TUCHTRAAD VOOR ADVOCATEN VAN DE BALIES VAN HET RECHTSGEBIED VAN HET HOF VAN BEROEP TE GENT
TAG-622 – X. Xxxx-Xxxxxxxxxx
XXXXXXXXX VOOR ADVOCATEN
VAN DE BALIES VAN HET RECHTSGEBIED VAN HET HOF VAN BEROEP TE GENT
zitting 9 juni 2021 2de Kamer
Inzake TAG-622 – X. Xxxx-Xxxxxxxxxx
Van de heer X, gewezen advocaat balie ….., wonende …..
beslissing
wordt de hiernavolgende uitgesproken:
I. PROCEDURE
De heer X werd conform artikel 459 § 1, 2de lid Ger. W. door de voorzitter van deze tuchtraad uitgenodigd bij aangetekende brief van 2 maart 2021 om te verschijnen op de zitting van 14 april 2021, teneinde zich te verantwoorden voor:
1. Gelijktijdig optreden als manager en als raadsman van een cliënt, de heer A, ingevolge de op 20 november 2018 ondertekende overeenkomst.
2. De visakaart van zijn persoonlijke bankrekening meegeven en ter beschikking stellen van zijn cliënten, de heer A en de BVBA B.
3. A) De ondertekening van een winwinlening dd. 2 april 2019 voor een bedrag van 25.000 EUR waarbij de uitlener zijn broer (C) is en de ontlener zijn cliënt is en waarbij hij ondertekent als raadsman van zijn cliënt
B) De ondertekening van een addendum bij de winwinlening dd. 3 april 2019 waarbij de termijn van de lening zeer aanzienlijk verkort werd van 8 jaar naar 6 maanden en de rente aanzienlijk opgetrokken werd van 2% naar 5%.
4. Het houden van een volmacht op de rekening van zijn cliënt BVBA B en het uitvoeren van betalingen van deze rekening naar zijn advocatenrekening op 17 januari 2019 (5.000 EUR), 24 januari 2019 (2.500 EUR en 1.300 EUR), 1 februari 2019 (2.300 EUR), 27 februari 2019 (2.000 EUR en 500 EUR), 18 maart 2019 (1.800 EUR).
5. Niet-beantwoorden van brieven van mr. D van 5 september 2019 en 29 oktober 2019.
6. Niet-beantwoorden van brieven van de stafhouder van 1 oktober 2019 en 20 november 2019.
Bovenstaande elementen vormen een inbreuk op artikel 1 en artikel 2 van de Codex.
* * * *
De zaak werd op de zitting van 14 april 2021 op verzoek van de raadsman van de heer X uitgesteld naar de zitting van 12 mei 2021.
Op de zitting van 12 mei 2021 verscheen de heer X in persoon, bijgestaan door mr. Y. De zaak werd behandeld in openbare zitting.
De procedure werd overeenkomstig art. 457 bis Ger.W. in het Nederlands gevoerd. Mr. Q, Vice-Stafhouder balie ….., werd gehoord in haar verslag.
De klager, de heer A, was vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. D, was die werd gehoord in zijn toelichting.
De heer X werd gehoord in zijn verdediging.
De debatten werden gesloten, de zaak werd in beraad genomen en voor uitspraak gesteld op de zitting van 9 juni 2021.
De tuchtraad heeft met gesloten deuren beraadslaagd.
II. TOELAATBAARHEID VAN DE TUCHTVERVOLGING
De tuchtraad heeft vastgesteld dat de door art. 459 § 1, tweede lid Ger.W. op straffe van nietigheid voorgeschreven oproepingstermijn van minstens 15 dagen werd geëerbiedigd.
De in de oproeping dd. 2 maart 2021 van de voorzitter van de tuchtraad feiten stemmen overeen met deze vermeld in de verwijzingsnota van de stafhouder.
De tuchtvervolging is derhalve regelmatig ingesteld en is toelaatbaar.
III. HET VERZOEK TOT SCHORSING VAN DE TUCHTVERVOLGING
De heer X vraagt dat de tuchtvervolging wordt geschorst in afwachting van de beëindiging van het strafrechtelijk onderzoek dat werd opgestart in het kader van het faillissement van de BVBA B.
Er wordt algemeen aangenomen dat de strafvordering los staat van de tuchtvordering en dat de strafvordering de tuchtvordering niet schorst.
In geval van samenloop tussen de tuchtvordering en de strafvordering zal de tuchtraad in het concrete geval nagaan of het tuchtdossier op zichzelf toelaat tot een uitspraak te komen dan wel of de voorzichtigheid en de zorgvuldigheid ertoe noopt de beëindiging van het strafonderzoek af te wachten.
In casu stelt de tuchtraad vast dat het dossier voldoende informatie bevat en de heer X tijdens het tuchtverhoor de gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt toe te lichten, wat hij ook gedaan heeft.
In casu is er dan ook geen reden om de tuchtvervolging te schorsen.
III. TEN GRONDE
1. Betichting 1
Op 20 november 2018 ondertekende de heer X een overeenkomst getiteld “Agreement of Fight – engagement de contrat” in zijn hoedanigheid van advocaat en manager (“attorney and manager”) van de bokser de heer A.
De combinatie van de hoedanigheid van manager en advocaat druist in tegen het fundamenteel beginsel van onafhankelijkheid, die de advocaat ten aanzien van zijn cliënt moet in acht nemen. Bij de behandeling van een dossier moet een advocaat zich op elk ogenblik onafhankelijk opstellen en de nodige afstand bewaren, ook ten aanzien van zijn cliënten. Door zich te manifesteren als manager van de heer A werd de heer X een medespeler in het contractuele veld, dat tussen de partijen ontstond en beschikte hij niet meer over de onafhankelijkheid die op elk ogenblik van een advocaat wordt verwacht. Door als manager op te treden verwierf de heer X bovendien een eigen belang, dat potentieel strijdig was met dat van zijn cliënt A.
De betichting is bewezen.
2. Betichting 2
Door de kredietkaart op zijn persoonlijke bankrekening ter beschikking te stellen van en mee te geven aan zijn cliënt de heer A, die naar …. vertrok, vermengde de heer X zijn persoonlijke financieën met die van zijn cliënt, waardoor hij niet meer de nodige afstand hield ten aanzien van de heer A en zijn onafhankelijkheid in het gedrang kwam. Bovendien ontstond er een reëel en minstens een potentiëel belangenconflict met zijn cliënt.
De betichting is bewezen.
3. Betichting 3A
Op 2 april 2019 ondertekende de heer X als manager/raadsman van de BVBA B een winwinlening met de heer C (betichting 3A). In zijn klacht beweert de heer A geen kennis te hebben gehad van deze overeenkomst.
Door tot ondertekening van deze overeenkomst over te gaan, waarbij zijn broer was betrokken, kwam de heer X terecht in een kluwen van reële en potentiële belangenconflicten tussen zijn broer, zijn cliënt en hemzelf in zijn diverse hoedanigheden van manager, raadsman en vertegenwoordiger van de vennootschap B, die afbreuk doen aan zijn onafhankelijkheid als advocaat.
De betichting is bewezen.
4. Betichting 3B
Bij de hierboven onder punt 3. vermelde overeenkomst, werd op 3 april 2019 een addendum gesloten waarbij de looptijd van de lening werd ingekort van 8 jaar naar 6 maanden en de interest werd opgetrokken van 2 % naar 5 %.
In het tuchtdossier bevindt zich geen ondertekend exemplaar van de overeenkomst.
Het tuchtverhoor bevat evenmin preciese informatie over dit addendum zodat deze betichting niet bewezen is.
5. Betichting 4
Uit het tuchtdossier blijkt dat de heer X een volmacht had op de rekening van zijn cliënte, de BVBA B, en vanuit deze rekening ook betalingen uitvoerde naar zijn advocatenrekening.
Dergelijke handelswijze is strijdig met het fundamenteel beginsel van de onafhankelijkheid van de advocaat, dat inhoudt dat de advocaat voldoende afstand houdt van de cliënt en zich niet in een positie manoeuvreert die kan aanleiding geven tot reële of potentiële belangenconflicten.
De betichting is bewezen.
6. Betichtingen 5 en 6
Ter terechtzitting werd aangegeven dat deze betichtingen niet betwist worden. Ze zijn bewezen.
IV. BESTRAFFING
Wat de graad van de tuchtsanctie betreft houdt de tuchtraad enerzijds rekening met de xxxxx xxx xx xxxxxx en anderzijds met het feit dat de heer X reeds een tuchtrechtelijk verleden heeft (cfr. de beslissing van 30 mei 2012 van de …….).
Een tuchtsanctie zoals bepaald in het dispositief dringt zich dan ook op.
V. KOSTEN
De stafhouder heeft geen kostenstaat ingediend, zodat de kosten begroot worden op nul euro.
OM DEZE REDENEN, DE TUCHTRAAD,
beslissend in eerste aanleg en op tegenspraak
Gelet op art. 456 ev. Ger.W.
Verklaart de tuchtvervolging toelaatbaar.
Verklaart de tenlasteleggingen, met uitzondering van de tenlastelegging 3B, bewezen. Legt de heer X als tuchtsanctie een schorsing op van acht maanden.
Begroot de kosten op nul euro
Hebben de zaak gehoord en erover beraadslaagd.
- stafhouder Xxxx-Xxxxxx Xxxxxxxxxxx, advocaat xxxxx Xxxxxxxxxxx, Kamervoorzitter;
- stafhouder Xxxxx Xxxxxxxxx, advocaat balie West-Vlaanderen, assessor;
- xx. Xxxxx Xxxxxxx, advocaat balie West-Vlaanderen, assessor;
- xx. Xxxxx Xxxxxxx, advocaat xxxxx Xxxx, assessor;
- xx. Xxxxxx Xxxxxxxxx, advocaat balie West-Vlaanderen, assessor;
Was aanwezig bij de behandeling en bij de uitspraak :
- meester Xxxxxxx Xxxxxxx, advocaat xxxxx Xxxx, secretaris van de tuchtraad.
Uitgesproken op 9 juni 2021 in openbare zitting
De assessoren hebben deze uitspraak ondertekend voor de uitspraak.
stafhouder Xxxxx Xxxxxxxxx xx. Xxxxx Xxxxxxx Assessor assessor
Xx. Xxxxx Xxxxxxx xx. Xxxxxx Xxxxxxxxx Assessor assessor
Waren aanwezig bij de uitspraak :
Xx. Xxxxxxx Xxxxxxx stafhouder Xxxx-Xxxxxx Xxxxxxxxxxx secretaris Kamervoorzitter