Contract
Top-Hat Plus Plan
Individuele Pensioentoezegging
Algemene Voorwaarden
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA | Maatschappelijke Zetel | Zetel Antwerpen | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0058 KBO/BTW BE 0402 236 531 – RPR Xxxxxxx | Xxxxxxxxxxxxx 000 – 0000 Xxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 | Xxxxxxxxxx 00 – 0000 Xxxxxxxxx TEL x00 (0)0 000 00 00 |
Klachten
Voor elke klacht m.b.t. onderhavig contract kan de inrichter zich richten tot:
- In eerste instantie: de dienst Klachtenmanagement van VIVIUM, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, tel: 02/000.00.00, E-mail: xxxxxx@xxxxxx.xx
- In beroep: de Ombudsman v/d Verzekeringen,
de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
Alle oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico’s ter herinnering brengt aan de aangesloten leden- verzekeraars.
De verzekerde stemt er bij deze mee in dat de verzekeringsonderneming P&V Verzekeringen CVBA het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico’s en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres: Datassur, dienst Bestanden, de Meeûssquare, 29 te 0000 Xxxxxxx.
INHOUDSTAFEL
Hoofdstuk 1. Definities en begrippen 4
Hoofdstuk 2. Bestanddelen van deze verzekeringsovereenkomst 5
Hoofdstuk 3. Overdracht van rechten 5
Hoofdstuk 4. Werking van deze verzekeringsovereenkomst 6
1. WAARBORG VAN DE VERZEKERING 6
2. DATUM VAN INWERKINGTREDING EN EINDDATUM 7
3. RECHTEN VAN DE INRICHTER 7
4. RECHTEN VAN DE AANGESLOTENE 9
5. STOPZETTING VAN DE PREMIEBETALING 12
6. UITKERING VAN DE VERZEKERDE PRESTATIES 13
7. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE HET TAK 23-BELEGGINGSFONDS 14
Hoofdstuk 5. De waarborg in geval van overlijden 15
8. WERELDWIJDE WAARBORG 15
9. UITGESLOTEN RISICO’S 15
Hoofdstuk 6. Speciale clausules 16
10. AANVULLENDE ONGEVALLENVERZEKERING 16
11. AANVULLENDE VERZEKERINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID I1 EN/OF I2 19
12. ALGEMENE BEPALINGEN AANVULLENDE VERZEKERINGEN 25
Hoofdstuk 7. Kennisgevingen - Rechtsmacht 26
13. KENNISGEVINGEN 26
14. RECHTSMACHT 26
15. TOEPASSELIJK RECHT EN FISCALE BEPALINGEN 26
Hoofdstuk 1. Definities en begrippen
Individuele pensioentoezegging
De toezegging van een aanvullend pensioen door een inrichter aan een bedrijfsleider en/of zijn rechthebbenden. Met het oog op de financiering van de toezegging sluit de inrichter een verzekeringsovereenkomst af bij de pensioeninstelling op het hoofd van de bedrijfsleider.
De pensioentoezegging wordt beheerst door de pensioenovereenkomst en de Algemene en Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst.
Pensioeninstelling (= de maatschappij)
VIVIUM is een merk van P&V Verzekeringen CVBA, gevestigd te België, 0000 XXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxx,
000. De pensioeninstelling wordt in de documenten en briefwisseling ook de maatschappij genoemd.
Inrichter (= de verzekeringsnemer)
De rechtspersoon die de pensioentoezegging doet en die de verzekeringsovereenkomst afsluit bij de pensioeninstelling. De inrichter wordt in de documenten en briefwisseling ook de verzekeringsnemer genoemd.
Aangeslotene (= de verzekerde = de begunstigde bij leven)
De bedrijfsleider die van een pensioentoezegging geniet alsook de voormalige bedrijfsleider die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig de pensioenovereenkomst.
De aangeslotene, op wiens hoofd de verzekering dus wordt afgesloten, wordt in de documenten en briefwisseling ook de verzekerde genoemd.
Begunstigde(n) bij overlijden
de persoon (personen) die recht heeft (hebben) op de verzekerde prestaties in geval van overlijden van de verzekerde voor de eindvervaldag.
Algemene voorwaarden
het geheel van de bepalingen, die de principes en de toepassingsmodaliteiten regelen, geldend voor alle verzekeringsovereenkomsten van dezelfde aard, die onderschreven worden bij de pensioeninstelling en die onder meer de draagwijdte van de dekkingen omschrijven.
Pensioenovereenkomst
de overeenkomst waarin de rechten en de verplichtingen van de inrichter, van de aangeslotene en zijn rechthebbenden en van de pensioeninstelling, alsook de regels inzake de uitvoering van de individuele pensioentoezegging worden bepaald.
De overeenkomst bepaalt onder meer hoe de reserves en de prestaties van de verzekeringsovereenkomst verworven zijn.
Bijzondere voorwaarden
het geheel van de bepalingen, die de specifieke rechten en verplichtingen van de verzekeringsnemer, de verzekerde en/ of de begunstigde ten aanzien van de pensioeninstelling vastleggen, die voortvloeien uit de pensioenovereenkomst.
Zij kunnen onder meer de aard van de dekking, de verzekerde bedragen, de einddatum, de premies en de begunstigde opsommen.
Eenheid van een beleggingsfonds
een elementair deel van een beleggingsfonds.
Inventariswaarde van een eenheid
de waarde van het beleggingsfonds gedeeld door het aantal eenheden van het beleggingsfonds op het ogenblik van de raming van de waarde.
Reductie van de overeenkomst
de stopzetting van de betaling van de premies.
Hoofdstuk 2. Bestanddelen van deze verzekeringsovereenkomst
Deze verzekeringsovereenkomst is een levensverzekering die voorziet in de financiering van een aanvullend pensioen.
De premies gestort in de verzekeringsovereenkomst kunnen volgens de keuze van de aangeslotene belegd worden in een tak 21-gedeelte en – eventueel – in een tak 23-gedeelte:
- Tak 21-gedeelte: de premies kunnen geheel of gedeeltelijk belegd worden in een tak 21-tarief met een gewaarborgde intrestvoet.
- Tak 23-gedeelte: de premies kunnen gedeeltelijk aangewend worden om eenheden aan te kopen in een tak 23-beleggingsfonds.
Daarnaast kan de verzekeringsovereenkomst voorzien in aanvullende waarborgen: een bijkomende waarborg bij overlijden, een aanvullende ongevallenverzekering en/of een aanvullende verzekering arbeidsongeschiktheid.
De Algemene en Bijzondere Voorwaarden van deze verzekeringsovereenkomst vormen samen met de Pensioenovereenkomst, de Individuele Pensioentoezegging.
De Algemene voorwaarden zijn onderworpen aan de bepalingen van de Pensioenovereenkomst en de Bijzondere Voorwaarden.
De gekozen waarborgen worden vastgelegd in de Bijzondere Voorwaarden.
De beheersaspecten van de beleggingsfondsen worden toegelicht in het Beheersreglement. Het Beheersreglement van de beleggingsfondsen omvat, onder andere, een beschrijving van het beleggingsbeleid van deze interne fondsen, de bepaling en de aanwending van de inkomsten, de waarderingsregels van de activa, de wijze van bepaling van de eenheidswaarde, de wijze van berekening van de kosten en informatie over de risicoklasse van deze interne fondsen.
In de loop van het contract kan de inhoud van het Beheersreglement van de interne beleggingsfondsen onderhevig zijn aan aanpassingen. Dat is de reden waarom wij, indien de inrichter op een gegeven ogenblik informatie wenst over de beschikbare interne fondsen in het kader van het tak 23-gedeelte of over een ander onderwerp dat in dit reglement wordt behandeld, de inrichter uitnodigen om op de website xxx.xxxxxx.xx het Beheersreglement te raadplegen van de fondsen dat op dat ogenblik van kracht is, of te informeren bij de verzekeringstussenpersoon. Dit Beheersreglement is ook beschikbaar op onze maatschappelijke zetel.
Hoofdstuk 3. Overdracht van rechten
De inrichter draagt, volgens de modaliteiten vermeld in deze Algemene Voorwaarden en de Pensioenovereenkomst, volgende rechten over aan de aangeslotene:
- het recht om de premieverdeling te kiezen en te wijzigen
- het recht om de belegging van de eventuele winstdeelname te kiezen en te wijzigen
- het recht om opgebouwde reserves over te dragen naar een andere beleggingsvorm binnen deze overeenkomst
- het recht om de begunstigde(n) bij overlijden te wijzigen
- het recht om een voorschot op te nemen
- het recht om de polis in pand te geven
- het recht om de polis over te dragen naar een andere pensioeninstelling vanaf het ogenblik van stopzetting van de activiteiten van de aangeslotene bij de inrichter.
Zolang hij in dienst is bij de inrichter, kan de aangeslotene niet zelf de eventuele overlijdenswaarborg en de aanvullende waarborgen wijzigen.
Hoofdstuk 4. Werking van deze verzekeringsovereenkomst
1. WAARBORG VAN DE VERZEKERING
1.1. Opbouw reserve in het tak 21-gedeelte
Het bedrag dat wordt gevormd door de kapitalisatie van de nettopremies geïnvesteerd in het tak 21- gedeelte.
De nettopremies bestemd voor het tak 21-gedeelte worden gekapitaliseerd tegen één van de intrestvoeten die van toepassing zijn op het ogenblik van ontvangst van de storting.
Binnen het tak 21-gedeelte kan de aangeslotene kiezen tussen volgende tarieven:
- Capiplan: de toegekende winstdeelname wordt gekapitaliseerd aan de gewaarborgde intrestvoet geldig op moment van de toekenning van deze winstdeelname in het contract.
- Capi 23: de toegekende winstdeelname wordt belegd in één van de tak 23-beleggingsfondsen die door de pensioeninstelling worden aangeboden, volgens de keuze van de aangeslotene.
De aangeslotene kan in de loop van de overeenkomst kiezen om de toekomstige nettopremies volledig te investeren in een andere interestvoet uit het op dat moment geldende aanbod.
1.2. Opbouw reserve in het tak 23-gedeelte
Het bedrag dat wordt gevormd door de nettopremies geïnvesteerd in het tak 23-gedeelte.
Met de nettopremie bestemd voor het tak 23-gedeelte worden eenheden aangekocht in het gekozen beleggingsfonds. De reserve wordt bepaald door het aantal eenheden van het gekozen fonds te vermenigvuldigen met de inventariswaarde van die eenheid.
De aangeslotene heeft de keuze tussen verschillende beleggingsfondsen. De beleggingsstrategie, de kenmerken en de aard van de activa worden beschreven in het Beheersreglement. Het aanbod beleggingsfondsen kan in de toekomst uitgebreid worden.
Elk fonds beoogt groei door een diversificatie in verschillende financiële instrumenten. Ondanks alle maatregelen genomen om de doelstellingen te bereiken, blijft de investering in deze fondsen onderworpen aan bepaalde risico’s. Geen enkele formele garantie kan dus geboden worden.
De waarde van het fonds kan schommelen in de tijd. Het financiële risico dat daarmee verbonden is, wordt gedragen door de aangeslotene.
1.3. Winstdeelname
§1. Reserve die opgebouwd wordt in het tak 21-gedeelte
Deze reserve geeft recht op winstdeelname indien voldaan werd aan de minimumvoorwaarden zoals bepaald in het winstdossier van de pensioeninstelling, meegedeeld aan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten. Het percentage van de winstdeelname is variabel van jaar tot jaar en is niet gegarandeerd.
Voor contracten waarop een voorschot werd toegekend of die in pand gegeven werden bij de pensioeninstelling vervalt het recht op winstdeelname voor de theoretische afkoopwaarde overeenstemmend met het bedrag van het voorschot of de inpandgave.
Binnen het tak 21-gedeelte kan de aangeslotene kiezen tussen volgende tarieven:
- Capiplan: de toegekende winstdeelname wordt gekapitaliseerd aan de gewaarborgde intrestvoet geldig op moment van de toekenning van deze winstdeelname.
- Capi 23: de toegekende winstdeelname wordt belegd in één van de tak 23-beleggingsfondsen die door de pensioeninstelling worden aangeboden, volgens de keuze van de aangeslotene.
De inventariswaarde voor de omzetting van deze winstdeelname in eenheden van het gekozen fonds wordt bepaald op 1 februari of op de eerstvolgende bankwerkdag.
Opgelet: indien ook een gedeelte van de nettopremie wordt belegd in een tak 23-beleggingsfonds, wordt de winstdeelname toegekend in het tak 21-gedeelte, in hetzelfde fonds belegd.
§2. Reserve die opgebouwd wordt in het tak 23-gedeelte
Deze reserve komt niet in aanmerking voor winstdeelname.
1.4. Waarborg bij leven
Bij leven van de aangeslotene op de einddatum van de overeenkomst, ontvangt de aangeslotene de opgebouwde reserves, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
1.5. Xxxxxxxx bij overlijden
Bij overlijden van de aangeslotene voor de einddatum van de verzekeringsovereenkomst, ontvangt (ontvangen) de begunstigde(n) bij overlijden de opgebouwde reserves op het ogenblik van overlijden, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
Indien in de Bijzondere Voorwaarden een bijkomende overlijdenswaarborg is voorzien, ontvangt (ontvangen) de begunstigde(n) bij overlijden het kapitaal overlijden zoals vermeld in de bijzondere voorwaarden of, indien dit hoger is, de opgebouwde reserves op het ogenblik van overlijden, met inbegrip van de toegekende winstdeelname.
In dit geval wordt de kost van de bijkomende waarborg bij overlijden maandelijks vooraf van de opgebouwde reserves afgehouden. Deze kost wordt berekend op basis van het verzekerd kapitaal overlijden verminderd met de opgebouwde reserves.
De reserves worden bepaald zoals vermeld in punt 6.2.
2. DATUM VAN INWERKINGTREDING EN EINDDATUM
De verzekeringsovereenkomst gaat in na de eerste premiebetaling en na de ondertekening van de Bijzondere Voorwaarden en de Pensioenovereenkomst door de inrichter.
Behalve in geval van fraude is de overeenkomst onbetwistbaar vanaf haar inwerkingtreding, onder voorbehoud van de bepalingen in punt 11.13.
De verzekering eindigt
- op de pensioenleeftijd van de aangeslotene zoals vermeld in de Pensioenovereenkomst
- bij opzegging, vernietiging of afkoop of bij overlijden van de aangeslotene.
3. RECHTEN VAN DE INRICHTER 3.1 Premiebetaling
De inrichter wordt uitgenodigd om op de in de Bijzondere Voorwaarden overeengekomen data premies te betalen.
De inrichter kan op geen enkel moment verplicht worden door de pensioeninstelling om gelden te betalen. De betaling geschiedt op één van de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling.
Voor het tak 21-gedeelte begint de kapitalisatie van de nettopremie vanaf haar registratie op een financiële rekening bij de pensioeninstelling, maar niet voor de datum van inwerkingtreding van de verzekeringsovereenkomst.
Voor het tak 23-gedeelte gebeurt de aankoop van de eenheden van het gekozen beleggingsfonds tegen de eerste valorisatie die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst van de premie op een financiële rekening bij de pensioeninstelling, maar niet voor de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Bij een wijziging van de premieverdeling gaat de wijziging ten vroegste in op de eerstvolgende ontbetaalde premievervaldag volgend op de ontvangst door de pensioeninstelling van de aanvraag tot wijziging.
De vaststelling van de inventariswaarde wordt uitgevoerd door de fondsbeheerder en is bindend voor alle partijen. De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor de valorisatiedag aan te passen indien, door uitzonderlijke omstandigheden, de waardebepaling van de beleggingsfondsen niet mogelijk is. De inventariswaarde wordt bekomen door de waarde van het fondsvermogen, na aftrek van de beheersvergoeding, kosten welke uit het beheer van het fonds kunnen voortvloeien (zoals vermeld in het
Beheersreglement) en eventuele belastingen, rechten en taksen, te delen door het aantal aanwezige eenheden op de dag van waardering. Indien voor de berekening van de waarde van het fondsvermogen de in vreemde valuta uitgedrukte effecten of andere effecten moeten worden omgerekend, gaat de pensioeninstelling uit van de laatst gekende middenkoers van die valuta, tenzij de pensioeninstelling in het belang van de gezamenlijke partijen, het wenselijk oordeelt een andere koers te hanteren.
De pensioeninstelling deelt minstens wekelijks de inventariswaarde mee aan de pers en vermeldt de inventariswaarde steeds in het jaarlijks overzicht van de verzekeringsovereenkomst.
3.2 Bedenktijd
De inrichter heeft het recht om de verzekeringsovereenkomst op te zeggen binnen een termijn van 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. Indien de verzekeringsovereenkomst dient tot waarborg van een krediet, dan heeft de inrichter het recht de overeenkomst, binnen de 30 dagen nadat hij vernomen heeft dat het krediet hem niet wordt toegekend, op te zeggen.
In beide gevallen moet de opzegging geschieden via een aangetekende brief, door een deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. De datum van afgifte aan de post, de datum van de betekening of de datum vermeld op het ontvangstbewijs geldt als opzeggingsdatum. In voorkomend geval moet de inrichter het exemplaar van de verzekeringsovereenkomst in zijn bezit naar de pensioeninstelling opsturen of, bij gebrek hieraan, een ondertekende verklaring van verlies.
Voor het tak 21-gedeelte stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug verminderd met de bedragen die eventueel werden verbruikt om het risico te dekken.
Voor het tak 23-gedeelte stort de pensioeninstelling de waarde van de toegekende eenheden terug, verhoogd met de betaalde instapkosten en verminderd met de bedragen die eventueel werden verbruikt om het risico te dekken. De waarde van de toegekende eenheden wordt berekend op basis van de eerste gekende valorisatie, ten vroegste één bankwerkdag volgend op de ontvangst van het officiële opzeggingsbericht.
3.3 Wijziging of stopzetting van de verzekeringsovereenkomst
De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele wijziging aanbrengen in de Algemene of in de Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst.
De inrichter kan de Individuele Pensioentoezegging wijzigen of opheffen mits de eerbiediging van de toepasselijke wetgeving en andere eventuele verbintenissen.
In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de verworvenheid van de reserves en de prestaties opgebouwd met de tot het tijdstip van de wijziging of de opheffing van de Individuele Pensioentoezegging reeds betaalde en de op dat ogenblik nog te betalen premies.
Bij wijziging of stopzetting van de pensioentoezegging dient de inrichter schriftelijk de aanpassing van de verzekeringsovereenkomst te vragen. De pensioeninstelling bevestigt elke aanpassing door het opstellen van nieuwe Bijzondere Voorwaarden of door het opstellen van een bijvoegsel aan de Bijzondere Voorwaarden.
De inrichter overhandigt de tekst van de in de Pensioenovereenkomst en in de Bijzondere Voorwaarden aangebrachte wijzigingen aan de aangeslotene.
Alhoewel de premiebetaling in de verhouding tussen de inrichter en de pensioeninstelling niet verplicht is en onverminderd de toepassing van de voorgaande bepalingen, is de eenzijdige afbouw of opheffing van de Individuele Pensioentoezegging door de inrichter ten aanzien van de aangeslotene op dat ogenblik bovendien slechts mogelijk wanneer één of meer van de hierna omschreven omstandigheden zich voordoet of voordoen:
- bij invoering van nieuwe rechtspraak of wijziging, respectievelijk verdere uitwerking van de bestaande rechtspraak, richtlijnen van de controleoverheid en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de Individuele Pensioentoezegging voor de inrichter teweegbrengen;
- wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop de Individuele Pensioentoezegging een aanvulling vormt, grondige wijzigingen zou ondergaan;
- wanneer de handhaving van de Individuele Pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) omwille van bedrijfsinterne of -externe economische ontwikkelingen, naar het gemotiveerd oordeel van de inrichter niet langer in overeenstemming zou zijn met een gezonde bedrijfsvoering.
Wanneer de inrichter de pensioeninstelling in kennis stelt van haar intentie of beslissing om de Individuele Pensioentoezegging te wijzigen of te beëindigen, veronderstelt de pensioeninstelling dat de voorwaarden en formaliteiten daartoe in de verhouding tussen de inrichter en de aangeslotene vervuld zijn.
3.4 Overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling
Xxxxxx de aangeslotene zijn activiteiten bij de inrichter niet heeft stopgezet, kan de inrichter de verzekeringsovereenkomst te allen tijde volledig afkopen met de bedoeling de theoretische afkoopwaarden over te dragen naar een in België toegelaten verzekeringsonderneming of naar een verzekeringsonderneming die er gerechtigd is om via een bijkantoor of via de vrije dienstverrichting werkzaam te zijn of naar een pensioenfonds, dat in België toegelaten is of gemachtigd is om in België zijn activiteit uit te oefenen.
Voor een contract waarvan de som van de over te dragen afkoopwaarden groter is dan 1.250.000 euro, kan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten zich tegen deze overdracht verzetten als het evenwicht van de verzekeringsonderneming erdoor wordt bedreigd.
De bovenvermelde bedragen worden geïndexeerd in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen, is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.
3.5 Terug in voege stelling
Na afkoop van de overeenkomst en de uitbetaling van de afkoopwaarde, kan de inrichter de overeenkomst terug in voege stellen indien hij een gedateerd en ondertekend schrijven richt aan de pensioeninstelling binnen 3 maanden volgend op de uitbetaling van de afkoopwaarde. Voor het opnieuw in voege stellen, dient de inrichter de volledige afkoopwaarde terug te storten.
Ingeval van reductie van de overeenkomst kan de inrichter de overeenkomst terug in voege stellen binnen de drie jaar na de reductie en dit voor de op de datum van de reductie verzekerde bedragen. Deze wederinvoegestelling gebeurt door de betaling van de onbetaalde premies, eventueel verhoogd met de bijkomende premie, die berekend wordt op grond van de tarifaire grondslagen, zoals die gelden op het ogenblik van de wederinvoegestelling, en welke noodzakelijk is om eventuele tekorten aan te zuiveren.
De terug in voege stelling kan enkel gebeuren voor het tak 21-gedeelte van de spaarreserve. Het gedeelte opgebouwd binnen de beleggingsfondsen kan niet terug in voege gesteld worden. Hiervoor kan enkel het aantal eenheden worden aangekocht op basis van de eenheidswaarde die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de aanvraag.
De terug in voege stelling van een contract is afhankelijk van de acceptatievoorwaarden die geldig zijn op dat ogenblik en gebeurt steeds volgens de op dat ogenblik geldende risicoselectie. De kosten van een eventueel geneeskundig onderzoek zijn ten laste van de inrichter.
4. RECHTEN VAN DE AANGESLOTENE
4.1 Keuze en wijziging van de premieverdeling
De aangeslotene kan de volledige premie beleggen in het tak 21-gedeelte. Indien de aangeslotene zijn premie wenst te spreiden over het tak 21-gedeelte en het tak 23-gedeelte, geldt voor beide gedeeltes dat er minstens 20% van de nettopremie in belegd dient te worden. De volledige belegging van de premie in het tak 23-gedeelte is niet mogelijk.
De premieverdeling van een koopsom is dezelfde als de premieverdeling van de premies. Op aanvraag kan voor deze koopsom een andere verdeling gelden.
De keuze van de premieverdeling wordt opgenomen in de Bijzondere Voorwaarden.
De aangeslotene heeft steeds het recht om voor zijn toekomstige premies:
a) om voor het tak 21-gedeelte, de rentevoet te kiezen uit het op dat moment geldende aanbod en deze keuze te wijzigen. De toekomstige premies kunnen daarbij niet verdeeld worden over meerdere rentevoeten.
b) de premieverdeling over het tak 21-gedeelte en het tak 23-gedeelte te kiezen en deze keuze te wijzigen;
c) het tak 23-beleggingsfonds te kiezen en deze keuze te wijzigen. Bij dergelijke wijziging wordt ook de volledige reserve opgebouwd in het tak 23-gedeelte overgedragen naar ditzelfde tak 23- beleggingsfonds (zie de bepalingen in punt 4.2. betreffende de overdracht van reserves).
Bovenstaande wijzigingen kunnen door middel van een door de aangeslotene gedateerde en ondertekende brief, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de aangeslotene.
De pensioeninstelling zal elke wijziging van de premieverdeling bevestigen via een bijvoegsel bij de polis met vermelding van de nieuwe premieverdeling.
4.2 Overdracht van reserves binnen het contract
§1 Overdracht van de reserve opgebouwd in het tak 23-gedeelte
De aangeslotene kan steeds de volledige reserve van het tak 23-gedeelte van het ene beleggingsfonds overdragen naar het andere, een gedeeltelijke overdracht naar een ander beleggingsfonds is daarentegen niet mogelijk. De pensioeninstelling kan in het belang van de gezamenlijke inrichters en begunstigden de rechten op fondsoverdracht opschorten (zoals vermeld in het beheersreglement).
Hij kan de reserve ook geheel of gedeeltelijk overdragen naar het tak 21-gedeelte van de overeenkomst.
Overdracht van reserve tussen tak 23-beleggingsfondsen
De aangeslotene heeft het recht om op elk ogenblik de volledige tegenwaarde in EUR van de eenheden van zijn beleggingsfonds over te dragen naar een ander beleggingsfonds binnen het aangeboden gamma. Hierbij worden de betreffende eenheden van het beleggingsfonds respectievelijk verkocht en aangekocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de door de inrichter ondertekende brief, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de aangeslotene.
Overdracht van reserve van het tak 23-gedeelte naar het tak 21-gedeelte
De aangeslotene heeft het recht om op elk ogenblik de volledige of gedeeltelijke tegenwaarde in EUR van de eenheden van zijn beleggingsfonds over te dragen naar het tak 21-gedeelte van zijn overeenkomst.
Hierbij worden de betreffende eenheden van het beleggingsfonds verkocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de door de aangeslotene gedateerde en ondertekende brief, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de aangeslotene.
Bij een overdracht naar het tak 21-gedeelte wordt de gewaarborgde intrestvoet toegepast die geldig is op de dag waarop de overdracht wordt geacteerd.
Kosten
De aangeslotene kan één maal per kalenderjaar een gratis overdracht uitvoeren van reserve opgebouwd in het tak 23-gedeelte, daarna wordt bij elke overdracht een vergoeding aangerekend ten bedrage van 0,5% van de overgedragen reserve.
§2 Overdracht van de reserve opgebouwd in het tak 21-gedeelte
GEEN overdracht van reserve tussen tak 21-formules
Indien in het tak 21-gedeelte reserves opgebouwd worden aan verschillende intrestvoeten, kunnen deze reserves binnen dit gedeelte niet overgedragen worden naar een andere gewaarborgde intrestvoet.
Overdracht van reserve van het tak 21-gedeelte naar het tak 23-gedeelte
De aangeslotene kan steeds de reserve van het tak 21-gedeelte overdragen naar het tak 23-gedeelte, een volledige overdracht naar het tak 23-gedeelte is daarentegen niet mogelijk.
Bij dergelijke overdracht dient er steeds minimum 20% van de totale reserve van het tak 21-gedeelte te blijven, deze 20% wordt beoordeeld op de dag waarop de overdracht wordt geacteerd.
Indien de reserve van het tak 21-gedeelte wordt gevormd met verschillende intrestvoeten, wordt het over te dragen bedrag evenredig per reserve samengesteld.
Het tak 21-gedeelte dat gekoppeld is aan een voorschot, kan niet overgedragen worden naar het tak 23- gedeelte.
De eenheden van het beleggingsfonds worden aangekocht tegen de eerste inventariswaarde die bekend gemaakt wordt, vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de door de aangeslotene ondertekende brief, vergezeld van een kopie van de identiteitskaart van de aangeslotene.
Kosten
Voor deze overdracht worden volgende kosten toegepast: 5% op de overgedragen reserve, in de laatste vijf jaar daalt dit percentage telkens met 1% per jaar.
4.3 Eigendom van het contract
De verzekeringsovereenkomst die tot uitvoering van de Individuele Pensioentoezegging werd afgesloten, wordt eigendom van de aangeslotene.
Dit geldt eveneens voor dat deel van de polis, dat gefinancierd is met verworven reserves uit hoofde van een vroegere dienstbetrekking.
4.4 Begunstigden
De begunstigde in geval van leven is steeds de aangeslotene.
De aangeslotene kan één of meer begunstigden bij overlijden aanwijzen volgens de bepalingen van de Pensioenovereenkomst. Elke wijziging moet schriftelijk aan de pensioeninstelling worden meegedeeld door middel van een door de inrichter gedateerd en ondertekend schrijven vóór het overlijden van de aangeslotene.
Elke begunstigde mag het voordeel van dit contract aanvaarden. Om tegenstelbaar te zijn, moet een aanhangsel opgemaakt worden, ondertekend door de begunstigde die het voordeel aanvaardt, de inrichter en de pensioeninstelling. Vanaf dat moment kan de inrichter het contract niet meer wijzigen en de rechten die voor hem uit het contract voortvloeien niet meer uitoefenen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de begunstigde die het voordeel van het contract heeft aanvaard.
4.5 Voorschotten
Voorschotten op prestaties, inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening en de toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet mogen worden toegestaan om het de aangeslotene mogelijk te maken in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goederen die in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte belastbare inkomsten opbrengen, te verwerven, te bouwen, te verbouwen, te verbeteren of te herstellen en op voorwaarde dat de voorschotten en leningen worden terugbetaald zodra de voormelde goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen.
De aangeslotene kan het voorschot opnemen volgens de modaliteiten vermeld in het contract van voorschot en mits inpandgeving van de originele overeenkomst. Een voorschot kan enkel verkregen worden voor het tak 21-gedeelte, dit is dus NIET mogelijk voor het tak 23-gedeelte.
Het maximaal toegestane voorschot is ten hoogste de afkoopwaarde, rekening houdend met eventuele wettelijke afhoudingen en verminderd met één jaar intrestvergoeding.
4.6 Recht op overdracht bij het verlaten van de inrichter
Bij de beëindiging van het mandaat van de aangeslotene bij de inrichter (om gelijk welke reden), wordt de betaling van de bijdragen stopgezet. De reserves en prestaties zijn verworven voor de aangeslotene en het recht op afkoop wordt aan hem afgestaan.
Bij de beëindiging van zijn mandaat heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden:
1° de verworven reserves bij de pensioeninstelling laten en dit zonder wijziging van de pensioentoezegging;
2° de verworven reserves overdragen naar een pensioeninstelling die de reserves beheert overeenkomstig de wetgeving voor het aanvullend pensioen voor bedrijfsleiders.
Nochtans zullen de overdrachten worden beperkt tot het gedeelte van de reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd gedaan of dat niet werd toegewezen in het kader van de wedersamenstelling van een hypothecair krediet.
4.7 Afkoop
Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van het verlaten van de inrichter of naar aanleiding van het opnemen van een voorschot, in pandgeving en het wedersamenstellen van een hypothecair krediet, is niet toegelaten.
Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen kan de reserve door de aangeslotene echter wel volledig worden afgekocht vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.
Bij afkoop wordt de verzekeringsovereenkomst beëindigd. Van rechtswege wordt ook de pensioentoezegging beëindigd.
5. STOPZETTING VAN DE PREMIEBETALING
Indien er geen betaling wordt geregistreerd voor een periode van één kalenderjaar of indien de inrichter ons meldt dat hij geen premies meer zal betalen, zal de pensioeninstelling geen betalingsuitnodigingen meer versturen.
De overeenkomst wordt gereduceerd door het minimum kapitaal bij overlijden en de eventuele aanvullende waarborgen te handhaven en hiervoor de in het contract beschikbare reserve aan te wenden tot die is uitgeput. De beschikbare reserve bedraagt nooit meer dan de reserve die in het contract opgebouwd werd,, rekening houdend met de verbruikte sommen.
Op het moment van reductie wordt deze beschikbare reserve verminderd met een reductievergoeding en een forfait van 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van reductie voorafgaat.
De reductievergoeding stemt overeen met de actuele waarde van de jaarlijkse kosten voor het algemeen beheer van het contract tot de oorspronkelijk voorziene einddatum, met een maximum van 0,5% van de actuele waarde van de reductiepremies. De reductiepremie is de contractueel voorziene premie verminderd met kosten voor productie, promotie en beheer.
De eventuele aanvullende waarborgen kunnen worden stopgezet, 30 dagen na een aangetekende brief verstuurd door de pensioeninstelling aan de inrichter. In dat geval vervalt ieder recht op vergoeding wegens het opnieuw optreden van een vroegere arbeidsongeschiktheid.
Indien de totale beschikbare reserve niet volstaat om het minimum kapitaal bij overlijden te handhaven zal de overeenkomst worden vernietigd. Dit zal slechts gebeuren na het verstrijken van een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de verzending van een aangetekende brief waarin de gevolgen van het niet betalen van premies worden vermeld. Indien de inrichter ondertussen schriftelijk de afkoop heeft aangevraagd gelden de bepalingen met betrekking tot de afkoop.
De eventuele aannemende begunstigde zal verwittigd worden over de niet betaling van de premie. De aannemende begunstigde heeft het recht de premiebetaling uit te voeren binnen de termijn van dertig dagen, voorzien in dit artikel.
6. UITKERING VAN DE VERZEKERDE PRESTATIES
6.1 Bij leven op einddatum
Enige tijd voor de einddatum van de overeenkomst, zal de pensioeninstelling de aangeslotene uitnodigen om volgende documenten over te maken aan de pensioeninstelling:
1) originele overeenkomst;
2) kopie van zijn identiteitskaart
3) elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht voor de afhandeling van het dossier;
4) ondertekende regelingskwitantie.
Binnen 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van deze documenten, maar niet voor de einddatum van de overeenkomst, zal de waarde van de polis uitgekeerd worden.
Voor het tak 21-gedeelte is deze waarde gelijk aan de opgebouwde reserve op de einddatum van de overeenkomst, verhoogd met de verworven winstdeelname.
Voor het tak 23-gedeelte zal de waarde van de eenheden van het beleggingsfonds bepaald worden tegen de eerste valorisatie die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de regelingskwitantie, maar niet voor de einddatum van de overeenkomst.
De pensioeninstelling kan door uitzonderlijke omstandigheden (zoals vermeld in het Beheersreglement) de valorisatie van de waarde van de eenheden opschorten.
6.2 Bij overlijden vóór de einddatum
Van zodra het overlijden gemeld wordt, zal aan de begunstigde(n) bij overlijden gevraagd worden om volgende documenten over te maken aan de pensioeninstelling:
1) originele overeenkomst;
2) officieel uittreksel uit de overlijdensakte;
3) kopie van de identiteitskaart van de begunstigde(n) bij overlijden, indien deze met naam zijn aangeduid in de overeenkomst
OF een akte van bekendheid indien de begunstigde(n) bij overlijden niet bij naam werden aangeduid in de overeenkomst;
4) elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht voor de afhandeling van het dossier, bijvoorbeeld een getuigschrift over de doodsoorzaak, opgesteld door de pensioeninstelling en volledig in te vullen door de geneesheer die de verzekerde gedurende zijn laatste ziekte en/of op het ogenblik van overlijden verzorgd heeft.
Na ontvangst van deze documenten bij de pensioeninstelling zal een regelingskwitantie opgesteld en verstuurd worden naar de begunstigde(n). Binnen 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van de ondertekende regelingskwitantie(s) zal de verzekerde prestatie bij overlijden uitgekeerd worden.
Voor het tak 21-gedeelte is deze prestatie gelijk aan de opgebouwde reserve, verhoogd met de verworven winstdeelname, op de datum van het overlijden.
Voor het tak 23-gedeelte zal de waarde van de eenheden van het beleggingsfonds bepaald worden tegen de eerste valorisatie die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na de kennisgeving aan de pensioeninstelling van het overlijden, tenzij de waarde van de eenheden volgend op de dag van het overlijden lager is, in welk geval deze lagere waarde uitgekeerd wordt.
De pensioeninstelling kan door uitzonderlijke omstandigheden (zoals vermeld in het Beheersreglement) de opname van de waarde van de eenheden opschorten.
6.3 Bij afkoop
Bij afkoop wordt de verzekeringsovereenkomst beëindigd door uitbetaling van de afkoopwaarde van de opgebouwde reserves. Bij afkoop van de verzekeringsovereenkomst binnen de maand volgend op een reductie, wordt het forfaitaire bedrag bedoeld in artikel 5 bij de reserve gevoegd.
Zowel voor de reserve opgebouwd in het tak 21-gedeelte als voor de reserve opgebouwd in het tak 23- gedeelte, bedraagt de afkoopwaarde 95% van het bedrag van de desbetreffende reserve.
Dit percentage van 95% neemt tijdens de laatste vijf jaar met 1% per jaar toe, zodat op het einde van het laatste verzekeringsjaar 100% wordt bereikt.
Indien het contract al minimum 15 jaar in voege is, bedraagt de afkoopwaarde tijdens de laatste 5 jaar 100% van de reserve, op voorwaarde dat aan het verzoek tot afkoop een bewijs van pensionering wordt gevoegd.
De afkoopwaarde bedraagt echter nooit meer dan de opgebouwde spaarreserve verminderd met 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van afkoop voorafgaat.
Indien een voorschot is toegestaan dat nog niet is terugbetaald op het ogenblik van de aanvraag tot afkoop, wordt het nog niet terug betaalde bedrag van het voorschot in mindering gebracht van de afkoopwaarde.
Voor het tak 21-gedeelte wordt de afkoopwaarde berekend op de datum van ontvangst van de schriftelijke aanvraag.
Bij het tak 23-gedeelte zal de waarde van de eenheden bepaald worden tegen de eerste valorisatie die bekend gemaakt wordt vanaf ten vroegste één bankwerkdag na ontvangst bij de pensioeninstelling van de aanvraag tot afkoop. De pensioeninstelling kan door uitzonderlijke omstandigheden (zoals vermeld in het Beheersreglement) de opname van de waarde van de eenheden opschorten.
De afkoop wordt aangevraagd door middel van een gedateerd en ondertekend schrijven. Na ontvangst van dit verzoek zal de pensioeninstelling de partij die het afkooprecht uitoefent uitnodigen om haar de volgende documenten over te maken:
1. originele overeenkomst;
2. elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht, bijvoorbeeld een verklaring van de pensioeninstelling betreffende de bestemming van de reserves;
3. ondertekende afkoopkwitantie.
Binnen de 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van deze documenten, zal het nettobedrag vermeld op de afkoopkwitantie uitgekeerd worden.
De overeenkomst wordt beëindigd op het ogenblik van de ondertekening van de afkoopkwijting door de partij die het afkooprecht uitoefent.
6.4 Bij voorschot
Een voorschot kan enkel verkregen worden voor het tak 21-gedeelte
Tenzij een wettelijke regeling zich ertegen verzet, kan de aangeslotene op elk ogenblik een voorschot opnemen volgens de modaliteiten vermeld in het contract van voorschot en mits inpandgeving van de originele overeenkomst.
Het maximaal toegestane voorschot is ten hoogste de afkoopwaarde, rekening houdend met eventuele wettelijke afhoudingen en verminderd met één jaar intrestvergoeding.
6.5 Algemene bepalingen bij uitkering
Er wordt geen intrest vergoed voor vertraging in uitbetaling ingevolge een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling.
Indien de pensioeninstelling in het kader van een wettelijke verplichting overgaat tot onderzoek of het risico zich heeft voorgedaan, of de dekking verworven is, of de begunstigden moet opsporen, dan heeft zij het recht de hieraan verbonden kosten aan te rekenen en in te houden op de uitkering.
7. SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE HET TAK 23-BELEGGINGSFONDS 7.1. Beheerskosten van het beleggingsfonds
De details over beheersvergoeding alsmede de kosten welke uit het beheer van het fonds kunnen voortvloeien, zoals die van bewaring van effecten, administratie, jaarverslagen, publicaties, en dergelijke worden in het Beheersreglement vermeld. Bovenstaande vergoedingen en kosten, vermeerderd met de eventuele belastingen, rechten en taksen geheven ten laste van het fonds, zijn begrepen in de inventariswaarde van het beleggingsfonds.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om de beheersvergoeding te herzien zoals beschreven in het Beheersreglement.
7.2. Valorisatie van het beleggingsfonds
De pensioeninstelling legt op elke valorisatiedag de inventariswaarde vast op basis van de netto- inventariswaarde van de componenten ervan de bankwerkdag voordien.
De pensioeninstelling mag de berekening van de waarde van de eenheden, en bijgevolg ook de beleggings-, afkoop- en overdrachtverrichtingen, voorlopig opschorten:
- wanneer een beurs of een markt, waar een aanzienlijk deel van de activa van het beleggingsfonds is genoteerd of wordt verhandeld, of een belangrijke wisselmarkt waarop deviezen, waarin de waarde van de netto-activa is uitgedrukt, worden genoteerd of verhandeld, gesloten is om een andere reden dan wettelijke vakantie of wanneer de transacties er opgeschort zijn of aan beperkingen worden onderworpen;
- wanneer de toestand zo ernstig is dat de fondsbeheerder de tegoeden en/of verplichtingen niet correct kan waarderen, er niet normaal kan over beschikken of dit niet kan doen zonder de belangen van de inrichters of begunstigden van het fonds ernstig te schaden;
- wanneer de fondsbeheerder niet in staat is fondsen te transfereren of transacties te verwezenlijken tegen een normale prijs of wisselkoers of wanneer beperkingen zijn opgelegd aan de wisselmarkten of financiële markten;
- bij een substantiële opname van het fonds die meer is dan 80% van de waarde van het fonds of hoger is dan 1,25 miljoen EUR;
Als die opschorting voortduurt, licht de pensioeninstelling de inrichters via de pers of via enig ander geschikt geacht middel in. De aldus opgeschorte verrichtingen zullen uiterlijk de zevende bankwerkdag na het einde van deze opschorting worden uitgevoerd.
7.3. Vereffening of fusie van een beleggingsfonds
De maatschappij behoudt zich het recht voor om een of meer interne fondsen te vereffenen of te fusioneren, zoals beschreven in het Beheersreglement.
In dat geval zult u de mogelijkheid hebben om, kosteloos, onder de voorwaarden die u op dat ogenblik zullen worden meegedeeld en mits eventuele fiscale heffingen, de inventariswaarde van dit inventariswaarde van dit intern fonds, ofwel over te dragen naar het tak 21-gedeelte of naar een of meer andere interne fondsen die wij u voorstellen, ofwel op te nemen.
Hoofdstuk 5. De waarborg in geval van overlijden
8. WERELDWIJDE WAARBORG
Het overlijdensrisico is gewaarborgd over de hele wereld, ongeacht de oorzaak ervan onder voorbehoud van de bepalingen in dit hoofdstuk.
9. UITGESLOTEN RISICO’S
Bij de in deze bepaling uitgesloten risico's, betaalt de pensioeninstelling de opgebouwde spaarreserve, berekend op de dag van het overlijden. De pensioeninstelling zal echter geen enkel bedrag uitkeren aan die begunstigde die opzettelijk het overlijden van de aangeslotene heeft veroorzaakt of ertoe aangespoord heeft.
9.1. Zelfmoord van de aangeslotene
De zelfmoord van de aangeslotene is slechts gewaarborgd indien die plaats heeft na het eerste jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst of van de terug in voege stelling van de overeenkomst. Voor iedere verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden is de zelfmoord gewaarborgd indien die plaats heeft na het eerste jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe bijzondere voorwaarden of het bijvoegsel van de verhoging.
9.2. Opzettelijk feit
Het overlijden van de aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad of op aansporen van een persoon die belang heeft bij de uitkering is niet gewaarborgd.
Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om letselschade toe te brengen aan de aangeslotene. Indien de begunstigde slechts aangewezen is voor een gedeelte van de verzekerde prestatie, wordt deze bepaling slechts toegepast op het overeenkomstig gedeelte van de overeenkomst.
9.3 Luchtvaart
Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is niet gewaarborgd, wanneer het een toestel betreft:
- dat geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen;
- van een luchtmacht; het overlijden wordt evenwel gewaarborgd wanneer het een toestel betreft dat op het ogenblik van het ongeval bestemd was voor personenvervoer;
- dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst;
- dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd;
- dat proefvluchten uitvoert;
- van het type "ultra-licht gemotoriseerd".
9.4 Oproer
Er wordt geen waarborg verleend voor het overlijden als gevolg van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al of niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of tegen welke gevestigde macht ook, indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze deel aan heeft genomen.
9.5 Oorlog
Er wordt geen waarborg verleend voor het overlijden veroorzaakt noch door oorlog of gelijkaardige feiten, noch door burgeroorlog. Deze uitsluiting wordt tot ieder overlijden uitgebreid, van welke oorzaak ook, wanneer de aangeslotene aan de vijandelijkheden actief deelneemt. Dit risico kan evenwel gewaarborgd worden door een bijzondere overeenkomst, mits verantwoording door de omstandigheden en instemming van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Hoofdstuk 6. Speciale clausules
De artikels van dit hoofdstuk zijn enkel van toepassing indien ze uitdrukkelijk vermeld zijn in de Bijzondere Voorwaarden.
10. AANVULLENDE ONGEVALLENVERZEKERING
10.1 Waarborgen
De pensioeninstelling verbindt er zich toe de in de Bijzondere Voorwaarden verzekerde prestaties uit te keren ingeval de aangeslotene slachtoffer wordt van een lichamelijk ongeval. Als ongeval wordt uitsluitend aanzien iedere plotselinge en abnormale gebeurtenis die veroorzaakt wordt door een van buiten komende kracht. Voor zover het overlijden van de aangeslotene rechtstreeks het gevolg is van een ongeval en zich voordoet binnen één jaar na het ongeval, betaalt de pensioeninstelling de verzekerde prestatie aan de begunstigde bij overlijden.
Bij volledige en bestendige invaliditeit van de aangeslotene wordt de verzekerde prestatie uitbetaald aan de begunstigde bij leven. De bestendige invaliditeit zal vastgesteld worden na heling van de letsels en ten laatste één jaar na het ongeval. Dit gebeurt op basis van de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit. Daarbij zal geen rekening gehouden worden met het uitgeoefende beroep. Een bestendige invaliditeit van 67% of meer wordt als volledig beschouwd.
10.2 Beperkingen van de waarborgen
De verzekering waarborgt niet:
a. ziekten, ook diegene die een uitwendige oorzaak hebben;
b. gevolgen van de invloed van het klimaat. De ongevallen veroorzaakt door bliksem en de verzwaring van de letsels van een gewaarborgd ongeval door de invloed van het klimaat, zijn echter gewaarborgd;
c. ongevallen veroorzaakt of mogelijk geworden door ziekte, ziekelijke toestand of gebrekkigheid, of door een andere abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de aangeslotene;
d. de zelfmoord of de poging tot zelfmoord van de aangeslotene.
Gelden niet als een gewaarborgd ongeval, de ongevallen die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door de grove schuld van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering.
Als grove schuld wordt in aanmerking genomen:
- elke daad gesteld met opzet of met goedvinden van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of een ander persoon die belang heeft bij de uitkering;
- elke deelname aan misdrijven, wantoestanden of vechtpartijen al dan niet het gevolg zijnde van provocerend gedrag of twist, met uitzondering van de gevallen van wettige zelfverdediging;
- kennelijk roekeloze daden, behalve bij redding van personen of goederen; zelfverminking alsook alle behandelingen of bewerkingen die de aangeslotene op zichzelf zou toepassen, behalve de daden van normale persoonlijke verzorging;
- het onder invloed zijn van alcoholische drank of verdovende middelen of van geneesmiddelen, behalve indien er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze toestand en het schadegeval.
De verzekering waarborgt niet de ongevallen:
a. mogelijk geworden door oorlog of een daarmee overeenstemmende toestand;
b. die direct of indirect het gevolg zijn van oproer of gewelddaden, behalve wanneer kan aangetoond worden dat de aangeslotene hieraan niet actief deelnam of dat hij zich in staat van wettelijke zelfverdediging bevond;
c. als gevolg van een ramp te wijten aan de nucleaire radioactiviteit;
d. gebeurd tijdens of als gevolg van een medische of heelkundige behandeling, tenzij die het gevolg is van een verzekerd ongeval;
e. veroorzaakt door misbruik van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen, eender welke vorm van toxicomanie of alcoholisme.
10.3 Uitbreidingen van de waarborg
a. Euthanasie
De verzekering waarborgt het overlijden van de aangeslotene in gevolge de euthanasie toegepast wegens een zware en ongeneeslijke aandoening die het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat gewaarborgd is in dit contract. Het overlijden in gevolge euthanasie dat niet voldoet aan deze voorwaarden valt buiten de waarborg.
b. Bijzondere risico's
Mits uitdrukkelijk bedongen in de bijzondere voorwaarden, waarborgt de verzekering eveneens:
1. het gebruik van machines, andere dan de gebruikelijke huishoudelijke en knutseltoestellen;
2. kennelijk gevaarlijke beroepsactiviteiten zoals onder meer werken op grote hoogten (meer dan vijftien meter), bouw- of afbraakwerken, afdalen in mijnen of groeven, alle werkzaamheden te water of onder water, het gebruik of behandelen van bijtende producten, het gebruik van X-stralen of radio-isotopen en het snoeien of vellen van hoogstammige bomen;
3. het gebruik van luchtvaartuigen, behalve reizen ondernomen als betalend passagier van een vliegtuig of helikopter ingericht om personen te vervoeren;
4. de bezoldigde beoefening van om het even welke sporttak, met inbegrip van de voorbereidende oefeningen hierop;
5. de beoefening van alle gevechtssporten en van andere gevaarlijke sporten zoals: sport of zweefvliegen, deltaplane, sprongen vanaf grote hoogten, alpinisme, bobslee, skeleton, skispringen, skiën in competitie, hindernisspringen te paard, paardenkoersen, polo, speleologie, onderzeese verkenningstochten, diepzeeduiken, rafting, rugby;
6. het gebruik, als bestuurder, passagier of bemanningslid van elk voertuig van welke aard ook, dat deelneemt aan sportproeven, - competities of - wedstrijden , of aan de voorbereiding ervan.
10.4 Beperkingen van de vergoedingen
Bij het vaststellen van de graad van invaliditeit zal alleszins in mindering worden gebracht het percentage te wijten aan reeds vóór het ongeval bestaande invaliditeit of aan ziekten of ziekelijke toestanden.
Wanneer de graad van de bestendige invaliditeit kan verminderd worden door een heelkundige ingreep, een speciale behandeling of het dragen van een prothese en de aangeslotene weigert zich hieraan te onderwerpen, kan de pensioeninstelling de uitkering beperken ten belope van het door haar geleden nadeel.
De verzekerde prestaties bij overlijden en bestendige invaliditeit mogen nooit worden samengevoegd.
10.5 Territoriale waarborg
De verzekering geldt over de gehele wereld, voor zover de aangeslotene zijn woonplaats en zijn gebruikelijke verblijfplaats in België heeft. De graad van de bestendige invaliditeit voortvloeiend uit een gewaarborgd ongeval dient nochtans uitsluitend in België vastgesteld te worden.
10.6 Verplichtingen
§1. Bij ongeval
Elk ongeval met dodelijke afloop moet binnen vierentwintig uur door de begunstigden worden gemeld, hetzij per telefoon, e-mail of telefax.
Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel dit redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend.
De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade. Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel.
Elk ongeval dat een volledige bestendige invaliditeit kan veroorzaken moet door de aangeslotene, inrichter of begunstigde binnen acht dagen aan de pensioeninstelling aangegeven worden per aangetekende brief. Deze aangifte dient gestaafd te worden door een gedetailleerd attest van de behandelende geneesheer dat door de aangeslotene aan de raadsgeneesheer wordt bezorgd. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst een jaar na het ongeval.
Alle maatregelen om de genezing te bespoedigen dienen onmiddellijk getroffen te worden. Zodra zijn toestand het toelaat, is de aangeslotene verplicht gevolg te geven aan iedere oproep van de medisch adviseur van de pensioeninstelling.
§2. Bij gebrekkigheid of ernstige ziekte
Indien de aangeslotene getroffen wordt door een gebrekkigheid of ernstige ziekte, dient dit zo spoedig mogelijk aan de pensioeninstelling te worden gemeld per aangetekende brief.
10.7 Duur van de verzekering
1. De verzekering kan op ieder moment onafhankelijk van de hoofdverzekering worden stopgezet.
2. De verzekering eindigt van rechtswege op het ogenblik dat de hoofdverzekering een einde neemt door afkoop, overlijden, vernietiging, uitloop, reductie of omzetting. Zij heeft geen afkoopwaarde.
3. De verzekering eindigt van rechtswege ten laatste op de eerste jaarlijkse vervaldag volgend op de 65ste verjaardag van de aangeslotene.
4. De verzekering eindigt van rechtswege zodra de aangeslotene niet langer zijn woonplaats of hoofdverblijfplaats in België heeft.
11. AANVULLENDE VERZEKERINGEN ARBEIDSONGESCHIKTHEID I1 EN/OF I2 11.1 Waarborgen
Premieteruggave I1
De pensioeninstelling verbindt er zich toe over te gaan tot de in de Bijzondere Voorwaarden verzekerde premieteruggave I1 wanneer de aangeslotene wegens ziekte of ongeval een arbeidsongeschiktheid oploopt, waarvan de duur de overeengekomen eigen-risicotermijn overschrijdt.
De begunstigde van de premieteruggave I1 is de inrichter.
Jaarlijkse rente I2
Wanneer de aangeslotene wegens ziekte of ongeval een arbeidsongeschiktheid oploopt waarvan de duur de overeengekomen eigen-risicotermijn overschrijdt, keert de pensioeninstelling de in de bijzondere voorwaarden bepaalde jaarrente I2 uit met als doel het door de aangeslotene geleden inkomstenverlies te vergoeden.
De verzekerde jaarrente bedraagt maximaal 100 % van het jaarlijks beroepsinkomen, verminderd met de verzekerde bedragen van andere (wettelijke of aanvullende) arbeidsongeschiktheidsdekkingen die voorzien in een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid.
De begunstigde van de jaarlijkse rente I2 is de aangeslotene, behoudens een afwijkende vermelding in de individuele pensioentoezeggingsovereenkomst en/of de Bijzondere Voorwaarden.
Ziekte
Iedere aantasting van de gezondheid door een andere oorzaak dan een ongeval en vastgesteld door een arts die wettelijk gemachtigd is in België zijn praktijk uit te oefenen.
Ongeval
Plotse en onvoorzienbare gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de aangeslotene en/of iedere andere persoon die bij de verzekering belang heeft, waarbij de aangeslotene, met onmiddellijke uitwerking, een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel oploopt te wijten aan een uitwendige oorzaak.
Arbeidsongeschiktheid
De gedeeltelijke of volledige ongeschiktheid om beroepswerkzaamheden te verrichten in gevolge de aantasting van de fysieke of psychische integriteit van de aangeslotene. Arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op medische gronden.
Eigen-risicotermijn
Periode tijdens de welke geen uitkering plaatsvindt voor een gewaarborgde arbeidsongeschiktheid.
Om recht te verkrijgen op de verzekerde prestaties en om dat recht te behouden, moet de arbeidsongeschiktheid minstens 25% bedragen. De verdere verwijzing naar de fysiologische ongeschiktheid dient enkel om het bedrag van de toe te kennen uitkering te bepalen.
De verzekerde prestaties worden uitgekeerd in verhouding tot de arbeidsongeschiktheidsgraad. Deze zal niet lager zijn dan de graad van fysiologische ongeschiktheid, tenzij anders vermeld in de bijzondere voorwaarden.
Een fysiologische ongeschiktheid of een arbeidsongeschiktheid van 67% of meer, wordt gelijkgesteld met een ongeschiktheid van 100%.
Bij het ingaan van de verzekerde prestaties verkrijgt de inrichter eveneens het recht op proportionele terugbetaling van de premie van de aanvullende verzekering arbeidsongeschiktheid.
De graad van de fysiologische ongeschiktheid wordt bepaald bij medische beslissing onder verwijzing naar de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit.
De arbeidsongeschiktheidsgraad wordt eveneens vastgesteld door de betrokken geneesheren, tijdens het eerste jaar arbeidsongeschiktheid evenredig aan het verlies van de fysieke of psychische geschiktheid van de aangeslotene tot het uitoefenen van de beroepsactiviteiten van de aangeslotene vermeld in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst. Vanaf het tweede jaar wordt de arbeidsongeschiktheidsgraad uitsluitend vastgesteld evenredig aan het verlies van de fysieke of psychische geschiktheid van de aangeslotene tot het uitoefenen van om het even welke beroepsactiviteit die overeenstemt met zijn sociale toestand, met zijn kennis en vaardigheden. Andere economische criteria worden niet in aanmerking genomen.
11.2 Eigen-risicotermijn
Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid wordt een eigen-risicotermijn vastgesteld waarvan de duur in de bijzondere voorwaarden is vastgelegd. Indien deze eigen-risicotermijn korter is dan 365 dagen, wordt deze vanaf de leeftijd van 60 jaar op 365 dagen gebracht voor arbeidsongeschiktheid die door ziekte wordt veroorzaakt.
De eigen-risicotermijn begint op de dag die door de artsen wordt aangeduid als die van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheid ondergaan vóór het verstrijken van de eigen-risicotermijn wordt niet vergoed. Er zal nooit een nieuwe eigen-risicotermijn worden toegepast na het einde van een vorige arbeidsongeschiktheidsperiode waarover vergoeding werd uitgekeerd:
- wanneer bij de aangeslotene binnen de 3 maanden een arbeidsongeschiktheid optreedt ten gevolge van een reeds vroeger gewaarborgd ongeval of ziekte;
- bij verwijdering van osteosynthesemateriaal, d.w.z. mechanische hulpmiddelen, zoals schroeven, platen, nagels of metaaldraden, waarmee heelkundige breukfragmenten van beenderen aan elkaar worden gezet.
11.3 Uitkering van de verzekerde prestaties
Bij een arbeidsongeschiktheid vanaf 67% wordt aan de begunstigde per dag 1/365ste deel van de verzekerde prestatie toegekend. Bij een arbeidsongeschiktheid van minder dan 67% is de uitgekeerde prestatie evenredig aan de arbeidsongeschiktheidsgraad.
Bij een aanspraak op uitkering wordt vastgesteld of de verzekerde jaarrente de maximale dekking zoals bepaald in 11.1 overschrijdt. Bij overschrijding wordt de verzekerde rente verminderd tot deze maximale dekking.
Xxxxxxx van vermindering van de jaarrente bij schade, betaalt de pensioeninstelling aan de inrichter het gedeelte van de premie terug dat te veel werd betaald gedurende maximum een jaar voorafgaand aan de maand waarin werd vastgesteld dat de verzekerde rente te hoog is.
Als blijkt dat de verzekerde jaarrente lager is dan de hierboven omschreven maximale dekking, dan wordt de uitkering in ieder geval bepaald op basis van die jaarrente.
De prestatie is betaalbaar per maand voor het eerst dertig dagen na het verstrijken van de eigen- risicotermijn. De uitkering houdt op met een proportionele regeling in functie van het aantal kalenderdagen aan het einde van de arbeidsongeschiktheid die recht geeft op uitkering en op zijn laatst wanneer de verzekeringsperiode is afgesloten of de polis geannuleerd wordt. In ieder geval vervalt het recht op uitkering van zodra de aangeslotene een wettelijk pensioen ontvangt, zelfs indien de eigenlijke pensioenrechten om eender welke reden tijdelijk werden geschorst.
11.4 Beperking van de waarborgen
1. Zijn niet in de waarborg begrepen, de arbeidsongeschiktheden die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door de grove schuld van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering.
Als grove schuld wordt in aanmerking genomen:
• elke daad gesteld met opzet of met goedvinden van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of een ander persoon die belang heeft bij de uitkering;
• elke deelname aan misdrijven, wantoestanden of vechtpartijen al dan niet het gevolg zijnde van provocerend gedrag of twist, met uitzondering van de gevallen van wettige zelfverdediging;
• kennelijk roekeloze daden, behalve bij redding van personen of goederen; zelfverminking alsook alle behandelingen of bewerkingen die de aangeslotene op zichzelf zou toepassen, behalve de daden van normale persoonlijke verzorging;
• het onder invloed zijn van alcoholische drank of verdovende middelen of van geneesmiddelen, behalve indien er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze toestand en het schadegeval.
2. Zijn evenmin in de waarborg begrepen, de arbeidsongeschiktheden die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door:
• elke poging tot zelfmoord van de aangeslotene;
• subjectieve stoornissen zonder objectieve symptomen of zonder medisch aantoonbare ondergrond;
• psychische stoornissen.
De volgende limitatieve lijst van psychische aandoeningen valt echter binnen de waarborg indien de diagnose gesteld is door een erkend psychiater en voldoet aan de criteria voorzien in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edition (= DSM-IV) of zijn latere versies:
• majeure depressie,
• bipolaire stoornis,
• psychotische stoornis,
• schizofrenie,
• gegeneraliseerde angststoornis,
• dissociatieve stoornis,
• obsessief-compulsieve stoornis,
• anorexia
• boulimia nervosa.
Indien de aangeslotene, wegens CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) of fibromyalgie, een arbeidsongeschiktheid oploopt, wordt de rente uitgekeerd gedurende maximum 700 dagen, cumulatief geteld over de looptijd van het contract.
• esthetische ingrepen, van welke aard ook;
• een ramp te wijten aan de nucleaire radioactiviteit;
• oorlog of een daarmee overeenstemmende toestand;
• oproer of gewelddaden (direct of indirect), behalve wanneer kan aangetoond worden dat de aangeslotene hieraan niet actief deelnam of dat hij zich in staat van wettelijke zelfverdediging bevond;
• het hanteren van wapens en springstoffen of deelname aan militaire prestaties;
• misbruik van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen, eender welke vorm van toxicomanie of alcoholisme.
11.5 Uitbreidingen van de waarborg
a. Zwangerschap en bevalling
Indien de aangeslotene tengevolge van een zwangerschap of bevalling meer dan 3 maanden na de bevalling geheel of gedeeltelijk ongeschikt is op fysieke of psychische gronden om zijn beroepswerkzaamheden te verrichten, verleent de pensioeninstelling de waarborg vanaf de vierde maand na de bevalling.
Een pathologische zwangerschap is, onverminderd de bepalingen in verband met de eigen - risicotermijn, wel onmiddellijk gewaarborgd, voor zover de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden niet het gevolg is van ongezonde werkzaamheden.
Pathologische zwangerschap
De zwangerschapsverwikkelingen, zowel uit hoofde van de aangeslotene als van haar foetus, tengevolge van een ziekelijke of afwijkende toestand.
Ongezonde werkzaamheden
Werkzaamheden met blootstelling aan een beroepsrisico waardoor een al dan niet potentieel gevaar optreedt voor moeder en/of foetus zoals erkend in de wettelijke regeling op de moederschapsbescherming. Deze werkzaamheden omvatten ondermeer:
- werkzaamheden met scheikundige stoffen;
- werkzaamheden met infectieuze agentia;
- werkzaamheden met ioniserende stralingen;
- werkzaamheden met cytostatica (zoals bv. bij anti-kankermiddelen);
- werkzaamheden met tillen van lasten;
- werkzaamheden in hoge temperaturen;
- werkzaamheden met nachtarbeid;
b. Bijzondere waarborgen
Mits uitdrukkelijk bedongen in de bijzondere voorwaarden, waarborgt de verzekering eveneens:
1. kennelijk gevaarlijke beroepsactiviteiten, zoals onder meer werken op grote hoogten (meer dan vijftien meter), bouw- of afbraakwerken, afdalen in mijnen of groeven, alle werkzaamheden te water of onder water, het gebruik of behandelen van bijtende producten, het gebruik van X-stralen of radio-isotopen en het snoeien of vellen van hoogstammige bomen.
2. het gebruik van luchtvaartuigen behalve reizen ondernomen als betalend passagier van een vliegtuig of helikopter ingericht om personen te vervoeren.
3. de bezoldigde beoefening van om het even welke sporttak, met inbegrip van de voorbereidende oefeningen hierop.
4. de beoefening van alle gevechtssporten en van andere gevaarlijke sporten zoals: sport- of zweefvliegen, deltaplane, sprongen vanaf grote hoogten, alpinisme, bobslee, skeleton, skispringen, skiën in competitie, hindernisspringen te paard, paardenkoersen, polo, speleologie, onderzeese verkenningstochten, diepzeeduiken, rafting, rugby;
5. het gebruik, als bestuurder, passagier of bemanningslid van elk voertuig van welke aard ook, dat deelneemt aan sportproeven, - competities of - wedstrijden , of aan de voorbereiding ervan.
11.6 Vaststelling van de vergoeding
De omvang van de vergoeding en de periode waarover zij wordt toegekend, worden vastgesteld en meegedeeld aan de aangeslotene op basis van de medische en feitelijke gegevens die ter beschikking staan van de pensioeninstelling. De aangeslotene levert op verzoek van de pensioeninstelling de nodige bewijsstukken van zijn beroepsinkomsten.
De aangeslotene wordt geacht deze grondslagen als juist te aanvaarden, tenzij hij binnen 30 dagen na ontvangst van de mededeling door de pensioeninstelling, aan haar zijn gemotiveerde bezwaren heeft kenbaar gemaakt.
Te allen tijde hebben zowel de aangeslotene als de pensioeninstelling het recht de arbeidsongeschiktheidsgraad aan een herziening te onderwerpen.
11.7 Territoriale waarborg
De waarborg geldt over de gehele wereld, voor zover de aangeslotene zijn woonplaats en zijn gebruikelijke verblijfplaats in België heeft. De waarborg wordt in het buitenland echter slechts verleend voor zover de pensioeninstelling de nodige controle kan uitoefenen.
11.8 Aangifte
De aangeslotene, de inrichter of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstelling, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid.
De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval.
11.9 Stopzetting van het beroep, wijziging beroep, inkomen of sociaal statuut
Meldingsplicht
De inrichter of de aangeslotene is verplicht de pensioeninstelling vooraf te melden, wanneer:
- de aangeslotene ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen;
- de aangeslotene een ander beroep gaat uitoefenen;
- de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen
- het inkomen van de aangeslotene wijzigt
- het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene wijzigt
Indien zich een schadegeval voordoet voordat de aangeslotene of de inrichter de vermindering van het inkomen heeft gemeld, kan de pensioeninstelling de gewaarborgde rente aanpassen overeenkomstig punt 11.3.
Gevolgen van de stopzetting van de beroepsactiviteit
Als de aangeslotene ophoudt zijn beroep of bedrijf daadwerkelijk uit te oefenen om een andere reden dan omwille van een gewaarborgde economische arbeidsongeschiktheid, eindigt de verzekering.
Zodra de aangeslotene een wettelijk pensioen ontvangt, eindigt de verzekering zelfs indien de eigenlijke pensioenrechten om eender welke reden tijdelijk werden geschorst.
Xxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxx van beroep of de eraan verbonden werkzaamheden, van sociaal statuut of bij blijvende wijziging van het inkomen
Als de wijzigingen in het beroep, het inkomen of het sociaal statuut een betekenisvolle invloed hebben op het risico en/of de kosten of de omvang van de verleende dekking kan de pensioeninstelling de premie, de eigen-risicotermijn en de dekkingsvoorwaarden op redelijke en proportionele wijze aanpassen.
11.10 Duur van de verzekering
Huidige arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt afgesloten tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde eindvervaldag.
1. De verzekering kan op ieder moment onafhankelijk van de hoofdverzekering worden opgezegd.
2. De pensioeninstelling kan de verzekering slechts opzeggen:
- bij wanbetaling van de premie;
- wanneer de aangeslotene zijn wettelijke hoofdverblijfplaats definitief in het buitenland heeft gevestigd;
- ingeval van oververzekering, voor zover de aangeslotene geen invaliditeitsrente geniet;
- bij veroordeling van de inrichter of aangeslotene tot een straf van vrijheidsberoving wegens een opzettelijk gepleegd misdrijf;
- ingeval van faillissement, concordaat, gerechtelijke vereffening van de inrichter of aangeslotene, of ingeval een van hen onder curatele wordt gesteld.
De opzegging heeft pas uitwerking na het verstrijken van een termijn van tenminste 30 dagen te rekenen van de dag volgend op de aangifte ter post van bovenvermelde aangetekende brief.
3. Bovendien eindigt de verzekering van rechtswege
- wanneer zij haar einddatum heeft bereikt;
- wanneer de aangeslotene heeft opgehouden een beroep uit te oefenen, voor zover dit geen gevolg is van een vergoede arbeidsongeschiktheid;
- op het ogenblik dat de hoofdverzekering een einde neemt door afkoop, overlijden, vernietiging of uitloop, alsook wanneer de hoofdverzekering gereduceerd of omgezet wordt.
Zij heeft geen afkoopwaarde.
11.11 Medische opvolging
Onmiddellijk dienen alle maatregelen getroffen te worden om de genezing te bespoedigen. De aangeslotene zal de door hem gekozen arts, telkens als dit nodig is, verzoeken de geneeskundige verklaringen aan hem af te leveren die voor het uitvoeren van de overeenkomst nodig zijn.
Bovendien is de pensioeninstelling gemachtigd inlichtingen in te winnen bij de aangeslotene en over te gaan tot de controlemaatregelen die zij nodig acht. Er dient gevolg te worden gegeven aan de oproep voor onderzoek bij de medische adviseur van de pensioeninstelling, zelfs indien de aangeslotene daartoe in een door de pensioeninstelling aangewezen medische inrichting dient te worden opgenomen. De kosten van dit onderzoek zijn ten laste van de pensioeninstelling.
De pensioeninstelling dient zo spoedig mogelijk in kennis te worden gesteld van iedere wijziging in de toestand van de aangeslotene. De aangifte ervan dient gestaafd te worden door een medisch attest, te bezorgen aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling.
11.12 Andere verzekeringen
Indien bij andere pensioeninstellingen gelijkaardige waarborgen worden verzekerd, dient zulks onmiddellijk per aangetekend schrijven aan de pensioeninstelling te worden gemeld. In dit geval heeft de
pensioeninstelling het recht de bedragen van de door haar aangeslotene rente en premie dienovereenkomstig te verminderen. Alle rechten voor een hangende schade blijven behouden.
11.13 Mededeling van het risico door de inrichter en de aangeslotene
Verklaringen bij het sluiten van de overeenkomst
De inrichter en de aangeslotene hebben bij het sluiten van de overeenkomst de verplichting om alle hen bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die zij redelijkerwijs moeten beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de pensioeninstelling. Indien op sommige schriftelijke vragen van de pensioeninstelling niet wordt geantwoord en de pensioeninstelling toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op verzuim beroepen.
Opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de pensioeninstelling misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de pensioeninstelling kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Niet opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen
De pensioeninstelling kan zich niet beroepen op een onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening die zich op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst nog op geen enkele wijze had gemanifesteerd.
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de pensioeninstelling, binnen de termijn van 30 dagen te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de inrichter wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de pensioeninstelling de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Nochtans kan de pensioeninstelling, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van 30 dagen te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Zodra een termijn van twee jaar verstreken is te rekenen van de aanvang van de verzekeringsovereenkomst, kan de pensioeninstelling zich niet meer beroepen op het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens door de inrichter of de aangeslotene, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening waarvan de symptomen zich op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst reeds hadden gemanifesteerd en deze ziekte of aandoening niet gediagnosticeerd werd binnen diezelfde termijn van twee jaar.
11.14 Individuele voortzetting
De aangeslotene heeft het recht, onder de voorwaarden van artikel 208 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, om de waarborg I2 geheel of gedeeltelijk individueel verder te zetten indien hij het voordeel van deze waarborg verliest.
Toekenningsvoorwaarden
Het recht op voortzetting wordt zonder medische formaliteiten toegekend indien de aangeslotene gedurende de laatste 2 jaar ononderbroken aangesloten is geweest bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering aangegaan bij een verzekeringsonderneming.
Te respecteren termijnen
De inrichter of, in geval van faillissement of vereffening, de curator respectievelijk de vereffenaar van de inrichter, brengt de aangeslotene ten laatste dertig dagen na het verlies van het voordeel van de waarborg
I2 schriftelijk of elektronisch op de hoogte van het precieze tijdstip van verlies en van de mogelijkheid om de overeenkomst individueel voort te zetten.
De aangeslotene beschikt over een termijn van dertig dagen om de verzekeraar kennis te geven van zijn voornemen tot geheel of gedeeltelijk individueel voortzetten. De termijn begint te lopen op de dag van ontvangst van het schrijven (schriftelijk of elektronisch) waarin de inrichter de aangeslotene op de hoogte brengt van het recht op individuele voortzetting. Deze termijn verstrijkt in elk geval honderdenvijf dagen na het verlies van het voordeel van de waarborg I2.
De verzekeraar beschikt over een termijn van vijftien dagen om de aangeslotene schriftelijk of elektronisch een verzekeringsaanbod te doen. De verzekeraar kan niet inroepen dat het risico reeds verwezenlijkt is.
De aangeslotene beschikt over een termijn van dertig dagen om het verzekeringsaanbod schriftelijk of elektronisch te aanvaarden. Deze termijn begint te lopen op de dag van de ontvangst van het aanbod van de verzekeraar. Bij het verstrijken van deze termijn vervalt het recht op individuele voortzetting.
De verzekeringsovereenkomst, die de aangeslotene heeft aanvaard, gaat in op het tijdstip waarop hij het voordeel van de waarborg I2 verliest.
Waarborgen en tarief
De individueel voortgezette arbeidsongeschiktheidsverzekering biedt een gelijksoortige waarborg als de waarborg I2. Bij de berekening van de premie wordt rekening gehouden met de leeftijd van de aangeslotene op het ogenblik van de individuele voortzetting, het stelsel en het statuut van sociale zekerheid waaraan de aangeslotene is onderworpen, het beroep en het beroepsinkomen van de aangeslotene.
Mogelijkheid tot voorfinanciering van de premie voor de individuele voortzetting
Krachtens de wet heeft de aangeslotene door het betalen van een bijpremie het recht om individuele voortzetting te krijgen op grond van een tarief gebaseerd op de leeftijd waarop de aangeslotene de bijkomende premies is beginnen te betalen.
12. ALGEMENE BEPALINGEN AANVULLENDE VERZEKERINGEN 12.1. Aanvang van de waarborg en betaling van de premie
De aanvang van de aanvullende verzekering wordt bepaald in de bijzondere voorwaarden. De premie is verschuldigd samen met de premie van de hoofdverzekering.
12.2 Verval van rechten
Er wordt verval van rechten opgelopen en de pensioeninstelling is gerechtigd de terugbetaling te eisen van de onrechtmatig uitgekeerde vergoedingen en van de gemaakte kosten:
1. bij verzwaring van de gevolgen van een ziekte of ongeval met opzet of goedvinden van de inrichter, aangeslotene of enig ander persoon die belang heeft bij de uitkering of indien een voorgeschreven medische behandeling niet werd gevolgd;
2. indien de aangeslotene of de inrichter de contractuele verplichtingen, hem opgelegd door artikel 11, §8 niet nakomt, en er hierdoor een nadeel ontstaat voor de pensioeninstelling, kan de pensioeninstelling ten belope van het door haar geleden nadeel haar prestaties verminderen.
Indien de aangeslotene of de inrichter deze contractuele verplichting met bedrieglijk opzet niet is nagekomen kan de pensioeninstelling haar dekking weigeren.
Indien de aangeslotene of de inrichter de contractuele verplichting in artikel 11 §12 met bedrieglijk opzet niet naleeft, is de overeenkomst nietig en heeft de pensioeninstelling, indien zij ter goeder trouw handelt, het recht de geïnde premies te behouden als schadevergoeding.
12.3 Wijziging van de voorwaarden en het tarief
Wanneer de pensioeninstelling een tariefwijziging doorvoert, kan de inrichter de overeenkomst opzeggen. De tariefwijziging wordt meegedeeld ten minste 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag van de overeenkomst en kan binnen de maand na de kennisgeving opgezegd worden met een aangetekende
brief. Indien de tariefwijziging binnen de 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag wordt meegedeeld, dan kan de inrichter opzeggen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving.
12.4 Algemene voorwaarden hoofdverzekering
Behoudens uitdrukkelijke afbreuk hieraan zijn de aanvullende verzekeringen aan de algemene en bijzondere voorwaarden van de hoofdverzekering onderworpen.
12.5 Betwisting
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen, mits wederzijdse instemming, worden beslecht in een minnelijke medische expertise, waarbij beide partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. De door beide geneesheren aangestelde derde geneesheer zal slechts tussenkomen indien er geen akkoord is tussen eerstgenoemden. Iedere partij zal de honoraria en onkostenstaat regelen van de door haar aangestelde geneesheer. Het honorarium en de kosten van de derde geneesheer en van de gespecialiseerde onderzoeken zullen door beide partijen, elk voor de helft, worden gedragen. Op straf van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren niet afwijken van de bepalingen van de overeenkomst en haar bijvoegsels.
Hoofdstuk 7. Kennisgevingen - Rechtsmacht
13. KENNISGEVINGEN
De pensioeninstelling bezorgt één maal per jaar aan de aangeslotene een pensioenfiche met de stand van zijn overeenkomst.
De aan de inrichter, de aangeslotene en de aannemende begunstigde te richten kennisgevingen geschieden geldig op hun meest recente aan de pensioeninstelling meegedeelde adres. Elke kennisgeving van een partij aan de andere wordt geacht gedaan te zijn op de datum van afgifte ervan aan de post.
14. RECHTSMACHT
Betwistingen tussen de partijen betreffende de uitvoering van de overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
15. TOEPASSELIJK RECHT EN FISCALE BEPALINGEN
Alle huidige en toekomstige belastingen, rechten en taksen zijn ten laste van de inrichter of van de begunstigde, naargelang het geval.
15.1. Premies
Voor wat betreft de fiscale lasten die op de premies drukken, geldt de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van de woonstaat van de inrichter.
De eventuele toekenning van belastingvoordelen op de premies wordt bepaald door de belastingwetgeving van het woonland van de inrichter en/of van de aangeslotene. In bepaalde gevallen is de wetgeving van het land toepasselijk waar belastbare inkomsten verkregen worden.
Voor de toepassing van de fiscale begrenzing inzake de toekenning van belastingvoordelen op de premies in functie van het bedrag van de pensioenreserves die op de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde einddatum toekomen aan de aangeslotenen, wordt er rekening gehouden met alle door de aangeslotenen bij de inrichter gepresteerde (en gelijkgestelde) dienstjaren, verhoogd met het maximum fiscaal toegelaten aantal niet in de onderneming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren.
De inrichter behoudt zich het recht voor om de aanwending van het premiebudget voor de vorming van pensioenreserves te beperken indien de voornoemde fiscale begrenzing zou overschreden worden.
15.2. Prestaties
De verzekeringsprestaties worden belast overeenkomstig de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde.
Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing.
De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties.
Voor nadere inlichtingen omtrent het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tot de pensioeninstelling.
15.3. Clausule Terrorisme
Een overlijden dat veroorzaakt wordt door terrorisme is verzekerd overeenkomstig de Wet van 1 april 2007. Wij zijn hiervoor toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). In het kader van deze wet werd een Comité opgericht dat bevoegd is voor de erkenning van de schadegevallen en de vaststelling van de uit te keren schadebedragen. Voor het geheel van onze verbintenissen aangegaan ten opzichte van al onze verzekerden dekken wij, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, gezamenlijk met alle andere maatschappijen die lid zijn van de vzw TRIP en met de Belgische staat de door het Comité per kalenderjaar erkende schadegevallen tot een bedrag van 1 miljard euro. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basis het indexcijfer van december 2005.
De schade veroorzaakt door nucleaire wapens is altijd uitgesloten van dekking.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.