Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de
Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de
Protestantse wijkgemeente Apeldoorn-Noordoost van de Protestantse gemeente te Apeldoorn
Inhoud
Paragraaf Xxxxxx
1 Samenstelling van de wijkkerkenraad
2 Verkiezing van ambtsdragers
3 De werkwijze van de wijkkerkenraad, kleine kerkenraad en taakgroepen
4 Besluitvorming
5 De kerkdiensten
6 De vermogensrechtelijke aangelegenheden
7 Vaststelling en wijziging van de plaatselijke regeling Ondertekening
Bijlage 1
Vaststelling
Deze plaatselijke regeling is vastgesteld door de wijkkerkenraad op 14 maart 2017 en is vanaf deze datum geldig.
§ 1. Samenstelling van de wijkkerkenraad
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 4 art. 6 Samenstelling kerkenraad
• ordinantie 4 art. 10 De kerkenraad met werkgroepen
1.1. Aantal ambtsdragers
De wijkkerkenraad bestaat uit de ambtsdragers zoals genoemd in bijlage 1 punt 1.
1.2. Samenstelling van de kleine wijkkerkenraad
De kleine wijkkerkenraad bestaat uit de ambtsdragers zoals genoemd in bijlage 1 punt 2.
1.3 Samenstelling taakgroepen
De wijkkerkenraad heeft taakgroepen ingesteld. De ingestelde taakgroepen met opdracht worden vermeld in bijlage 1 punt 5.
§ 2. Verkiezing van ambtsdragers
2.1 Verkiezing van ambtsdragers - algemeen
De volgende bepaling uit de ordinanties is van toepassing:
• ordinantie 3 art. 2 De verkiezingsregeling
De volgende bepaling uit de Generale regeling gastlidmaatschap is van toepassing:
• art. 6. Lid 4
2.1.1 Stemrecht
De belijdende leden zijn stemgerechtigd. Tevens zijn de doopleden, die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt, stemgerechtigd.
2.1.2. Regels voor het stemmen
Xxxxxxxx geschiedt volgens de algemene regels voor besluitvorming zoals neergelegd in ordinantie 4-5.
2.1.3. Stemmen bij volmacht
Er kan bij volmacht worden gestemd, met dien verstande dat niemand meer dan twee gevolmachtig- de stemmen kan uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden gevolmachtigde stemmen kunnen uit- brengen.
De volmachten zijn schriftelijk en ondertekend en worden van te voren aan de wijkkerkenraad ge- toond.
2.2. Verkiezing van ouderlingen en diakenen
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 3 art. 6 De verkiezing van ouderlingen en diakenen
• ordinantie 3 art. 7 De ambtstermijn van ouderlingen en diakenen
2.2.1. Verkiezingsmaand
De verkiezing van ouderlingen en diakenen vindt jaarlijks plaats, bij voorkeur in de maand septem- ber.
2.2.2. Uitnodiging voor aanbevelingen en voor stemmen
De uitnodiging tot het doen van aanbevelingen, genoemd in ordinantie 3.6.2, wordt tenminste twaalf weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de wijkkerkenraad gedaan.
2.2.3. Verkiezingsvorm
Ouderlingen en diakenen worden gekozen tijdens een vergadering van de stemgerechtigde leden.1
2.3 Verkiezing van predikanten
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 3.4 De verkiezing van predikanten
2.3.1 Algemeen
De verkiezing van predikanten vindt plaats zoals gesteld in Ordinantie 3.4, en de plaatselijke regeling van de Protestantse Gemeente in Apeldoorn .
2.3.2 Ontstaan van een vacature
Direct nadat de wijkkerkenraad bekend wordt met de toekomstige vacature van een wijkpredikant, treedt de wijkkerkenraad in overleg met de Algemene Kerkenraad om vast te stellen of een beroe- ping van een predikant kan worden voorbereid.
2.3.3 Instelling van een Beroepingscommissie
Zodra bekend is dat tot beroeping van een predikant kan worden overgegaan stelt de wijkkerkenraad een beroepingscommissie in. Deze commissie bestaat uit negen personen, waarvan vier uit de wijk- kerkenraad en vijf uit de gemeente waarbij een aan de wijkgemeente verbonden kerkelijk werker aan gemeentelid wordt gelijkgesteld. De wijkkerkenraad ziet er op toe dat in de samenstelling van de commissie de diversiteit van de wijkgemeente zoveel mogelijk tot uitdrukking wordt gebracht. De Al- gemene Kerkenraad wijst ook een lid van de commissie aan (Zie Ordinantie 3.3).
2.3.4 Aanbevelingen door gemeenteleden
De wijkkerkenraad nodigt de gemeente uit tot het doen van aanbevelingen. De aanbevelingen moe- ten binnen twee weken na de uitnodiging schriftelijk en ondertekend ingediend zijn bij de wijkker- kenraad.
2.3.5 Kandidaatstelling
De kandidaatstelling met het oog op de verkiezing geschiedt door de kerkenraad. De kerkenraad van een wijkgemeente verricht de kandidaatstelling tezamen met de algemene kerkenraad in een gezamenlijke vergadering, waarbij elke van beide kerkenraden met de kandidatuur dient in te stemmen.
2.3.6 Verkiezing
De verkiezing van een predikant vindt plaats in een door de kerkenraad belegde vergadering van de stemgerechtigde leden van de gemeente.
Gaat het om de verkiezing van een predikant die als predikant voor gewone werkzaamheden verbonden zal worden aan een wijkgemeente, dan geschiedt de verkiezing door de stemgerechtigde leden van de wijkgemeente.
Voor het geval dat de kerkenraad één kandidaat ter verkiezing aan de gemeente voorstelt, is een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen vereist om deze gekozen te kun- nen verklaren.
2.3.7 Uitnodiging om te stemmen
De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste drie weken voordat de verkiezing plaats heeft door de kerkenraad gedaan.
1 Er vindt geen verkiezing plaats als het aantal kandidaten kleiner of gelijk is aan het aantal vacatures. De ker- kenraad verklaart de kandidaten voor gekozen (zie ordinantie 3.6.3).
§ 3. De werkwijze van de wijkkerkenraad, de kleine wijkkerkenraad en de taakgroepen
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 4.8 Werkwijze
• ordinantie 4.9 Wijkkerkenraden en algemene kerkenraad
• ordinantie 4.10 lid 2, 6 en 7
3.1. Aantal vergaderingen
De wijkkerkenraad vergadert in de regel vier maal per jaar. De kleine wijkkerkenraad in de regel tien maal per jaar.
3.2. Bijeenroepen van de vergadering
De vergaderingen van de wijkkerkenraad en de kleine wijkkerkenraad worden tenminste vijf dagen van te voren bijeengeroepen door het moderamen, onder vermelding van de zaken, die aan de orde zullen komen (de agenda).
3.3. Verslaggeving
Van de vergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in de eerstvolgende vergadering door de (kleine) wijkkerkenraad wordt vastgesteld.
3.4. Openbaarmaking besluiten
Niet vertrouwelijke besluiten, genomen in de vergadering van de kerkenraad, worden hetzij schrifte- lijk in het kerkblad, hetzij door een mondelinge mededeling binnen een redelijke termijn aan de ge- meente bekend gemaakt.
3.5. Verkiezing moderamen
De in ordinantie 4.8.2. genoemde jaarlijkse verkiezing van het moderamen geschiedt voor 1 oktober.
3.6. Plaatsvervangers
In de vergadering genoemd in art. 3.5 worden de plaatsvervangers van de preses en de scriba aange- wezen.
3.7. De gemeente kennen in en horen over
In de gevallen dat de kerkorde voorschrijft, dat de kerkenraad de gemeente kent in een bepaalde zaak en haar daarover hoort belegt de wijkkerkenraad een bijeenkomst met de (betreffende) leden van de gemeente, die wordt
▪ aangekondigd in het kerkblad, dat voorafgaande aan de bijeenkomst verschijnt en
▪ afgekondigd op tenminste twee zondagen, die aan de bijeenkomst voorafgaan.
▪ bekendgemaakt via het digitale kanaal van de gemeente zoals de zondagsbrief en/of de website In deze berichtgeving vooraf maakt de wijkkerkenraad in het kort kenbaar over welke zaak hij de ge- meente wil horen.
3.8. Toelating toehoorders tot de vergaderingen
De wijkkerkenraad kan besluiten dat wijkgemeenteleden als toehoorder tot een bepaalde vergade- ring toegelaten worden.
De wijkkerkenraad laat tot haar vergadering toe degene die door de wijkkerkenraad is aangesteld vanwege de op dat moment benodigde expertise.
3.9. Archiefbeheer
Het lopend archief van de wijkkerkenraad en de kleine kerkenraad berust bij de scriba, met inachtne- ming van de verantwoordelijkheid van het college van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van ordinantie 11.2.7 sub g.
3.10. Taak en bevoegdheid algemene kerkenraad
In overleg met de wijkkerkenraden heeft de algemene kerkenraad met inachtneming van het bepaal- de in ordinantie 4.9.4 vastgesteld dat het de taak en bevoegdheid van de algemene kerkenraad is de volgende zaken te regelen:
• De bepaling van getal, tijd en plaats van de kerkdiensten in de gemeente na overleg met de be- trokken wijkkerkenraden of hun samenwerkingsverbanden en het vaststellen van het preekroos- ter.
• Het aanwijzen en onder de verantwoordelijkheid van de algemene kerkenraad houden van bij- zondere diensten.
• Het op verzoek van een wijkkerkenraad al of niet verlenen van toestemming tot het onder de verantwoordelijkheid van die wijkkerkenraad houden van een bijzondere kerkdienst, voor zover deze bijzondere kerkdienst in de plaats komt van een door de algemene kerkenraad vastgestelde kerkdienst.
• Zaken die de oecumene betreffen voor zover dit de wijken overstijgt.
• Het doen uitgeven van het kerkblad Perspectief.
3.11. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de wijkkerkenraad
a) vaststellen en evalueren algemeen beleid
b) besturen op hoofdlijnen
c) nemen van besluiten zoals:
• vaststellen beleidsplan
• vaststellen plaatselijke regeling
• beroepingen: profielschets en uiteindelijke kandidaatstelling predikant
• wijkbegroting en wijkjaarrekening
• specifieke besluiten op verzoek van de kleine kerkenraad
d) toetsen van de uitvoering van beleid op hoofdlijnen
e) onderlinge toerusting
f) verkiezing van ambtsdragers
g) besluiten naar ordinantie 4.8.7 betreffende de toelating tot het avondmaal, huwelijk van gelijk ge- slacht, fusie e.d.
h) opzicht over de leden van de gemeente
i) afvaardiging naar de classicale vergadering
j) aanwijzen van leden van de algemene kerkenraad.
3.12. Taken van de taakgroepen
Naast de wijkraad van kerkrentmeesters en de wijkraad van diakenen heeft de wijkkerkenraad taak- groepen ingesteld.
Voor de functies van deze taakgroepen wordt verwezen naar bijlage 1 punt 5.
§ 4. Besluitvorming
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 4.5 Besluitvorming
§ 5. De kerkdiensten
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 5 art. 1 De eredienst
• ordinantie 6 art. 2 De toelating tot de doop
• ordinantie 7 art. 2 De toelating tot het avondmaal
• ordinantie 5 art. 4 Andere levensverbintenissen
5.1. Plaats en aantal kerkdiensten
De kerkdiensten van de wijkgemeente worden in principe wekelijks gehouden in de Julianakerk.
5.2. Beantwoording doopvragen
Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.
5.3. Deelname aan het avondmaal
Tot de deelname aan het avondmaal worden zowel belijdende leden als doopleden toegelaten.
5.4. Andere levensverbintenissen
Levensverbintenissen van twee personen, anders dan een huwelijk van man en vrouw, kunnen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht worden gezegend.
Betrokkenen dienen een verzoek daartoe ten minste acht weken van tevoren in te dienen bij de wijk- kerkenraad.
Tenminste een van de betrokkenen dient lid van de wijkgemeente te zijn.
Na ontvangst van het verzoek voert een afvaardiging van de wijkkerkenraad een gesprek met de be- trokkenen.
Tenminste vier weken voorafgaande aan de kerkdienst, waarin de levensverbintenis wordt gezegend, wordt dit bekendgemaakt door middel van een afkondiging in een zondagse kerkdienst en een aan- kondiging in het kerkblad.
§ 6. De vermogensrechtelijke aangelegenheden
6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – kerkrentmeesterlijk
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 11.2 Het college van kerkrentmeesters
• ordinantie 11.4 Vermogensrechtelijke aangelegenheden van gemeenten met wijkgemeenten
6.1.1. Omvang van wijkraad van kerkrentmeesters
De wijkraad van kerkrentmeesters bestaat uit het aantal leden zoals genoemd in bijlage 1 punt 3.
6.1.2. Aandeel Kerkrentmeesters–niet-ouderling
Van het in bijlage 1 punt 5 genoemd aantal kerkrentmeesters zijn tenminste twee leden van de wijk- raad ouderling.
6.1.3. Xxxxxxxxxx van voorzitter, secretaris en penningmeester
De verkiezing van de voorzitter, secretaris en penningmeester geschiedt eens per vier jaar voor 1 ok- tober.
6.1.4. Plaatsvervangers
In de vergadering, genoemd in art. 6.1.3, worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.
6.1.5. De wijkadministratie
De wijkraad van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van de wijkraad.
6.1.6. De bevoegdheden van de (wijk)penningmeester
De wijkraad van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een wijkpenningmeester aan.
De wijkpenningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente ten laste van de wijk- kas, met inachtneming van het door de algemene kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begro- ting, tot een maximaal bedrag van € 1.000 (duizend euro) per betaling. Voor betalingen boven dit be- drag zijn voorzitter en wijkpenningmeester of secretaris en wijkpenningmeester gezamenlijk be- voegd.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de wijkpenningmeester xxxxxx de voorzitter op als diens plaats- vervanger.
6.1.7 Taken en bevoegdheden van het college van kerkrentmeesters
Het college van kerkrentmeesters heeft tot taak:
α) De zorg voor het vervaardigen van de uitnodigingen tot betaling van de kerkelijke bijdragen;
β) het groot-onderhoud van de aan de wijkgemeenten ter beschikking gestelde kerk- en wijkgebou- wen (hieronder wordt verstaan het onderhoud, dat normaliter voor rekening van de eigenaar komt);
χ) het beheer en het onderhoud van alle overige onroerende zaken van de gemeente met hun in- ventaris, voor zover het beheer en/of onderhoud niet geheel of ten dele aan de gebruikers is ge- delegeerd;
δ) het beheer van roerende zaken van de gemeente, voor zover dit niet krachtens deze Plaatselijke regeling bij een wijkraad van kerkrentmeesters in beheer is gegeven;
ε) het beheer van kapitalen, fondsen en kassen van de gemeente;
ϕ) de zorg voor het bijhouden van de registers van de gemeenteleden en van het doopboek, het be- lijdenisboek en het trouwboek (ordinantie 3.10.2);
γ) het aanstellen, schorsen en ontslaan van kerkelijke medewerkers en het bepalen van hun rechts- positie, een en ander met inachtneming van het daartoe in de betrokken ordinanties, generale regelingen of algemene bepalingen gestelde;
η) het optreden als rekening-couranthouder van de wijkraden van kerkrentmeesters;
ι) het archiveren van alle stukken die betrekking hebben op de belangen van de gemeente;
φ) het verrichten van al datgene wat de verzorging van de vermogensrechtelijke belangen van niet diaconale aard betreft, voor zover dit niet bij of krachtens deze Plaatselijke Regeling aan de wijk- raden van kerkrentmeesters is opgedragen;
Het dagelijks bestuur is met de uitvoering van bovenstaande taken belast, evenals met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het college.
Het dagelijks bestuur geeft leiding aan het kerkelijk bureau.
6.1.8 De vergaderingen van het college van kerkrentmeesters
a) Het college van kerkrentmeesters vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht, doch ten minste vier maal per jaar.
b) Indien ten minste zes kerkrentmeesters uit het college van kerkrentmeesters daartoe een ver- zoek indienen zal een extra collegevergadering worden gehouden.
c) Tijdens een in het voorjaar te houden vergadering wordt de jaarrekening van de gehele gemeen- te van het verstreken jaar en op een in het najaar te houden vergadering de begroting van de ge- hele gemeente voor het komende jaar besproken. Dit overleg resulteert in een ontwerpjaarreke- ning respectievelijk een ontwerpbegroting voor de algemene kerkenraad, die zowel de begroting als de jaarrekening moet vaststellen.
d) Gemeenschappelijke zaken, zoals geldwerving, verwachte ontwikkelingen in het geheel van de gemeente, de ledenadministratie, de verhuur van gebouwen, verzekeringsaangelegenheden en onderlinge afstemming van zaken kunnen - al of niet op verzoek van één of meer wijkraden - gea- gendeerd worden.
6.1.9 Taken en bevoegdheden van de wijkraden van kerkrentmeesters
Overeenkomstig ordinantie 11.4.3 heeft het college van kerkrentmeesters de volgende taken aan de wijkraad van kerkrentmeesters toevertrouwd:
• Het vragen en ontvangen van bijdragen en giften, bestemd voor de desbetreffende wijkge- meente;
• en, binnen de door het college van kerkrentmeesters vastgestelde kaders en voor zover van toepassing:
• De zorg van de door het college van kerkrentmeesters aan de wijkgemeente ter beschikking gestelde kerk- en wijkgebouwen en alle andere, ten dienste van de wijkgemeente bestemde goederen, alsmede het dagelijks onderhoud daarvan (hieronder wordt verstaan het onder- houd, dat normaliter voor rekening van de gebruiker komt);
• Het namens de wijkkerkenraad doen van aanbevelingen voor het benoemen van kerkelijke medewerkers (organist, koster);
• Het doen van uitgaven binnen het raam van de goedgekeurde wijkbegroting;
• De beschikbaarstelling van kerkgebouwen anders dan voor erediensten en de vaststelling en inning van de daarvoor in rekening te brengen vergoedingen binnen de door het college van kerkrentmeesters vastgestelde kaders;
• Het bijhouden van de inventarisstaten van het desbetreffende kerk(- en wijk)gebouw.
• Het opstellen van een ontwerpbegroting voor de wijkkerkenraad;
• Het opstellen van de jaarrekening voor de wijkkerkenraad;
• Het uit zijn midden aanwijzen van één persoon (hierna te noemen: kerkmeester) die op- treedt als leidinggevende van de koster(-beheerder) en als zodanig ook aanspreekpunt is in het kader van de exploitatie van het kerk(- en wijk)gebouw voor het college van kerkrent- meesters, de koster(-beheerder) en anderen en, indien van toepassing, het dagelijks contact onderhoudt met de verhuurder van te behoeve van de wijkgemeente gehuurde roerende en onroerende goederen.
• De penningms stelt de volgorde vast waarin bedoelde leden bevoegd zijn tot het tekenen van opdrachten.eester is bevoegd betalingen te doen namens de wijkgemeente, met in achtne- ming van het door de wijkkerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting. Voor alle be- talingen en opdrachten boven een bedrag van €1.000,-- (duizend euro) is een tweede hand- tekening vereist van één van de leden van de wijkraad, niet zijnde de plaatsvervangend pen- ningmeester. De wijkraad van kerkrentmeesters
Het college van kerkrentmeesters en de wijkraad hebben hun afspraken over de uitvoering van deze taken, het overleg daarover en de verantwoordelijkheid van de wijkraad aan het college schriftelijk vastgelegd.
6.1.10 Overige bepalingen
6.1.10.1 De kerk- en wijkgebouwen
Dit artikel regelt de verhouding met de wijkgemeenten aangaande kerk(- en wijk)gebouwen.
a) Het college van kerkrentmeesters draagt zorg voor het beschikbaar zijn van ruimten voor de ere- dienst en de andere activiteiten van de wijkgemeente.
b) De algemene kerkenraad treft, wanneer twee of meer wijkgemeenten tezamen zijn aangewezen op het gebruik van een kerk- en/of wijkgebouw, na overleg met het college van kerkrentmees- ters en de betrokken wijkkerkenraden, een regeling voor het gezamenlijk gebruik daarvan.
c) Het college van kerkrentmeesters stelt in overleg met de betrokken wijkraden van kerkrentmees- ters in de onder lid b genoemde situatie een regeling op inzake de verzorging van het dagelijks onderhoud door de betrokken wijkraden.
d) Indien een (nieuw) kerk- en/of wijkgebouw moet worden gesticht, verbouwd of afgestoten, stelt het college van kerkrentmeesters in overleg met de betrokken wijkraad van kerkrentmeesters de te volgen werkwijze vast, ook ten aanzien van ontwerp en uitvoering.
6.1.10.2 De aanstelling van kerkelijke medewerkers
α) De benoeming van (cantor)organisten en kosters geschiedt door de wijkkerkenraad op voor- dracht van de wijkraad van kerkrentmeesters. De aanstelling vindt plaats door het college van kerkrentmeesters. Zij worden na overleg met de betrokken wijkraad van kerkrentmeesters door het college van kerkrentmeesters geschorst en ontslagen. Het advies van de wijkraad van kerk- rentmeesters wordt opgesteld in overleg met de wijkkerkenraad.
β) De benoeming van kerkelijk werkers, werkzaam ten behoeve van een wijkgemeente, geschiedt door de wijkkerkenraad.
χ) De aanstelling van functionarissen vindt plaats met inachtneming van het in de kerkorde daartoe bepaalde en met inachtneming van de desbetreffende rechtspositieregeling.
δ) Geen benoemingen door de wijkkerkenraad zullen plaatsvinden, dan nadat in de daaraan ver- bonden financiële lasten is voorzien.
6.1.10.3 De financiële administratie
a) De wijkraden van kerkrentmeesters gebruiken bij hun zorg voor de financiële administratie van de wijkgemeente de boeken en formulieren, ingericht naar de modellen, door het college van kerkrentmeesters vastgesteld en opgenomen in het Handboek PGA Kerkrentmeesters.
Ten behoeve van de centrale administratie van het college van kerkrentmeesters zenden de wijk- raden van kerkrentmeesters vóór de 10e dag van elk kwartaal aan het college een staat betref- fende de inkomsten en uitgaven van het voorafgaande kwartaal, inclusief alle onderliggende stukken, alsmede een opgave van de stand van de geldmiddelen per ultimo van dat kwartaal.
Voor het doen van overige betalingen wordt regelmatig een bedrag overgeboekt naar de centra- le bankrekening.
b) Iedere wijkraad is verantwoordelijk voor de controle op hun mutaties, die op hun rekening-cou- rant hebben plaatsgehad.
c) Een wijkraad van kerkrentmeesters kan bij het college van kerkrentmeesters geldmiddelen opne- men, dan wel voor 'akkoord' getekende rekeningen ter betaling aanbieden, in welk geval de re- kening-courant van de wijkgemeente daarvoor wordt gedebiteerd. De penningmeester van het college van kerkrentmeesters is bevoegd deze betalingen te weigeren, indien goedgekeurde pos- ten van de wijkbegroting door deze betalingen zouden worden overschreden.
d) De penningmeester van de wijkraad van kerkrentmeesters geeft tenminste één week van tevo- ren kennis aan het college van kerkrentmeesters over welke bedragen hij op een bepaald tijdstip moet kunnen beschikken.
e) Ten behoeve van iedere wijkraad van kerkrentmeesters wordt een bank- of girorekening ('inzake rekening') gehouden, ten name van 'Protestantse gemeente te Apeldoorn (wijkraad van kerk- rentmeesters )', over welke rekening de penningmeester van de desbetreffende wijkraad van kerkrentmeesters gemachtigd wordt te beschikken. Dit met in achtneming van de regeling, zoals beschreven in punt 6.1.9j.
6.1.10.4 De bijdragen van gemeenteleden
Van de leden van de wijkgemeenten wordt jaarlijks een kerkelijke bijdrage gevraagd.
Het college van kerkrentmeesters verstrekt periodiek aan de wijkraden van kerkrentmeesters een opgaaf van de toegezegde en ontvangen bijdragen.
6.1.10.5 De financiële verhouding tussen de gemeente en de wijkgemeenten
De baten en lasten worden onderverdeeld in categorieën, waarbij onderscheid wordt gemaakt tus- sen baten en lasten van de wijkgemeenten en centrale baten en lasten.
Baten van de wijkgemeenten:
-Opbrengsten van de ten bate van de wijkgemeente komende bijdragen, giften, erfstellingen en lega- ten van de gemeenteleden bestemd voor de wijkgemeente. Acceptatie geschiedt door het college van kerkrentmeesters. Besteding van deze inkomsten vindt uitsluitend plaats na het akkoord van het college van kerkrentmeesters.
-de opbrengsten van de collecten, tenzij deze niet voor de wijkgemeente bestemd zijn;
-de baten uit een verjaardagsfonds, bazaars, giften, contributies enz. voor een wijkgemeente be- stemd, evenals de baten van de exploitatie van een wijkblad;
-de rente op de in de wijkgemeente aangehouden bankrekening(en);
-de baten uit andere wijkactiviteiten;
-de verhuuropbrengsten
Lasten (boekhoudkundig) van de wijkgemeenten:
a) voor de kerkdiensten die voorkomen op het jaarlijks door de algemene kerkenraad vast te stellen preekrooster: de kosten die betrekking hebben op erediensten, inclusief de kosten van predi- kant, koster, organist en huisvesting. Evenzo de kosten van ziektevervanging van een predikant. De kosten van de overige kerkdiensten, tenzij de algemene kerkenraad hiervoor toestemming heeft gegeven. Voor begrafenis- en huwelijksdiensten geldt een aparte, door de algemene ker- kenraad vastgestelde regeling.
b) de kosten van een wijkblad;
c) de kosten van de geldwerving, indien de geworven gelden ten goede komen aan de wijkgemeen- te;
d) alle overige uitgaven ten behoeve van de wijkgemeente;
Inzake controle: De kosten ten laste van de wijkgemeenten moeten onderbouwd zijn door deugdelij- ke bescheiden, goedgekeurd door een kerkrentmeester van de wijk c.q. de budgethouder.
Centrale baten:
a) de bijdragen, collecten, giften en legaten, bestemd voor de gehele gemeente;
b) de vermogensopbrengsten;
c) de overige, hiervoor niet genoemde, opbrengsten.
Centrale lasten:
a) de lasten van de kerkgebouwen en de lasten van de overige onroerende zaken en inventarissen;
b) de afschrijvingen op kerkgebouwen, orgels, installaties en inventarissen;
c) 1 de traktementen met bijbehorende kosten van predikanten voor gewone werkzaamheden van de gemeente
2 de salarissen en bijkomende kosten van het personeel dat een arbeidsovereenkomst heeft met het College van Kerkrentmeesters
3 de, in overeenstemming met het afgesloten contract met het college van kerkrentmeesters, vergoedingen van tijdelijk ingehuurde werkkrachten zoals zzp-ers
4 de, op basis van de gemaakte afspraken met het college van kerkrentmeesters, vergoedingen voor personen die op vrijwillige basis werkzaamheden verrichten.
d) de dotatie aan voorzieningen;
e) de verplichtingen en bijdragen inzake andere organen;
f) de kosten van het vermogensbeheer;
g) de kosten van de geldwerving, indien de geworven gelden ten goede komen aan de gehele ge- meente;
h) de kosten van de centrale bestuursorganen en van het centrale administratieve apparaat;
i) alle overige uitgaven ten behoeve van de gehele gemeente.
Het college van kerkrentmeesters kan bij de vaststelling van de begroting in bijzondere gevallen be- sluiten tot wijziging van de rubricering van de lasten en baten.
6.1.11 Geschillen
Bij geschil over de uitleg van deze uitvoeringsbepalingen tussen het college en de wijkraad/wijkraden van kerkrentmeesters beslist de algemene kerkenraad.
Dit laat onverlet de bepalingen over bezwaarprocedures in de ordinanties 11 en 12.
§ 6.2. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – diaconaal
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 11.3 Het college van diakenen
• ordinantie 11.4 Vermogensrechtelijke aangelegenheden van gemeenten met wijkgemeenten
6.2.1. Omvang wijkraad van diakenen
De wijkraad van diakenen bestaat uit het aantal leden zoals genoemd in bijlage 1 punt 4.
6.2.2. Xxxxxxxxxx van voorzitter, secretaris en penningmeester
De verkiezing van de voorzitter, secretaris en penningmeester geschiedt eens per vier jaar voor 1 ok- tober.
6.2.3. Plaatsvervangers
In de vergadering, genoemd in art. 6.2.2, worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.
6.2.4. De administratie
De wijkraad van diakenen wijst uit zijn midden een administrerend diaken aan, die belast wordt met de boekhouding van de wijkraad.
6.2.5. De bevoegdheden van de penningmeester
De wijkraad van diakenen wijst uit zijn midden een wijkpenningmeester aan.
De wijkpenningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente ten laste van de diaco- nale wijkkas, met inachtneming van het door de algemene kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van € 1.000 (duizend euro) per betaling. Voor betalingen bo- ven dit bedrag zijn voorzitter en wijkpenningmeester of secretaris en wijkpenningmeester gezamen- lijk bevoegd.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de wijkpenningmeester de voorzitter op als diens plaatsvervan- ger.
6.2.6 Niet verkiesbaar en geen honorarium
a) Zij, die gesalarieerd kerkelijk (mede)werker zijn in dienst van de Protestantse Gemeente te Apel- doorn of haar diaconie, zijn niet verkiesbaar tot diaken.
b) Diakenen genieten honorarium noch presentiegeld.
6.2.7 Taken en bevoegdheden van het college van diakenen
Het college heeft - naast en als uitwerking op de taken die vermeld zijn in de ordinanties - tot taak:
α) Het beheer en onderhoud van diaconale roerende en onroerende goederen van de gemeente, voor zover dit niet krachtens deze Plaatselijke Regeling aan de zorg van een wijkraad van diake- nen zijn toevertrouwd;
β) het beheer van diaconale kapitalen, -fondsen en -kassen van de gemeente;
χ) het aanstellen, schorsen en ontslaan van diaconale kerkelijke (mede)werkers en het bepalen van hun rechtspositie, een en ander met inachtneming van het daartoe in de betrokken ordinanties, generale regelingen of algemene bepalingen gestelde;
δ) het optreden als rekening-couranthouder van de wijkraden van xxxxxxxx;
ε) het verrichten van al datgene wat de verzorging van de vermogensrechtelijke diaconale belangen betreft, voor zover dit niet bij of krachtens deze Plaatselijke Regeling aan de wijkraden van diake- nen is opgedragen;
Het dagelijks bestuur is met de uitvoering van bovenstaande taken belast, evenals met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het college.
6.2.8 De vergaderingen van het college van diakenen
• Het college van diakenen vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig acht doch ten minste vier keer per jaar.
• Indien ten minste zes diakenen uit het college daartoe een verzoek indienen, zal een extra collegevergadering worden gehouden.
• Tijdens een in het voorjaar te houden vergadering wordt de diaconale jaarrekening van de gehele gemeente van het verstreken jaar en op een in het najaar te houden vergadering de diaconale begroting van de gehele gemeente voor het komende jaar besproken. Dit overleg resulteert in een ontwerpjaarrekening respectievelijk een ontwerpbegroting voor de algeme- ne kerkenraad, die zowel de begroting als de jaarrekening moet vaststellen.
• Gemeenschappelijke zaken, zoals geldwerving, verwachte ontwikkeling in het geheel van de gemeente, de verhuur van diaconale eigendommen, verzekeringsaangelegenheden en on- derlinge afstemming van zaken kunnen - al of niet op verzoek van één of meer wijkraden - voor de vergadering van diakenen geagendeerd worden.
6.2.9 Taken en bevoegdheden van de wijkraden van diakenen
Overeenkomstig ordinantie 11.4.5 heeft het college van diakenen de volgende taken aan de wijkraad van diakenen toevertrouwd:
a) Het doen van uitgaven binnen het raam van de goedgekeurde diaconale begroting van de wijkge- meente;
b) het geven van leiding aan de onder verantwoordelijkheid van de wijkkerkenraad in de wijk werk- zame diaconale kerkelijke (mede)werkers;
c) het in nauwe samenhang met de ouderlingen en de predikant uitvoering geven aan het diaconale beleid in de wijkgemeente binnen het raam van de richtlijnen van de wijkkerkenraad;
d) het namens de wijkkerkenraad doen van voorstellen betreffende het diaconale beleid voor de gehele gemeente aan het college van diakenen ten behoeve van de algemene kerkenraad;
e) het uitvoering geven aan de door de algemene kerkenraad, na overleg met de wijkraad van dia- kenen, voor de wijkraad van diakenen vastgestelde taken;
f) het opstellen van een diaconale ontwerpbegroting voor de wijkkerkenraad;
g) het opstellen van de diaconale jaarrekening voor de wijkkerkenraad.
Het college van diakenen en de wijkraad hebben hun afspraken over de uitvoering van deze taken, het overleg daarover en de verantwoordelijkheid van de wijkraad aan het college schriftelijk vastge- legd.
6.2.10 Overige bepalingen.
6.2.10.1 Het aanstellen van kerkelijke medewerkers
a) De benoeming van diaconale kerkelijke (mede)werkers geschiedt door de wijkkerkenraad op voordracht van de wijkraad van diakenen. De aanstelling vindt plaats door het college van diake- nen. Zij worden in overleg met de wijkraad van diakenen door het college van diakenen ge- schorst en ontslagen. Het advies van de wijkraad van diakenen wordt opgesteld in overleg met de wijkkerkenraad.
b) De aanstelling van diaconale kerkelijke (mede)werkers vindt plaats met inachtneming van het in de kerkorde daartoe bepaalde en met inachtneming van de desbetreffende rechtspositierege- ling.
c) Geen benoemingen door de wijkkerkenraad zullen plaatsvinden, dan nadat in de daaraan ver- bonden financiële lasten is voorzien.
6.2.10.2 De financiële administratie
a) De wijkraden van diakenen gebruiken bij hun zorg voor de financiële administratie van de wijkge- meente de boeken en formulieren, ingericht naar de modellen, door het college van diakenen vastgesteld.
b) Ten behoeve van de centrale administratie van het college van diakenen zenden de wijkraden van diakenen desgevraagd vóór de 10e dag van elk kwartaal aan het college een staat betreffen- de de inkomsten en uitgaven van het voorafgaande kwartaal, inclusief alle onderliggende stuk- ken, alsmede een opgave van de stand van de geldmiddelen per ultimo van dat kwartaal.
c) Maandelijks geeft de centrale administratie aan de wijkraden van diakenen een opgave van de mutaties, die op hun rekening-courant hebben plaatsgehad.
d) Een wijkraad van diakenen kan bij het college van diakenen geldmiddelen opnemen, dan wel voor 'akkoord' getekende rekeningen ter betaling aanbieden, in welk geval de rekening-courant van de wijkgemeente daarvoor wordt gedebiteerd. De penningmeester van het college van dia- kenen is bevoegd deze betalingen te weigeren, indien goedgekeurde posten van de wijkbegro- ting door deze betalingen zouden worden overschreden.
e) De penningmeester van de wijkraad van diakenen geeft tenminste één week van tevoren kennis aan het college van diakenen over welke bedragen hij op een bepaald tijdstip moet kunnen be- schikken.
f) Ten behoeve van iedere wijkraad van diakenen wordt een bank- of girorekening ('inzake reke- ning') gehouden, ten name van 'Protestantse gemeente te Apeldoorn (wijkraad van diakenen )', over welke rekening de penningmeester van de desbetreffende wijkraad van diakenen kan be- schikken.
6.2.10.3 De financiële verhouding tussen de gemeente en de wijkgemeenten
De diaconale baten en lasten worden onderverdeeld in categorieën, waarbij onderscheid wordt ge- maakt tussen baten en lasten van de wijkgemeenten en centrale baten en lasten.
Baten van de wijkgemeenten
Opbrengsten van de ten bate van het diaconale werk van de wijkgemeente komende bijdragen, gif- ten, erfstellingen en legaten van de gemeenteleden bestemd voor het diaconale werk van de wijkge- meente.
Acceptatie van erfstellingen en legaten geschiedt door het college van diakenen. Besteding van deze inkomsten vindt uitsluitend plaats met akkoord van het college van diakenen.
Lasten (boekhoudkundig) van de wijkgemeenten
De wijkgemeente kent geen diaconale lasten anders dan die welke in het kader van de begroting zijn toegestaan.
Centrale baten
a) bijdragen, collecten, giften en legaten, bestemd voor de diaconie van de gehele gemeente;
b) de vermogensopbrengsten;
c) de verhuuropbrengsten;
d) de overige, hiervoor niet genoemde, opbrengsten.
Centrale lasten:
-de lasten van eventuele diaconale onroerende zaken en inventarissen;
-de afschrijvingen op onroerende zaken en inventarissen;
-de salarissen met de sociale lasten en andere bijkomende kosten van in dienst van de diaconie ge- stelde kerkelijke (mede)werkers;
-de dotatie aan voorzieningen;
-de verplichtingen en bijdragen inzake andere organen;
-de kosten van het vermogensbeheer;
-de kosten van de geldwerving, indien de geworven gelden ten goede komen aan de gehele diaconie van de gemeente;
-de kosten van de diaconale bestuursorganen en van het diaconale administratieve apparaat;
-alle overige lasten ten behoeve van de diaconie van de gehele gemeente.
Het college van diakenen kan bij de vaststelling van de begroting in bijzondere gevallen besluiten tot wijziging van de rubricering van de lasten en baten.
6.2.11 Geschillen.
Bij geschil over de uitleg van deze uitvoeringsbepalingen tussen het college en de wijkraad/wijkraden van diakenen beslist de algemene kerkenraad.
Dit laat onverlet de bepalingen over bezwaarprocedures in de ordinanties 11 en 12.
§ 6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden – begrotingen, jaarrekeningen, collecte- rooster
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 11 art. 6 De begrotingen en het collecterooster
• ordinantie 11 art. 7 De jaarrekeningen
6.3.1. Rol wijkkerkenraad bij begroting
Vóór 1 juli dienen de wijkkerkenraden na overleg met de wijkraden van kerkrentmeesters en diake- nen de door hen vastgestelde wijkbegroting in, met afschrift aan het college van kerkrentmeesters
x.x. xxxxxxxx.
De wijkbegrotingen worden door de algemene kerkenraad c.q. colleges van kerkrentmeesters en dia- kenen opgenomen in de begroting van de gemeente. Indien de algemene kerkenraad dan wel een van de colleges bezwaren heeft tegen een wijkbegroting treden zij in overleg met de wijkkerkenraad en de wijkraden teneinde de bezwaren weg te nemen.
6.3.2. Rol wijkkerkenraad bij jaarrekening
Vóór 15 februari dienen de wijkkerkenraden na overleg met de wijkraden van kerkrentmeesters en diakenen de door hen vastgestelde wijkjaarrekening in, met afschrift aan het college van kerkrent- meesters x.x. xxxxxxxx.
De wijkjaarrekeningen worden door de algemene kerkenraad c.q. colleges van kerkrentmeesters en diakenen opgenomen in de jaarrekening van de gemeente. Indien de algemene kerkenraad dan wel een van de colleges bezwaren heeft tegen een wijkjaarrekening treden zij in overleg met de wijkker- kenraad en de wijkraden teneinde de bezwaren weg te nemen.
6.3.3. Het in de gelegenheid stellen van leden van de wijkgemeente hun mening kenbaar te maken over wijkbegroting en wijkjaarrekening
Voor de vaststelling dan wel wijziging van de wijkbegroting en voor de vaststelling van de wijkjaarre- kening worden deze stukken in samenvatting gepubliceerd in het kerkblad.
De volledige stukken kunnen gedurende een week worden ingezien. Bij de publicatie worden tijd en plaats vermeld.
De leden worden in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.
Reacties kunnen tot drie dagen na het einde van de periode van terinzagelegging worden gestuurd aan de scriba van de wijkkerkenraad.
§ 6.4. Overige taken van kerkrentmeesters en diakenen
In deze paragraaf worden nog een aantal vermeldingen van de kerkrentmeesters en de diakenen in de ordinanties bij de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland genoemd, bedoeld om een in-
druk te geven van de taken, die in de kerkorde zijn toegedacht aan het college van kerkrentmeesters resp. diakenen en die in de vorige paragrafen van het model nog niet zijn genoemd.
I . Kerkrentmeesters
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 3.5 beroeping van predikanten
• ordinantie 3.10 Het dienstwerk van de ouderlingen
• ordinantie 3.28 De kerkelijke medewerkers
• ordinantie 4.8 Werkwijze
• ordinantie 5.6 De kerkmusicus
• ordinantie 5.7 De koster
• ordinantie 5.8 Het kerkgebouw
II . Diakenen
De volgende artikelen zijn van toepassing:
• ordinantie 3.11 Het dienstwerk van de diakenen
• ordinantie 3.28 De kerkelijke medewerkers
• ordinantie 4.8 Werkwijze
• ordinantie 7.3 De viering van het avondmaal
• ordinantie 8.3 De diaconale arbeid
§ 7. Vaststelling en wijziging van de plaatselijke regeling
De volgende bepalingen uit de ordinanties zijn van toepassing:
• ordinantie 4.7 lid 2 vaststelling en wijziging plaatselijke regeling
Ondertekening
Aldus te Apeldoorn vastgesteld in de vergadering van de kerkenraad van 14 maart 2017
…………………………,
preses dhr. X. xxx xxx Xxx
…………………………,
scriba mw.J.H. Ten Klooster
BIJLAGE 1 samenstelling wijkkerkenraad, wijkraden en taakgroepen
1. Samenstelling wijkkerkenraad
De wijkkerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers:
Ambt | aantal |
Predikant | 3 |
Ouderlingen | 101 |
ouderlingen-kerkrentmeester | 2 |
Diakenen | 102 |
Totaal | 25 |
1 voorzitter, scriba, jeugdouderling en zeven pastoraal ouderlingen
2 waaronder een jeugddiaken
2. Samenstelling kleine wijkkerkenraad
De kleine wijkkerkenraad bestaat uit de volgende ambtsdragers:
Ambt | aantal |
Predikanten | 3 |
Ouderlingen | 31 |
ouderlingen-kerkrentmeester | 1 |
Diakenen | 1 |
Totaal | 7 |
1 voorzitter, scriba en pastoraal ouderling
3. Samenstelling wijkraad van kerkrentmeesters
De wijkraad van kerkrentmeesters bestaat uit acht leden waarvan tenminste twee leden ouderling- kerkrentmeester zijn.
4. Samenstelling wijkraad van diakenen
De wijkraad van diakenen bestaat uit tien leden.
5. Samenstelling taakgroepen
5.1 Taakgroep Eredienst
De taakgroep Eredienst heeft als taak het opstellen van een jaarrooster van alle erediensten en daar- op aansluitend een jaarrooster voor de predikanten en muzikanten. Verder het opstellen en actueel houden van de liturgie en zorg dragen voor de daarbij benodigde ondersteunende middelen.
De taakgroep bestaat uit een predikant, één of meer pastorale ouderlingen en een organist.
5.2 Taakgroep Pastoraat
De taakgroep Pastoraat is door de Kerkenraad in het leven geroepen en heeft als taak het vormgeven aan een levende en inspirerende geloofsgemeenschap, waarin mensen kunnen groeien in hun geloof en waar tijd en ruimte is om elkaar te ontmoeten in het vertrouwen dat we God hierin kunnen erva- ren.
De taakgroep bestaat uit de predikanten en de pastorale ouderlingen. De taakgroep komt over het algemeen in een frequentie van eenmaal per twee maanden bijeen.
5.3 Taakgroep Jeugd
De taakgroep Jeugd heeft als taak activiteiten te organiseren die er op gericht zijn om kinderen en jongeren te inspireren zich te verbinden met God, de geloofsgemeenschap en de wereld. De taak- groep bestaat, werkend onder de naam J-Oost, uit de jeugdouderling(-en) één van de predikanten (en op afroep een adviseur van Kerkplein 7) en de contactpersoon/coördinator van de uitgezette ac- tiviteiten, waaronder kindernevendienst, oppasdienst, Rock Solid en Solid Friends, C-You clubwerk en van Oost-naar-Oost.