BELEID VEILIGHEID EN GEZONDHEID
BELEID VEILIGHEID EN GEZONDHEID
KINDEROPVANG COCOMELON
Beleid veiligheid & Gezondheid KDV versie 4 – november 2021 1
INLEIDING
Kinderopvangorganisaties in Nederland dienen zich aan de Wet Innovatie en kwaliteit Kinderopvang (Wet IKK) te houden. Hierin zijn de kwaliteitseisen voor de kinderopvang vastgelegd. Een van deze kwaliteitseisen is dat de kinderopvang een beleid veiligheid en gezondheid dient te hebben. Deze heeft tot doel het fysiek veilig en gezond opvangen van kinderen te waarborgen.
Binnen het beleid veiligheid en gezondheid heeft Kinderopvang CoComelon vastgelegd hoe er wordt gewerkt aan het aanbieden van een veilige en gezonde kinderopvang.
VEILIGE KINDEROPVANG
Essentieel voor een veilige opvang is natuurlijk dat de kinderen kunnen verblijven in een veilig ingerichte en onderhouden accommodatie, zowel in de verblijfruimten binnen als op onze eigen buitenspeelruimte.
Waar gewerkt wordt met kinderen zijn er altijd risico’s. Kinderen zijn in allerlei opzichten nog in ontwikkeling en kunnen situaties nog niet altijd goed inschatten of overzien. Maar door ons daar goed van bewust te zijn, daar waar mogelijk rekening mee te houden en preventieve maatregelen te nemen, kunnen we die risico’s wel zo veel mogelijk beperken. Dat is een verantwoordelijkheid die wij graag zo goed mogelijk nemen.
Een essentieel onderdeel bij het waarborgen van de veiligheid betreft ook de begeleiding van de kinderen door al onze medewerkers. Zij zijn degene die op dagelijkse basis de verantwoordelijkheid nemen voor het veilig opvangen van de kinderen. Waarop moeten zij letten in hun begeleiding? Welke taken hebben zij hierin dagelijks, wekelijks, maandelijks, jaarlijks?
En ook de ouders en kinderen zelf dragen voor een deel bij aan een veilige opvang. Welke afspraken maken wij met de ouders en met de kinderen om een veilige opvang te waarborgen? Wat leren wij de kinderen met het oog op hun veiligheid over bijvoorbeeld spelen bij ramen of over het gevaar van verbranden aan heet water? Hoe versterken wij de kinderen, zodat zij zélf kunnen bijdragen aan hun veiligheid?
GEZONDE KINDEROPVANG
EEN GEZONDE KINDEROPVANG IS EEN HYGIËNISCHE KINDEROPVANG, WAARBIJ IEDEREEN ZICH BEWUST IS VAN DE GEZONDHEIDSRISICO’S.
Omdat het afweersysteem van kinderen volop in ontwikkeling is, zijn kinderen een kwetsbare groep. Ze komen in contact met allerlei ziekteverwekkers, via andere kinderen en doordat ze materialen en toiletten gezamenlijk gebruiken. Daarentegen hebben ze nog geen weerstand opgebouwd. Uiteraard is het niet de bedoeling dat er een steriele omgeving wordt gecreëerd waarbij er geen sprake is van ziektekiemen en bacteriën, want op die wijze zullen kinderen nooit de kans krijgen weerstand op te bouwen.
Onderzoek toont aan dat in een omgeving van drie of meer kinderen het aantal infecties verdubbelt. Hygiënemaatregelen zijn noodzakelijk om (onnodige) overdracht van ziektekiemen tegen te gaan en schadelijke gevolgen tot een minimum te beperken. Infecties verspreiden zich ook wanneer er nog geen ziekteverschijnselen zichtbaar zijn.
Omdat een kind infecties al kan verspreiden in de fase waarin het zelf nog geen ziekteverschijnselen vertoont, zijn goede hygiënemaatregelen noodzakelijk.
BELEID VEILIGHEID EN GEZONDHEID
Binnen het beleid veiligheid en gezondheid is ervoor gekozen om de volgende structuur aan te houden:
Hoofdstuk 1: Algemeen
Hoofdstuk 2: Veilig en gezond pand en materialen. Pand en materiaal gerelateerde afspraken waarin veiligheidsmaatregelen zijn benoemd waar het pand aan dient te voldoen om, op deze wijze een zo veilig mogelijke kinderopvang te garanderen
Hoofdstuk 3: Afspraken ter waarborging van veilige en gezonde kinderopvang.
Afspraken per ruimte, waarin per ruimte overzichtelijk is weergeven welke afspraken er zowel voor veiligheid, alsmede voor gezondheid gelden
Hoofdstuk 4: Overige veiligheid & gezondheid en hygiënerisico’s
Naast de bovengenoemde risico’s gaan wij tevens in op veiligheidsrisico’s die het werken met mensen met zich meebrengt. Zo wordt er in het beleid veiligheid en gezondheid ingegaan op de manier hoe binnen de organisatie wordt omgegaan met grensoverschrijdend gedrag en de voorkoming hiervan (onder andere het vierogenprincipe). Ook gaan we in op het bieden van veiligheid tijdens calamiteiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kinder-EHBO, maar ook de achterwachtregeling.
Met betrekking tot deze onderwerpen wordt binnen het beleid veiligheid en gezondheid de volgende structuur aangehouden:
Hoofdstuk 5: Grensoverschrijdend gedrag
Hoofdstuk 6: Vierogenprincipe
Hoofdstuk 7: Veiligheid tijdens calamiteiten
Als laatste is er een hoofdstuk over evaluatie en implementatie en zijn er diverse bijlage, denk hierbij aan invulformulieren maar ook werkinstructies voor de pedagogisch medewerkers.
LEEFTIJDSCATEGORIEËN
Een risico is niet altijd per definitie voor elk kind een groot risico. Zeer jonge kinderen (babygroep en dreumesgroep) kunnen zich nog niet of moeilijk aan regels houden. Baby’s zijn geheel afhankelijk van de volwassenen en de veiligheid en gezondheid die de medewerkers bieden. De dreumes is nog zeer onvoorspelbaar, hij wil graag alles zelf ontdekken. Daarbij snapt hij vaak nog niet dat regels altijd bestaan en denkt hij dat een regel komt te vervallen zodra jij buiten zijn gezichtsveld bent.
Peuters (2 tot 4 jaar) kunnen al veel beter omgaan met regels. Zij begrijpen regels en leren dat zij zich hieraan dienen te houden. Denk bijvoorbeeld aan handen wassen na een toiletbezoek en aan tafel zitten wij op onze billen. Echter zijn ook zij nog veel aan het ontdekken. Hierdoor zijn sommige risico’s wel aanvaardbaar en andere risico’s moeten nog afgeschermd worden. Schoolkinderen zijn in staat zich aan regels te houden. Daarnaast leren zij steeds beter op een verantwoorde manier met de risico’s om te gaan.
INHOUD
Inleiding 2
Veilige kinderopvang 2
Gezonde kinderopvang 2
Beleid veiligheid en gezondheid 2
Leeftijdscategorieën 3
Hoofdstuk 1: Algemeen 8
Visie op KINDEROPVANG COCOMELON 8
Visie op veilige en gezonde kinderopvang 8
Grote risico’s 8
Kleine risico’s 8
Werkwijze KINDEROPVANG COCOMELON 9
Gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een optimaal beleid 10
Hoofdstuk 2: Veilig en gezond pand en materialen 11
Algemene veiligheid pand 11
Kleine risico’s 11
Deuren 11
Ramen 11
Valongelukken 11
Verbranding door kraan en verwarming 12
Grote risico’s 12
Elektra 12
Vergiftiging 13
Verbranding door thee 13
Verstikking sieraad 13
Hoofdstuk 3: Afspraken ter waarborging van veilige en gezonde kinderopvang 15
Leefruimte 15
Kleine risico’s 15
Speelgoed 15
Box 15
Kinderstoel en eettafelbank 16
Meubels 16
Grote risico’s 17
Veiligheid op de groep 17
Verstikking 17
Handhygiëne pedagogisch medewerkers 17
Handhygiëne kinderen 18
Handen reinigen 19
Spenen 20
Xxxxx xxxxxxxx 00
Thermometer en zalf 20
Medicatie 21
Hoest hygiëne 21
Verschonen 21
Toilet begeleiding 22
Vermissing tijdens de opvang 22
Slaapruimte 24
Kleine risico 24
Gezond slapen 24
Veilig slapen 24
Grote risico’s 24
Afwijkende slaapwensen van ouder en kind 24
Wiegendood 24
Keuken 27
Kleine risico’s 27
Voedsel en drinken 27
Grote risico’s 28
Voedsel en drinken bereiden 28
Fles en borstvoeding 28
Verbranding 30
Veiligheid in de keuken 30
Keuken 30
Buitenspeelruimte 32
Kleine risico’s 32
Buitenspeelmateriaal 32
Xxxxxxx en spelen met de bal 33
Buiten spelen in de zon 33
Buiten spelen in de kou 33
Grote risico’s 34
Gebruik van zwembadjes 34
Planten, bloemen en moestuinpotjes 34
Insecten en teken 34
Kind verlaat de buitenspeelruimte 35
Buiten de kinderopvang 35
Kleine risico’s 35
Voorbereiding van een uitstapje of wandeling 35
Grote risico’s 37
Kinderen vervoeren 37
Vermissing tijdens een activiteit buiten de kinderopvang 37
Hoofdstuk 4: Overige veiligheid & gezondheid en hygiënerisico’s 39
Klein risico 39
Diverse gevaren in de kinderopvang 39
Schoonmaak 39
Ongevallen 41
Hoofdstuk 5: grensoverschrijdend gedrag 43
Pedagogisch medewerkers 43
Vierogenprincipe 43
Kennis en kennis bevordering 43
Cultuur binnen de kinderopvang 43
Vormgeving kinderopvang 44
Werving en selectie 44
Grensoverschrijdend gedrag kinderen onderling 45
Seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling 45
Pesten 45
Agressie 46
Hoofdstuk 6: Vierogenprincipe 47
Hoofdstuk 7: Veiligheid tijdens calamiteiten 48
Achterwachtregeling 48
Kinder-EHBO 48
Hoofdstuk 8: Implementatie, actualisatie en evaluatie 49
Implementatie en gedragen houden 49
Implementatie beleid veiligheid en gezondheid 49
Gedragen houden van beleid veiligheid en gezondheid 49
Evaluatie , actualisatie en informeren pedagogisch medewerkers 49
Periodieke evaluatie Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Xxxxxxxxxx xxxxxxxxx 00
documentatie evaluaties 52
Actualisatie bij wijzigingen 52
Informeren betrokkenen 52
Stagiaires 52
Ouders 52
Nieuwe medewerkers ( 53
Uitleg plan van aanpak 54
Bijlage 3 Hitteprotocol 54
Bijlage 4 Informatiebrieven voor ouders 55
Schoonmaakrooster 60
Afspraken met kinderen 61
risico overzicht gezondheid en hygiëne 67
handelingswijze indien een risico zich verwezelijkt 72
VISIE OP KINDEROPVANG COCOMELON
HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN
Kinderopvang CoComelon biedt ouders professionele opvang voor kinderen van 0 - 4 jaar. Kinderen krijgen de mogelijkheid om zich vanuit een veilige basis zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen, aangepast aan de ontwikkelingsfasen, mogelijkheden en talenten van elk individueel kind. Wij vangen kinderen op in een veilige en gezonde kinderopvang. Dit doen we door:
o Kinderen af te schermen van grote risico’s;
o Kinderen te leren omgaan met kleinere risico’s;
o Kinderen uit te dagen en te prikkelen in hun ontwikkeling.
Kinderopvang CoComelon levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling, opvoeding en verzorging van kinderen. Wij staan voor opvang met passie, waarbij de ontwikkelingskansen voor kinderen centraal staan. Het blijven uitdagen van kinderen en het leren omgaan met verschillende soorten situaties vormen daarvan een belangrijk onderdeel. Een veilige en gezonde leef- en speelomgeving vormt de basis van dit alles. Ouders en kinderen kunnen rekenen op een veilig en samenhangend netwerk, dat kinderen begeleidt en stimuleert in hun ontwikkeling en ouders ondersteunt in hun opvoedtaak. Het is belangrijk dat het netwerk laagdrempelig is als bijzondere ondersteuning aan ouders en/of kinderen noodzakelijk is. Kinderopvang CoComelon hecht grote waarde aan openheid, respect, geborgenheid, veiligheid en een persoonlijke benadering. Zowel ten aanzien van de kinderen, de ouders, de medewerkers als andere betrokkenen.
VISIE OP VEILIGE EN GEZONDE KINDEROPVANG
Vanuit de wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang dienen wij een beleid te creëren ten aanzien van Veiligheid en Gezondheid waar alle medewerkers zich verantwoordelijk voor voelen.
De belangrijkste aandachtspunten binnen het vormgeven van het beleid zijn:
o Het bewustzijn van mogelijke risico’s;
o Het voeren van een goed beleid op grote risico’s;
o Het gesprek hierover aangaan met elkaar en met de externe betrokkenen.
Dit alles met als doel, een veilige en gezonde omgeving te creëren waar kinderen onbezorgd kunnen spelen en zich optimaal kunnen ontwikkelen. Op korte termijn is het van belang dat het beleid Veiligheid en Gezondheid wordt geïmplementeerd op de locatie. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de leidinggevende. Voor het uitvoeren van de implementatie zal tijdens de groepsoverleggen het beleid worden besproken en komt als vast onderdeel op de agenda van de vergaderingen die 1 keer per 2 maanden worden gehouden.
GROTE RISICO’S
Kinderopvang CoComelon ziet xxxxxx’x met grote gevolgen voor veiligheid en / of gezondheid van de kinderen als groot risico. Voor alle grote risico’s zijn er werkafspraken gemaakt met de pedagogisch medewerkers en in sommige gevallen maatregelen genomen in het pand, bijvoorbeeld kindveilige stopcontacten, bedden en boxen die voldoen aan de wet, kind veilige meubels en ruimtes.
KLEINE RISICO’S
Leren omgaan met risico’s is erg belangrijk voor kinderen. Internationaal wetenschappelijk onderzoek toont aan dat leren omgaan met xxxxxx’x goed is voor de ontwikkeling van kinderen. Door het ervaren van risicovolle situaties, bijvoorbeeld tijdens het spelen, ontwikkelen kinderen risicocompetenties: ze leren risico’s inschatten en ontwikkelen
cognitieve vaardigheden om de juiste afwegingen te maken wanneer een risicovolle situatie zich opnieuw voordoet. Risicovol spelen ontwikkelt een positieve houding van ‘ik kan het’ en daarmee gaat een kind uitdagingen meer zien als iets om van te genieten dan om te vermijden. Dit vergroot onafhankelijkheid en zelfvertrouwen, wat belangrijk kan zijn voor hun doorzettingsvermogen als ze geconfronteerd worden met uitdagingen. Het leren omgaan met risico’s heeft een positieve invloed op de fysieke en mentale gezondheid van kinderen en op het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Kinderen staan sterker in hun schoenen en kunnen beter conflicten oplossen en emoties herkennen van speelmaatjes. Bewegingen die veel voorkomen bij risicovol spelen, zoals slingeren, klimmen, rollen, hangen en glijden, zijn niet alleen leuk voor kinderen, maar ook van essentieel belang voor hun motorische vaardigheden, balans, coördinatie, en lichaamsbewustzijn. Kinderen die dat niet doen zijn vaker onhandig, voelen zich ongemakkelijk in hun eigen lichaam, hebben een slechte balans en bewegingsangst.
Onze missie is onze kinderen een zo veilig en gezond mogelijke opvang te bieden. Hierbij willen we ongelukken of ziekte als gevolg van een bijvoorbeeld niet schoon of ondeugdelijk speelgoed voorkomen. Maar met over bescherming doen we de kinderen uiteindelijk ook geen goed. Daarom beschermen we de kinderen tegen onaanvaardbare risico’s. Een bult, een schaafwond of iets dergelijks kan gebeuren. Sterker nog, er zit ook een positieve kant aan:
o Het heeft een positieve invloed op fysieke gezondheid
o Het vergroot zelfvertrouwen, zelfredzaamheid en doorzettingsvermogen
o Het vergroot sociale vaardigheden
Daarom aanvaarden wij op onze opvang de risico’s die slechts kleine gevolgen kunnen hebben voor de kinderen en leren ze hier op een juiste manier mee om te gaan. Om risicovolle speelsituaties veilig te houden moeten kinderen zich daarom tijdens spelsituaties of activiteiten houden aan diverse afspraken. Daarnaast zijn er afspraken over hoe om te gaan met spullen als speelgoed, dit om te voorkomen dat door oneigenlijk gebruik letsel kan ontstaan.
Om gezondheidsrisico’s te beperken en de kinderen hieraan zelf bij te laten dragen zijn daarom goede afspraken met kinderen noodzakelijk. Voorbeelden van afspraken die met kinderen zijn gemaakt, zijn het wassen van de handen na toiletbezoek of het houden van een hand voor de mond tijdens niezen of hoesten. Ook leren de jonge kinderen dat ze niet met de afvalemmer mogen spelen, maar wel zelf hun luier weg mogen gooien. De afspraken worden regelmatig met de kinderen besproken en herhaald. Bijvoorbeeld voorafgaand aan een activiteit of spel, voorafgaand aan een verschoningsmoment of in periodes dat veel kinderen en medewerkers verkouden zijn. Tijdens overlegmomenten van de teams wordt besproken of de afspraken die zijn vastgelegd in het beleid ook in de praktijk tot uiting komen en ook daadwerkelijk de risico’s verkleinen.
WERKWIJZE KINDEROPVANG COCOMELON
Om het beleid veiligheid en gezondheid vorm te geven, wordt er minimaal jaarlijks een controle van de praktijk gedaan door de pedagogisch medewerkers. Hierbij worden alle ruimtes geïnventariseerd of deze beschikken over de geldende werkafspraken die in dit beleid staan beschreven. Vervolgens wordt er gezamenlijk geëvalueerd en een evaluatie vragenlijst ingevuld, dit gebeurt gedurende een vergadering. Het belang hierbij is dat er wordt ingegaan op de ingevulde lijsten van de pedagogisch medewerkers maar ook scherp wordt gekeken of de bijbehorende werkafspraken nog effectief zijn en in de praktijk worden gevolgd.
De controle van de praktijk tool en evaluatietool dienen absoluut niet als afvinklijst of een agendapunt dat ‘gedaan´, gezien of uitgevoerd moet te worden. Het invullen van deze lijsten is een proces, waarbij actief wordt gekeken naar de ruimtes en er gezamenlijk geëvalueerd wordt om zo tot een zo sterk mogelijk beleid te komen.
In de bijlage van het beleid veiligheid en gezondheid vindt u deze werktools voor een veilige en gezonde kinderopvang.
Meer informatie over de werkwijze ten aanzien van evaluatie, implementatie en het actueel houden van het beleid, kunt u lezen in hoofdstuk 8: Implementatie, actualisatie en evaluatie.
GEZAMENLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VOOR EEN OPTIMAAL BELEID
Binnen Kinderopvang CoComelon vinden wij dat een optimaal beleid veiligheid en gezondheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Allereerst uit zich dit in het gezamenlijk invullen van de evaluatietools veilige en gezonde kinderopvangen en gezamenlijk het gesprek over veilige en gezonde kinderopvang aan te gaan.
Daarnaast is het een gezamenlijke verantwoordelijkheid om de gevaarlijke-situatie registratie alsmede de ongevallenregistratie in te vullen en in de maandelijkse teamvergaderingen te bespreken. Eventueel kunnen deze registraties en besprekingen leiden tot een beleidsverandering, waardoor de opvang van kinderen nog veiliger wordt.
Uiteraard is er één eindverantwoordelijke, dit is de houder. Zij is verantwoordelijk voor het herschrijven van het beleid, het aansturen en het gesprek over veiligheid en gezondheid op gang te brengen en houden, het implementeren en gedragen houden van het beleid en tot slot het aangaan van het gesprek met de inspectie over het aanbieden van veilige en gezonde kinderopvang en onze visie hierop.
Hoofdstuk 2: Veilig en gezond pand en materialen
Binnen dit hoofdstuk zijn er een aantal richtlijnen uitgezet ten aanzien van het pand. Veel ongevallen en risico’s kun je verkleinen door het maken van afspraken met kinderen en pedagogisch medewerkers. Echter is het voor sommige risico ook mogelijk om maatregelen te treffen in het pand om het risico te verkleinen, zoals bijvoorbeeld deuren, ramen en elektra. Praktisch elke ruimte beschikt wel over een of meerdere van deze genoemde onderwerpen. In dit hoofdstuk zijn deze verzameld.
ALGEMENE VEILIGHEID PAND
KLEINE RISICO’S
DEUREN
Helaas komt het voor dat kinderen hun vingers tussen deuren krijgen. Dit kan met name voor kleine kinderen ernstige schade en zelfs blijvende schade veroorzaken. Om deze reden hebben alle deuren binnen de kinderopvang waar kinderen toegang tot hebben, een veiligheidsvingerstrip tot minimaal 1.20m. Hierdoor is de kans dat dit ongeval ontstaan nihil waardoor wij het zien als klein risico
Werkafspraak medewerkers
De medewerkers controleren dagelijks of de veiligheidstrips nog in goede staat zijn en goed vastzitten. Voor deuren die open mogen blijven staan wordt een wig gebruikt.
Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen zich bezeert aan een deur, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
Afspraken met kinderen
Wij spelen met speelgoed en niet met de deuren.
RAMEN
Kinderen kunnen zich bij een zeer ongelukkig ongeval bezeren aan een raam. Bijvoorbeeld wanneer zij door een raam heen vallen of uit een raam te klimmen. Deze ongevallen zijn uiteraard niet gewenst binnen de kinderopvang. Het uit een raam vallen zien wij als risico en daarom zijn alle ramen voorzien van een raambeveiliger of raamsluiting, zodat het raam op een kierstand kan staan.
Om het breken van een raam te beperken, wordt er gebruik gemaakt van dubbelglas. Door deze maatregelen in het pand is de kans dat dit risico zich voordoet nihil waardoor wij het zien als kleine risico.
Werkafspraak medewerkers
De pedagogisch medewerkers houden toezicht op de ramen. De pedagogisch medewerker gebruiken bij het openzetten van de ramen te allen tijde de raambeveiliger / sluiting.
Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen zich bezeert aan de ramen, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
Afspraken met kinderen
Wij spelen met speelgoed en niet met de ramen. Wij kijken uit met in de buurt spelen bij ramen.
VALONGELUKKEN
Kinderen kunnen zichzelf door uitglijden bezeren. Binnen onze kinderopvangorganisatie zien wij dit als een klein risico. Vallen en opstaan hoort bij het opgroeien. Kinderen leren dat een
grond glad is als je hierop rent met gladde sokken, of dat je kunt uitglijden als er wat water op de grond ligt.
Indien het kind toch valt, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts
, kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
Afspraken met kinderen
Wij lopen in de binnenruimte en dragen bij voorkeur sloffen of antislip sokken.
VERBRANDING DOOR KRAAN EN VERWARMING
Er zijn geen warmwaterkranen in de sanitaire voorzieningen van de kinderen aanwezig. Echter wel bij de commodes.
Ter voorkoming van verbranding door radiatoren, zijn in de groepsruimtes waar kinderen worden opgevangen, de radiatoren afgeschermd met een omkasting en de buizen zijn afgeschermd met isolatiemateriaal.
Werkafspraak medewerkers
Verbranding kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Door het juist handelen van pedagogisch medewerkers kan de kans hierop verkleind worden.
Verbranding door heet waterkraan: een heet waterkraan ook een veelvoorkomende oorzaak van brandwonden. Leer de kinderen wat de rode en blauwe kleur op de kraan betekent en dat ze zelf niet aan de rode knop voor warm water mogen komen zonder begeleiding. Voorkom dat zeer jonge kinderen makkelijk bij een warmwaterkraan kunnen komen, door bij kranen geen objecten te plaatsen die kinderen als opstapje kunnen gebruiken.
Verbranding door radiatoren: Controleer de omkasting dagelijks. Stel radiatoren zonder omkasting niet in op een hoge temperatuur.
Indien een kind ondanks de voorzorgsmaatregelen toch verbrand, koel de brandwond +- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater, voorkom onderkoeling door alleen de brandwond te koelen. Verwijder alleen de kleren die niet aan de brandwond kleeft , waarschuw altijd een arts bij blaren, een aangetaste huid, brandwonden door elektrische of chemische verbranding , smeer niks op de brandwond, bedenk de brandwond met steriel verband of schone doek, geeft het slachtoffer geen eten of drinken, breng het slachtoffer naar huisarts of ziekenhuis
Afspraken kinderen
Wij wassen onze handen alleen onder de kraan die voor ons bestemd is.
GROTE RISICO’S ELEKTRA
In contact komen met elektra kan grote gevolgen hebben. Je kunt hierbij denken aan
stopcontacten maar ook aan elektrische apparaten. Om deze reden zijn alle lage stopcontacten waar kinderen toegang tot hebben, voorzien van een stopcontactbeveiliger. In ruimtes waar kinderen worden opgevangen, worden elektrische apparaten buiten het bereik van de kinderen opgeborgen. Daarnaast worden snoeren en kabels opgebonden/ buiten bereik gelegd, zodat kinderen hier niet bij kunnen.
Werkafspraak medewerkers
De medewerkers controleren dagelijks of de stopcontactbeveiligers nog in goede staat zijn en goed vastzitten. Tevens plaatsen zij elektrische apparaten buiten het bereik van kinderen en binden zij snoeren en kabels op.
Indien een kind in aanraking komt met xxxxxxx contacteer de huisarts of indien kind niet
aanspreekbaar is bel 112. VERGIFTIGING
Jaarlijks gaan meer dan 1.000 kinderen naar het ziekenhuis omdat ze iets eten of drinken wat
giftig is. Snel handelen bij een vergiftiging of een vermoedelijke vergiftiging is dan van groot belang. Wij zien vergiftigingen voor alle leeftijdscategorieën als een risico.
Om te voorkomen dat een kind binnen de kinderopvang een vergiftiging oploopt door het eten of drinken van gevaarlijke stoffen, zijn er in het pand maatregelen genomen. (Kast)deuren waarachter giftige stoffen zijn opgeborgen zijn altijd dicht en bij voorkeur op slot, indien de deur niet op slot kan staan giftige stoffen boven de 1.50meter.
Werkafspraak medewerkers
Xxx bij vergiftiging of vermoedens van vergiftiging direct 112. Draag ervoor zorg dat er geen giftige stoffen en/of materialen (zoals medicijnen en sigaretten) rondslingeren.
VERBRANDING DOOR THEE
Een verbranding geeft meestal schrik en pijn. De ernst van een brandwond is niet alleen afhankelijk van de diepte van de verbranding. Ook de grootte van de wond en de manier waarop de huid van het kind verbrand is, tellen mee.
Verbranding van een groot deel van het lichaam, zoals de hele rug of een been, kan gevaarlijk zijn. Uit grote brandwonden loopt namelijk veel vocht, met het risico op uitdroging van het lichaam.
Infecties kunnen een brandwond ernstiger maken. Het is dan ook van groot belang om deze nare brandwonden te voorkomen. Voorkomen is immers beter dan genezen. Verbranding door thee: Thee is een van de meeste voorkomende veroorzakers van brandwonden bij kinderen.
Werkafspraak medewerkers
Maak geen thee (of andere hete dranken) klaar in de buurt van de kinderen. Drink geen thee (of andere hete dranken) als kinderen op schoot zitten. Zet (thee)kopjes ver op tafel of de kast, zodat kinderen er niet bij kunnen. Xxxx ouders tevens deze afspraken indien zij op de groep een kopje thee ( of andere heten dranken ) mee drinken.
Maak de thee voor de kinderen lauw door koud water toe te voegen.
Indien een kind ondanks de voorzorgsmaatregelen toch verbrand, koel de brandwond +- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater, voorkom onderkoeling door alleen de brandwond te koelen. Verwijder alleen de kleren die niet aan de brandwond kleeft , waarschuw altijd een arts bij blaren, een aangetaste huid
, brandwonden door elektrische of chemische verbranding , smeer niks op de brandwond, bedenk de brandwond met steriel verband of schone doek, geeft het slachtoffer geen eten of drinken, breng het slachtoffer naar huisarts of ziekenhuis.
VERSTIKKING SIERAAD
Tegenwoordig dragen veel kinderen sierraden, omdat dit mooi is of vanwege de geloofsovertuiging. Het dragen van sierraden brengt veiligheidsrisico’s met zich mee. Zo kan een kind tijdens het spelen vast blijven zitten of zichzelf vasthaken met het sieraad, of kan het sieraad losraken en een kind zich hierin verslikken. Onze voorkeur gaat dan ook uit naar het niet dragen van sieraden door kinderen binnen de kinderopvang. Uiteraard kunnen wij dit niet verbieden, aangezien sommige sieraden in verband met de geloofsovertuiging worden gedragen. Wij zien het dragen van sierraden als risico voor verstikking voor kinderen. Tevens attenderen wij ouders door middel van de nieuwsbrief op het gevaar van sieraden en geven wij aan dat wij liever niet hebben dat kinderen met sieraden naar de opvang toe komen.
Werkafspraak medewerkers:
Laat een kind bij voorkeur geen sieraden dragen. Mocht het kind wel sieraden dragen, verberg sieraden dan zoveel mogelijk onder de kleding. Met name bij spelen (om erachter
blijven haken te voorkomen). Mochten leidsters zien dat een sieraad echt gevaar oplevert, dan zullen de leidster het sieraad verwijderen.
Indien een kind zich verslikt moedig het kind aan effectief te hoesten. Indien het kind niet kan hoesten en stikt, laat dan direct 112 bellen. Geeft slagen op rug of buikstoten bij zuigelingen. Indien dit niet effectief is, voer dan de Heimlich greep voor kinderen uit.
Vanaf 2 jaar weten de kinderen dat sieraden niet verwijderd mogen worden van hun lichaam. Daarnaast stoppen kinderen vanaf 2 jaar minder snel materialen in de mond waardoor er slechts een kleine kans op verstikking bestaat.
Afspraken met kinderen:
Sieraden zijn mooi om te dragen, maar wij maken ze niet los.
LEEFRUIMTE
HOOFDSTUK 3: AFSPRAKEN TER WAARBORGING VAN VEILIGE EN GEZONDE KINDEROPVANG
De leefruimte is de ruimte waar kinderen dagelijks worden opgevangen. Bij Kinderopvang CoComelon is er een leefruimte voor de verticale groep van 0 tot 2 jaar, een leefruimte voor de verticale groep van 1 tot 4 jaar, slaapruimte voor beide groepen, een sanitaire voorziening voor kinderen en volwassenen, een keuken en een buitenspeelruimte.
KLEINE RISICO’S SPEELGOED
Speelgoed moet in Nederland aan de strenge eisen van de Warenwet voldoen. Het
verplichte CE-merk geeft echter geen garantie dat het speelgoed altijd volkomen veilig is. Het assortiment speelgoedartikelen is dermate groot en wisselt zo vaak en snel, dat het zeker belangrijk blijft om het speelgoed voor aanschaf nauwkeurig te bekijken. Daarnaast wordt speelgoed binnen de kinderopvang intensief gebruikt door verschillende leeftijdsgroepen.
Door het gezamenlijk gebruik van speelgoed is er een grote kans op overdracht van ziektekiemen. Een kind stopt het speelmateriaal in de mond of niest er per ongeluk op. Om deze reden is het ook van groot belang dat speelgoed op de juiste manier wordt gereinigd om de overdracht van ziekteverwekkers zoveel mogelijk te beperken. Om veilig en hygiënisch gebruik te waarborgen zijn er werkafspraken met de pedagogisch medewerkers gemaakt.
Werkafspraak medewerkers
Met betrekking tot veilig speelgoed:
Controleer dagelijks of speelgoed nog heel is en vrij is van scherpe randen. Xxxx kapot speelgoed en speelgoed met scherpe randen weg. Als er nieuw speelgoed wordt aangeschaft, kies dan bij voorkeur gelijmd speelgoed met verzonken schroeven. Leer de kinderen daarbij hoe zij met het materiaal om dienen te gaan, om beschadiging van speelmateriaal en verwonding van kinderen tegen te gaan. Ruim klein speelmateriaal (zoals kralen) op in een gesloten kast en speel hiermee onder begeleiding. Als er speelgoed is waar de kleintjes echt niet aan mogen komen, laat de oudere kinderen er dan mee spelen als de kleintjes naar bed zijn. Als groot en klein samenspelen, speel dan met speelgoed van de kleintjes. Xxxxx zelf mee als de kleineren spelen met speelgoed van de grotere kinderen. Controleer daarbij dagelijks de ruimte op kleine voorwerpen.
Met betrekking tot hygiënisch speelgoed:
Speelgoed dat in de mond wordt genomen (babyspeelgoed zoals bijtringen) dient dagelijks schoongemaakt te worden. Het overige speelmateriaal (ook verkleedkleren en knuffels) dient maandelijks te worden gereinigd. Speelgoed van textiel wordt gewassen op 40°C met het langste programma. Zichtbaar verontreinigd speelgoed dien je direct te reinigen.
Indien het kind zich toch verwond aan speelgoed, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
Afspraken met kinderen
Wij gebruiken het speelgoed waarvoor het bedoeld is.
BOX
Binnen de kinderopvang kan er gebruik worden gemaakt van een box. De box geeft de allerkleinste kinderen de mogelijkheid even tot rust te komen. In de box krijgen zij minder prikkels binnen en kunnen ze zichzelf vanuit een veilige haven verder ontwikkelen. Om het gebruik van de box zo veilig mogelijk te laten verlopen, zijn er werkafspraken gemaakt.
Omdat er gebruik wordt gemaakt van boxen aangeschaft bij gecertificeerde bedrijven door
de Nederlandse voedsel en waren autoriteit (NVWA), met sluiting achtten wij de kans nihil dat er een ongeval plaatsvind met de box. Om deze reden zien wij dit als een klein risico.
Werkafspraak medewerkers
Plaats geen speelgoed dat als opstapmogelijkheid kan dienen in de box. Oudere kinderen die uit de box kunnen klimmen (vanaf 2,5 jaar), plaats je niet meer in de box. Sluit de box altijd op de juiste wijze en controleer je eigen handelingen.
Het hekje wordt direct gesloten wanneer een baby in de box wordt gelegd.
Indien het kind zich toch verwond aan de kinderstoel, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
HANGWIEG
Binnen de kinderopvang wordt er gebruik gemaakt van drie hangwiegjes op de groep. De hangwiegjes hebben een ophangpunt aan een haak die we vestigen aan ijzeren stangbuizen. Om het gebruik van de hangwieg zo veilig mogelijk te laten verlopen zijn er diverse werkafspraken opgesteld.
Werkafspraak medewerkers hangwieg
Zorg dat je alleen baby's in het hangwiegje legt van de leeftijd drie tot zes maanden, totdat het kind beweeglijk wordt, is een wieg een veilige slaapplek. Het hangwiegje sluiten we niet helemaal af met het hemeltje. Wij leggen alleen baby's in het hangwiegje die dat ook prettig vinden en anders leggen we de baby in een bedje op de slaapkamer. Zorg ervoor dat er geen andere kindjes in de buurt komen van het hangwiegje en controleer elke 10 min of de baby nog goed ligt en het allemaal goed gaat.
Controleer wekelijks of de bevestigingspunten van de wiegbodem nog stevig en stabiel zijn en of de sluitingen nog in goede staat zijn.
Als dit niet meer zo is, dan mag het bed niet meer gebruikt worden.
Het wiegje wordt duidelijk afgezet, zodat iedereen kan zien dat het wiegje defect is.
Gebruik nooit kussens, zachte hoofd en zijwandbeschermers, zeiltjes, tuigjes, koorden of voorwerpen van zacht plastic in het bedje
KINDERSTOEL EN EETTAFELBANK
Binnen de kinderopvang wordt er gebruik gemaakt van kinderstoelen en eetbanken. Op deze manier kunnen de kinderen al vanaf jonge leeftijd veilig aan tafel zitten een deelnemen aan het groepsproces. Om het gebruik van de kinderstoelen en eetbanken zo veilig mogelijk te laten verlopen zijn er diverse werkafspraken opgesteld.
Werkafspraak medewerkers kinderstoel
Zorg dat een kind goed in de kinderstoel zit, met aan iedere kant van de kruisband een been. Houd voldoende afstand tussen de kinderstoel en de tafel, zodat het kind zich niet kan afzetten tegen de tafel. Bij beweeglijke kinderen en baby’s / dreumesen kun je eventueel gebruik van een tuigje. Begeleid de kinderen bij het in en uit de stoel gaan.
Indien het kind zich toch verwond aan de kinderstoel, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
Afspraken met kinderen eettafelbank
Op de eettafelbank zitten wij op onze billen met onze benen naar beneden.
MEUBELS
Kleine ongelukjes houden vaak verband met meubels. Kinderen botsen hiertegen op, klimmen erin of raken op een andere manier lichtgewond door meubels. Vaak blijft het bij de
schrik, een blauwe plek en schaafwonden. Deze kleine ongelukken kunnen bijna niet worden voorkomen. Uiteraard kunnen ongelukken als gevolg van een gebrek of andere invloedbare redenen, wel worden voorkomen. De beroepskrachten zijn alert op gebreken en melden dit bij de leidinggevende. De leidinggevende controleer tevens het meubilair elk kwartaal grondig op gebreken. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat kasten stabiel zijn.
Indien het kind zich toch verwond aan de meubels, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
Afspraken met kinderen
Wij lopen in de binnenruimte, klimmen niet op meubels en ruimen ons speelgoed na gebruik op.
GROTE RISICO’S
VEILIGHEID OP DE GROEP
In de leefruimte kunnen scherpe materialen als scharen, prikpennen en nietmachines ervoor zorgen dat kinderen zich pijn doen. Voor ruimtes waar kinderen worden opgevangen, gelden de volgende werkafspraken met betrekking tot verstikking.
Werkafspraak medewerkers
Scherpe materialen zoals scharen, nietmachines, prikpennen etc. worden hoog opgeborgen, zodat kinderen hier niet bij kunnen komen. Wanneer kinderen oefenen met het gebruik van een schaar of prikpen, gebeurd dit altijd onder begeleiding van een pedagogisch medewerker.
Indien het kind zich toch verwond aan de materialen, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct
VERSTIKKING
In de leefruimte kunnen materiaal (zoals plastic zakken) en eten voor verstikking zorgen. Voor ruimtes waar kinderen worden opgevangen, gelden de volgende werkafspraken met betrekking tot verstikking.
Werkafspraak medewerkers
Geef kinderen gepast eten, eventueel in kleine stukjes of gepureerd. Leer de kinderen daarbij dat zij niet mogen proppen.
Verwijder materiaal die voor verstikking kunnen zorgen (zoals lange koorden , plastic zakken etc. ) uit de leefruimte.
Indien een kind zich verslikt moedig het kind aan effectief te hoesten. Indien het kind niet kan hoesten en stikt, laat dan direct 112 bellen. Geeft slagen op rug of buikstoten bij zuigelingen. Indien dit niet effectief is, voer dan de Heimlich greep voor kinderen uit.
HANDHYGIËNE PEDAGOGISCH MEDEWERKERS
Een van de meest voorkomende manieren waarop ziekteverwekkers worden verspreid, is via de handen. Door een goede handhygiëne wordt overdracht van ziektekiemen beperkt.
Je kunt een goede handhygiëne bereiken door de handen grondig te wassen of te desinfecteren met handdesinfectiemiddelen. Het uitgangspunt van de organisatie is dat de medewerkers zorgdragen voor een goede handhygiëne. Hierbij zijn zij tevens verantwoordelijk voor de handhygiëne van de kinderen. Door de kinderen te stimuleren de handen te wassen op bepaalde momenten en ze te helpen met het goed wassen van de
handen, wordt het bewustzijn van hygiëne bij kinderen gecreëerd en de overdracht van ziektekiemen door kinderhanden zo veel mogelijk beperkt.
Indien de handen zichtbaar vuil zijn, worden deze gewassen met water en vloeibare zeep. Indien de handen niet zichtbaar vuil zijn, kan er worden gekozen om de handen te wassen met water en vloeibare zeep of met handdesinfectiemiddelen.
Werkafspraak pedagogisch medewerker
Reinig de handen op de volgende momenten:
Bij zichtbare verontreiniging van de handen
Voor het aanraken of bereiden van voedsel
Voor het eten of helpen met eten
Voor wondverzorging
Voor het aanbrengen van zalf of crème
Na hoesten, niezen en snuiten
Na toiletgebruik
Na het verschonen van een kind
Na het afvegen van de billen van een kind
Na het buitenspelen
Na het schoonmaken
Na contact met lichaamsvocht, zoals speeksel, snot, braaksel, ontlasting, wondvocht of bloed
Na contact met vuile was of afval
Zieke pedagogisch medewerkers besteden extra aandacht aan een goede handhygiëne HANDHYGIËNE KINDEREN
Overdracht van ziektekiemen via de handen is de meest voorkomende manier. Een goede
handhygiëne is daarom van groot belang. Om deze reden zijn er met kinderen afspraken gemaakt over wanneer zij hun handen dienen te wassen.
Afspraken met kinderen:
Wij wassen onze handen op de volgende momenten bij de wasbak die voor ons bedoeld is:
Voor het eten
Na ieder toiletbezoek met (vloeibare) handzeep
Na het buitenspelen
Na aanraking met dieren
HANDEN REINIGEN
De handen kunnen volgens onderstaande werkwijze worden gereinigd.
Handen reinigen met water en zeep:
1. Maak de handen nat met water.
2. Voorzie de handen van vloeibare zeep.
3. Wrijf de zeep minimaal 10 seconden goed uit over de gehele handen, vingers en de huid ertussen, vingertoppen en polsen.
4. Spoel de handen goed na met water.
5. Handen worden met een schone handdoek of met papieren wegwerpdoekjes gedroogd. Bij gebruik van een handdoek wordt deze ieder dagdeel en bij zichtbare verontreiniging vervangen.
Handen reinigen met handdesinfectie- middelen:
1. Zorg dat de handen goed droog zijn alvorens het handdesinfectiemiddel te gebruiken.
2. Vul het kuiltje van de hand met handdesinfectiemiddel.
3. Wrijf het handdesinfectiemiddel over de gehele handen, vingers en de huid ertussen, de vingertoppen en de polsen.
4. Wrijf het desinfecterende middel uit totdat het is opgedroogd.
SPENEN
Speentjes kunnen kinderen troost bieden en geruststellen. Helaas komt het ook voor dat spenen losraken, waardoor kinderen hierin kunnen stikken. Daarnaast is de hygiëne van spenen van groot belang om onnodige verspreiding van ziektekiemen te voorkomen. Daarom zijn er een aantal afspraken omtrent spenen.
Werkafspraak medewerkers
Vervang spenen regelmatig (bij intensief gebruik gaat onze voorkeur uit naar om de 6 weken, anders iedere 3 maanden). Controleer voordat spenen worden gegeven op scheurtjes en andere beschadigingen. Kook spenen minimaal wekelijks uit, indien deze op de opvang blijven liggen. Indien ouders de spenen dagelijks meenemen, attendeer ouder dan op het belang van het wekelijks uitkoken van spenen. Zorg ervoor dat elk kind een herkenbare eigen speen heeft en bewaar deze in gescheiden schone bakjes. Leg kinderen zonder speenkoord in bed.
Indien een kind stikt in een speen moedig het kind aan effectief te hoesten. Indien het kind niet kan hoesten en stikt, laat dan direct 112 bellen. Geeft slagen op rug of buikstoten bij zuigelingen. Indien dit niet effectief is, voer dan de Heimlich greep voor kinderen uit
ZIEKE KINDEREN
De aandacht en zorg die een ziek kind nodig heeft, kan in een kinderopvang niet voldoende worden gegeven. Indien een kind tijdens het verblijf in de kinderopvang ziek wordt, zal de pedagogisch medewerker de ouders berichten en de ouders vragen het kind te komen ophalen.
In geval van twijfel zal er gekeken worden naar het kind en zullen de belangen van de andere kinderen in de groep tegen elkaar afgewogen worden. Kinderen met koorts boven de 38,5 graden Celsius zijn niet welkom op de kinderopvang.
Bij ziekte wordt te allen tijde het document ‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuter-speelzaal’ van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid geraadpleegd ofwel de Kiddi-app. De adviezen hierin worden als leidraad genomen. Eventueel kan er melding worden gemaakt bij de GGD als er sprake is van een uitbraak of kunnen kinderen tijdelijk worden geweigerd indien de gezondheid van de groep in het geding komt en verdere besmetting door deze weigering voorkomen kan worden.
De pedagogisch medewerkers van de kinderopvang en de ouders hebben beide een verantwoordelijkheid om infectieziektes binnen de kinderopvang zoveel mogelijk te beperken. Wij vragen daarom de medewerking van alle betrokken partijen om dit beleid naar behoren uit te voeren. Voor ouders betekent dit dat zij hun kind(eren) zo spoedig mogelijk ophalen bij ziekte en ze niet brengen als de kinderen een ziekte hebben waarmee ze niet op de kinderopvang mogen komen.
Werkafspraken medewerkers
Geef zieke kinderen eigen speelgoed en een eigen beker en bestek. Xxxxxx speelgoed waarmee een ziek kind heeft gespeeld, voordat andere kinderen het gebruiken. Contacteer ouders als het kind ziek is met de vraag of zij het kind kunnen ophalen. Raadpleeg het document ‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal’ van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid of de kiddi-app indien er sprake is van een kinderziekte. Volg daarbij de instructie op uit dit document / app.
THERMOMETER EN ZALF
Om te constateren of een kindje ziek is, kan het nodig zijn om het kindje te tempraturen. Daarnaast is het soms nodig om zalf of crème te gebruiken, bijvoorbeeld bij rode billen. Om het hygiënisch handelen te waarborgen bij het gebruik van een thermometer of zalf zijn er werkafspraken.
Werkafspraak pedagogisch medewerker
Thermometer:
Indien aanwezig worden er hoesjes gebruikt om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt. De thermometer wordt voor en na ieder gebruik met water en zeep gereinigd. De thermometer wordt voor en na ieder gebruik met een door het CTGB (College voor de Toelating van Gewasbeschermings-middelen en Biociden) toegelaten middel gedesinfecteerd.
Zalf:
Was de handen voor het aanbrengen van zalf of crème. Gebruik een spatel, een vingercondoom of handschoenen bij het aanbrengen van crème of zalf. Nadat spatel, vingercondoom of handschoen in aanraking is gekomen met het kind, mag deze niet nogmaals in aanraking komen met de pot zalf.
MEDICATIE
Sommige kinderen hebben op de kinderopvang soms medische zorg nodig. Denk hierbij aan medicijnen die overdag gebruikt moeten worden zoals een ‘pufje’ tegen astma, antibiotica of andere medicatie. Het is van groot belang dat er duidelijke afspraken zijn omtrent het medicijngebruik, zowel met de ouders, als binnen de organisatie. Het verkeerd toedienen van medicijnen kan ernstige gevolgen hebben voor een kind.
Er zijn strenge regels omtrent het toedienen van medicijnen binnen de kinderopvang, om te voorkomen dat er medicijnen verkeerd worden toegediend.
Werkafspraak pedagogisch medewerker
Laat ouders voor het verstrekken van medicijnen schriftelijke toestemming middels een ‘overeenkomst gebruik geneesmiddelen’ geven. Om misverstanden te voorkomen, dient de ouder een schriftelijke overdracht te overhandigen. Xxxx vóór het verstrekken van het medicament de bijsluiter.
Maakt vervolgens gebruik van de afvinklijst zodat wordt voorkomen dat een medicijn twee keer wordt toegediend.
Pijnstillers of koortsverlagende medicijnen worden alleen op doktersadvies verstrekt.
Regels met betrekking tot het medicijn:
Er worden alleen medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter verstrekt, die op naam van het kind uitgeschreven zijn
Er worden alleen medicamenten verstrekt die al eerder thuis verstrekt zijn
Medicijnen worden in de originele verpakking met houdbaarheidsdatum bewaard
De houdbaarheidsdatum van het medicijn wordt voor toediening gecontroleerd
Medicijnen worden volgens voorschrift bewaard
Indien medicatie foutief wordt toegediend, dient er direct contact opgenomen te worden met de huisarts. Indien het kind niet aanspreekbaar is dient er direct 112 gebeld te worden.
HOEST HYGIËNE
Tijdens het hoesten en niezen worden er ziekteverwekkers verspreid. Deze ziekteverwekkers komen in de lucht. Als je deze vervolgens inademt, kun je ziek worden. Door te hoesten of te niezen in de handen of de elleboogholte, voorkom je dat de ziekteverwekker in de lucht komt.
Afspraken met kinderen
Als wij hoesten of niezen, doen wij dit bij voorkeur in onze elleboogholte. Als wij in onze handen niezen of hoesten, wassen wij daarna onze handen. Als wij een snottebel hebben, dan snuiten wij onze neus met een eigen tissue, die we daarna weggooien.
Uiteraard is het aan de pedagogisch medewerkers om de kinderen te stimuleren deze regels eigen te maken. Bij kinderen die nog niet in staat zijn hun eigen neus te snuiten of op te merken dat dit nodig is, zal de pedagogisch medewerker de neus snuiten.
VERSCHONEN
Kinderen binnen de kinderopvang worden regelmatig voorzien van een schone luier. Naast dat het van belang is dat hier hygiënisch wordt gewerkt om overdracht van ziektekiemen te voorkomen, is het ook van groot belang dat het verschonen veilig gebeurt.
Werkafspraak medewerkers
Veilig verschonen:
Laat nooit kinderen alleen op de commode. Houd altijd lichamelijk contact tijdens het verschonen. Maak zoveel mogelijk gebruik van het trapje bij de commode.
Begeleid een kind bij het naar boven en beneden klimmen (op de billen). Een kind mag nooit zonder begeleiding de trap opklimmen. Xxxx daarom de trap na gebruik altijd weer op. Controleer de commode wekelijks op gebreken. Plaats geen giftige of gevaarlijk materialen en stoffen binnen handbereik van kinderen.
De pm’er zorgt ervoor dat alles binnen handbereik ligt, wanneer een kind wordt verschoond, om te voorkomen dat het kind onbeschermd op aankleedtafel ligt.
Hygiënisch verschonen:
Ga daarnaast hygiënisch te werk tijdens het verschonen, draag geen hand sierraden.
Gooi vuile luiers direct weg in de daarvoor bestemde vuilnisbak.
Reinig na ieder kind het verschoonkussen. Het reinigen wordt niet met een billendoekje of alleen met alcohol gedaan. De waterfles met schoonmaakmiddel voor het reinigen van het verschoonkussen wordt iedere dag ververst.
Na vervuiling met bloed, (bloederige) diarree of braaksel, desinfecteer je het verschoonkussen. Desinfecteer alleen als er éérst is schoongemaakt. Desinfecterende middelen werken onvoldoende als iets nog vuil is.
Vervang het verschoonkussen als het beschadigd is, zodat ziektekiemen zich niet kunnen nestelen in het verschoonkussen.
Als laatste is het van groot belang om de handen te reinigen na het verschonen.
TOILET BEGELEIDING
Kinderen die zindelijk zijn of zindelijk worden, maken gebruik voor de kindertoiletten. Om dit hygiënisch te laten verlopen hebben wij diverse afspraken met kinderen gemaakt.
Afspraken met kinderen
Wij nemen geen speelgoed mee naar het toilet. Als dit nodig is maken wij gebruik van een wc-brilverkleiner en een opstapje, zodat wij goed gebruik kunnen maken van het toilet. Na een toiletbezoek wassen wij onze handen goed met vloeibare zeep.
VERMISSING TIJDENS DE OPVANG
Wanneer je ontdekt dat je een kind uit de groep mist, kun je een aantal dingen doen die helpen het vermiste kind op te sporen. Dit betreft niet alleen het zelf zoeken naar het vermiste kind, maar ook het verzamelen van informatie over het kind en over de omstandigheden van de vermissing.
Werkafspraak pedagogisch medewerker
Onderneem de volgende stappen:
1. Meld bij je naaste collega van de groep dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je collega, zodat xxx je kunt richten op het vermiste kind.
2. Blijf kalm en denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?
3. Bekijk eerst goed alle groepsruimtes en gangen van de kinderopvang. Xxxx ondertussen het kind. Kijk ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen. Het kan voor komen dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.
4. Xxxxxxx meerdere collega’s in om te helpen zoeken. Xxxxx eventueel ook ouders die op dat moment aanwezig zijn.
5. Een andere collega die niet aan het zoeken is, brengt de directie van de kinderopvang op de hoogte.
6. Als het kind niet in het gebouw te vinden is, ga dan buiten zoeken. Neem als het kan een foto van het kind mee. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent, mocht een collega het kind vinden.
7. Zoek buiten eerst op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water, putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.)
8. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
9. Na 15 minuten zoeken bel je de politie: 0900 – 8844.
10. Noteer de naam van de politiefunctionaris die je gesproken hebt en zodra het bekend is, de naam van de politiefunctionaris die als je contactpersoon aangewezen is.
11. De politie zal je vragen stellen over de situatie en het signalement van het vermiste kind.
12. Houd contact met de locatie en werk goed samen met de politie.
13. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s) wanneer het kind na 15 minuten zoeken nog niet gevonden is.
14. Als het kind gevonden is, informeer je de politie als deze ingeschakeld is en vervolgens alle andere betrokkenen die weten dat het kind vermist is.
15. Ga na wat de reden voor de vermissing was, zodat een herhaling voorkomen kan worden
SLAAPRUIMTE
Xxxxxx brengt xxxxxx’x met zich mee, zowel veiligheidsrisco’s als risico’s voor de gezondheid.
Om het binnenmilieu van de slaapkamer zo optimaal mogelijk te houden, wordt er gewerkt volgens het beleid gezondheid en hygiëne. Daarnaast zijn er extra werkafspraken gemaakt om het slapen binnen de kinderopvang veilig en gezond te laten verlopen. Op deze manier worden onder andere verwondingen en wiegendood voorkomen.
KLEINE RISICO GEZOND SLAPEN
Naast het creëren van een optimaal binnenmilieu, zijn er afspraken om gezond slapen te
waarborgen en de overdracht van ziektekiemen zo veel mogelijk te beperken. Door deze werkwijze wordt de overdacht van ziektekiemen tijdens het slaapmoment nihil geacht, daardoor zien wij het als een klein risico.
Werkafspraak medewerkers
Laat kinderen slapen op een eigen onderlaken en in een eigen slaapzak. Xxxxxx beddengoed bij ieder kind. Verschoon het beddengoed of maak gebruik van kindgebonden beddengoed. Was wekelijks het beddengoed en was zichtbaar vuil beddengoed direct.
VEILIG SLAPEN
Uiteraard voldoen alle bedjes aan de Warenwetregeling Nadere eisen kinderbedden en – boxen kinderopvang 2022. Echter zijn er nog vele factoren die ervoor kunnen zorgen dat een kind zichzelf verwondt tijdens het slapen in een bedje. Om een ongeval te voorkomen worden de volgende afspraken gehanteerd.
Werkafspraak medewerkers
Leg kinderen in een bed waar ze niet zelf uit kunnen klimmen.
Houd altijd toezicht door middel van de babyfoon.
Haal kinderen die wakker zijn uit bed.
Kinderen tot minimaal 1,5 jaar slapen in een bed met een opstaande rand van minimaal 60 centimeter vanaf de bedbodem.
Oudere kinderen slapen in een laag bedje, een grond bedje of een bed met dakje.
Controleer wekelijks of de bevestigingspunten van de bedbodem nog stevig en stabiel zijn en of de sluitingen van een dakje of spijlenhek nog in goede staat zijn.
Als dit niet meer zo is, dan mag het bed niet meer gebruikt worden.
Het bedje wordt duidelijk afgezet, zodat iedereen kan zien dat het bedje defect is.
Gebruik nooit kussens, zachte hoofd en zijwandbeschermers, zeiltjes, tuigjes, koorden of voorwerpen van zacht plastic in het bedje.
GROTE RISICO’S
AFWIJKENDE SLAAPWENSEN VAN OUDER EN KIND
Soms kunnen ouder en kind afwijkende slaapwensen hebben. De meest voorkomende afwijkende slaapwensen zijn buikslapen en inbakeren. Bij CoComelon mogen de kinderen niet ingebakerd worden.
Om wiegendood te voorkomen, gelden dezelfde regels als in de slaapkamer. Denk hierbij aan zaken zoals het kort opmaken van het bedje. Het grondbedje dient op de daarvoor bestemde plek opgeruimd te worden. De bedjes worden opgeruimd zonder beddengoed. Iedere dag wordt het kindgebonden beddengoed voor het slapen gaan vanuit het mandje op het grondbedje gelegd.
WIEGENDOOD
Wiegendood is het onverwacht tijdens de slaap overlijden van een kindje van nul tot twee jaar.
Direct voorafgaand aan het overlijden van het kind, waren er vooraf geen duidelijke ziekteverschijnselen. Onderzoek naar de mogelijke oorzaken van het overlijden levert vaak geen duidelijk antwoord op.
Tegenwoordig neemt men aan dat wiegendood in de regel meerdere oorzaken tegelijkertijd heeft. Deze worden onderscheiden in uitwendige en inwendige factoren.
Bekende uitwendige – en doorgaans vermijdbare - factoren zijn:
Slapen in buikligging
Luchtweginfectie
Passief roken
Warmtestuwing
Rebreathing
Uitwendige adembelemmering
Vermoeienis
Sederende medicatie
De meest bekende inwendige factoren zijn:
Licht geboortegewicht
Helaas komt het in Nederland af en toe voor dat een baby tijdens kinderopvang overlijdt aan wiegendood. Het risico hierop is met name voor baby’s tussen de 3 en 9 maanden bij de opvang relatief hoger dan in de thuissituatie. Aandacht voor preventie en voorzorgsmaatregelen kunnen het risico tot het uiterste beperken. De richtlijnen voor wiegendood gelden voor kinderen tussen de 0 en 1 jaar.
Werkafspraak medewerker
VEILIGHEID BEVORDEREN
Een baby op de buik te slapen leggen, verhoogt het risico op wiegendood wel vier tot vijfmaal. Bij een verkouden baby is dit risico nog hoger. Leg een baby alleen op de buik met schriftelijke en expliciete toestemming van ouders en arts.
Kiest een ouder wordende baby, die gezond is, in goede conditie is en motorisch ontwikkeld is (zodat vlot om en om draaien geen probleem is) er regelmatig zelf voor op de buik slapen, dan dienen ouders geen buikligverklaring in te vullen.
Omdat veranderingen in routine onmiskenbaar een risico verhogend effect hebben, is het aan te raden om bij baby’s het ritme en de slaapgewoontes van thuis aan te houden.
De factor warmtestuwing speelt een waarneembare rol onder de baby’s die aan wiegendood overlijden. Zolang de voetjes (iets meer betrouwbaar dan het nekje) van een baby in bed prettig aanvoelen, heeft hij het niet te koud. Een baby die zweet heeft het al gevaarlijk warm! Voel regelmatig of de baby het niet te warm heeft.
Zorg ervoor dat het niet te warm is of wordt in de slaapvertrekken. De aanbevolen slaapkamertemperatuur is 15 tot 18 graden. Er hangen thermometers in de slaapkamers.
Gebruik geen dekbedden voor baby’s.
Combineer zomers geen slaapzak met ander beddengoed. In de winter krijgen de kinderen een slaapzak aan en indien nodig een dunne deken. Zorg bij gebruik van een denkentje dat je het bedje altijd kort opmaakt.
Laat een baby nooit met bedekt hoofd slapen.
HOUD VOLDOENDE TOEZICHT
Xxxx telkens als je een kindje naar bed brengt even in de andere bedjes.
Xxxx nieuwkomers en jonge baby’s extra in het oog.
De pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor het toepassen van deze regels. Zij worden geacht eventuele problemen in de praktijk te signaleren. Van belangrijke gebeurtenissen – ongelukken of gevaarlijke situaties - dient direct een registratie te worden ingevuld.
Als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een baby in slechte conditie wordt aangetroffen, prikkel het kind dan door het aan te tikken en wat te bewegen en bekijk of het zich herstelt. Zo niet, sla dan alarm (112 bellen) en begin met reanimatie en mond-op-mondbeademing. De andere pedagogisch medewerkers worden te hulp geroepen, maar de andere kinderen worden niet zonder toezicht gelaten. De houder wordt gewaarschuwd en hij of zij neemt contact op met de ouders en met de medische instanties. Het is van belang om van begin af aan feiten te noteren, zoals het tijdstip, de omstandigheden en de betrokkenen. In dergelijke gevallen treedt het beleid veiligheid en gezondheid onderdeel ongevallen in werking. Hiervoor heeft de BHV’er / EHBO’er of diens plaatsvervanger de eindverantwoording.
De te hulp geroepen arts dient in het belang van de diagnostiek ook zo spoedig mogelijk de temperatuur van de baby op te nemen.
KEUKEN
KLEINE RISICO’S VOEDSEL EN DRINKEN
Voor het veilig verstrekken van voedsel wordt gebruik gemaakt van de ‘hygiënecode voor
kleine instellingen’. Dit document is te allen tijde het uitgangspunt bij het bereiden en hanteren van voeding. In dit beleidsplan zijn de meest belangrijke maatregelen opgesomd, om een direct overzicht te geven van de meest belangrijkste werkafspraken.
Bij Kinderopvang CoComelon hebben ouders de mogelijkheid om warme maaltijden mee te geven voor kinderen vanaf 1 jaar. Deze worden door ouders zelf in de koelkast gezet, voorzien van de naam en de datum van bereiding. De pm’ers verhitten deze warme maaltijden in de afgesloten keuken.
Werkafspraak medewerkers
Pm’ers communiceren de regels naar ouders over het meenemen van warme maaltijden. Warme maaltijden worden achter in de koelkast gezet.
Maaltijden worden voorzien van naam en datum van bereiding. Maaltijden mogen nooit in de deur van de koelkast bewaard worden.
INKOOP EN ONTVANGST VAN PRODUCTEN
Let bij het kopen of ontvangen van goederen op de houdbaarheidsdatum en of de verpakking niet kapot is. Gooi indien nodig, producten weg. Ruim de binnengekomen goederen direct na ontvangst op. De kans op ziekte overdracht van nieuw aangekochte producten is nihil, daarom zien wij dit als kleine risico.
BEWAREN VAN VOEDSEL
Geschild, gesneden of geprakt fruit wordt afgedekt.
Gekoelde producten worden onder 7°C bewaard.
Een interne verbruik datum (ivd) wordt na het openen, de bereiding of het ontdooien van producten genoteerd.
Gekoelde producten die langer dan dertig minuten buiten de koelkast zijn geweest, worden weggegooid.
Etensresten worden afgesloten bewaard en kruimels worden opgeruimd.
Leg een thermometer bovenin de koelkast. De temperatuur van de koelkast moet lager dan 7°C zijn, bij voorkeur 4°C. De temperatuur van de vriezer moet lager dan - 18°C zijn. Houd de registratie van de koeling (koelkast) dagelijks bij.
Houd levensmiddelen en schoonmaakmiddelen van elkaar gescheiden.
Let op een goede scheiding tussen rauwe en bereide producten: rauwe producten onderin de koelkast en bereide producten bovenin de koelkast.
Maak koelkasten 1x per 2 weken schoon. Ontdooi de vriezer 1x per 3 maanden en maak hem schoon.
ONTDOOIEN
Ontdooi diepvriesproducten altijd in de koelkast. Dit duurt wat langer maar door deze werkwijze bereikt de buitenzijde nooit een hogere temperatuur dan 7°C.
Gebruik voor snel ontdooien een magnetronoven.
Vries ontdooide producten niet meer in. Deze producten bevatten meestal veel micro-organismen. De altijd in het diepgevroren product aanwezige micro- organismen groeien zeer snel in ontdooide producten.
Bewaar ontdooide producten in een koelkast bij een temperatuur van 7°C of lager en bewaar de producten als ze uit de vriezer komen nooit langer dan 48 uur (2 dagen).
TEXTIEL
Bij zichtbare verontreiniging en minimaal elk dagdeel wordt een schone handdoek, theedoek en vaatdoek gebruikt. Handdoeken bij de commode en in het toilet voor kinderen worden na elke verschoonronde vervangen.
Bij zichtbare verontreiniging, na vuile kluisjes en minimaal elk dagdeel wordt een schone vaatdoek gebruikt.
Textiel wordt op minimaal 60°C gewassen.
GROTE RISICO’S VOEDSEL EN DRINKEN BEREIDEN
BEREIDEN VAN VOEDSEL
Was de handen voor het aanraken van het voedsel, volgens de richtlijnen die beschreven zijn binnen dit beleid.
Haal de producten zo kort mogelijk van tevoren uit de koeling.
Zorg voor schoon keukenmateriaal en bereid het voedsel in een schone omgeving, gescheiden van de plek waar wordt verschoond.
Controleer de houdbaarheidsdatum voor gebruik. Schrijf bij het openen de datum op het product.
Gebruik voor het pakken van kaas of vlees een schone vork, die alleen daarvoor gebruikt wordt. Gebruik voor zoet beleg schoon bestek.
Groenten, zeker als die bestemd zijn om in salades rauw te verwerken, moeten goed worden gewassen. Dit is nodig om vuil als zand, stof, xxxx en ander ongedierte te verwijderen.
Was fruit voor fruithapjes voor het schillen en snijden goed, ook al wordt het fruit geschild gegeten. Behandel vers bereidde fruithapjes als gekoelde producten.
VERHITTEN
Zorg bij de verhitting van voedingsmiddelen dat een kerntemperatuur wordt bereikt van minimaal 75°C. Pas dan bestaat de zekerheid dat alle (ziekteverwekkende) micro- organismen zijn gedood. Controleer de tempratuur van de bereide voeding door middel van een voedingstempratuurmeter, voordat je het aan de kinderen geeft. Bij het opdienen moet het eten minimaal 60°C zijn.
OPWARMEN IN MAGNETRON
Verdeel de gerechten in kleine, zo plat mogelijke porties.
Voeg aan groente, aardappelen, vis en vlees 1 tot 2 eetlepels water toe om uitdrogen te voorkomen.
Dek de schaal af met een deksel, bord of magnetronfolie. Zo blijft het vocht in de maaltijd en kan de maaltijd goed heet worden.
Schep het eten tijdens het verwarmen 1 of 2 keer om. Ook al heb je een draaiplateau in de magnetron, nog steeds is goed roeren tussendoor belangrijk om de hitte te verdelen.
Verhit het eten tot minimaal 75 graden Celsius.
AFKOELEN EN BEWAREN VAN EEN WARME MAALTIJD
Laat een warme maaltijd op het aanrecht in bakken afkoelen.
Laat de warme maaltijd niet langer dan 2 uur buiten de koeling staan.
Indien nodig, koel het warme eten dan actief af, door een waterdichte bak in een bak met koud water te plaatsen.
Plaats gekoeld eten in de koelkast, voorzien van een datum van bereiding.
Bewaar geen warme maaltijd die al eens is opgewarmd.
FLES EN BORSTVOEDING
Baby’s krijgen flesvoeding. Binnen de kinderopvang worden er diverse soorten poeder babyvoeding aangeboden. Daarnaast mogen ouders borstvoeding meegeven.
Zuigelingenvoeding is een kwetsbaar product. Daarom zijn er een aantal strenge afspraken over het bereiden, het bewaren maar ook het aanleveren van zuigelingenvoeding.
Werkafspraak medewerkers
ZUIGELINGVOEDING POEDERVORM
Op de kinderopvang wordt er geen vooraf aangelengde zuigelingenvoeding aangeboden aan de kinderen. Indien gewenst kan de ouder de zuigelingenvoeding in poedervorm in afgepaste gelabelde hoeveelheid per voeding aanleveren. Hierbij dient in ieder geval de naam van het kind en de datum te worden genoteerd.
Bij het geven van zuigelingenvoeding in poedervorm worden de volgende werkafspraken gevolgd:
Flesvoeding wordt klaargemaakt op een plek die strikt gescheiden is van de verschoonplek.
Uit een kraan die gebruikt wordt voor het handen wassen en het verschonen van kinderen mag géén water getapt worden voor zuigelingenvoeding.
Flesvoeding staat tijdens het voeden niet langer dan één uur buiten de koeling.
Resten flesvoeding worden weggegooid.
Poedervormige zuigelingenvoeding wordt na openen niet langer dan 1 maand gebruikt.
BORSTVOEDING
Ouders kunnen borstvoeding meenemen. De ouders zijn verantwoordelijk voor het juist behandelen van de borstvoeding alvorens het op de kinderopvang aankomt.
Om ziekteverwekkers voor aankomst op de kinderopvang te voorkomen, worden de volgende regels gesteld aan het aanleveren van borstvoeding voor de ouders:
Ouders ontvangen een instructie over de behandeling van afgekolfde moedermelk (zie bijlage ‘informatiebrief voor ouders’)
Xxxxxxxx moedermelk wordt door ouders gekoeld vervoerd, door gebruik van koeltas of koelbox.
Afgekolfde moedermelk wordt binnen 48 uur gebruikt
Afgekolfde moedermelk wordt met naam van kind en datum van afkolven aangeleverd. Indien de moedermelk ingevroren is, datum van invriezen en de datum waarop de moedermelk uit de vriezer is gehaald.
Werkafspraak medewerkers
OMGANG MET BORSTVOEDING BINNEN DE KINDEROPVANG
Moedermelk wordt direct in de koelkast geplaatst en onder 4°C bewaard.
Meegebrachte moedermelk wordt op de dag van aanleveren opgemaakt.
Overgebleven moedermelk wordt weggegooid. Xxxxxxxxxx wordt nooit nogmaals opgewarmd.
Xxxxxxxxxx moedermelk wordt maximaal 3 maanden bewaard in de vriezer.
Moedermelk wordt in de koelkast ontdooid.
Ontdooide moedermelk wordt (als de melk een nacht bewaard wordt) van een datum en tijdstip van ontdooien voorzien.
Eenmaal ontdooide moedermelk wordt binnen 24 uur verstrekt.
Eenmaal ontdooide moedermelk wordt niet meer ingevroren.
Xxxxxxx moedermelk bij voorkeur in een magnetron of verwarm met behulp van een flessenwarmer of pannetje met heet water.
Naast dat er strikte regels gelden voor de voeding, worden er ook strikte regels omtrent de flessen nageleefd, zodat er geen ziekteverwekkers kunnen worden overgedragen via de fles.
Werkafspraak medewerkers
Gebruik eenvoudig te reinigen flessen.
Elk kind heeft een eigen flessenspeen.
Flessen en spenen worden na iedere voeding eerst omgespoeld met koud water.
Flessen van kinderen t/m 6 maanden worden gereinigd in een vaatwasmachine (niet het kortste programma) of bij afwezigheid van een vaatwasmachine na het omspoelen gereinigd met afwasmiddel en heet water en een speciale afwasborstel (na het afwassen de flesjes naspoelen).
Schone flessen en spenen worden omgekeerd bewaard op een schone, droge doek of een flessenrek.
VERBRANDING
Sluit het hekje naar de keuken in het kinderdagverblijf ten alle tijden zodat kinderen geen toegang hebben tot de keuken.
Werkafspraken medewerkers
Verbranding door waterkoker: Plaats de waterkoker zo dat kinderen er niet bij kunnen, bindt snoer eventueel op, laat nooit gekookt water in de waterkoker staan.
Kinderen mogen nooit zonder begeleiding op de gang. Kinderen mogen niet op de gang als er hete apparaten aanstaan.
VEILIGHEID IN DE KEUKEN
Werkafspraken medewerkers
Er wordt zorggedragen dat er geen opstapmogelijkheden zijn voor kinderen om bij de heetwaterkraan te komen in de keuken.
Scherpe messen en gevaarlijk materiaal staat te allen tijde hoog opgeborgen of in een la / kast die voorzien is van een kindersloten. Sluit de toegang naar de keuken door het hekje te sluiten, zodat kinderen niet zonder begeleiding toegang hebben tot de keuken.
Indien een kind ondanks de voorzorgsmaatregelen toch verbrand, koel de brandwond +- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater, voorkom onderkoeling door alleen de brandwond te koelen. Verwijder alleen de kleren die niet aan de brandwond kleeft , waarschuw altijd een arts bij blaren, een aangetaste huid , brandwonden door elektrische of chemische verbranding , smeer niks op de brandwond, bedenk de brandwond met steriel verband of schone doek, geeft het slachtoffer geen eten of drinken, breng het slachtoffer naar huisarts of ziekenhuis.
KEUKEN
Bij een huis hoort natuurlijk een keuken, zo heeft ook Kinderopvang CoComelon een af te schermen keuken. Deze keuken beschikt over magnetron, waterkoker, warm water kraan, servies en bestek en schoonmaakmiddelen.
Om de veiligheid met betrekking tot de keuken te bewaken zijn er strengen afspraken gemaakt. De basisregel is dat wij de kinderen leren dat de keuken geen ‘speelgoed’ is, daarnaast is een basisregel dat alle kastjes en laadjes voorzien dienen te zijn van een kind veiligheidsslot.
Werkafspraken medewerkers
De koelkast, vormt in principe geen gevaarlijke situatie, de kinderen kunnen zichzelf hooguit bedienen van wat drinken. Echter is het een ander verhaal wanneer er medicijnen of bijvoorbeeld borstvoeding in staat, dan zou het erg vervelend zijn als een kindje dit ongewenst te pakken krijgt. Medicatie wordt hoog geplaats buiten bereik van kinderen in de koelkast
De magnetron wordt gebruikt voor het verwarmen van flesjes maar ook voor het verwarmen van de warme maaltijd. Dit betekent dat de voedingsmiddelen in de magnetron boven de 75graden worden opgewarmd en dus de mogelijkheid geven tot kleine brandwonden. Indien de magnetron wordt gebruikt voor het verhitte van een maaltijd dan zitten de kinderen aan tafel, spelen zij buiten of worden zij aan de andere kant van de ruimte begeleid met spel. Een belangrijk uitgangspunt is, pak geen hete dingen uit de magnetron als er kinderen in de buurt zijn van de keuken.
De waterkoker staat ook in de keuken, voor thee wordt uiteraard de werkafspraken gevolgd zoals hierboven in het protocol vermeld. Daarnaast worden de volgende maatregelen extra in acht genomen; zorg ervoor dat de kinderen niet bij de waterkoker kunnen door deze achter op het aanrecht te plaatsen, plaats het snoer buiten bereik van kinderen, bindt het snoer op, indien je water opwarmt blijf je in de buurt van de keuken, warm water dat je niet gebruik en / of niet in de thermoskan kwijt kan direct wegspoelen.
De warm water kraan van de keuken sluiten wij ten alle tijden koud af, daarnaast voorkomen wij dat kinderen er bij kunnen door geen opstapjes voor de keuken te plaatsen. Medewerkers leren de kinderen tevens dat deze kraan niet voor hun bedoeld is, dat zij de handen mogen wassen bij het kraantje voor de kinderen
Servies en bestek is opgeruimd achter een gesloten kast, met name de scherpe messen. De scherpe messen liggen achter in de lade, de lade is voorzien van een kind beveiligingsslot. De medewerkers ziet erop toe dat dit slot ten alle tijden juist wordt gebruikt.
Schoonmaakmiddelen, plastic zakken en andere giftige stoffen, staan ten alle tijden in de hoge afsluitbare kast buiten het handbereik van kinderen. De medewerkers ziet erop toe dat dit slot ten alle tijden juist wordt gebruikt.
Indien een kind ondanks de voorzorgsmaatregelen toch verbrand, koel de brandwond +- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater, voorkom onderkoeling door alleen de brandwond te koelen. Verwijder alleen de kleren die niet aan de brandwond kleeft , waarschuw altijd een arts bij blaren, een aangetaste huid
, brandwonden door elektrische of chemische verbranding , smeer niks op de brandwond, bedenk de brandwond met steriel verband of schone doek, geeft het slachtoffer geen eten of drinken, breng het slachtoffer naar huisarts of ziekenhuis.
BUITENSPEELRUIMTE
Kinderen spelen graag buiten. Buiten zijn daagt uit om te bewegen en te beleven. Kinderen
hebben behoefte aan ruimte en vrijheid. Al spelend ontdekken zij de natuur en doen nieuwe ervaringen op. Samen of alleen, op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Buiten is van alles te zien, voelen, ruiken, proeven en horen. Buiten zijn helpt kinderen zich te ontwikkelen op zintuiglijk, motorisch, sociaal en moreel gebied.
Buiten wordt anders gespeeld dan binnen. Het vraagt andere vaardigheden van kinderen en biedt kinderen de mogelijkheid te ontdekken. Dit betekent ook dat buitenspelen andere risico’s met zich meebrengt. Om deze reden zijn er specifieke afspraken gemaakt om het buiten spelen zo veilig mogelijk te laten voorlopen, zonder de kinderen te belemmeren in hun ontdekkingstocht. De grondregel is dat de kinderen de aangewezen buitenspeelplaats niet mogen verlaten. Deze afspraak wordt ook met de kinderen gemaakt.
Voordat wij naar buiten gaan wordt het gehele buitenspeelterrein gecontroleerd op defecten, afval en andere gevaarlijke situaties. Indien nodig worden deze verwijderd en/of afgezet.
Kinderopvang CoComelon beschikt niet over een aparte buitenspeelruimte voor de babygroep. Wel creeren zij een aparte hoek waar kleden worden neergeled voor de baby’s om op te liggen. Op deze manier wordt ten alle tijden voor een rustige omgeving gezorgd waar baby’s zonder gevaar van rennende peuters kunnen spelen.
Werkafspraak medewerkers
Voordat kinderen buiten spelen, controleren pm’ers of er zwerfvuil op het terrein ligt of kleine voorwerpen. Dit dient eerst verwijderd te worden, alvorens de kinderen buiten spelen.
Indien het kind zich toch verwond tijdens het buitenspelen ondanks alle voorzorgsmaatregelen , laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts
, kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen.
KLEINE RISICO’S BUITENSPEELMATERIAAL
Speelmateriaal moet in Nederland aan de strenge eisen van de Warenwet voldoen. Het
verplichte CE-merk geeft echter geen garantie dat het speelmateriaal altijd volkomen veilig is. Het assortiment speelgoedartikelen en speeltoestellen is dermate groot en wisselt zo vaak en snel, dat het zeker belangrijk blijft om het speelgoed en speeltoestellen voor aanschaf nauwkeurig te bekijken. Daarnaast worden speelgoed en speeltoestellen binnen de kinderopvang intensief gebruikt door verschillende leeftijdsgroepen. Daarom zijn er werkafspraken gemaakt over het veilig gebruik van speelmateriaal.
Werkafspraak medewerkers
Xxxx kapot speelgoed en speelgoed met scherpe randen weg. Leer de kinderen dat het hek geen speelgoed is en dat zij hier niet op mogen klimmen.
Controleer de zandbak dagelijks op zwerfvuil, honden- en kattenpoep. Indien nodig worden uitwerpselen van honden en katten met ruim zand uit de zandbak geschept. Het zand wordt verschoond als uitwerpselen van honden of katten in het zand worden aangetroffen, die er langer dan 3 weken in hebben gelegen.
Controleer wekelijks de speeltoestellen op gebreken. Laat deze periodiek ( elke vijf jaar) door een professional keuren. Ruim los speelgoed in de beurt van speeltoestellen direct op.
Xxxxx visueel contact met de kinderen op de verschillende speeltoestellen, zoals de glijbaan en de zandbak.
Kinderen worden geleerd om fietsjes te gebruiken op het bestrate gedeelte van het buitenterrein, niet in de buurt van de speeltoestellen.
Zorg dat koorden aan jassen van kinderen in de jas zijn gestopt of kort zijn opgeknoopt. Zorg dat koorden aan jassen van kinderen in de jas zijn gestopt of kort zijn opgeknoopt.
Afspraken met kinderen
Wij gebruiken het speelmateriaal waar het voor bedoeld is. Wij glijden op onze billen van de glijbaan. Wij klimmen niet tegen de glijbaan op. Speel niet met spelmateriaal (zoals fietsen of skelters) in de buurt van speeltoestellen.
FIETSEN EN SPELEN MET DE BAL
Fietsen en spelen met een bal zijn ontzettend leuke activiteiten voor kinderen. Op een speelplaats met nog veel andere kinderen en verschillende soorten spel kan dit echter wel zorgen voor kleine ongelukjes. Om deze reden zijn er regels opgesteld.
Afspraken met kinderen
Fietsen en balspelletjes doen wij op de plaats die daarvoor bestemd of aangewezen is door de pedagogisch medewerker. Wij fietsen en skaten niet in de buurt van speeltoestellen. Wij kijken goed uit voor andere kinderen en laten ons helpen als we het nog een beetje moeilijk vinden.
BUITEN SPELEN IN DE ZON
Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland. Jaarlijks horen ruim
50.000 Nederlanders dat ze huidkanker hebben. Dat waren er tien jaar geleden 28.000. Huidkanker is meestal een gevolg van uv-straling. Te veel uv-straling beschadigt eerst de huidcellen. De huid kleurt dan rood door verbranding. Xxxxx later kan huidkanker het gevolg zijn.
Waarom bescherming voor kinderen extra belangrijk is:
Voor kinderen kunnen beschadigingen door uv-straling uit zonlicht nare gevolgen hebben. Hun huidcellen zijn extra kwetsbaar. Bij kinderen in de groei gaat de celdeling zo snel, dat niet alle beschadigde huidcellen zich kunnen herstellen, voordat ze zich weer gaan delen. In beschadigde cellen ontstaan 'littekens', die kinderen hun leven lang met zich meedragen.
Aan de buitenkant is dat niet te zien, want de beschadigingen zitten diep in de huidcellen. Hoe meer 'littekens', hoe groter de kans dat een kind op latere leeftijd huidkanker krijgt.
Daarom is bescherming tegen de zon zo belangrijk, juist voor kinderen. Om te voorkomen dat de kinderen verbranden zijn er diverse afspraken.
Werkafspraak medewerkers
Houd kinderen tussen 12.00 en 15.00 uur zoveel mogelijk uit de zon. Houd kinderen jonger dan 1 jaar helemaal uit de directe zon. Laat kinderen niet te lang in hun blootje of in zwemkleding lopen. Trek ze op tijd een T-shirtje aan of laat het kind UV-werende kleding dragen. Een petje of zonnehoed helpt om hoofd en gezicht te beschermen. Xxxxx het kind een halfuur voordat het naar buiten gaat in met een zonnebrandcrème met beschermingsfactor SPF 30 of hoger. Herhaal het insmeren elke twee uur of vaker bij sterke transpiratie of na het zwemmen en afdrogen. Vraag ouders op zomerse dagen hun kind thuis al in te smeren. Buitenspelen en buitenactiviteiten vinden waar mogelijk plaats in de schaduw. Daarnaast wordt bij warm weer extra water aangeboden (om de 1,5 a 2 uur) om uitdrogingsverschijnselen te voorkomen.
Indien een kind ondanks de voorzorgmaatregelen oververhit of uitgedroogd raakt volg dan het hitte protocol.
BUITEN SPELEN IN DE KOU
Buiten spelen is gezond, ook wanneer het koud is. Echter is het van belang om goede afspraken te maken om te voorkomen dat kinderen onderkoeld of op een andere manier gewond raken.
Werkafspraak medewerkers
Beperk de duur van het buitenspelen bij extreem lage temperaturen. Inspecteer bij vrieskou altijd eerst de speelplaats op gladde plekken, alvorens de kinderen naar buiten te laten gaan. Strooi zo nodig eerst zand of pekel. Zorg dat kinderen altijd alle buitenkleding dragen
die zij hebben meegekregen, denk hierbij aan muts, wanten en sjaal. Trek kinderen die met onvoldoende warme kleding zijn gebracht reservekleding aan, anders kunnen ze niet mee naar buiten
GROTE RISICO’S
GEBRUIK VAN ZWEMBADJES
Bij warm weer kan een zwembadje voor welkome verkoeling zorgen. Het gebruik van een zwembadje brengt echter wel een aantal veiligheids- en gezondheidsrisico’s met zich mee. Daarnaast is het grootste mogelijke risico dat een kindje verdrinkt. Ondanks deze grote risico’s willen wij de kinderen het plezier van met water spelen niet ontzeggen en zijn er strenge afspraken gemaakt over hoe wij zwembadjes gebruiken.
Werkafspraak medewerkers
Spreek goed af wie er op de kinderen in het badje let. Spelen met water en in zwembadje gebeurt altijd onder toeziend oog van de pedagogisch medewerker. Hij of zij zit direct naast of met de kinderen in het zwembadje. Voor kinderen die nog niet zindelijk zijn, worden zwemluiers gebruikt. Het water in badjes wordt dagelijks en bij zichtbare verontreiniging verschoond. Badjes worden voor het vullen gereinigd. Badjes worden na gebruik gereinigd en droog opgeborgen. Voor het vullen van badjes wordt water van drinkwaterkwaliteit gebruikt. Alvorens het badje wordt gevuld met water vanuit de tuinslang, laten de pedagogisch medewerkers de tuinslang even lopen, zodat het hete opgewarmde water uit de tuinslang verwijderd is. Voorwerpen en attributen waar kinderen en het zwem- en badwater mee in contact komen, zijn van materialen vervaardigd die gemakkelijk gereinigd kunnen worden. Zie erop toe dat kinderen niet eten of drinken in het zwembadje.
Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen verdrinkt, start direct reanimatie en laat een collega 112 bellen.
Stappenplan: controleer ademhaling , indien deze er niet is onderneem de volgende stappen 1. maak luchtweg vrij door hoofd iet snaar achter te kantelen, kijk voel en luister nogmaals 2. beadem 5 keer mond op mond/neus 3. controleer naar tekenen van leven 4. ontbreken deze start met hartmassage met de twee-vinger techniek 5. frequentie 15 keer hartmassage , twee keer beademen.
PLANTEN, BLOEMEN EN MOESTUINPOTJES
Enkele planten en bloemen zijn giftig voor kinderen. Zie tevens het overzicht giftige planten en bloemen.
Werkafspraak medewerkers:
Verwijder giftige planten en bloemen.
In de moestuinpotjes worden geen giftige planten geplaats. Er wordt niet gewerkt met chemische bestrijdingsmiddelen of andere chemische middelen. Het verzorgen van de moestuin gebeurt altijd onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers.
Was de handen van jezelf en de kinderen nadat je hebt gewerkt in de moestuin. Eten uit eigen moestuin
Gebruik geen ongedierte bestrijdingsmiddelen of andere chemische middelen in de moestuin
Indien fruit of groente wordt gebruik om te eten met de kinderen worden deze zorgvuldig gewassen onder lauwwarm water
INSECTEN EN TEKEN
Buiten zijn er insecten. Uiteraard kan er niet worden voorkomen dat kinderen door een insect worden gebeten. Het risico dat kinderen worden gebeten, kan wel worden geminimaliseerd. Daarom zijn de volgende werkafspraken gemaakt.
Werkafspraak medewerkers
Zie erop toe dat kinderen beschermende kleding dragen bij wandelingen in bossen. Controleer kinderen op teken en tekenbeten als ze rondom struiken hebben gespeeld.
Beperk in de buitenruimte zoet eten en drinken. Maak plakkerige handen en monden bij buiten spelende kinderen direct schoon. Als er buiten wordt gedronken, worden er rietjes gebruikt om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond of keel terecht komt.
Indien een kind wordt gebeten door een teek, wordt deze zo snel mogelijk verwijderd met behulp van een tekenpincet of tekenlepel. Na verwijdering van de teek moet het wondje direct worden gedesinfecteerd. Markeer de plek van de beet vervolgens in de vorm van een pijl met een pen. Uiteraard dien je in de overdracht naar ouders te vermelden dat het kind is gebeten door een teek. Daarnaast dient de datum van de beet genoteerd te worden bij de kind gegevens.
Indien een kind door een wesp is gestoken; Koel de plaats van de steek met een nat kompres of een coldpack. Gebruik eventueel een zalf tegen de huidirritatie, bijvoorbeeld zalf met menthol, Aloë Vera of Calendula (gebruik volgens bijsluiter). Neem contact op met de huisarts als de steekplaats erg dik wordt.
KIND VERLAAT DE BUITENSPEELRUIMTE
Bij het buitenspelen op eigen buitenterrein is het van belang dat de kinderen op de speelplaats blijven. Om deze reden zijn er werkafspraken gemaakt.
Werkafspraken medewerkers:
Houdt ten alle tijden toezicht op de kinderen die buiten spelen. Laat kinderen nooit zonder toezicht op de buitenspeelplaats.
Controleer voordat je naar buiten gaat of de poort met veiligheidsslot goed dicht zit.
BUITEN DE KINDEROPVANG
Bij Kinderopvang CoComelon kunnen de pedagogisch medewerkers een wandeling of uitstapje met de kinderen maken. We bezoeken bijvoorbeeld een speelveldje of een andere kindgerichte locatie voor een activiteit. Aangezien we het belangrijk vinden om met de kinderen naar buiten te gaan, hebben we een aantal voorwaarden opgesteld waaraan wandelingen en uitstapjes moeten voldoen. Het informeren en toestemming krijgen van ouders is een belangrijk onderdeel. Verder wordt de beroepskracht-kindratio’ te alle tijde in acht genomen. Indien er een ongeval plaatsvindt laat het kind dan beoordelen door een medewerker EHBO certificaat. Indien het een ernstig ongeval betreft volg dan het stappenplan ongevallen.
KLEINE RISICO’S VOORBEREIDING VAN EEN UITSTAPJE OF WANDELING
Om de veiligheid tijdens een uitstapje of wandeling te garanderen, is een goede
voorbereiding van belang. De pedagogisch medewerkers zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden van het uitstapje en het klaarleggen van alle benodigde materialen.
Werkafspraak medewerkers
De volgende stappen moeten ondernomen worden voor het uitstapje. De voorbereiding van het uitstapje:
Wat voor uitje er ook gepland is, zorg dat de eindbestemming kind veilig is.
Hoe is het vervoer geregeld (overzicht reisschema)? Zorg ook dat je collega’s op de hoogte zijn van het reisschema en de looproutes.
Maak een kostenberekening van het uitje. Zorg dat je vooraf voldoende geld meeneemt.
Xxxx een lijst met welke kinderen er meegaan.
Xxxx een lijst met welke pedagogisch medewerker er verantwoordelijk is (mentor) voor welk kind.
Beschikken alle kinderen over een toestemmingsformulier uitstapjes? Zo niet, laat ouders deze alsnog tekenen.
Klaarmaken van de uitjestas. In deze tas moeten de volgende spullen zitten:
Het ‘beleid over vermissing kinderen’
Presentielijst
Kind informatie (allergieën, telefoonnummers van ouders etc.)
Gecontroleerde EHBO-doos
Toiletpapier, plastic pedaalemmerzak, snoetendoekjes en luiers
Drinken en eten voor de kinderen
Voldoende geld voor het uitstapje
Mobiele telefoon
Reservekleding
Zonnebrandcrème, indien nodig Voorbereidingen vlak voor vertrek:
Kaartjes voor kinderen zijn voorzien van naam van de kinderopvang en mobiel nummer.
Alle kinderen eerst laten plassen en handen wassen.
De kinderen met jas en schoenen laten verzamelen op de groep of in de entree.
De pedagogisch medewerker maakt de groepjes bekend bij de kinderen.
De pedagogisch medewerker maakt de regels van het uitje aan de kinderen bekend.
De kinderen maken 2 aan 2 een rij.
De pedagogisch medewerker neemt de uitjestas en de mobiele telefoon mee.
Op de plek van bestemming:
Wij lopen met z’n allen naar een “meetingpoint”.
Er worden duidelijke afspraken gemaakt tussen pedagogisch medewerkers, volwassenen en kinderen onderling, die betrekking hebben op het samenkomen, eten, het samenlopen van de subgroepen, het toiletteren en de vertrektijden.
Een andere volwassenen (ongediplomeerd) loopt altijd onder begeleiding van een gediplomeerde medewerker.
De groepjes mogen afzonderlijk de plek verkennen.
Overige afspraken:
Raakt er een kindje kwijt dan treedt het beleid ‘vermissing’ in werking.
Zorg dat je kinderen geregeld telt (ongeveer om de 15 minuten).
Zorg voor voldoende drink, eet en plasmomenten.
Ga gezamenlijk naar het toilet.
Afspraken voor ruimtes met een omheining:
Zorg ervoor dat het hek gesloten wordt, indien dit niet mogelijk is, houdt dan visueel contact op de opening van het hek
Wijs voor het visueel contact houden op de opening van het hek één volwassenen aan
Maak de afspraak met kinderen dat zij niet buiten het hek mogen komen Afspraken voor ruimtes zonder omheining:
Xxxx afspraken met elkaar en kinderen tot waar zij mogen blijven
Blijf bij de kinderen in de buurt
Xxxxx visueel contact met de kinderen
Indien een kindje buiten de afgesproken grenzen wil spelen, doe dit dan onder begeleiding
Evalueer zelf indien er geen omheining is de risico’s zoals bijvoorbeeld, water, fietspad, en maak hier gezamenlijk afspraken over
Afspraken voor klimtoestellen:
Controleer de zandbak op zwerfvuil, honden- en kattenpoep. Indien nodig worden uitwerpselen van honden en katten met ruim zand uit de zandbak geschept
Controleer de speeltoestellen op gevaar. Spreek met de kinderen af indien er gevaar is dat zij niet op het speeltoestel mogen spelen
Houdt visueel contact met de kinderen op de verschillende speeltoestellen, zoals trampoline, schommel, glijbaan, overstappaaltjes en mikado balken etc. en begeleid kinderen die niet vaardig genoeg zijn
Spreek met de kinderen af van welke speeltoestellen zij wel en geen gebruik mogen maken, houdt hierbij rekening met de leeftijd en ontwikkeling van kinderen
Begeleid kinderen ten alle tijden bij het gebruik maken van schommel. Maak de afspraak met kinderen dat ze niet in de buurt van de schommel spelen. In geval van grote netschommel; niet meer dan vier kinderen tegelijkertijd op de schommel
De trampoline dient ingegraven te zijn. Zorg ervoor dat het zeilkussen altijd over de veren heen liggen, indien deze kapot is wordt de trampoline niet in gebruik genomen
Zorg dat koorden aan kleding in de kleding zijn gestopt of kort zijn opgeknoopt.
Xxxxx altijd visueel contact met de kinderen Overige afspraken:
Schat op locatie wederom de risico’s in. Indien er onvoorziene risico’s zijn bespreek deze en maak hier gezamenlijk en met de kinderen afspraken over
Afspraken voor omgang met dieren; zie hoofdstuk dieren
GROTE RISICO’S KINDEREN VERVOEREN
Het kan voorkomen, bijvoorbeeld tijdens uitstapjes of tijdens een wandeling, dat wij kinderen
vervoeren. Dit kan lopend zijn, maar ook met de auto of met het openbaar vervoer. Er zijn voor elk vervoersmiddel dat binnen onze kinderopvang gebruikt kan worden werkafspraken gemaakt.
LOPEN
Werkafspraak medewerkers
Kinderen lopen in een rij twee aan twee naar de opvang. Er loopt één pedagogisch medewerker vooraan en één pedagogisch medewerker achteraan. Kinderen steken als één groep de weg over, bij voorkeur bij een stoplicht. Mocht deze niet aanwezig zijn, dan steken zij over bij een zebrapad. Steek in ieder geval nooit over tussen auto’s. De pedagogisch medewerker bepaalt wanneer de kinderen over mogen steken en niet de kinderen. Kinderen mogen niet vooruit rennen. Kinderen die nieuw zijn of moeite hebben met de deelname aan verkeersituatie, geven de pedagogisch medewerkers een hand.
AUTO
Werkafspraak medewerkers
De kinderen worden uitsluitend met auto’s vervoerd die apk gekeurd zijn en waarbij geldige WA- en inzittendenverzekering is afgesloten. Er worden maximaal zoveel kinderen vervoerd als toegestaan is voor het vervoersmiddel. Alle kinderen kleiner dan 1,35 meter zitten in of op een goedgekeurd autostoeltje of zittingverhoger, altijd met de gordel om (wettelijk verplicht). De kinderzitjes en zittingverhogers worden op de voorgeschreven manier in het voertuig bevestigd. De kleinste kinderen worden in een babyautostoeltje tegen de rijrichting in vervoerd, op een zitplaats zonder voor- airbag of een uitgeschakeld voor-airbag (zij-airbags hoeven niet uitgeschakeld te worden).
Goedgekeurde autostoeltjes hebben een oranje keuringslabel met ECE/R44 erop, er zijn 3 typen:
Babyautostoel (0-13 kilo)
Kinderautostoel (9-18 kilo)
Zittingverhoger (15-36 kilo en tot 1.35).
VERMISSING TIJDENS EEN ACTIVITEIT BUITEN DE KINDEROPVANG
Kinderopvang CoComelon onderneemt activiteiten buiten de kinderopvang. Je kunt hierbij denken aan uitstapjes naar een kinderboerderij, het park of een speeltuin in de buurt. Er is een beleid over uitstapjes opgesteld, om het maken van uitstapjes zo veilig mogelijk te maken. Echter kan er nooit worden uitgesloten dat er tijdens een uitstapje een kind wordt vermist. Indien een kind wordt vermist tijdens het uitstapje, worden de volgende stappen ondernomen:
1. Meld je collega dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je collega, zodat xxx je kunt richten op het vermiste kind.
2. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent, mocht het kind weer terecht zijn.
3. Blijf kalm en denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?
4. Bekijk eerst goed alle plekken van de locatie waar je bent. Xxxx ondertussen het kind. Kijk ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen of op plekken waar het kind erg enthousiast over was. Het kan voorkomen dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.
5. Zoek vervolgens buiten op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water, putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.) Roep de naam van het kind tijdens het zoeken.
6. Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
7. Na 15 minuten zoeken wordt de politie gebeld: 0900 – 8844.
8. Noteer de naam van de politiefunctionaris en zodra het bekend is, de naam van de politiefunctionaris die als contactpersoon aangewezen is.
9. Blijf zoeken naar het kind en houd in de gaten of je de politie ziet.
10. De politie zal je vragen stellen over de situatie en het signalement van het vermiste kind.
11. Houd contact met je collega’s en de locatie. Werk goed samen met de politie.
12. De directie zal contact opnemen met de ouder(s) en/of verzorger(s), wanneer het kind na 15 minuten zoeken nog niet gevonden is.
13. Tijdens een uitstapje zal een of meerdere personen vanuit de locatie worden gestuurd om de andere kinderen mee terug te nemen naar de kinderopvang. Er blijven te allen tijde minstens twee pedagogisch medewerkers achter om het kind te zoeken.
14. Als het kind gevonden is, informeer je de politie als deze ingeschakeld is en vervolgens alle andere betrokkenen die weten dat het kind vermist is.
15. Ga na wat de reden voor de vermissing was, zodat een herhaling voorkomen kan worden.
HOOFDSTUK 4: OVERIGE VEILIGHEID & GEZONDHEID EN HYGIËNERISICO’S
KLEIN RISICO DIVERSE GEVAREN IN DE KINDEROPVANG
In de kinderopvang zijn er een reeks aan risico’s. Denk hierbij aan grensoverschrijdend
gedrag van een pedagogisch medewerker, het niet naleven van wet en regelgeving of het meegeven van een kind aan een onbevoegde. Om deze reden zijn er nog een aantal aanvullende afspraken gemaakt binnen dit beleid.
Werkafspraak pedagogisch medewerkers en houder:
Xxxx het beroepskracht-kindratio altijd na. Medewerkers, leidinggevende en houder zijn allen verantwoordelijk voor het naleven van het beroepskracht-kindratio en dienen elkaar aan te spreken als dit niet klopt.
Laat onbekenden nooit zonder toestemming de kinderopvang betreden. Bij elk kind is vastgelegd wie het kind mag ophalen. Sluit de voordeur ten alle tijden, zodat onbekende niet ongewenst toegang tot de opvang kunnen krijgen.
De ouders bellen aan bij het kinderdagverblijf. Er wordt alleen opgedaan voor de mensen die bekend zij bij Kinderdagverblijf CoComelon. Mocht er een vreemde voor de deur staan dan zal de medewerker naar de deur toelopen. Hierbij wordt eerst gekeken waarvoor de persoon komt, bijvoorbeeld een rondleiding, indien de reden van bezoek is vastgesteld zal deze persoon pas toegelaten worden tot de kinderopvang.
SCHOONMAAK
Een goede schoonmaak is van groot belang om het verspreiden van ziekteverwekkers zo veel mogelijk te beperken. Naast het binnenmilieu optimaal houden, is een goede schoonmaak een van de belangrijkste dingen om te zorgen voor een gezonde omgeving. Bij de kinderopvangorganisatie wordt er altijd ‘nat’ schoongemaakt en gestoft, zodat stof niet opnieuw in de lucht komt. Om ervoor te zorgen dat alles optimaal wordt
schoongemaakt, wordt er gewerkt met de schoonmaaklijst. Op de schoonmaaklijst staan alle werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om te zorgen voor een gezonde leefomgeving. Naast het vastleggen van de frequentie van de schoonmaakwerkzaamheden, zijn er een aantal uitgangspunten.
Bij handmatig stofwissen worden stofbindende doeken gebruikt. Bij voorkeur wordt er met een natte doek gestoft.
Tijdens het opvouwen van wasgoed en het opmaken van bedden worden de ramen wijd opengezet.
Indien er wordt gestofzuigd, wordt er extra geventileerd.
Er worden geen grote schoonmaakwerkzaamheden verricht als de kinderen in de ruimte zijn.
Het vervuilen van het binnenmilieu wordt onder meer veroorzaakt door materialen, mensen en kinderen, kleding en tijdens het schoonmaken. In dit beleidsplan geven wij duidelijk aan hoe wij het binnenmilieu optimaliseren maar ook zo optimaal en zo gezond mogelijk houden. De richtlijnen zoals deze hieronder uiteen zijn gezet, gelden voor alle ruimtes waar kinderen in verblijven.
Werkafspraak medewerkers:
Om het binnenmilieu optimaal te houden verversen wij de lucht. Verblijfsruimten (groepsruimten, slaapkamers enz.) hebben voldoende voorzieningen om te ventileren. Ventileren doen wij op twee manieren:
Ventileren: door middel van ramen en deuren, ventileren wij de groepsruimtes.
Luchten: dit is in een zeer korte tijd (ongeveer 15 minuten) het verversen van alle vervuilde binnen lucht. Dit doen wij door ramen en/of deuren wijd open te zetten.
Om het binnenmilieu goed te kunnen observeren, maken wij gebruik van een thermometer. In iedere ruimte waar kinderen verblijven, is een thermometer aanwezig. De thermometer geeft de tempratuur aan. De temperatuur wordt tweemaal daags gecontroleerd en is in de verblijfsruimte niet lager dan 17°C en nooit hoger dan 25°C. In de slaapruimte wordt gestreefd naar een tempratuur tussen de 15 en 18 graden Celsius. De tempratuur mag in ieder geval niet lager zijn dan 15 graden en niet hoger dan 25 graden. In de verschillende ruimtes worden temperatuurschommelingen van meer dan 5°C voorkomen. Als de temperatuur oploopt tot meer dan 25°C, wordt er volgens een hitteprotocol gewerkt. Hierin zijn onder andere afspraken opgenomen met betrekking tot het gebruik van ventilatoren bij hoge tempraturen en het ’s nachts ventileren van het gebouw, om deze af te koelen. Om te voorkomen dat de tempratuur hoog oploopt, worden ramen waar de zon op staat middels zonwering afgeschermd of geblindeerd.
Naast de tempratuur geeft de thermometer tevens de luchtvochtigheid weer. De luchtvochtigheid wordt in groepsruimten en slaapkamers dagelijks gecontroleerd en is tussen de 30% en 70%. Oorzaken van een te hoge luchtvochtigheid zoals lekkages worden direct bestreden.
Ventilatiegedrag wordt aangepast als de activiteit daarom vraagt
Naast het controleren van de tempratuur en luchtvochtigheid kun je ook de hoeveelheid kooldioxide meten in de lucht. Deze drie factoren samen geven aan hoe ‘gezond’ het binnenmilieu is. Het meten doen wij met een CO2 meter, deze staan in de slaapkamer. De metingen worden gecontroleerd door de pedagogisch medewerkers, zodat zij eventueel benodigde actie kan ondernemen.
Bij een CO2-gehalte lager dan 800 PPM is er sprake van een goede luchtkwaliteit. Een CO2- gehalte lager dan 650 ppm indiceert een zeer goede luchtkwaliteit. Indien de CO2-gehalte hoger dreigt te worden dan 800 PPM start de pedagogisch medewerker al met extra ventileren, door bijvoorbeeld een extra raam open te zetten.
Bij concentraties hoger dan 1000 PPM moet meer geventileerd worden. Ramen van de groepsruimte worden op dit moment opengezet.
Bij 1200 PPM en hoger is het CO2-gehalte veel te hoog en moeten er direct grote ventilatiemaatregelingen worden getroffen. Mocht dit voor komen, dan wordt er gelucht. Tijdens het luchten worden alle beschikbare ramen en deuren zo wijd mogelijk worden opengezet.
Er wordt op de volgende momenten extra geventileerd:
Er wordt extra geventileerd tijdens en na bewegingsspelletjes, tijdens het opmaken van bedden en tijdens stofzuigen of wissen.
Gedurende de nacht wordt geventileerd.
Tijdens het gebruik van een stofzuiger of droge wisser wordt gelucht.
Tijdens het opmaken van bedden en het opvouwen van wasgoed worden ramen wijd opengezet.
Door rekening te houden met de inrichting, de materialen en de schoonmaak in de binnenruimte kan het binnenmilieu worden verbeterd.
Om die reden hebben wij enkele aanvullende werkafspraken omtrent inrichting en materialen.
Er worden alleen vloerkleden gebruikt die makkelijk te reinigen zijn.
Bloemen met een sterke geur en planten met harige bladeren worden verwijderd.
Er worden geen wierookstokjes, kaarsen, waxinelichtjes, olie, gel, enz. gebrand.
Meubilair is van dien aard dat een efficiënte schoonmaak mogelijk is.
In ruimtes met kinderen worden geen spuitbussen (verf, haarlak en luchtverfrissers) gebruikt.
Tijdens knutselen wordt alleen lijm op waterbasis gebruikt.
In ruimtes met kinderen wordt geen wasbenzine, terpentine, verfafbijtmiddel of andere chemicaliën met oplosmiddelen gebruikt.
Na verfwerkzaamheden wordt extra gelucht tot de verflucht verdwenen is.
Er worden geen sterk geurende producten gebruikt.
Een effectieve en goede schoonmaak draagt tevens bij aan een gezond binnenmilieu. In de bijlage is de frequentie van schoonmaakwerkzaamheden opgenomen waarmee de organisatie werkt. De medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk en zijn op de hoogte van het belang van een goede hygiëne en een goed binnenmilieu.
Het gebruik van mechanische ventilatie brengt tevens een risico mee voor het binnenmilieu. Hoewel de mechanische ventilatie bedoeld is voor het optimaliseren van het binnenmilieu, kan deze bij verkeerd gebruik of slecht onderhoud het binnenmilieu juist verslechteren. De organisatie houdt zich aan een aantal werkafspraken om te voorkomen dat de mechanische ventilatie het binnenmilieu verslechtert in plaats van verbetert.
Laat de mechanische ventilatie / airco iedere vijf jaar meten en opnieuw inregelen en leg de resultaten vast in een logboek.
Maak de ventilatiekanalen van de airco elke vijf tot zeven jaar schoon.
Filters van een airco worden gereinigd en vervangen conform instructies van de leverancier.
ONGEVALLEN ONGELUKKEN
Ongelukken waarbij kinderen betrokken zijn, zijn emotioneel voor zowel de medewerkers als het gewonde kind. Alle kinderen hebben wel eens builen en blauwe plekken, maar veel daarvan kunnen, net zoals de meer ernstige verwondingen, worden voorkomen. Naast het treffen van de preventieve maatregelen, is het van belang te weten wat te doen bij ongevallen waarbij een kind betrokken is. In sommige situaties zoals verstikking, verbranding of ernstige bloeding, kan hulp van levensbelang zijn.
Wat te doen bij calamiteiten en ernstige ongelukken:
1. Op gevaar letten Tref eerst veiligheidsmaatregelen voor de medewerker, de overige kinderen en voor het slachtoffer. Laat bij voorkeur het kind liggen, maar als het noodzakelijk is, leg het slachtoffer op een veilige plaats.
2. Nagaan wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert Xxxxxxx erachter te komen wat er is gebeurd door het kind aan te spreken of de omstanders te vragen. Als u alleen bent, roept u om hulp zodat iemand u kan assisteren.
3. Het slachtoffer geruststellen Ieder kind heeft iemand nodig die hem opvangt en geruststelt. Hij is vaak geschrokken en voelt zich angstig. Blijf in de directe nabijheid van het kind, wees rustig en zorgzaam.
4. Zorgen voor deskundige hulp Blijf bij voorkeur zelf bij het slachtoffer en laat iemand anders zo snel mogelijk deskundige hulp waarschuwen. Dat kan de ambulancedienst zijn via 112 of de eigen (huis)arts. Als u deskundige hulp waarschuwt via het centrale alarmnummer 112, krijgt u eerst contact met een meldkamer waar u duidelijk om een ambulance moet vragen.
Het volgende moet doorgegeven worden:
Uw naam
Xxxxxx waarheen de hulp moet komen
Beschrijf het ongeval; wat is er gebeurd?
Meld dat het om een kind/kinderen gaat, vermeld de leeftijd erbij
Beschrijf de toestand van het kind. Meld wanneer het kind beademd of gereanimeerd wordt
Laat de melder daarna naar u terugkomen om u te informeren. Laat het gewonde kind nooit alleen!
Xx in principe niet met een kind dat iets ernstigs heeft, alleen op weg. U kunt zich dan namelijk niet concentreren op het verkeer. De toestand van het kind kan ook verslechteren tijdens de rit, waardoor de hulpverlening wordt bemoeilijkt.
5. Registreer het ongeval Xxx een ongevallenregistratieformulier in.
OMGANG MET BLOED
In bloed kunnen virussen en ziektes aanwezig zijn, die bij aanraking overdraagbaar zijn. Om deze reden is het noodzakelijk hygiënisch te werk te gaan met bloed. Mocht er bij een ongelukje bloed vrijkomen, dan wordt er als volgt met bloed omgegaan.
Werkafspraak medewerkers:
Draag wegwerp handschoenen bij het aanraken of opruimen van bloed. Gooi deze direct weg na gebruik en was de handen met water en zeep. Was textiel met bloed op 60°C. Indien er bloed gemorst is, dep het bloed weg met papier, schoon water en allesreiniger. Droog daarna het oppervlak en desinfecteer met desinfecterend middel. Laat drogen aan de lucht.
WONDVERZORGING
Het kan voorkomen dat een kindje een wondje heeft, dat tijdens de opvang bij de kinderopvang verzorgd moet worden. Het is belangrijk om hygiënisch te werk te gaan. Niet alleen om overdracht van bacteriën te voorkomen, maar vooral ook om de wond zo snel mogelijk te laten genezen. Mocht er sprake zijn van wondverzorging, dan worden de volgende werkafspraken gevolgd.
Werkafspraak medewerkers:
Dep pus/wondvocht voordat het gaat lekken met bijvoorbeeld een wattenstaafje. Xxx wondjes af met een waterafstotende pleister. Materialen en oppervlakken die verontreinigd zijn met pus of wondvocht reinig je direct met een reinigingsmiddel en daarna dient het oppervlak gedesinfecteerd te worden. Desinfecteer alleen als er éérst is schoongemaakt.
Desinfecterende middelen werken onvoldoende als iets nog vuil is. Was je handen voor wondverzorging, na wondverzorging en na aanraking van pus of wondvocht.
PEDAGOGISCH MEDEWERKERS
HOOFDSTUK 5: GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG
Als een volwassene gaat werken als pedagogisch medewerker ( zowel als beroepskracht, stagiaire alsmede vrijwilliger en andere volwassenen betrokkenen), dan gaan wij ervan uit dat hij of zij dit doet vanuit zijn of haar liefde voor kinderen. Dat hij of zij net zoals onze kinderopvangorganisatie staat voor een veilige opvang, waar elk kind zich kan ontwikkelen. Helaas kan het voorkomen dat een pedagogisch medewerker grensoverschrijdend gedrag vertoont. Het gaat hierbij om ongewenste aanrakingen die niet passen binnen de normen en waarden van onze organisatie. Van een corrigerende tik tot zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag zoals seksueel misbruik, dit wordt niet geaccepteerd. Wij hopen ten zeerste dat er binnen onze kinderopvangorganisatie nooit sprake zal zijn van grensoverschrijdend gedrag door een pedagogisch medewerker. Echter dienen wij er wel rekening mee te houden dat er personen in de wereld zijn die in staat zijn binnen de kinderopvang te werken en grensoverschrijdend gedrag te vertonen. Om deze reden hebben wij diverse maatregelen genomen om de kans op grensoverschrijdend gedrag binnen onze organisatie te minimaliseren.
VIEROGENPRINCIPE
Om de kans op grensoverschrijdend gedrag te minimaliseren, is het vierogenprincipe een belangrijk onderdeel. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker of een pedagogisch medewerker in opleiding nooit de werkzaamheden kan verrichten zonder dat dit door een andere volwassene gezien of gehoord kan worden. In hoofdstuk 6 is beschreven hoe het vierogenprincipe binnen Kinderopvang CoComelon is vormgegeven.
KENNIS EN KENNIS BEVORDERING
De kennis van pedagogisch medewerkers kan helpen om grensoverschrijdend gedrag te beperken. Indien de pedagogisch medewerker kennis heeft van de signalen die kunnen duiden op grensoverschrijdend gedrag door een collega, kan zij opvallend gedrag constateren en hierop actie ondernemen. Het gedrag is enerzijds ontoelaatbaar, maar kan anderzijds ook wijzen op nog schadelijker gedrag, bijvoorbeeld seksueel misbruik. Als alle werkzame personen binnen een kinderopvangvoorziening dit risico herkennen en erkennen, kan dit preventief werken.
Om deze reden wordt er binnen de kinderopvangorganisatie geborgd dat pedagogisch medewerkers minimaal één keer per jaar bijscholing kunnen volgen omtrent het onderwerp kindermishandeling. Hierbij is de omgang met collega’s die grensoverschrijdend gedrag vertonen een verplicht onderwerp. Daarnaast is er binnen de kinderopvang een aandachtfunctionaris. Deze persoon heeft een aanvullende opleiding gevolgd over kindermishandeling. De aandachtfunctionaris heeft een centrale rol in de stappen rond het signaleren en handelen bij vermoedens van kindermishandeling. Deze persoon is deskundig in het signaleren, handelen en delen van zorg. Daarnaast is de persoon verantwoordelijk voor contact met externe partijen, zoals bijvoorbeeld Veilig Thuis. Als laatste is de aandachtfunctionaris binnen de kinderopvang verantwoordelijk voor het continu gedragen houden van de meldcode kindermishandeling en voor juiste bijscholing voor de pedagogisch medewerkers.
Bij Kinderopvang CoComelon is Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx de aandachtfunctionaris.
In het scholingsplan is bijscholing omtrent meldcode kindermishandeling en de kennisbevordering omtrent dit onderwerp opgenomen.
CULTUUR BINNEN DE KINDEROPVANG
Door deze open aanspreekcultuur binnen de kinderopvang te creëren, ontstaat de mogelijkheid om collega’s op prettige manier aan te spreken. Deze open aanspreekcultuur kenmerkt zich door een positieve sfeer, waar het geven van feedback normaal en mogelijk
is. De pedagogisch medewerkers binnen Kinderopvang CoComelon worden gestimuleerd om elkaar feedback te geven. Wij vragen de pedagogisch medewerkers feedback te geven aan collega’s indien hij of zij opvallend gedrag ziet, een niet-pluisgevoel krijgt of iets gewoonweg niet prettig voelt. Bij het geven van feedback zijn er een aantal regels:
1. Neem de tijd om te bedenken wat je wilt zeggen.
2. Spreek in de ik-vorm.
3. Beperk je feedback tot datgene dat nu is opgevallen.
4. Beschrijf je eigen gevoel.
5. Beschrijf het effect van het gedrag op jou.
6. Geef feedback doormiddel van de 4 G’s.
Feedback geven door middel van de 4 G’s:
Gedrag vertel eerst welk gedrag je hebt gezien
Gevolg vertel wat het gevolg van dit gedrag is
Xxxxxx vertel welk gevoel het bij je oproept
Xxxxxxx vertel welk gedrag je graag zou willen zien
Het belangrijkste is dat een pedagogisch medewerker nooit blijft zitten met een ‘niet- pluisgevoel’. De medewerker moet zich te allen tijde vrij voelen om het ‘niet-pluisgevoel’ te kunnen uitspreken tegen de collega zelf of de houder van de kinderopvang.
VORMGEVING KINDEROPVANG
De bouwkundige vormgeving van de locatie kan bijdragen om de kans op grensoverschrijdend gedrag te beperken. Door de kinderopvang zo in te delen dat het gemakkelijk is om in groeps- en slaapruimtes naar binnen te kijken, verschoonruimtes zichtbaar te maken vanuit de groep en zoveel mogelijk verborgen hoeken te beperken, oftewel aandacht te besteden aan transparantie, is het mogelijk om de kans op grensoverschrijdend gedrag te beperken. Een pedagogisch medewerker heeft zo immers nog minder de kans zichzelf af te zonderen of buiten beeld te staan van een collega.
Bij Kinderopvang CoComelon kun je deze transparantie terugvinden in het volgende:
Bouwkundig biedt het gebouw veel transparantie. De voorgevel is namelijk geheel voorzien van glas, waardoor het grootste gedeelte van de groepsruimtes zichtbaar is voor voorbijgangers en ouders die hun kinderen afzetten bij het kinderdagverblijf. Er is bewust gekozen voor een commode achter in de eerste groepsruimte zodat wanneer er een leidster aanwezig is er bij verschoning niet van de groep afgeweken hoeft te worden. Waar mogelijk werken wij met stagiairs of zetten wij extra medewerkers in. De stagiair(s) staan
altijd boventallig en zijn dus extra ogen op de groep.
WERVING EN SELECTIE
Als laatste is de manier van werving en selectie een belangrijk aandachtspunt om grensoverschrijdend gedrag te beperken. Het is immers van belang om te weten wie de nieuwe medewerker is. Om deze reden worden er binnen een sollicitatieprocedure altijd referenties nagetrokken, ook bij werkervering in het buitenland. Hierbij wordt te allen tijde gevraagd naar een organisatie en niet naar een specifiek persoon. Als laatste zal er tijdens het sollicitatiegesprek te allen tijde gevraagd worden wat de reden van vertrek of ontslag is bij de vorige werkgever. Ook wordt er, indien er een gat in het CV is, gevraagd wat de persoon in deze periode heeft gedaan. Een kandidaat is niet verplicht op deze vragen te antwoorden.
Indien de medewerker na deze stappen in aanmerking komt om te komen werken bij Kinderopvang CoComelon zal er voordat een arbeidscontract wordt overeengekomen of de medewerker op de groep wordt ingezet als pedagogisch medewerker een verklaring omtrent gedrag worden aangevraagd. Op het formulier wordt ingevuld dat de verklaring wordt aangevraagd op de aspecten 84 en 86. Vervolgens zal er een koppeling worden gemaakt in het Personenregister Kinderopvang. Indien de nieuwe medewerker reeds is
opgenomen in het Personenregister Kinderopvang kan na de totstandkoming van de koppeling een arbeidscontract worden afgesloten.
Voor verdere informatie over grensoverschrijdend gedrag en de signalen en stappen die worden ondernomen indien er een sterk vermoeden bestaat van grensoverschrijdend gedrag door een medewerker, verwijzen wij naar de meldcode kindermishandeling en de handleiding meldcode kindermishandeling die wij binnen de kinderopvang gebruiken.
GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG KINDEREN ONDERLING
SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG TUSSEN KINDEREN ONDERLING
De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de ontwikkeling van een kind naar volwassenheid. Binnen de kinderopvang hebben wij dus tevens te maken met deze ontwikkeling en het gedrag dat bij deze ontwikkeling komt kijken. Door op een goede manier aandacht te besteden aan deze ontwikkeling en op een goede manier bij te dragen aan deze ontwikkeling, kan worden voorkomen dat kinderen grensoverschrijdende seksuele handelingen verrichten.
Kinderen die naar een kinderopvang toegaan, moeten in de eerste plaats altijd fysiek veilig zijn en zich veilig voelen. Dit geldt ook op het gebied van seksualiteit. Afhankelijk van hun leeftijd en situatie hebben zij hierbij ondersteuning nodig van de pedagogisch medewerker. Deze ondersteuning en begeleiding kan alleen geboden worden als er kennis is van de seksuele ontwikkeling van het kind en welke gedragingen hierbij normaal zijn. Daarom wordt bij de scholing met betrekking tot de meldcode kindermishandeling, altijd aandacht besteed aan dit onderwerp. Daarnaast wordt er gewerkt met de meldcode kindermishandeling en de handleiding meldcode kindermishandeling, waarin informatie te vinden is over de seksuele ontwikkeling van een kind. Deze documenten geven antwoord op vragen als: ‘Wanneer wordt er gesproken van seksueel grensoverschrijdend gedrag?’ en ‘Welke stappen dienen er genomen te worden als er seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft plaats gevonden binnen de kinderopvang?’.
PESTEN
Ook pesten is een vorm van grensoverschrijdend gedrag. Helaas komt pesten nog vaak voor. Binnen Kinderopvang CoComelon wordt pesten niet getolereerd. Wij willen voor elk kind een veilige basis zijn, een plek waar zij graag naartoe komen en waar voor iedereen de sfeer prettig is. Om deze reden is er binnen dit beleid beschreven hoe wij omgaan met pesten.
Wat is pesten?
In een veilige omgeving kun je te plagen, vervelende grapjes maken of een begin van pesten nooit helemaal uitsluiten. Je kunt er als pedagogisch medewerker samen met de kinderen wel voor zorgen dat het niet langdurig pesten of ‘herhaald geweld’ wordt. Er wordt over pesten gesproken als het gedrag valt onder onderstaande voorwaarden:
Pesten gebeurt systematisch. Wie gepest wordt, staat herhaaldelijk en over een lange periode bloot aan pesterijen. Dat in tegenstelling tot plagen. Xxxxxx is onschuldig en blijft eerder eenmalig.
Bij pesten is de machtsverhouding ongelijk. De pester is steeds sterker dan de gepeste. De gepeste kan zich moeilijk verdedigen tegen degenen die pesten.
Er ontstaat lichamelijke, materiële en/of geestelijke schade.
Het gaat vaak om dezelfde pester(s), die het op een slachtoffer gemunt hebben
De pester weet meestal heel goed dat het om pesten gaat, maar gaat er bewust mee door.
Plagen is vaak incidenteel, onbezonnen en spontaan negatief gedrag, waarbij humor een rol kan spelen. Het herhaaldelijke en langdurige karakter ontbreekt hierbij. Het plagen speelt zich af tussen twee kinderen of groepen die min of meer gelijk zijn.
Pesten wordt gekarakteriseerd door het feit dat er sprake is van herhaaldelijke, negatieve acties naar een persoon, die meestal ook niet gelijk is aan de pester(s). Wat het slachtoffer ook doet, het is nooit goed. Op de achtergrond is er vaak een
zwijgende groep kinderen bij betrokken. Zij vormen het publiek van de pester, waar hij zijn succes aan afmeet.
Signalen van pesterijen
Als pedagogisch medewerker op de groep dien je waakzaam te zijn op de signalen van pesten. Denk hierbij aan buitensluiten, herhaaldelijk zogenaamd leuke opmerkingen maken over iemand in de groep, een kind continu ergens de schuld van geven, opmerkingen maken over kleren of uiterlijk, bezittingen afpakken of kapot maken, schelden of schreeuwen, een bijnaam gebruiken. Indien de pedagogisch medewerker signalen van pesten opvangt, is het aan de pedagogisch medewerker om het stappenplan pesten in werking te stellen.
Stappenplan pesten
1. Signaleer pesten en/of het kindje vertelt dat het gepest wordt.
2. Ga met de groep een groepsgesprek aan over pesten en samen spelen.
3. Kies er eventueel voor om de pester, het slachtoffer en de passieve pesters apart te spreken.
4. Bespreek de situatie met de ouders van de betrokken kinderen en maak afspraken over hoe er verder gehandeld zal worden.
5. Houd de situatie in de gaten en bespreek regelmatig met slachtoffer hoe het nu gaat.
6. Xxxx hulp bij externe organisaties als het niet lukt om het pestgedrag onder controle te krijgen.
Pesten voorkomen
Wat wellicht nog veel belangrijker is, is de manier hoe pesten kan worden voorkomen. Dit doen wij concreet op de groep door:
Agressie houden we binnen de perken door te bewegen (uitlaatklep).
Meegeven van waarden en normen.
Kinderen veel verantwoordelijkheid geven.
In gesprek gaan met kinderen over pesten. Buitensluiten doen wij niet.
Pedagogisch medewerkers geven zelf positief leiding.
AGRESSIE
Helaas kan het voorkomen dat er agressie op de kinderopvang plaatsvindt. In de vorm van schelden, pesten maar helaas ook slaan, schoppen of bijten. Op kinderopvang Kinderopvang CoComelon is agressie in welke vorm dan ook ten strengste verboden. De pedagogisch medewerker bespreken regelmatig met de kinderen de juiste gedrag vormen en welk gedrag wel en niet gewenst is. Indien een kind ondanks de voorzorgsmaatregelen en de begeleiding van de pedagogisch medewerker agressief gedrag uit zal de pedagogisch medewerker het kind corrigeren op de wijze waarop dit beschreven staat in het pedagogisch beleidsplan.
HOOFDSTUK 6: VIEROGENPRINCIPE
Vanuit de Wet Kinderopvang wordt verplicht gesteld dat er tijdens openingstijden van de kinderopvang te allen tijde moet worden voldaan aan het vierogenprincipe.
Het vierogenprincipe betekent dat een beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten, terwijl de medewerker gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. U kunt bij een andere volwassen denken een stagiaire (18+), kantoor medewerker of vrijwilliger. Door te werken met het vierogenprincipe wordt het risico op grensoverschrijdend gedrag geminimaliseerd.
Wij hechten zeer veel belang aan de veiligheid van de kinderen. Voor grensoverschrijdend gedrag is dan ook binnen onze organisatie geen ruimte. Om deze reden werken wij dagelijks met het vierogenprincipe. Zo lopen de pedagogisch medewerkers en de leidinggevende regelmatig onverwacht bij elkaar binnen en wordt er gebruik gemaakt van audiovisuele middelen zoals een babyfoon in de slaapkamer. Bij Kinderopvang CoComelon wordt er verder op de volgende wijze vormgegeven aan het vierogenprincipe:
Op Kinderopvang CoComelon is er altijd 1 pedagogisch medewerker waarbij een 2de pedagogisch medewerker start wanneer de BKR dit eist of 1 pedagogisch medewerker met stagiaire (18+).
Bij kinderopvang CoComelon hangen de camera´s op elke groepsruimte, aan twee kanten, waardoor men de gehele ruimte kan zien op beeld. Ook in de slaapkamer hangt er een camera zodat het vierogenprincipe toegepast akn worden. Bij het naar binnen gaan van de slaapkamer, wanneer er maar een leidster aanwezig is binnen het kinderdagverblijf, worden de deuren van de slaapkamers opgelaten zodat er te zien is wat er gebeurd. Wanneer er op beide groepen een leidster aanwezig is kan de leidster van CoComelon op de camera in de gaten houden wat er in de slaapkamers gebeurd. De camarabeelden worden ingezet om de veiligheid van de kinderen te waarborgen maar ook voor de training en ondersteuning van medewerkers. De extra cameracontrole is prettig. Bij CoComelon is de camerabewaking gekoppeld aan een strikt deurenbeleid. We kunnen niet voor de volle 100% alles voorkomen, maar daar waar het in onze macht ligt doen we het zeker. De camara-beelden zijn te bekijken op beide laptops van Kinderopvang CoComelon. Beide laptops worden mee naar huis genomen door de eigenaresses, hierdoor kan er ten alle tijden op afstand meegekeken worden.
ACHTERWACHTREGELING
HOOFDSTUK 7: VEILIGHEID TIJDENS CALAMITEITEN
Het kan voor komen dat een pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is. Dit is bijvoorbeeld het geval tijdens het openen en/of sluiten, bij een lage kindbezetting of tijdens vakantieperiodes.
Als een pedagogisch medewerker alleen aanwezig is op locatie wordt het bkr nooit overschreden. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker, nooit met meer dan het wettelijk toegestane op te vangen kinderen per pedagogisch medewerker, alleen in het pand aanwezig is.
Indien er slechts één pedagogisch medewerker wordt ingezet, dient er te allen tijde een achterwacht beschikbaar te zijn. Deze persoon moet bij calamiteiten binnen 15 minuten bij de kinderopvang kunnen zijn. Deze persoon is tijdens de opvangtijden waarbij een pedagogisch medewerker alleen staat, altijd telefonisch bereikbaar.
Bij Kinderopvang CoComelon is de volgende persoon achterwacht:
Achterwacht | Telefoonnummer | Afstand tot KO | Beschikbare dagen |
Fatima | 0648161678 | 10 min | 3 |
Humayra | 0624834486 | 6 min | 1 |
Derde vaste beroepskracht? | |||
KINDER-EHBO
Hoewel wij het zoveel mogelijk proberen te voorkomen, gebeuren er soms ongevallen op de kinderopvang. Een deel van deze ongevallen zijn ongevallen die horen bij het opgroeien, zoals het vallen met het leren fietsen op een driewieler, of het struikelen over de eigen voeten. Ongeacht de reden van het ongeval, kan het voorkomen dat een kind gewond raakt. Soms is een kus en een knuffel van een pedagogisch medewerker voldoende zorg om het gewonde kind te verzorgen en weer lekker te laten spelen. Soms is het kind echter zo gewond geraakt, dat het nodig is dat het kind verdere verzorging krijgt. Het juist en adequaat handelen hierbij is van groot belang. Om dit te kunnen is het noodzakelijk dat het kind behandeld kan worden door een persoon die een certificaat kinder-EHBO heeft behaald.
Binnen onze kinderopvang is er gedurende de openingstijden te allen tijde ten minsten één medewerker aanwezig met een kinder-EHBO.
Alle medewerkers hebben een certificaat kinder-EHBO binnen onze kinderopvangorganisatie.
AED
Wat is een AED?
Sind juli 2023 staat er een AED op de groep. Een Automatische Externe Defibrillator (AED) geeft onze natuurlijke pacemaker de kans om terug de controle te krijgen over het hartritme op het moment de het hart stil staat. De schok van de AED legt het chaotische hartritme dat ontstaat bij een plots hartfalen even stil en ‘reset’ het. Door een AED te gebruiken, stijgt de overlevingskans van minder dan 5% naar meer dan 70%. Ons AEDbediening is voorzien van volwassenen bortscompressen en bortscompressen voor kinderen. De AED herkent nauwkeurig of het om een kind of volwassenen gaat.
Wie mag een AED bedienen?
Om een AED te mogen bedienen hoef je geen professioneel hulpverlener te zijn. Ieder mag het apparaat gebruiken. Een AED is zo ontworpen dat u met aanwijzingen wordt geassisteerd door het reanimatieproces. Bij kinderopvang CoComelon is elke medewerker EHBO- gecentificeert en weet hoe om te gaan met een AED.
IMPLEMENTATIE EN GEDRAGEN HOUDEN
HOOFDSTUK 8: IMPLEMENTATIE, ACTUALISATIE EN EVALUATIE
Een belangrijk onderdeel van het beleid veiligheid en gezondheid is de manier hoe de pedagogisch medewerkers dit beleid uitvoeren in de praktijk. De implementatie van het beleid veiligheid en gezondheid maar met name ook het gedragen houden en de kennis van medewerkers optimaal te houden is daarbij een zeer belangrijk aspect.
IMPLEMENTATIE BELEID VEILIGHEID EN GEZONDHEID
GEDRAGEN HOUDEN VAN BELEID VEILIGHEID EN GEZONDHEID
Nadat het beleid is geïmplementeerd, is het van groot belang dat het beleid in de praktijk
wordt uitgevoerd en dat de pedagogisch medewerkers de kans krijgen om hun kennis te optimaliseren en het geheugen op te frissen. Om deze reden wordt er binnen de teamvergaderingen altijd aandacht besteed aan een van de beleidsstukken van de organisatie. Daarnaast controleert de leidinggevende door middel van observatie op de groep en het vragen stellen aan de pedagogisch medewerkers gedurende de werkzaamheden op de groep, of het beleid voldoende gedragen wordt.
EVALUATIE , ACTUALISATIE EN INFORMEREN PEDAGOGISCH MEDEWERKERS
De evaluatie en actualisatie gebeurt op twee verschillende manieren. De eerste is de periodieke evaluatie gedurende de teamvergaderingen elke 6 weken, de tweede is de jaarlijkse evaluatie van het gehele beleid veiligheid en gezondheid.
Verzamel de ingevulde ongevallen en bijna ongevallen registraties
Bespreek en evalueer het plan van aanpak in de eerstevolgende teambijeenkomst
Bespreek de ingevulde ongevallen en bijna ongevallen registraties
Onderneem de te nemen acties uit het plan van aanpak
Indien er actie ondernomen dienen te worden vul een plan van aanpak in
1. Verzamel de ingevulde ongevallen en bijna ongevallen registraties
ONGEVALLEN REGISTRATIE:
In dit beleid is er gekeken naar (mogelijke) gevaren en hoe ongevallen voorkomen kunnen worden. Om nieuwe gevaren duidelijk in beeld te krijgen, is het belangrijk om een ongevallenregistratie bij te houden.
De groep heeft een ‘Registratieformulier ongevallen’ liggen. Op het ongevallenregistratieformulier worden ongevallen genoteerd. Er wordt genoteerd wat er gebeurd is, of er letsel is en hoe erg het letsel is.
Het ongevallenregistratieformulier wordt ingevuld voor ongevallen binnen Kinderopvang CoComelon in de buitenruimte en tijdens uitstapjes.
Tijdens de maandelijkse vergaderingen wordt de ongevallenregistratie bekeken en besproken. Indien nodig wordt het beleid veiligheid en gezondheid aangepast.
Bijna-ongevallen-REGISTRATIE
Naast de ongevallenregistratie is er een registratie van gevaarlijke situaties. De pedagogisch medewerker vult deze in, als zich een gevaarlijke situatie heeft voorgedaan, maar het kind niet daadwerkelijk letsel heeft opgelopen. Ook deze registraties worden maandelijks besproken in de teamvergadering. Indien nodig wordt het beleid veiligheid en gezondheid aangepast.
2. Bespreek de ingevulde registraties
Bespreek met de pedagogisch medewerkers de ongevallen registraties, aan de hand van de volgende vragen:
a. Gebeuren er vaker ongelukken zoals deze?
b. Kunnen wij hier iets aan doen?
c. Moeten wij onze werkafspraken wijzigingen?
d. Moeten wij een aanpassing doen in het pand?
3. Indien nodig vul een plan van aanpak in
Indien uit de bovenstaande vragen een actie voortvloeit, zoals het opstellen van nieuwe werkafspraken en daarmee het beleid of wijzigingen in het pand vul dat een plan van aanpak in, in de bijlage is deze te vinden, inclusief uitleg.
4. Onderneem de benodigde acties
De verantwoordelijk onderneemt de afgesproken acties, volgens het plan van aanpak
5. Evalueer de uitvoering van het plan van aanpak
Vul de evaluatie binnen het plan van aanpak in. Hierbij sta je stil of de actie de gewenste effecten heeft gehad, of er nog verder actie benodigd zijn of dat bijvoorbeeld ‘proef werkafspraken’ doorgezet kunnen worden naar vaste werkafspraken in het beleid veiligheid en gezondheid.
JAARLIJKSE EVALUATIE
De pedagogisch medewerkers vullen de werktool controle praktijk in
Bespreek en evalueer het plan van aanpak in de eerstevolgende teambijeenkomst
De ingevulde tool wordt besproken
Onderneem de te nemen acties uit het plan van aanpak
Evalueer beleid doormiddel van de vragentool
Indien er actie ondernomen dienen te worden vul een plan van aanpak in
Elk jaar is daarnaast een jaarlijkse evaluatie, dit wordt gedaan doormiddel van twee tools. De eerste tool is de controle van de praktijk en de tweede tool is de evaluatie van het geschreven beleid.
1. Invullen werktool controle van de praktijk
Laat de pedagogisch medewerkers met de werktool uit bijlage de diverse ruimtes beoordelen. In bijlage is er tevens een uitleg van de werktool geschreven.
2. Bespreek de ingevulde werktool controle van de praktijk
Bespreek de beoordelingen van de pedagogisch medewerkers aan de hand van de volgende vragen:
a. Zijn er aandachtspunten in de ruimte?
b. Hoe kunnen wij deze aandachtspunten oppakken?
c. Dient er voor dit aandachtspunt een wijziging in het pand gemaakt te worden? ( bijvoorbeeld, iets dat kapot blijkt te zijn en nog niet gerepareerd)
d. Dient er voor dit aandachtspunt een wijziging gemaakt te worden in het beleidsplan?
e. Is het een aandachtspunt, omdat wij ons niet aan werkafspraken houden? Hoe gaan wij zorgdragen dat wij in de toekomst wel aan deze werkafspraken houden?
3. Evalueer beleid doormiddel van de vragentool
Vul gezamenlijk met de pedagogisch medewerkers de vragentool in, waarbij het beleid wordt geëvalueerd.
4. Indien nodig vul een plan van aanpak in
Indien uit de bovenstaande vragen een actie voortvloeit, zoals het opstellen van nieuwe werkafspraken en daarmee het beleid of wijzigingen in het pand vul dat een plan van aanpak in, in de bijlage is deze te vinden, inclusief uitleg.
5. Onderneem de benodigde acties
De verantwoordelijk onderneemt de afgesproken acties, volgens het plan van aanpak
6. Evalueer de uitvoering van het plan van aanpak
Vul de evaluatie binnen het plan van aanpak in. Hierbij sta je stil of de actie de gewenste effecten heeft gehad, of er nog verder actie benodigd zijn of dat bijvoorbeeld ‘proef werkafspraken’ doorgezet kunnen worden naar vaste werkafspraken in het beleid veiligheid en gezondheid.
DOCUMENTATIE EVALUATIES
Het is belangrijk om de evaluatie inzichtelijk te maken voor de ouders, beroepskrachten en stagiaires. Om deze reden worden de evaluatie gedocumenteerd. Dit gebeurt op de volgende wijze:
1. Maak een notulen van de bijeenkomst
2. Documenteer de werktool voor pedagogisch medewerkers bij de notulen
3. Voeg de ingevulde plannen van aanpak toe aan het beleid veiligheid en gezondheid.
ACTUALISATIE BIJ WIJZIGINGEN
Indien er een werkwijziging, verbouwing of aanschaf van nieuw materiaal wordt, zal het beleid veiligheid en gezondheid altijd – indien nodig - aangepast, zodat het altijd een actueel beleid is
INFORMEREN BETROKKENEN
Om een gedragen beleid te houden en te bewerkstellen dat alle betrokkenen op de hoogte
zijn van het beleid veiligheid en gezondheid, op de voor hun belangrijke onderdelen is informatieoverdracht van belang. Stagiaires, vrijwilligers , pedagogisch medewerker en andere werknemers van Kinderopvang CoComelon kunnen het beleid ten alle tijden inzien op locatie in de mappen.
STAGIAIRES:
Stagiaires en vrijwilligers nemen indien zij beschikbaar zijn deel aan de teamvergadering waarbij het over het beleid veiligheid en gezondheid gaat. Hierdoor krijgen zij dezelfde informatieoverdracht als pedagogisch medewerkers en wordt er gewerkt aan het gezamenlijk dragen en uitdragen van het beleid veiligheid en gezondheid.
Mochten zij niet aanwezig kunnen zijn, zullen zij doormiddel van de notulen en een persoonlijk gesprek met de leidinggevende op de hoogte worden gesteld van de belangrijkste uitkomsten van de vergadering. Het uitgangspunt is dat zowel stagiaires als vrijwilligers dezelfde informatieoverdracht krijgen als de pedagogisch medewerkers, zij werken immers mee binnen Kinderopvang CoComelon, waarbij zij zich aan dezelfde veiligheid en gezondheid richtlijnen dienen te houden.
Tevens kan er binnen de begeleidingsgesprekken waarin wordt gesproken over het functioneren het beleid veiligheid en gezondheid worden besproken. Indien de stagebegeleider en / of de leidinggevende opmerkt dat de stagiaire / vrijwilliger niet volgens het beleid werk dan zal zij binnen dit gesprek uitleg krijgen van de werkafspraken, zodat zij zich hieraan in de praktijk kan houden.
OUDERS:
Ouders worden doormiddel van de informatiebrief beleid alsmede de informatiebrief voor ouders in bijlage 4 op de hoogte gesteld van het beleid veiligheid en gezondheid. Daarnaast kunnen alle ouders te allen tijde het beleid veiligheid en gezondheid digitaal opvragen.
Als laatste worden ouders geïnformeerd doormiddel van de nieuwsbrief indien er in overleg met de oudercommissie aanpassingen zijn gemaakt in het beleid veiligheid en gezondheid. Hierdoor zijn ouders altijd op de hoogte van de laatst gewijzigde zaken.
NIEUWE MEDEWERKERS ( pedagogisch medewerkers, huishoudelijk medewerker, kantoor medewerker, stagiaires en vrijwilligers )
Indien er een nieuwe medewerker bij Kinderopvang CoComelon komt dient deze goed te worden ingewerkt op het beleid veiligheid en gezondheid. Bij Kinderopvang CoComelon is de leidinggevende verantwoordelijk voor het overdragen van het beleid veiligheid en gezondheid aan nieuwe medewerkers. Voor aanvang van de eerste werkdag is er een individueel gesprek tussen de nieuwe medewerker en de leidinggevende waarbij zij de werkwijze van Kinderopvang CoComelon kenbaar maakt. Hierin wordt onder andere de werkafspraken met medewerkers ten aanzien van beleid veiligheid en gezondheid besproken. Daarnaast ontvang de nieuwe medewerker het beleid veiligheid en gezondheid alsmede de werkinstructie en pedagogisch beleidsplan digitaal. De nieuwe medewerker krijgt als opdracht de beleidsstukken te lezen.
Op de groep / in haar functie wordt de nieuwe medewerker begeleid door collega’s , zij geven verder informatie, geven feedback op haar handelen en laten de werkwijze van Kinderopvang CoComelon. Na de eerste werkweek volgt er wederom een gesprek met de leidinggevende hierin wordt de eerste werkweek geëvalueerd, is er de mogelijkheid voor de nieuwe medewerker om vragen te stellen, alsmede de ruimte om verder informatie over het beleid te geven indien dit in de praktijk nog niet naar behoren ging.
UITLEG PLAN VAN AANPAK
Actie / maatregel | ||
Bijzonderheden: | ||
BIJLAGE 3 HITTEPROTOCOL |
Hoewel het niet vaak voorkomt in Nederland, is het van belang om bewust te zijn van de risico’s omtrent extreem warm weer. Warm weer kan leiden tot klachten als vermoeidheid, concentratieproblemen, duizeligheid en hoofdpijn. Daarnaast kunnen huidklachten optreden. Bij hitte kunnen kleine blaasjes en een jeukende rode huid ontstaan door het verstopt raken van zweetklieren, meestal onder kleding. Door uitdroging kunnen kramp, misselijkheid, uitputting, flauwte en bewusteloosheid optreden. Kinderen zijn extra kwetsbaar voor hitte, omdat ze minder goed kunnen aangeven hoe het met ze gaat. Daarom zijn maatregelen belangrijk bij extreem warm weer. Pedagogisch medewerkers moeten weten hoe zij dienen te handelen als de tempratuur oploopt tot boven de 25°C.
Bij extreme hitte worden de volgende maatregelen genomen om de binnenruimte koel en behaaglijk te houden en bij voorkeur onder 25°C:
Xxxxxx zonwering voor de ramen waar de zon op staat en doe deze omlaag voordat de zon naar binnen schijnt.
Zet zo min mogelijk lampen of apparaten aan.
Zet ramen en deuren wijder open wanneer dit verkoelend is. Doe ze echter nooit allemaal dicht bij warmte, want ventileren blijft noodzakelijk.
Xxxxxxxxx ‘s nachts zoveel mogelijk extra. Doe dit vanaf het moment dat het buiten koeler is dan binnen.
Laat de kinderen buiten blijven als het daar koeler is dan binnen (maar voorkom blootstelling aan direct zonlicht tussen 12.00 en 15.00 uur).
De volgende maatregelen worden buiten genomen tijdens extreem warm weer:
Zorg voor schaduw op de speelplaats.
Doe geen spelletjes waarvan kinderen het te warm krijgen.
Laat geen activiteiten uitvoeren met intensieve beweging of andere inspanning.
Tussen 12.00 en 15.00 uur wordt erop toegezien dat er zoveel mogelijk in de schaduw gespeeld wordt. Kinderen tussen de 0 – 4 jaar spelen niet buiten tussen 12.00 & 15.00 en bij extreme hitte.
Daarnaast zijn er extra algemene maatregelen die genomen dienen te worden wanneer er sprake is van extreme hitte:
Laat kinderen en beroepskrachten extra drinken en wacht niet op het dorstgevoel. Ondanks deze maatregelen kan het voorkomen dat een kind een oververhit raakt of een zonnesteek oploopt. Een kind heeft de volgende symptomen bij oververhitting of zonnesteek:
Overmatig zweten, het slachtoffer ziet bleek
Hoofdpijn, duizeligheid, braken
Spierkrampen
Snelle oppervlakkige pols
Ernstige vermoeidheid, slap voelen, soms flauwvallen
Bij handelingen gaat het kind duidelijk 'fouten' maken
Heeft veel dorst
Wanneer een kind dergelijke symptomen vertoont, handel dan als volgt:
1. Leg het slachtoffer neer in een koele omgeving.
2. Laat het slachtoffer (niet te koud) water drinken.
3. Laat het slachtoffer rusten en geen inspanningen doen.
4. Dep met een spons het voorhoofd, hoofd en nek van slachtoffer met water. Indien mogelijk kun je op deze plaatsen natte, koude doeken leggen. Plaats het slachtoffer onder de lauwe douche als deze mogelijkheid er is.
5. Richt indien mogelijk de ventilator op slachtoffer.
6. Waarschuw een arts en overleg.
7. Bel direct 1-1-2 (of laat bellen) als de toestand niet snel verbetert of levensbedreigend wordt.
BIJLAGE 4 INFORMATIEBRIEVEN VOOR OUDERS
Beste ouders,
Welkom bij Kinderopvang CoComelon
Xxxxx informeren wij u over de wet kinderopvang alsmede onze beleidsstukken.
In Nederland is er een Wet Kinderopvang waarin de kwaliteitseisen en regels met betrekking tot de kinderopvang zijn beschreven. In opdracht van de gemeente controleert de GGD elke kinderopvangorganisatie. Tijdens deze inspectie inspecteert de inspecteur van de GGD of de kinderopvang voldoet aan de Wet Kinderopvang. Van de inspectie wordt er een inspectierapport opgesteld. Deze is voor iedereen inzichtelijk op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx . Tevens kunt u een directe link naar de inspectierapporten van Kinderopvang CoComelon op de website van onze kinderopvang vinden.
Om het werken naar de wet te waarborgen heeft Kinderopvang CoComelon een aantal documenten opgesteld waarnaar het werkt. Het pedagogisch beleidsplan, waarin de pedagogische visie, de omgang met kinderen en de ontwikkelingsstimulering die wij kinderen in staan beschreven. Als laatste staat in het pedagogisch beleidsplan informatie over het beroepskracht-kindratio, de stamgroepen en de drie uursregeling.
Daarnaast hebben wij een klachtenregeling, meldcode kindermishandeling, hygiënecode voor kleine instellingen en een scholingsplan.
Als laatste is er het beleid veiligheid en gezondheid hierin staan alle werkafspraken die wij met kinderen en medewerkers hebben gemaakt om zorg te dragen voor gezonde en veilige kinderopvang. Daarnaast is er in het beleid veiligheid en gezondheid beschreven hoe de achterwacht, vier ogen principe en kinder EHBO is vormgegeven. Als laatste is er een hoofdstuk over grensoverschrijdend gedrag, zowel door een medewerker alsmede door kinderen onderling en een hoofdstuk over de implementatie, evaluatie en het gedragen houden van het beleid.
Vanuit de wet kinderopvang is het verplicht om ouders op de hoogte te stellen van het beleid veiligheid en gezondheid maar ook de evaluatie daarvan.
Bij Kinderopvang CoComelon stellen wij ouders doormiddel van deze brief (die u heeft ontvangen bij de inschrijving van uw kind bij onze kinderopvang) en de bijlage informatiebrief voor ouders op de hoogte van ons beleid veiligheid en gezondheid.
In de informatiebrief voor ouders staat de belangrijkste informatie uit het beleid veiligheid en gezondheid genoteerd. Informatie over voeding, ziekte en de vraag of u wilt meewerken aan het dragen van over slofjes binnen de kinderopvang. Wij zijn van mening dat wij gezamenlijk en dus met u hulp ons beleid veiligheid en gezondheid optimaal kunnen uitvoeren. Mocht u het gehele beleid veiligheid en gezondheid willen lezen dan kunt u deze aanvragen bij de leidinggevende van de locatie. Zij zal het totale beleid veiligheid en gezondheid naar u verzenden.
Xxxxx informeren wij u middels deze brief over de werkwijze van Kinderopvang CoComelon ten aanzien van het beleid veiligheid en gezondheid.
Achterwacht regeling
Het kan voor komen dat een pedagogisch medewerker alleen in het pand aanwezig is. Dit is bijvoorbeeld het geval tijdens het openen en/of sluiten, bij een lage kind bezetting of tijdens vakantieperiodes. Als een pedagogisch medewerker alleen aanwezig is op locatie wordt de BKR nooit overschreden. Dit betekent dat een pedagogisch medewerker, nooit met meer dan het wettelijk toegestane op te vangen kinderen per pedagogisch medewerker, alleen in het pand aanwezig is.
Indien er slechts één pedagogisch medewerker wordt ingezet, dient er te allen tijde een achterwacht beschikbaar te zijn. Deze persoon moet bij calamiteiten binnen 15 minuten bij de kinderopvang kunnen zijn. Deze persoon is tijdens de opvangtijden waarbij een
pedagogisch medewerker alleen staat, altijd telefonisch bereikbaar. In het beleid veiligheid en gezondheid staat beschreven wie de achterwacht van Xxxxxxxxxxxx XxXxxxxxx zijn met daarbij de contactgegevens.
Vier ogen principe
Vanuit de Wet Kinderopvang wordt verplicht gesteld dat er tijdens openingstijden van de kinderopvang te allen tijde moet worden voldaan aan het vierogenprincipe.
Het vierogenprincipe betekent dat een beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten, terwijl de medewerker gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. U kunt bij een andere volwassen denken een stagiaire (18+), kantoor medewerker of vrijwilliger. Door te werken met het vierogenprincipe wordt het risico op grensoverschrijdend gedrag geminimaliseerd.
Op Kinderopvang CoComelon is er altijd 1 pedagogisch medewerker waarbij een 2de pedagogisch medewerker start wanneer de BKR dit eist of 1 pedagogisch medewerker met stagiaire (18+).
Bij kinderopvang CoComelon hangen op elke groepsruimte, aan twee kanten camera´s, waardoor men de gehele ruimte kan zien op beeld. Ook in de slaapkamer hangt er een camera zodat de vierogenprincipe gerealiseerd kan worden. Wanneer er op beide groepen een leidster aanwezig is kan de leidster van CoComelon op de camera in de gaten houden wat er in de slaapkamer gebeurd. De camarabeelden worden ingezet om de veiligheid van de kinderen te waarborgen maar ook voor de training en ondersteuning van medewerkers. De extra cameracontrole is prettig. Bij CoComelon is de camerabewaking gekoppeld aan een strikt deurenbeleid. We kunnen niet voor de volle 100% alles voorkomen, maar daar waar het in onze macht ligt doen we het zeker. De camara-beelden zijn te bekijken op beide laptops van Kinderopvang CoComelon. Beide laptops worden mee naar huis genomen, door de eigenaresses, hierdoor kan er ten alle tijden op afstand meegekeken worden.
Grensoverschrijdend gedrag/ Grensoverschrijdend gedrag door medewerker
Als een volwassene gaat werken binnen de kinderopvang medewerker, dan gaan wij ervan uit dat hij of zij dit doet vanuit zijn of haar liefde voor kinderen. Dat hij of zij net zoals onze kinderopvangorganisatie staat voor een veilige opvang, waar elk kind zich kan ontwikkelen. Helaas kan het voorkomen dat een pedagogisch medewerker grensoverschrijdend gedrag vertoont. Het gaat hierbij om ongewenste aanrakingen die niet passen binnen de normen en waarden van onze organisatie. Van een corrigerende tik tot zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag zoals seksueel misbruik, dit wordt niet geaccepteerd. Wij hopen ten zeerste dat er binnen onze kinderopvangorganisatie nooit sprake zal zijn van grensoverschrijdend gedrag door een pedagogisch medewerker. Echter dienen wij er wel rekening mee te houden dat er personen in de wereld zijn die in staat zijn binnen de kinderopvang te werken en grensoverschrijdend gedrag te vertonen. Om deze reden hebben wij diverse maatregelen genomen om de kans op grensoverschrijdend gedrag binnen onze organisatie te minimaliseren.
1. Vierogenprincipe; de vormgeving van het vierogenprincipe is later in de informatiebrief te lezen.
2. Kennis en kennisbevordering; De kennis van pedagogisch medewerkers kan helpen om grensoverschrijdend gedrag te beperken. Indien de pedagogisch medewerker kennis heeft van de signalen die kunnen duiden op grensoverschrijdend gedrag door een collega, kan zij opvallend gedrag constateren en hierop actie ondernemen. Als alle werkzame personen binnen een kinderopvangvoorziening dit risico herkennen en erkennen, kan dit preventief werken. Om deze reden wordt er binnen de kinderopvangorganisatie geborgd dat pedagogisch medewerkers minimaal één keer per jaar bijscholing kunnen volgen omtrent het onderwerp kindermishandeling.
3. Cultuur binnen de kinderopvang; Door een open aanspreekcultuur binnen de kinderopvang te creëren, ontstaat de mogelijkheid om collega’s op prettige manier aan te spreken. Deze open aanspreekcultuur kenmerkt zich door een positieve sfeer, waar het geven van feedback normaal en mogelijk is. De pedagogisch medewerkers
binnen Kinderopvang CoComelon worden gestimuleerd om elkaar feedback te geven. Wij vragen de pedagogisch medewerkers feedback te geven aan collega’s indien hij of zij opvallend gedrag ziet, een niet-pluisgevoel krijgt of iets gewoonweg niet prettig voelt.
4. Vormgeving kinderopvang; De bouwkundige vormgeving van de locatie kan bijdragen om de kans op grensoverschrijdend gedrag te beperken. Door de kinderopvang zo in te delen dat het gemakkelijk is om in groeps- en slaapruimtes naar binnen te kijken, verschoonruimtes zichtbaar te maken vanuit de groep en zoveel mogelijk verborgen hoeken te beperken, oftewel aandacht te besteden aan transparantie, is het mogelijk om de kans op grensoverschrijdend gedrag te beperken. Een pedagogisch medewerker heeft zo immers nog minder de kans zichzelf af te zonderen of buiten beeld te staan van een collega.
5. Werving en selectie; Als laatste is de manier van werving en selectie een belangrijk aandachtspunt om grensoverschrijdend gedrag te beperken. Het is immers van belang om te weten wie de nieuwe medewerker is. Om deze reden worden er binnen een sollicitatieprocedure altijd referenties nagetrokken, ook bij werkervering in het buitenland. Hierbij wordt te allen tijde gevraagd naar een organisatie en niet naar een specifiek persoon. Indien de medewerker na deze stappen in aanmerking komt om te komen werken bij Kinderopvang CoComelon zal er voordat een arbeidscontract wordt overeengekomen of de medewerker op de groep wordt ingezet als medewerker een verklaring omtrent gedrag worden aangevraagd. Op het formulier wordt ingevuld dat de verklaring wordt aangevraagd op de aspecten 84 en 86. Vervolgens dient er een koppeling gemaakt te worden in het Personenregister inderopvang. Indien de nieuwe medewerker reeds in bezit is van een inschrijving in het Personenregister Kinderopvang hoeft er alleen een koppeling tot stand gebracht te worden.
6. Meldcode Kindermishandeling ; Kinderopvang CoComelon werkt met de Meldcode Kindermishandeling.
Grensoverschrijdend gedrag kinderen onderling
1. Seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen kinderen onderling; De seksuele ontwikkeling is een onderdeel van de ontwikkeling van een kind naar volwassenheid. Binnen de kinderopvang hebben wij dus tevens te maken met deze ontwikkeling en het gedrag dat bij deze ontwikkeling komt kijken. Door op een goede manier aandacht te besteden aan deze ontwikkeling en op een goede manier bij te dragen aan deze ontwikkeling, kan worden voorkomen dat kinderen grensoverschrijdende seksuele handelingen verrichten.
2. Pesten; Ook pesten is een vorm van grensoverschrijdend gedrag. Helaas komt pesten nog vaak voor. Binnen Kinderopvang CoComelon wordt pesten niet getolereerd. Wij willen voor elk kind een veilige basis zijn, een plek waar zij graag naartoe komen en waar voor iedereen de sfeer prettig is. Om deze reden is er binnen dit beleid beschreven hoe wij omgaan met pesten.
Werkwijze beleid veiligheid en gezondheid:
Om het beleid veiligheid en gezondheid vorm te geven, wordt er minimaal jaarlijks een controle van de praktijk gedaan door de pedagogisch medewerkers. Hierbij worden alle ruimtes geïnventariseerd of deze beschikken over de geldende werkafspraken die in dit beleid staan beschreven. Vervolgens wordt er gezamenlijk geëvalueerd en een evaluatie vragenlijst ingevuld, dit gebeurt gedurende een vergadering. Het belang hierbij is dat er wordt ingegaan op de ingevulde lijsten van de pedagogisch medewerkers maar ook scherp wordt gekeken of de bijbehorende werkafspraken nog effectief zijn en in de praktijk worden gevolgd.
Daarnaast is er een periodieke evaluatie deze vindt elke teamvergadering plaats. Deze evaluatie vindt plaats aan de hand van de ongevallen en bijna ongevallen registraties. Indien nodig wordt op basis van de evaluaties een plan van aanpak opgesteld. Meer informatie over ons evaluatie beleid kunt u vinden in ons beleid veiligheid en gezondheid in hoofdstuk 8.
Evaluatie en actualisatie / Maandelijkse evaluatie
Elke teamvergadering vindt er een korte evaluatie plaats ten aanzien van het beleid veiligheid en gezondheid. Dit wordt gedaan door middel van de ongevallenregistratie en de gevaarlijke-situaties-registratie. Naar aanleiding van deze registraties kan het beleid indien nodig worden aangepast.
Actualisatie bij wijzigingen
Indien er een werkwijziging, verbouwing of aanschaf van nieuw materiaal wordt, zal het beleid veiligheid en gezondheid altijd – indien nodig - aangepast, zodat het altijd een actueel beleid is
Ouderbetrokkenheid
Kinderopvang CoComelon vindt ouderbetrokkenheid bij het beleid van groot belang. Om deze reden wordt de beleidsstukken ten alle tijden met de oudercommissie (OC) overlegt en besproken. Daarnaast heeft de OC een adviserende rol bij het opstellen en de inhoud van de beleidsstukken.
Naast de betrokkenheid van de OC vinden wij het van groot belang dat ook ouders op de hoogte blijven van onze beleidstukken. Ouders kunnen ten alle tijden alle beleidsstukken inkijken. Op de website van de kinderopvang staat onder andere het pedagogisch beleidsplan. Het beleid veiligheid en gezondheid kan bij de leidinggevende worden opgevraagd, zij zal deze digitaal aan ouders verstrekken.
Bij wijzigingen van het beleid zullen ouders nadat de OC advies heeft gegeven worden geïnformeerd over de wijzigingen doormiddel van een nieuwsbrief.
Als laatste dient deze informatiebrief met bijlage als informatieverstrekking. Mocht u meer willen weten over het beleid veiligheid en gezondheid? Wilt u het gehele beleid veiligheid en gezondheid lezen? Of heeft u vragen naar aanleiding van deze informatie? Dan kunt u zich wenden naar de leidinggevende van de locatie.
Wij wensen u en uw kind veel plezier bij Kinderopvang CoComelon. Met vriendelijke groet,
Team Kinderopvang CoComelon
Beste ouders/verzorgers,
Welkom bij onze kinderopvang. Wij hechten veel belang aan het aanbieden van veilige en hygiënische kinderopvang. Om deze reden vragen wij uw aandacht voor een aantal gezondheidsonderwerpen, waarbij wij u medewerking nodig hebben.
Zieke kinderen
De aandacht en zorg die een ziek kind nodig heeft, kan in een kinderopvang niet voldoende worden gegeven. Indien een kind tijdens het verblijf in de kinderopvang ziek wordt, zal de pedagogisch medewerker de ouders berichten en de ouders vragen het kind te komen op halen.
In geval van twijfel zullen de belangen van uw kind en de belangen van de andere kinderen in de groep tegen elkaar afgewogen worden. Kinderen met koorts boven de 38,5 graden zijn niet welkom op de kinderopvang.
Bij ziekte wordt te allen tijde het document ‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal’ van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid, geraadpleegd. De adviezen hierin worden als leidraad genomen. Eventueel kan er melding worden gemaakt bij de GGD als er sprake is van een uitbraak of kunnen kinderen tijdelijk worden geweigerd, indien de gezondheid van de groep in het geding komt en verdere besmetting hiermee voorkomen kan worden.
De pedagogisch medewerkers van de kinderopvang en de ouders hebben beide een verantwoordelijkheid om infectieziektes binnen de kinderopvang zoveel mogelijk te beperken. Wij vragen daarom de medewerking van alle betrokken partijen om het beleid naar behoren uit te voeren. Dit betekent dat wij van u verwachten dat u uw kind zo spoedig mogelijk ophaalt bij ziekte en breng uw kind niet als het een ziekte heeft waarmee het niet op de kinderopvang mag komen. Mocht u twijfelen als ouder, dan kunt u altijd contact opnemen met de kinderopvang om in overleg te treden.
Mocht het voorkomen dat u kind door chronische ziekte of andere redenen medicatie nodig heeft, dan kan dit worden toegediend op de kinderopvang. Wij hanteren intern strenge regels over het toedienen van medicatie. U als ouder heeft hier tevens een rol in. Medicatie kan dan ook alleen verstrekt worden, indien u als ouder aan de volgende voorwaarden heeft voldaan:
U heeft vooraf schriftelijke toestemming middels een ‘overeenkomst gebruik geneesmiddelen’ gegeven.
Om misverstanden te voorkomen dient u een schriftelijke overdracht over het gebruik van het medicijn mee te geven.
Er worden alleen medicijnen in de originele verpakking met bijsluiter verstrekt, die op de naam van het kind uitgeschreven zijn. Zorg ervoor dat de medicatie aan deze richtlijnen voldoet.
Er worden alleen medicamenten toegediend, die al eerder thuis door u gebruikt zijn.
Binnen de kinderopvang worden alleen pijnstillers of koortsverlagende middelen verstrekt op doktersadvies. Wij zijn van mening dat een kind dat zich niet lekker voelt, het beste thuis bij de ouders kan zijn.
Voeding
Binnen onze kinderopvang voorzien wij de kinderen van alle voeding die zij nodig hebben. Wellicht heeft u andere wensen, specifieke diëten of is er een andere reden om voeding mee te brengen voor uw kind naar de kinderopvang. Dit is mogelijk. Wel willen wij u erop attenderen dat wanneer u voeding meebrengt, dit geen bederfelijke voedingsmiddelen mogen zijn, die langer dan twee uur buiten de koelkast zijn geweest. Tevens vragen wij u vriendelijk de voeding te voorzien van de naam van uw kind. Indien het gaat om zelfbereide voeding, vragen wij u een datum te vermelden waarop u de maaltijd heeft bereid. Alsmede koel te vervoeren.
Zuigelingenvoeding
Wij nemen geen vooraf aangelengde zuigelingenvoeding aan. Indien gewenst kunt u de zuigelingenvoeding in poedervorm in afgepaste gelabelde hoeveelheid per voeding aanleveren. Hierbij dient u in ieder geval de naam van het kind en de datum te vermelden.
Daarnaast kunt u als ouder borstvoeding meegeven. U bent zelfverantwoordelijk voor het juist behandelen van de borstvoeding voordat het op de kinderopvang aankomt.
Om ziekteverwekkers voor aankomst op de kinderopvang te voorkomen, worden de volgende regels gesteld aan het aanleveren van borstvoeding:
Gekolfde moedermelk moet gekoeld vervoerd worden, door gebruik van een koeltas of een koelbox.
Afgekolfde moedermelk wordt binnen 48 uur gebruikt.
Afgekolfde moedermelk wordt met de naam van het kind en de datum van afkolven aangeleverd. Indien de moedermelk ingevroren is, dan is het voorzien van de datum van invriezen en de datum waarop de moedermelk uit de vriezer is gehaald.
Veilig slapen
Een baby op de buik te slapen leggen, vergroot het risico op wiegendood vier tot vijf keer. Bij een verkouden baby is het risico nog groter. Wij leggen babys niet op de buik in bed bij CoComelon.
SCHOONMAAKROOSTER
De schoonmaaklijsten dienen ervoor te zorgen dat de schoonmaakwerkzaamheden frequent worden uitgevoerd. Door een goede schoonmaak wordt een goede hygiëne, alsmede een goed binnenmilieu bewerkstelligd.
Er wordt binnen de schoonmaaklijsten onderscheid gemaakt in wekelijkse, maandelijkse en periodieke schoonmaakwerkzaamheden. Deze dienen na uitvoering te worden afgetekend met de initialen van de medewerker die de schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht.
Op de schoonmaaklijsten worden de volgende frequenties aangehouden.
Frequentie van reinigen:
De vloer en het meubilair wordt dagelijks gereinigd
Speelgoed dat in de mond genomen wordt, wordt dagelijks gereinigd
De kraan en andere handcontactpunten worden minimaal dagelijks gereinigd
Hoger gelegen oppervlakken worden wekelijks gereinigd
Verticale oppervlakken worden maandelijks gereinigd
Verkleedkleren, knuffels en textielspeelgoed worden maandelijks gewassen
Speelgoed dat niet in de mond wordt genomen, wordt maandelijks gereinigd of bij zichtbare verontreiniging
Ventilatieroosters worden minimaal 3-maandelijks gereinigd, zijn niet zichtbaar vuil en worden vrijgelaten
Zichtbare vervuilde ruimtes worden direct schoongemaakt
Schoolborden worden met een vochtige doek schoongemaakt.
Wekelijks wordt stof van stengels en bladeren van kamerplanten gespoeld.
Droogbloemen, knutselwerken en dergelijke die niet gereinigd worden, worden na een maand verwijderd.
Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar vuil. Ventilatieroosters worden ten alle tijden vrijgehouden
Potgrond wordt jaarlijks verschoond. Potten en schotels worden jaarlijks gereinigd en bij schimmelvorming direct vervangen.
Het schoonmaakrooster van de kinderopvang kunt u vinden op locatie.
AFSPRAKEN MET KINDEREN
Sieraden zijn mooi om te dragen, maar wij maken ze niet los.
Wij lopen in de binnenruimte en dragen bij voorkeur sloffen of antislip sokken. Wij nemen geen speelgoed mee naar het toilet. Na een toiletbezoek wassen wij onze handen
goed met vloeibare zeep.
Wij wassen onze handen op de volgende momenten bij de wasbak die voor ons bedoeld is:
Voor het eten
Na ieder toiletbezoek met (vloeibare) handzeep
Na het buitenspelen
Na aanraking met dieren
Als wij hoesten of niezen, doen wij dit bij voorkeur in onze elleboogholte. Als wij in onze handen niezen of hoesten, wassen wij daarna onze handen. Als wij een snottebel hebben, dan snuiten wij onze neus met een
eigen zakdoek, die we daarna weggooien.
Wij lopen in de binnenruimte, klimmen niet op meubels en ruimen ons speelgoed na gebruik op.
Fietsen en balspelletjes doen wij op de plaats die daarvoor bestemd of aangewezen
is door de pedagogisch medewerker. Wij fietsen niet in de buurt van speeltoestellen. Wij kijken goed uit voor andere kinderen en laten ons helpen
als we het nog een beetje moeilijk vinden.
Wij spelen met speelgoed en niet met de ramen. Wij kijken uit met in de buurt spelen bij ramen.
Wij gebruiken het speelgoed waarvoor het bedoeld is.
Op de eettafelbank zitten wij op onze billen met onze benen naar beneden
Wij lopen in de binnenruimte, klimmen niet op meubels en ruimen ons speelgoed na gebruik op.
Risico overzicht veiligheid
Risico | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Verstikking | |||||||
Kind stikt door speelmateriaal, doordat het te klein is, een te lang koord bevat of kapot is | x | X | |||||
Verstikking door eten | X | X | |||||
Verstikking door een sieraad of verwondingen doordat het kind met het sieraad blijft haken aan bv. een speeltoestel | X | x | |||||
Verstikking door het koord van raamdecoratie | X | ||||||
Verstikking door een afgebeten of kapotte speen | x | x | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Vergiftiging | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Kind raakt vergiftigd door inname van giftige stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen, schoonmaakmiddelen, sigaretten, muizengif, lotion etc. | x | X | |||||
Kind raakt vergiftigd doordat het toegang tot medicatie heeft | x | X | |||||
Kind raakt vergiftigd door planten en bloemen | x | X | Fa | ||||
Xxxxxx, namelijk: | |||||||
Verbranding | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind |
Kind verbrandt zich aan heetwaterkraan | X | X | |||||
Kind verbrandt zich aan thee van de pedagogisch medewerker | X | X | |||||
Kind verbrandt zich aan materialen in de keuken (waterkoker, magnetron, oven) | X | X | |||||
Kind verbrandt zich aan kookplaat of hete pan | X | X | |||||
Kind verbrandt zich aan verwarming | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Valongelukken | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Kind valt van trap | X | X | X | ||||
Kind valt van commode (of commode trap) of raakt gewond door commode | X | X | |||||
Kind valt uit kinderstoel | X | X | |||||
Kind valt van eettafelbank | X | X | |||||
Kind valt uit box | X | X | |||||
Kind raakt gewond omdat het uitglijdt op de vloer, doordat deze nat, glad, onregelmatig of bezaaid met speelgoed is | X | X | |||||
Kind valt tegen meubilair aan en raakt gewond of raakt gewond door defect van meubilair | X | X | |||||
Xxxxxx, namelijk: | |||||||
Verdrinking | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind |
Kind verdrinkt in opblaaszwembadje | X | X | |||||
Kind raakt ter water op het buitenterrein van de kinderopvang en verdrinkt | X | ||||||
Kind verdrinkt tijdens zwemactiviteit | X | ||||||
Anders, namelijk: | |||||||
Algemene veiligheid pand | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Kind raakt gewond door ramen in het pand, doordat deze breken, beschadigd zijn of het kind hier doorheen valt | X | x | |||||
Kind valt uit open raam | X | x | |||||
Kind raakt gewond door de deur, omdat de vingers ertussen zitten | X | x | |||||
Kind raakt gewond door elektriciteit, een elektrisch apparaat, snoeren of stopcontacten | X | X | |||||
Kind snijdt zich aan een scherp voorwerp, zoals een mes, kantoorartikel of schaar | X | X | |||||
Kind raakt gewond doordat het de groep kan verlaten zonder begeleiding | X | X | |||||
Kind raakt gewond doordat het de kinderopvang kan verlaten zonder begeleiding | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Veilig slapen | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Kind overlijdt aan wiegendood | X | X | |||||
Kind verwondt zich aan het bed waar het in ligt | X | X | |||||
Het bed waar het kind in ligt, is niet veilig, heeft splinters of gebreken, is onstabiel of staat op instorten | X | X | |||||
Kind valt uit bed, doordat hij eruit kan klimmen of de pedagogisch medewerker het hekje niet goed sluit | X | X | |||||
Verstikking door hoofdlegger, kussen of hydrofiele luier gevolg wigendood | X | X |
Kind raakt gewond, doordat het wordt ingebakerd, onjuist wordt ingebakerd of onterecht wordt ingebakerd | X | X | |||||
Xxxxxx, namelijk: | |||||||
Veilig buitenspelen | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Kinderen komen op de buitenspeelruimte in botsing met elkaar door rennen, fietsen of ander spel | X | X | |||||
Kind bezeert zich aan een speeltoestel zoals klimrek, zandbak, schommel of wip | X | X | |||||
Kind raakt gewond door afval op de buitenspeelruimte | X | X | |||||
Kind raakt gewond door straatmeubilair, zoals picknicktafel, vuilnisbakken of fietsenrekken. | X | ||||||
Kind raakt gewond door de omheining van de buitenspeelplaats, doordat het eronderdoor, overheen of doorheen klimt | X | X | |||||
Kind raakt gewond doordat het de buitenspeelplaats kan verlaten en op straat terecht komt | x | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Veilige uitstapjes en ophalen van school | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Kind raakt gewond tijdens vervoer door de kinderopvang | X | X | |||||
Kind raakt vermist buiten de kinderopvang | X | X | |||||
Kind wordt verwond door een dier, door bijten, krabben of verdrukking tijdens een uitstapje | X | X | |||||
Pedagogisch medewerkers weten niet hoe zij veilig een uitstapje kunnen maken met kinderen, waardoor kinderen onnodig in gevaar komen en/of gewond raken | X | X | |||||
Xxxxxx, namelijk: | |||||||
Veilige kinderopvang | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
Het kind is niet veilig, doordat een pedagogisch medewerker of stagiaire ongewenste of seksuele handelingen kan verrichten | X | X |
Het kind is niet veilig doordat een ander kind seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont richting het kind | X | X | |||||
Het kind is niet veilig doordat de houder niet zorgdraagt voor een verantwoord beleid veiligheid en gezondheid en de uitvoering hiervan | X | X | |||||
De situatie is niet veilig omdat er niemand met het certificaat Kinder-EHBO in het pand aanwezig is | X | X | |||||
Het kind raakt gewond omdat er bij calamiteiten niet of niet op tijd een achterwacht aanwezig is om de pedagogisch medewerker te ondersteunen | X | X | |||||
Het kind raakt gewond omdat de houder in wat voor vorm dan ook de Wet Kinderopvang niet opvolgt ten aanzien van het bkr | X | X | |||||
Het kind raakt gewond doordat onbekenden toegang hebben tot de kinderopvang | X | X | |||||
Het kind raakt vermist tijdens de opvang op de kinderopvang | X | X | |||||
Het kind raakt meerdere keren gewond op zelfde plek, doordat het beleid niet adequaat wordt aangepast | X | X | |||||
Locatie specifieke bijzonderheden | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraak MW | Gedrag regel kind | |
RISICO OVERZICHT GEZONDHEID EN HYGIËNE
Risico | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk afspraak MW | Gedra g Regel | |
Handhygiëne | |||||||
Kind komt via niet gereinigde of onzorgvuldig gereinigde handen van de pedagogisch medewerker in contact met ziektekiemen | X | X | |||||
Kind komt in contact met ziektekiemen doordat de pedagogisch medewerker de handen niet wast op de juiste momenten | X | X | |||||
Ziektekiemen worden overgedragen via een ander kind dat met ongewassen of onzorgvuldig gewassen handen van het toilet komt | x | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Hoesthygiëne | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind komt via snot of gezamenlijk gebruik van een zakdoek in contact met ziektekiemen | X | X | |||||
Kind komt in contact met ziektekiemen door hoesten of niezen van een ander kind | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Omgang met bloed en wondverzorging | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind komt door onhygiënische wondverzorging in contact met andermans bloed of wondvocht | x | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Ziekte en contact met ziektekiemen | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k | Gedra g regel kind |
MW | |||||||
Kind komt in contact met ziektekiemen door een ziek kindje of een zieke pedagogisch medewerker | x | X | |||||
Kind komt via textiel van een ander kind in contact met ziektekiemen | x | X | |||||
Kind droogt uit door hitte of raakt onderkoeld door kou | x | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Verschonen en toilethygiëne | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind komt door gebruik van grote closetpot in contact met ontlasting of urine | X | ||||||
Kind komt door het aanraken van een vuil potje in aanraking met ontlasting of urine | X | X | |||||
Kind komt door het aanraken van een vuile luier in contact met ontlasting of urine | X | X | |||||
Kind komt door een verontreinigde verschoontafel of aankleedkussen in contact met ontlasting of urine | X | X | |||||
Xxxxxx, namelijk: | |||||||
Thermometer en zalf | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind komt via koortsthermometer in contact met ziektekiemen | X | X | |||||
Kind komt in contact met ziektekiemen via zalf of crème | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Voedsel | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind krijgt door het eten van onhygiënisch bereid voedsel ziektekiemen binnen | X | X |
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het eten van bedorven voeding | X | X | |||||
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door meegebrachte voeding | x | X | |||||
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door een opgewarmde maaltijd | X | X | |||||
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door een maaltijd die foutief is afgekoeld | X | X | |||||
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door het foutief ontdooien van producten | x | X | |||||
Kind krijgt door gebruik andermans drinkbeker, fles of bestek ziektekiemen binnen | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Babyvoeding | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind krijgt gifstoffen of ziektekiemen binnen door onjuiste behandeling van meegebrachte moedermelk | x | x | |||||
Kind krijgt ziektekiemen binnen door meegebrachte (thuis) bereide poedermelk | x | X | |||||
Kind rijgt ziektekiemen binnen via onhygiënisch bereide flesvoeding | x | X | |||||
Kind krijgt ziektekiemen binnen via onzorgvuldig gereinigde fles of speen | x | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Schoonmaak | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind komt via textiel (vuile handdoek of verkleedkleren) in contact met ziektekiemen | x | X |
Kind krijgt door gebruik van een vuile of andermans fopspeen ziektekiemen binnen | X | x | |||||
Kind komt door het gezamenlijk gebruik van beddengoed in contact met ziektekiemen | x | X | |||||
Kind komt in contact met ziektekiemen, omdat de schoonmaak in het pand ontoereikend is | x | X | |||||
Kind komt via ongedierte of uitwerpselen van dieren in contact met ziektekiemen | x | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Dieren | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind komt door bijten of krabben van een dier in contact met ziektekiemen | x | X | |||||
Kind verblijft in een ruimte met huisdieren die een allergie kunnen oproepen | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Binnenmilieu | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind verblijft in een ruimte waar het binnenmilieu ontoereikend is (te warm, te koud, afwijkende luchtvochtigheid of een te hoge CO2-waarde) | X | X | |||||
Kind komt via planten, stoffering of textiel in aanraking met allergenen | x | X | |||||
Kind verblijft in een ruimte met een verbrandingsproduct of vluchtige stoffen | x | X | |||||
Kind krijgt schadelijk stoffen binnen via de ventilatievoorziening of airco | X | X | |||||
Anders, namelijk: | |||||||
Buiten milieu | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind |
Kind komt via ontlasting in het zwemwater of vervuild zwemwater in contact met ziektekiemen | x | X | |||||
Kind komt via in de zandbak aanwezige ontlasting in contact met ziektekiemen | X | X | |||||
Kind wordt gebeten door een teek | x | X | |||||
Kind wordt gestoken door een wesp of bij | X | X | |||||
Kind loopt een zonnesteek op | x | X | |||||
Kind verbrandt door zon | x | X | |||||
Medicijnen | Uit- gesloten | Groot | Klein | Aan- dachts- punt | Werk Afspraa k MW | Gedra g regel kind | |
Kind krijgt medicatie verkeerd toegediend | X | X | |||||
Kind krijgt bedorven medicament toegediend | X | X | |||||
Kind krijgt paracetamol zonder diagnose | x | X |
HANDELINGSWIJZE INDIEN EEN RISICO ZICH VERWEZELIJKT
Risico Hoe te handelen indien het risico zich voordoet | |
Kind valt van hoogte | Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen zich bezeert, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen. |
Verstikking | Indien een kind zich verslikt moedig het kind aan effectief te hoesten. Indien het kind niet kan hoesten en stikt, laat dan direct 112 bellen. Geeft slagen op rug of buikstoten bij zuigelingen. Indien dit niet effectief is, voer dan de Heimlich greep voor kinderen uit. |
Beknelling | Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen zich bekneld, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen. |
Snijwonden | Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen zich snijdt aan een scherp voorwerp, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel), bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen. |
Elektra | Indien een kind in aanraking komt met xxxxxxx contacteer de huisarts of indien kind niet aanspreekbaar is bel 112. |
Verstikking door wiegendood | Als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch een baby in slechte conditie wordt aangetroffen, prikkel het kind dan door het aan te tikken en wat te bewegen en bekijk of het zich herstelt. Zo niet, sla dan alarm (112 bellen) en begin met reanimatie en mond-op-mondbeademing. De andere pedagogisch medewerkers worden te hulp geroepen, maar de andere kinderen worden niet zonder toezicht gelaten. De houder wordt gewaarschuwd en hij of zij neemt contact op met de ouders en met de medische instanties. Het is van belang om van begin af aan feiten te noteren, zoals het tijdstip, de omstandigheden en de betrokkenen. In dergelijke gevallen treedt het beleid veiligheid en gezondheid onderdeel ongevallen in werking. Hiervoor heeft de BHV’er / EHBO’er of diens plaatsvervanger de eindverantwoording. |
Vergiftiging door schoonmaakmiddelen en andere giftige stoffen | Bel bij vergiftiging of vermoedens van vergiftiging direct 112 |
Verbranding | Indien een kind ondanks de voorzorgsmaatregelen toch verbrand, koel de brandwond +- 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater, voorkom onderkoeling door alleen de brandwond te koelen. Verwijder alleen de kleren die niet aan de brandwond kleeft , waarschuw altijd een arts bij |
blaren, een aangetaste huid , brandwonden door elektrische of chemische verbranding , smeer niks op de brandwond, bedenk de brandwond met steriel verband of schone doek, geeft het slachtoffer geen eten of drinken, breng het slachtoffer naar huisarts of ziekenhuis. | |
Verwonding | Indien het kind zich verwond, laat het kind dan beoordelen door een EHBO certificeerde medewerker om te beoordelen welke stappen genomen dienen te worden: zelf behandelen ( bij kleine schade) , contacteren van huisarts voor advies ( bij twijfel) , bezoeken van huisarts , kind overbrengen naar eerste hulp of direct 112 bellen. |
Verdrinking | Indien een kind ondanks alle voorzorgsmaatregelen verdrinkt, start direct reanimatie en laat een collega 112 bellen. Stappenplan: controleer ademhaling , indien deze er niet is onderneem de volgende stappen 1. maak luchtweg vrij door hoofd iet snaar achter te kantelen, kijk voel en luister nogmaals 2. beadem 5 keer mond op mond/neus 3. controleer naar tekenen van leven 4. ontbreken deze start met hartmassage met de twee-vinger techniek 5. frequentie 15 keer hartmassage , twee keer beademen. |
Kind loopt voedselvergiftiging op of raakt ziekt door voedsel, fles en borstvoeding | Indien kinderen ziek worden door onhygiënisch handelen met betrekking tot voeding volg dan de richtlijnen zieke kinderen, vraag indien nodig advies aan de GGD of een huisarts. |
Kind raakt ziek doordat er onnodig veel (verspreiding) van ziektekiemen zijn. Contact met ziektekiemen door ongewassen handen/ zieke medewerkers/kinderen niezen/hoesten, gezamenlijk gebruik van speelgoed/textiel / zalf / thermometer etc. | Bij ziekte wordt te allen tijde het document ‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuter-speelzaal’ van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid geraadpleegd ofwel de Kiddi-app. De adviezen hierin worden als leidraad genomen. Eventueel kan er melding worden gemaakt bij de GGD als er sprake is van een uitbraak of kunnen kinderen tijdelijk worden geweigerd indien de gezondheid van de groep in het geding komt en verdere besmetting door deze weigering voorkomen kan worden. |
Kind raakt besmet tijdens verschonen | Bij ziekte wordt te allen tijde het document ‘Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuter-speelzaal’ van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid geraadpleegd ofwel de Kiddi-app. De adviezen hierin worden als leidraad genomen. Eventueel kan er melding worden gemaakt bij de GGD als er sprake is van een uitbraak of kunnen kinderen tijdelijk worden geweigerd indien de gezondheid van de groep in het geding komt en verdere besmetting door deze weigering voorkomen kan worden. |
Medewerker komt in contact met bloed | Indien medewerker zonder handschoenen in contact zijn gekomen met bloed wordt de huisarts gecontacteerd voor advies. Indien de huid van de medewerker beschadigd is, is dit extra belangrijk. |
Kind krijgt medicatie foutief toegediend | Indien medicatie foutief wordt toegediend, dient er direct contact opgenomen te worden met de huisarts. Indien het kind niet aanspreekbaar is dient er direct 112 gebeld te worden. |
Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag CQ. zedendelict | De houder neemt direct contact op de vertrouwensinspecteur van onderwijs |
door medewerker naar kind | |
Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag door kind naar kind | De meldcode kindermishandeling treed in werking. De aandachtfunctionaris wordt ingelicht en eventueel wordt veilig thuis geraadpleegd voor advies |
Er zijn vermoedens van kindermishandeling | De meldcode kindermishandeling treed in werking. De aandachtfunctionaris wordt ingelicht en eventueel wordt veilig thuis geraadpleegd voor advies |
Een kind wordt vermist | Volg protocol vermissing op |