STAATSCOURANT
STAATSCOURANT
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
Nr. 40374
12 november
2015
Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg
ONDERGETEKENDEN
I. De Minister van Defensie, mevrouw X.X. Xxxxxx-Xxxxxxxxxxx, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Minister van Defensie;
II. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Xxxxxxxx, handelend als bestuurs- orgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: de Staatssecreta- ris van IenM;
III. De publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Amsterdam, hierbij vertegenwoordigd door de Burgemeester van Amsterdam, de heer mr. X.X. xxx xxx Xxxx, hierna te noemen: Amsterdam;
IV. De rechtspersoon volgens artikel 5.22 van de Wet luchtvaart Luchtverkeersleiding Nederland, gevestigd te Schiphol-Oost, te dezen vertegenwoordigd door haar bestuurder de heer X.X.X. xxx Xxxxxxx, hierna te noemen: LVNL;
V. De naamloze vennootschap N.V. Luchthaven Schiphol, statutair gevestigd te Schiphol, te dezen vertegenwoordigd door haar president–directeur de heer X.X. Xxxxxxx en haar statutair directeur mevrouw B.I. Xxxx, hierna te noemen: Schiphol;
hierna te noemen: partijen.
OVERWEGINGEN
a. Om de vliegveiligheid te borgen is het Luchthavenindelingbesluit Schiphol (LIB) gewijzigd door middel van het Besluit tot wijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in verband met de wijziging van het beperkingengebied en de regels met het oog op de vliegveiligheid. Naar aanleiding van de zienswijzen die zijn ingediend over het ontwerpwijzigingsbesluit is in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu een aanvullende plannenanalyse uitgevoerd in samenwerking met alle gemeenten die een zienswijze hebben ingediend (rapport ‘Beschrijving bouw- en bestemmingsplannen die worden uitgezonderd van de regels voor vliegveiligheid in het Luchthavenindelingbesluit Schiphol’, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag, januari 2015). Via een uitgevoerde pretoets op al deze plannen (wanneer relevant) is vroegtijdig zicht ontstaan op de haalbaarheid van deze plannen in relatie tot vliegveiligheid. Sommige van deze plannen (zie bijlage 8a van het LIB) zijn positief beoordeeld onder de voorwaarde dat de bestaande militaire radar bij Soesterberg, eigendom van de Minister van Defensie, gedurende ieder etmaal van de gehele week operationeel is voor civiel medegebruik door LVNL.
b. Door deze operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg kunnen de (hoog)bouwmogelijkheden binnen de gemeente Amsterdam worden vergroot, terwijl er tegelijkertijd voldoende radardekking blijft voor een veilige begeleiding van het luchtverkeer. Onder de voorwaarde dat de militaire radar bij Soesterberg gedurende ieder etmaal van de gehele week operationeel is voor civiel medegebruik blijft de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol verzekerd zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor het operationele gebruik van de luchthaven.
c. Om deze operationaliteit voor civiel medegebruik van de bestaande militaire radar bij Soesterberg mogelijk te maken, is het gewenst dat partijen afspraken maken over dit gebruik, de planning en de financiering. Deze overeenkomst heeft tot doel om op hoofdlijnen hierover afspraken te maken.
d. In dit verband zullen de Minister van Defensie en LVNL middels een overeenkomst, ook wel ‘Service Level Agreement’ (SLA) genoemd, nadere en meer gedetailleerde afspraken maken over het gebruik van de militaire radar bij Soesterberg, alsmede de voorwaarden waaronder.
e. De extra kosten voor de Minister van Defensie en LVNL die de operationaliteit gedurende ieder etmaal van de gehele week voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg met zich meebrengt, zullen worden vergoed door de Staatssecretaris van IenM, Amsterdam en Schiphol.
f. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen te voorkomen dat er tot het tijdstip waarop de operationaliteit gedurende ieder etmaal van de gehele week voor het civiel medege- bruik van de militaire radar bij Soesterberg wordt gerealiseerd een onveilige situatie kan ontstaan door radarverstorende hoogbouw. Om de vliegveiligheid te borgen is het gewenst afspraken te maken over monitoring en rapportage met betrekking tot de voortgang van de voorwaardelijk
uitgezonderde plannen bedoeld onder a, alsmede over de toetsing van deze plannen indien zij de toetshoogte voor radarverstoring in bijlage 4A bij het gewijzigde LIB bereiken voordat de operationaliteit gedurende ieder etmaal van de gehele week voor civiele medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg is gerealiseerd.
OVEREENKOMST
1. Begripsbepalingen
a. civiel medegebruik: gebruik mede voor civiel luchtverkeer;
b. LIB: Luchthavenindelingbesluit Schiphol zoals dat luidt na de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in verband met wijziging van het beperkin- gengebied en de regels met het oog op de vliegveiligheid;
c. de toetshoogte: de in bijlage 4A bij het LIB opgenomen toetshoogte voor radar;
d. Soesterbergradar: de militaire luchtverkeersleidingradar.
2. Civiel medegebruik radar Soesterberg
2.1 De Minister van Defensie draagt zorg voor het beschikbaar stellen van de militaire radar bij Soesterberg voor civiel medegebruik aan LVNL gedurende ieder etmaal van de gehele week.
2.2 Om de operationaliteit voor civiel medegebruik te realiseren conform de eisen van LVNL, leggen de Minister van Defensie en LVNL de hiervoor benodigde afspraken vast in een Service Level Agreement (SLA).
3. Planning
3.1 De Minister van Defensie draagt zorg voor de beschikbaarheid voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg aan LVNL uiterlijk per 1 september 2016.
3.2 De Minister van Defensie en LVNL leggen in de SLA vast hoe de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg gedurende ieder etmaal van de gehele week conform de eisen van LVNL uiterlijk per 1 januari 2017 te realiseren, of zoveel eerder als redelijker- wijs mogelijk blijkt. Indien dat het geval is, stelt de Minister van Defensie partijen op de hoogte van de eerdere datum waarop deze operationaliteit wordt gerealiseerd.
3.3 Gelet op de toetshoogten in het LIB monitort Amsterdam de voortgang van de objecten die onderdeel zijn van de in bijlage 8a bij het LIB opgenomen plannen, tot het moment dat de Soesterbergradar volledig operationeel is volgens de vereisten van civiel medegebruik.
3.4 Amsterdam spant zich in om te voorkomen dat een object dat onderdeel is van de in bijlage 8a bij het LIB opgenomen plannen de toetshoogte bereikt voor 1 september 2016.
3.5 Amsterdam rapporteert partijen minimaal een half jaar voordat een object bedoeld onder 3.3 de toetshoogte bereikt indien deze toetshoogte zal worden bereikt voordat de vereiste operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg is gerealiseerd.
3.6 De objecten waarover Amsterdam op basis van 3.5 rapporteert worden zo spoedig mogelijk onderworpen aan een nader radarverstoringsonderzoek door een extern bureau, voor zover dit onderzoek nog niet heeft plaatsgevonden, en voorgelegd aan LVNL voor advies.
3.7 Indien LVNL op basis van de uitkomsten van het onderzoek bedoeld onder 3.6 concludeert dat een object de radardekking dusdanig vermindert dat de vliegveiligheid in het geding is, dan treden partijen in overleg om te bezien of en zo ja op welke wijze de vliegveiligheid kan worden gewaar- borgd.
3.8 Uitgangspunt is dat eventuele kosten van vervolgonderzoek, als bedoeld onder 3.6, en eventuele andere financiële gevolgen die voortvloeien uit deze overeenkomst waaronder 3.7, niet ten laste van LVNL komen.
3.9 Wanneer op termijn vanwege technische of economische redenen vervanging van de bestaande radar bij Soesterberg aan de orde is dan treden de Rijkspartijen met elkaar in overleg om de vereiste radardekking voor het civiele gebruik rond Schiphol te blijven borgen. Investeringen voor civiele luchtvaart mogen in beginsel niet leiden tot een verhoging van de cost base van de LVNL, omdat LVNL moet blijven voldoen aan de Europese regels.
4. Financiering
4.1 Alle kosten, met inbegrip van de kosten die met eigen mensen en middelen worden gemaakt en de kosten van het eventuele onderzoek bedoeld onder 3.6, als gevolg van de operationaliteit gedurende ieder etmaal van de gehele week voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg worden vergoed door de Staatssecretaris van IenM, Amsterdam en Schiphol aan de Minister van Defensie en LVNL. De kosten bedragen maximaal € 764.000,– aan eenmalige investeringskosten en maximaal € 187.000,– aan jaarlijkse exploitatiekosten, inclusief BTW.
4.2 De Minister van Defensie en LVNL spannen zich in om deze kosten zo laag mogelijk te houden.
4.3 De kosten bedoeld onder 4.1 worden gedragen door Amsterdam, Schiphol en de Staatssecretaris van IenM, die deze als volgt verdelen:
a. Amsterdam: eenmalig twee derde deel van de investeringskosten tot een maximum van
€ 510.000,– inclusief BTW;
b. Schiphol: eenmalig een derde deel van de investeringskosten tot een maximum van
€ 254.000,– inclusief BTW;
c. Staatssecretaris van IenM: de jaarlijkse exploitatiekosten tot een maximum van € 187.000,– inclusief BTW per jaar bedoeld onder 4.1.
4.4 De bedragen worden vergoed tot de maximumbedragen bedoeld onder 4.1.
5. Onvoorziene omstandigheden
5.1 Partijen treden met elkaar in overleg indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet kan worden verlangd.
6. Geschillen
6.1 Indien in verband met de uitvoering van deze overeenkomst tussen partijen een geschil ontstaat, dan stelt de betrokken partij de overige partijen hiervan schriftelijk in kennis en beogen partijen het geschil in onderling overleg op te lossen.
7. Slotbepalingen
7.1 Deze overeenkomst kan slechts schriftelijk en met instemming van alle partijen worden gewijzigd en aangevuld.
7.2 Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag van de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in verband met wijziging van het beperkingengebied en de regels met het oog op de vliegveiligheid.
7.3 Indien een bepaling van deze overeenkomst in enige mate als nietig, vernietigbaar, ongeldig, onwettig of anderszins als niet-bindend moet worden beschouwd, blijven de overige bepalingen van kracht. Partijen verbinden zich om zo spoedig mogelijk de niet-bindende bepalingen te vervangen door bepalingen die wel bindend zijn en die zo min mogelijk, gelet op het doel en de strekking van deze overeenkomst, afwijken van de niet-bindende bepalingen. Het overige deel van de overeenkomst blijft in een dergelijke situatie ongewijzigd.
7.4 De tekst van deze overeenkomst wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
ONDERTEKENING
Van deze overeenkomst zijn vijf exemplaren opgemaakt en ondertekend.
De Minister van Defensie,
X.X. Xxxxxx-Plasschaert
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
De Xxxxxxxxxxxx xxx Xxxxxxxxx,
X.X. xxx xxx Xxxx
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxxx,
X.X.X. xxx Xxxxxxx
N.V. Luchthaven Schiphol,
X.X. Xxxxxxx
N.V. Luchthaven Schiphol,
B.I. Xxxx
(tekstversie 15 juli 2015; vastgesteld 12 oktober 2015)