Veiligheidsovereenkomst voor extern personeel
OLVP Bornem
Bornem, 27/02/2009
Veiligheidsovereenkomst voor extern personeel
1. Inleiding
1.1 Wetgeving
Deze overeenkomst wordt opgesteld in toepassing van artikel 9 van hoofdstuk V van de
Welzijnswet: Bijzondere bepalingen betreffende werkzaamheden van ondernemingen van buitenaf.
De werkgever van buitenaf verbindt er zich toe, door het ondertekenen van deze overeenkomst, de verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk na te leven die eigen zijn aan de school, zoals deze verder in deze overeenkomst beschreven worden.
Indien de werkgever van de onderneming van buitenaf deze verplichting niet of gebrekkig naleeft, dan kan de school op kosten van de werkgever van de onderneming van buitenaf zelf de nodige maatregelen treffen. De werkgever van de onderneming van buitenaf en zijn personeel zullen zonder verwijl gevolg geven aan de opmerkingen van de verantwoordelijke van de school op het vlak van preventie en bescherming. In geen geval zal het eventuele stopzetten van de werken bijkomende kosten voor de school of een verlenging van de uitvoeringstermijn met zich mogen meebrengen.
Overeenkomstig artikel 8 is de werkgever van buitenaf er toe gehouden aan de school de nodige informatie te verstrekken over de risico’s eigen aan de werkzaamheden die door zijn onderneming in de school zullen uitgevoerd worden.
De werkgever van de onderneming van buitenaf is er toe gehouden alle wettelijke voorschriften inzake veiligheid, milieu, arbeidsbescherming en sociale wetgeving na te leven (o.a; het AREI, het ARAB, de CODEX, VLAREM en de Europese richtlijnen), evenals alle bijkomende veiligheidseisen opgelegd bij de bestelling of tijdens de uitvoering van het werk.
De externe onderneming moet aan de dienst P.B.W. en Milieu van de school een document per installatie overmaken waarin zij bevestigt dat de geleverde installaties conform de wettelijke bepalingen zijn.
Een gebruiksaanwijzing voor het gebruik, het onderhoud en de werking van de geleverde installaties in het Nederlands moet overgemaakt worden aan de verantwoordelijke van de technische dienst van de school.
Bij het opstellen van zijn offerte moet de werkgever van de externe onderneming voldoende rekening houden met de invloed van de vooraf door de school ter beschikking gestelde veiligheidsinformatie op zijn prijzen en bij ontstentenis van deze informatie dit later niet op de school te verhalen.
De werkgever van de externe onderneming erkent dat hij de plaats waar de werken moeten uitgevoerd worden heeft bezocht en dat hij zich rekenschap heeft kunnen geven van de risico’s en bijzonderheden van de uit te voeren werken.
Onverminderd de bepalingen van artikel 30 van de algemene aannemingsvoorwaarden van overheidsopdrachten (ministerieel besluit 1977-08-10) en overwegend dat op het domein waar de werken worden uitgevoerd niet alleen onderwijzend- en onderhoudspersoneel, maar ook leerlingen van verschillende leeftijden zich bevinden, moet de werkgever van de externe onderneming alle noodzakelijke schikkingen treffen voor zowel de actieve als de passieve beveiliging van de gebruikers.
1.2 Opleiding en informatie
De basisopleiding – veiligheid wordt verzorgd door de werkgever van de onderneming van buitenaf. Er zal voorkeur gegeven worden aan firma’s met een VCA certificaat en aan ondernemingen die bij eventuele eerdere opdrachten in de school blijk hebben gegeven van een ernstig veiligheidsbeleid.
De werkgever van de onderneming van buitenaf verstrekt conform de bepalingen van art. 28 van het A.R.A.B. aan zijn personeelsleden die belast zijn met de uitvoering van de werken alle noodzakelijke veiligheidsinstructies.
Hij verbindt er zich toe de veiligheidsvoorschriften beschreven in het werfreglement in hoofdstuk 2 aan zijn personeelsleden kenbaar te maken en ze te doen eerbiedigen.
Indien blijkt dat een werknemer behorend tot de externe onderneming deze instructies niet kent, kan hem de toegang tot de werf worden geweigerd, zonder dat hiervoor enige schadevergoeding kan worden geëist.
De werkgever van de onderneming van buitenaf verbindt er zich toe enkel gekwalificeerde personen in te zetten die op de hoogte zijn van de risico’s van hun vak en de te volgen veiligheidsmaatregelen om aan die risico’s te verhelpen. Elke door de werkgever van de onderneming van buitenaf aangestelde werknemer die een veiligheidsfunctie bekleedt, moet geschikt zijn voor deze functie.
De preventieadviseur van de externe onderneming zal vóór en tijdens de werken op de werf de risico’s onderzoeken die aan de werkzaamheden verbonden zijn. Hij zal contact opnemen met de preventieadviseur van de school teneinde de maatregelen te kennen die binnen de school genomen werden inzake preventie en bescherming. Tevens zal hij alle nodige informatie verschaffen betreffende de risico’s die eigen zijn aan de uitgevoerde werken.
Tijdens de periodieke werfvergaderingen zullen de preventieadviseurs van de externe onderneming en van de school aanwezig zijn om de ongevallen, incidenten en overtredingen te beperken.
1.3 Verzekering
De werkgever van de onderneming van buitenaf dient verzekerd te zijn tegen schade die door zijn
personeel of zijn materiaal kan worden veroorzaakt.
De werkgever van de onderneming van buitenaf dient verzekerd te zijn tegen arbeidsongevallen.
2. Werfreglement / veiligheidsvoorschriften
2.1 Algemene bepalingen
- De werkgever van de onderneming van buitenaf moet toezicht houden op de handhaving van de orde, de veiligheid en de algemene gang van zaken op de werf. Hij werkt volgens de vigerende wetten en reglementen voor preventie en bescherming op het werk en milieu.
Hij is verantwoordelijk voor het geven van instructies aan zijn werknemers ter voorkoming van ongevallen en brand en voor het naleven van deze instructies.
De preventieadviseur en het leidinggevend personeel van de school zijn bevoegd om op te treden en indien nodig de werken te laten stilleggen tot de nodige maatregelen genomen zijn.
Dit ontslaat de werkgever van de onderneming van buitenaf geenszins van zijn verantwoordelijkheid en de daardoor ontstane kosten zijn ter zijner laste.
2.2 Orde en netheid
- De werf zal steeds ordelijk worden gehouden en dagelijks worden opgeruimd.
- Ongebruikte materialen moeten terug op hun plaats gebracht worden.
- Losliggende materialen moeten beveiligd worden tegen wegvliegen.
- Afval moet in de daartoe bestemde houders verzameld worden.
- Afvalstoffen zoals verpakkingsmaterialen, paletten, recipiënten van scheikundige producten, overschotten van zand en cement, kapotte stellingen en dergelijke zullen op een wettelijke manier door de externe onderneming uit de school verwijderd worden.
- Gemorste producten moeten opgeruimd worden.
- Het is verboden scheikundige producten van om het even welke aard in de aflopen te gieten of te verbranden.
- Na het beëindigen van de werken moet de werfplaats in zijn oorspronkelijke staat hersteld worden.
- Alle doorgangen, nooduitgangen, brandblustoestellen, hydranten en schakelkasten
moeten vrijgehouden worden.
- Trappen en doorgangen moeten steeds vrij gehouden worden. Materialen moeten ordelijk en stabiel op de voorziene plaatsen gezet worden.
- Rond de werkzone moet een vaste afsluiting met een duidelijke signalisatie aangebracht worden die erop bedacht is dat in de school jonge leerlingen aanwezig zijn die nieuwsgierig zijn en zich van geen gevaar bewust, opdat door het betreden van de werf leerlingen, personeel van de school noch eventuele derden het slachtoffer zouden worden van een ongeval.
- De omheining, met een minimum hoogte van 2 meter, moet stevig opgesteld worden. Openingen mogen niet groter zijn dan 6 cm. Indien de omheining uit traliewerk bestaat, moet men in het bijzonder de bovenste verbinding controleren. De ondernemer waakt er over dat de toegangen iedere dag na het beëindigen van het werk op afdoende wijze gesloten worden.
- De toegangswegen tot de werken worden samen met de bouwheer, de externe ondernemer en de preventieadviseur van de school bepaald vóór de aanvang van de werken. Hierbij moet rekening gehouden worden met de toegankelijkheid van de school voor brandweer, leveranciers, leerlingen en leerkrachten.
- De doorgang van dienstvoertuigen of voertuigen van en naar het werkterrein zal door de externe ondernemer beveiligd worden.
- Indien een toegangsweg tot de bouwwerf ook een doorgangsweg van de school is, dan moet hij te allen tijde vrij gehouden worden voor eventuele interventie van brandweer- en ziekenwagens. Hij mag dan zeker niet gebruikt worden als parkeerplaats voor wagens of als stapelplaats voor materialen.
- De bevuiling van de wegen die voorkomt van het in- en uitrijden van vrachtwagens zal door de externe onderneming op haar kosten dagelijks verwijderd worden.
- De nieuwe bouwmaterialen en de materialen afkomstig van de sloop moeten ontoegankelijk zijn voor de leerlingen.
- Voor het plaatsen, aansluiten en afkoppelen van nutsvoorzieningen (water, lucht, stoom, elektriciteit) is een toelating vereist, te bekomen via de verantwoordelijke van de technische dienst van de school.
De werkgever van de onderneming van buitenaf treft alle voorzorgsmaatregelen ter bescherming van leidingen voor water, gas, elektriciteit en diverse installaties. Indien aan deze leidingen beschadigingen toegebracht worden ten gevolge van de uitvoering van de werken, dan moet de werkgever van de onderneming van buitenaf onmiddellijk de betrokken openbare dienst van de feiten op de hoogte brengen en ingeval van dringende noodzaak een politie- en brandweerpost waarschuwen. De herstelling wordt uitgevoerd op kosten van de werkgever van de onderneming van buitenaf.
- Voor controleplichtige installaties en controleplichtig materiaal moeten ter plaatse geldige attesten worden voorgelegd. Ook bijkomende wettelijke controles door bevoegde personen moeten voorgelegd kunnen worden.
- De externe ondernemer zal alle maatregelen treffen om een normaal verloop van de onderwijsactiviteiten te waarborgen in het geval dat de werken uitgevoerd worden in de onmiddellijke nabijheid van gebruikte lokalen.
- Tijdens de uitvoering van de werken moeten de nodige schikkingen getroffen worden opdat het geluidsniveau in de lokalen die bezet zijn door personeelsleden en leerlingen van de school, lager dan 60 dB(A) blijft en de verspreiding van hinderlijke trillingen in de gebouwen vermeden wordt.
- Waterinfiltraties worden voorkomen en stof tegengehouden.
- Bij werken in de onmiddellijke nabijheid van bestaande gebouwen, zal de grootst mogelijke waakzaamheid in acht genomen worden wat betreft instortende muren.
2.3 Persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen
- Het personeel van de externe onderneming zal aan het werk aangepaste werkkledij dragen.
- Collectieve beschermingsmiddelen zoals afschermingen aan machines en afschermingen aan stellingen moeten steeds voorzien en gebruikt worden.
- Alle openingen in de vloer, putten, enz… moeten ofwel dicht gelegd worden met materiaal dat een persoon kan dragen, ofwel omgeven worden door een leuning van tenminste 1 meter hoog met een tussenleuning op 50 cm en een plint van 15 cm.
- Xxxx werkvloer hoger dan 2 meter moet omgeven zijn met een reglementaire leuning. Bij gebruik van veiligheidsnetten moeten deze voldoende groot zijn en voorzien van een goede ophanging.
- Alleen als het niet mogelijk is met een collectieve bescherming het gevaar af te wenden, moet de veiligheid en gezondheid van de werknemers gevrijwaard worden door individuele beschermingsmiddelen conform aan de vigerende wetgeving.
- Volgens de aarde van het werk zullen aangepaste PBM’s gedragen worden zoals: veiligheidsschoenen, een veiligheidshelm en- bril, een valharnas bij werken in de hoogte, enz…
- De werkgever van de onderneming van buitenaf moet instaan voor de PBM’s van zijn personeel. Hij moet eveneens toezien op het gebruik ervan.
2.4 Brandvoorkoming en bestrijding
- Roken, het gebruik van open vuur en vonken veroorzakende machines zijn verboden in gevaarlijke zones waar brand- of ontploffingsgevaar bestaat.
- Het ophopen van afval, poetslappen, met olie doordrenkte vodden en ander brandbaar materiaal van welke aard ook is verboden.
- Het is verboden de nooduitgangen te belemmeren door om het even welk voorwerp. De toegangen tot elektrische borden moeten steeds vrijgehouden worden. Het is verboden een branddeur in open stand te blokkeren of voorwerpen binnen het traject van de brandblusser te plaatsen. De machines moeten op het einde van elke werkdag afgekoppeld worden.
- De zuurstof- en acetyleenflessen moeten op een kar geplaatst en vastgemaakt worden zodat ze, in geval van een ramp, gemakkelijk kunnen worden geëvacueerd. De flessen en hun toebehoren moeten conform de wettelijke schikkingen zijn. De flessen zullen steeds gesloten
zijn wanneer zij niet gebruikt worden. De lege flessen moeten geregeld afgevoerd worden. Op het einde van de werkdag zullen de flessen geschikt worden op een plaats aangeduid door de verantwoordelijke van de school (bij voorkeur buiten de lokalen of op een goed geventileerde plaats, afgeschermd van de zon, rechtop en voorzien van hun beschermkap). Het is verboden een grote stock flessen binnen de lokalen aan te leggen. De niet gebruikte flessen moeten rechtstaand gestockeerd worden.
een poederblusser van 12
- Afschermingen worden geplaatst voor alle snij- en laswerken, telkens wanneer de veiligheid van personen in gevaar kan komen. Tijdens de werken met hittepunten moeten de nodige voorzorgen genomen worden opdat gloeiende projecties niet op brandbare materialen kunnen terechtkomen. Bij werken van om het even welke aard, moet steeds
kg of twee maal 6 kg per 150m²
in de onmiddellijke omgeving aanwezig zijn.
- De haspels mogen nooit buiten dienst gesteld worden. Indien haspels moeten geplaatst worden, moeten deze eerst geplaatst worden alvorens te starten met de werken.
2.5 Noodsituaties
Brand – ramp - ongeval
waarschuwing- en alarmprocedure
Volgende geldt binnen de school:
Alarm: aangehouden sirene geluid (ca. 1min)
Verlaat dadelijk het gebouw
- Indien personeelsleden van de school in de sector waarin u zich bevindt aanwezig zijn, volgt u de evacuatieweg die door hen gebruikt wordt.
- Indien geen personeelsleden van de school in de sector waarin u zich bevindt aanwezig zijn,
normale uitgang
nooduitgang
moet u de pictogrammen of volgen. Alvorens de plaats te
verlaten, moeten alle toestellen buiten dienst gesteld worden behalve wanneer uw veiligheid wordt bedreigd.
- Tijdens de evacuatie: - is het verboden op zijn stappen terug te keren;
- indien u zich in een zone vol met rook bevindt, breng een vochtige zakdoek voor uw mond en neus en verplaats u gehurkt (de zicht- baarheid kan beter zijn nabij de grond en er is meer zuurstof aanwezig). Sommige deuren zijn op slot. Om ze te openen moet
het glas van het kleine rode kastje dat zich ernaast bevindt, gebroken worden en moet de sleutel gebruikt worden die erin hangt.
N.B.: deze operatie is ten, strengste verboden in alle andere omstandigheden.
Einde alarm: 1 korte sirene
Xxxxxx U terug naar uw arbeidsplaats
Waarschuwing in geval van brand of bomalarm:
Wanneer een brand of verdacht voorwerp ontdekt wordt, moet onmiddellijk het secretariaat verwittigd worden. Alle andere campussen worden meteen gealarmeerd om hulp te bieden.
Tijdens de sluitingsuren van de school wordt de huisbewaarder (telefoonlijn) verwittigd.
Meld: - de aard en omvang van het sinister;
- juiste plaats in het gebouw (ev. Lokaal / lokaalnummer);
- uw identiteit en eventueel telefoonnummer waarvan U telefoneert.
2.6 Arbeidsongevallen en incidenten
- Een kistje “EHBO”, waarvan de inhoud beantwoord aan de wettelijke schikkingen, dient op de werkplek voorhanden te zijn. Een draagbaar met twee dekens moet ter beschikking zijn.
- De opdrachtgever moet onmiddellijk ingelicht worden over elk ongeval of incident. Er wordt een ongevalverslag opgemaakt. Een kopie wordt bezorgd aan de opdrachtgever en de preventiedienst van de school.
- De werkgever van de externe onderneming is verantwoordelijk voor het inlichten van de arbeidsinspectie binnen de wettelijk voorgeschreven termijn.
2.7 Beschadigingen en diefstal
- De school kan niet door de externe firma of haar personeel aansprakelijk gesteld worden voor lichamelijke of materiële schade opgelopen tijdens de werken.
- De externe firma zal alle voorzorgsmaatregelen treffen opdat haar eigendom gevrijwaard blijft. De school kan nooit aansprakelijk gesteld worden voor mogelijke diefstal van materiaal, gereedschap of grondstoffen van de externe firma.
- Het personeel van de externe firma laat bij de ontdekking van inbraak of diefstal alles onaangeroerd en verwittigt onmiddellijk de schooldirectie.
2.8 Arbeidsmiddelen
- Alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties zijn
arbeidsmiddelen.
- Algemene verplichtingen in verband met het gebruik:
- risico’s tot een minimum beperken;
- veiligheidsniveau moet behouden blijven tijdens de volledige levensduur door adequaat onderhoud;
- moet geschikt zijn voor het uit te voeren werk.
- De machines gebruikt door de externe onderneming moeten volledig conform de wettelijke bepalingen zijn. Zij moeten steeds gebruikt worden, voorzien van hun veiligheden, afschermingen en veiligheidsvoorschriften.
- Veiligheidsvoorzieningen mogen in geen geval buiten werking gesteld worden.
- De school dringt in het bijzonder aan op de conformiteit met de wettelijke bepalingen voor de houtbewerkingsmachines (houtfrezen, schaafmachines, vlakschaafmachines, cirkelzagen).
- Slijpstenen moeten geplaatst, geregeld en onderhouden worden door een gekwalificeerd persoon, bij naam aangeduid door de externe onderneming.
- Wanneer de betrokken machine aan de externe onderneming toebehoort, is deze belast met de procedure welke moet nageleefd worden om een interventie aan een machine uit te voeren.
- Wanneer de betrokken machine aan de school toebehoort, is de school belast met de procedure welke moet nageleefd worden. Om dit te doen zal de externe onderneming een vraag aan de verantwoordelijke van de technische dienst van de school richten.
- De machines die wettelijk moeten nagezien worden door een erkend organisme, moeten effectief gecontroleerd geweest zijn binnen de door de wet voorgeschreven termijn. Een recent keuringverslag zal ter beschikking gehouden worden.
- Niet keuringsplichtige toestellen en machines moeten voldoen aan de machinerichtlijn- en
arbeidsmiddelenrichtlijn en moeten CE gekeurd zijn.
- Xxxx xxxxx, hoogtewerker, schaarlift en andere toestellen gebruikt als hefwerktuig moeten voorzien zijn van een geldig keuringsverslag. Deze keuring gebeurt door een erkend organisme om de drie maanden. De attesten van het keuringsorganisme moeten steeds op de werf ter beschikking zijn.
2.9 Elektriciteit
- Enkel toestellen conform de reglementaire bepalingen mogen aangesloten worden op het elektriciteitsnet.
- Verdeelkasten moeten steeds gesloten zijn. In vochtige omstandigheden mag enkel gebruik gemaakt worden van materiaal met een beschermingsgraad IP 44.
- Wanneer gebruik gemaakt wordt van voorlopige elektriciteitsborden, moeten deze steeds voorzien zijn van een differentieelschakelaar waarvan de gevoeligheid overeenkomt met de bepalingen van het A.R.E.I. . De externe onderneming zal een keuring aanvragen na het plaatsen van haar werfverdeelbord. Bij het begin en het einde van werken zal een tellerstand opgenomen worden.
- Voorlopige voedingskabels zullen zo aangebracht worden dat zij geen gevaar voor vallen inhouden. Enkel gepantserde kabels of voedingskabels met een zeer lage veiligheidsspanning mogen op de grond liggen. De nodige schikkingen zullen getroffen worden zodat ze in geen enkel geval onder mechanische, chemische of thermische belasting worden geplaatst die hun isolatie zou kunnen beschadigen. De voorlopige voedingskabels moeten een sectie hebben conform aan de sterkte van de schakelaars en/of zekeringen waarop ze zijn aangesloten.
- Alle materialen moeten conform het A.R.E.I. zijn.
- De elektrische installaties, met inbegrip van de voorlopige installaties en de elektrische machines, zullen beschermd zijn tegen weersinvloeden en vochtigheid. Zogenaamde “domino”-stekkers zijn verboden.
- Beschadigde kabels moeten onmiddellijk buiten gebruik gesteld worden; beschadigde stekkers of stopcontacten of deze die een aansluiting volgens de regels van de kunst niet toelaten, zijn verboden.
- Machines die niet voorzien zijn van een dubbele isolatie moeten steeds met de aarde verbonden worden wanneer zij onder spanning worden gezet.
- Werken aan elektrische installaties moet steeds spanningsvrij gebeuren. Indien de betrokken installaties verbonden zijn met elektrische borden die eigendom zijn van de school, vraagt de externe onderneming aan de verantwoordelijke van de technische dienst van de school om over te gaan tot de vergrendeling van de betrokken stroomkringen. Indien de betrokken installaties verbonden zijn aan borden die nog eigendom zijn van de externe firma, moeten deze de gepaste maatregelen nemen.
- De aarding van de elektrische borden, kabelgoten en belangrijke metalen delen (vb. verluchtingskokers,…) evenals de equipotentiale verbindingen moeten worden uitgevoerd alvorens de elektrische installatie onder spanning wordt gezet.
- De geplaatste verdeelkasten en elektrische installaties die eigendom van de school worden moeten conform de wet zijn en moeten voor indienststelling door een erkend organisme, aangeduid door de school, goedgekeurd zijn.
2.10 Gevaarlijke producten
- Gevaarlijke stoffen en preparaten moeten op voorhand gemeld worden aan de verantwoordelijke van de technische dienst van de school en vergezeld zijn van een veiligheids- en gezondheidskaart.
- Tijdens de uitvoering van de werken moeten alle voorzorgsmaatregelen genomen worden om te voorkomen dat stof of gasuitwasemingen zich in de lokalen verspreiden.
- Bij gebruik van scheikundige producten in de lokalen van de school dienen volgende regels in acht genomen te worden:
- elke persoon die scheikundige producten gebruikt, wordt verondersteld op de hoogte te zijn van de gevaren die eraan verbonden zijn;
- de verluchting van het lokaal moet zo doeltreffend mogelijk uitgevoerd zijn (ramen die naar buiten uitgeven open indien mogelijk; vergewis u ervan dat het installatiesysteem werkt). De ventilatie wordt aangehouden tijdens de droogfase van het product. In geen geval
mogen noch de toelaatbare limietwaarden, noch de onderste explosiegrens bereikt worden. Bij twijfel moeten de noodzakelijke controlemetingen uitgevoerd worden.
- In de mate van het mogelijke wordt een afdichting van de verbindingsdeur tussen de zone waarin met het product gewerkt wordt en de rest van de school verzekerd (bijvoorbeeld met hulp van een kleefband).
- Het rookverbod moet strikt gerespecteerd worden (zelfs wanneer het product niet ontvlambaar is).
- Het personeel en de leerlingen van de school die de werkzone moet doorkruisen, zullen
verwittigd worden met aangepaste panelen in het Nederlands.
- De houders die scheikundige producten bevatten evenals deze die scheikundige producten bevat hebben, zullen onmiddellijk na hun gebruik hermetisch gesloten worden. Alle lege houders moeten door de uitvoerende firma verwijderd worden met in achtname van de wettelijke voorschriften terzake.
- De hoeveelheid gevaarlijke producten wordt tot een absoluut minimum beperkt en opgeslagen op de wettelijk voorgeschreven manier. (art. 723 bis 19)
- Wanneer ontvlambare producten (verdunners, reinigingsmiddelen, afbijtmiddelen, verven op basis van oplosmiddelen,…) ’s nachts in de school moeten blijven, zullen ze buiten opgeslagen worden, op een voor leerkrachten en leerlingen onbereikbare plaats. Enkel de hoeveelheid nodig voor het dagelijks gebruik wordt in de lokalen toegelaten.
- De etiketten van de gebruikte producten moeten verplicht conform de wettelijke voorschriften zijn en in het bijzonder art. 723 bis van het A.R.A.B. . De informatie op het etiket moet strikt gevolgd worden. (art. 723 bis 10 II)
- De producten zullen in hun originele verpakking bewaard worden. Zoniet moeten conforme etiketten aangebracht worden op de nieuwe verpakkingen.
- Het reinigen van het materiaal met behulp van oplosmiddelen zal buiten de gebouwen gebeuren, ver van elke vlam, terwijl men er zorg voor draagt dat alle gebruikte oplosmiddelen en gedrenkte vodden in hermetisch gesloten metalen houder bewaard worden.
- Aangepaste individuele beschermingsmiddelen moeten worden gedragen bij het gebruik van scheikundige producten.
- De veiligheidsfiches van de gevaarlijke stoffen en preparaten die gebruikt worden, zullen overgemaakt worden aan de verantwoordelijke van de technische dienst van de school die ze doorstuurt naar de dienst P.B.W.
- Asbesthoudende producten mogen niet gebruikt worden.
2.11 Gevaar voor vallen van een hoger gelegen vlak
- De gebruikte ladders en stellingen moeten strikt conform de wettelijke bepalingen zijn. Ze worden na montage en voor gebruik gekeurd door de veiligheidsverantwoordelijke van de externe onderneming.
- Ladders moeten bovenaan vastgemaakt zijn of onderaan vastgehouden worden en tegen wegglijden beveiligd zijn.
- Trapladders hoger dan 3 meter moeten bovenaan vastgemaakt worden.
- Metalen ladders mogen niet gebruikt worden voor elektrische werkzaamheden.
- De ladders moeten minstens 1 meter boven het te bereiken niveau uitsteken.
- Geïmproviseerde stellingen, zoals kisten en vaten, zijn verboden.
- Stellingen moeten aan het gebouw worden vastgehecht. Ze moeten opgesteld worden op vaste grond of balken. Ze moeten voorzien zijn van leuning, tussenleuning en plint conform art.
434.7. De loopplanken moeten minstens 3 cm dik zijn. Een stelling moet voorzien zijn van een veilige toegang tot de werkvloer.
- Rolstellingen mogen nooit hoger zijn dan 3 x de kleinste breedte. Er moeten steeds uitzetstukken gebruikt worden. De remmen moeten voor gebruik vastgezet worden.
- Er moeten leuningen en een plint rond het werkvlak aangebracht zijn. Ze moeten voorzien zijn van een veilige toegang tot de werkvloer. Ze mogen nooit verplaatst worden met personen in de werkbak.
- Wanneer een gevaar voor vallen van een hoger gelegen vlak bestaat, moeten collectieve of individuele beschermingsmiddelen gebruikt worden. Veiligheidsharnassen moeten worden gedragen waar een misstap een val van grote hoogte tot gevolg kan hebben.
2.12 Sanitaire installaties
Kleedkamers
- De externe firma zal een mobiele kleedkamer voorzien voor haar personeel. Deze kleedkamer zal geplaatst worden op de plaats aangeduid door de verantwoordelijke van de technische dienst van de school.
- De externe firma zal erop toezien dat de kleedkamers gesloten worden.
- De externe firma zal de elektrische aansluiting van de mobiele kleedkamer aan de verantwoordelijke van de technische dienst van de school aanvragen.
- In elk geval zal de aansluiting slechts gebeuren wanneer de elektrische installatie van de mobiele kleedkamer conform is aan het A.R.E.I..
- Wanneer een lokaal ter beschikking van de externe firma gesteld wordt, moet de verantwoordelijke van deze firma erop toezien dat de er in alle omstandigheden orde en netheid in dit lokaal heerst.
Toiletten
- Het personeel van de externe firma mag de toiletten van de school gebruiken.
- Dit gebruik zal gebeuren met respect voor de personen en de installaties. Indien dit niet gebeurt kan deze mogelijkheid ingetrokken worden.
- In bepaalde gevallen kan de verantwoordelijke van de school de installatie van mobiele toiletten vragen waarvan uiteraard zowel de kosten als het onderhoud ten laste van de externe firma’s vallen.
Eetzaal
- De nodige schikkingen zullen getroffen worden opdat het personeel van de externe firma’s hun maaltijd in een aangepast lokaal kan nuttigen.
2.13 Rookreglement
- In de school geldt een algemeen rookreglement.
2.14 Dronkenschap en drugs
- Het is verboden alcoholhoudende dranken en gedragbeïnvloedende middelen binnen te brengen in de school.
2.15 Voertuigen en verkeer
- De bepalingen van het verkeersreglement gelden binnen de school. De maximum toegelaten snelheid is 15 km/u.
- Parkeren mag enkel op de voorziene parkeerplaatsen. Voertuigen met herstellingsmateriaal mogen bij de plaats van tewerkstelling geparkeerd worden indien ze de doorgang niet beletten. Na het laden en lossen van materiaal moet het voertuig op de voorziene parkeerplaats gezet worden of de speelplaats verlaten.
- Motorvoertuigen of gemotoriseerd materieel mogen niet onbeheerd met draaiende motor achtergelaten worden of met de startsleutel op het startslot.
- Er dient voorzichtig gereden te worden aangezien er binnen een schooldomein overal plotseling leerlingen kunnen opduiken.
3. Gegevens van de opdrachtgever
School: vzw Katholieke Scholen Groot-Bornem Adres : Xxxxxxxxxxx 00
2880 Bornem
Werf : Vernieuwen buitenschrijnwerk
Verantwoordelijke inrichtende macht | : Xxxxx Xxxxxx | tel: 00 000 00 00 |
Preventieadviseur | : Xxxx Xxx Xxxxxx | tel: 0000 00 00 00 |
Werfcoördinatie | : Xxxx xxx Xxxxxx | tel: 0000 00 00 00 |
4. Gegevens van de onderneming van buitenaf
Adres :
Aannemer : tel: fax:
Werkleider : tel:
Preventieadviseur: tel:
5. kennisname van de veiligheidsregels
Met deze bevestig ik dat ik een kopij van de “veiligheidsregels voor extern personeel” ontvangen heb. Ik heb de veiligheidsregels gelezen en begrepen en zal de regels naleven die toepasselijk zijn op het uit te voeren werk. De werknemers zullen geïnformeerd worden over de inhoud van deze overeenkomst; ze zullen de gepaste instructies krijgen en de naleving van deze instructies zal opgevolgd worden.
Datum:
Plaats:
Handtekening:
Gelieve deze pagina in te vullen en terug te bezorgen aan de directie of de dienst Preventie, Bescherming, Welzijn en Milieu op het werk.
Bewaar deze veiligheidsregels zolang u werkzaam bent in onze school.