MONITEUR BELGE — 08.04.2009 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
MONITEUR BELGE — 08.04.2009 − Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
26619
Artikel 1. Aan RWE Energy Belgium bvba met maatschappelijke zetel Xxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxx en ondernemingsnummer 0809.160.736 wordt een leveringsvergunning toegekend voor de levering van elektriciteit via het distributienet aan eindafnemers in het Vlaamse Gewest.
De leveringsvergunning is geldig voor een onbepaalde termijn.
Art. 2. De aanvrager zal spontaan, ten laatste op 31 mei van elk kalenderjaar en voor de eerste maal op 31 mei 2009, en verder na elke aanvraag van de VREG, de informatie verschaffen bedoeld in artikel 21 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 juni 2001 met betrekking tot de leveringsvergunningen voor elektriciteit.
Art. 3. De beslissing tot toekenning van de leveringsvergunning zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in de daartoe geëigende publicaties van de VREG.
Voor de VREG
Brussel, 9 maart 2009
Xxxxx Xxxxxxx Gedelegeerd Bestuurder
*
VLAAMSE OVERHEID
Leefmilieu, Natuur en Energie
[2009/201485]
24 MAART 2009. — Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt met betrekking tot de hernieuwing van de leveringsvergunning voor aardgas van GDF SUEZ, oorspronkelijk toegekend door de VREG op 16 december 2002 (BESL-2009-67)
De Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en de Gasmarkt,
Gelet op artikel 16 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt,
Gelet op artikel 47 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt,
Overwegende,
Dat GDF SUEZ, hierna genoemd ″de aanvrager″, op 6 februari 2009, bij de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en de Gasmarkt, hierna genoemd ″de VREG″, ingevolge de controlewijziging en naamswijziging waarbij de aanvrager betrokken is, een aanvraag heeft ingediend tot hernieuwing van de leveringsvergunning voor aardgas, die oorspronkelijk toegekend werd bij beslissing van de VREG van 16 december 2002, gekend onder de referte BESL-2002-36;
Dat de aanvrager in zijn aanvraagdossier heeft gemeld dat de naam van de maatschappij en de maatschappelijke zetel zijn veranderd;
Dat de aanvrager hierin aantoont dat hij blijft voldoen aan de voorwaarden van Titel III, Hoofdstuk I van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt,
Besluit :
Artikel 1. De leveringsvergunning voor aardgas die door de VREG aan Gaz de France, met maatschappelijke zetel 00, xxx Xxxxxxxxx 00 00000 Xxxxx, toegekend werd op 16 december 2002, wordt ingevolge de controlewijziging, hernieuwd op naam van GDF SUEZ, met maatschappelijke zetel 00, xxx xx xxxxxxx Xxxxxxxxxx 00000 Xxxxx. Deze hernieuwde vergunning vervangt de op 16 december 2002 aan Gaz de France toegekende leveringsvergunning.
De leveringsvergunning is geldig voor een onbepaalde termijn.
Art. 2. De aanvrager zal spontaan, ten laatste op 31 mei van elk kalenderjaar en verder na elke aanvraag van de VREG, de informatie verschaffen bedoeld in Titel III, Hoofdstuk VI van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de aardgasmarkt.
Art. 3. De beslissing tot hernieuwing van de leveringsvergunning zal worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in de daartoe geëigende publicaties van de VREG.
Voor de XXXX
Xxxxxxx, 00 maart 2009.
Xxxxx Xxxxxxx Gedelegeerd Bestuurder
*
VLAAMSE OVERHEID
Mobiliteit en Openbare Werken
[2009/201484]
13 MAART 2009. — Ministerieel besluit houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de luchthaven Antwerpen
De Vlaamse minister van Openbare werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
26620 MONITEUR BELGE — 08.04.2009 – Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, @ 1, X, 7o, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de diensten met afzonderlijk beheer luchthaven Antwerpen en luchthaven Oostende, inzonderheid op artikel 22;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2007 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 juli 2007 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de luchthaven Antwerpen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, @ 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid de financiële situatie van de luchthaven te verbeteren; Besluit :
I. Heffingen
Artikel 1. De luchthaven Antwerpen wordt ertoe gemachtigd de vergoedingen te heffen die vastgesteld zijn bij dit besluit.
Art. 2. @ 1. Voor toestellen tot 10 ton (MTOW) bedraagt de vergoeding voor landingen en opstijgingen 4 euro per ton per landing en per opstijging tussen 6.30 uur en 23 uur lokale tijd (5.30 uur en 22 uur UTC winter / 4.30 uur en 21 uur UTC zomer). De vergoeding bedraagt minimaal 12 euro per landing of opstijging.
@ 2. Voor toestellen van 10 ton tot 30 ton (MTOW) bedraagt de vergoeding voor landingen en opstijgingen 40 euro
+ 3 euro per bijkomende ton (boven 10 ton) per landing en per opstijging tussen 6.30 uur en 23 uur lokale tijd (5.30 uur en 22 uur UTC winter / 4.30 uur en 21 uur UTC zomer).
@ 3. Voor toestellen vanaf 30 ton (MTOW) bedraagt de vergoeding voor landingen en opstijgingen 100 euro + 4 euro per bijkomende ton (boven 25 ton) per landing en per opstijging tussen 6.30 uur en 23 uur lokale tijd (5.30 uur en 22 uur UTC winter / 4.30 uur en 21 uur UTC zomer).
@ 4. Als uur van landing geldt het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond raakt. Als uur van opstijging geldt het ogenblik waarop het luchtvaartuig de grond verlaat.
De landings- en opstijgingsvergoeding wordt berekend op basis van het hoogst toegestane startgewicht (MTOW), vermeld in het bewijs van luchtwaardigheid, in de vlieghandleiding of in elk ander document dat bij het bewijs van luchtwaardigheid hoort.
Elk gedeelte van een ton wordt als een volle ton beschouwd. Elk gedeelte van een dag wordt als een volle dag beschouwd. Elk gedeelte van een uur wordt als een vol uur beschouwd.
@ 5. De openingsuren van de Luchthaven Antwerpen kunnen uitzonderlijk worden uitgebreid voor medische vluchten, geregelde passagiersvluchten en uitwijkingen hiervan op voorwaarde van voorafgaand akkoord van de luchthavenautoriteit. Voor medische vluchten is een vergoeding van 750 euro per uur verschuldigd voor de extra kosten. De geregelde passagiersvluchten en uitwijkingen hiervan zijn vrijgesteld van betaling.
Art. 3. @ 1. Leerling-piloten kunnen voor hun trainingsvluchten met toestellen tot 2 ton genieten van een verminderd tarief van 1,60 euro per beweging, onder de volgende voorwaarden :
1o de leerling-piloot is ingeschreven bij een door het Directoraat-generaal Xxxxxxxxxx (DGL) erkende opleidings- instantie;
2o het toestel waarmee de training uitgevoerd wordt, is door het Directoraat-generaal Xxxxxxxxxx (DGL) erkend; 3o het toestel waarmee de training uitgevoerd wordt, is gebaseerd op de Luchthaven Antwerpen en het hoogst
toegestane startgewicht (MTOW) bedraagt maximum 2 ton.
@ 2. Per type bevoegdverklaring wordt een maximum aantal bewegingen vastgelegd waarvoor de leerling-piloot kan genieten van het verminderde tarief :
1o privaat piloot (PPL) : 270 bewegingen;
2o bevoegdheid vliegen bij nacht (Night VFR) : 30 bewegingen. 3o bevoegdheid instrumentvliegen (IFR) : 300 bewegingen;
4o beroepsvliegtuigbestuurder (CPL) : 150 bewegingen;
5o bevoegdheid meermotorig vliegtuig (ME) : 70 bewegingen;
6o bevoegdheid Multi Crew Coordination (MCC) : 140 bewegingen; 7o geïntegreerde cursus lijnpiloot : 960 bewegingen;
8o bevoegdheid vlieginstructeur (FI) : 180 bewegingen; Hierbij geldt een touch-and-go als twee bewegingen.
Art. 4. De landingsvergoedingen voor het gebruik van het luchtvaartterrein Antwerpen door luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren die uitsluitend de training van hun bemanning op het oog hebben (met inbegrip van de oefenlandingen, waarbij de wielen de grond niet raken) worden volledig aangerekend, behalve als de vluchtuitvoerder geniet van het trainingstarief volgens de voorwaarden bepaald in artikel 3.
Art. 5. De vergoeding voor het parkeren van luchtvaartuigen op de luchthaven bedraagt 3 euro per dag en per ton of tongedeelte, met een minimum van 15 euro.
Elk gedeelte van een ton wordt als een volle ton beschouwd. Elk gedeelte van een uur wordt als een vol uur beschouwd. Iedere dag eindigt om 24 uur lokale tijd.
Daarbij gelden de volgende voorwaarden, waarbij ATA staat voor actuele aankomsttijd :
1o luchtvaartuigen tot drie ton worden de eerste drie uur na ATA vrijgesteld van parkeervergoeding;
2o luchtvaartuigen van drie tot vijf ton worden de eerste vier uur na ATA vrijgesteld van parkeervergoeding; 3o luchtvaartuigen van vijf tot zeven ton worden de eerste vijf uur na ATA vrijgesteld van parkeervergoeding;
MONITEUR BELGE — 08.04.2009 – Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
26621
4o luchtvaartuigen vanaf zeven ton worden de eerste zes uur na ATA vrijgesteld van parkeervergoeding.
Art. 6. @ 1. De vergoeding voor het gebruik van de installaties en de diensten voor passagiers bedraagt 14 euro per vertrekkende passagier. Deze vergoeding is vrij van btw.
@ 2. Voor rechtstreekse transitpassagiers die de transitzone van de luchthaven niet verlaten en voor passagiers die deelnemen aan betaalde of niet-betaalde binnenlandse vluchten met luchtvaartuigen tot 3 ton, bedraagt de vergoeding 6 euro per passagier. Die vergoeding is vrij van btw.
@ 3. Leerling-piloten die deelnemen aan trainingsvluchten betalen een vergoeding van 5 euro (vrij van BTW). Het aantal passagiers waarvoor die vergoeding wordt aangerekend, staat vermeld op een daartoe bestemd verkeersfor- mulier dat bij ministerieel besluit wordt vastgelegd. Hierbij worden alle leerling-piloten beschouwd als passagier.
Het verkeersformulier, vermeld in het eerste lid, wordt uiterlijk 24 uur na het opstijgen van het vliegtuig afgegeven aan de luchthavencommandant of zijn gemachtigde. De exploitant is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens op het formulier. De luchthavendirectie behoudt zich het recht voor om de gegevens van het verkeersformulier te verifiëren.
Als het verkeersformulier niet is afgegeven binnen de voorgeschreven tijd of onjuist of onvolledig is ingevuld, wordt de vergoeding aangerekend op basis van het aantal beschikbare passagiersplaatsen in het toestel. Als uit controle blijkt dat het verkeersformulier onjuist werd ingevuld ten nadele van de luchthaven, moet de exploitant van het vliegtuig bovendien een vergoeding betalen van 125 euro voor administratiekosten. Betalingen worden afgerekend volgens de registratie voor het vliegtuig in kwestie, tenzij vooraf een schriftelijke overeenkomst met de luchthaven- directie werd gesloten.
@ 4. De vergoeding wordt geheven door de exploitant van het luchtvaartuig. Het bedrag ervan wordt afzonderlijk vermeld op het vervoerbewijs.
@ 5. De vergoeding is niet verschuldigd voor :
1o kinderen die jonger zijn dan twee jaar;
2o passagiers van luchtvaartuigen, als vermeld in artikel 12;
3o bemanningsleden (cockpit en cabin crew) die de vlucht in kwestie uitvoeren.
Art. 7. De vergoedingen voor het bevoorraden met brandstof aan boord van luchtvaartuigen bedragen : 1o per aan boord geladen liter brandstof : 0,005 euro;
2o per vast of verplaatsbaar bevoorradingstoestel : 400 euro per jaar.
Art. 8. De vergoedingen voor het privégebruik van onroerende goederen of van gedeelten van onroerende goederen worden vastgesteld bij de akte van de concessie. Ze worden berekend volgens de handelswaarde van de plaatsen.
Art. 9. Met behoud van de toepassing van de bepalingen van artikel 8, wordt de vergoeding voor het verlenen van luchthavenbijstand aan derden en zelfafhandeling vastgesteld bij de akte van concessie.
Art. 10. Voor het toevallig of tijdelijk stapelen van vracht in ruimten die toebehoren aan het Vlaamse Gewest, rekent de luchthavendirectie een vergoeding aan op basis van het gewicht of de gebruikte oppervlakte.
Art. 11. De vergoedingen voor de prestaties van arbeidskrachten, voor het gebruik van materiaal of installaties, of voor het leveren van goederen, worden geregeld in het contract met de luchthavendirectie.
II. Vrijstellingen en verminderingen
Art. 12. De volgende luchtvaartuigen zijn vrijgesteld van de vergoedingen voor het gebruik van het luchtvaart- terrein, vermeld in artikel 2, 5 en 6 :
1o luchtvaartuigen die gebruikt worden voor het exclusieve vervoer van staatshoofden of regeringsleden in functie met hun gevolg;
2o luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren waarvan het humanitaire, historische of promotionele karakter voor het luchtvaartterrein door de minister erkend wordt;
3o luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren op verzoek van de Vlaamse Regering;
4o luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren op verzoek van het Directoraat-generaal van de Luchtvaart of Belgocontrol voor de controle van de installaties;
5o luchtvaartuigen die, nadat ze van de luchthaven zijn opgestegen wegens slechte weersomstandigheden, motorstoring of andere onverwachte oorzaken, moeten terugkeren zonder dat ze een ander luchtvaartterrein hebben aangedaan;
6o luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren met aan boord personeelsleden die op de luchthaven werken en die in verband met hun werk bepaalde installaties willen controleren;
7o luchtvaartuigen die in opdracht van het Directoraat-generaal van de Luchtvaart testvluchten uitvoeren om hun Belgische luchtwaardigheid te verkrijgen of te vernieuwen, of om instrumenten te certificeren.
Art. 13. Voor belangrijke programma’s die de promotie en de ontwikkeling van de luchthaven ten goede komen, kunnen specifieke overeenkomsten worden gesloten.
III. Betalingsvoorwaarden
Art. 14. @ 1. Met behoud van de toepassing van de onderstaande bepalingen worden de vergoedingen betaald aan de luchthavendirectie. De vergoedingen worden betaald in euro’s, contant of met een elektronisch betaalmiddel.
@ 2. De vergoedingen, vermeld in hoofdstuk I, met uitzondering van het verminderd tarief voor trainingsvluchten, kunnen op aanvraag van de gebruiker en na voorafgaand schriftelijk akkoord van de luchthavendirectie betaald worden binnen dertig dagen na de verzending van de factuur. De luchthavendirectie stelt de bedragen van de eventuele waarborgen vast.
De luchthavendirectie kan op gefactureerde bedragen die niet betaald zijn binnen de termijn die hierboven bepaald is, de wettelijke verwijlintresten toepassen. Elk gedeelte van een maand wordt als een volle maand beschouwd.
26622 MONITEUR BELGE — 08.04.2009 – Ed. 2 — BELGISCH STAATSBLAD
@ 3. Bij niet-betaling van de verschuldigde luchthavenvergoedingen binnen de 24 uur na landing, met uitzondering van diegenen die beschikken over een debetrekening, zal de gebruiker van het vliegtuig een vergoeding betalen van 125 euro voor administratiekosten.
@ 4. Voor de inning van de vergoedingen die verschuldigd zijn op grond van artikel 2 en 6, overhandigt de exploitant van het luchtvaartuig of zijn vertegenwoordiger aan de luchthavendirectie een verklaring met het aantal passagiers dat in de loop van de dag wordt ingescheept. Die overhandiging vindt uiterlijk op de daaropvolgende kalenderdag plaats om 10 uur. Als het document niet binnen de voorgeschreven termijn is overhandigd, wordt de vergoeding vastgesteld volgens het totale aantal beschikbare zitplaatsen aan boord.
@ 5. Voor cargovluchten overhandigt de exploitant of zijn vertegenwoordiger een cargomanifest, uiterlijk
30 minuten voor de geplande vertrektijd van de vlucht. Als dat document niet binnen de voorgeschreven tijd overhandigd is, wordt de toestemming tot vertrek geweigerd tot de nodige documenten worden afgegeven.
@ 6. De vergoedingen die verschuldigd zijn voor akten van concessie of van contracten, bepaald in hoofdstuk I en II, zijn betaalbaar volgens de voorwaarden, bepaald in de akte van concessie of in het contract.
@ 7. In de vermelde vergoedingen is de btw niet inbegrepen.
Art. 15. De luchthavendirectie kan elk luchtvaartuig waarvoor de vergoedingen niet binnen de voorgeschreven termijn vereffend worden, verbieden te starten. Elke gezagvoerder van een luchtvaartuig die dat verbod overtreedt, alsook iedereen die zijn medewerking tot het plegen van een overtreding op dat verbod verleent, kan gestraft worden met de straffen, bepaald in artikel 32 van de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart.
IV. Slotbepalingen
Art. 16. De akten van concessie die voor de inwerkingtreding van dit besluit afgegeven zijn, blijven geldig tot de einddatum ervan.
Art. 17. Het ministerieel besluit van 27 juli 2007 houdende vaststelling van de luchthavenvergoedingen voor de luchthaven Antwerpen wordt opgeheven.
Art. 18. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2009. Xxxxxxx, 00 maart 2009.
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. X. XXXXXXX
*
VLAAMSE OVERHEID
Mobiliteit en Openbare Werken
[2009/201480]
20 MAART 2009. — Ministerieel besluit houdende aanwijzing van Xxxx. Xxxxxxx Xxxxxxxxx als voorzitter van de Internationale Scheldecommissie, in opvolging van de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
Gelet op het Scheldeverdrag, gesloten tussen het Koninkrijk België, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van België, het Vlaams Gewest van België, het Waals Gewest van België, de Franse Republiek en het Koninkrijk der Nederlanden, ondertekend in Gent op 3 december 2002, en goedgekeurd bij de wet van 6 oktober 2005 en bij het decreet van 30 april 2004, inzonderheid op artikel 5 van dat verdrag;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007, 28 juni 2007,10 oktober 2007, 11 november 2007,
5 september 2008, 22 september 2008 en 6 januari 2009;
Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 houdende Delegatie van het Vlaamse Gewest in de Internationale Scheldecommissie (ISC) en de Internationale Maascommissie (IMC);
Gelet op het ministerieel besluit van 9 mei 2008 houdende aanwijzing van de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx als voorzitter van de Internationale Scheldecommissie voor de periode 2009-2010.
Overwegende dat de xxxx Xxxx Xxxxxxxxx in zijn schrijven van 27 februari 2009 vraagt om van zijn functie als voorzitter ontheven te worden omwille van gezondheidsredenen, en het noodzakelijk is om zo snel voor zijn opvolging te zorgen.
Overwegende dat xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx, administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos, lid is van de Vlaamse delegatie in de Internationale Scheldecommissie en als dusdanig onmiddellijk de functie als voorzitter van de ISC kan waarnemen, en zij als lid van de Commissie Integraal Waterbeleid over een brede ervaring en kennis beschikt inzake integraal waterbeleid en -beheer,
Besluit :
Artikel 1. De xxxx Xxxx Xxxxxxxxx wordt eervol van zijn functie als voorzitter van de Internationale Scheldecom- missie voor de periode 2009-2010 ontheven met ingang van 27 februari 2009.
Art. 2. Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx wordt als voorzitter van de Internationale Scheldecommissie voor de periode 2009-2010 aangewezen met ingang van 28 februari 2009.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 20 maart 2009.
De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. X. XXXXXXX