CITY PARKING – Noordse Bosje 19 Hilversum Algemene voorwaarden kortparkeerders
CITY PARKING – Xxxxxxx Xxxxx 00 Xxxxxxxxx
Algemene voorwaarden kortparkeerders
Deze voorwaarden gelden vanaf 1 augustus 2008 en vervangen alle voorgaande algemene voorwaarden.
De toegang tot de parkeergarage wordt uitsluitend verleend onder toepassing van de navolgende voorwaarden, die deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst gesloten tussen eigenaar/exploitant van de parkeergarage en de gebruiker/parkeerder.
I . Algemeen
1. Definities Parkeergarage:
De parkeergarage met bijbehorende terreinen en ruimten.
Eigenaar:
Eigenaar en/of beheerder/exploitant van de parkeergarage en/of hun/zijn vertegenwoordiger(s).
Parkeerder:
Eigenaar/gebruiker van een voertuig, dat in of op de parkeergarage is gebracht.
Parkeerbewijs:
Parkeerkaart of elk ander middel dat gebruikt kan worden of handeling die verricht dient te worden om toegang tot de parkeergarage te verkrijgen.
Parkeergeld:
Bedrag dat de parkeerder verschuldigd is voor het gebruik van de parkeeraccommodatie.
Overige diensten:
De overige diensten die City Parking aanbiedt en op te vragen zijn via internet of in de parkeergarage.
2. Parkeerovereenkomst
2.1 Een parkeerovereenkomst wordt geacht tot stand te zijn gekomen door het enkele feit van het houderschap van een parkeerbewijs c.q. door het enkele feit van het gebruik van de parkeergarage. Bij onenigheid over de vraag of er reeds gebruik wordt of is gemaakt van de parkeergarage, zal bepalend zijn het feit, dat de parkeerder zich op het tot de parkeergarage behorende terrein bevindt of heeft bevonden.
2.2 Aan de parkeerder wordt een willekeurige plaats in de parkeergarage ter beschikking gesteld. Tot de verplichting van de eigenaar behoort niet de bewaking van het voertuig.
3. Parkeerbewijs
Een persoon en/of voertuig wordt slechts toegelaten tot de parkeergarage met een geldig parkeerbewijs, c.q. na het verrichten van een door de eigenaar aangegeven handeling die het deze mogelijk maakt na herhaling daarvan bij het verlaten van de parkeergarage de parkeerder het verschuldigde parkeergeld in rekening te brengen.
4. Parkeergeld
Het parkeergeld wordt berekend volgens door de eigenaar vastgestelde tarieven zoals deze in de parkeergarage of bij de ingang van de parkeergarage staan vermeld.
5. Toegang
5.1 Het in- en uitrijden van voertuigen in/uit de parkeergarage kan uitsluitend geschieden tijdens de in of bij de parkeergarage aangegeven openingstijden of op nader overeengekomen tijden. De eigenaar stelt de openingstijden vast.
5.2 In de parkeergarage mogen uitsluitend personenauto’s en bedrijfsauto’s met een maximale lengte van 4.80 m worden geparkeerd. De hoogte van de voertuigen mag niet meer bedragen dan welke bij de ingang van de parkeergarage staat aangegeven. Het is niet toegestaan auto’s met fietsen op fietsendragers, met aanhangwagens van welke aard dan ook, hieronder mede begrepen caravans, de parkeergarage binnen te rijden.
5.3 De eigenaar is gerechtigd aan enig voertuig de toegang tot de parkeergarage te weigeren indien de eigenaar dit met inachtneming van de redelijkheid en billijkheid wenselijk acht.
Dit geval zal zich met name voordoen indien de eigenaar weet of vermoedt dat een
voertuig ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert daaronder niet begrepen motorbrandstoffen in het daarvoor bestemde reservoir van het voertuig alsmede in het geval de eigenaar van oordeel is dat het voertuig gelet op de omvang en/of zwaarte, dan wel door de zaken die daarmee worden vervoerd, aan de omgeving schade kan toebrengen in de meest ruime zin.
5.4 De in de parkeergarage geparkeerde voertuigen dienen aan dezelfde voorwaarden te voldoen als de op de openbare weg geparkeerde voertuigen (deel III /WA-verzekering, etc.). In de parkeergarage is ook de Wegenverkeerswet en het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van toepassing.
II. Betaling
1. Betaling
Het verschuldigde parkeergeld dient, voordat de parkeerder met zijn voertuig de parkeergarage verlaat, te worden voldaan, tenzij een andere regeling getroffen is.
2. Geen geldig parkeerbewijs
Indien de parkeerder geen geldig parkeerbewijs kan tonen, is hij voor elke dag of gedeelte daarvan dat hij gebruik heeft gemaakt van de parkeergarage, het dagtarief verschuldigd, zoals vermeld in de parkeergarage.
III. Gebruik van de parkeeraccommodatie
1. Regels
1.1 Gedurende de aanwezigheid in de parkeergarage dient de parkeerder zich conform de bepalingen van de Wegenverkeerswet, de nadere regels krachtens deze wet gesteld, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens en de daarbij behorende bijlagen, als ook de nadere regels krachtens bedoeld reglement gesteld, te gedragen. Bij niet- nakoming daarvan is de parkeerder aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende schade.
1.2 De parkeerder is voorts verplicht aanwijzingen van het personeel van de eigenaar op te volgen, het voertuig te plaatsen op de aangegeven c.q. de aan te geven plaats en zich zodanig te gedragen dat het verkeer in en/of bij de parkeergarage niet wordt gehinderd en de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.
1.3 Het personeel van de eigenaar is gerechtigd, indien dit naar het oordeel van dit personeel noodzakelijk is, voertuigen binnen de parkeergarage te verplaatsen en/of enig voertuig uit de parkeergarage te (doen) verwijderen, de staat waarin een voertuig verkeert kan voor het personeel van de eigenaar eveneens een reden zijn om dit voertuig uit de parkeergarage te (laten) verwijderen, zonder dat dit tot enige aansprakelijkheid voor de eigenaar of het personeel kan leiden. Het personeel dient bij het beoordelen van de noodzaak tot verplaatsen en/of verwijderen de redelijkheid en zorgvuldigheid in acht te nemen.
1.4 De voertuigen dienen tijdens het parkeren deugdelijk te zijn afgesloten en de lichten dienen te zijn gedoofd. Het is de inzittenden van de voertuigen die in de parkeergarage worden geparkeerd niet toegestaan langer in het voertuig te verblijven dan gedurende de tijd die nodig is om het betreffende voertuig te parkeren. Nadat het voertuig is geparkeerd dienen de inzittenden het voertuig en de parkeergarage te verlaten.
2. Hinder/beperkingen gebruik
2.1 Het is verboden in de parkeergarage goederen te verkopen, te koop aan te bieden, te verhuren of ter verhuur aan te bieden.
2.2 Het is verboden vuil, afval, allerhande goederen alsmede ontplofbare, ontbrandbare of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen in de parkeergarage te brengen dan wel te hebben, motorbrandstoffen in het daarvoor bestemde normale brandstofreservoir van het voertuig uitgezonderd.
2.3 Het is verboden in de parkeergarage reparaties aan het voertuig of andere werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren tenzij daartoe uitdrukkelijk toestemming door of namens de eigenaar is verleend.
2.4 Het geparkeerde voertuig kan alleen tijdens de openingstijden afgehaald worden. De maximale parkeertijd bedraagt 4 weken, tenzij schriftelijk anders wordt overeengekomen. Na afloop van deze maximale termijn is de gebruiker van de parkeergarage naast en boven het normaal geldende parkeertarief een boete verschuldigd van € 20,– per dag, voor elke dag dat na het verstrijken van de maximale termijn nog gebruik wordt gemaakt van de parkeergarage, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist en onverkort het recht van de eigenaar van de parkeergarage om daarnaast en daarboven schadevergoeding te vorderen.
IV Niet-nakoming
1. Toerekenbare tekortkoming
1.1 Indien de parkeerder tekortschiet in de nakoming van enige verplichting welke ingevolge de wet, de plaatselijke verordeningen en gebruiken en/of de met hem gesloten overeenkomst inclusief de daarop van toepassing zijnde voorwaarden op hem rust, is de parkeerder gehouden aan de eigenaar alle schade te vergoeden, door deze geleden c.q. te lijden als gevolg van bovengenoemde fout, nalatigheid of enig ander in gebreke blijven.
1.2 Indien de eigenaar genoodzaakt is een sommatie, ingebrekestelling of ander exploot aan de parkeerder te doen uitbrengen of ingeval van noodzakelijke procedures tegen de parkeerder, is de parkeerder verplicht al de daarvoor gemaakte kosten waaronder de kosten van rechtsdeskundige bijstand, zowel in als buiten rechte, aan de eigenaar te vergoeden, tenzij de procedure ten onrechte is aangegaan.
1.3 De eigenaar is te allen tijde gerechtigd het voertuig onder zich te houden en daartoe geëigende maatregelen te treffen, zoals het aanbrengen van een wielklem, zolang niet al hetgeen aan de eigenaar hetzij op grond van de parkeerovereenkomst hetzij uit andere hoofde van de parkeerder te vorderen heeft, is voldaan.
1.4 Indien de parkeerder een voertuig in de parkeergarage heeft achtergelaten en ondanks schriftelijk verzoek c.q. sommatie van de eigenaar weigert c.q., om welke reden dan ook, niet in staat is het achtergelaten voertuig te verwijderen, zal de eigenaar het achtergelaten voertuig uit de parkeergarage kunnen laten verwijderen binnen 14 dagen na het verzoek c.q. de sommatie (ingeval het adres van de parkeerder ondanks redelijke inspanning niet valt te achterhalen kan worden volstaan met het aanbrengen van een duidelijk zichtbaar verzoek tot verwijdering onder een ruitenwisser van het motorvoertuig), en elders op te slaan. Indien de parkeerder binnen 3 maanden na het verzoek c.q. sommatie het voertuig niet heeft opgehaald, is de eigenaar gerechtigd het voertuig te verkopen of te vernietigen. De eigenaar is alsdan slechts gehouden aan de parkeerder te vergoeden de verkoopopbrengst verminderd met het verschuldigd parkeergeld, eventuele boete en de kosten van de eigenaar in verband met verwijdering en de tijdelijke opslag van het voertuig. Indien het verschuldigde parkeergeld, eventuele boete en de kosten van de eigenaar hoger zijn dan de opbrengst van het voertuig, dient de parkeerder al deze kosten te voldoen aan de eigenaar. Indien de persoon van de parkeerder c.q. diens woon- of verblijfplaats onbekend is en de eigenaar derhalve niet in staat is de parkeerder schriftelijk te verzoeken c.q. sommeren het voertuig te verwijderen, is de eigenaar binnen 3 maanden nadat het voertuig in de
parkeergarage is geparkeerd, gerechtigd het voertuig te laten verwijderen uit de parkeergarage, met inachtneming van het in dit lid bepaalde.
2. Niet-toerekenbare tekortkoming
Een tekortkoming kan de eigenaar niet worden toegerekend indien zij te wijten is aan een van de wil van de eigenaar onafhankelijke omstandigheid als gevolg waarvan de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst redelijkerwijs door de parkeerder niet meer van de eigenaar kan worden verlangd. Hieronder worden in ieder geval begrepen werkstakingen, brand, overheidsmaatregelen, bedrijfsstoringen alsmede een tekortkoming in de nakoming door derden.
V Aansprakelijkheid
1. Aansprakelijkheid
1.1 De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst stelt geen bewaking verplicht. De eigenaar aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen van de parkeerder. De eigenaar aanvaardt voorts geen aansprakelijkheid voor welke schade dan ook aan de eigendommen van de parkeerder alsmede terzake van lichamelijk letsel en/of enige andere schade, direct of indirect veroorzaakt door of tengevolge van het gebruik van de parkeergarage, tenzij de schade direct is veroorzaakt door of vanwege de eigenaar en/of het personeel van de parkeergarage en deze aansprakelijkheid niet in enig ander artikel van deze algemene voorwaarden wordt uitgesloten. Onder ‘parkeerder’ worden hier mede verstaan andere inzittenden van zijn voertuig.
1.2 De parkeerder is aansprakelijk voor alle schade die door hem is veroorzaakt. Schade door de parkeerder veroorzaakt aan de parkeergarage of daarbij behorende apparatuur en installaties dient ter plaatse te worden vergoed dan wel dient door de parkeerder te worden vergoed, nadat door de eigenaar een expertise van de schade is opgemaakt, een en ander onverminderd het bepaalde in artikel IV 1.3.
1.3. Eigenaar aanvaardt voorts geen aansprakelijkheid voor tekortkoming ten gevolge van het gebruik van de parkeergarage of ten gevolge van overige diensten welke door of namens de eigenaar in de parkeergarage worden aangeboden tenzij de parkeerder kan aantonen dat er sprake is van schuld van de eigenaar en/of het personeel van de parkeergarage.
VI Overige bepalingen
1. Afspraken
Afspraken c.q. overeenkomsten met personeelsleden van de eigenaar binden deze laatste niet, voorzover deze door hem niet schriftelijk zijn bevestigd. Als leden van het personeel zijn in dit verband te beschouwen alle werknemers en medewerkers die geen vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben.
2. Conversie
Voorzover enig beding in de tussen de eigenaar en de parkeerder gesloten overeenkomst waaronder begrepen de onderhavige algemene voorwaarden, nietig is c.q. vernietigbaar is c.q. de wederpartij stelt dat enig beding niet van toepassing is omdat dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn en een beroep hierop door de rechter wordt gehonoreerd c.q. aanvaard, dient dit beding te worden geconverteerd in een zodanig beding dat zoveel als mogelijk recht wordt gedaan aan de strekking van het nietige c.q. vernietigde c.q. buiten toepassing gelaten beding.
3. Nederlands recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. De bevoegde rechter is die te Utrecht.
4. Domicilie
Alle schriftelijke mededelingen, sommaties daaronder begrepen, voortvloeiend uit of verband houdend met deze overeenkomst en algemene voorwaarden, dienen te worden gezonden naar:
City Parking
x/x Xx Xxxxx Xxxxxx B.V. Xxxxxxxxxx 000,
0000 XX XXXXX
Augustus 2008