het remuneratiebeleid moet zijn. Eind jaren tachtig en begin jaren negentig –toen er meestal alleen een basissalaris was- werd van elke vennootschap verwacht dat er performance rewards moesten komen. In de tussentijd heeft men veel geleerd over de gevaren van performance remuneratie. De voorzitter gaf aan dat met het voorgestelde beleid deze gevaren meegenomen zijn en dat de Raad van Commissarissen met dit voorstel een goede afweging heeft gemaakt tussen de verschillende factoren die overal meegenomen moeten worden in de ontwikkeling van een remuneratiebeleid. Wanneer hij kijkt naar de ontwikkeling van het remuneratiebeleid van SBM dan is dat sinds 2005 veel gedetailleerder geworden. Een aantal tekortkomingen uit 2008 is nu gepoogd uit de wereld te helpen met het remuneratiebeleid voor 2011. De voorzitter moest helaas zeggen dat over twee jaar er waarschijnlijk weer een aanpassing nodig zal zijn. SBM past zich aan de verwachtingen van het maatschappelijke gebeuren aan. Zoals eerder al aangegeven door xxxxxxx Xxxxxxxx bestaan er een hoop verwachtingen over remuneratie. Hij gaf aan dat wat nu op tafel ligt een goed gemiddelde is van wat men mag verwachten. De xxxx Xxxxxxxx vroeg nog of de lagere echelons, diegenen die direct onder de Raad van Bestuur staan, ook een vrij hoge bonus krijgen. De voorzitter antwoordde dat dit het geval is, die krijgen ook een bonus, maar dat dit geen onderdeel van deze vergadering is. Er is wel gepoogd om een integratie te hebben van remuneratiebeleid in de gehele Vennootschap.
De xxxx Xxxxx (VEB) gaf aan het erover eens te zijn dat matching aandelen verbonden moeten zijn aan prestatiedoeleinden (eerste opmerking). Het kan naar zijn mening niet zo zijn dat als iemand maar drie jaar in dienst blijft die dan matching aandelen ontvangt als een soort verblijfspremie. Daarbij hebben die matching aandelen ook nog een vrij agressieve vorm van één op één conversie. De heer Xxxxx heeft uitgelegd dat het eigenlijk een verschuiving is van nu naar de toekomst, van cash naar aandelen. De xxxx Xxxxx vermeldde dat hij toch liever zag dat die aandelen, als die verkregen worden, ook verbonden worden aan prestatiecriteria. Xxx krijgt dat toch meer een langetermijnkarakter, wat ook wordt beoogd. Er wordt immers ook geprobeerd van korte naar lange termijn te schuiven. Hij gaf aan een tweede punt te hebben, waarop hij geen antwoord hoeft te krijgen, betreffende de multiplier. In de inleiding van de heer Xxxx werd opgemerkt dat die verbonden is aan kwalitatieve en kwantitatieve elementen. Hij vroeg of de multiplier verbonden is aan bijvoorbeeld een bepaalde ranking in de Dow Jones Sustainability Index, zodat dat ook een beetje objectief kan worden gemeten of zijn dat andere ondernemingspecifieke items. Hij vermeldde weg te willen blijven van het Shell-verhaal, dat wanneer men naar beneden duikt op die tabel, men het beleid gaat aanpassen, omdat het geen goede tabel is. Hij hoopte dat het bij de SBM niet zo zou gaan.
Daarnaast wordt het begrip economische winst naar voren gehaald. SBM heeft een aantal geleerde heren op dat terrein in de Raad van Commissarissen, maar economische winst wordt nogal wat divers uitgelegd en divers berekend. Zijn vraag (derde punt) is dan ook als SBM zich daar straks aan wil meten om in het jaarverslag ook de berekeningswijze en de uitkomst van die berekeningswijze op te gaan nemen. In het algemeen ontbreken de criteria, maar hij vroeg deze zo veel mogelijk te definiëren. Daarnaast gaf hij aan het haasje-overgedrag ook bij SBM te zien, in die zin dat SBM steeds internationaler aan het worden is. Dit zagen we ook bij Heineken, Akzo en Unilever, en toen kwamen er steeds meer matching aandelen Het speet hem dat dat argument ook wordt gebruikt, dat SBM zich met internationale bedrijven moet gaan meten. De uitkomst is vaak dat de remuneratie van de board eigenlijk excessief stijgt. Hij vroeg dan ook als laatste (vierde punt) of in de scenarioanalyses een bespiegeling is gemaakt van de stijging van de salarispost voor de Raad van Bestuur, en hoe hoog die dan wordt. De voorzitter antwoordde op het eerste punt, in hoeverre er aandelen zijn die geen performance criteria hebben, dat de heer Xxxxx hier al op heeft geantwoord. Het alternatief is gewoon cash betalen en dan zijn er geen vragen meer. Hij gaf aan dat daar inderdaad over is nagedacht en dat het bestaande systeem een heel goed systeem is. Daarbij bepaalt men een STI en een gedeelte daarvan krijgt men niet direct, maar slechts 80% van wat men eigenlijk dient te
krijgen als STI in cash en op de rest moet men wachten. Het is niet een systeem waarvan wordt gedacht dat men het niet krijgt, maar het is om een element van langdurigheid te hebben. De elementen die de xxxx Xxxxx noemt zijn in het LTI helemaal meegenomen, waar toekenning van aandelen helemaal van performance afhankelijk is. Dezelfde discussie is met Xxxxxxxx gevoerd en ook met ISS. Het is dus niets nieuws wat de xxxx Xxxxx zegt, maar de voorzitter blijft er wel bij dat tussen enerzijds het gewoon in cash betalen, waarbij er geen vragen zijn, en anderzijds ook in STI een element van langdurigheid in te bouwen, het tweede eigenlijk beter is. Hij gaf het woord aan de heer Gugen om de overige vragen te beantwoorden. Mr Xxxxx replied to the second remark, the point about the CSR-multiplier, that SBM would look to make it as clear as possible over time. The only other thing he added to his earlier remarks is that SBM would like to, as part of that, make management much more conscious about CSR. The Committee felt it was better to start with something small, make it work properly and go on and build from there. He indicated that he thinks that one will see over the years that the sorts of questions that they have hopefully won’t be questions any more. In relation to the EP (third remark), he assured that there is clarity within the Company on how it is calculated, but some of that clarity is also about making sure that anomalies are properly dealt with so that it can’t be used as a scheme for leaning too far into the wind one way or the other. There is a process around that internally. Not only does the Appointment and Remuneration Committee look at that, but it also asked the Audit Committee to validate the calculation methodology. He indicated that they would look at whether there is anything else that they could do to make that sensibly clear in the Annual Report. In terms of a quick buck Xx Xxxxx was asking about scenario analysis (fourth point). Mr Xxxxx indicated that they looked at scenario analyses and that they don’t expect any dramatically peculiar things to happen. On the whole he is not expecting substantial differences. De xxxx Xxxxx gaf aan dat wat voor de heer Gugen dramatisch is, voor hem misschien niet of juist wel dramatisch is. Hij vroeg of de heer Gugen een percentage kon aangeven wat daar uitkomt. Mr Xxxxx indicated that it is probably inappropriate to discuss future years at this year’s Annual General Meeting. He sufficed it to say, as he already did, that he is not expecting anything that is going to create any surprise.
De voorzitter gaf aan dat het aantal geregistreerde aandelen 78.129.763 bedraagt (waarvan na hertelling
78.111.195 op de vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn)..
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot aanpassing van het remuneratiebeleid van de Raad van Bestuur is aangenomen met 77.721.280 stemmen voor, 131.171 stemmen tegen en 152.222 onthoudingen.
7. Statutenwijziging
De voorzitter verwees naar het voorstel van statutenwijziging zoals nader beschreven in de toelichting en waarvan de volledige tekst kan worden teruggevonden in het drieluik. Conform de Code is de voorgestelde statutenwijziging opgedeeld in drie categorieën die elk afzonderlijk ter stemming worden voorgelegd.
7.1 De eerste categorie betreft de kapitaalstructuur (besluit)
De voorzitter gaf aan dat voorgesteld wordt het maatschappelijk kapitaal te verhogen van EUR 100.000.000 naar tweehonderd miljoen euro EUR 200.000.000 door het toegestane aantal gewone aandelen, elk met een nominale waarde van EUR 0,25, van 200.000.000 te verhogen naar 400.000.000. Eveneens wordt voorgesteld om de nominale waarde van de beschermingspreferente aandelen, nu EUR 1 per aandeel, in lijn te brengen met de nominale waarde van de gewone aandelen. Elk aandeel, gewoon of beschermingspreferent, geeft recht op één stem. Het aantal beschermingspreferente aandelen zal zodoende gelijk zijn met dat van de gewone aandelen, te weten 400.000.000. Voorgesteld wordt om de bij
deze wijziging betrokken artikelen van de statuten te wijzigen conform het drieluik. De voorzitter vraagt of er nog vragen zijn over dit agendapunt.
De xxxx Xxxxx (VEB) vermeldde dat het hem verwonderde, omdat er geen financiële behoefte lijkt. Hij kan zich wel een dergelijke behoefte voorstellen als SBM op acquisitiepad zou willen gaan. Hij vroeg om een toelichting. Is zijn veronderstelling juist dat er een wens is om armslag te hebben om op het moment dat een acquisitie voorshands is, die handelingsbehoefte ook kan worden uitgeoefend. De xxxx Xxxxxxx gaf aan de vraag van de xxxx Xxxxx goed te begrijpen. Hij vermeldde voor de duidelijkheid dat dit niet een voorstel is om een aandelenemissie te doen. We hebben reeds zoveel aandelen uitstaan dat we slechts zestien procent 16% extra aandelen kunnen uitgeven om ons maatschappelijk kapitaal te bereiken. Onze flexibiliteit is in de loop der jaren, ook door het agiodividend, steeds verder afgenomen. Wij willen ons louter de flexibiliteit geven om, mocht dat in de toekomst nodig zijn, aandelen uit te geven. Als dat boven de 10% plus 10% uitgaat, dan moeten we uiteraard bij de algemene vergadering van aandeelhouders terugkomen. Overigens wil je niet dat het maatschappelijk kapitaal zo klein is dat de ruimte om iets te doen beperkt is.
De voorzitter vroeg of er verder nog vragen waren en ging over tot stemming.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot statutenwijziging met betrekking tot winst en verlies is aangenomen met 72.146.986 stemmen voor, 5.839.135 stemmen tegen en 20.321 onthoudingen.
7.2 Wijzigingen betreffende winst en verlies (besluit)
De voorzitter gaf aan dat de tweede categorie van wijzigingen betrekking heeft op de winst en verliesbepalingen. Het dividend dat betaalbaar is voor de beschermingspreferente aandelen is nu vastgesteld op Euribor plus 200 basispunten. In de gegeven marktomstandigheden laat dit de stichting evenwel te weinig ruimte om te voldoen aan haar financiële verplichtingen wanneer zij haar calloptie op beschermingspreferente aandelen zou hebben uitgeoefend. Voorgesteld werd het dividend dat betaalbaar is op beschermingspreferente aandelen te verhogen naar Euribor plus 300 basispunten en de bij deze wijziging betrokken artikelen van de statuten te wijzigen conform het drieluik.
Xxxxxxx Xxxxxxxx (MN Services en namens Robeco) stelde met tevredenheid vast dat de Vennootschap heeft gekozen de verschillende statutenwijzigingen te verdelen over verschillende stempunten. Voorgesteld wordt het dividend op de beschermingspreferente aandelen te verhogen, waarvan zij de redenen begrijpt, alsmede de keuze voor de onderneming om de beschermingspreferente aandelen als optie te hebben.
Xxxxxxx Xxxxxxxx vermeldde dat zij wel verwachtte dat er aan bepaalde voorwaarden voldaan zal worden indien gebruik wordt gemaakt van deze aandelen. In het geval de onderneming het nodig acht deze aandelen uit te geven ontstaat er een onevenredige balans tussen de houders van de gewone aandelen en de houders van beschermingspreferente aandelen. Als vertegenwoordiger van houders van gewone aandelen verwacht zij dat de onderneming transparant blijft over de status van de situatie waarin zij verkeert in het geval dat deze beschermingsprefs worden uitgegeven. Dit zou mogelijk kunnen worden gemaakt door het bijeenroepen van een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (BAVA). In de statuten is geen termijn opgenomen waarin een BAVA bijeengeroepen zou kunnen worden, maar uiterlijk zes maanden na de uitgifte van de desbetreffende aandelen wordt wel gezien als best practice gaf zij aan. Xxxxxxx Xxxxxxxx vroeg of SBM kan toezeggen dat zij uiterlijk zes maanden na uitgifte van de betreffende aandelen een BAVA bijeen roept om informatie te verschaffen over de stand van zaken. De xxxx Xxxxxxx zegde toe dat SBM binnen een periode van zes maanden een BAVA zal bijeenroepen voor informatiedoeleinden. Hij gaf aan dat de reden dat dit voorstel er ligt is om de beschermingsstichting maximaal in de gelegenheid te stellen haar rol uit te kunnen oefenen. Indien de 200 basispunten, ofwel 2% boven Euribor, gehandhaafd blijft, is er bij de bestuurders van de Stichting onzekerheid of zij de optie
kunnen uitoefenen. De Stichting moet enerzijds aan de bank rente betalen over de lening die zij van de bank krijgt en met dat geld oefent zij die optie uit. De Stichting moet dus voldoende dividend krijgen op de beschermingspreferente aandelen om die rente te kunnen betalen, want als er niet genoeg dividend is en de Stichting kan de bank niet betalen, dan zul je als bestuurder van de Stichting nooit de optie kunnen uitoefenen, omdat dat wanbeleid zou zijn. Indien we dit niet doen, lopen we het gevaar dat we de beschermingsstichting niet voldoende armslag geven om ooit gebruikt of ingezet te worden.
Xxxxxxx Xxxxxxxx gaf aan te begrijpen dat hiervoor gekozen is en dat zij hier geen problemen mee heeft. Het is wel zo dat er verwacht wordt dat er transparant wordt geïnformeerd naar de gewone aandeelhouders toe. De xxxx Xxxxxxx gaf aan dat hij niet duidelijker heeft kunnen zijn dan door het toe te zeggen en dat dat ook zal worden vastgelegd in de verslaglegging. Xxxxxxx Xxxxxxxx bedankte de xxxx Xxxxxxx.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot statutenwijziging met betrekking tot winst en verlies is afgewezen met 12.903,775 stemmen voor, 64.597.442 stemmen tegen en 509.715 onthoudingen.
De voorzitter vroeg of de xxxx Xxxxxxx hier nog een opmerking over wilde maken. De xxxx Xxxxxxx vermeldde dat het duidelijk is dat, mocht SBM ooit in een situatie komen dat de beschermingsstichting moet optreden, de kans dat de optie door de Stichting effectief wordt gelicht wellicht lager is dan indien het voorstel dat is gedaan zou zijn goedgekeurd. Hij gaaf aan dit te betreuren, maar dat men zal moeten leven met de huidige situatie zoals die nu is en blijft bestaan. Hij voegde hier nog aan toe dat er wellicht principiële aandeelhouders zijn, dat is een speculatie, die het niet met het concept zelf van de beschermingsstichting eens zijn. Misschien zijn dat buitenlandse aandeelhouders die daar zo tegenaan kijken. Hij gaf aan dit niet te weten. Het effect op de winst per aandeel voor de gewone aandeelhouder is uitermate verwaarloosbaar, want dat gaat over EUR 50.000 op jaarbasis. Daar ligt kennelijk niet de angst van de tegenstemmers. Dat zit kennelijk meer in principiële redenen.
Xxxxxxx Xxxxxxxx gaf aan dat de voorzitter in het begin heeft aangegeven dat het merendeel van SBM's aandeelhouders Anglo-Amerikaans is. Zij gaf verder aan dat Anglo-Amerikaanse tegen dit soort beschermingsconstructies zijn, waardoor waarschijnlijk ook de keuze zo uitgekomen is.
De heer Xxx voegde hieraan toe dat 90% van de buitenlandse institutionele aandeelhouders die hij vertegenwoordigt tegen het voorstel hebben gestemd.
7.3 Wijzigingen in de Nederlandse wetgeving en wijzigingen van technische aard (besluit)
De voorzitter vermeldde dat de derde categorie van wijzigingen betrekking heeft op wijzigingen in de Nederlandse vennootschapwetgeving en op wijzigingen van technische aard.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot statutenwijziging met betrekking tot wijzigingen in de Nederlandse wetgeving en wijzigingen van technische aard is aangenomen met 71.875.520 stemmen voor, 5.840.514 stemmen tegen en 291.928 onthoudingen.
8. Herbenoeming van KPMG Accountants N.V. als externe accountant (besluit)
De voorzitter vermeldde dat op aanbeveling van het Audit Committee werd voorgesteld KPMG Accountants N.V. te herbenoemen als externe accountant van de Vennootschap voor een duur verstrijkend bij de afsluiting van het boekjaar 2012. KPMG Accountants N.V. wordt bij deze opdracht vertegenwoordigd
door de xxxx Xxxxxxxxxx die de heer Xxx Xxxxxxx als de verantwoordelijke partner zal opvolgen, conform het beleid binnen KPMG Accountants N.V. om na zeven jaar de verantwoordelijke partner te wisselen.
De heer Xxxxxxx gaf aan dat de benoeming nu ingaat, maar dat de accountant al vanaf januari aan het werk is. De xxxx Xxxxxxx gaf aan dat het een benoeming betreft voor het jaar 2012.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot herbenoeming van KPMG Accountants N.V. als externe accountant is aangenomen met 77.541.533 stemmen voor, 166.964 stemmen tegen en 302.679 onthoudingen.
9. Machtiging tot uitgifte van gewone aandelen en tot het beperken of uitsluiten van voorkeursrechten
9.1 Aanwijzing van de Raad van Bestuur als het bevoegde orgaan om - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - te besluiten tot uitgifte van gewone aandelen en tot het verlenen van rechten tot het nemen van gewone aandelen als bedoeld in artikel 4 van de statuten van de Vennootschap, voor de duur van 18 maanden (besluit)
De voorzitter gaf aan dat overeenkomstig artikel 4 van de statuten van de Vennootschap wordt gevraagd de Raad van Bestuur aan te wijzen als bevoegd orgaan om, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, te besluiten tot uitgifte van gewone aandelen en tot het verlenen van rechten tot het nemen van gewone aandelen. De bevoegdheid is beperkt tot 10% van de uitstaande gewone aandelen ten tijde van de machtiging, welk percentage wordt verhoogd tot 20% in geval van fusie of acquisitie. Deze aanwijzing werd mede gevraagd om de Raad van Bestuur toe te laten om tijdig en op een flexibele manier te reageren met betrekking tot de financiering van de Vennootschap. De duur van de gevraagde aanwijzing is 18 maanden, conform de huidige praktijk van Corporate Governance, beginnend na goedkeuring van het voorgestelde besluit. De aanwijzing zoals verleend door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2010 komt hiermee te vervallen.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot aanwijzing van de Raad van Bestuur als het bevoegde orgaan om - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - te besluiten tot uitgifte van gewone aandelen en tot het verlenen van rechten tot het nemen van gewone aandelen als bedoeld in artikel 4 van de statuten van de Vennootschap, voor de duur van 18 maanden, is aangenomen met 70.438.078 stemmen voor, 7.556.105 stemmen tegen en 206 onthoudingen.
9.2 Aanwijzing van de Raad van Bestuur als het bevoegde orgaan om - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - te besluiten tot uitsluiting of beperking van het recht van voorkeur als bedoeld in artikel 6 van de statuten van de Vennootschap, voor de duur van 18 maanden (besluit)
De voorzitter vermeldde dat overeenkomstig artikel 6 van de statuten van de Vennootschap wordt gevraagd de Raad van Bestuur aan te wijzen als het orgaan dat bevoegd is om, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, te besluiten tot het beperken of uitsluiten van het voorkeursrecht bij uitgifte of verlening van rechten tot het nemen van aandelen, conform artikel 96 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. In overeenstemming met het voorstel onder 9.1 is de aanwijzing beperkt tot een periode van 18 maanden, beginnend na goedkeuring van het voorgestelde besluit. De aanwijzing zoals verleend door de algemene vergadering van aandeelhouders in 2010 komt hiermee te vervallen.
De voorzitter vermeldde verder dat voor dit voorstel is een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen is vereist indien minder dan 50% van het geplaatste kapitaal ter vergadering vertegenwoordigd is. Indien de helft of meer vertegenwoordigd is, volstaat een gewone meerderheid.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot aanwijzing van de Raad van Bestuur als het bevoegde orgaan om - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - te besluiten tot uitsluiting of beperking van het recht van voorkeur als bedoeld in artikel 6 van de statuten van de Vennootschap, voor de duur van 18 maanden, is aangenomen met 57.963.835 stemmen voor,
20.024.462 stemmen tegen en 22.164 onthoudingen.
10. Machtiging tot inkoop van gewone aandelen
Machtiging van de Raad van Bestuur - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - tot inkoop door de Vennootschap van gewone aandelen als bedoeld in artikel 7 van de statuten van de Vennootschap, voor de duur van 18 maanden (besluit)
De voorzitter gaf aan dat overeenkomstig artikel 7 van de statuten van de Vennootschap wordt gevraagd de Raad van Bestuur machtiging te verlenen om - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - en onverminderd het bepaalde in artikel 98 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, gewone aandelen, vertegenwoordigende maximaal 10% van het geplaatste kapitaal van de Vennootschap, te verkrijgen.
Machtiging wordt gevraagd om de gewone aandelen te verkrijgen voor een prijs per gewoon aandeel liggend tussen de nominale waarde van de gewone aandelen en 110% van de gemiddelde koers van de gewone aandelen op door de New York Stock Exchange, Euronext Amsterdam N.V., gehouden effectenbeurs gedurende de vijf handelsdagen voorafgaande aan de verkrijging. Deze machtiging tot inkoop geeft de Raad van Bestuur, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, de flexibiliteit om verplichtingen na te komen betreffende aan aandelen gerelateerde beloningsplannen of anderszins. De duur van de gevraagde machtiging is 18 maanden beginnend na goedkeuring van het voorgestelde besluit. De machtiging zoals verleend door de algemene vergadering van aandeelhouders in 2010, komt hiermee te vervallen.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot machtiging van de Raad van Bestuur - onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen - tot inkoop door de Vennootschap van gewone aandelen als bedoeld in artikel 7 van de statuten van de Vennootschap, voor de duur van 18 maanden, is aangenomen met 77.666.636 stemmen voor, 71.092 stemmen tegen en 273.232 onthoudingen.
11. Samenstelling van de Raad van Commissarissen
De voorzitter gaf voor de behandeling van het eerste onderdeel van dit agendapunt dat over zichzelf gaat het woord aan de heer Xxx Xxxxxx, vice-voorzitter.
11.1 Herbenoeming van de heer H.C. Xxxxxxxxxx als voorzitter en als lid van de Raad van Commissarissen van de Vennootschap (besluit)
De heer Xxx Xxxxxx gaf aan dat de xxxx Xxxxxxxxxx, voorzitter en lid van de Raad van Commissarissen van de Vennootschap, zal terugtreden op deze Algemene Vergadering van Aandeelhouders als lid van de Raad van Commissarissen na afloop van zijn tweede vier jaarstermijn, waarvan de laatste vijf jaar als voorzitter van de Raad van Commissarissen. De xxxx Xxxxxxxxxx heeft aangegeven bereid te zijn zich herkiesbaar te stellen. Voorgesteld werd om de xxxx Xxxxxxxxxx voor een derde en laatste vier jaarstermijn als commissaris van de Vennootschap te herbenoemen. Indien deze vergadering zou besluiten
de xxxx Xxxxxxxxxx te herbenoemen, dan zal de Raad van Commissarissen de xxxx Xxxxxxxxxx tevens als voorzitter verkiezen.
De heer Xxx Xxxxxx constateerde dat het voorstel tot herbenoeming van de heer H.C. Xxxxxxxxxx als voorzitter en als lid van de Raad van Commissarissen van de Vennootschap is aangenomen met
77.667.270 stemmen voor, 159.304 stemmen tegen en 184.605 onthoudingen.
De voorzitter bedankte iedereen.
11.2 De benoeming van mevrouw X.X. Xxxxx als lid van de Raad van Commissarissen (besluit)
De voorzitter gaf aan dat de Raad van Commissarissen heeft besloten, conform artikel 23 van de statuten, om een niet-bindende voordracht te doen om mevrouw Xxxxx te benoemen als commissaris van de Vennootschap voor een termijn van vier jaar, verstrijkend op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van 2015. Indien deze vergadering mevrouw Xxxxx zal benoemen tot commissaris, zal mevrouw Xxxxx ook benoemd worden door de Raad van Commissarissen als voorzitter van het Technical & Commercial Comittee.
De voorzitter gaf aan dat er bepaalde elementen zijn geweest om mevrouw Xxxxx te benoemen. Mevrouw Xxxxx heeft een ruime managementervaring bij belangrijke ondernemingen in de scheikundige nijverheid en in de mijnbouw. De Raad van Commissarissen meent dat de kennis en ervaring van mevrouw Xxxxx, mede op het vlak van duurzaamheid, een uitstekende aanvulling zal zijn van de Raad van Commissarissen.
Mevrouw Xxxxx zal daarnaast diversiteit brengen in de Raad van Commissarissen, zowel vanwege het feit dat zij vrouw is als vanwege haar nationaliteit. Deze voordracht heeft ook de volle steun van de Raad van Bestuur. Voor de persoonlijke gegevens van mevrouw Xxxxx verwees de voorzitter naar de toelichting op het agendapunt.
De heer Xxxxxxx (VBDO) gaf aan zeer verheugd te zijn met de benoeming van mevrouw Xxxxx, omdat zij de diversiteit zal vergroten en vanwege haar achtergrond. Hij vroeg aan mevrouw Xxxxx hoe zij haar kennis van duurzaamheid in zal gaan zetten. Ms Xxxxx thanked Mr Xxxxxxx and the Board of Management for their warm welcome. She answered the only really truly legitimate thing she could say is that she will do it the best she is able. She indicated that she is keenly concerned in sustainability and that she is currently studying in that field. She comes from almost 25 years in companies that have a significant impact upon the environment around the globe and therefore has sensitivity to both sides of the coin.
De voorzitter constateerde dat het voorstel tot benoeming van mevrouw X.X. Xxxxx als lid van de Raad van Commissarissen is aangenomen met 77.938.994 stemmen voor, 32.353 stemmen tegen en 36.676 onthoudingen.
12. Mededelingen en rondvraag
De voorzitter gaf aan dat men bij de informatiebalie, onder meer, een kaart in ontvangst heeft kunnen nemen waarop men kon aangeven of men toezending wenste van de notulen van deze vergadering.
13. Sluiting
De voorzitter constateerde dat er geen vragen meer waren. Hij bedankte de aanwezigen voor hun deelname aan de vergadering en sloot de vergadering.