VERZEKERING PRIVE LEVEN
VERZEKERING PRIVE LEVEN
Algemene voorwaarden – BA PRIVE LEVEN - 8.501 - VIV 551/05-2009
P 01.2017
VIVIUM is een merk van MAATSCHAPPELIJKE ZETEL
P&V Verzekeringen CVBA Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx – TEL + 00 0 000 00 00 ZETEL ANTWERPEN
Xxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxxxx – TEL + 00 0 000 00 00
BTW BE 0402.236.531 – RPR Brussel
xxx.xxxxxx.xx Verzekeringsonderneming toegelaten door de NBB onder code 0058
Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1 DEFINITIES
Artikel 1 – Wie zijn de verzekerden? 3
Artikel 2 – Wie zijn derden? 3
Artikel 3 – Wat dient men te verstaan onder “Privé-leven”? 4
Artikel 4 – Wat dient men te verstaan onder “schadegeval”? 4
HOOFDSTUK 2 DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING PRIVE LEVEN
Artikel 5 – Wat is het voorwerp van de Burgerlijke Aansprakelijkheidsverzekering Privé-leven? 4
Artikel 6 – Waar is de Burgerlijke Aansprakelijkheidsverzekering Privé-leven geldig? 4
Artikel 7 – Welke zijn de verzekerde bedragen? 4
Artikel 8 – De vrijstelling 5
Artikel 9 – Omvang van de waarborg in sommige bijzondere gevallen 5
Artikel 10 – Bijkomende waarborgen 8
HOOFDSTUK 3 DE VERZEKERING FAMILIALE RECHTSBIJSTAND
Artikel 11 – Wat is het voorwerp van de familiale verzekering Rechtsbijstand? 8
Artikel 12 – Uitbreidingen tot andere begunstigden 10
Artikel 13 – Waar is de verzekering van de familiale verzekering Rechtsbijstand geldig? 10
Artikel 14 – Welke zijn de verzekerde bedragen? 10
Artikel 15 – Welk is de verzekerde periode? 10
Artikel 16 – Welke kosten en erelonen worden ten laste genomen? 10
Artikel 17 – Wat is de drempel voor tussenkomst? 11
Artikel 18 – Uitsluitingen 11
Artikel 19 – Welke zijn de modaliteiten voor tussenkomst ? 12
Artikel 20 – Wat te doen bij een meningsverschil met de maatschappij ? 12
HOOFDSTUK 4 DE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 21 – De inwerkingtreding en de duur van de overeenkomst – Verhuis naar het buitenland 12
Artikel 22 – De indexatiemodaliteiten 13
Artikel 23 – Betaling van de premie 13
Artikel 24 – Niet-betaling van de premie 13
Artikel 25 – Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden 13
Artikel 26 – Opzegging van de overeenkomst 13
Artikel 27 – Opzeggingsmodaliteiten 14
Artikel 28 – Verplichtingen van de verzekeringnemer bij het afsluiten van de overeenkomst en in de loop ervan 14
Artikel 29 – De verplichtingen van de verzekerden bij schadegeval 14
Artikel 30 – Rechtsvorderingen – Belangen van de verzekerden 15
Artikel 31 – Subrogatie – Verhaal – Verjaring 15
Artikel 32 – Afstand van verhaal 15
Artikel 33 – Correspondentie 16
Artikel 34 – De bevoegde rechtbank en van toepassing zijnde wetgeving 16
Artikel 35 – Rangorde van de voorwaarden 16
VERKLARENDE WOORDENLIJST 16
WETTELIJKE VERMELDINGEN 17
VERZEKERING BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID PRIVE LEVEN
Hoofdstuk 1 DEFINITIES
Artikel 1 – Wie zijn de verzekerden?
1.1 Als verzekerden worden aanzien:
- de verzekeringnemer voor zover hij zijn hoofdverblijfplaats in Belgie heeft,
- de met hem samenwonende echtgeno(o)t(e) of partner,
- de personen die bij hem inwonen.
Deze personen behouden de hoedanigheid van verzekerde wanneer zij tijdelijk buiten de hoofdverblijfplaats verblijven voor beroeps-, studie-, gezondheids-, of andere motieven of tijdens reizen.
1.2 Voor zover deze overeenkomst in voege is, behouden volgende personen eveneens de hoedanigheid van verzekerde :
- minderjarige kinderen van de verzekeringnemer, van de met hem samenwonende echtgeno(o)t(e) of partner, wanneer zij niet meer bij de verzekeringnemer inwonen,
- de meerderjarige kinderen van de verzekeringnemer, van de met hem samenwonende echtgeno(o)t(e) of partner, wanneer zij niet meer bij hem inwonen. In dit geval blijft de waarborg verworven :
- zonder beperking in de tijd indien ze fiscaal ten laste van een van deze personen blijven,
- gedurende drie maanden vanaf het ogenblik dat ze het gezin verlaten hebben, wanneer zij niet meer fiscaal ten laste zijn van een van deze personen,
- de personen, andere dan de hierboven vermelde kinderen, die niet meer bij de verzekeringnemer inwonen. In dit geval blijft de dekking verworven gedurende een periode van drie maanden te rekenen vanaf het ogenblik dat ze het gezin verlaten hebben.
1.3 Hebben eveneens de hoedanigheid van verzekerde :
- het huispersoneel en de gezinshelp(st)ers wanneer zij handelen in de privédienst van een verzekerde. De waarborg blijft verworven wanneer zij bij wijze van nevenactiviteit handelen in dienst van een verzekerde die in de hoofdverblijfplaats van de verzekeringnemer een beroepsactiviteit uitoefent,
- de personen die, buiten elke beroepsactiviteit, al dan niet bezoldigd, belast zijn met de bewaking van :
- de verzekerde kinderen,
- de dieren die in de waarborg van de verzekeringsovereenkomst zijn opgenomen en die toebehoren aan de verzekeringnemer of aan een verzekerde die met hem in gezinsverband leeft,
als hun aansprakelijkheid ingevolge deze bewaking in het gedrang komt,
- de minderjarige kinderen van een derde wanneer zij, buiten elke beroepsactiviteit, al dan niet bezoldigd onder de hoede van een verzekerde staan,
- de studenten die, in het kader van een uitwisselingsprogramma, tijdelijk in het gezin van de verzekeringnemer verblijven,
- de personen die op vrijwillige basis de verzekeringnemer of een persoon die bij hem inwoont bijstaan bij
- werken aan het, in Belgie gelegen, gebouw dat als hoofdverblijfplaats of als tweede verblijf dient met uitzondering van afbraakwerken onafgezien of deze al dan niet gebeuren in het kader van aanpassings- of heropbouwwerken,
- verhuis van de privé-inboedel,
- de organisatie of het verloop van familiefeesten.
Artikel 2 – Wie zijn derden?
Alle personen andere dan de personen bepaald in artikel 1.1.
Artikel 3 – Wat dient men te verstaan onder “Privé-leven” ?
Het gaat over alle feiten, daden of verzuimen, met uitsluiting van deze die voortvloeien uit een beroepsactiviteit.
Maakt eveneens deel uit van de waarborg :
- de schade veroorzaakt door de verzekerde kinderen die betaalde prestaties uitvoeren tijdens hun schoolvakantie of hun vrije tijd (zelfs in het kader van een arbeidscontract),
- de schade veroorzaakt door de verzekerden in hun hoedanigheid van vrijwilligers in de zin van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers,
- de schade veroorzaakt door de honden die instaan voor de bewaking van de beroepslokalen
Artikel 4 – Wat dient men te verstaan onder “schadegeval”?
Het gaat over alle schade veroorzaakt door een zelfde schadelijk feit.
Met betrekking tot de waarborg Rechtsbijstand, voorzien in Hoofdstuk 3, wordt het begrip schadegeval gedefinieerd als een nood aan rechtsbijstand die voortvloeit uit een gebeurtenis waarvan de verzekerde redelijkerwijze moet weten dat er een geschil over zal ontstaan.
Schadegevallen die uit eenzelfde gebeurtenis voortvloeien of uit verschillende gebeurtenissen met eenzelfde oorsprong, worden beschouwd als een en hetzelfde schadegeval, dat voorvalt op de dag van de eerste gebeurtenis.
Hoofdstuk 2 DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING PRIVE LEVEN
Artikel 5 – Wat is het voorwerp van de Burgerlijke Aansprakelijkheidsverzekering Privé-leven ?
De maatschappij waarborgt de burgerlijke aansprakelijkheid die de verzekerden ten laste kan gelegd worden op basis van de artikelen 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek en van gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht voor schade veroorzaakt aan derden in het kader van het privé leven.
De maatschappij waarborgt eveneens de burgerlijke aansprakelijkheid die de verzekerden in geval van burenhinder kan ten laste gelegd worden in het kader van het privéleven, op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek of van
gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht, voor de schade die het rechtstreekse gevolg is van een plotse, onvrijwillige en onvoorziene gebeurtenis in hoofde van een verzekerde.
Artikel 6 – Waar is de Burgerlijke Aansprakelijkheidsverzekering Privé-leven geldig ?
De waarborgen gelden over de hele wereld.
Echter, voor de schadegevallen die omschreven worden in artikel 9.8.e) is de waarborg enkel geldig in geografisch Europa.
Artikel 7 – Welke zijn de verzekerde bedragen ?
De waarborg wordt verleend :
- voor lichamelijke schade : tot beloop van het bedrag van 22.065.000 EUR (geïndexeerd) per schadegeval,
- voor materiële schade : tot beloop van het bedrag van 5.725.000 EUR (geïndexeerd) per schadegeval.
De maatschappij neemt eveneens ten laste, en dit zelfs boven de verzekerde bedragen, maar binnen de wettelijk toegelaten beperkingen :
- de reddingskosten bestemd om schade gedekt door deze overeenkomst te voorkomen of te beperken,
- de intresten op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding,
- de kosten betreffende de burgerlijke rechtsvorderingen evenals de erelonen en kosten van advocaten en experten,
doch enkel indien deze kosten door haar of met haar toestemming werden gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet aan de verzekerde toe te schrijven is, voorzover deze kosten niet op onredelijke wijze zijn gemaakt.
Artikel 8 – De vrijstelling
Een vrijstelling van een bedrag van 220,16 EUR (geïndexeerd) per schadegeval wordt ingehouden op het bedrag van de materiële schade.
Artikel 9 – Omvang van de waarborg in sommige bijzondere gevallen
9.1 Dieren
De waarborg is de verzekerden verworven voor de schade veroorzaakt door :
- huisdieren,
- neerhofdieren,
- paarden die ze onder hun bewaking hebben.
De waarborg is eveneens verworven voor schade veroorzaakt door rijpaarden waarvan de verzekerden eigenaar zijn voor zover het totaal aantal paarden niet meer bedraagt dan tien.
9.2 Verplaatsingen
De waarborg is verworven voor de schade veroorzaakt tijdens verplaatsingen die ondermeer gedaan worden als :
- voetganger,
- eigenaar, houder of gebruiker van fietsen, rolschaatsen of rollers, gespannen voertuigen of alle andere landvoertuigen zonder motor,
- passagier van om het even welk voertuig (uitgezonderd de gevallen van aansprakelijkheid bepaald door de Belgische of een buitenlandse wetgeving inzake verplichte motorrijtuigenverzekering).
9.3. Vaartuigen
De waarborg is verworven voor de schade veroorzaakt als eigenaar, houder of gebruiker van boten en andere vaartuigen. De maatschappij waarborgt evenwel niet de schade veroorzaakt door :
- het gebruik van zeilboten van meer dan 300 kg waarvan een verzekerde eigenaar is,
- het gebruik van motorboten en van jetskis van meer dan 10 PK DIN, waarvan een verzekerde eigenaar is.
9.4 Luchtvaartuigen
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door het gebruik van luchtvaartuigen, waarvan een verzekerde eigenaar, huurder of gebruiker is.
De waarborg is evenwel verworven voor schade veroorzaakt door volgende niet met een motor uitgeruste tuigen waarvan de verzekerden eigenaar, houder of gebruiker zijn : parapente, valscherm en deltavlieger.
9.5 De aansprakelijkheid onderworpen aan een verplichte verzekering
De maatschappij waarborgt niet de schade voortvloeiend uit een burgerlijke aansprakelijkheid die wettelijk verplicht verzekerd moet zijn.
De waarborg is evenwel verworven voor :
- schade die de verzekerden veroorzaken wanneer zij een motor- of een spoorrijtuig onderworpen aan een wettelijk verplichte verzekering besturen, zonder hiertoe de wettelijk vereiste leeftijd te hebben, en zonder medeweten van hun ouders of van de personen die hen onder hun hoede hebben. De maatschappij waarborgt eveneens de materiële schade aan het gebruikte vervoermiddel indien dit aan een derde toebehoort en wanneer het gebruikt werd buiten zijn medeweten;
- schade voortvloeiend uit het besturen van gemotoriseerde tuinwerktuigen of andere knutselwerktuigen, onderworpen aan de verplichte verzekering inzake motorrijtuigen;
- schade die veroorzaakt wordt wanneer een verzekerde, houder van een terzake geldig rijbewijs, toevallig een motorrijtuig van een derde bestuurt met toestemming van de eigenaar of de houder ervan. Deze waarborg is enkel verworven indien de benadeelde geen vergoeding kan ontvangen op basis van een verzekeringsovereenkomst Burgerlijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen. De materiële schade aan het bestuurde motorrijtuig wordt niet gewaarborgd;
- schade veroorzaakt door gemotoriseerd speelgoed waarop kinderen plaats kunnen nemen en voor zover hun effectieve
maximumsnelheid niet meer bedraagt dan 8 km/uur;
- schade veroorzaakt door gemotoriseerde voortbewegingstoestellen, zoals gedefinieerd in het KB van 13 februari 2007 voor zover hun effectieve maximumsnelheid niet meer bedraagt dan 18 km/uur. Schade veroorzaakt door mini-motorfietsen (pocket bikes) wordt niet gewaarborgd.
Wanneer de waarborg wordt verleend op basis van artikel 9.5.2de- tot 5de streepje dan gebeurt dit conform de Modelovereenkomst voor de Verplichte Aansprakelijkheidsverzekering inzake Motorrijtuigen met inbegrip van de vergoedingsplicht voor zwakke weggebruikers. De waarborg is onbeperkt voor lichamelijke schade. Evenwel wordt
de waarborg beperkt tot het bedrag dat vermeld wordt in het KB in uitvoering van artikel 3. §2, al.2 van de Wet van 21 november 1989 met betrekking tot de Verplichte Aansprakelijkheidsverzekering voor Motorrijtuigen en dit vanaf de datum van inwerkingtreding van dit KB. Wat de materiële schade betreft wordt de waarborg verleend tot een maximum bedrag van 100.000.000 EUR. Deze bedragen zijn geïndexeerd op de wijze bepaald in artikel 3.§4 van de hierboven geciteerde wet.
9.6 Beoefening van de jacht
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door het beoefenen van de jacht noch de wildschade.
9.7 Jeugdbewegingen en hiermee gelijk te stellen organisaties
De waarborg is de verzekerden verworven in hun hoedanigheid van leider, aangestelde of organisator van jeugdbewegingen of hiermee gelijk te stellen organisaties, zelfs voor de schade veroorzaakt door de personen waarvoor ze in die hoedanigheid aansprakelijk zijn.
De maatschappij waarborgt evenwel niet de persoonlijke aansprakelijkheid van de jongeren die de verzekerden onder hun hoede hebben.
9.8. Gebouwen en privé-inboedel
De waarborg is verworven voor de schade veroorzaakt door :
a. het gebouw of het gedeelte van het gebouw, dat als hoofdverblijf betrokken wordt,
b. het deel van het gebouw dat als hoofdverblijf betrokken wordt en dat :
- door een verzekerde gebruikt wordt voor kantooractiviteiten of voor de uitoefening van een vrij beroep,
- of dat door de verzekerden aan derden wordt verhuurd of ter beschikking wordt gesteld, voor zover het aantal woongelegenheden waaruit dit deel bestaat niet meer dan drie bedraagt,
c. het gebouw of het gedeelte van het gebouw in opbouw, heropbouw of transformatie dat bestemd is om de hoofdverblijfplaats te worden,
d. het studentenverblijf dat zij betrekken,
e. het gebouw of het gedeelte van het gebouw, met inbegrip van wooncaravans, dat in geografisch Europa dienst doet als tweede verblijfplaats voor de verzekerden,
f. het gebouw of het gedeelte van het gebouw, met inbegrip van wooncaravans, dat voor de verzekerden dienst doet als tijdelijk verblijf,
g. de garages en parkeerplaatsen dienende voor persoonlijk gebruik van de verzekerden evenals, voor zover er niet meer dan drie zijn, deze die door de verzekerden in huur of gebruik gegeven worden,
h. het gebouw of het gedeelte van een gebouw dat door de verzekerden gehuurd of gebruikt wordt ter gelegenheid van een familiefeest,
i) de goederen- en personenliften in de verzekerde gebouwen op voorwaarde dat deze het voorwerp uitmaken van een lopend onderhoudscontract met een officieel erkend organisme, dat minstens een jaarlijkse controle voorziet en dit voor zover de verzekerde de aanbevelingen van dit organisme naleeft,
j) de aan de verzekerde gebouwen grenzende terreinen,
k) de niet aan de verzekerde gebouwen grenzende terreinen voor zover de oppervlakte niet meer bedraagt dan 5 hectare.
Wanneer de verzekering betrekking heeft op een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geldt de waarborg onder meer ook voor de binnenplaatsen, toegangen, terrassen, voetpaden, bijgebouwen en bijhorigheden, zwembaden, antennes, masten, vlaggenstokken, uithangborden, borden (onder meer zonnepanelen), cisternes en voor de inboedel die voor privégebruik dient. Wanneer de verzekering betrekking heeft op een terrein, geldt de waarborg onder meer ook voor de omheiningen en de beplantingen.
Komt de aansprakelijkheid van medeëigenaars collectief in het gedrang dan is de waarborg verworven in verhouding tot het aandeel van de verzekerde in de medeëigendom.
De maatschappij dekt evenwel niet:
- de schade veroorzaakt door gebouwen — andere dan de hoofdverblijfplaats betrokken door de verzekerden, hun toekomstige verblijfplaats en hun tweede verblijf — ter gelegenheid van de opbouw, de heropbouw of de uitvoering van aanpassingswerken,
- de materiële schade veroorzaakt door vuur, door een brand, een ontploffing of door rook ingevolge vuur of een brand die ontstaat in of die overslaat van de gebouwen waarvan de verzekerden eigenaar, huurder of bewoner zijn. De waarborg is evenwel verworven voor de schade waarvan sprake in het punt 9.10. hieronder.
9.9. De bewaakte goederen
De waarborg is de verzekerden verworven tot beloop van 5.000 EUR (geïndexeerd) per schadegeval indien ze aansprakelijk zijn, en dit zelfs op contractuele basis, voor schade veroorzaakt aan goederen die ze tijdelijk onder hun bewaking hebben. De maatschappij dekt evenwel niet de schade :
- aan gebouwen of gedeelten van gebouwen waarvan de verzekerden huurder of gebruiker zijn, evenals aan de roerende goederen die er zich in bevinden (behalve voor de schade waarvan sprake in het punt 9.10. hieronder),
- aan gemotoriseerde transportmiddelen (o.a. motorrijtuigen, motorboten, jet-ski) behalve de gewaarborgde schade die nader omschreven wordt in punt 9.5. eerste streepje,
- aan zitmaaiers.
9.10 De tijdelijke of toevallige verblijven
De waarborg is de verzekerden verworven indien ze aansprakelijk zijn, en dit zelfs op contractuele basis :
- voor schade veroorzaakt tijdens een verblijf als patient in een ziekenhuis of bij een tijdelijk of toevallig verblijf, privé of beroepshalve, in een hotel of gelijkaardige logementshuizen,
- voor de schade veroorzaakt door vuur, brand, ontploffing, rook, water of glasbraak aan gebouwen, caravans of tenten evenals aan hun inhoud, die de verzekerden huren of gebruiken ter gelegenheid van een vakantie, een privé reis, een beroepsreis of een familiefeest.
9.11 Het opzettelijk feit
De maatschappij waarborgt niet de persoonlijke burgerlijke aansprakelijkheid van een verzekerde die de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft en die opzettelijk schade veroorzaakte.
De maatschappij waarborgt daarentegen wel de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerden die aansprakelijk zijn voor de personen die deze schade veroorzaakten (tenzij ze zelf deelachtig waren aan deze opzettelijke feiten). In dit geval kan de maatschappij verhaal uitoefenen tegen de veroorzaker van deze schade tot beloop van de bedragen bepaald in artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 12 januari 1984. 1
9.12 De zware fout
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door een verzekerde die de leeftijd van 18 jaar bereikt ingevolge een van volgende zware fouten :
- dronkenschap of een vergelijkbare toestand door het nuttigen van andere producten dan alcoholische dranken,
- gewelddaden jegens personen.
9.13 Radioactiviteit of kernenergie
De maatschappij waarborgt niet de schade of de verzwaring van de schade veroorzaakt door :
- wapens of tuigen die bestemd zijn te ontploffen door een structuurwijziging van de atoomkern,
- xxxx xxxxxxxxxxxxx, radioactief product of radioactief afval of elke andere bron van ioniserende stralingen en waarvoor uitsluitend de exploitant van een kerncentrale aansprakelijk is,
- elke bron van ioniserende stralingen (inzonderheid elke radio-isotoop) die wordt gebruikt buiten een kerninstallatie en waarvan de verzekerden of een persoon waarvoor ze instaan eigenaar, bewaarder of gebruiker zijn.
9.14 Terrorisme
De maatschappij waarborgt niet de schade veroorzaakt door een daad van terrorisme.
1 Koninklijk Besluit tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst met betrekking tot het privé-leven
Artikel 10 – Bijkomende waarborgen
10.1. Vrijwillige hulpverlening door derden
De maatschappij vergoedt, tot beloop van 50.000 EUR (geïndexeerd) per schadegeval en zonder toepassing van de vrijstelling, de schade die derden en hun rechthebbenden hebben opgelopen door bij imminent gevaar bedachtzaam en vrijwillig deel te nemen aan de redding van de verzekerde personen en hun goederen, dit zelfs als de aansprakelijkheid van deze laatsten niet in het gedrang komt.
Evenwel kan geen verzekeraar noch een ander organisme, (privé of sociaal), dat naar aanleiding van deze feiten gehouden is tot enige uitkering ten gunste van die derden, zich op deze waarborg beroepen.
10.2 Opsporingskosten verdwenen kinderen
Bij de verdwijning van een verzekerd minderjarig kind gedurende ten minste 24 u en voor zover de verdwijning binnen de 72 u gemeld werd aan de autoriteiten, vergoedt de maatschappij tot beloop van 12.500 EUR (niet geïndexeerd) en onder aftrek van een vrijstelling van 200 EUR (niet-geïndexeerd) volgende uitgaven :
- opsporingskosten gedragen door de verzekerden,
- de kosten en honoraria ingevolge medische of psychologische hulp aan de verzekerden.
De maatschappij komt tussen na uitputting van de tussenkomsten van een organisme van sociale zekerheid, van de autoriteiten of van enig ander organisme.
Deze waarborg is niet verworven indien, het verdwenen kind zelf, een verzekerde of een familielid enigerwijze betrokken was bij de verdwijning.
Hoofdstuk 3 DE VERZEKERING FAMILIALE RECHTSBIJSTAND
Artikel 11 – Wat is het voorwerp van de familiale verzekering Rechtsbijstand ?
11.1. De strafrechtelijke verdediging
De maatschappij neemt de honoraria en kosten ten laste van de advocaten voor de verdediging van de verzekerden in een strafrechterlijke procedure :
- hetzij wanneer zij aansprakelijk zijn voor schades die gewaarborgd zijn in hoofdstuk 2 van de Verzekering Familiale Burgerlijke Aansprakelijkheid,
- hetzij wanneer zij een inbreuk plegen op het Algemeen Reglement op de Politie van het Wegverkeer in een hoedanigheid van :
- voetganger,
- eigenaar, houder of gebruiker van fietsen, rolschaatsen of rollers, gespannen, voortbewegingstoestellen, zoals omschreven in artikel 9.5, laatste streepje, van hoofdstuk 2, of alle andere landvoertuigen zonder motor,
- passagier van om het even welk voertuig (met uitzondering van de gevallen van aansprakelijkheid geviseerd door de Belgische of een buitenlandse wetgeving inzake de verplichte verzekering voormotorrijtuigen),
- ruiter (voor zover het totaal aantal rijpaarden niet meer bedraagt dan tien).
11.2 Het verhaal tegen de aansprakelijke derden
11.2.1 Wanneer, binnen het kader van zijn privé-leven, een verzekerde, zoals gedefinieerd in artikel 1.1 of 1.2, lichamelijke of materiële schade lijdt, neemt de maatschappij de kosten en erelonen ten laste die nodig zijn om – minnelijk of procedureel – burgerlijk verhaal in te stellen tegen de derde aansprakelijke of diens verzekeraar :
a. op basis van de artikelen 1382 tot 1386bis van het Burgerlijk Wetboek;
b. op basis van de Wet van 25/02/1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken;
c. op basis van de Wet van 21/11/1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen (artikel 29bis) voor de schade geleden door de verzekerde als zwakke weggebruiker ten gevolge van een verkeersongeval;
d. op basis van de Wet van 30/07/1979 met betrekking tot de Preventie van Brand en Ontploffing en betreffende de Verplichte Verzekering van de Burgerrechtelijke Aansprakelijkheid in dergelijke gevallen;
e. wegens burenhinder in de zin van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek, op voorwaarde dat de geleden schade het rechtstreekse gevolg is van een ongeval, dit is een gebeurtenis die voor de aansprakelijke plots, onvrijwillig en onvoorzien is.
of op basis van gelijkaardige bepalingen van buitenlands recht.
11.2.2. Deze waarborg is slechts door de verzekerden verworven wanneer zij zich, op het ogenblik van de schade, in een situatie bevinden die vereist is om een beroep te kunnen doen op de waarborgen voorzien in Hoofdstuk 2 van de Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid, indien zijzelf schade zouden hebben veroorzaakt aan een derde. De uitsluitingen van Hoofdstuk 2 kunnen de verzekerden enkel tegengeworpen worden indien de voorwaarden ervan in hun hoofde gerealiseerd zijn.
11.3 Administratieve bijstand
De maatschappij verleent administratieve bijstand om de noodzakelijke formaliteiten te vervullen met het oog op het bekomen van een vergoeding door de Commissie voor vergoeding van slachtoffers van opzettelijke gewelddelicten, wanneer de verzekerden, ten gevolge van die gewelddaden, een beroep kunnen doen op de waarborg, voorzien in artikel 11.2.
11.4 Insolventie van derden
De maatschappij vergoedt de schade die de verzekerden geleden hebben en die hen toelaten een beroep te doen op de waarborg voorzien in artikel 11.2, wanneer die schade is veroorzaakt door een geidentificeerde derde waarvan de insolvabiliteit afdoend is vastgesteld door het mislukken van een procedure van gedwongen uitvoering.
De vergoeding wordt toegekend voor zover geen enkele overheids- of private instelling de schade moet vergoeden. Deze vergoeding wordt betaald na aftrek van een vrijstelling van 220,16 EUR (geïndexeerd).
Deze waarborg kan niet gecumuleerd worden met de waarborg voorzien in artikel 11.5.
11.5 Voorschotten
Wanneer de verzekerden een beroep kunnen doen op de waarborg voorzien in art. 11.2 ingevolge een daad, gepleegd in Belgie door een behoorlijk geidentificeerde derde, waarvan de aansprakelijkheid onbetwistbaar vaststaat, betaalt de maatschappij, bij wijze van voorschot, aan de verzekerden die erom verzoeken het niet betwiste gedeelte van de schade waarop zij recht hebben als vergoeding voor hun schade. Dit voorschot wordt enkel uitgekeerd na ontvangst van het schriftelijk akkoord van de verzekerden om hun rechten over te dragen op de maatschappij ten beloop van het voorgeschoten bedrag dan wel om het voorgeschoten bedrag terug te betalen zodra zij de schadevergoeding ontvangen hebben.
Dit voorschot zal betaald worden na aftrek van een vrijstelling van 220,16 EUR (geïndexeerd). Deze waarborg kan niet gecumuleerd worden met de waarborg voorzien in artikel 11.4.
11.6 De strafrechtelijke borgstelling
Wanneer, ingevolge een voorval dat gewaarborgd is binnen Hoofdstuk 2 van de Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid van het Gezin, in het buitenland een strafrechtelijke borgstelling geêist wordt door de lokale autoriteiten, hetzij om de verzekerden vrij te laten wanneer zij in voorlopige hechtenis zijn genomen hetzij om hun vrijheid te behouden wanneer zij met hechtenis worden bedreigd, zal de maatschappij het bedrag van deze borgstelling vooruitbetalen.
De terugbetaling van het vooruitbetaald bedrag, vermeerderd met de wettelijke intresten van toepassing in Belgie en de eventuele inningskosten, dient te gebeuren zodra de borgstelling is vrijgegeven of de definitieve veroordeling van de verzekerden een feit is geworden.
11.7 Gratieverzoek
Indien, ten gevolge van een gewaarborgd schadegeval, de verzekerden veroordeeld werden tot een effectieve gevangenisstraf neemt de maatschappij de kosten van een gratieverzoek ten laste.
11.8 Arbeidsongevallen
Bij uitbreiding van het begrip ‘Privé-Leven’, gedefinieerd in artikel 3 van hoofdstuk 1, is de waarborg van artikel 11.2 eveneens verworven om, tegen een aansprakelijke derde, een vordering in te stellen voor lichamelijke schade wanneer de verzekerden het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval in de zin van de Wet van 03/07/1967 en die van 10/04/1971, en dit voor het soort schade die niet vergoedbaar is volgens deze regelgevingen.
Artikel 12 – Uitbreidingen tot andere begunstigden?
De ouders en verwanten van de verzekerde kunnen ook een beroep doen op de waarborg van artikel 11.2 om van de derde aansprakelijke een vergoeding te bekomen van hun eigen schade die zij lijden door het overlijden van de verzekerde, op voorwaarde dat deze laatste een van de personen is, vermeld in de artikelen 1.1 en 1.2.
In dit geval zijn de verzekeringsvoorwaarden die op de verzekerden van toepassing zijn eveneens op hen van toepassing.
Artikel 13 – Waar is de verzekering van de familiale verzekering Rechtsbijstand geldig ?
De waarborg is geldig :
- voor de waarborg, voorzien in artikel 11.1 : in de hele wereld;
- voor de andere waarborgen : in alle landen van geografisch Europa en in de landen die grenzen aan de Middellandse Zee.
Evenwel is de waarborg beperkt :
- voor alle schadegevallen voorzien in artikel 9.8 e) van hoofdstuk 2 : tot geografisch Europa,
- voor de schadegevallen voorzien in artikel 11.5 : tot Belgie.
Artikel 14 – Welke zijn de verzekerde bedragen ?
1. De waarborgen, vermeld in de artikelen 11.1 tot 11.3 en deze, vermeld in de artikelen 11.7 en 11.8, worden verleend voor een maximum bedrag van 12.500 EUR (niet-geïndexeerd), per schadegeval.
2. De waarborg, vermeld in artikel 11.4. wordt verleend voor een maximum bedrag van 6.200 EUR (niet geïndexeerd), per schadegeval.
3. De waarborg, vermeld in artikel 11.5, wordt verleend voor een maximum bedrag van 6.200 EUR (niet geïndexeerd), per schadegeval.
4. De waarborg, vermeld in artikel 11.6, wordt verleend voor een maximum bedrag van 25.000 EUR (niet geïndexeerd), per schadegeval.
5. De hierboven verzekerde bedragen gelden per schadegeval, welk ook het aantal verzekerden is, betrokken bij het schadegeval. Wanneer meerdere verzekerden betrokken zijn bij hetzelfde schadegeval, komt het de verzekeringnemer toe de prioriteiten te bepalen volgens welke de maatschappij aan elke betrokkene tot uitputting van de waarborg moet tussenkomen.
Artikel 15 – Welk is de verzekerde periode ?
De gebeurtenis die aan de oorsprong ligt van het schadegeval moet plaatsgevonden hebben tussen de aanvangsdatum en de eindvervaldag van de overeenkomst.
Nochtans blijft, voor het burgerlijk verhaal, de waarborg verworven voor elke gebeurtenis die plaatsvindt voor het in voege treden van het contract, voor zover de verzekerde bewijst dat hij voor het sluiten van de overeenkomst redelijkerwijze onmogelijk weet kon hebben van deze gebeurtenis.
Artikel 16 – Welke kosten en erelonen worden ten laste genomen ?
16.1 De maatschappij neemt ten laste :
a. de kosten verbonden aan het samenstellen en het beheren van het dossier;
b. de expertisekosten;
c. de kosten en erelonen van gerechtsdeurwaarders;
d. de kosten van gerechtelijke en buitengerechtelijke procedures die ten laste van de verzekerden zijn, met inbegrip van de kosten van de tegenpartij indien de verzekerden er gerechtelijk toe gehouden zijn die te vergoeden;
e. de kosten en erelonen van een advocaat;
f. de verplaatsingskosten van de verzekerden om zich naar een zitting in het buitenland te begeven indien zij verplicht zijn persoonlijk te verschijnen voor de rechtbank;
g. de verblijfskosten van de verzekerden, indien zij verplicht zijn persoonlijk te verschijnen voor een buitenlandse rechtbank.
De vergoeding van de verplaatsingskosten kan niet hoger zijn dan de laagste van volgende transportkosten : treinreis in eerste klasse, bootreis, vliegreis in economy of een vergelijkbare klasse. De vergoeding van de verblijfskosten is beperkt tot de prijs van een overnachting in een hotelkamer, ontbijt inbegrepen.
16.2 De maatschappij vergoedt niet :
a. de kosten en erelonen, verbonden aan opdrachten, gegeven voor de aangifte van het schadegeval of vooraleer er met de maatschappij werd overlegd tenzij die noodzakelijk waren door uitzonderlijk dringende omstandigheden;
b. de bijkomende kosten, voortvloeiend uit :
- de vervanging van de advocaat of de expert, wanneer die het gevolg is van de enige wens van de verzekerde;
- de aanstelling van een expert of een advocaat die niet gevestigd is in het land waar de procedure gevoerd wordt;
x. xx xxxxxx, bijkomende opcentiemen en minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, evenals de bedragen in hoofdsom en de bijkomende kosten waartoe de verzekerden zouden kunnen veroordeeld worden, waarin ook begrepen zijn de bijdragen in bij wet ingestelde speciale fondsen;
d. de kosten en erelonen van een uitvoeringsprocedure wanneer een periode van 5 jaar is verstreken vanaf de betekening van de uitvoerbare titel;
e. de kosten en erelonen van procedures bij internationale en supranationale rechtbanken
Artikel 17 – Wat is de drempel voor tussenkomst ?
Wanneer een gerechtelijke procedure noodzakelijk is, is de waarborg verworven op voorwaarde dat de inzet van het geschil, indien die becijferbaar is, in hoofdsom 500 EUR (geïndexeerd) overschrijdt.
De drempel wordt gebracht op 2.500 EUR (geïndexeerd) :
- voor de geschillen voor het Hof van Cassatie of voor een vergelijkbare rechtsinstantie in het buitenland;
- voor de eisen ingesteld in de situatie omschreven in artikel 11.8.
Voornoemde bedragen gelden per schadegeval, ongeacht het aantal bij het schadegeval betrokken verzekerden.
Artikel 18 – Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen geformuleerd in hoofdstuk 2, die van toepassing zijn op de verzekerden telkens een van de omschreven situaties zich in hun hoofde voordoet, geldt de waarborg niet :
1. voor kosten, vermeld in artikel 16.2;
2. voor schadevergoedingen waartoe de verzekerden veroordeeld werden;
3. wanneer het schadegeval is veroorzaakt door opzet in hoofde van de verzekerde van 16 jaar of ouder, in de zin van artikel
9.11. van hoofdstuk 2;
4. wanneer het schadegeval is veroorzaakt door een van de hierna genoemde gevallen van xxxxx schuld, begaan door de verzekerde van 18 jaar of ouder :
- staat van dronkenschap of een gelijkaardige toestand, gevolg van het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken;
- gewelddaden begaan op personen;
- deelname door de verzekerde aan een vechtpartij, ordeverstoring, weddenschap of uitdaging, tenzij de verzekerde bewijst dat hij er niet actief deel aan nam en hij niet de aanstoker of uitdager was;
5. voor schadegevallen die verband houden met contractuele verplichtingen, met inbegrip van schadegevallen die betrekking hebben op de toepassing van deze overeenkomst;
6. voor schadegevallen die voortvloeien uit een staking, een oproer of collectieve gewelddaden, behalve indien de verzekerden bewijzen dat zij niet actief hebben deelgenomen aan deze feiten;
7. voor schadegevallen die voortvloeien uit een oorlog, een burgeroorlog of uit gelijkaardige feiten;
8. voor schadegevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg zijn van radioactiviteit of nucleaire energie, zoals omschreven in artikel 9.13 van hoofdstuk 2;
9. voor schadegevallen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg zijn van terrorisme;
10. op schadegevallen die voortvloeien uit betwiste rechten (dit zijn rechten die het voorwerp uitmaken van een betwisting) die aan de verzekerde worden overgedragen door successie, afstand of conventionele subrogatie, of aangaande rechten van derden die de verzekerde wil doen gelden in eigen naam;
11. voor schadegevallen die verband houden met investeringen, met inbegrip van de eigendom, het bezit, het beheer, de aankoop en de verkoop van aandelen en obligaties;
12. voor schadegevallen die voortvloeien uit diefstal of poging tot diefstal, misbruik van vertrouwen, oplichting of valsheid in geschrifte;
13. op schadegevallen die voortvloeien uit het uitoefenen van politieke, syndicale of lucratieve activiteiten van de verzekerde, met uitzondering van, in het laatste geval, wat bepaald wordt in artikel 3, alinea 2, eerste streepje, van hoofdstuk 1;
14. op het burgerlijk verhaal dat de verzekerde instelt om een vergoeding te vorderen voor zuiver immateriële schade, dit is economische of financiele schade (genotsderving, winstverlies, enz) of morele schade die niet het gevolg is van lichamelijke of materiële schade, geleden door de verzekerde.
Artikel 19 – Welke zijn de modaliteiten voor tussenkomst ?
Zodra het schadegeval is aangegeven, beheert de maatschappij zelf het schadegeval en neemt ze daarbij de verdediging waar van de belangen van de verzekerde.
Zo nodig, onderneemt de maatschappij de nodige stappen om tot een minnelijke regeling te komen. Hierbij wordt uitdrukkelijk bepaald dat de maatschappij geen enkel voorstel of transactie zal aanvaarden zonder het voorafgaand akkoord van de verzekerden.
De verzekerde heeft vrije keuze van een expert, per schadegeval en per domein, om zijn belangen te behartigen
Indien in het schadegeval geen minnelijke schikking bereikt wordt of indien een belangenconflict met de maatschappij ontstaat, zijn de verzekerden vrij in de keuze van een advocaat (of van iedere andere persoon die de vereiste kwalificaties heeft krachtens de op de procedure toepasselijke wet) per schadegeval en per domein om hun belangen te verdedigen, te vertegenwoordigen of te behartigen in elke gerechtelijke of administratieve procedure, maar zij verbinden zich er evenwel toe de maatschappij voorafgaand te verwittigen.
De maatschappij is er niet toe gehouden een rechtsprocedure aan te vatten of voort te zetten :
- wanneer ze meent dat ze geen ernstige kans op slagen biedt,
- wanneer ze meent dat het voorstel van de derde billijk en voldoende is.
Wanneer de maatschappij meent dat een staat van erelonen en kosten overdreven is, moeten de verzekerden de betwiste staat voorleggen aan de bevoegde organen. De maatschappij leidt dan de betwisting en draagt er de kosten van.
Artikel 20 – Wat te doen bij een meningsverschil met de maatschappij ?
Onverminderd de mogelijkheid om een rechtsvordering in te stellen, hebben de verzekerden het recht een advocaat van hun keuze te raadplegen indien er een verschil in zienswijze ontstaan is met de maatschappij over de te volgen lijn voor de regeling van het schadegeval (en dit vanaf het ogenblik dat de maatschappij haar standpunt of haar weigering om de stelling van de verzekerden te volgen aan deze laatsten betekende). Indien de advocaat het standpunt van de maatschappij bevestigt, wordt aan de verzekerden de helft terugbetaald van de kosten en erelonen van deze raadpleging. Indien de verzekerden, tegen het advies van deze advocaat in, op hun kosten procederen en een beter resultaat bekomen dan dat wat zij zouden hebben bekomen indien zij het standpunt van de maatschappij zouden hebben gevolgd, komt deze laatste – binnen
de grenzen van de algemene voorwaarden – tegemoet in de gedane kosten alsmede in het saldo van kosten en erelonen van het advies. Indien de advocaat de stelling van de verzekerden bevestigt, is de maatschappij, ongeacht de afloop van de procedure, ertoe gehouden haar waarborg te verlenen en krijgen de verzekerden de kosten van deze procedure terugbetaald met inbegrip van de kosten en erelonen van het advies, binnen de grenzen van de huidige algemene voorwaarden.
Hoofdstuk 4 DE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 21 – De inwerkingtreding en de duur van de overeenkomst – Verhuis naar het buitenland
21.1 De inwerkingtreding en de duur van de overeenkomst
De overeenkomst wordt afgesloten voor een duur van 1 jaar en treedt in werking op de datum aangeduid in de bijzondere voorwaarden om 0 uur.
Een stilzwijgende hernieuwing grijpt plaats jaar na jaar, behoudens opzeg (door de verzekeringnemer of door de maatschappij) met naleving van een vooropzeg van 3 maanden voor het verstrijken van de aangevangen periode.
De opzeg treedt in werking op de jaarlijkse vervaldag om 24 uur.
21.2 Verhuis naar het buitenland
Indien de verzekeringnemer naar het buitenland verhuist blijven de waarborgen van deze overeenkomst verworven gedurende een periode van 60 dagen te rekenen vanaf de dag van de verhuis.
Artikel 22 – De indexatiemodaliteiten
22.1 Indien zij geïndexeerd zijn, wijzigen de verzekerde bedragen, de vergoedingsgrenzen en de vrijstelling op elke jaarlijkse vervaldag overeenkomstig de bestaande verhouding tussen :
- de index van de consumptieprijzen van toepassing op het moment van deze vervaldag, en
- de index van de consumptieprijzen 111.36 van januari 2009 (basis 100 in 2004).
Bij schadegeval is de van toepassing zijnde index deze van de maand voorafgaand aan de datum van het schadegeval. Voor wat de bedragen betreft die geviseerd worden in artikel 9.5 van hoofdstuk 2 zijn de terzake geldende specifieke indexatiemodaliteiten van kracht.
22.2. De premie wijzigt op elke jaarlijkse vervaldag overeenkomstig de evolutie van de index van de consumptieprijzen, zonder afbreuk te doen aan de toepassing van het artikel 25.
Artikel 23 – Betaling van de premie
Zodra de overeenkomst is afgesloten, is de premie verschuldigd.
Tenzij anders wordt overeengekomen in de bijzondere voorwaarden is de premie jaarlijks betaalbaar. Zij is vooruit betaalbaar tegen voorlegging van de kwitantie of het vervaldagbericht.
De premie wordt verhoogd met alle kosten, lasten en taksen.
Artikel 24 – Niet betaling van de premie
Indien de premie op de vervaldag niet wordt betaald kan de maatschappij de waarborg schorsen of de overeenkomst opzeggen op voorwaarde dat de verzekeringnemer ingebreke werd gesteld hetzij bij deurwaardersexploot, hetzij per aangetekende brief.
De schorsing van de waarborg of de opzegging van de overeenkomst hebben uitwerking na het verstrijken van een termijn van 15 dagen te rekenen van de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief. Indien de waarborg werd geschorst zal de betaling van de vervallen premies door de verzekeringnemer, eventueel verhoogd met de intresten, de schorsing beeindigen. De wederinvoegestelling van de waarborg neemt een aanvang om 0 uur van de dag volgend op de datum dat de maatschappij het betrokken bedrag heeft ontvangen.
De schorsing van de waarborg doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij om de later nog te vervallen premies op te eisen op voorwaarde dat de verzekeringnemer in gebreke werd gesteld met een ter post aangetekend schrijven. Dit recht is evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
Artikel 25 – Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden
Indien de maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en/of het tarief wijzigt, wordt de overeenkomst aangepast op de volgende jaarlijkse vervaldag.
De maatschappij brengt de verzekeringnemer hiervan op de hoogte. Deze beschikt over een periode van 3 maanden na ontvangst van dit bericht om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen.
Eenmaal deze termijn verstreken is wordt ervan uitgegaan dat de voorwaarden werden aanvaard
Artikel 26 – Opzegging van de overeenkomst
De overeenkomst mag in haar totaliteit of gedeeltelijk opgezegd worden :
door de verzekeringnemer :
- voor het einde van elke verzekeringsperiode en overeenkomstig de bepalingen van artikel 21,
- onder de voorwaarden van artikel 21, wanneer, tussen de dag van het afsluiten van de overeenkomst en deze van de inwerkingtreding, meer dan een jaar is verstreken,
- indien de maatschappij één waarborg opzegt,
- indien de maatschappij, het bedrag van de vrijstelling verhoogt (los van de verhoging ingevolge indexatie),
- na elke schadeaangifte maar ten laatste een maand na de betaling of de weigering van betaling van de vergoeding. De opzegging wordt van kracht drie maanden na de dag van de betekening,
- in geval van risicovermindering, conform de wettelijke bepalingen,
- in geval van overlijden van de verzekeringnemer, conform de wettelijke bepalingen,
- in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en/of het tarief, conform de bepalingen van artikel 25.
Door de maatschappij :
- voor het einde van elke verzekeringsperiode en dit conform de bepalingen van artikel 21,
- onder de voorwaarden van artikel 21, wanneer, tussen de dag van het afsluiten van de overeenkomst en deze van de inwerkingtreding, meer dan een jaar is verstreken,
- indien de verzekeringnemer de wijziging van de overeenkomst niet aanvaardt in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens,
- bij niet-betaling van de premie, overeenkomstig de bepalingen van artikel 24,
- in geval van faillissement van de verzekeringnemer,
- in geval van overlijden van de verzekeringnemer, conform de wettelijke bepalingen,
- bij schadegeval, indien er een fraude bewezen werd in hoofde van de verzekerde.
Artikel 27 – Opzeggingsmodaliteiten
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
Behoudens in de gevallen bedoeld in artikelen 21, 24 en 26 5de streepje, heeft de opzegging slechts uitwerking na het verstrijken van een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de afgifte ervan op de post.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het ingaan van de opzegging, wordt terugbetaald, binnen de 15 dagen na de datum waarop de opzegging ingaat.
Artikel 28 – Verplichtingen van de verzekeringnemer bij het afsluiten van de overeenkomst en in de loop ervan
28.1. Bij het afsluiten van de overeenkomst, is de verzekeringnemer gehouden alle hem bekende omstandigheden die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van belang kunnen zijn bij de beoordeling van het risico aan de maatschappij mee te delen.
28.2 In de loop van de overeenkomst dient de verzekeringnemer de maatschappij, zo spoedig mogelijk, alle hem bekende omstandigheden mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die een aanmerkelijke en blijvende wijziging of verzwaring betekenen van het verzekerde risico.
Het niet-naleven van de verplichtingen hernomen in de punten 1 en 2 geeft aanleiding tot de toepassing van de sancties voorzien in de wet van 25 juni 1992 met betrekking op de landverzekeringsovereenkomst.
Artikel 29 – De verplichtingen van de verzekerden bij schadegeval
Bij schadegeval verbinden de verzekerden zich ertoe :
29.1. uit eigen beweging geen wijzigingen (zoals herstellingen, vrijwillige afstand,…) aan de beschadigde voorwerpen aan te brengen, waardoor het moeilijk of onmogelijk wordt de oorzaken van het schadegeval te bepalen of de schade te ramen. Indien de omstandigheden het vereisen, dienen zij alle redelijke maatregelen te treffen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te verminderen. In dergelijke gevallen is het onontbeerlijk de materiële bewijzen (foto’s, beschadigde stukken,…) van het schadegeval te bewaren;
29.2. het schadegeval aan de maatschappij aan te geven uiterlijk binnen de 8 dagen nadat de verzekerden er kennis van hebben gekregen, behoudens het geval dat de aangifte werd gedaan van zodra dit redelijkerwijs mogelijk was;
29.3. zo spoedig mogelijk, de maatschappij alle nuttige inlichtingen (stavingsstukken van de geleden schade, documenten met betrekking tot het schadegeval,…) te verschaffen en te antwoorden op de vragen die hen gesteld worden in verband
met de omstandigheden waarin het schadegeval zich heeft voorgedaan en de omvang van de schade.
Gerechtelijke of buitengerechtelijke akten dienen vanaf hun betekening of overhandiging aan de maatschappij te worden overgemaakt. Bij verzuim dienen de verzekerden de maatschappij te vergoeden tot beloop van de hierdoor geleden schade;
29.4. de richtlijnen van de maatschappij te volgen en de stappen die de maatschappij voorschrijft te ondernemen;
29.5. het bestaan van andere verzekering(en) die dezelfde aansprakelijkheid dekt mededelen;
29.6. zich te onthouden van elke erkenning van aansprakelijkheid, van xxxx xxxxxx, van elke vaststelling van schade, van elke betaling of belofte van schadevergoeding. Het verschaffen van eerste hulp, het verlenen van onmiddellijke medische hulp, het louter erkennen van de feiten wordt, evenwel, niet als een erkenning van de aansprakelijkheid beschouwd.
Indien deze verplichtingen niet naleefd worden, kan de maatschappij de vergoeding verminderen met het bedrag van het geleden nadeel, behalve voor wat betreft de verplichting vermeld in punt 3 alinea 2.
Indien de verzekerden deze verplichtingen niet nakwamen met bedrieglijk opzet kan de maatschappij de waarborg weigeren.
Artikel 30 – Rechtsvorderingen – Belangen van de verzekerden
Van zodra de maatschappij tot het verlenen van de waarborg gehouden is en voorzover er aanspraak wordt op gemaakt, heeft zij de verplichting binnen de grenzen van de waarborg op te treden ten gunste van de verzekerden.
Wat betreft de burgerlijke belangen en in de mate dat de belangen van de maatschappij en die van de verzekerden samenvallen heeft de maatschappij het recht om in de plaats van de verzekerden de vordering van de benadeelde te bestrijden.
De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe reden bestaat.
De tussenkomst van de maatschappij houdt geen enkele erkenning in van de aansprakelijkheid in hoofde van de verzekerden en het mag hen geen nadeel berokkenen.
Artikel 31 – Subrogatie – Verhaal – Verjaring
31.1 Door het afsluiten van deze overeenkomst subrogeert de verzekerde de maatschappij in al de rechten die kunnen uitgeoefend worden tegen derden die aansprakelijk zijn voor de schade.
De subrogatie strekt zich ondermeer uit tot de rechtsplegingsvergoedingen (en dit met inbegrip van de kosten en honoraria van de advocaten), tot de gerechtskosten en, in de mate van hun verhaalbaarheid, tot de kosten en honoraria van de experten.
Indien de maatschappij een verhaal uitoefent tegen de aansprakelijke derde dan doet zij dit tevens voor de verzekerde en dit tot beloop van het deel van de schade dat ze niet vergoed heeft.
Indien door toedoen van de verzekerde of een andere begunstigde de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben ten voordele van de maatschappij kan zij van hen terugbetaling eisen van de uitgekeerde vergoeding tot beloop van het geleden nadeel.
31.2 Indien de maatschappij tegenover de benadeelde derde tot tussenkomst gehouden is, heeft zij onafgezien van elke andere vordering die zij kan uitoefenen het recht een verhaalsvordering in te stellen tegen de verzekeringnemer of, indien daartoe reden bestaat, tegen een andere verzekerde en dit in de mate dat zij haar tussenkomst had kunnen weigeren of verminderen op basis van wettelijke bepalingen of bepalingen uit deze overeenkomst.
31.3. De verjaringstermijn voor elke rechtsvordering voortvloeiend uit een verzekeringsovereenkomst bedraagt drie jaar. De termijn begint te lopen vanaf de dag van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan. Wanneer diegene aan wie de rechtsvordering toekomt, bewijst dat hij pas op een later tijdstip van het voorval kennis heeft gekregen, begint de termijn te lopen vanaf dat tijdstip, maar hij verstrijkt in elk geval vijf jaar na het voorval, behoudens bedrog.
In de aansprakelijkheidsverzekering begint de termijn, wat de regresvordering van de verzekerde tegen de maatschappij betreft, te lopen vanaf het instellen van de rechtsvordering door de benadeelde, onverschillig of het gaat om een oorspronkelijke eis tot schadeloosstelling dan wel om een latere eis naar aanleiding van een verzwaring van de schade of het ontstaan van een nieuwe schade.
De regresvordering van de maatschappij tegen de verzekerde verjaart door verloop van drie jaar, te rekenen vanaf de dag van de betaling door de maatschappij, behoudens bedrog.
Artikel 32 – Afstand van verhaal
De maatschappij doet afstand van verhaal – behalve in geval van kwaadwilligheid – tegenover de verzekerden, hun ascendanten en descendanten, hun echtgeno(o)t(e) en hun verwanten in rechte lijn alsmede tegenover de personen die met hen samenwonen, hun gasten en de leden van hun huispersoneel.
De afstand van verhaal geldt alleen :
- voorzover de aansprakelijke niet door een aansprakelijkheidsverzekering is gewaarborgd,
- voorzover de aansprakelijke zelf geen verhaal kan uitoefenen op elke andere aansprakelijke.
De maatschappij behoudt evenwel een recht van verhaal tegenover de verzekerden voorzover zij op basis van wettelijke bepalingen of bepalingen uit deze overeenkomst haar prestaties had kunnen weigeren of verminderen.
Artikel 33 – Correspondentie
33.1. Om geldig te zijn moeten de mededelingen en betekeningen, die voor de maatschappij bestemd zijn aan haar hoofdzetel of aan een van haar bijkantoren worden gericht.
33.2 Om geldig te zijn moeten de mededelingen en betekeningen die de maatschappij verzendt gedaan worden aan het adres opgegeven in de bijzondere voorwaarden. Indien er verscheidene verzekeringnemers zijn, is elke mededeling aan een van de verzekeringnemers, hernomen in de bijzondere voorwaarden, gericht geldig voor allen.
Artikel 34 – De bevoegde rechtbanken en van toepassing zijnde wetgeving
34.1. Alle geschillen met betrekking tot deze overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de rechtbanken van de woonplaats van de verzekeringnemer.
34.2. Deze overeenkomst is onderworpen aan de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst en haar uitvoeringsbesluiten
Artikel 35 – Rangorde van de voorwaarden
De bijzondere voorwaarden vullen de algemene voorwaarden aan of wijken er van af, in de mate dat zij ermee tegenstrijdig zouden zijn.
VERKLARENDE WOORDENLIJST
Maatschappij
P&V Verzekeringen CVBA, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, verzekeringsmaatschappij toegelaten onder het codenummer 0058 om de tak Algemene B.A. en Rechtsbijstand te beoefenen.
Terrorisme
Onder terrorisme wordt verstaan een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of een immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Wettelijke vermeldingen
Mededeling overeenkomstig de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens
De gegevens die op de verzekeringnemer betrekking hebben, worden opgenomen in bestanden die bijgehouden worden om de verzekeringsovereenkomsten te kunnen opstellen, te beheren en uit te voeren.
De verantwoordelijke voor de verwerking is P&V CVBA, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx. De verzekeringnemer kan van deze gegevens kennisnemen en ze indien nodig laten verbeteren. Indien de verzekeringnemer niet gecontacteerd wenst te worden in het kader van direct marketing, zullen zijn gegevens op diens verzoek kosteloos uit de betrokken lijsten worden geschrapt.
Datassur
Elke oplichting of poging tot oplichting van de maatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst met zich mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden verzekeraars.
De verzekeringnemer stemt er bij deze mee in dat de verzekeringsonderneming P&V CVBA het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en ermee verbonden schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben, in te kijken en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres : Datassur, dienst Bestanden, xx Xxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx.
Klachten
Voor elke klacht met betrekking tot dit contract kan de verzekeringnemer zich richten tot :
- In eerste instantie : de dienst Klachtenmanagement van VIVIUM, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx,
E-mail: xxxxxx@xxxxxx.xx, tel : 02/000.00.00,
- In beroep : de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.