REGLEMENT SKEELEREN
Belgische Federatie van Rollersporten vzw
REGLEMENT SKEELEREN
Versie 2
Inhoud | 4 | |
4 | ||
DEEL I | ALGEMENE BEPALINGEN | 5 |
Art. 1. | 5 | |
Art. 2. | 5 | |
Art. 3. | 5 | |
Art. 4. | 6 | |
Art. 5. | Skeelers - kledij - rugnummers - bescherming - andere uitrusting Clubafgevaardigden | 7 |
DEEL II | TECHNISCHE BEPALINGEN | 8 |
KOERSVERLOOP | 8 | |
Art. 6. | 8 | |
Art. 7. | Algemeen - startvolgorde - opstelling van de start - massastart Neutralisatie van de koers | 9 |
Art. 8. | 9 | |
Art. 9. | 9 | |
Art. 10. | 9 | |
Art. 11. | 9 | |
DISCIPLINES | 9 | |
Art. 12. | 9 | |
Art. 13. | 10 | |
Art. 14. | 10 | |
Art. 15. | 11 | |
Art. 16. | 11 | |
Art. 17. | 12 | |
Art. 18. | 12 | |
Art. 19 | 13 | |
Art. 20. | 13 | |
RANGSCHIKKING | 14 | |
Art. 21 | 14 | |
Art. 21bis. | 14 | |
Art. 22. | 14 | |
Art. 23. | 14 | |
Art. 24. | 14 | |
Art. 25. | 14 | |
Art. 26. | 14 | |
Art. 27. | 14 | |
Art. 28. | 15 | |
Art. 29. | 15 | |
Art. 30. | 15 | |
BEOORDELING DOOR DE KOERSRECHTERS | 17 | |
Art. 31. | 17 | |
Art. 31.1. | 17 | |
Art. 31.2. | Valse start - verlaten van het parcours - foutieve aflossing Sportieve fouten | 17 |
Art. 32. | Traject - obstructie - bijstand aan renners - geen respect voor de instructies van de jury Sancties | 18 |
Art. 33. | Waarschuwing (W) - declassering (RR) - diskwalificatie (DQ) – schorsing Sancties en rangschikking | 19 |
Art. 34. | Sancties en rangschikking in sprinttornooi 500+ m en 1.000 m | 19 |
Art. 35. | 19 | |
Art. 36. | Fair play - agressie - teamfout - wangedrag tegenover officials en de jury Uitsluiting uit de competitie | 19 |
Art. 37. | 19 |
DEEL III | BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN | 20 |
Art. 38. | 20 | |
Art. 39 | 20 | |
Art. 40. | 20 | |
Art. 41. | 20 | |
Art. 42. | 21 | |
Art. 43. | 21 | |
Art. 44. | 21 | |
Art. 45. | 21 | |
DEEL IV | ORGANISATORISCHE BEPALINGEN – Draaiboek voor de organisator | 22 |
Art. 46. | 22 | |
Art. 47. | Algemeen - piste - wegparcours - indoorpiste Geschiktheid van het parcours | 23 |
Art. 48. | 23 | |
Art. 49. | 23 | |
Art. 50. | 23 | |
Art. 51 | 23 | |
Art. 52. | 24 | |
Art. 53. | 24 | |
Art. 54. | 24 | |
Art. 55. | 25 | |
Art. 56. | 25 | |
Art. 57. | 25 | |
Art. 58. | 25 | |
Art. 59. | 25 | |
Art. 60. | 26 | |
Art. 61. | 27 | |
Art. 62. | 27 | |
Art. 63. | 27 | |
Art. 64. | 28 | |
Art. 65. | 28 | |
Art. 66. | 28 | |
Art. 67. | 28 | |
Art. 68. | 29 | |
Art. 69. | 29 | |
Art. 70. | 29 | |
Bijlage 1: | BIJLAGEN | 30 |
Bijlage 2: | 31 | |
Bijlage 3: | 33 | |
Bijlage 4: | 34 | |
Bijlage 5: | 00 | |
Xxxxxxx 0: | 36 | |
Bijlage 7: | 37 | |
Bijlage 8: | 38 |
WSK World Skate
STC Speed Technical Commission (World Skate) WSKE World Skate Europe
ESTC European Speed Technical Committee BFRS Belgische Federatie van Rollersporten NSC Nationaal Skeelercomité
NKRC Nationale Koersrechterscommissie
FBFP Fédération Belge Francophone de Patinage SkVl Skate Vlaanderen
BK Belgisch kampioenschap
EK Europees kampioenschap
VK Vlaams kampioenschap
WK Wereldkampioenschap
Art. Artikel
Waar staat: renner, deelnemer, hij, enz., wordt eveneens
renster, deelneemster, zij, enz. bedoeld.
Koers een wedren over een bepaalde afstand
Discipline geeft de aard van de koers weer: tijdrit, sprint, puntenkoers, afvalling, punten- afvalling, aflossing, koers in lijn, …
Wedstrijd het samenhangend geheel van een of meer koersen die binnen een bepaald tijdvak worden georganiseerd
Kampioenschap een door een provinciale, landelijke,
nationale of internationale federatie georganiseerde wedstrijd waarvan de winnaar per xxxxx en/of per wedstrijd beloond wordt met de titel van kampioen
Manche een onderdeel (een of meer koersen) van een in de tijd gespreide wedstrijd
Piste omloop met 2 gelijke bochten en 2 parallelle rechte stroken (ook baan genoemd)
Wedstrijdjury het geheel van officials die tijdens de koersen (van een wedstrijd) toezien op de toepassing van het reglement
Wedstrijdleider de official die aan het hoofd staat van de
wedstrijdjury
Koersrechter official (met een specifieke taak) die tijdens de koersen toeziet op de toepassing van het reglement
DEEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
1. Dit reglement is van kracht op alle in België georganiseerde skeelerwedstrijden, uitgezonderd wedstrijden die rechtstreeks onder de bevoegdheid van ESTC of STC-WSK vallen zoals WK, EK en interlands.
Voor aangelegenheden die niet in dit reglement zijn bepaald, dient de wedstrijdjury zich in eerste instantie te beroepen op het ESTC-reglement, in tweede instantie op het STC-WSK-reglement.
2. De voor de wedstrijd bevoegde instantie kan een afwijking op dit reglement toestaan. De wedstrijdorganisator dient de afwijking uiterlijk 60 dagen voor de organisatie bij de bevoegde instantie aan te vragen via zijn landelijke federatie.
De beslissing wordt uiterlijk 31 dagen vóór de wedstrijd schriftelijk of via verslag aan de organisator meegedeeld.
Als de afwijking is toegestaan, moet de organisator ze uitdrukkelijk vermelden in de uitnodiging en wordt ze vanaf dan bindend voor alle betrokken partijen.
3. Het NSC is bevoegd voor de BK’s, internationale wedstrijden en de interlands. De landelijke federatie is bevoegd voor de andere wedstrijden die door haar, haar provinciale afdeling of haar clubs worden ingericht.
4. De atleten blijven onderworpen aan dit reglement vanaf 30 min. vóór de aanvang van de eerste koers tot het einde van de dag.
1. Een renner mag aan Belgische skeelerwedstrijden deelnemen als hij houder is van een wedstrijdlicentie.
2. De nationale wedstrijden zijn open wedstrijden. Buitenlandse deelnemers dienen een rugnummer te huren (zie bijlage 1).
3. Om de overgang naar competitiesport te vergemakkelijken mag een bij SkVl of FBFP aangesloten renner zonder wedstrijdlicentie jaarlijks tijdens maximaal 3 dagen deelnemen aan wedstrijden.
4. Deelname aan het BK piste, BK weg, BK Lange Afstand en BK Liefhebbers is evenwel enkel mogelijk voor de renner die over een wedstrijdlicentie beschikt.
5. Deelname aan BK’s: zie Art. 40.
6. Een renner kan enkel geselecteerd worden voor EK en WK ,bij deelname aan het BK, in de discipline waarvoor men geselecteerd wil worden. Met als uitzondering een grondige reden of toelating voor uitzondering van de discipline vertegenwoordiger skeeleren en het NSC.
1. De renners worden – per geslacht – ingedeeld in leeftijdscategorieën:
Leeftijd (worden in het jaar van de wedstrijd) | Geboortejaar (voor 2022) | Categorie | |
7 of 8 jaar | 2015, 2014 | Miniemen | |
9 of 10 jaar | 2013, 2012 | Pupillen | |
11 of 12 jaar | 2011, 2010 | Scholieren | |
13 of 14 jaar | 2009, 2008 | Cadetten | |
15 of 16 jaar | 2007, 2006 | Jeugd | |
17 jaar of ouder | 2005, 2004, 2003, enz. | Seniores | Liefhebbers |
2. Liefhebbers
• Een renner die tot de categorie seniores behoort, kan in de loop van het sportjaar een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen bij het NSC om naar de categorie liefhebbers over te gaan. Een renner die tot de categorie liefhebbers behoort, kan in de loop van het sportjaar op eigen initiatief overgaan naar de categorie seniores als zijn leeftijd overeenstemt met de leeftijd bepaald voor seniores.
• Een renner kan in de loop van het sportjaar niet opnieuw overgaan naar een categorie waarin hij eerder in hetzelfde sportjaar al was ingedeeld.
• Indien het wedstrijdprogramma geen koersen voorziet voor de categorie liefhebbers, mogen deze renners (uitgezonderd op BK piste en BK weg) naargelang hun leeftijd deelnemen aan de koersen voor seniores.
3. Als een renner aan een in België georganiseerde internationale, nationale, gewestelijke of provinciale wedstrijd deelneemt in een categorie waarvan de ouderdomsbepaling hoger is dan zijn leeftijd, wordt hij automatisch en definitief beschouwd tot die hogere categorie te behoren.
Dit geldt niet bij officiële selecties door BFRS, SkVl en FBFP.
4. Indien om organisatorische redenen beslist werd categorieën samen te voegen (cf. Art. 6.a.9), blijft toch steeds een apart klassement per categorie behouden, tenzij anders vermeld in de uitnodiging.
Art. 4. Uitrusting van de renners
a. Skeelers
1. De skeelers mogen niet langer zijn dan 50 cm.
2. De maximale diameter van de wielen bedraagt:
a. op nationale, regionale en provinciale wedstrijden:
Categorie | Max. wiel diameter |
Seniores | 110 mm - enkel op marathon: 125 mm |
Liefhebbers | 110 mm - enkel op marathon: 125 mm |
Jeugd | 110 mm - enkel op marathon: 125 mm |
Cadetten | 100 mm |
Scholieren | 90 mm |
Pupillen | 84 mm |
Miniemen | 80 mm |
b. op internationale wedstrijden: volgens ESTC-reglement; voor de categorieën miniemen, pupillen en scholieren gelden dan dezelfde regels als voor de categorie cadetten, d.w.z. max. 100 mm.
b. Kledij
1. De renners rijden in clubuitrusting, in kampioenentrui of – mits akkoord van de club bij monde van de clubafgevaardigde – in sponsortrui.
2. Op kampioenschappen worden geen nationale, Europese of wereldtruien gedragen.
3. Titelvoerende Belgische algemeen kampioenen mogen, ongeacht de discipline of de locatie (weg of piste) van de wedstrijd, het teken van hun titel dragen, tenzij zij zijn overgegaan naar een hogere categorie of tijdens die wedstrijden een leiders-, ploeg- of clubtrui moeten dragen.
4. Belgen die houder zijn van een Europese of een wereldkampioenentrui mogen die trui dragen ongeacht de discipline of de locatie van de wedstrijd, tenzij ze een leiders-, ploeg- of clubtrui moeten dragen.
5. Als in de wedstrijden een leiderstrui wordt toegekend, krijgt die trui voorrang op alle andere.
6. Renners die niet de gepaste uitrusting dragen mogen niet starten.
7. Bij de prijsuitreiking dienen de atleten zich aan te bieden in clubuitrusting of – mits akkoord van de club bij monde van de clubafgevaardigde – in sponsortrui.
c. Rugnummers
1. De renner dient twee rugnummers te dragen en te bevestigen op de wijze zoals bepaald door de wedstrijdleider.
2. Als een renner zijn eigen nummer(s) niet bij zich heeft, kan hij nummers huren bij de koersrechter-rondenteller. Een huurgeld is verschuldigd (zie bijlage 1). De renner dient na de wedstrijd de nummers in te leveren bij de koersrechter-rondenteller. Bij verzuim zal, via de club, een boete worden opgelegd.
3. Rugnummers en startkaarten worden toegekend na aanvraag ervan door de club bij haar landelijke federatie.
d. Bescherming
1. De renners zijn verplicht een helm te dragen zodra ze het parcours betreden.
2. De helm moet worden gedragen tijdens de hele koers en tijdens de opwarming en het uitrijden op het parcours of piste.
3. De helm moet goed aanpassen aan het hoofd en worden vastgegespt.
4. De helm moet voldoen aan de CE-norm en mag geen barsten vertonen.
5. Het dragen van pols-, knie- en elleboogbeschermers is toegestaan in alle categorieën.
6. Een renner met een gipsverband of brace mag niet deelnemen aan een wedstrijd.
7. De renner die zijn helm verwijdert voor het einde van de koers wordt gediskwalificeerd.
e. Andere uitrusting
1. Het is toegelaten een hartslagmeter te dragen en het bijhorende uurwerk.
2. Radio’s en ‘oortjes’ zijn niet toegestaan.
3. De koersrechter mag de renner vragen om het even welk voorwerp te verwijderen dat zijn inziens een gevaar vormt voor de renner zelf of voor de andere renners.
4. In de marathon en in de langeafstand koersen mag de renner van start gaan met een klein plastiek flesje water of met voor hydratatie geschikte uitrusting.
1. Tijdens een wedstrijd is de clubafgevaardigde (en alleen hij) de vertegenwoordiger van de club en haar renners. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de organisatie en wedstrijdleider enerzijds en (de renners van zijn) club anderzijds. Hij (en alleen hij) heeft namens zijn club zeggenschap aan de officiële tafel.
2. De clubafgevaardigde
- deelt het programma, programmawijzigingen en de reglementen mee aan de renners van zijn club;
- deelt de sancties onmiddellijk mee aan de betrokken renner van zijn club;
- ziet er mee op toe dat de renners van zijn club zich conform het reglement gedragen;
- schikt zich zelf ook naar het reglement en leeft de algemeen geldende regels na van beleefdheid, sportiviteit en wederzijds respect.
3. De clubafgevaardigde dient zich uiterlijk 10 minuten vóór de wedstrijd te melden aan de officiële tafel, het wedstrijdblad te tekenen en aanwezig te zijn tot het einde van de prijsuitreiking.
4. De clubafgevaardigde moet meerderjarig zijn en houder van een wedstrijd- of bestuurslicentie.
5. Een koersrechter kan geen clubafgevaardigde zijn tijdens de wedstrijd waarop hij als koersrechter dienst doet.
DEEL II
TECHNISCHE BEPALINGEN KOERSVERLOOP
a. Algemeen
1. De start gebeurt steeds vanuit stilstand van achter de startlijn.
2. Het startsignaal wordt gegeven door een startschot of een ander akoestisch signaal.
3. Wanneer een renner zich niet tijdig aan de startlijn bevindt, zal zonder hem worden gestart, zonder dat hij hiertegen beroep kan aantekenen.
4. Indien een renner de starter geen antwoord geeft na twee oproepen, met een tussentijd van één minuut, wordt hij aangeduid als DNS (did not start, niet gestart). De renner wordt niet gerangschikt.
5. De renner moet aan de start verschijnen met zijn volledige uitrusting en met de rugnummers op de juiste manier aangebracht.
6. Bij een valse start (zie Art. 31.1) zal de starter de renners opnieuw aan de startlijn roepen en een nieuwe start geven. De starter signaleert de valse start door de renner een gele kaart te tonen. Na een tweede valse start geeft hij de diskwalificatie aan door een rode kaart te tonen.
7. De starter of wedstrijdleider beslist tot valse start indien een renner te vroeg of onreglementair start.
8. Bij een groepsstart kan de starter en/of de wedstrijdleider beslissen tot een herstart wanneer binnen de 200 m voorbij de start de val van een of meer renners de val van andere renners veroorzaakt.
9. De koersrechter kan beslissen tot een herstart wanneer:
a. er een onwillekeurige obstructie tussen twee of meer renners een val veroorzaakt.
b. Er zich een fout voordoet (reeksen, halve finale, finale) tijdens de start die de uitkomst van de wedstrijd kan beïnvloeden
10. Indien de wedstrijdleider het wenselijk acht, kunnen (in samenspraak met de organisator) verschillende categorieën samen hun koers betwisten.
11. Indien het aantal deelnemers te groot is om een normaal verloop van de koers te waarborgen, zal de wedstrijdleider de deelnemers in reeksen indelen en bepalen hoeveel er daarvan in finale zullen komen.
Bij meerdaagse wedstrijden gebeurt de reeksindeling vanaf de tweede dag als volgt:
- 1ste reeks: de onpare plaatsen van het tussenklassement
- 2de reeks: de pare plaatsen van het tussenklassement.
b. Startvolgorde
1. Wanneer er geen vorige koers is: de startvolgorde van de koers wordt bepaald door loting: startkaarten schudden of nummer trekken. De startorde van de volgende koers wordt bepaald door de plaats die behaald werd in de vorige koers. De winnaars van de vorige koers staan vooraan in de reeks.
2. Wanneer er wel een vorige koers is: de startorde van de koers wordt bepaald door de resultaten van de vorige koers.
3. Startvolgorde van de discipline snelheid: zie Art. 14 (500+ m) en Art. 16.2 (1.000 m).
c. Opstelling voor de start
1. In de sprintnummers (1 lap , 500+ m en 1.000 m) (zie Art. 14.5) roept de starter de renners een na een naar de start. De renner kiest een startplaats die vrij is. Zijn keuze is definitief.
2. In de langeafstandskoersen roept de starter de renners een na een naar de start en wijst hen een plaats toe, opeenvolgend van de binnen- naar de buitenkant van het parcours.
3. De starter bepaalt het aantal renners per rij, rekening houdend met de breedte van het parcours en 0,50 m ruimte voor elke renner.
d. Massastart
1. Het startsignaal wordt gegeven wanneer de renners achter de startlijn staan op 50 cm van elkaar.
2. De startrijen bevinden zich ongeveer 50 cm van elkaar. De renners staan achter de startlijn.
3. De starter geeft de start d.m.v. twee signalen. Eerst zegt hij: “Aandacht”, en vervolgens geeft hij het startschot.
Art. 7. Neutralisatie van de koers
De wedstrijdleider kan de koers neutraliseren wanneer een klein gedeelte van het parcours onbruikbaar is als gevolg van een klein extern probleem, de val van een of enkele renners of een lichte blessure van een renner.
De neutralisatie wordt als volgt aan de renners kenbaar gemaakt:
a) Alle koersrechters begeven zich op het parcours, op 1 m van de koord en zwaaien met een blauwe vlag. De renners dienen dan hun snelheid te milderen en hun positie in de groep te behouden. Achteropgeraakte renners mogen terug aansluiten bij de groep.
b) De ronde telling wordt geneutraliseerd. In de afvalling en in de puntenkoers worden de afvalling en de toekenning van de punten geneutraliseerd; de omroeper meldt: “Geen afvalling” of “Geen punten”.
c) De koersrechters dienen het parcours te betreden en er zich op te stellen om zo de onbruikbare zone of de geblesseerde renner aan te geven en af te schermen.
d) De koers wordt hervat wanneer de wedstrijdleider de koersrechters vraagt terug plaats te nemen op het binnenplein
e) Bij neutralisatie t.g.v. de val van (een) renner(s) mogen de gevallen renners de koers niet hervatten.
f) Neutralisatie is niet toegestaan in de laatste 1.000 m.
g) Neutralisatie kan niet langer duren dan 2 minuten.
h) Per koers is slechts 1 neutralisatie toegestaan. Bij een tweede incident moet de koers worden stilgelegd.
Art. 8. Stilleggen van de koers
De wedstrijdleider kan de koers stilleggen in volgende gevallen:
a. Wanneer de ondergrond of de weersomstandigheden het normaal verloop of het verderzetten van de koers verhinderen.
b. De val van een grote groep renners;
c. Een ernstige blessure van één of meer renners die interventie van de EHBO vereist of de evacuatie van ten minste één renner.
Art. 9. Hervatten van de koers
1. Indien de koers werd stilgelegd is het de verantwoordelijkheid van de wedstrijdleider om te beslissen over het officiële programma en de renners en de organisator van de wedstrijd daarover in te lichten.
2. Indien de tijdrit of een koers met rangschikking/kwalificatie op tijd wordt stilgelegd, mogen alle ingeschreven of gekwalificeerde renners opnieuw starten.
3. Indien een langeafstandskoers in de eerste helft van de koers wordt stilgelegd, en indien de herstart kan gebeuren binnen de 15 minuten na het stilleggen, zal de koers herstarten in dezelfde situatie als op het ogenblik van het stilleggen:
a. enkel de renners die nog in koers waren op het ogenblik van het stilleggen mogen opnieuw starten
b. met het resterend aantal af te leggen ronden
c. zonder enige aanpassing aan de toekenning van de punten (puntenkoers) of de afvalling
d. indien een renner (of een groep renners) met voorsprong aan de leiding reed of ontsnapt was, krijgen zij opnieuw die voorsprong. De groep start aan de startlijn.
e. de renners behouden de in het eerste deel van de koers behaalde punten.
Indien een langeafstandskoers wordt stilgelegd in de tweede helft of indien de koers wordt stilgelegd en het niet mogelijk is te herstarten binnen de 15 minuten, moet de koers uitgesteld worden en opnieuw volledig gereden worden met alle renners die aan de start kwamen. Renners die tijdens de officiële koers gediskwalificeerd werden mogen niet herstarten.
Art. 11. Afgelasting van een koers
Het afgelasten van een koers valt onder de verantwoordelijkheid van de wedstrijdleider met akkoord van de organisator.
DISCIPLINES
1. Een tijdrit is een koers tegen de klok waarbij de renners individueel (of in groep) een vooraf bepaalde afstand afleggen.
2. Het klassement wordt opgesteld op basis van de door de renners gereden tijd.
3. De tijd van een renner wordt zo snel mogelijk na zijn aankomst omgeroepen.
4. Voor het vertrek moet er minstens 1 skeeler staan tussen het begin van de startlijn en het einde van de tweede lijn, die zich op 60 cm van elkaar bevinden.
5. Start gebeurt op het startsignaal van de koersrechter.
6. Bij het inzetten van de start moeten alle wielen de grond raken. De skeeler mag rollen, maar mag de achterste lijn niet overschrijden. Bewegen van het lichaam van de renner is toegestaan.
7. Indien de starter tijdens de koers van een renner een defect vaststelt aan de automatische tijdsregistratie, zal de renner de koers herrijden als laatste. Indien er een onherstelbaar defect is, wordt de koers met hand geklokte tijd herreden door alle renners van de betrokken categorie. In elk geval moet ten minste tien minuten rust in acht worden genomen.
8. Wanneer in een tijdrit twee of meer renners dezelfde tijd neerzetten, rijden zij hun tijdrit opnieuw om zo hun plaats in de rangschikking te bepalen. (Deze tijden worden bijkomend vermeld in de uitslag.)
1. Snelheidskoersen worden op tijd gereden over een korte afstand (100 m, 200 m dual time, 500+ m en 1.000 m) en met een beperkt aantal renners per reeks.
2. Bij de 100 m sprint word het klassement opgesteld op basis van de door de winnende renners gereden tijd. De andere renners worden gekwalificeerd op basis van de beste tijden in de verschillende reeksen.
3. De 200 m Dual time wordt gereden op de piste.
4. Renners rijden twee per twee de wedstrijd.
5. Gedurende de eerste ronde zijn enkel de eerste beste 12 tijden gekwalificeerd. In de finale is de renner met de beste tijd de overwinnaar.
6. De start procedure is hetzelfde als bij een sprint wedstrijd
7. Start: voor alle rondes worden de renners opgeroepen en mogen hun positie kiezen op de start lijn volgens de start lijn volgorde Art. 6b
8. Voor snelheidskoersen op de piste en op de weg gelden dezelfde regels.
1. De deelnemers worden volgens onderstaande tabel en volgens het internationaal slangsysteem verdeeld in reeksen met max. 6 renners per reeks.
2. De indeling in reeksen voor de eerste ronde gebeurt op basis van de uitslag van het tijdrijden; als die werkwijze niet kan worden toegepast, gebeurt de indeling bij lottrekking.
Wie niet deelnam aan het tijdrijden wordt onderaan de uitslag van het tijdrijden toegevoegd in alfabetische volgorde van de familienaam.
3. In de eerste ronde gebeurt de kwalificatie op basis van de tijd. In de volgende ronden zijn de eerste en de tweede van elke reeks geplaatst voor de volgende ronde..
4. De finale wordt gereden met 4 deelnemers.
Aantal deelnemers | 1/16 finales | 1/8 finales | Kwartfinales | Halve Finales | ||||
Reeksen | Gekwalificeerd | Reeksen | Gekwalificeerd | Reeksen | Gekwalificeerd | Reeksen | Gekwalificeerd | |
8 | 2 x 4 | 4 | ||||||
9 tot 10 | 2 x 4-5 | |||||||
11 tot 12 | 2 x 5-6 | |||||||
13 tot 16 | 4 x 3-4 | 8 | 2 x 4 | |||||
17 tot 20 | 4 x 4-5 | |||||||
21 tot 24 | 4 x 5-6 | |||||||
25 tot 32 | 8 x 3-4 | 16 | 4 x 4 | |||||
33 tot 40 | 8 x 4-5 | |||||||
41 tot 48 | 8 x 5-6 | |||||||
49 tot 64 | 16 x 3-4 | 32 | 8 x 4 | |||||
65 tot 80 | 16 x 4-5 | 32 | 8 x 4 | |||||
81 tot 96 | 16 x 5-6 | 32 | 8 x 4 | |||||
96 tot 100 | 20 x 4-5 | 40 | 8 x 5 | |||||
100 tot 120 | 20 x 5-6 | 40 | 8 x 5 | |||||
120 tot 144 | 24 x 5-6 | 48 | 8 x 6 | |||||
Voorrondes organiseren. |
Voorbeeld van reeksindeling met 20 renners volgens het slangsysteem:
R1 | R2 | R3 | R4 |
1 8 9 16 17 | 2 7 10 15 18 | 3 6 11 14 19 | 4 5 12 13 20 |
5. Startprocedure
• De starter roept de renners een na een naar de start. De renner kiest een startplaats die vrij is. Zijn keuze is definitief.
• Wanneer alle renners afgeroepen zijn, geeft de starter hen de toelating om plaats te nemen aan de startlijn met de woorden: “IN POSITION”. De renners krijgen 5 seconden om hun plaats in te nemen aan de startlijn:
o rechtopstaand
o de voorste skeeler in het startvak, zonder enige lijn te raken (vooraan, achteraan noch aan de zijkanten)
o de tweede skeeler mag zowel in als buiten het startvak geplaatst worden.
• Op het teken “SET” nemen de renners hun starthouding aan en blijven onbeweeglijk staan, waarna de starter het startsignaal geeft.
Indien een renner na het eerste signaal “Klaar” een probleem heeft, mag hij dat probleem melden aan de starter door zijn hand op te steken. Elke renner krijgt slechts één keer de mogelijkheid om dat te doen. De starter zal dan de startprocedure beëindigen, alle renners vragen de startzone te verlaten en dan de startprocedure hernemen.
• Op aangeven van de koersrechter mag de start herhaald worden wanneer
a. een onvrijwillige obstructie tussen twee of meer renners een val veroorzaakt
b. zich bij de start een fout voordoet (reeksen, halve finales, finale) die volgens de starter of de wedstrijdleider het resultaat van de koers kan beïnvloeden
6. De renners worden gerangschikt
- In de eerst verreden wedstrijd wordt het klassement gemaakt op basis van tijd.
- De volgende ronde(s) wordt het klassement gemaakt op basis van plaats en tijd.
7. Enkel de renners die de finale rijden hebben toegang tot het podium. In geval van diskwalificaties in de finale, kan het podium onvolledig zijn met slechts 2 of 1 renner.
1. Aan een koers in lijn kan een onbeperkt aantal renners tegelijk deelnemen.
2. Bij een in verhouding tot de piste of het wegparcours te groot aantal deelnemers kunnen voor de koersen tot 20 km reeksen georganiseerd worden, gevolgd door een finale.
1. Miniemen, pupillen, scholieren en liefhebbers rijden de 1.000 m in lijn.
2. De andere categorieën rijden de 1.000 m snelheid (een snelheidstornooi met maximum 3 ronden, d.w.z. kwartfinales, halve finales en finale):
a. De deelnemers worden volgens onderstaande tabel en volgens het internationaal slangsysteem verdeeld in reeksen met max. 8 renners per reeks.
b. De indeling in reeksen voor de eerste ronde gebeurt op basis van de uitslag van het tijdrijden; als die werkwijze niet kan worden toegepast, gebeurt de indeling bij lottrekking.
Wie niet deelnam aan het tijdrijden wordt onderaan de uitslag van het tijdrijden toegevoegd in alfabetische volgorde van de familienaam.
Kwartfinales | Halve Finales | Finale | ||||||
Aantal deelnemers | Reeksen | Plaats | Tijd | Aantal Gekwalificeerd | Reeksen | Plaats | Tijd | Aantal Gekwalificeerd |
8 | 8 | |||||||
9 tot 16 | 2 x 4-8 | 1 | 6 | |||||
17 tot 24 | 3 x 5-8 | 1 | 5 | |||||
25 tot 32 | 4 x 6-8 | 1 | 12 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
33 tot 40 | 5 x 6-8 | 1 | 11 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
41 tot 48 | 6 x 6-8 | 1 | 10 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
49 tot 56 | 7 x 7-8 | 1 | 9 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 | |
57 tot 64 | 8 x 7-8 | 1 | 8 | 16 | 2 x 8 | 1 | 6 |
c. Startprocedure: zie Art. 14.5.
d. Plaatsen zich voor de volgende ronde: de eerste van elke reeks, aangevuld met de beste verliezende tijden.
e. De finale wordt gereden door de winnaars van de halve finales en de beste verliezende tijden, in totaal 8 renners.
3. De renners worden gerangschikt
- volgens de ronde waarin ze strandden
- volgens de in die ronde behaalde tijd.
4. Enkel de renners die de finale rijden hebben toegang tot het podium. In geval van diskwalificaties in de finale, kan het podium onvolledig zijn met slechts 2 of 1 renner.
1. In een puntenkoers sprinten de deelnemers op vooraf bepaalde afstanden met het doel punten te behalen (zie onderstaande tabel).
2. Eén ronde voor elke sprint, wanneer de koploper de aankomst overschrijdt, wordt de bel geluid.
3. Bij de tussensprints krijgt de eerste renner 2 punten en de tweede 1 punt.
Bij de eindsprint krijgt de eerste 3 punten, de tweede 2 punten en de derde 1 punt.
4. De renner die de koers niet beëindigt verliest de punten die hij had behaald.
Toelichting:
- Indien de renner gedubbeld wordt door één of enkele ontsnapte renners, wordt hij niet uit koers genomen en behoudt hij zijn punten;
- Indien de renner achterop geraakt en gedubbeld wordt door het peloton, wordt hij uit koers genomen, waardoor hij de koers niet beëindigt en zijn punten verliest.
5. Winnaar is de deelnemer die na het afleggen van de volledige afstand de meeste punten heeft behaald.
6. Bij gelijkheid van punten is de uitslag van de eindsprint doorslaggevend.
7. Indien de wedstrijdleider oordeelt dat een renner een fout begaat in een puntensprint, dan mag hij de aankomstvolgorde en de toekenning van de punten wijzigen.
8. De omroeper zal enkel officieus meedelen welke renners punten behaalden. De officiële rangschikking wordt pas bekendgemaakt na het bekijken van de fotofinish of video.
# Ronden | 2.000 m SCHOL | # Ronden | 3.000 m CAD | # Ronden | 5.000 m Jeugd/SEN | ||
25 | |||||||
24 | |||||||
23 | |||||||
22 | Ptn. | ||||||
21 | |||||||
20 | Ptn. | ||||||
19 | |||||||
18 | Ptn. | ||||||
17 | |||||||
16 | Ptn. | ||||||
15 | 15 | ||||||
14 | 14 | Ptn. | |||||
13 | 13 | ||||||
12 | Ptn. | 12 | Ptn. | ||||
11 | 11 | ||||||
10 | 10 | Ptn. | 10 | Ptn. | |||
9 | 9 | 9 | |||||
8 | 8 | Ptn. | 8 | Ptn. | |||
7 | 7 | 7 | |||||
6 | Ptn. | 6 | Ptn. | 6 | Ptn. | ||
5 | 5 | 5 | |||||
4 | Ptn. | 4 | Ptn. | 4 | Ptn. | ||
3 | 3 | 3 | |||||
2 | Ptn. | 2 | Ptn. | 2 | Ptn. | ||
1 | 1 | 1 | |||||
aankomst | Ptn. | aankomst | Ptn. | aankomst | Ptn. |
1. In een afvallingskoers valt telkens de laatste renner af. Welke renner als laatste over de lijn rijdt wordt bepaald door de achterste punt van de achterste skeeler.
2. De afvalronden worden vastgesteld op basis van het aantal deelnemers en het aantal te rijden ronden.
3. Eén ronde voor elke sprint, wanneer de koploper de aankomst overschrijdt, wordt de bel geluid.
4. Wanneer een renner de koers verlaat, zij het omwille van een val of vermoeidheid, dan geldt die opgave als de overeenkomstige afvalling.
5. Indien tijdens de afvallingskoers een renner een regel overtreedt, kan de wedstrijdleider die renner laten afvallen in plaats van de renner die als laatste over de streep kwam.
6. In geval van een massale valpartij, met de gelijktijdige uitschakeling van een groep renners als gevolg, wordt de afvalling gedurende enkele ronden opgeschort. De omroeper kondigt aan in welke ronde de afvalling wordt verdergezet.
7. De omroeper maakt het nummer en de naam bekend van de renner die afvalt.
Indien de renner na drie aankondigingen de piste niet verlaat, wordt hij gediskwalificeerd voor de koers.
8. Voor het begin van de koers maakt de wedstrijdleider de wijze van afvallen bekend.
9. Een dubbele afvalling is toegestaan. Dit is het afvallen van de laatste 2 renners.
10. Afvalling elke 2 rondes, uitgezonderd op ronde 3,2 en 1 waarop er 1 afvalling per ronde gebeurt.
11. Finale:
a. Er blijven minimaal 3 deelnemers over voor de finale.
b. De finale kan gereden worden door 26 tot 30 renners. Als er minder als 30 renners zijn worden er geen kwalificatie reeksen gehouden.
12. Kwalificatie reeksen: als er meer als 30 renners zijn moeten er kwalificatie reeksen gepland worden
5 tot 10 km | 3 tot 5 km | ||||||
# renners | # ronden | inrij | dubbel | # renners | # ronden | inrij | dubbel |
≤16 | 25 | 4 | 0 | ≤11 | 15 | min. 4 | 0 |
17 | 27 | 4 | 0 | 12 | 17 | 4 | 0 |
18 | 29 | 4 | 0 | 13 | 19 | 4 | 0 |
19 | 31 | 4 | 0 | 14 | 21 | 4 | 0 |
20 | 33 | 4 | 0 | 15 | 23 | 4 | 0 |
21 | 35 | 4 | 0 | 16 | 25 | 4 | 0 |
22 | 37 | 4 | 0 | 17 | 25 | 4 | 1 |
23 | 39 | 4 | 0 | 18 | 25 | 4 | 2 |
24 | 41 | 4 | 0 | 19 | 25 | 4 | 3 |
25 | 43 | 4 | 0 | 20 | 25 | 4 | 4 |
26 | 45 | 4 | 0 | 21 | 25 | 4 | 5 |
27 | 47 | 4 | 0 | 22 | 25 | 4 | 6 |
28 | 50 | 5 | 0 | ||||
29 | 50 | 5 | 1 | ||||
30 | 50 | 5 | 2 | ||||
31 | 50 | 5 | 3 | ||||
32 | 50 | 5 | 4 | ||||
33 | 50 | 5 | 5 | ||||
34 | 50 | 5 | 6 | ||||
35 | 50 | 5 | 7 | ||||
36 | 50 | 5 | 8 |
Art. 19. Punten/afvallingskoers
1. Puntenkoers en afvallingskoers worden gecombineerd tot een punten/afvallingskoers. De punten en de afvalling worden in een verschillende ronde toegekend. In de ene ronde krijgt de eerst doorkomende renner 2 punten, de tweede 1 punt, in de andere ronde valt de laatste renner af. Bij de eindsprint krijgt de eerste 3 punten, de tweede 2 punten en de derde 1 punt. Winnaar is de renner die de koers uitrijdt en het grootst aantal punten verzameld heeft.
2. De bel wordt geluid om aan te geven dat er de volgende ronde een sprint is voor punten. De koers begint met een sprint voor punten en een afvalling in de volgende ronde.
3. De renner die afvalt verliest de punten die hij behaalde.
1. Een ploegenkoers wordt verreden door ploegen van maximum drie deelnemers. Op het BK wordt de ploegenkoers verreden door ploegen van twee deelnemers van dezelfde club.
2. De aflossing moet plaatsvinden in een vastgestelde zone (aflossingszone).
Indien de aflossingszone zich in de rechte lijn naar de aankomst bevindt mag de zone de aankomstlijn overschrijden tot op het einde van de rechte lijn.
3. De aankomende renner voert de aflossing uit door met beide handen op de rug van de startende renner te duwen. Aflossen door aanraken en trekken is niet toegelaten en wordt gesanctioneerd met diskwalificatie van de ploeg.
4. De ploeg bepaalt zelf wanneer zij aflost.
5. De ploeg dient minimum 1 aflossing uit te voeren.
6. De laatste aflossing vindt plaats voor het begin van de laatste ronde. Indien het einde van de aflossingszone voorbij de aankomst ligt, mag de laatste aflossing nog gebeuren na het belsignaal.
7. Heeft een renner zich in de aflossingszone begeven om een renner af te lossen, dan dient de aflossing ook daadwerkelijk plaats te vinden.
8. Afhankelijk van het aantal deelnemende teams en het parcours kunnen er halve finales gehouden worden.
9. Voor de ploegenkoers moeten de renners van eenzelfde ploeg uniforme truien dragen. Indien de truien van twee ploegen te zeer op elkaar lijken, beslist de wedstrijdleider bij lottrekking welke ploeg haar trui dient aan te passen.
10. De afgeloste renners begeven zich opnieuw naar de aflossingszone langs de door de wedstrijdleider vastgestelde weg.
11. Indien een renner gediskwalificeerd wordt, is meteen zijn ploeg gediskwalificeerd.
12. Per club mag een onbeperkt aantal ploegen worden ingeschreven.
RANGSCHIKKING
Winnaar van de wedstrijd is de renner die bij de optelling van de plaats punten van de koersen het kleinste totaal behaalt. Niet-deelname aan een koers betekent het aantal deelnemers + 1 als plaats punten.
Bij gelijkheid van punten is het aantal overwinningen doorslaggevend en vervolgens de aankomstorde in de laatste koers die de betrokken categorie op de wedstrijd betwistte.
Art. 21bis. Laatste ronde en aankomst
1. De koers eindigt wanneer de volledige afstand is afgelegd of wanneer de wedstrijdleider de renner uit koers neemt. De gedubbelde renners die nog in koers zijn op het ogenblik dat de eerste renner aankomt, rijden nog 1 ronde.
2. De aankomst wordt bepaald op het ogenblik dat het eerste wiel de aankomstlijn overschrijdt. Als de eerste skeeler bij het overschrijden van de aankomstlijn de grond niet raakt, wordt de aankomst bepaald door de top van de tweede skeeler.
3. De plaatsbepaling bij tussenspurten voor punten, premies, enz. gebeurt conform Art. 21bis.2.
4. Voor al de proeven op de piste of op de weg (gesloten omloop) moet een koersrechter d.m.v. een klok of elektrische bel de laatste af te leggen ronde aankondigen.
5. De klok of bel moet tijdig worden geluid, nl. vooraleer de op kop rijdende renners de laatste ronde ingaan. Het signaal moet worden aangehouden tot deze renners de laatste ronde zijn ingegaan en moet voor de renners goed hoorbaar zijn.
Art. 22. Beoordeling op de aankomstlijn
1. In massastart (afvalling, punten, aflossing, enz.) reeksen, ploegentijdrit en koersen tegen de tijd, wordt de plaats in het klassement bepaald door de tijd waarop de punt van de skeeler de aankomstlijn overschrijdt.
2. Op de aankomstlijn moet de voorste skeeler contact maken met de grond. Indien de eerste skeeler geen contact maakt met de grond, dan bepaalt de voorste punt van de tweede skeeler de plaats in de rangschikking.
3. Indien een renner door een val aan de aankomst de aankomstlijn overschrijdt zonder een skeeler op de grond, dan bepaalt het eerste deel van de eerste skeeler de plaats.
4. In de afvallingskoers wordt de afvalling bepaald door het laatste deel van de laatste skeeler die de aankomstlijn overschrijdt (al dan niet in contact met de grond).
Art. 23. Plaats van gedubbelde renners
In de koersen met massastart op de piste of op een gesloten wegparcours kunnen de renners uit de koers gehaald worden die door het peloton gedubbeld werden of op het punt staan gedubbeld te worden en die het koersverloop kunnen verstoren. Zij worden in de rangschikking gezet in de omgekeerde volgorde waarin ze de koers verlieten.
De renner die gediskwalificeerd wordt wegens sportieve fout krijgt geen plaats in de rangschikking. Zijn plaats wordt ingenomen door de volgende renner.
Enkel een renner die de finale rijdt kan een medaille winnen.
Art. 25. Terugtrekking (DNF – did not finish, niet aangekomen)
1. Een renner die de koers verlaat omwille van een val of enige andere reden wordt gerangschikt volgens zijn plaats.
2. Een renner die zich terugtrekt dient zich naar de aankomst te begeven en een koersrechter in te lichten, zodat hij kan gerangschikt worden overeenkomstig zijn positie.
Art. 26. Ex aequo in massastart
1. Wanneer in een massastart een groep renners samen over de aankomst rijdt en het niet mogelijk is de juiste aankomstvolgorde te bepalen, worden alle betrokken renners in alfabetische volgorde op dezelfde plaats gerangschikt.
2. Bij een massale valpartij worden alle betrokken renners ex aequo geklasseerd in alfabetische volgorde.
3. Renners die in dezelfde ronde (500+ m en 1.000 m) gediskwalificeerd worden wegens technische fout worden ex aequo gerangschikt.
Art. 27. Gedubbelde en geloste renners
1. De wedstrijdleider heeft het recht gedubbelde en geloste renners uit de koers te nemen.
2. De wedstrijdleider bepaalt - met inachtneming van de af te leggen afstand, de lengte van de omloop en het aantal deelnemers - bij hoeveel ronden achterstand gedubbelde renners uit de koers worden genomen.
3. Een dubbelende renner mag zich inschakelen in een groep zonder aan de kop te moeten rijden.
4. Een gedubbelde renner mag zijn kansen blijven verdedigen en trachten zich te ontdubbelen.
5. Gedubbelde en dubbelende renners mogen in geen geval andere renners hinderen of bevoordelen.
6. Gedubbelde renners moeten zich afzijdig houden van de eindsprint.
7. In geval van breuk of andere beschadiging aan de skeelers, die van aard zijn dat ze de veiligheid van de renner zelf of van de andere deelnemers in gevaar brengen, moet de betrokken renner onmiddellijk halt houden en de nodige herstellingen uitvoeren. Hij zal zoveel ronden achterstand tellen als het peloton of de koploper op hem heeft genomen tijdens zijn oponthoud.
8. De renners die de volledige wedstrijdafstand niet hebben afgelegd, worden gerangschikt volgens de door hen afgelegde afstand.
1. Elektronische tijdopname met verbinding naar fotocel of startpistool gaat voor op hand geklokte tijdopname.
2. De beelden van de fotofinish kunnen alleen worden bekeken door de volgende personen:
- de leden van het opnameteam
- de wedstrijdleider
- de koersrechter algemene aankomst
- op de BK’s: het NSC
- bij klacht tegen de uitslag (aankomstvolgorde): de clubafgevaardigde
3. Hand geklokte tijdopname gebeurt:
- bij tijdrijden en sprint door 3 tijdopnemers
- voor de andere koersen door 1 tijdopnemer
- enkel met elektronische chronometers die ten minste tot op een honderdste van een seconde meten
- slechts 1 chronometer per tijdopnemer
4. Bij tijdopname met 3 tijdopnemers:
- Indien twee van de drie tijden gelijk zijn, dan geldt die tijd.
- Indien drie verschillende tijden geregistreerd werden, wordt de middelste van de drie tijden genomen; indien één tijd 0,5 sec. verschilt (minder of meer) van de twee andere tijden, dan wordt het gemiddelde van die twee tijden genomen.
5. Wanneer slechts 2 tijden beschikbaar zijn, wordt het gemiddelde van die twee tijden genomen.
1. De Belgische records worden erkend en gearchiveerd door het NSC, met vermelding van de naam van de renner, plaats, afstand, tijd en eventuele bijkomende informatie zoals aanwezige bevoegde personen enz.
2. Worden als Belgisch record erkend: de recordtijden die gereden werden op de World Games, het WK, EK of BK en waarvan de resultaten voorkomen op de officiële wedstrijdbladen van de koersrechters.
3. Tijden die gereden worden op andere wedstrijden dan deze kampioenschappen kunnen als Belgisch record erkend worden mits te voldoen aan volgende voorwaarden:
• de tijd dient te worden geregistreerd met elektronische tijdsregistratie met verbinding naar de fotocel of startpistool
• de koersrechters dienen zicht te hebben op het ganse wegparcours
• de tijd dient te worden gereden op een door NSC erkende piste of parcours
• de tijd dient te worden gestaafd door de wedstrijdleider die vermeldt of de koers gereden werd conform het reglement
4. Bij een recordpoging is het gebruik van hazen toegestaan.
5. Records worden erkend op volgende afstanden:
XXXXX | XXX |
000 m | 100 m |
500 m | 200 m |
1.000 m | 300 m |
1.500 m | 500 m |
3.000 m | 1.000 m |
5.000 m | 1.500 m |
10.000 m | 3.000 m |
15.000 m | 5.000 m |
20.000 m | 10.000 m |
30.000 m | 20.000 m |
50.000 m | 42.195 m |
Uurrecord |
Art. 30. Houding, verplichtingen en onregelmatigheden
1. a. Een renner die de koers staakt, moet zich bij een koersrechter melden en zich daarna onmiddellijk van de omloop of piste verwijderen zonder storing of discussie te veroorzaken.
b. Hij zal niet meer opnieuw mogen deelnemen aan de koers die hij verlaten heeft, noch zich door een andere renner laten vervangen.
c. Indien de renner die de koers staakt zich niet komt melden, wordt hij niet in de uitslag opgenomen.
d. Indien de renner lichamelijk niet bekwaam is dit te doen (vb. door een val), is het de taak van de clubafgevaardigde de opgave te melden aan de wedstrijdleider.
2. a. Tijdens de koers is geen enkele vorm van verzorging of bevoorrading toegelaten, noch tussen de deelnemers onderling, noch vanwege derden, behalve tijdens een marathon. De wedstrijdleider kan afwijkingen toestaan.
b. Elke overtreder zal onmiddellijk uit koers genomen worden.
3. Een renner kan wegens wangedrag of zware fout door de wedstrijdleider uit de koers worden gezet evenals de renners die daar voordeel hebben uit gehaald.
4. Elke renner, die gehandeld heeft op een wijze die de regelmatigheid van de koers schaadt of een andere van de hierna vermelde fouten begaan heeft, zal een verwittiging krijgen indien de fouten niet ernstig zijn. Verwittigingen worden meegenomen naar de volgende ronde, reeks of finale. Bij de derde verwittiging wordt de renner gediskwalificeerd.
Volgende handelingen zijn verboden en worden bestraft met een verwittiging of diskwalificatie
a. Vrijwillig aanrijden.
b. Meetrekken of voortduwen.
c. Opzettelijk duwen of doen vallen.
d. Opzettelijk hinderen.
e. Bedreiging met woorden of gebaren.
f. Tegenhouden met armen en/of benen.
g. De tegenstrever tegen de koord aandringen.
h. Voorbijsteken langs de koord (binnenzijde) tenzij de renner, die zal worden voorbijgestoken, zich verwijdert en voldoende plaats laat om een persoon door te laten.
i. Terug naar de koord duiken, d.w.z. dat de renner die langs de binnenkant werd voorbijgestoken, niet naar de koord mag terug duiken om andere tegenstrevers te beletten voorbij te steken.
j. Naar de koord dringen na voorbijgestoken te hebben, d.w.z. dat de renner niet onmiddellijk mag plaats nemen vóór de renner die hij langs de buitenkant heeft voorbijgestoken.
k. Elk onnodig of onsportief gebaar tegenover de tegenstrevers, officials en publiek.
l. De renner mag niet met zijn skeeler buiten de piste of omloop, aangeduid door de wedstrijdleider, komen, behalve als dit gebeurt door een onvoorziene omstandigheid of door een andere rijder wordt veroorzaakt.
m. De koers afremmen door de tegenstrever te beletten voorbij te steken.
n. Volgens het oordeel van de wedstrijdleider of koersrechters niet strijdlustig zijn of het bewijs leveren de koers te boycotten. Dit geeft de wedstrijdleider het recht de renners te declasseren of uit te sluiten of zelfs (behalve op het BK) de koers te annuleren.
5. Bij herhaling wordt de renner onmiddellijk uit de koers genomen.
6. Indien zulks gebeurt gedurende eenzelfde kampioenschap of wedstrijd kan de renner die een zware fout begaat worden uitgesloten tot het einde van het kampioenschap of de wedstrijd.
BEOORDELING DOOR DE KOERSRECHTERS
Art. 31. Definitie van de fouten
1. Er zijn drie soorten fouten:
- technische fouten: valse start, verlaten van het parcours, foutieve aflossing
- sportieve fouten: traject, obstructie, hulp aan de renners, geen respect voor de instructies van de jury
- disciplinaire fouten: fair play, agressie, teamfout, wangedrag tegenover officials en de jury
2. De wedstrijdleider kan steeds een sportieve fout inschatten als een zeer negatieve houding en ze als disciplinaire fout kwalificeren.
Art. 31.1. Technische fouten Technische fout 1: valse start
1. Algemene regels
x. Xx xxxxxx die in eenzelfde koers twee valse starten begaat wordt gediskwalificeerd.
b. Wanneer een renner een valse start begaat en daardoor veroorzaakt dat een andere renner hem volgt, krijgt enkel de eerste renner een waarschuwing voor valse start.
c. Bij valse start zal de koersrechter de renners terugroepen naar de startlijn (met een of twee schoten of twee fluitsignalen); de renners dienen hun plaats opnieuw in te nemen en de start wordt hernomen.
d. De starter signaleert de valse start door de renner een gele kaart te tonen. Na een tweede valse start geeft hij de diskwalificatie aan door een rode kaart te tonen.
2. 200 m en 300 m
a. Er is een valse start wanneer de renner de achterste lijn overschrijdt.
b. Slechts één valse start is toegelaten in de voorronde en één in de finale.
3. 500+ m en 1.000 m
a. Er is een valse start wanneer de renner beweegt of start vooraleer het startsein is gegeven. De start wordt geannuleerd en de betrokken renner wordt gesanctioneerd met een valse start.
b. In een sprinttornooi is slechts 1 valse start toegestaan (1/16, 1/8, 1/4, 1/2, en finale).
Bv.: als een renner een valse start begaat in de kwartfinale en een tweede in de halve finale, dan wordt hij gediskwalificeerd wegens technische fout
Technische fout 2: verlaten van het parcours
1. De renners mogen de grond buiten het afgelijnde parcours niet aanraken met een skeeler. Bij overtreding wordt de renner gediskwalificeerd. Bij een massale valpartij of wanneer de overtreding wordt begaan om een val te vermijden, beslissen de koersrechters daarover.
2. Bij de tijdrit wordt het verlaten van het parcours bestraft met de diskwalificatie van de renner.
Technische fout 3: foutieve aflossing
1. Aflossen door aanraken of trekken is niet toegestaan en wordt bestraft met diskwalificatie van de ploeg. (beide handen)
2. De aflossing dient te beginnen en te eindigen in de aflossingszone, zo niet wordt de ploeg gediskwalificeerd.
De renner die een sportieve fout begaat wordt bestraft door de wedstrijdleider.
Sportieve fout 1: traject
Renners dienen de aankomst te bereiken langs het kortst mogelijke traject.
Sportieve fout 2: obstructie
1. De aan kop rijdende renner zal een aanvaller niet hinderen en dient op een rechte lijn te blijven, zonder bochten of uitwijkingen.
2. Renners mogen in geen geval andere renners duwen of hen de pas afsnijden. Het is eveneens verboden zich te laten op sleeptouw nemen, een andere renner te duwen, te hinderen of te helpen.
3. Het voorbijsteken van andere renners mag in geen geval andere renners in problemen brengen (zich hardhandig invoegen in het peloton).
4. Renners die gedubbeld of voorbijgestoken worden mogen die inhaalbeweging niet hinderen noch een andere renner helpen.
Sportieve fout 3: bijstand aan renners
1. Het is renners strikt verboden enige hulp te aanvaarden.
2. Xxxxxxx die na een val nog in staat zijn de koers verder te zetten moeten rechtstaan zonder hulp van derden. Zo niet, worden ze gediskwalificeerd.
3. De renner mag advies en informatie ontvangen van zijn trainers of coaches.
4. Tijdens de marathon en langeafstandskoersen mag een renner water of voedsel geven aan een ploegmaat.
Sportieve fout 4: geen respect voor de instructies van de jury
Indien een renner de instructies van een koersrechter/wedstrijdleider of de aankondiging van de omroeper niet opvolgt, wordt hij daarvoor bestraft.
Aan renners die de instructies van de jury niet opvolgen of de principes van sportethiek schenden kan de wedstrijdleider tijdens de competitie volgende sancties opleggen:
1. waarschuwing (W)
a. Bijkomend bij de gevallen die expliciet vermeld staan in het reglement (Art. 31) kunnen waarschuwingen gegeven worden om sportieve fouten te sanctioneren.
b. Elke koersrechter die bij een koers betrokken is kan waarschuwingen geven; hij licht onmiddellijk de wedstrijdleider in, die de waarschuwing enkel meedeelt aan de omroeper.
c. Waarschuwingen worden gecumuleerd van reeksen tot finale.
2. declassering (RR)
a. Wanneer een renner tijdens een koers een fout begaat tegenover een of meer tegenstanders, kan hij bij beslissing van de wedstrijdleider gedeclasseerd worden.
b. De renner die tijdens de afvallingskoers een fout begaat wordt gedeclasseerd.
c. De renner die tijdens de puntenkoers een fout begaat wordt gedeclasseerd.
3. diskwalificatie (DQ)
De wedstrijdleider beslist over diskwalificatie. Die wordt toegepast als volgt:
1. DQ-TF : diskwalificatie wegens technische fout:
a. Wanneer een renner twee opeenvolgende valse starts begaat (200 m / 300 m);
b. Wanneer een renner twee valse starts begaat in een sprinttornooi (1 lap, 500+ m en 1.000 m);
c. Wanneer een renner in eenzelfde koers twee valse starten begaat;
d. Wanneer een renner een foutieve aflossing maakt (aflossing met trekken of aanraken, aflossing buiten de aflossingszone, aflossingszone betreden zonder af te lossen) wordt de ganse ploeg gediskwalificeerd.
2. DQ-SF : diskwalificatie wegens sportieve fout:
a. Wanneer een renner een fout begaat die als vrijwillig of gevaarlijk beoordeeld wordt;
b. Wanneer een renner drie waarschuwingen krijgt in een koers (cumulerend in kwalificaties, reeksen en finale);
c. Wanneer een renner bijstand krijgt;
d. Wanneer een renner zijn helm verwijdert voor het einde van de koers;
e. Wanneer een renner de technische regels niet respecteert (grootte van de wielen, radio, enz.).
4. schorsing
x. Xx xxxxxx die gediskwalificeerd is voor sportieve fouten (DQ-SF) wordt automatisch geschorst voor de volgende koers.
b. Hij kan niet worden vervangen door een ploegmaat.
Art. 33. Sancties en rangschikking
De sancties worden toegekend door de wedstrijdleider en publiek bekendgemaakt. Ze dienen op de uitslag als volgt te worden vermeld:
1. W1 W2 1 of 2 waarschuwingen (warning)
2. FS1 de eerste valse start (false start)
3. RR declassering (reduced in rank)
4. DQ-TF diskwalificatie voor technische fout; de gediskwalificeerde renner wordt gerangschikt op het einde van de reeks of ronde (disqualification for technical fault)
5. DQ-SF diskwalificatie voor sportieve fout; de gediskwalificeerde xxxxxx wordt niet gerangschikt en wordt op het einde van de uitslag vermeld als gediskwalificeerd; hij krijgt geen punten voor het algemeen klassement (disqualification for sports fault)
6. DNS niet gestart (did not start)
7. DNF niet aangekomen (did not finish)
Art. 34. Sancties en rangschikking in sprinttornooi 500+ m en 1.000 m
1. In deze snelheidskoersen is slechts één valse start toegestaan. Indien een renner een tweede valse start begaat, wordt hij gediskwalificeerd wegens technische fout. Hij wordt gerangschikt.
2. Indien een gekwalificeerde renner het slachtoffer is van een diskwalificeerde fout van een andere renner in een reeks of kwalificeerde ronde, mag de koersrechter die renner doorlaten naar de volgende ronde.
3. Bij beslissing van de wedstrijdleider zal de renner die een sportieve fout begaat
a. gedeclasseerd worden indien de benadeelde renner daardoor gekwalificeerd raakt
b. gediskwalificeerd worden indien de renner tegen wie de fout werd begaan ten val komt of indien declassering van de overtreder er toch niet zou voor zorgen dat de benadeelde renner gekwalificeerd zou raken
c. gediskwalificeerd worden indien de sportieve fout door de jury als vrijwillig of belangrijk wordt ingeschat, ook al heeft de benadeelde renner zich gekwalificeerd.
Volgende fouten worden beschouwd als disciplinaire fouten:
a. Fair play
Alle renners moeten fair en enthousiast deelnemen aan de koersen. Wie een negatieve houding of duidelijke onwil toont kan uitgesloten worden uit de competitie.
b. Agressie
Het is de verantwoordelijkheid van de wedstrijdleider om, met inachtname van het aspect ‘vrijwillig’ of ‘onvrijwillig’, een sportieve fout te kwalificeren als disciplinaire fout.
c. Teamfout
Indien een renner een fout begaat om een ploegmaat te laten winnen,
1. wordt de renner die de fout begaat gediskwalificeerd en kan uitgesloten worden van het ganse BK of wedstrijddag(en)
2. wordt de renner die voordeel haalt uit de fout gedeclasseerd.
d. Wangedrag tegenover officials en de jury
Elk jurylid en elke official die voor, tijdens of na de wedstrijd geconfronteerd wordt met enige vorm van geweld door een renner of een ander lid van de club mag onmiddellijk de wedstrijdleider daarover inlichten. Die zal de situatie beoordelen en indien nodig sanctioneren met diskwalificatie.
Art. 36. Uitsluiting uit de competitie
Elke renner of clubafgevaardigde die een zeer zware inbreuk begaat kan door de wedstrijdeider worden uitgesloten uit de wedstrijd.
1. Het gebruik van doping is niet toegestaan.
2. De organisatoren en de renners en hun begeleiders dienen zich te schikken naar de wetten en decreten ter zake van de Vlaamse, Waalse en Brusselse overheden.
M.b.t. de antidopingcontrole worden de WADA-regels nageleefd.
DEEL III
BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN
Art. 38. Belgische kampioenschappen
Jaarlijks worden de volgende BK’s het derde volledige weekend van mei georganiseerd:
- BK piste
voor xxxxxxxx, pupillen, scholieren, cadetten, jeugd en seniores
- BK weg
voor xxxxxxxx, pupillen, scholieren, cadetten, jeugd en seniores
- BK lange afstand
voor scholieren, cadetten, jeugd, seniores en liefhebbers
- BK liefhebbers
voor liefhebbers
1. BK piste en weg - dames
categorie | Piste 1 | Piste 2 | Piste 3 | Piste 4 | Weg 1 | Weg 2 |
miniemen | 1.000 m | 500+ m | 300 m snelheid | 750 m | ||
pupillen | 1.500 m | 500+ m | 300 m snelheid | 1.000 m | ||
scholieren | 200 m dual time trail | 1.000 m | 2.000 m punten | 1 lap snelheid | 1.500 m | |
cadetten | 200 m dual time trail | 1.000 m | 3.000 m punten | 1 lap snelheid | afvalling (3 à 5 km) | |
jeugd | 200 m dual time trail | 1.000 m | 5.000 m punten | aflossing 3.000 m | 1 lap snelheid | afvalling (5 à10 km) |
seniores | 200 m dual time trail | 1.000 m | 5.000 m punten | 1 lap snelheid | afvalling (5 à10 km) |
2. BK piste en weg - heren
categorie | Piste 1 | Piste 2500+ m | Piste 3 | Piste 4 | Weg 1 | Weg 2 |
miniemen | 1.000 m | 500+ m | 300 m snelheid | 750 m | ||
pupillen | 1.500 m | 500+ m | 300 m snelheid | 1.000 m | ||
scholieren | 200 m dual time trail | 1.000 m | 2.000 m punten | 1 lap snelheid | 1.500 m | |
cadetten | 200 m dual time trail | 1.000 m | 3.000 m punten | 1 lap snelheid | afvalling (3 à 5 km) | |
jeugd | 200 m dual time trail | 1.000 m | 5.000 m punten | aflossing 3.000 m | 1 lap snelheid | afvalling (5 à10 km) |
seniores | 200 m dual time trail | 1.000 m | 5.000 m punten | 1 lap snelheid | afvalling (5 à10 km) |
3. BK Lange Afstand
categorie | afstand |
Scholieren Cadetten | 10.548 m |
Liefhebbers | 42.195 m |
Jeugd Seniores (1 klassement) | 42.195 m |
Liefhebbers starten samen met jeugd en seniores.
Hun wedstrijd eindigt 1 ronde na aankomst van de eerste renner, ongeacht diens categorie.
4. BK liefhebbers
Liefhebbers: 1.000 m, 3.000 m, 5.000 m, 5.000 m.
De koersen mogen gereden worden op de piste of op de weg.
1. Aan het BK piste en het BK weg kunnen alleen de sportbeoefenaars deelnemen die:
- de Belgische nationaliteit bezitten of, voor niet-Belgen: jonger zijn dan 18 jaar en minimaal 1 jaar in België wonen
- voldoen aan de voorwaarde opgesomd in Art. 2.1
- ingeschreven zijn conform de onderrichtingen opgesomd in Art. 41.
2. Het BK lange afstand en het BK liefhebbers worden betwist in een open vorm: elke renner, ongeacht zijn nationaliteit, mag deelnemen, op voorwaarde dat hij in orde is met zijn federatie. Buitenlandse deelnemers dienen een rugnummer te huren (zie bijlage 1).
a. Algemeen
1. Inschrijven gebeurt ter plaatse door het afgeven van de startkaart.
2. De periode waarin de startkaart kan worden afgegeven loopt van een half uur tot uiterlijk 15 minuten voor de aanvang van de wedstrijd (per dagdeel).
3. De renner dient de startkaart persoonlijk af te geven aan de daarvoor aangeduide koersrechter.
4. Voor het BK dienen de renners van de categorieën scholieren tot en met senioren zich vooraf in te schrijven (d.w.z. de categorieën die reeksen rijden op de korte afstanden).
b. BK piste en BK weg
Uiterlijk 2 maand na het kampioenschap stuurt het NSC de lijst van de door de clubs verschuldigde inschrijvingsgelden naar de landelijke federaties die hun clubs hierover informeren.
Bij te late betaling van het verschuldigde bedrag wordt een boete opgelegd.
c. BK Lange Afstand
Het NSC zal het per club te betalen bedrag (afhankelijk van het aantal inschrijvingen) en de uiterste datum voor betaling ervan meedelen aan de landelijke federaties.
d. BK Liefhebbers
Voor de deelname aan het BK Liefhebbers is geen inschrijvingsgeld verschuldigd.
a. Algemeen
1. Per discipline ontvangen de 3 eerst geklasseerde van elke categorie respectievelijk een gouden, een zilveren en een bronzen medaille. De winnaar wordt beloond met de titel van ‘Kampioen van België’.
2. De titel ‘Kampioen van België’ wordt enkel toegekend in de discipline waarin minstens 3 deelnemers starten.
b. BK piste en BK weg
1. Per categorie ontvangt de renner die op het BK piste en BK weg de beste resultaten heeft behaald de titel van ‘Algemeen Belgisch kampioen’.
2. De titel ‘Algemeen Belgisch kampioen’ wordt per categorie toegekend aan de renner die bij de optelling van de plaats punten het kleinste totaal behaalt. Niet-deelname aan een koers betekent het aantal deelnemers + 1 als plaats punten.
Bij gelijkheid van punten is het aantal overwinningen doorslaggevend en vervolgens de aankomstorde in de laatste koers die de betrokken categorie op het kampioenschap betwistte.
Alle koersen komen in aanmerking, uitgezonderd de ploegenkoers.
c. BK Lange Afstand
De winnaar van het BK Lange Afstand krijgt, ongeacht zijn nationaliteit, de titel van ‘Belgisch kampioen Lange Afstand’. De liefhebbers ontvangen dezelfde medaille als voor het BK liefhebbers.
d. BK Liefhebbers
1. Voor het BK liefhebbers worden de medailles en de titel toegekend na de laatste manche.
2. Ze worden toegekend op basis van het eindklassement waarbij de zes beste resultaten worden opgeteld (geen deelname = 50 plaats punten per koers). Bij gelijkheid van punten is het aantal overwinningen doorslaggevend, vervolgens het resultaat van de laatst verreden koers.
3. De titel van ‘Belgisch kampioen liefhebbers’ wordt slechts toegekend indien er minimum 3 deelnemers in het eindklassement staan.
1. Medailles, bandjes, truien, bekers en trofeeën worden met het nodige ceremonieel uitgereikt op een podium.
2. De renner die zich niet of niet in de vereiste uitrusting aanbiedt, krijgt geen medaille noch bandje. Enkel bij door NSC erkende heerkracht wordt hiervan afgeweken. De clubafgevaardigde zal de heerkracht toelichten bij de wedstrijdleider.
3. Op het BK Lange Afstand vindt de prijsuitreiking plaats onmiddellijk na afloop van de koers.
4. Renners moeten zelf op het podium verschijnen. Een ploeg- of club genoot mag hun podiumplaats niet innemen. Lege podiumplaats.
1. Met betrekking tot de BK’s piste en weg mogen geen prijzen en premies worden uitgereikt.
2. Met betrekking tot het BK Lange Afstand en het BK voor liefhebbers is het uitreiken van prijzen en premies wel toegelaten.
Art. 45. Provinciale kampioenschappen
1. Een provinciale of landelijke kampioenstitel wordt toegekend indien er minstens 2 deelnemers starten.
2. Het criterium om in aanmerking te komen voor het PK-klassement is de woonplaats van de renner.
In het klassement van het provinciaal kampioenschap worden dus enkel de renners opgenomen die in de betrokken provincie wonen.
DEEL IV
ORGANISATORISCHE BEPALINGEN
Draaiboek voor de organisator
Art. 46. Afmetingen van pistes en omlopen
a. Algemeen
1. De lengte van een piste of een omloop wordt gemeten op de binnenkant van de binnenste boord
2. De aankomst wordt aangeduid met een witte, 5 cm brede lijn.
3. Keuring van de piste of omloop is verplicht:
- voor BK’s: zie Art. 52.
- voor andere wedstrijden gebeurt de keuring door de wedstrijdleider, analoog met de wijze zoals beschreven in Art. 52.
b. Piste
De piste waarop een wedstrijd wordt gereden moet voldoen aan volgende normen:
Pistes gebouwd na 2012 | Pistes gebouwd voor 2012 |
• De piste is 200 m lang (met een tolerantie van +/- 2 cm). • De binnenboord is afgetekend met een witte lijn van 5 cm breedte. • De lengte van de twee rechte stukken moet 55% (+/- 2 cm) zijn van de totale lengte van de piste. • De lengte van de bochten moet 45 % (+/- 2 cm) zijn van de totale lengte van de piste. • De piste is 6 m breed (+/- 2 cm), gemeten vanaf de binnenboord tot aan de omheining. | • Lengte (gemeten op 30 cm afstand van de binnenste boord): o platte piste: min. 125, max. 400 m o piste met verhoogde bochten: min. 150, max. 250 m. • Breedte: min. 5 m |
c. Wegparcours
1. De omloop waarop een wegwedstrijd wordt gereden, moet (uitgezonderd voor het BK Lange Afstand) voldoen aan volgende afmetingen:
breedte: minimum 5 meter over minstens 75% van het parcours en in de aankomstzone; de overige 25% van de omloop dient minimum 4,5 meter breed te zijn.
Obstakels mogen de veiligheid van de renners niet in het gedrang brengen. lengte: min. 250 m en max. 1.000 m.
De aankomstlijn moet gelegd worden achter een rechte lijn van ten minste 60 m.
2. De aankomstlijn moet zo gelegd worden dat de renners in veilige omstandigheden kunnen stoppen.
3. Van de omloop moet ten minste 50 m voor en 50 m achter de finish zo goed mogelijk afgesloten zijn voor het publiek (vb. met dranghekkens).
4. Alle obstakels op of dicht langs de omloop die gevaar kunnen opleveren voor de renners dienen duidelijk zichtbaar gemaakt te worden voor de renners en dienen zo goed mogelijk te zijn afgeschermd met zacht materiaal.
5. De omloop moet duidelijk afgebakend en aangegeven zijn (natuurlijk of door een lijn of tekens). Bij een wegparcours behoort de stoep niet tot het parcours, tenzij anders aangegeven.
6. Het BK Lange Afstand kan gereden worden op een omloop in de vorm van een koers ‘heen en terug’ of ‘van punt naar punt’.
7. Indien het BK Lange Afstand op een omloop wordt georganiseerd, dan moet de af te leggen afstand per ronde min. 500 m bedragen en mogen de deelnemers per ronde slechts eenmaal langs hetzelfde punt komen.
8. De omloop voor het BK lange afstand moet de veiligheid van de deelnemers waarborgen en moet derhalve overal minimaal 3 m en over 90% van de omloop minimaal 5 m breed zijn. In de aankomstzone moet de laatste 100 m minimaal 5 m breed zijn.
9. Rekening houdend met de weersomstandigheden, dienen voor de koersen van meer dan 20.000 m bevoorradingsplaatsen te worden voorzien.
10. De lengte van een wegparcours met zowel linkse als rechtse bochten wordt gemeten op een denkbeeldige lijn van de buitenste uiteinden van de bochten.
Tijdens de koersen zijn enkel de koersrechters en de renners toegelaten op het parcours. Alleen de clubafgevaardigden en het medisch team mogen het parcours betreden, na toestemming van de wedstrijdleider.
d. Indoorpiste
De piste waarop een indoorwedstrijd wordt gereden moet voldoen aan volgende normen: breedte: min. 4 m
lengte: min. 60 m
Alle mogelijk hinderlijke objecten (palen, netten, doelen, enz.) dienen te worden verwijderd of, indien dat niet mogelijk is, voldoende en stevig te worden voorzien van beschermingsmateriaal.
Art. 47. Geschiktheid van het parcours
Elke beslissing, zowel voor als na de start van de wedstrijd, omtrent de geschiktheid van het parcours is de bevoegdheid van de wedstrijdleider in samenspraak met de organisator.
Voor koersen op de piste en op gesloten wegparcours worden de renners zo opgesteld dat hun linkerzijde gericht is naar de binnenkant van de piste of het wegparcours. De rijrichting is in tegenwijzerzin.
1. De startlijn moet aangeduid zijn met een 5 cm brede witte lijn; ze mag niet in een bocht liggen.
2. Voor de 200 en de 300 m wordt een stippellijn getrokken op 60 cm (buitenkant lijn) van de startlijn. De fotocellen worden geplaatst op de buitenkant van de witte lijn:
3. Voor de 1000 m wordt op 60 cm van de startlijn een tweede lijn getrokken die verdeeld wordt in startvakken van 1 m.
4. Voor de 1 lap wordt de startlijn verdeeld in 6 gelijke startplaatsen (1 m breed op een 6 m piste, 0,80 m op een 5 m piste).
1. De aankomstlijn wordt aangeduid met een 5 cm brede witte lijn; ze mag niet in een bocht liggen.
2. De beoordeling gebeurt op de uiterste zijde van deze lijn.
3. De fotofinish wordt op die uiterste zijde van de aankomstlijn geplaatst:
4. Op een wegparcours moet de aankomstlijn gelegd worden achter een rechte lijn van minstens 60 m.
Alle onderstaand materiaal dat op het binnenplein van het parcours geplaatst wordt moet de veiligheidszone respecteren en mag geen gevaar betekenen voor de renners:
1. De fotocel van de fotofinish of videoscanner en foto-elektrische cellen.
2. De ronde teller: een scorebord dat het aantal nog te rijden ronden aanduidt.
3. Een bel of enig ander toestel om specifieke ronden aan te geven, geplaatst op het binnenplein, vlakbij de ronde teller.
Art. 52. Keuring van pistes en omlopen
1. Pistekampioenschappen worden enkel op erkende skeelerpistes betwist (zie Bijlage 1).
2. De door de club voor het BK op de weg en BK lange afstand voorgestelde omloop moet vóór 31 maart door een keuringscommissie worden gekeurd.
3. De keuringscommissie wordt samengesteld uit 1 lid van het NSC en 1 lid van de NKRC.
4. Na de keuring van de omloop of piste wordt door de keuringscommissie een keuringscontract opgemaakt en ondertekend. Dit contract moet door de organiserende club (of ander orgaan) als medecontractant worden ondertekend.
5. De keuringscommissie heeft het recht de omloop of piste ongeschikt te verklaren of wijzigingen of aanpassingen te doen aanbrengen.
6. De keuringscommissie moet maatregelen opleggen om de koersen zo veilig mogelijk te laten verlopen. Die veiligheidsmaatregelen moeten in het keuringscontract worden vermeld en moeten door de medecontractant worden uitgevoerd.
7. Tegen een officieel goedgekeurde omloop of piste kunnen geen bezwaren worden ingediend.
8. Wijzigingen aan een gekeurde omloop of piste moeten aan het NSC worden meegedeeld.
Art. 53. Organisatie BK piste en weg
1. Het BK weg wordt verreden, geheel of gedeeltelijk op openbaar toegankelijke weg zoals beschreven in de wegcode.
2. De kampioenschappen worden georganiseerd tijdens 1 weekend (1 dag op de piste en 1 dag op de weg), meer bepaald tijdens het derde weekend van mei.
3. De competitie mag niet aanvangen voor 10.30 uur ‘s morgens.
4. Koersen voor verschillende categorieën en/of geslachten mogen worden samengevoegd als het aantal deelnemers voor een koers te klein is om het publiek een aanvaardbaar vertoon te bieden. De beslissing daartoe moet worden genomen door de wedstrijdleider én NSC samen.
5. Tijdens het kampioenschap moeten de officiële mededelingen zowel in het Nederlands als in het Frans gebeuren.
6. Een BK dat op de dag van de organisatie volgens de wedstrijdleider wegens de heersende omstandigheden niet kan plaats vinden, kan worden uitgesteld naar een latere datum of eventueel afgelast.
Art. 54. Indeling BK piste en weg
1. De eerste dag: BK op de piste
miniemen meisjes: 500+ m L - 1.000 m miniemen jongens: 500+ m L - 1.000 m pupillen meisjes: 500+ m L- 1.500 m pupillen jongens: 500+ m L- 1.500 m
scholieren meisjes: 200 m dual time trail - 1.000 m L- 2.000 m punten scholieren jongens: 200 m dual time trail - 1.000 m L- 2.000 m punten cadetten meisjes: 200 m dual time trail - 1.000 m - 3.000 m punten cadetten jongens: 200 m dual time trail - 1.000 m - 3.000 m punten jeugd dames 200 m dual time trail - 1.000 m - 5.000 m punten jeugd heren 200 m dual time trail - 1.000 m - 5.000 m punten seniores dames 200 m dual time trail - 1.000 m - 5.000 m punten seniores heren 200 m dual time trail - 1.000 m - 5.000 m punten sen./jeugd dames 3.000 m aflossing
sen./jeugd heren 3.000 m aflossing
2. De tweede dag: BK op de weg
miniemen meisjes: 300 m snelheid - 750 m miniemen jongens: 300 m snelheid - 750 m pupillen meisjes: 300 m snelheid - 1.000 m pupillen jongens: 300 m snelheid - 1.000 m scholieren meisjes: 1 lap sprint - 1.500 m scholieren jongens: 1 lap sprint - 1.500 m
cadetten meisjes: 1 lap sprint - afvalling (3 à 5 km) cadetten jongens: 1 lap sprint - afvalling (3 à 5 km) jeugd dames 1 lap sprint - afvalling (5 à 10 km) jeugd heren 1 lap sprint - afvalling (5 à 10 km) seniores dames 1 lap sprint - afvalling (5 à 10 km) seniores heren 1 lap sprint - afvalling (5 à 10 km)
Art. 55. Toewijzing BK piste, BK weg en BK lange afstand
1. In oktober wijst het NSC de organisatie van de BK’s toe op basis van een beurtrol per BK.
2. Op de beurtrol kunnen alleen clubs worden geplaatst die in het vorige sportjaar met tenminste 2 renners hebben deelgenomen aan de BK’s piste, weg of lange afstand en ten minste 1 officiële wedstrijd hebben georganiseerd.
3. De gescheiden basisbeurtrol is door het NSC samengesteld in zijn vergadering van 8-2-2006.
4. De beurtrol wordt door het NSC zorgvuldig bijgehouden.
5. Het NSC stuurt de beurtrol ieder jaar naar de secretaris van BFRS en naar de landelijke federaties via verslag.
6. Nieuwe clubs worden achteraan de beurtrol bijgevoegd.
7. Clubs die uit de beurtrol worden geschrapt, omdat zij de voorwaarden niet meer vervulden, en er later opnieuw worden aan toegevoegd, worden achteraan de beurtrol geplaatst. Dat geldt eveneens voor clubs die een kampioenschap afzeggen.
8. Elke wijziging aan de beurtrol moet het voorwerp uitmaken van een beslissing van het NSC en moet duidelijk worden vermeld in het verslag van de vergadering.
9. De club die door de beurtrol het recht krijgt tot het organiseren van het BK, moet vóór 30 november aan het NSC bekend maken of zij dit recht al dan niet benut.
10. Niet-antwoorden vóór de gestelde datum wordt beschouwd als niet-aanvaarding.
11. De club die de organisatie van een BK aanvaardt, moet vóór 31 maart de organisatietaks overschrijven op de rekening van haar landelijke federatie. Bij verzuim wordt het recht tot organiseren verbeurd verklaard.
12. De club die volgens de beurtrol het BK zou moeten organiseren en daarvan afziet, betaalt 50% van de organisatietaks. De club die de organisatie op zich neemt betaalt de andere 50%.
13. Het kampioenschap wordt definitief aan de club toegewezen nadat de organisatietaks is betaald.
14. Het kampioenschap dat niet werd aanvaard of waarvoor geen antwoord binnenkwam of waarvoor het recht tot organiseren werd verbeurd verklaard, wordt aan de volgende club op de beurtrol toegewezen. Daarna volgt een gelijkaardige procedure voor toewijzing zoals beschreven in Art. 55.
15. De club die het BK organiseert schuift door in de beurtrol.
Clubs die worden aangeschreven omwille van niet-aanvaarde, niet-beantwoorde of niet-toegewezen BK-organisaties, behouden hun plaats op de beurtrol voor het volgende jaar.
16. Tussen aangeduide clubs is een omwisseling van een te organiseren kampioenschap toegelaten. De omwisseling moet worden bekend gemaakt vóór 1 maart van het jaar van het kampioenschap.
Art. 56. Afzegging organisatie BK piste, BK weg en BK lange afstand
Wanneer een club die een BK kreeg toegewezen, meer dan 3 maand vóór de vooropgestelde datum van het kampioenschap afzegt, verliest zij de helft van de door haar betaalde organisatietaks.
Gebeurt de afzegging minder dan 3 maanden vóór de vooropgestelde datum van het kampioenschap, dan verliest de club de door haar betaalde organisatietaks.
Dit geldt niet in geval van heerkracht. Het NSC bepaalt of er al dan niet sprake is van heerkracht.
1. Het kampioenschap vindt, behalve bij heerkracht, voor alle categorieën op een en dezelfde dag plaats.
2. De datum wordt door de organisator voorgesteld aan het NSC dat moet oordelen over de opportuniteit van de voorgestelde datum.
3. Het kampioenschap mag georganiseerd worden in het kader van of aansluitend bij een meerdaagse wedstrijd.
4. De resultaten van het kampioenschap mogen evenwel niet opgenomen worden in enig ander klassement.
1. Het Belgisch kampioenschap voor liefhebbers wordt betwist in 4 manches, gespreid over 4 dagen (telkens 2 wedstrijden per dag).
2. De data voor de vier manches mogen vrij worden voorgesteld door de clubs die zich voor de organisatie van een of meer manches kandidaat stellen.
3. De koersen (alle in lijn en naar keuze van de organisator op piste of weg) zijn, zowel voor dames als voor heren: 1° + 3° manche: 1.000 m en 5.000 m
2° + 4° manche: 3.000 m en 5.000 m
4. De koersen mogen als onderdeel van een ruimer wedstrijdprogramma georganiseerd worden samen met andere wedstrijden (uitgezonderd andere BK’s). Ze mogen ook als een volledig aparte manifestatie worden georganiseerd. In elk geval zal per wedstrijddag slechts éénmaal organisatietaks verschuldigd zijn.
5. De kandidaturen voor de organisatie van een wedstrijddag van het Belgisch kampioenschap voor liefhebbers moeten uiterlijk op 15 december van het jaar voor het kampioenschap aan NSC worden bezorgd. De datum van de organisatie moet uiterlijk op 15 januari aan NSC worden meegedeeld.
6. De materiële organisatiekosten (EHBO, video, secretariaat, geluidsinstallatie, nadars, verlichting, ...) en de koersrechtersvergoedingen zijn ten laste van de organiserende club.
1. De kosten van medailles, bandjes en truien en de opnameapparatuur van de BK’s worden betaald door de landelijke federaties en verwerkt in de eindafrekening van de BK’s.
2. De organiserende club betaalt de koersrechtersvergoeding en EHBO.
Art 60. VK indoor Organisatie Skate Vlaanderen Inzet
Titel ‘Vlaams Kampioen Indoor’
Deelname
Het VK Skeeleren Indoor is een open wedstrijd voor de categorieën jeugd, cadetten, scholieren, pupillen en miniemen.
Inschrijving Vooraf inschrijven
Renner van competitieclub skeeleren met C-lic.: gratis Renner van niet-competitieclub: 10 EUR Renner van niet-SkVl-club: 10 EUR
Beloningen
Per categorie:
1. Winnaar: ‘Vlaams Kampioen Indoor’ +beker/ trofee
2. Tweede en derde: beker of trofee
3. Vanaf de vierde plaats: een herinnering
Prijsuitreiking
Na de vierde manche.
Reglement
Bochten
De renner die in de bocht de kegels opzettelijk langs de binnenkant passeert wordt gedeclasseerd naar de laatste plaats.
Een kegel omstoten is een technische fout, de renner zal dan een waarschuwing krijgen. 3 waarschuwingen resulteren in een diskwalificatie (DQ technische fout). Deze tellen gedurende de hele wedstrijddag.
Gedubbelde renners
Gedubbelde renners kunnen aan de koord blijven rijden.
Puntenkoers
1. Tussensprint: 2 ptn. voor de 1ste en 1 pt. voor de 2de (punten om de 3 ronden).
2. Eindsprint: 3-2-1 punten.
3. Scholieren 4 x tussenspurt
Cadetten 6 x tussenspurt Jeugd 6 x tussenspurt Snelheid
1. Plaatsen zich voor de volgende ronde: de eerste en de tweede van elke reeks (geen tijdopname).
2. Plaatsen zich voor de ‘kleine finale’: de derde en de vierde van elke reeks en voor de volgende plaatsen de vijfde en zesde van elke reeks.
3. Reeksen en finale met max. 6 deelnemers.
4. In een categorie met minder dan 6 deelnemers wordt de snelheidskoers twee maal gereden en als aparte koers opgenomen in de uitslag.
Start
1. Indien meer dan 1 renner valt binnen de eerste ronde, volgt een herstart.
2. Vanaf de tweede manche wordt per manche de startvolgorde van de eerste koers bepaald aan de hand van het dag klassement van de vorige manche.
Puntentelling per koers
Per koers worden punten toegekend die overeenstemmen met de behaalde plaats. Zo krijgt de eerste plaats 1 punt, de tweede 2, de derde 3, enz.
De renner die tijdens een manche uitgeschakeld wordt (vb. door een val) en daardoor niet meer kan deelnemen aan de volgende koers wordt in die koers als laatste geklasseerd en krijgt het overeenkomstig aantal plaats punten.
- Niet-deelname aan een koers = 50 punten.
Indeling in groepen
1. De wedstrijdleider kan beslissen de deelnemers van een of meer categorieën te verdelen in twee of meer groepen.
2. De eerste koers van de eerste manche wordt in reeksen gereden. De reeksindeling gebeurt bij lottrekking.
3. De eerste koers van de overige manches wordt in reeksen gereden. Die reeksindeling gebeurt op basis van het dagklassement van de vorige manche.
4. Voor de andere koersen worden geen reeksen gereden, maar onmiddellijk een grote en kleine finale. De indeling daarvoor gebeurt op basis van de vorige koers.
5. Deze beslissing wordt meegedeeld voor de start van de eerste koers van de dag van deze categorie.
Dagklassementen
1. Per manche wordt een dagklassement gemaakt op basis van de punten per koers.
2. Om bij gelijkheid van punten de juiste plaats toe te kennen wordt eerst het aantal overwinningen in aanmerking genomen en vervolgens de plaats behaald in de laatste koers van die dag.
Eindklassement (alle categorieën)
- Om te worden opgenomen in de einduitslag dient een renner aan minimum 3 van de 4 manches deel te nemen.
- De einduitslag wordt opgemaakt op basis van de beste drie dagklassementen.
- Bij gelijkheid van punten wordt het volgende in aanmerking genomen:
1. het aantal dagoverwinningen
2. de plaats behaald in de laatste koers
Indien de omstandigheden het vereisen, kan de VD skeeleren, in samenspraak met de wedstrijdleider en de organiserende club, wijzigingen aanbrengen aan het programma.
Clubafgevaardigden
De clubafgevaardigden moeten aan de hand van hun lidkaart kunnen aantonen dat zij over een B-licentie beschikken.
Art. 61. Internationale organisaties
1. Het algemeen sportreglement van BFRS is van toepassing.
2. De landelijke federatie moet de organisatie melden aan de secretaris van BFRS.
3. De secretaris van BFRS moet volgens de internationale voorschriften de toelating tot organiseren aan ESTC vragen.
4. De uitslagen van internationale wedstrijden moeten door de organiserende club aan haar landelijke federatie worden gestuurd (e-mail, website) die ze doorstuurt naar de secretaris van BFRS, met opgave van het aantal buitenlandse en Belgische clubs die hebben deelgenomen.
Verder moet Art. 69 worden toegepast.
5. Internationale wedstrijden mogen niet worden betwist op een weg die, met het oog op het vormen van een omloop, door de organisatoren kunstmatig verdeeld wordt, tenzij die weg over de volledige lengte 10 m breed is.
1. Het algemeen sportreglement van BFRS is van toepassing.
2. Op eenzelfde dag mogen 2 wedstrijden worden georganiseerd op voorwaarde dat een overeenkomst wordt opgesteld om onderlinge na-ijver te vermijden.
3. Als een club, die officieel een datum voor een organisatie (uitgezonderd Belgische kampioenschappen) kreeg toegewezen, de organisatie meer dan 2 maanden vóór de toegekende datum annuleert, krijgt zij een boete gelijk aan de organisatietaks. Annuleert zij de organisatie minder dan 2 maanden vóór de toegekende datum, krijgt zij een boete gelijk aan 2 maal de organisatietaks, uitgezonderd in geval van heerkracht en mits het voorleggen van officiële bewijsstukken.
4. Een organisatietaks moet worden betaald aan de landelijke federatie. Deze taks moet ten laatste 21 dagen vóór de organisatiedatum betaald zijn.
5. Bij verzuim wordt er een boete opgelegd en is de som te betalen ten laatste 31 dagen na de organisatie.
6. Als ook daar niet wordt aan voldaan, moet de voor de wedstrijd bevoegde instantie aan de landelijke federatie voorstellen de betrokken club administratief te schorsen tot de boete is betaald.
7. De organisator moet vóór de aanvang van iedere wedstrijddag aan de wedstrijdleider de afgevaardigde van de organiserende vereniging bekend maken.
8. Uiterlijk twee maand voor de wedstrijd zal de organisator aan de secretaris van het NKRC volgende inlichtingen verschaffen:
- datum, aanvangsuur en plaats van de wedstrijd (per wedstrijddag),
- aard van de wedstrijd:
- gewestelijke, nationale of internationale wedstrijd,
- eendaagse of meerdaagse wedstrijd,
- voor welke categorieën.
Art. 63. Eerste hulp bij ongevallen
1. Op BK’s en internationale wedstrijden is de organiserende club verplicht een beroep te doen op een organisatie die gespecialiseerd is in het verstrekken van eerste hulp bij ongevallen. Op andere wedstrijden volstaat het inzetten van gekwalificeerde EHBO-verleners.
2. Indien de organisator hierin tekort schiet, gaat de wedstrijd niet door.
Art. 64. Materiële accommodatie
1. De organisator dient te zorgen voor:
a. het nodige materiaal om de officials vlot te kunnen laten werken
b. een luid klinkende bel en een toerenteller bord (goedgekeurd door het NSC1)
c. een degelijke geluidsinstallatie op de omloop (ongeveer 100 m ver hoorbaar)
d. het nodige sanitair met stromend water binnen een afstand van 200 m van de aankomst
e. de nodige voorzieningen in functie van dopingcontrole
2. Op internationale wedstrijden is het gebruik van videoapparatuur verplicht.
3. Bij een wedstrijd op de openbare weg moet de organiserende club voldoende seingevers opstellen. Tekort aan seingevers valt onder de verantwoordelijkheid van de organiserende club.
De wedstrijdleider kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor de nalatigheid van de organiserende club. De wedstrijdleider beslist of de wedstrijd in de gegeven omstandigheden kan doorgaan.
1. In de uitnodiging dient de organisator o.m. het adres van de omloop/piste te vermelden.
2. Een plan van de omloop met aanduiding van kleedkamers en sanitair moet worden gezonden aan de voor de wedstrijd bevoegde instantie en naar NKRC.
3. Indien twee of meer categorieën hun koers samen zullen betwisten, dient de organisator dit te melden in de uitnodiging.
a. Samenstelling
1. De wedstrijdjury bestaat optimaal uit:
- 1 wedstrijdleider
- 1 starter
- aankomstrechters (steeds onpaar aantal)
- bochtrechters
- tijdopnemers
- 1 ronde teller
- toezichters in de rechte lijnen (zij moeten tevens de stand van de koersen bijhouden)
- 1 koersrechter, bijgestaan door 1 of meer leden van de organiserende club, voor het administratief gedeelte.
2. De wedstrijdleider mag geen lid zijn van de organiserende club, tenzij bij heerkracht. Hij wordt steeds aangeduid door NKRC.
b. Taken
1. De leden van de wedstrijdjury zijn verplicht de vastgestelde fouten bekend te maken aan de wedstrijdleider.
2. Alleen de wedstrijdleider beslist, na het advies van de betrokken koersrechter(s) te hebben ingewonnen, over de sanctie. Hij deelt de sanctie mee aan de betrokken clubafgevaardigde. Als de clubafgevaardigde niet aanwezig is, deelt hij de sanctie mee aan de betrokken renner en, in alle gevallen, aan het publiek via de geluidsinstallatie.
3. De wedstrijdleider en de koersrechters kunnen aan NSC voorstellen een renner te sanctioneren. Aard en eventuele duur van de sanctie zijn door NKRC voor te stellen.
4. Alleen de wedstrijdleider en de koersrechters mogen officiële mededelingen aan de renners doen.
Bij afvalkoersen zal de algemene aankomstrechter de renner aanduiden die als laatste de aankomstlijn overschrijdt en de koers moet verlaten. Tegen de beslissing van de algemene aankomstrechter is in verband met een afvalling geen verhaal mogelijk.
5. Alleen de aankomstrechters en de tijdopnemers hebben het recht, maar ook de plicht, zich op het parcours aan de aankomstlijn te bevinden.
6. De wedstrijdleider stuurt het officiële wedstrijdblad en de klachtenbriefjes, het officiële blad van de dienstdoende koersrechters, het blad van de clubafgevaardigden en de eventuele prijslijst naar het NKRC. Bij klachten en of problemen zal alles overgemaakt worden aan het NSC. De wedstrijdleider zal de huur van rugnummers melden op het wedstrijdblad, de huur innen en overschrijven op de rekening van de betrokken landelijke federatie.
7. De secretaris van NKRC stuurt de lijst van de beschikbare koersrechters min. 1 week vóór de wedstrijd naar de organiserende club via e-mail.
Art. 67. Koersrechtersvergoeding
1. De koersrechter die effectief dienst heeft gedaan heeft recht op een tegemoetkoming voor zijn onkosten.
2. Het bedrag per dagdeel wordt op advies van de landelijke federatie en op voorstel van NKRC door het NSC bepaald. Een dagdeel bestaat uit 4 uren.
3. De koersrechtersvergoeding bedraagt 15 EUR per dagdeel.
4. De koersrechter heeft recht op:
a. een middagmaal wanneer hij dienst doet tijdens voor- en namiddag of een avondmaal (belegde broodjes) wanneer hij dienst doet tijdens de namiddag en 's avonds.
b. 2 gratis consumpties per dagdeel.
5. De koersrechtersvergoeding valt ten laste van de organisator.
6. De wedstrijdleider vult op zijn wedstrijdblad de koersrechters in die effectief dienst hebben gedaan, alsook de aanwezige reserveren.
7. De secretaris van NKRC meldt het door de organisator verschuldigde bedrag aan de organisator.
8. De onkosten voor eetmalen en consumpties worden door de organisator rechtstreeks betaald.
Art. 68. Klachten en betwistingen
1. Klachten tegen de start- of aankomstvolgorde moeten op de volgende wijze worden ingediend en behandeld:
- Binnen de 30 minuten na het uithangen van de uitslag van de betwiste koers, tekent de clubafgevaardigde schriftelijk voorbehoud aan bij de wedstrijdleider.
De betrokken club bevestigt de klacht binnen de 15 dagen bij de voor de wedstrijd bevoegde instantie en betaalt de waarborg. De waarborg wordt volledig terugbetaald indien de klacht aanvaardt wordt.
- De klacht wordt door de bevoegde instantie behandeld.
- De klachten worden binnen de maand behandeld.
2. Betwisting aangaande de organisatie, de prijsverdeling e.d. moet tussen de afgevaardigden van de organisatie, de wedstrijdleider en de betrokken partijen worden beslecht in een besloten ruimte (niet op straat).
Hetzelfde principe geldt voor alle betwistingen en klachten, te bespreken tussen de daarvoor in aanmerking komende personen.
3. Feiten die de uitslagen bij internationale wedstrijden beïnvloeden worden ter plaatse behandeld door een commissie ad hoc waarvan deel uitmaken:
- de wedstrijdleider
- de algemene aankomstrechter
- de door de organisator aangeduide afgevaardigde
- de aanwezige leden van NSC en BFRS
Art. 69. Beloningen, prijzen en premies
1. Mits inachtneming van Art. 44 mogen voor alle wedstrijden prijzen worden uitgereikt.
2. De uitnodiging en het reglement van een wedstrijd dient te vermelden voor wie er prijzen voorzien zijn (b.v. enkel de eerste drie of iedereen, enz.).
3. Een lijst van trofeeën en prijzen en de toekenningsvoorwaarden ervan moeten voor de aanvang van de wedstrijden aan de wedstrijdleider worden voorgelegd die hem ondertekent en doorstuurt naar de NKRC.
4. Premies moeten vóór de start duidelijk aan de deelnemers worden meegedeeld.
5. De prijsuitreiking moet volledig beëindigd zijn:
- voor een eendaagse wedstrijd: 1 uur na de bekendmaking van de uitslag,
- voor meerdaagse wedstrijden: 2 uur na de bekendmaking van de uitslag. Als daaraan niet wordt voldaan, zal een boete worden opgelegd (cf. Bijlage 1)
Om de tijdsduur tussen het vrijgeven van de uitslag en het einde van de prijsuitdeling officieel te kunnen vaststellen, zal de wedstrijdleider het uitslagenblad van de laatste koers samen met de door de organisatoren aangeduide afgevaardigde 2 maal ondertekenen en telkens het betreffende uur vermelden:
- een eerste maal bij het vrijgeven van de uitslag van de laatste wedstrijd,
- een tweede maal bij het einde van de prijsuitreiking.
6. Bij de uitreiking van bekers, medailles of trofeeën na de wedstrijden moeten de renners deze in de vereiste uitrusting in ontvangst nemen (cf. Art. 4.b.7). Als het voor een renner door onvoorziene omstandigheden onmogelijk is zich aan te bieden, moet de clubafgevaardigde dit melden aan de wedstrijdleider.
Renners die zich niet aanbieden, verliezen de voorziene beloning behoudens overmacht.
1. De uitslagen (met vermelding van de sancties) moeten op de wedstrijd zelf door de organisatie beschikbaar gesteld worden, dit kan door deze uit te hangen of ze door een digitaal platform aan te bieden.
2. Als verschillende categorieën samen hun koers betwisten, moet een klassement per categorie en per geslacht worden opgesteld, tenzij anders vermeld in de uitnodiging.
3. De organiserende club maakt de volledige uitslagen binnen de 14 dagen via e-mail over aan haar landelijke federatie en aan het NSC, indien de wedstrijd onder zijn bevoegdheid valt.
Bij het niet naleven van deze bepaling wordt een boete opgelegd.
4. De uitslagen moeten zo vlug mogelijk verschijnen op de website van de landelijke federatie waartoe de organiserende club behoort.
5. De uitslagen van Belgische kampioenschappen moeten na homologatie door het NSC zo vlug mogelijk verschijnen op de website van de landelijke federaties.
Bijlage 1: Financiële bepalingen
Bedrag | Te betalen | |
Toekenning rugnummer • renner van SkVl-club: • renner van niet-SkVl-club: | gratis 10 € | aan SkVl, na facturatie |
Huur rugnummers (per paar per dag) door - renner met C-lic. die eigen rugnummer niet meebracht - buitenlandse renner op NW. Niet voor een renner met R-lic. die komt ‘proberen’. | 5 € | ter plaatse aan de wedstrijdleider, voor aanvang van de wedstrijd |
Inschrijvingsgeld BK Piste, BK Weg, BK Lange Afstand (per renner en per discipline) | 3 € | wordt verrekend na het BK |
Organisatietaks | ||
• BK (per dag) | 300 € | aan de landelijke federatie, vóór 31 maart |
• BK Lange afstand | 300 € | aan de landelijke federatie, vóór 31 maart |
• Andere organisatie (per dag) | 40 € | aan de landelijke federatie, uiterlijk 21 dagen vóór de organisatiedatum |
• Internationale organisatietaks (per dag) | 40 € | aan de landelijke federatie |
Boetes | ||
Verloren rugnummer (per nummer) | 10 € | aan de landelijke federatie |
Art. 4c.2: niet inleveren gehuurde rugnummer (per nummer) | 10 € | aan de landelijke federatie |
Art. 61.3: annulatie org. wedstrijd > 3 maand vooraf | org. taks | aan de landelijke federatie |
Art. 61.3: annulatie org. wedstrijd < 3 maand vooraf | 2 x org. taks | aan de landelijke federatie |
Art. 61.5: niet betalen organisatietaks ‘andere organisaties’ | 25 € | aan de landelijke federatie |
Art. 68.5: prijsuitreiking niet tijdig beëindigd | 25 € | aan de landelijke federatie |
Art. 69.3: te laat melden uitslagen | 25 € | aan de landelijke federatie |
BFRS-waarborg klachten | 25 € | aan de landelijke federatie |
BFRS-waarborg beroep | 250 € | aan de landelijke federatie |
Koersrechtersvergoeding (per dagdeel) | 15 € | aan de landelijke federatie |
SkVl | ||
SkVl-waarborg klachten | 25 € | aan SkVl |
SkVl-waarborg beroep | 19 € | aan SkVl |
Open Vlaams Kampioenschap Skeeleren Indoor | ||
Bijdrage VK Indoor (per competitieclub skeeleren) | 75 € | aan SkVl, voor de door SkVl vastgestelde datum; eenmalige vrijstelling voor een nieuwe competitieve SkVl-club. |
Deelname aan het VK Indoor: • xxxxxx van competitieclub skeeleren met C-lic.: • renner van niet-competitieclub: • renner van niet- SkVl-club: | gratis 10 € 10 € | aan SkVl, na facturatie |
Xxx.xx. Skate Vlaanderen: XX00 0000 0000 0000 |
Bijlage 2: Erkende skeelerpistes - outdoor
West-Vlaanderen
▪ Brugge (Xxx Xxxxxxxxxxxxxx)
Adres: Xxxxxxxxxxx - 0000 Xxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: ?
Homologatie: ?
Club: Inline Team Brugse Skeelerclub (BSC)
▪ Brugge (Blosocentrum Xxxxxx Xxxxxxx)
Adres: Xxxxxxxxxxxxxx 0 - 0000 Xxxxxx
Lengte: 250 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 2007
Club: Inline Team Brugse Skeelerclub (BSC)
▪ Zandvoorde (Mondialpiste)
Adres: Xxxxxxxx - 0000 Xxxxxxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 6 m
Materiaal: durflex® 101 Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 2012
Homologatie: ?
Club: Zwaantjes Rollerclub (ZRC)
Oost-Vlaanderen
▪ Ertvelde (sportcentrum ‘De Hoge Wal’)
Adres: Xxxxxxxxxxxxxxxx – 0000 Xxxxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 6 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 2005
Homologatie: 2005
Clubs: Skeeler Team Evergem (STE)
▪ Evergem (sportcentrum)
Adres: Xxxxxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxx
Lengte: 166,66 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten
op parking
Bouwjaar: 1989
Homologatie: 1989
Clubs: Skeeler Team Evergem (STE)
Antwerpen
▪ Mechelen
Adres: Xxxxxxxxxxx 00 -0000 Xxxxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 6 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 2008
Homologatie: ?
Club: Fratelli Team Mechelen (FTM)
▪ Wilrijk
Adres: Xxxxxxxx - 0000 Xxxxxxx
Lengte: 275 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt Kenmerken: vlakke piste Bouwjaar: 2006
Homologatie: ?
Club: Kon. Modern Skatersclub Wilrijk (KMW)
▪ Wuustwezel
Adres: Sportlaan – 2990 Wuustwezel
Lengte: 200 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: ?
Homologatie: ?
Clubs: KRV De skeelerclub van de Kempen
Vlaams-Brabant
▪ Kessel-Lo (Provinciaal Recreatiedomein)
Adres: Bruineveld – 0000 Xxxxxx (Kessel-Lo) Lengte: 400 m
Breedte: 5 m
Materiaal: beton Kenmerken: vlakke piste Bouwjaar: ?
Homologatie: ?
Club: RSC Heverlee (HEV)
▪ Tienen (sportcentrum Houtemveld)
Adres: Sporthalstraat – 0000 Xxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 2000
Homologatie: ?
Club: RSC Tienen (RST)
▪ Zemst (Stadion Xxxxxx Xxxxxxxx)
Adres: Xxxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 6 m
Materiaal: beton
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 1993 (renovatie in 2012)
Homologatie: 1994
Club: Reko Zemst (RRZ)
Andere skeelerpistes - niet gehomologeerd Oost-Vlaanderen
▪ Wachtebeke (sportcentrum Puyenbroeck)
Adres: Xxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxxxxxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 6 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 2006?
Club: - - - -
▪ Herzele (Borsbeke) (sportpark De vrede)
Adres: Xxxxxxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxx
Lengte: 375 m
Breedte: 6 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: licht verhoogde bochten Bouwjaar: 2018
Club: - - - -
▪ Gent (‘De Blaarmeersen’)
Adres: Xxxxxxxxxx – 0000 Xxxx
Lengte: 400 m
Breedte: 5 m
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: ?
Club: - - - -
▪ Eeklo
Adres: Xxxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxx
Lengte: 200 m
Breedte: 5 m (?)
Materiaal: asfalt
Kenmerken: verhoogde bochten Bouwjaar: 1992
Club: Meetjeslandse Skeelerclub (MSC)
West-Vlaanderen
▪ Knokke-Heist (sportcentrum De Taeye)
Adres: Xxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxx-Xxxxx
Lengte: 400 m Breedte:
Materiaal: asfalt? Kenmerken:
Bouwjaar: 2002
Club:
▪ Torhout (sportcentrum)
Adres: Xxxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxxxxx
Lengte: 480 m Breedte:
Materiaal: asfalt Kenmerken: Bouwjaar:
Club:
Bijlage 3: Overzicht clubkleuren
BSC | Inline Team Brugse Skeelerclub Brugge | zwart-rood |
FTM | Fratelli Team Mechelen | blauw-rood |
HEV | RSC Heverlee | geel-rood |
KMW | Kon. Modern SC Wilrijk | groen-wit |
KRV | KRV de skeelerclub van de Kempen | oranje-blauw |
MSC | Meetjeslandse Skeelerclub | zwart-wit |
RRZ | REKO RC Zemst | groen-geel-rood |
RST | RSC Tienen | blauw-wit |
XXX | Xxxxxxx Team Evergem | zwart-geel |
ZRC | Zwaantjes RC Zandvoorde | blauw-wit |
Bijlage 4: Wedstrijdschema BK piste
Belgisch Kampioenschap Skeeleren op de piste
PROGRAMMA
Belangrijk : Xxxxxxxx, pupillen en andere deelnemers die niet deelnemen aan de 200m dual time trail moeten zich ten laatste om 11.30u aanmelden bij het secretariaat
09.45 u-10.15 u | Aanmelden bij het secretariaat | ||
10.30 u | Aanvang wedstrijd | ||
1 | Scholieren meisjes | 200 m dual time trail | |
2 | Scholieren jongens | 200 m dual time trail | |
3 | Cadetten meisjes | 200 m dual time trail | |
4 | Cadetten jongens | 200 m dual time trail | |
5 | Jeugd dames | 200 m dual time trail | |
6 | Jeugd heren | 200 m dual time trail | |
7 | Seniores dames | 200 m dual time trail | |
8 | Seniores heren | 200 m dual time trail | |
Uitreiking medailles | |||
9 | Cadetten/jeugd/seniores (reeksen) | 1.000 m | |
10 | Miniemen meisjes | 1.000 m | |
11 | Miniemen jongens | 1.000 m | |
12 | Pupillen meisjes | 1.500 m | |
13 | Pupillen jongens | 1.500 m | |
14 | Scholieren meisjes | 1.000 m L | |
15 | Scholieren jongens | 1.000 m L | |
16 | Halve finales | 1.000 m | |
17 | Cadetten meisjes | 1.000 m | |
18 | Cadetten jongens | 1.000 m | |
19 | Jeugd dames | 1.000 m | |
20 | Jeugd heren | 1.000 m | |
21 | Seniores dames | 1.000 m | |
22 | Seniores heren | 1.000 m | |
23 | Miniemen meisjes | 500+ m L | |
24 | Miniemen jongens | 500+ m L | |
25 | Pupillen meisjes | 500+ m L | |
26 | Pupillen jongens | 500+ m L | |
27 | Scholieren meisjes | 2.000 m punten | |
28 | Scholieren jongens | 2.000 m punten | |
29 | Cadetten meisjes | 3.000 m punten | |
30 | Cadetten jongens | 3.000 m punten | |
31 | Jeugd dames | 5.000 m punten | |
32 | Jeugd heren | 5.000 m punten | |
33 | Seniores dames | 5.000 m punten | |
34 | Seniores heren | 5.000 m punten | |
35 | Aflossing dames Jeugd-Seniores | 3.000 m | |
36 | Aflossing heren Jeugd-Seniores | 3.000 m | |
Uitreiking medailles |
Afhankelijk van het verloop van het programma zullen in de loop van de dag pauzes worden ingelast.
Het aanvangsuur van de wedstrijden is slechts richtinggevend. Weersomstandigheden en het wedstrijdverloop kunnen immers een invloed hebben op het aanvangsuur.
Bijlage 5: Wedstrijdschema BK weg
Belgisch Kampioenschap Skeeleren op de weg
PROGRAMMA
Belangrijk : Miniemen, pupillen en andere deelnemers die niet deelnemen aan de 1 lap moeten zich ten laatste om 11.30u aanmelden bij het secretariaat
09.45-10.15 uur | Aanmelden aan het secretariaat | ||
10.30 uur | Aanvang wedstrijd | ||
1 | Scholieren meisjes | 1 lap reeksen snelheid | |
2 | Scholieren jongens | 1 lap reeksen snelheid | |
3 | Cadetten meisjes | 1 lap reeksen snelheid | |
4 | Cadetten jongens | 1 lap reeksen snelheid | |
5 | Jeugd dames | 1 lap reeksen snelheid | |
6 | Jeugd heren | 1 lap reeksen snelheid | |
7 | Seniores dames | 1 lap reeksen snelheid | |
8 | Seniores heren | 1 lap reeksen snelheid | |
9 | Scholieren meisjes | 1 lap halve finale | |
10 | Scholieren jongens | 1 lap halve finale | |
11 | Cadetten meisjes | 1 lap halve finale | |
12 | Cadetten jongens | 1 lap halve finale | |
13 | Jeugd dames | 1 lap halve finale | |
14 | Jeugd heren | 1 lap halve finale | |
15 | Seniores dames | 1 lap halve finale | |
16 | Seniores heren | 1 lap halve finale | |
17 | Scholieren meisjes | 1 lap finale | |
18 | Scholieren jongens | 1 lap finale | |
19 | Cadetten meisjes | 1 lap finale | |
20 | Cadetten jongens | 1 lap finale | |
21 | Jeugd dames | 1 lap finale | |
22 | Jeugd heren | 1 lap finale | |
23 | Seniores dames | 1 lap finale | |
24 | Seniores heren | 1 lap finale | |
Afhankelijk van het aantal deelnemers kunnen reeksen en halve finales voor sommige categorieën wegvallen. | |||
Uitreiking medailles | |||
25 | Miniemen meisjes | 300 m snelheid | |
26 | Miniemen jongens | 300 m snelheid | |
27 | Pupillen meisjes | 300 m snelheid | |
28 | Pupillen jongens | 300 m snelheid | |
29 | Scholieren meisjes | 1.500 m | |
30 | Scholieren jongens | 1.500 m | |
31 | Cadetten meisjes | afvalling (3 à 5 km) | |
32 | Cadetten jongens | afvalling (3 à 5 km) | |
33 | Miniemen meisjes | 750 m | |
34 | Miniemen jongens | 750 m | |
35 | Pupillen meisjes | 1.000 m | |
36 | Pupillen jongens | 1.000 m | |
37 | Jeugd dames | afvalling (5 à10 km) | |
38 | Jeugd heren | afvalling (5 à10 km) | |
39 | Seniores dames | afvalling (5 à10 km) | |
40 | Seniores heren | afvalling (5 à10 km) | |
Uitreiking medailles |
Afhankelijk van het verloop van het programma zullen in de loop van de dag pauzes worden ingelast.
Het aanvangsuur van de wedstrijden is slechts richtinggevend. Weersomstandigheden en het wedstrijdverloop kunnen immers een invloed hebben op het aanvangsuur.
Bijlage 6: Lastenboek wegwedstrijd
1. Toestemming van de plaatselijke overheden om een wedstrijd te mogen inrichten.
2. Zorgen dat de wedstrijd op de nationale skeelerkalender komt.
3. Uiterlijk twee maand voor de wedstrijd volgende info meedelen aan federatie, NKRC en clubs:
- datum, aanvangsuur en plaats van de wedstrijd
- eendaagse of meerdaagse wedstrijd
- voor welke categorieën
- met een schets de juiste ligging van de omloop aanduiden en aangeven hoe die gemakkelijk te bereiken is.
4. De organisator moet beroep doen op een organisatie die gespecialiseerd is in het verstrekken van eerste hulp bij ongevallen (vb: Rode Kruis).
5. Het nodige sanitair met stromend water binnen een afstand van 200 m van de aankomst (wc-wagen).
6. Een bel en rondeteller. (Samen met de valies van de koersrechters mee te nemen op de voorgaande wedstrijd.)
7. Koersrechters.
8. Speaker.
9. Afhankelijk van de omloop:
• moto’s met speaker (goede geluidsinstallatie) + koersrechter(s)
• indien een grote ronde: eventueel auto voor en auto achter + bezemwagen
• seingevers aan kruispunten en/of aanpalende straten
• seingevers moeten er zorg voor dragen dat er geen auto’s, fietsers en ander verkeer op de omloop komt tijdens de wedstrijd
• aanpalende straten afzetten met nadars (indien een ronde waar men meerdere keren voorbij komt)
10. Geluidsinstallatie die ongeveer 100 meter ver hoorbaar moet zijn.
11. Een aankomstlijn trekken.
12. Startlijn voor de verschillende afstanden.
13. Nadars voorzien voor de aankomst.
14. Prijzengeld en/of bekers/medailles.
15. Erepodium (1-2-3).
16. Tent + tafel + stoelen voor wedstrijdleider en koersrechters.
17. Bord voor het uithangen van de uitslagen.
18. Koersrechtersvergoeding (15 EUR per koersrechter/per dagdeel [= 4 uur]) + per koersrechter twee gratis consumpties.
19. Lokaal en toebehoren voor dopingcontrole.
20. Verzekering voor eigen medewerkers + verzekering B.A. (burgerlijke aansprakelijkheid).
Wegparcours
• Goed lopende weg met liefst een breedte van 5 meter en liefst een lengte tussen de 200 m en 1.000 m (mag ook langer zijn).
• Bij marathon mag dit ook een omloop van 42.195 m zijn.
• De aankomstlijn moet ten minste 60 meter voorbij de laatste bocht liggen.
Niet-aangeslotenen: indien koersje voor deze groep, dan tijdens de andere koersen een oproep doen om ze vooraf te laten inschrijven; zelf leeftijdsgroepen aanduiden. De koers wordt georganiseerd zonder koersrechters en zonder speaker.
Afstanden: zijn vrij te kiezen. Wel rekening houden met de leeftijd van de deelnemers.
Normaal worden er op een namiddag twee koersen per categorie gereden.
21. Organisatietaks: 40 EUR per dag.
Bijlage 7: Lastenboek pistewedstrijd
1. Zorgen dat de wedstrijd op de nationale skeelerkalender komt.
2. Uiterlijk twee maand voor de wedstrijd volgende info meedelen aan federatie, NKRC en clubs:
- datum en aanvangsuur van de wedstrijd
- adres van de piste
- eendaagse of meerdaagse wedstrijd
- voor welke categorieën
3. De organisator moet beroep doen op een organisatie die gespecialiseerd is in het verstrekken van eerste hulp bij ongevallen (vb: Rode Kruis).
4. Het nodige sanitair met stromend water binnen een afstand van 200 m van de aankomst (wc-wagen).
5. Een bel en rondeteller. (Samen met de valies van de koersrechters mee te nemen op de voorgaande wedstrijd.)
6. Koersrechters (via NKRC).
7. Speaker.
8. Geluidsinstallatie met een bereik op en rond de piste.
9. Goed berijdbare piste met veilige boarding.
10. Materiaal om indien nodig de piste proper en/of droog te maken.
11. Een aankomstlijn.
12. Startlijn voor de verschillende afstanden (300 m, 500+ m).
13. Prijzengeld en/of bekers/medailles.
14. Erepodium (1-2-3).
15. Tent + tafel + stoelen voor wedstrijdleider en koersrechters.
16. Bord voor het uithangen van de uitslagen.
17. Koersrechtersvergoeding (15 EUR per koersrechter/per dagdeel [= 4 uur]) + per koersrechter twee gratis consumpties.
18. Lokaal en toebehoren voor dopingcontrole.
19. Verzekering voor eigen medewerkers + verzekering B.A. (burgerlijke aansprakelijkheid).
Niet-aangeslotenen: indien koersje voor deze groep, dan tijdens de andere koersen een oproep doen om ze vooraf te laten inschrijven; zelf leeftijdsgroepen aanduiden. De koers wordt georganiseerd zonder koersrechters en zonder speaker.
Afstanden: zijn vrij te kiezen. Wel rekening houden met de leeftijd van de deelnemers.
Normaal worden er op een namiddag twee koersen per categorie gereden.
20. Organisatietaks: 40 EUR per dag (nationale wedstrijd).
Bijlage 8: Jaaroverzicht
2022
Categorieën
Renners worden – per geslacht – ingedeeld in leeftijdscategorieën:
Leeftijd (worden in het jaar van de wedstrijd) | Geboortejaar (voor 2022) | Categorie | |
7 of 8 jaar | 2015, 2014 | Miniemen | |
9 of 10 jaar | 2013, 2012 | Pupillen | |
11 of 12 jaar | 2011, 2010 | Scholieren | |
13 of 14 jaar | 2009, 2008 | Cadetten | |
15 of 16 jaar | 2007, 2006 | Jeugd | |
17 jaar of ouder | 2005, 2004, 2003, enz. | Seniores | Liefhebbers |
Kalender
Wedstrijdkalender skeeleren 2022 | |||
Datum | Wedstrijd | Plaats | Organisato r |
zaterdag, november 27, 2021 | Vlaams -Brabant indoor criterium | Leuven | RRZ HEV RST |
zaterdag, januari 08, 2022 | Vlaams-Brabant indoor criterium | Leuven | RRZ HEV RST |
zondag, januari 09, 2022 | Vlaams Indoor Kampioenschap 1ste manche | Leuven | HEV |
zondag, januari 16, 2022 | Vlaams Indoor Kampioenschap 2de manche | Evergem | STE |
zaterdag, februari 05, 2022 | Vlaams Indoor Kampioenschap 3de manche | Brugge | BSC |
zondag, februari 12, 2022 | Vlaams Indoor Kampioenschap 4de manche | Leuven | RST |
zondag, februari 27, 2022 | 22ste Internationale Skeeler indoor Vlaanderen | Evergem | STE |
zaterdag, maart 12, 2022 | ZZ-Cup | Zandvoord e | ZRC |
zondag, maart 13, 2022 | ZZ-Cup | Zemst | RRZ |
zaterdag, maart 26, 2022 | Speedcriterium | Zemst | RRZ |
zondag, april 03, 2022 | Speedcriterium + BK Liefhebbers | Tienen | RST |
maandag, april 18 0000 | XX marathon | Zemst | RRZ |
zondag, mei 08, 2022 | Nationale wedstrijd | Zemst | RRZ |
zaterdag, mei 21, 2022 | Belgisch Kampioenschap Piste | Tienen | RST |
zondag, mei 22, 2022 | Belgisch Kampioenschap Weg | Zandvoord e | ZRC |
Zaterdag, juni 04, 2022 | Pinksterwedstrijd | Leuven | HEV |
zaterdag, juni 25, 2022 | Speedcriterium + BK Liehebbers | Evergem | STE |
vrijdag, augustus 12, 2022 | Flanders Grand Prix | Zandvoord e | ZRC |
zaterdag, augustus 13, 2022 | Flanders Grand Prix | Zandvoord e | ZRC |
zondag, augustus 14, 2022 | Flanders Grand Prix | Zandvoord e | ZRC |
zaterdag, augustus 27, 2022 | Sugar Cup 0000 | Xxxxxx | RST |
zondag, augustus 28, 2022 | Sugar Cup 0000 | Xxxxxx | RST |
zaterdag, september 03, 2022 | ZZ-Cup | Zemst | RRZ |
zondag, september 04, 2022 | ZZ-Cup + BK liefhebbers | Zandvoord e | ZRC |
zaterdag, september 10, 2022 | Criterium Xxxxx Xxxxx | Xxxxxxx | Modern |
zondag, september 11, 2022 | Criterium Xxxxx Xxxxx + BK liefhebbers | Wilrijk | Modern |
zaterdag, september 17, 2022 | Internationale 2 daagse | Zemst | RRZ |
zondag, september 18, 2022 | Internationale 2 daagse | Zemst | RRZ |
zaterdag, februari 11, 2023 | 2 daagse | Evergem | STE |
zondag, februari 12, 2023 | 2 daagse | Evergem | XXX |
Xxxxxxxxxx | |
Xxxxx (XXX) | 0/0-00-0000 |
Xxxxx (XXX) | 8/10-04-2022 |
Gross Xxxxx (XXX) | 00/00-00-0000 |
Xxxxxxxxx (XXX) | 29-04/01-05 -2022 |
Heerde (NL) | 6/8-05-2022 |
Gera (GER) | 13/15-05-2022 |
Wörgl (AUT) | 27/29-05-2022 |
Santa Xxxxx Nuova (IT) | 2/7-08-2022 |
Flanders Grand Prix (BE) | 12/14-08-2022 |