Cao-Partijen
Cao Metalektro
Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)
2021/2025
Cao-Partijen
Deze cao is overeengekomen door:
1. FME, ondernemersorganisatie voor de technologische industrie, hierna te noemen de werkgeversorganisatie
en
2. FNV Metaal,
3. CNV Vakmensen,
4. De Unie,
5. VHP2,
de partijen 2 tot en met 5, gezamenlijk te noemen de vakbonden.
Inleiding
Vervroegd uittreden
• In het Pensioenakkoord tussen kabinet en sociale partners uit 2019 is afgesproken dat Regelingen voor vervroegde uittreding (RVU’s) van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2025 onder voorwaarden niet belast worden met een RVU-heffing van 52%.
• De tijdelijke aanpassing van de RVU-heffing heeft als doel de werknemers die zich onvoldoende hebben kunnen voorbereiden op de verhoging van de AOW- leeftijd en die niet in staat zijn gezond werkend de AOW-leeftijd te bereiken, bijvoorbeeld omdat ze zwaar werk doen, de mogelijkheid te bieden eerder te stoppen met werken.
• Cao-partijen hebben afgesproken een regeling uit te werken waarin werknemers die aan de voorwaarden voldoen vervroegd kunnen uittreden en in aanmerking komen voor een uitkering ter overbrugging van de periode tot de ingangsdatum van de AOW. Met de Cao RVU, het nieuwe RVU-fonds en het bijbehorende reglement geven partijen invulling aan deze afspraak.
• Concreet betekent dit dat een werknemer in de Metalektro die aan de voorwaarden voldoet in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 van deze regeling gebruik kan maken.
RVU
RVU
• Cao-partijen verkennen gezamenlijk of gebruik gemaakt kan worden van de MDIEU-subsidieregeling (Maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden) om een deel van de kosten van de regeling voor vervroegde uittreding te kunnen financieren.
1. Uitvoering van de cao
1.1 Cao RVU, RVU Metalektro en ROM
a. De Cao Metalektro: Regeling Vervroegd Uittreden (verder te noemen ‘Cao RVU’ of ‘deze cao’) wordt uitgevoerd door de Stichting RVU Metalektro (verder te noemen ‘RVU Metalektro’ of ‘de stichting’). Cao-partijen hebben de stichting met dit doel opgericht.
b. RVU Metalektro werkt binnen de kaders van (de werkings- sfeer van) deze cao, de statuten van RVU Metalektro
en het Reglement Vervroegd uittreden uit bijlage C. De statuten van RVU Metalektro en het Reglement Vervroegd Uittreden maken deel uit van deze cao.
c. De Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) is gerechtigd de taken uit te voeren die deze cao aan de ROM opdraagt.
2. Premieheffing
2.1 Werkgeversbijdrage
a. De werkgever is jaarlijks een bijdrage van maximaal 0,3% verschuldigd aan RVU Metalektro van de in dat jaar voor de onderneming geldende Loonsom Wfsv.
b. De loonsom Wfsv is hier het totaal van het loon zoals omschreven in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv).
c. Cao-partijen stellen jaarlijks de hoogte van de bijdrage vast.
2.2 Voorschot
a. De werkgever is verplicht de ROM een voorschot op zijn bijdrage te betalen.
b. Hij doet dit vóór een door de ROM vast te stellen datum, maar uiterlijk op 15 oktober van elk jaar.
2.3 Informatieplicht
De werkgever is verplicht de gegevens die noodzakelijk zijn voor de berekening van zijn (voorschot)bijdrage aan de ROM te verstrekken.
2.4 Te laat of niet betalen
Als de werkgever zijn (voorschot)bijdrage niet op tijd betaalt, is hij vanaf de uiterste betaaldatum de dan geldende wettelijke rente verschuldigd.
d. Jaarlijks evalueren cao-partijen de premieheffing. Partijen kunnen aan de hand van de evaluatie aanpassing van de benodigde premie overeenkomen. Als partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over aanpassing van de premie, blijft de eerder overeengekomen maximale premie van toepassing.
e. De ROM heft de werkgeversbijdrage en bepaalt het heffingsmoment.
c. De ROM bepaalt de hoogte van het voorschot op basis van een redelijke schatting van de op die datum voor de onderneming geldende Loonsom Wfsv. De ROM heft het voorschot.
RVU
RVU
d. De definitieve afrekening vindt plaats op uiterlijk 15 augustus van het daaropvolgende jaar.
3. Over deze cao
3.1 Looptijd
Deze cao geldt voor de periode van 14 juli 2021 tot en met 31 december 2025, en eindigt zonder dat daarvoor opzegging nodig is.
3.2 Werkingssfeer
De bepalingen over de werkingssfeer zijn opgenomen in bijlage A. Deze bijlage en bijlage B maken onderdeel uit van deze cao.
3.3 Definities
Werkgever
De natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie de werknemer pleegt te werken.
3.4 Afwijken van deze cao
3.4.1 Hoofdregels
a. De werkgever kan in voor werknemers gunstige zin afwijken van cao-bepalingen.
b. De werkgever kan niet in voor werknemers ongunstige zin afwijken van cao-bepalingen.
Werknemer
Degene die:
• een arbeidsovereenkomst heeft in de zin van artikel 7: 610 van het Burgerlijk Wetboek of
• in aangenomen werk persoonlijk arbeid verricht, al dan niet als thuiswerker, maar niet in de zelfstandige uitoefening van een bedrijf of beroep.
Ondertekening van de cao
Deze cao is overeengekomen en in vijfvoud getekend door:
Vereniging FME
Xxxx Xxxxxx (voorzitter),
Xxxxxxx Xxxxx (hoofdonderhandelaar cao)
FNV
Xxxxxx Xxxxxx (landelijk bestuurder FNV Metaal) Xxxxxx xxx Xxxxx (landelijk bestuurder FNV Metaal)
XXX Xxxxxxxxx.xx Xxxx Xxxxxxx (voorzitter) Xxxxxx Xxx (bestuurder)
De Unie
Xxxxxxx Xxxxxxxxx (voorzitter)
Xxxxxxx Xxxxxx (belangenbehartiger)
VHP 2
Xxxx xxx Xxxxxx (voorzitter)
RVU
RVU
Xxxx xxx Xxxxxx (senior adviseur arbeidsverhoudingen)
Bijlagen
A. Werkingssfeer 210
B. Reglement dispensatie 217
C. Reglement Vervroegd Uittreden 219
Bijlage A. Werkingssfeer
1. a. Deze overeenkomst is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers in dienst van een werkgever in de Metalektro.
b. Deze overeenkomst is tevens van toepassing op de arbeidsovereenkomsten van werknemers in dienst van de werkgever die niet valt onder 6 of 7 van deze bijlage en in hoofdzaak ondersteunende
en/of samenhangende activiteiten verricht ten behoeve van een of meer werkgever(s) in de Metalektro waarmee de werkgever een gezamenlijke onderneming vormt, tenzij de werkgever is gebonden aan de al of niet algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de cao voor het Metaalbewerkingsbedrijf, of de cao voor het Technisch Installatiebedrijf.
2. Een werkgever die activiteiten verricht als beschreven in 6 tot en met 7 valt onder de werkingssfeer van deze overeenkomst als in hoofdzaak Metalektro-activiteiten worden verricht
3. Of in hoofdzaak activiteiten binnen de Metalektro worden verricht, wordt bepaald aan de hand van het aantal arbeidsuren dat door werknemers van de werkgever aan die activiteiten wordt besteed. Van “in
hoofdzaak” is sprake als dat gewoonlijk meer dan 50% is van het aantal overeengekomen arbeidsuren van de bij de werkgever in dienst zijnde werknemers.
4. Tot de Metalektro-activiteiten behoren zowel de specifieke activiteiten genoemd in 6 tot en met 7 als werkzaamheden van werknemers die, in een al dan niet ondersteunende functie - waartoe mede wordt verstaan werknemers in de ‘overhead’ -, werkzaam zijn ten behoeve van die specifieke activiteiten.
5. Voor zover werknemers al dan niet in een onder- steunende functie - waartoe mede wordt verstaan werknemers in de ‘overhead’ - werkzaam zijn zowel ten behoeve van de Metalektro-activiteiten als ten behoeve van andere ondernemingsactiviteiten, wordt het aantal arbeidsuren van deze werknemers naar evenredigheid toegerekend aan de verschillende activiteiten van de werkgever.
6. Tot de ‘Metalektro’ behoren – voor zover niet genoemd in 7 en 8 – werkgevers waarin, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende ten minste 1200 uren per week door bij die werkgever in dienst zijnde werknemers als bedoeld in paragraaf 7.3 van deze overeenkomst*),
doch met inachtneming van het gestelde onder 9 t/m 18 en 22, werkzaamheden worden verricht en waarin:
*) Zie beschikking van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juni 1990 (Stcrt. 1990, 112).
a. uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend, waaronder onder meer wordt verstaan:
BIJLAGEN
RVU
1e het 3D-printen, aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, extruderen, forceren, frezen, gieten, herstellen, honen, kotteren, lasercladden, (laser) lassen, leppen, monteren, onderhouden (waaronder onder meer preventief), ontwerpen, ontwikkelen, persen, pletten, samenstellen, slopen, smeden, smelten, snijden, trekken, vervaardigen, verscheuren en/of vermalen, (vonk-)verspanen, walsen, zagen van metaal (waaronder onder meer te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer, zink en legeringen of composities hiervan) of metalen voorwerpen, alles in de ruimste zin van het woord, zoals: apparaten, appendages, automobielen, auto- maten, beelden, benzinepompen, beregenings- installaties, bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bromfietsen, bruggen, buizen, capsules, containers niet zijnde carrosserieën, draad, draadnagels, drijfwerk, elektriciteitsmeters, elektroden, gaas, gasmeters, gemotoriseerde rijwielen, gereedschappen, haarden, instrumenten (waaronder optische apparaten), jaloezieën, kachels, ketels (o.a. voor centrale verwarming), kinderwagens, klinknagels, knopen, kroonkurken, machines, matrassen, matrijzen, meters (o.a. gas-, elektriciteits-, water- en taximeters), meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziek-
instrumenten, onderdelen, ovens, radiatoren, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materieel, rolluiken, rijwielen, schaatsen, schepen (alle vaartuigen hoe dan ook genaamd en van welke aard ook), schroeven, schuifhekken, sierhekken, sluitingen, stempels, stoomketels, tanks, taxi- meters, toestellen, tuben, uurwerken, voorwerpen, watermeters, werktuigen (waaronder mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwmachines, -tractoren en -werktuigen) en zonweringen;
2e het ontwerpen, ontwikkelen, vervaardigen en/of herstellen van apparaten, installaties, stoffen, toestellen, voorwerpen en dergelijke - dit alles ongeacht de aard van het materiaal-, die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, ver- bruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken, zoals analyseapparatuur, bioreactoren, elektromotoren, elektrische huishoudelijke en industriële toestellen met en zonder elektrische bewegingskracht, elektrische ovens, fornuizen, apparatuur voor het elektrisch lassen en accumu- latoren, producten dienende tot het ondergronds transport van elektrisch arbeidsvermogen (grond- kabel), isolerend draad, installatiemateriaal (waaronder smeltveiligheden) en alle overige elektronische apparatuur daaronder begrepen elektro-medische toestellen, instrumenten en computers;
3e het staalblazen en/of zandstralen;
4e het verzinken en/of vertinnen, voor zover dit niet langs galvanotechnische weg geschiedt;
5e het reviseren van verbrandingsmotoren en/of onderdelen daarvan in de ruimste zin;
b. uitsluitend of in hoofdzaak het elektrotechnische scheepsinstallatiebedrijf wordt uitgeoefend;
c. uitsluitend of in hoofdzaak rechtstreeks voor derden het bedrijf wordt uitgeoefend van het:
1. wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroominstallaties (elektrotechnisch wikkelbedrijf);
2. monteren en bedraden van elektrotechnische en elektronische apparatuur van bedienings-, schakel- en signaleringspanelen (elektrotechnisch paneelbouwbedrijf);
3. demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden, gebruiksgereed opleveren van apparaten, installaties, toestellen, voorwerpen
e.d. die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf);
d. uitsluitend of in hoofdzaak werknemers ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 7: 690 B.W. van werkgevers waarin uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend dan wel die op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro; echter, niet tot de Metalektro worden geacht te behoren werkgevers waarin uitsluitend het bedrijf van het ter beschikking stellen van werknemers van derden wordt uitgeoefend indien de betreffende werkgever:
• werknemers voor 25% of meer van de arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers ter beschikking stelt van derden die niet uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van
metalen uitoefenen dan wel niet op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro;
• én voor 15% of meer van het totale premieplichtige loon op jaarbasis werknemers ter beschikking stelt van derden op basis van uitzendovereen- komsten met uitzendbeding als bedoeld in artikel 7: 691 lid 2 B.W., zoals laatstelijk nader gedefinieerd in Bijlage 1, behorend bij artikel 5.1 van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, SV/F&W/05/96420, ter uitvoering van de Wet financiering sociale verzekeringen (Regeling Wfsv), gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van 13 december 2005. De onder- neming heeft aan dit criterium voldaan indien en voor zover dit door de uitvoeringsinstelling (Belastingdienst), die voor de sociale ver- zekeringen is belast met het indelen van onder- nemingen bij sectoren, als zodanig is vastgesteld;
• én geen onderdeel uitmaakt van een groep van ondernemingen die geacht wordt te behoren tot de Metalektro;
• én geen door werkgevers- en werknemers (organisatie(s)) tot stand gebrachte arbeidspool is;
e. anders dan in hoofdzaak het bedrijf van het be- en/ of verwerken van metalen en/of een of meer van de in 7 genoemde bedrijven wordt uitgeoefend en daarnaast anders dan in hoofdzaak werknemers ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 7: 690 B.W. van werkgevers waarin uitsluitend of in hoofdzaak het bedrijf van be- en/of verwerken van metalen wordt uitgeoefend dan wel die op grond van de overige bepalingen van dit artikel worden geacht te behoren tot de Metalektro, indien in de betreffende
werkgever het grootste deel van het totale premie- plichtige loon op jaarbasis wordt aangewend ten behoeve van deze activiteiten gezamenlijk.
Onder “vervaardigen” dient eveneens te worden verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.
Ontwerpen en/of ontwikkelen wordt alleen dan tot de werkingssfeer geacht te behoren indien en voor zover dit plaatsvindt ten dienste van een of meer overige zelf te verrichten activiteiten als onder a tot en met d omschreven. Onder ontwerpen, ontwikkelen wordt verstaan, uitgaande van een programma van eisen, het omzetten van dit programma in een technische specificatie, waaronder mede wordt verstaan schets, blauwdruk of prototype, enz.
a. het walsen van staal;
b. het ijzer- en staalgietersbedrijf;
c. het ontwerpen, ontwikkelen, vervaardigen en/of herstellen van vliegtuigen;
d. het ontwerpen, ontwikkelen, vervaardigen en/of herstellen van liften.
Onder “vervaardigen” dient eveneens te worden verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.
Toelichting:
Bij werkgevers wordt in hoofdzaak één van de onder a tot en met d vermelde bedrijven uitgeoefend, indien het aantal overeengekomen arbeidsuren dat de in dienst zijnde werknemers direct en indirect betrokken zijn bij de werkzaamheden van dat bedrijf meer dan 50% bedraagt van het totaal aantal met alle in dienst zijnde werknemers overeengekomen arbeidsuren.
Toelichting:
De werkzaamheden van werknemers van een werkgever vallen in hoofdzaak onder de Metalektro, indien het aantal overeengekomen arbeidsuren dat de in dienst zijnde werknemers direct en indirect betrokken zijn bij de werkzaamheden zoals vermeld onder a tot en met e meer dan 50% bedraagt van het totaal aantal met alle in dienst zijnde werknemers overeengekomen arbeidsuren.
Ontwerpen en/of ontwikkelen wordt alleen dan tot de werkingssfeer geacht te behoren indien en voor zover dit plaatsvindt ten dienste van een of meer overige zelf te verrichten activiteiten als onder a tot en met d omschreven. Onder ontwerpen, ontwikkelen wordt verstaan, uitgaande van een programma van eisen, het omzetten van dit programma in een technische specificatie, waaronder mede wordt verstaan schets, blauwdruk of prototype, enz.
RVU
7. Ongeacht het aantal arbeidsuren gedurende welke in de regel per week door bij die werkgevers in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht, worden, behoudends het bepaalde in 6 tevens geacht tot de Metalektro te behoren werkgevers waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer van de volgende bedrijven worden uitgeoefend:
8. Niet onder de werkingssfeer van deze overeenkomst ressorteren werkgevers, die weliswaar onder
de omschrijving van 7 vallen, doch waarop met goed- keuring van de daartoe bevoegde instantie een (algemeen verbindend verklaarde) collectieve arbeids- overeenkomst of regeling van arbeidsvoorwaarden in de Metaal en Techniek van toepassing is.
BIJLAGEN
213
9. Een werkgever, die in verband met het aantal arbeids- uren van haar werknemers behoort tot de Metalektro, behoort tot het Metaalbewerkingsbedrijf*), indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week bij de werkgever, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2, of 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, minder heeft bedragen dan onderscheidenlijk 1200, 800 of 400, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna in 10 bepaalde. Indien de daling van het aantal arbeidsuren het directe gevolg is van een juridische herstructurering worden de bij de juridische herstructurering betrokken werkgevers voor de vaststelling van het aantal arbeidsuren als één werkgever beschouwd.
Dit geldt niet als op de arbeidsovereenkomsten van een werkgever voorafgaand aan de juridische herstructurering de (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de cao voor het Metaalbewerkingsbedrijf of de (algemeen verbindend verklaarde) bepalingen van de cao voor het Technisch Installatiebedrijf van toepassing waren.
De werkgever die voornemens is de hierboven bedoelde juridische herstructurering door te voeren maakt hiervan melding bij de ROM waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de gevolgen van de juridische herstructurering voor de betrokken werknemers.
*) Als bedoeld in artikel 77, eerste lid van het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 december 1983 (Stcrt 1983, 246).
10. De in 9 bedoelde werkgever behoort tot het metaal- bewerkingsbedrijf met ingang van de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor onder 9 genoemde perioden.
11. Werkgevers waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in 6 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij de sector Metaalindustrie of de sector Elektrotechnische Industrie (voorheen Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Elektrotechnische Industrie), doch waarbij op of voor genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij de Bedrijfsvereniging voor de Metaalnijverheid (thans de sector Metaal en Technische Bedrijfstakken) had moeten plaatsvinden, worden geacht te behoren tot de Metalektro.
12. In geval van rechtsopvolging van een werkgever als hiervoor in 9 en 11 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in 9 en 11 bepaalde aangenomen dat sprake is van eenzelfde aansluiting.
13. Indien een werkgever als bedoeld in 11 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Regeling Wfsv (Wet financiering sociale verzekeringen) van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/F&W/05/96420, gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van
13 december 2005, overgaat naar de sector Metaal en Technische Bedrijfstakken behoort die werkgever met ingang van dezelfde datum tot het metaalbewerkingsbedrijf.
14. Een werkgever, die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers behoort tot het metaalbewerkings- bedrijf, behoort, indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week van de bij de werkgever in dienst zijnde werknemers, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononder-
broken periode van onderscheidenlijk 3, 2 en 1 jaar, te rekenen vanaf 1 januari van enig jaar, ten minste heeft bedragen onderscheidenlijk 1200, 2000 of 3000, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna in 15 bepaalde, tot de Metalektro.
15. De in 14 bedoelde werkgever behoort tot de Metalektro met ingang van de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor in 14 genoemde perioden.
16. Werkgevers waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in 6 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij de sector Metaal en Technische Bedrijfstakken (MTB) (voorheen Bedrijfs- vereniging voor de Metaalnijverheid), doch waarbij
op of voor genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Elektrotechnische Industrie (thans de sector Metaalindustrie en de sector
Elektrotechnische Industrie) had moeten plaatsvinden, worden geacht te behoren tot het metaalbewerkings- bedrijf.
17. In geval van rechtsopvolging van een werkgever als hiervoor in 14 en 16 bedoeld, wordt voor de toepassing van het in 14en 16 bepaalde aangenomen dat sprake is van een zelfde aansluiting.
18. Indien een werkgever als bedoeld in 16 in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Regeling Wfsv (Wet financiering sociale verzekeringen) van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën van 2 december 2005, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/F&W/05/96420,
gepubliceerd in de Staatscourant nummer 242 van 13 december 2005, overgaat naar de sector Metaal- industrie of de sector Elektrotechnische Industrie
behoort die werkgever met ingang van dezelfde datum tot de Metalektro.
19. De Commissie Werkingssfeer*) ziet toe op de toepassing van de met betrekking tot de indeling en de overgang van werkgevers in 6 en 9 tot en met 18 gestelde regelen.
*) De Commissie Werkingssfeer is samengesteld door de Stichting Raad van Overleg in de Metalektro en de Stichting Vakraad Metaal en Techniek. Het secretariaat van de Commissie Werkingssfeer is gevestigd:
Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon 070-3160325.
In de commissie hebben tevens zitting, het Pensioenfonds van de Metalektro (PME) en het Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT).
20. Deze overeenkomst is niet van toepassing op arbeids- overeenkomsten met werknemers die werkzaam zijn in lithografische afdelingen van ondernemingen in de Metalektro en daar grafische vakarbeid verrichten voor zo ver deze werknemers onder de cao Grafimedia vallen.
21. Deze overeenkomst is niet van toepassing op bestuurders van de onderneming en de functionarissen die rechtstreeks bij het bepalen van het ondernemings- beleid zijn betrokken.
22. Deze overeenkomst is niet van toepassing op: Nedtrain B.V. te Utrecht, NXP Semiconductors Netherlands B.V. te Nijmegen en Eindhoven en Philips en de met deze vennootschap in concernverband verbonden ondernemingen. De Raad van Overleg in
de Metalektro kan te allen tijde deze overeenkomst wel van toepassing verklaren op deze werkgevers indien de grond voor het uitzonderen van de toepassing vervalt.
BIJLAGEN
RVU
215
Tijdens de looptijd van deze overeenkomst kan de Raad van Overleg in de Metalektro (bepalingen van) deze overeenkomst desgevraagd niet van toepassing verklaren op andere werkgevers.
Een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot dispensatie van (bepalingen van) deze overeenkomst dient te worden ingediend bij de ROM (Postbus 407, 2260 AK te Leidschendam). De ROM zal dit verzoek behandelen met inachtneming van het reglement dispensatie.
Dit reglement is opgenomen als bijlage B van deze overeenkomst.
Bijlage B. Reglement dispensatie
Artikel 1
1. De ROM doet uitspraak over een verzoek tot dispensatie als bedoeld onder 22 van bijlage A Werkingssfeer.
2. De werkgroep Werkingssfeer van de ROM adviseert de ROM over een ingediend dispensatieverzoek.
Artikel 2
1. De werkgroep Werkingssfeer bestaat uit één lid van de ROM van werkgeverszijde en één lid van de ROM van werknemerszijde.
2. De leden van de werkgroep Werkingssfeer worden benoemd door de ROM.
Artikel 3
1. Een verzoek tot dispensatie van (bepalingen van) deze cao kan worden ingediend door een werkgever of groep van werkgevers die organisatorisch en economisch met elkaar verbonden zijn. Uit het verzoek moet duidelijk blijken of het verzoek mede namens alle vakbonden die partij zijn bij deze cao wordt gedaan. Tenzij een vakbond afziet bij de te dispenseren cao betrokken te zijn.
2. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij het secretariaat xxx xx XXX (Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxxxxx en/of xxxx@xxxxxx.xx).
3. Het verzoek wordt getoetst aan de volgende voorwaarden:
a. er dient sprake te zijn van een eigen cao overeen- gekomen met tenminste alle bij deze cao betrokken vakbonden, tenzij een vakbond afziet daarbij betrokken te willen zijn; én
b. de eigen cao dient tenminste gelijkwaardig te zijn aan deze cao; én
c. de onderneming blijft gedurende de termijn van de dispensatie bijdragen betalen en deelnemen aan de collectieve regelingen die gelden voor werkgevers in de Metalektro, waaronder: Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM), Stichting Sociaal Fonds in de Metalektro (SSF), Stichting Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro (A+O), Stichting Private Aanvulling WW & WGA (PAWW) en de Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME) tenzij daar al vrijstelling voor verplichte deelneming in dit fonds geldt; én
d. een motivering waarom dispensatie van deze cao nodig is.
4. Het verzoek dient ten minste te bevatten:
a. de naam en het adres van de verzoeker;
b. de ondertekening door verzoeker;
c. een nauwkeurige beschrijving van de aard en het bereik van het dispensatieverzoek;
d. de motivering van het verzoek;
e. de dagtekening;
f. alsmede bijgesloten een (digitaal) afschrift van de eigen cao.
Artikel 4
1. Na ontvangst van het verzoek wordt door het secretariaat van de ROM binnen twee weken beoordeeld of het verzoek in behandeling kan worden genomen. Indien nodig krijgt verzoeker de gelegenheid om het verzoek aan te vullen.
2. Een verzoek wordt in behandeling genomen nadat de informatie die moet worden verstrekt als bedoeld in artikel 3 lid 4 voldoende is voor de beoordeling van het verzoek.
BIJLAGEN
RVU
217
Artikel 5
1. De verzoeker ontvangt bericht van het in behandeling nemen van het verzoek. Nadat het verzoek in behandeling is genomen, wordt de beslissing op het verzoek binnen 2 maanden genomen.
2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan met hoogstens 2 maanden worden verlengd, indien naar het oordeel van de ROM resp. de werkgroep Werkingssfeer aanvullende informatie nodig is voor de beoordeling van het verzoek. De verzoeker krijgt binnen die termijn 2 weken voor het overleggen van de aanvullende informatie.
Artikel 6
1. De beslissing van de ROM wordt met redenen omkleed.
2. Het secretariaat van de ROM zendt zo spoedig mogelijk de schriftelijke beslissing aan verzoeker.
Artikel 7
1. Een verleende dispensatie geldt tot maximaal één jaar nadat de looptijd van deze cao is verstreken.
2. Voor een verlenging van de dispensatietermijn of een dispensatie van een nieuwe eigen cao dient een verzoek te worden ingediend volgens de vereisten van dit reglement.
3. Telkens als de gedispenseerde werkgever een nieuwe eigen cao met de vakbonden heeft afgesloten, informeert deze direct de ROM met het sturen van een afschrift van de eigen cao1.
Artikel 8
Door de ROM worden aan derden geen mededelingen gedaan over een ingediend dispensatieverzoek.
Artikel 9
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de ROM.
1 Bij het afsluiten van een nieuwe eigen cao moet de gedispenseerde werkgever opnieuw een verzoek tot dispensatie indienen bij de ROM en de tekst van die cao ter informatie meesturen.
Bijlage C. Reglement Vervroegd Uittreden
Artikel 1 – Definities
De definities zoals omschreven in artikel 1 van de statuten van de Stichting RVU Metalektro worden geacht te zijn opgenomen in dit Reglement. Verder wordt in afwijking van en in aanvulling op die definities in dit Reglement verstaan onder:
a. Aanvraagformulier: Het aanvraagformulier zoals opgesteld door de Stichting RVU Metalektro en geplaatst op de website xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx.
b. AOW-gerechtigde leeftijd: de pensioengerechtigde leeftijd zoals bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet.
c. Bestuur: Het bestuur van de Stichting RVU Metalektro.
d. Cao Metalektro RVU: de collectieve arbeidsovereenkomst Metalektro Regeling Vervroegd uittreden (RVU).
e. Reglement: onderhavig reglement, namelijk het Reglement Vervroegd Uittreden Metalektro.
f. Regeling Vervroegd Uittreden: De Regeling Vervroegd Uittreden Metalektro, zoals nader beschreven in het Reglement en de cao Metalektro RVU.
g. Stichting RVU Metalektro: Stichting RVU voor de Metalektro, statutair gevestigd te Den Haag.
h. Uitkering: de periodieke uitkering zoals nader uitgewerkt in dit Reglement.
i. Uitkeringsgerechtigde: degene die op grond van dit Reglement recht heeft op een uitkering.
j. Uitkeringsplafond: het door de Stichting RVU Metalektro jaarlijks vast te stellen bedrag tot waartoe ten hoogste verplichtingen kunnen worden aangegaan voor het verstrekken van nieuwe uitkeringen, zoals bedoeld in artikel 8.
k. Uittredingsdatum: de dag waarop de arbeidsovereen- komst tussen de werknemer en zijn werkgever op verzoek van werknemer is geëindigd.
l. Uitvoeringsorganisatie: De organisatie die door de Stichting RVU Metalektro is aangewezen als uitkerings- instantie van de Regeling Vervroegd Uittreden, zoals nader omschreven in artikel 3 lid 2 tot en met lid 4 van dit Reglement.
m. Werkgever: de werkgever in Metalektro die als zodanig is gedefinieerd in de cao Metalektro RVU: de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie de werknemer pleegt te werken;
n. Werknemer: degene die als zodanig is gedefinieerd in de cao Metalektro RVU: degene die:
• een arbeidsovereenkomst heeft in de zin van artikel 7: 610 van het Burgerlijk Wetboek of
• in aangenomen werk persoonlijk arbeid verricht, al dan niet als thuiswerker, maar niet in de zelfstandige uitoefening van een bedrijf of beroep.
Artikel 2 – Inwerkingtreding
De Stichting RVU Metalektro stelt vast per welke datum dit Reglement in werking treedt. Onverminderd het bepaalde in dit Reglement, ontstaat het recht op uitkering uitsluitend indien het Reglement van kracht is op de dag direct voorafgaande aan de uittredingsdatum van de uitkeringsgerechtigde.
BIJLAGEN
RVU
219
Artikel 3 – Algemene bepalingen
1. Dit Reglement maakt integraal onderdeel uit van de cao Metalektro RVU.
2. De Uitvoeringsorganisatie is gemandateerd door de Stichting RVU Metalektro om uitvoering te geven aan de Regeling Vervroegd Uittreden, zoals vastgelegd in dit Reglement. Hieronder wordt begrepen:
a. het beheren van de door Stichting RVU Metalektro ontvangen gelden, en
b. het betalen van de uitkering aan uitkeringsgerechtigden uit hoofde van dit Reglement.
3. De Stichting RVU Metalektro kan nadere bevoegdheden mandateren aan de Uitvoeringsorganisatie, of deze weer intrekken.
4. Gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend onder toezicht en verantwoordelijkheid van de Stichting RVU Metalektro.
Artikel 4 – Recht op uitkering
1. Recht op een uitkering, onder de voorwaarden als uitgewerkt in dit Reglement, heeft degene die op het moment van deelname voldoet aan de onder sub a en b van dit lid genoemde voorwaarden:
a. in de periode van 1 januari 2022 tot en met
31 december 2025 op eigen verzoek uit dienst treedt; en die
b. op de uittredingsdatum een leeftijd heeft bereikt die maximaal 36 maanden en minimaal 6 maanden voor de AOW-gerechtigde leeftijd ligt; en die op het moment van aanmelding voldoet aan de onder c genoemde voorwaarde:
c. een bruto maandsalaris verdient van maximaal
€ 4.000* exclusief toeslagen bij voltijdsdienstverband, of
die direct voorafgaand aan de uittredingsdatum tenminste vijf aaneengesloten jaren een periode van minimaal twee jaar regelmatig:
• in ploegendienst2 heeft gewerkt, of
• in consignatiedienst3 heeft gewerkt, of
• SAO-toeslag4 of vergelijkbare toeslagen voor bezwarende arbeidsomstandig-heden (zoals vuilwerktoeslag) betaald heeft gekregen,
*) Dit bedrag wordt geïndexeerd met de in de cao overeengekomen structurele loonsverhogingen en bedraagt per 1 december 2022 € 4.220 bruto en per 1 januari 2024 € 4.368 bruto.
2. Geen recht op uitkering heeft degene:
a. die recht heeft op een IVA-uitkering, WW-uitkering of ZW-uitkering (voor WGA- of WAO-uitkering zie artikel 5 lid 3);
b. die met (deeltijd)pensioen gaat of al is gegaan en nog betaalde activiteiten in dienstverband verricht, als zelfstandig ondernemer of anderszins.
Artikel 5 – Hoogte van de uitkering
1. De uitkering bedraagt in 2022 € 1.847 bruto per maand of zoveel hoger als vastgesteld in verband met de wettelijke indexatie op grond van de door de overheid vast te stellen RVU-drempelvrijstelling.
2. Het in lid 1 genoemde bedrag geldt voor de werknemer die in voltijd werkt. Voor de werknemer die in deeltijd werkt, geldt dit bedrag naar rato (van het aantal door hem gewerkte uren).
3. De uitkeringsgerechtigde die direct voorafgaand aan de uittredingsdatum gedeeltelijk arbeidsgeschikt was, heeft recht op een uitkering naar rato van de arbeids- geschiktheid (werknemers met WGA- of WAO-uitkering).
2 Regelmatige ploegendienst is ploegendienst die ten minste gedurende 1 jaar, volgens een vooraf vastgesteld rooster is of moet worden uitgeoefend.
3 Regelmatige consignatiedienst is consignatiedienst die ten minste gedurende 1 jaar, volgens een vooraf vastgesteld rooster is of moet worden uitgeoefend.
4 Regelmatige SAO-toeslag of vergelijkbare toeslagen voor bezwarende omstandigheden heeft gekregen: hiervan is sprake als de toeslag ten minste gedurende 1 jaar is ontvangen.
Artikel 6 – Einde recht op uitkering
1. Het recht op uitkering op grond van dit Reglement eindigt:
a. met ingang van de dag waarop de uitkerings- gerechtigde de voor hem geldende AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
b. met ingang van de maand volgend op de maand waarin de uitkeringsgerechtigde overlijdt.
2. Het recht op uitkering eindigt vóór de in het eerste lid bedoelde datum met ingang van de eerste dag waarop de uitkeringsgerechtigde betaalde activiteiten in dienstverband verricht, als zelfstandig ondernemer of anderszins.
Artikel 7– Aanvragen uitkering en verstrekken van gegevens
1. De werknemer die in aanmerking wenst te komen voor een uitkering op grond van de Regeling Vervroegd Uittreden dient maximaal zes maanden en minimaal drie maanden vóór de uittredingsdatum de aanvraag in bij de Stichting RVU Metalektro, via de website xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx.
2. De aanvraag wordt door de werknemer ingediend door gebruikmaking van het daartoe bestemde aanvraag- formulier, dat volledig en naar waarheid wordt ingevuld. Daarnaast dienen de gevraagde bewijsstukken te worden bijgevoegd waaronder het formulier Toetsing Voorwaarden Metalektro dat door de werkgever is ingevuld en ondertekend of 3 actuele loonstroken. Als de werkgever nalaat het formulier Toetsing voorwaarden Metalektro tijdig in te vullen en te ondertekenen, zoekt de Stichting RVU Metalektro samen met de aanvrager een passende oplossing.
3. De werknemer geeft bij de aanvraag uit eigen beweging alle informatie door, waarvan hem duidelijk kan zijn
dat dit relevant is voor het vaststellen van het recht op uitkering.
4. Gedurende de looptijd van de uitkering is de uitkerings- gerechtigde verplicht om uit zichzelf dan wel op verzoek van de Stichting RVU Metalektro alle informatie aan de Stichting RVU Metalektro te verstrekken waarvan hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat die van invloed is op het voortbestaan van het recht, de hoogte en de duur van de uitkering. Deze informatie dient de uitkerings- gerechtigde onverwijld aan de Stichting RVU Metalektro te verstrekken.
5. De werknemer verklaart zich bij zijn aanvraag akkoord met de op hem van toepassing zijnde rechten en verplichtingen, zoals neergelegd in het Reglement zoals dat op het moment van aanvraag geldt.
6. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.
7. Alleen volledige aanvragen worden door de Stichting RVU Metalektro in behandeling genomen.
8. Onvolledige aanvragen moeten opnieuw worden ingediend. Hierbij geldt, na aanvulling van de onvolledige aanvraag, als binnenkomst de datum van ontvangst van de volledige aanvraag.
Artikel 8 – Beslissing voorwaardelijke toekenning uitkering en uitkeringsplafond
1. De Stichting RVU Metalektro beslist binnen 30 dagen na ontvangst van de volledige aanvraag over de voorwaardelijke toekenning of weigering van uitkering. De beslissing wordt schriftelijk aan de aanvrager en de werkgever medegedeeld. Indien niet binnen deze termijn
kan worden beslist, stelt de Stichting RVU Metalektro de aanvrager en de werkgever daarvan schriftelijk in kennis en noemt zij daarbij een redelijke termijn waarbinnen wel kan worden beslist.
BIJLAGEN
RVU
221
2. Een voorwaardelijke toekenning betekent dat de aanvraag tot uitkering wordt toegekend en wordt omgezet in een definitieve toekenning nadat de aanvrager de schriftelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst aan de Stichting RVU Metalektro heeft doorgegeven, zoals omschreven in artikel 9.
3. De Stichting RVU Metalektro stelt jaarlijks vast tot welk bedrag ten hoogste verplichtingen kunnen worden aangegaan voor het verstrekken van nieuwe uitkeringen.
4. Aanvragen worden door de Stichting RVU Metalektro in behandeling genomen tot het bereiken van het vastgestelde uitkeringsplafond.
5. Aanvragers die een aanvraag doen na het bereiken van het uitkeringsplafond worden op een wachtlijst gezet op volgorde van binnenkomst zoals beschreven in artikel 7. De Stichting RVU Metalektro zal aan de aanvrager en de werkgever een schriftelijke prognose doen toekomen over de te verwachte wachttijd. Aan deze prognose kunnen geen rechten worden ontleend.
6. Stichting RVU Metalektro informeert de werkgever van werknemer over de voorwaardelijke toekenning van de uitkering in verband met eventuele noodzakelijke afstemming over pseudo-eindheffing als bedoeld in artikel 11.
Artikel 9 – Beslissing definitieve toekenning uitkering en completering aanvraag door werknemer
1. Binnen 30 dagen na dagtekening van het besluit tot voorwaardelijke toekenning completeert de aanvrager de aanvraag door toezending van de volgende stukken aan de Stichting RVU Metalektro:
a) een kopie van de schriftelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst met daarop de einddatum van de arbeidsovereenkomst; en
b) een kopie van de schriftelijke ontvangstbevestiging van de opzegging welke is ondertekend door de
werkgever. In het geval dat de ontvangstbevestiging van de werkgever nog niet in het bezit is van de aanvrager, dient de aanvrager dit te melden bij de completering van zijn aanvraag. De Stichting RVU Metalektro zoekt dan samen met de aanvrager een passende oplossing om alsnog de ontvangst-
bevestiging te verkrijgen. De formele uittredingsdatum blijft hierdoor ongewijzigd.
2. De Stichting RVU Metalektro zal binnen 2 weken na ontvangst van de gecompleteerde aanvraag als bedoeld in lid 1, de definitieve toekenning van uitkering schriftelijk bevestigen. Indien niet binnen deze termijn kan worden beslist, stelt de Stichting RVU Metalektro de aanvrager daarvan schriftelijk in kennis en noemt zij daarbij een redelijke termijn waarbinnen wel kan worden beslist. Deze termijn zal niet later zijn dan de uittredingsdatum.
Artikel 10 – Uitbetaling van de uitkering
1. De Uitvoeringsorganisatie betaalt de uitkering maandelijks aan de uitkeringsgerechtigde, onder aftrek van de wettelijk verplichte inhoudingen.
2. De uitkeringsgerechtigde ontvangt van de uitvoerings- organisatie jaarlijks een specificatie van de betaalde uitkering.
Artikel 11 – Aanvullende financiering werkgever
1. De werknemer die op eigen initiatief uit dienst treedt heeft geen recht op een aanvullende financiering van de werkgever of een door de werkgever aangewezen partij.
2. In de situatie dat werkgever en werknemer voornemens zijn af te wijken van lid 1 dient de aanvraag, beschreven in artikel 7, door werkgever en werknemer gezamenlijk te worden gedaan. In de aanvraag dient onder meer melding te worden gemaakt van de afspraken omtrent de aanvulling op de uitkering op grond van de Regeling Vervroegd Uittreden middels een eenmalige of periodiek
aanvullende ontslagvergoeding (daaronder begrepen een ontslagvergoeding in natura). In deze situatie is artikel 7 van overeenkomstige toepassing op de werkgever.
3. De Stichting RVU Metalektro zal de aanvraag in behandeling nemen nadat de Stichting RVU Metalektro, de werkgever en de werknemer afspraken hebben gemaakt ten aanzien van een eventuele pseudo-eind- heffing. De eventuele pseudo-eindheffing komt niet ten laste van de Stichting RVU Metalektro.
4. De werkgever zal de Stichting RVU Metalektro vrijwaren en volledig schadeloosstellen voor de vordering van de Belastingdienst in het kader van de pseudo-eindheffing in de zin van artikel 32ba Wet op de loonbelasting 1964, inclusief boetes en rentes, alsmede de juridische kosten, als werkgever dan wel een door de werkgever aangewezen partij een financiële regeling heeft getroffen met werknemer welke regeling kwalificeert als regeling vervroegd uittreden in de zin van artikel 32ba, lid 6 Wet op de loonbelasting 1964. De werkgever en werknemer zijn verplicht om mee te werken, en waar nodig de benodigde informatie te verstrekken, voor het afwenden van deze vordering van de Belastingdienst.
5. Wanneer werkgever en werknemer in afwijking van het bepaalde in dit artikel nalaten de Stichting RVU Metalektro te informeren over hun voornemens als bedoeld in het lid 2 van dit artikel vervalt het recht op de uitkering op grond van de Regeling Vervroegd Uittreden met terug- werkende kracht en worden eventueel reeds uitbetaalde uitkeringen op grond van de Regeling Vervroegd Uittreden geacht onverschuldigd te zijn betaald.
Artikel 12 – Intrekking en herziening van een besluit tot uitkering
1. De Stichting RVU Metalektro kan het besluit tot uitkering herzien of intrekken indien:
a. de uitkeringsgerechtigde de op grond van de Regeling Vervroegd Uittreden gevraagde of uit eigen beweging te verstrekken informatie niet, niet tijdig of onjuist verstrekt;
b. indien xxxxxxxxxx de uitkering ten onrechte is verleend.
2. Uitkeringsgerechtigde wordt geacht de in dit Reglement bedoelde informatie niet of niet tijdig te hebben verstrekt, indien de Stichting RVU Metalektro de informatie niet binnen twee maanden na ontvangst van de eerste oproep daartoe of nadat het uit eigen beweging te melden feit bekend is bij uitkeringsgerechtigde, heeft ontvangen.
3. De Stichting RVU Metalektro is bevoegd de opgelopen schade als gevolg van door uitkeringsgerechtigde niet, niet tijdig of onjuist verstrekte inlichtingen of anderszins niet voldoen aan de in dit Reglement gestelde voor- waarden, al dan niet bestaand uit teveel betaalde uitkeringen, sociale lasten en rente, te verhalen op uitkeringsgerechtigde. Daarbij behoudt de Stichting RVU Metalektro zich het recht voor verhaal te halen door middel van vermindering van de lopende uitkering.
4. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van
Strafrecht, dan kan de Stichting RVU Metalektro daarvan aangifte doen. Dat laat onverlet de mogelijkheid om in civielrechtelijke procedures of anderszins eventuele schade, al dan niet in de vorm van onverschuldigde betalingen, op betrokkene te verhalen.
5. De vorige leden zijn niet van toepassing, indien de uitkeringsgerechtigde van een gedraging als daar bedoeld redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. Een beroep op het niet kennen van de inhoud van dit Reglement wordt niet als zodanig beschouwd.
BIJLAGEN
RVU
223
6. De beslissing tot intrekking of herziening van uitkering zoals bedoeld in dit artikel wordt schriftelijk en gemotiveerd door de Stichting RVU Metalektro aan
de uitkeringsgerechtigde medegedeeld.
Artikel 13 – Terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering
1. Indien de uitkering geheel of gedeeltelijk onverschuldigd is betaald, kan die uitkering of dat deel van de uitkering door de Stichting RVU Metalektro worden teruggevorderd van de persoon aan wie onverschuldigd is betaald.
2. Wanneer blijkt dat een uitkering onverschuldigd is betaald neemt de Stichting RVU Metalektro een beslissing tot terugvordering. De beslissing tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde bedrag wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de persoon aan wie onverschuldigd is betaald medegedeeld, alsmede de termijn waarbinnen hij het onverschuldigd betaalde bedrag dient terug te betalen. Deze termijn bedraagt vier weken. Voor zover mogelijk zal de terugvordering worden verrekend met de door uitkeringsgerechtigde nog te ontvangen uitkering.
3. Indien de persoon aan wie onverschuldigd is betaald niet in staat is het onverschuldigd betaalde bedrag ineens terug te betalen, dan kan hij om een betalingsregeling verzoeken. Dit verzoek dient binnen twee weken na dagtekening van de beslissing tot terugvordering schriftelijk te worden ingediend bij de Stichting RVU Metalektro. De persoon aan wie onverschuldigd is betaald geeft de Stichting RVU Metalektro volledig inzage in zijn financiële situatie en verstrekt de Stichting RVU Metalektro alle informatie die op de beoordeling van het verzoek van invloed is. De Stichting RVU Metalektro beoordeelt vervolgens of een betalings- regeling overeengekomen kan worden. De Stichting RVU Metalektro houdt daarbij rekening met de beslagvrije voet.
4. Wanneer een betalingsregeling is overeengekomen bericht de Stichting RVU Metalektro de persoon aan wie onverschuldigd is betaald schriftelijk over de hoogte van het periodiek terug te betalen bedrag en het moment waarop de periodieke betalingen door de Stichting RVU Metalektro dienen te zijn ontvangen.
5. Wanneer de Stichting RVU Metalektro niet tegemoet- komt aan een verzoek tot het treffen van een betalings- regeling, zal hiervan schriftelijk mededeling worden gedaan.
6. Wanneer terugvordering over het lopende kalenderjaar plaatsvindt zal terugvordering van het netto te veel betaalde bedrag plaatsvinden. Vindt terugvordering plaats na afloop van het kalenderjaar waarin de uitkering onverschuldigd is betaald, dan vordert de Stichting RVU Metalektro het bruto te veel betaalde bedrag terug.
7. Wanneer de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald niet tijdig aan de verplichting tot terugbetaling voldoet, of – in het geval van een betalingsregeling – zijn periodiek niet tijdig betaalt, zal de Stichting RVU Metalektro eenmaal een herinnering sturen met de mededeling dat de betaling binnen 14 dagen door de Stichting RVU Metalektro moet zijn ontvangen. Wanneer de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald niet binnen die termijn betaalt of wanneer hij een tweede maal een periodiek mist, zal de gehele vordering zonder verder bericht uit handen worden gegeven aan een incassobureau. De kosten ter zake van de buiten- gerechtelijke incassokosten komen, conform de wettelijk maximaal toegestane vergoeding zoals vastgesteld
in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten of enige regelgeving die in plaats van dit besluit zal gelden, voor rekening van de persoon aan wie onverschuldigd is uitbetaald.
8. Geen terugvordering zal plaatsvinden na het verstrijken van een termijn van vijf jaar na de datum waarop de Stichting RVU Metalektro heeft geconstateerd dat de uitkering onverschuldigd is betaald.
9. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn, kan de Stichting RVU Metalektro geheel of gedeeltelijk afzien van terugvordering.
Artikel 14 – Overlijdensuitkering
1. Na het overlijden van de uitkeringsgerechtigde hebben zijn nagelaten betrekkingen recht op 70% van de RVU- uitkering, mits voldaan is aan de voorwaarde als genoemd in lid 4 van dit artikel.
2. De uitkering genoemd in lid 1 van dit artikel loopt vanaf de dag volgend op de maand van overlijden van de uitkeringsgerechtigde tot aan de dag waarop de overleden uitkeringsgerechtigde de voor hem geldende AOW- gerechtigde leeftijd zou hebben bereikt.
3. Onder nagelaten betrekkingen als bedoeld in dit artikel worden verstaan de partner of kind/kinderen van de overleden uitkeringsgerechtigde zoals gedefinieerd in artikel 1 van het geldende PME- pensioenreglement.
4. Binnen 8 weken na de dag volgend op de dag van overlijden van de uitkeringsgerechtigde, dienen de nagelaten betrekkingen de Stichting RVU Metalektro schriftelijk te informeren over het overlijden.
Artikel 15 – Voorschriften
De Stichting RVU Metalektro is bevoegd nadere voorschriften vast te stellen die nodig zijn voor een verantwoorde uitvoering. Voorts zijn cao-partijen bevoegd de inhoud van de Regeling Vervroegd Uittreden te wijzigen, door middel van een wijziging van de cao Metalektro RVU. Ingeval van een ongewijzigde inhoud van het Reglement dienen nader gestelde voorschriften in overeenstemming te zijn met de bepalingen in de statuten en dit Reglement.
Artikel 16 – Hardheidsclausule
Als de bepalingen in dit Reglement in individuele gevallen leidt tot onbedoelde of onbillijke uitkomsten kan de Stichting RVU Metalektro een afwijkende beslissing nemen die tegemoetkomt aan de bedoelingen van de Regeling Vervroegd Uittreden.
Artikel 17 – Geschil
1. De werknemer c.q. de uitkeringsgerechtigde die zich niet kan verenigen met een door of namens de Stichting RVU Metalektro genomen beslissing die hem betreft, kan zich schriftelijk tot het bestuur van de Stichting RVU Metalektro wenden met het verzoek het geschil in behandeling te nemen.
2. Het geschil moet worden ingediend binnen een termijn van zes maanden nadat de beslissing is genomen
of binnen een termijn van zes maanden nadat de uitvoeringshandeling waarop het geschil betrekking heeft, heeft plaatsgevonden. Na afloop van deze termijn wordt het geschil niet meer in behandeling genomen.
3. Het bestuur van de Stichting RVU Metalektro beslist binnen zes weken over het geschil. Indien de werknemer
c.q. de uitkeringsgerechtigde zich niet kan verenigen met de beslissing van het bestuur, staat het de werknemer
c.q. de uitkeringsgerechtigde vrij een gerechtelijke procedure aanhangig te maken bij de bevoegde rechter.
4. Indien het geschil nader onderzoek vergt, kan de afhandeling van het geschil langer dan zes weken duren. Het bestuur stelt de belanghebbende daarover binnen vier weken na het indienen van het geschil op de hoogte, met daarbij de redelijke termijn waarbinnen het geschil naar verwachting kan worden afgehandeld.
BIJLAGEN
5. De beslissing van het bestuur ten aanzien van het geschil wordt schriftelijk medegedeeld en bevat de gronden waarop de beslissing berust.
RVU
225
Artikel 18 – Looptijd
Dit Reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2026.
Het reglement blijft na afloop van deze termijn van toepassing voor de afwikkeling van lopende RVU- uitkeringen.