nhg Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen
nati
nale
hypotheek
garantie
nhg Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen
Voorwaarden
& Normen 2008
nhg
ationale hypotheek garanti
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen
inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE
ALGEMENE VOORWAARDEN
VOOR BORGTOCHT 2008 4
Deel 1 Definities 5
2 Deel 2 Algemeen 6
Artikel A1
Reikwijdte borgtocht 6
Artikel A2
Voorwaarden borgtocht 6
Artikel A3
Borgtochtbepaling 7
Artikel A4
Meldingsplicht geldgever 7
Artikel A5
Betaling borgtochtprovisie 8
Artikel A6
Dossiervorming 8
Deel 3 Beheersaspecten 8
Artikel B1
Ontslag uit aansprakelijkheid 8
Artikel B2
Wijziging of vervanging lening 8
Artikel B3
Oversluiting lening 9
Artikel B4
Depotverplichting 9
Artikel B5
Aflossingsvrij maken tijdens looptijd 9
Artikel B6
Verhuur 9
voorwaarden & normen 2008
Artikel B7
Geen vrijgeven zekerheid 9
Artikel B8
Niet-nakoming verplichtingen door
geldnemer 9
Artikel B9
Melding achterstand 9
Artikel B9A
Woonlastenfaciliteit; aanvullende lening 10
Artikel B10
Gedwongen onderhandse verkoop 10
Artikel B11
Executoriale verkoop 10
Artikel B12
Indiening verzoek tot betaling verlies 10
Artikel B13
Bepaling verlies 11
Artikel B14
Melding algehele aflossing 11
Artikel B15
Verkoop binnen zes maanden na aankoop 11
Deel 4 Slotbepalingen 12
Artikel C1
Mededeling Normen, Algemene Voorwaarden voor Borgtocht en
deelnemende gemeenten 12
Artikel C2
Ingangsdatum 12
NORMEN 2008 13
1 Algemeen 14
1.1 Normen 14
1.2 Hardheidsclausule 14
1.3 Gemeenten 14
1.4 Schuldenaarschap 14
1.5 Identiteitsbewijs 14
1.6 Koopsom 14
1.7 Erfpachtovereenkomst 15
1.8 Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00
0 Xxxxxxxxxxxx voorwaarden 15
3 Kredietwaardigheid 16
3.1 BKR 16
3.2 SFH 16
inhoudsopgave
4 Taxatierapport en bouwkundig rapport | 16 | 12 Toetsing | 27 |
4.1 Taxatierapport | 16 | 12.1 Financieringslast | 27 |
4.2 Bouwkundig rapport bij aankoop | 17 | 12.2 Toetsinkomen(s) | 27 |
12.3 Toetsrente | 28 | ||
5 Lening | 17 | 12.4 Looptijd | 28 |
5.1 Xxxxxxxxxxxxx | 00 | 12.5 Aftrek overige financiële verplichtingen | 28 |
5.2 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx | 00 | 12.6 Periodieke bijdragen | 28 |
5.3 Betalingstermijnen | 17 | 12.7 Eenmalige bijdrage | 28 |
5.4 Extra aflossing/eenmalige (premie)storting | 17 | 12.8 Extra (premie)storting | 28 |
5.5 Overlijdensrisicoverzekering | 18 | ||
13 Woonlastenfaciliteit; aanvullende lening | 29 | ||
6 Aankoop bestaande woning | 18 | 13.1 Definities | 29 |
13.2 Doel Woonlastenfaciliteit | 29 | ||
7 Aankoop nieuwbouwwoning of bouw in eigen beheer | 19 | 13.3 Voorwaarden Woonlastenfaciliteit | 29 |
7.1 Aankoop nieuwbouwwoning | 19 | 13.4 Voorwaarden aanvullende lening | 29 |
7.2 Bouw in eigen beheer | 19 | 13.5 Melding aanvullende lening | 29 |
13.6 Overige Normen | 29 | ||
8 Aankoop woonwagen en/of woonwagenstandplaats | 20 | ||
8.1 Aankoop woonwagen | 20 | ||
8.2 Aankoop woonwagenstandplaats | 20 | ||
8.3 Toetsing | 20 | BIJLAGEN | 31 |
9 Vergroten eigendom | 21 | Financieringslasttabellen | 32 |
9.1 Nieuwe lening mede ter aflossing van een | Checklist dossier | 34 | |
bestaande lening in verband met scheiding of | Model-bouwkundig rapport | 36 | |
verwerving uit onverdeelde boedel op grond | Model-werkgeversverklaring | 41 | |
van erfopvolging | 21 | Model-meldingsformulier | 42 |
9.2 Aanvullende lening in verband met scheiding | Model-afwijzingsbrief | 43 | |
of verwerving uit onverdeelde boedel op grond | Model-declaratieformulier | 44 | |
van erfopvolging | 21 |
9.3 Nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening in verband met afkoop erfpachtcanon of verkrijgen van het recht
van volle eigendom van de grond 22
9.4 Aanvullende lening in verband met afkoop erfpachtcanon of verkrijgen van het recht van
volle eigendom van de grond 22
10 Kwaliteitsverbetering 24
10.1 Nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening 24
10.2 Aanvullende lening 24
11 Bron van inkomen 25
11.1 Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 25
voorwaarden & normen 2008
11.2 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 25
11.3 Flexibele en overige arbeidsrelaties 25
11.4 Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf 26
11.5 Sociale uitkering (niet blijvend) 26
11.6 Sociale uitkering (blijvend) 26
11.7 Alimentatie 26
11.8 Naderend pensioen 26
11.9 Afname inkomen 26
TREFWOORDENREGISTER 46
Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008
voorwaarden & normen 2008
4
DEEL1: DEFINITIES
a. Stichting:
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage.
b. Nationale Hypotheek Garantie:
publicitaire naam van de door de stichting verstrekte borgtocht.
c. Woning:
1. een in Nederland gelegen voor permanente bewoning bestemd en geschikt of geschikt te maken en als hoofd- verblijf dienend gebouw of een gedeelte daarvan, vrij van huur(koop) en/of (vrucht)gebruik van de woning;
2. de bij dat gebouw behorende grond;
3. een woonwagen - niet zijnde een woonwagen met een eigen aandrijving of een woonwagen die ingevolge de Wegenverkeerswet zonder ontheffing over een weg mag worden voortbewogen - of woonwagenstandplaats die is gelegen op een centrum dat niet is aangewezen om te worden opgeheven.
d. Verkrijgen in eigendom:
1. het verwerven van de eigendom;
2. het vergroten van een aandeel in de eigendom;
3. het verkrijgen van een recht van opstal, een recht van erfpacht of een appartementsrecht.
e. Kwaliteitsverbetering:
het treffen van voorzieningen in verband met herstel van achterstallig onderhoud, verbetering en/of uitbreiding van de woning, waarbij de voorzieningen volgens verkeersopvat- ting onderdeel gaan uitmaken van de woning of zodanig met de woning worden verbonden dat zij daarvan niet kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan de woning of de voorzieningen.
f. Waarde van de woning:
1. bestaande woning:
de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik blijkens het taxatierapport voor uitvoering van de kwali- teitsverbetering, vermeerderd met het bedrag van de kwaliteitsverbetering;
2. nieuwbouwwoning of bouw in eigen beheer:
de koop-/aannemingssom dan wel de kosten volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf, eventueel (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/ aannemingssom) vermeerderd met:
- de kosten van de grond;
- de kosten van onroerende installaties;
- de kosten van risicoverrekening; -
- het architectenhonorarium;
- de kosten van dagelijks toezicht;
- de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond en/of aannemings overeenkomst;
- de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen;
- de legeskosten;
- omzetbelasting;
- de kosten van meerwerk;
- de kosten van afkoop van toekomstige canon- verplichtingen.
g. Geldnemer:
iedere natuurlijke persoon, ten behoeve van wie een borg- tocht van de stichting tot stand is gekomen tot zekerheid voor de nakoming van zijn betalingsverplichtingen, voort- vloeiend uit (een) lening(en).
h. Geldgever:
degene met wie de stichting een standaardovereenkomst van borgtocht ter zake van leningen aan geldnemers, heeft gesloten.
i. Lening:
1. één (of meer) geldlening(en), waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, aangegaan door een (of meer) geldnemer(s) met een geldgever ten behoeve van het verkrijgen in eigendom van een woning; of
2. één (of meer) geldlening(en), waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, aangegaan door een (of meer) geldnemer(s) met een geldgever in verband met kwali- teitsverbetering van een woning; of
3. één geldlening, waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, aangegaan door een (of meer) geldnemer(s) met een geldgever in verband met een aanvullende lening voor de betaling van woonlasten in geval van (dreigende) betalingsachterstanden op een lening bedoeld onder 1 of 2; of
4. één (of meer) geldlening(en) aangegaan ter algehele aflossing van (een) onder 1, 2, 3 of 4 bedoelde geldlening(en), mits de geldnemer(s) en de woning dezelfde zijn als die van de geldlening(en) bedoeld onder 1, 2 of 3.
j. Fiscale lening:
één (of meer) lening(en) waarvan de rente op grond van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 volledig fiscaal aftrekbaar is.
k. Scheiding:
echtscheiding, beëindiging van een geregistreerd partner- schap of beëindiging van een duurzaam samenlevingsver- band.
l. Statuten:
de statuten van de stichting.
m. Normen:
de uniforme en objectieve Normen als bedoeld in artikel 8, lid 1, onder a. van de statuten.
voorwaarden & normen 2008
n. Taxateur:
een persoon die als taxateur is ingeschreven in een door de stichting erkend register.
o. Levensverzekering:
een overeenkomst van levensverzekering, waarvan de rechten door de verzekeringnemer aan de geldgever zijn verpand tot zekerheid voor de nakoming van de verplich- tingen van een geldnemer uit een lening.
DEEL 2: ALGEMEEN
p. Beleggingsovereenkomst:
een overeenkomst op grond waarvan de geldnemer verplicht is beleggingen in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en/of andere effecten te doen en welke beleggingen zijn verpand aan de geldgever tot zekerheid voor de nakoming
6 van de verplichtingen van de geldnemer uit een lening.
q. Deelnemende gemeente:
een gemeente die met de stichting een overeenkomst als bedoeld in artikel 5, lid 3, van de statuten heeft gesloten.
r. Borgtochtprovisie:
de door een geldnemer aan de stichting verschuldigde vergoeding voor het verstrekken van een borgtocht
s. Gedwongen onderhandse verkoop.
onderhandse verkoop van een woning door de geldnemer xxxxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxxxxxxx bij de geldnemer of opeising van de lening door de geldgever, niet zijnde een executoriale verkoop.
t. Executoriale verkoop:
een verkoop als bedoeld in artikel 268 Boek 3 en/of in artikel 248 Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
u. Datum van verkoop:
1. bij een executoriale verkoop: de datum waarop bij de veiling de afslag plaatsvindt;
2. bij een gedwongen onderhandse verkoop: de datum waarop de notariële akte van levering wordt getekend.
v. Financieringslast:
het berekende bedrag aan rente en aflossing gelijk aan het bedrag begrepen in de betaling van rente en aflossing op basis van annuïteiten met betaling maandelijks achteraf.
w. Betalingstermijn:
het periodiek door de geldnemer aan rente en/of aflossing van een lening en/of aan premie voor een levensverzekering en/of aan bijdrage aan een beleggingsovereenkomst verschuldigd bedrag.
x. Restantschuld:
de nog niet afgeloste hoofdsom van de lening verminderd met de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) of beleggingsovereenkomst(en).
ARTIKEL A1
Reikwijdte borgtocht
1. De borgtocht strekt tot zekerheid voor de betaling van de vordering die de geldgever uit hoofde van (een) lening(en) op de geldnemer heeft op de datum van verkoop van de woning;
2. Het bedrag van de borgtocht ter zake van de hoofdsom van (een) lening(en) vermindert maandelijks. Deze verminde- ring is – ongeacht de leningsvorm – gelijk aan het bedrag aan aflossing, begrepen in de betaling van rente en aflossing van de lening(en) op basis van annuïteiten met betaling maandelijks achteraf, waarbij de lening(en) na dertig jaar geheel is (zijn) afgelost. Als rente voor de berekening van de annuïteit wordt gehanteerd de nominale rente(s), die de geldgever en de geldnemer gedurende de looptijd daarvan voor de lening(en) zijn overeengekomen.
De vermindering van het bedrag vindt voor het eerst plaats met ingang van de dag die een jaar ligt na de datum van verstrekking van de lening(en). Geen vermindering vindt meer plaats indien de geldgever tot opeising van de lening(en) is overgegaan;
3. Indien een borgtocht strekt tot zekerheid voor (een) lening(en), verstrekt aan eenzelfde geldnemer en ten behoeve van dezelfde woning, bestemd ter algehele aflos- sing van (een) lening(en) waarvoor door de stichting reeds eerder een borgtocht was verleend, dan vermindert het bedrag waarvoor de stichting uit hoofde van deze nieuwe borgtocht borg is met dezelfde bedragen als waarmee de borgtocht voor de afgeloste lening(en) zou verminderen;
4. Indien een lening in verband met kwaliteitsverbetering van de woning is verstrekt, die mede was bestemd ter algehele aflossing van de bestaande hypothecaire lening(en), is het gestelde in lid 2 van toepassing.
ARTIKEL A2
Voorwaarden borgtocht
De stichting is alleen borg indien:
voorwaarden & normen 2008
1. een eerste hypotheek en/of eerste pandrecht ten behoeve van de geldgever op de woning is gevestigd, onder de voor- waarde dat de opbrengst bij uitwinning in de eerste plaats wordt aangewend voor de betaling van al hetgeen de geld- gever uit hoofde van de lening van de geldnemer te vorderen heeft;
2. ingeval op grond van de Normen een aanvullende lening is verstrekt:
a. deze aanvullende lening is verstrekt door de geldgever die schuldeiser is ten aanzien van de vordering(en) uit hoofde van de bestaande lening(en) onder verband van eerste hypotheek en/of eerste pandrecht op de woning;
b. een eerste dan wel tweede hypotheek en/of een eerste dan wel tweede pandrecht ten behoeve van de geldgever op de woning is gevestigd, onder de voorwaarde dat de opbrengst bij uitwinning in de eerste plaats – behoudens hetgeen de geldgever te vorderen heeft uit hoofde van de (restantschuld van de) lening(en), onder verband van eerste hypotheek en/of eerste pandrecht, die bestaat (bestaan) op het moment van offreren van de aanvul- lende lening – wordt aangewend voor de betaling van al hetgeen de geldgever uit hoofde van de aanvullende lening van de geldnemer te vorderen heeft;
3. in de hypotheekakte respectievelijk pandakte bedongen is dat de woning niet mag worden verhuurd, niet in huurkoop mag worden verkocht of onder welke titel ook aan derden ter beschikking mag worden gesteld, tenzij met schriftelijke toestemming van de geldgever;
4. de geldgever de geldnemer er schriftelijk toe heeft verplicht dat de woning bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen, op basis van herbouwwaarde verzekerd wordt en blijft tegen brand- en stormschade en dat de premies van de verzekering stipt op tijd worden voldaan;
5. ingeval is overeengekomen dat (een) uitkering(en) uit hoofde van (een) levensverzekering(en) dan wel (een) beleg- gingsovereenkomst(en) strekt dan wel strekken ter gehele of gedeeltelijke aflossing: een eerste pandrecht ten behoeve van de geldgever is gevestigd op de rechten uit die levens- verzekering(en) dan wel beleggingsovereenkomst(en), waarbij bedongen is dat de opbrengst bij uitwinning in de eerste plaats strekt tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de geldgever uit hoofde van de lening van de geld- nemer te vorderen heeft;
6. voldaan is aan de Normen die gelden op het moment van het offreren van de lening;
7. de lening en de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) of beleggingsovereenkomst(en) luiden in euro’s;
voorwaarden & normen 2008
8. de woning gelegen is in een deelnemende gemeente.
ARTIKEL A3
Borgtochtbepaling
1. De geldgever dient in de overeenkomst waarin de lening is vastgelegd clausules van de volgende strekking op te nemen:
a. “Voor de terugbetaling van de lening heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, statutair gevestigd te
‘s-Gravenhage, zich borg gesteld. De geldnemer stemt er mee in dat de geldgever de op de lening en daarvoor gestelde zekerheden betrekking hebbende gegevens en bescheiden ter beschikking stelt van voormelde stichting.”;
b. “Indien tengevolge van verwijtbaar handelen of nalaten van de geldgever voormelde stichting niet (langer) borg is voor de lening, zal de geldgever tijdens de looptijd van de lening jegens de geldnemer blijven handelen als ware de stichting (nog) borg.”;
c. “Indien de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen als borg een betaling heeft gedaan aan de geldgever, is de stich- ting in beginsel bereid de vordering ter zake van deze beta- ling niet bij de geldnemer in te vorderen mits en voor zover naar het oordeel van de stichting is gebleken dat:
- de geldnemer ten aanzien van het niet kunnen betalen van de lening te goeder trouw is geweest, en
- de geldnemer zijn volledige medewerking heeft verleend om tot een zo goed mogelijke terugbetaling van de lening te geraken.
De stichting kan wel tot gehele of gedeeltelijke invordering overgaan als de geldnemer over zodanig inkomen en/of vermogen beschikte dat betaling door de stichting aan de geldgever voorkomen of beperkt had kunnen worden.”;
2. De stichting is bevoegd op verzoek van de geldnemer of uit eigen hoofde van de geldgever nakoming van het hiervoor onder 1.b vermelde te verlangen.
ARTIKEL A4
Meldingsplicht geldgever
1. De geldgever dient binnen veertien dagen na het verstrekken van een lening daarvan mededeling te doen aan de stichting;
2. De mededeling dient te geschieden met gebruikmaking van een door de stichting vastgesteld formulier dat door de geld- gever volledig en naar waarheid is ingevuld en ondertekend, tenzij tussen de geldgever en de stichting een andere wijze van mededeling is overeengekomen.
DEEL 3: BEHEERSASPECTEN
ARTIKEL A5
Betaling borgtochtprovisie
1. De geldgever draagt zorg voor de inning van de borgtocht- provisie uiterlijk op de dag van het verstrekken van de lening;
8 2. De geldgever verleent de stichting machtiging tot incasso ten laste van een rekening bij een kredietinstelling in Nederland van een bedrag gelijk aan de bedoelde borgtocht- provisie;
3. Incasso door de stichting van het onder lid 2 bedoelde bedrag geldt als bevestiging van registratie van de borgtocht door de stichting.
ARTIKEL A6
Dossiervorming
1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen;
2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen:
a. de documenten die het dossier volgens de van toepas- sing zijnde Normen dient te bevatten;
b. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van het overleg bedoeld in artikel B8;
c. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opge- maakt door een taxateur, waarin is vermeld de onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop;
d. nota’s van de kosten zoals bedoeld in artikel B13;
3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting:
a. ter controle ter beschikking te stellen;
voorwaarden & normen 2008
b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.
ARTIKEL B1
Ontslag uit aansprakelijkheid
1. Bij scheiding is de geldgever bevoegd, met behoud van de rechten uit de borgtocht, één van de geldnemers uit de aansprakelijkheid voor de lening te ontslaan onder uitdruk- kelijke opschortende voorwaarde dat de ontslagen geld- nemer geen (mede-)eigenaar (meer) is van de woning die als zekerheid verbonden is voor de lening waarop het ontslag betrekking heeft en dat de ontslagen geldnemer die woning duurzaam heeft verlaten;
2. Ontslag van één van de geldnemers uit de aansprakelijkheid voor de lening is uitsluitend toegestaan, indien het inkomen van de overblijvende geldnemer toereikend is om aan de op dat moment geldende Normen te voldoen;
3. Een melding aan de stichting is niet nodig; er is geen borg- tochtprovisie verschuldigd.
ARTIKEL B2
Wijziging of vervanging lening
1. De geldgever is bevoegd met de geldnemer een wijziging van de voorwaarden van de lening of een vervanging van de lening overeen te komen zonder dat dit leidt tot wijziging in de aansprakelijkheid van de stichting uit hoofde van de borgtocht;
2. Een melding aan de stichting is niet nodig; er is geen borg- tochtprovisie verschuldigd;
3. De geldgever is bevoegd aan de geldnemer aanvullende financieringen te verstrekken, mits hij daarbij rekening houdt met de belangen van de stichting. De geldgever dient dat bij een verzoek tot betaling van een verlies aannemelijk te maken. Indien de aanvullende financiering heeft plaatsge- vonden conform de reguliere Normen ter zake van de desbe- treffende geldgever, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.
DEEL 3: BEHEERSASPECTEN
Gewijzigd t.o.v. 2007:
Artikel B 13 lid i: ‘de kosten van taxatie’ is gewijzigd in ‘de kosten van één taxatie, of, indien de president van de
rechtbank tot een recenter opgemaakt taxatierapport heeft verplicht: de kosten van twee taxaties’.
Artikel B 13 lid p. is toegevoegd.
ARTIKEL B3
Oversluiting lening
1. Een geldgever kan van de stichting een borgtocht verkrijgen voor een lening die aangewend wordt voor aflossing van de (gezamenlijke) lening(en) verstrekt door een andere geld- gever;
2. De borgtocht strekt niet verder dan de oorspronkelijke borg- stelling. Deze wordt bepaald op basis van de hoofdsom van de oorspronkelijke lening, rekening houdende met de verplicht opgelegde extra aflossingen en de oorspronkelijke rente van de lening, met inachtneming van het ter zake bepaalde in de op de oorspronkelijke borgtocht van toepas- sing zijnde Algemene Voorwaarden voor Borgtocht. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele onverplichte extra aflossingen en rentewijzigingen tijdens de looptijd;
3. De geldgever is verplicht de nieuwe lening op de wijze en binnen de periode als vermeld in artikel A4 aan de stichting te melden. De over deze lening verschuldigde borgtocht- provisie bedraagt € 1,-;
4. De geldgever dient bij een verzoek tot betaling van een verlies aan de stichting – naast de in artikel A6 bedoelde bescheiden – ook de leningsovereenkomst van de afgeloste lening tussen de geldnemer en de geldgever en de bij het verstrekken van die lening opgemaakte taxatierapport of gesloten koop-/aannemingsovereenkomst te overleggen.
ARTIKEL B4
Depotverplichting
1. Indien sprake is van een depotverplichting in verband met nieuwbouw of kwaliteitsverbetering mag de geldgever niet eerder overgaan tot uitbetaling van de gelden in depot dan dat op basis van nota’s aannemelijk is gemaakt dat de kosten zijn gemaakt;
2. Indien na voltooiing van de woning c.q. werkzaamheden een saldo in depot overblijft, dient dit saldo te worden aange- wend als extra aflossing. Deze aflossingsverplichting is niet van toepassing indien het saldo in depot niet hoger is dan
€ 2.500,-.
ARTIKEL B5
Aflossingsvrij maken tijdens looptijd
1. Het is toegestaan tijdens de looptijd de lening geheel dan wel gedeeltelijk aflossingsvrij te maken, onder de voorwaarde dat het totale aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de woning;
2. Er behoeft geen melding aan de stichting plaats te vinden.
ARTIKEL B6
Verhuur
1. Indien een geldnemer door de werkgever tijdelijk elders wordt tewerkgesteld en de geldnemer dientengevolge niet in staat is de woning zelf te bewonen, mag de geldgever de geldnemer eenmalig tijdens de looptijd van de lening toestemming verlenen de woning te verhuren, onder de voorwaarden dat:
a. de huurovereenkomst niet langer wordt aangegaan dan de tewerkstelling duurt met een maximum van 36 maanden;
b. in de huurovereenkomst wordt vastgelegd dat de woning na afloop van de overeengekomen termijn wordt
ontruimd; 9
c. de verschuldigde huurpenningen worden verpand aan de geldgever;
d. de verschuldigde huurpenningen worden aangewend ter betaling van de maandtermijnen die verschuldigd zijn uit hoofde van de lening;
2. Bij opvolgende verzoeken tot tijdelijke verhuur van de woning of bij een andere reden voor tijdelijke verhuur dan vermeld in lid 1, is de voorafgaande toestemming van de stichting benodigd. De stichting kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
ARTIKEL B7
Geen vrijgeven zekerheid
1. De geldgever zal geen voor de lening bedongen zekerheid als bedoeld in artikel A2, vrijwillig prijsgeven, met uitzonde- ring van het gestelde in lid 2, indien de vorderingen uit de lening niet volledig zijn voldaan, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting. De stichting kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden;
2. Het is de geldgever toegestaan gedeeltelijk royement te verlenen onder de voorwaarde dat de hoogte van de borg- tocht afneemt met de door een taxateur vastgestelde onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van het te royeren gedeelte;
Hierbij is het aan de geldgever om te bepalen of en in hoeverre sprake dient te zijn van een extra aflossing op de hoofdsom.
ARTIKEL B8
Niet-nakoming verplichtingen door geldnemer
1. Indien de geldnemer zijn verplichtingen uit de lening niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomt, zal de geldgever in overleg met de geldnemer treden ter bevordering van een oplossing van de betalingsproblemen;
2. De geldgever zal de uitkomst van het overleg schriftelijk vastleggen.
ARTIKEL B9
Melding achterstand
voorwaarden & normen 2008
1. Wanneer de geldnemer vier volledige maandelijkse beta- lingstermijnen verschuldigd is gebleven, zal de geldgever daarvan binnen dertig dagen schriftelijk mededeling doen aan de stichting;
2. De stichting kan in overleg treden met de geldgever en desgewenst met de geldnemer teneinde mede te bevorderen de betalingsproblemen op te lossen dan wel een zo hoog mogelijke opbrengst van de voor de terugbetaling van de lening gestelde zekerheden te verkrijgen.
3. De mededeling dient te geschieden onder vermelding van het door de stichting bij de automatische incasso van de borgtochtprovisie toegekende garantienummer, de NAW- gegevens, de onderpandgegevens, de ingangsdatum van de betalingsachterstand en het bedrag van de betalingsachterstand.
10
ARTIKEL B9A
Woonlastenfaciliteit; aanvullende lening
1. Indien sprake is van (dreigende) betalingsachterstanden op een lening kan de geldgever van de stichting eenmalig een borgtocht verkrijgen voor een aanvullende lening voor de betaling van woonlasten, onder de voorwaarden zoals genoemd in Norm 13;
2. Voor de gelden uit deze lening geldt een depotverplichting. De gelden mogen door de geldgever uitsluitend worden aangewend voor de in Norm 13.4 genoemde doelen. Indien een saldo in depot overblijft, dient dit saldo te worden aangewend als extra aflossing;
3. Het bedrag van de borgtocht ter zake van de hoofdsom van de aanvullende lening vermindert niet. Artikel A1, lid 2 en 3 zijn in dit verband niet van toepassing;
4. De looptijd van de borgtocht is gelijk aan de restantlooptijd van de borgtocht voor de bestaande lening. Indien sprake is van meerdere leningen waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, geldt de langste restantlooptijd.
ARTIKEL B10
Gedwongen onderhandse verkoop
1. Indien sprake is van (dreigende) betalingsachterstanden of een oplossing van betalingsproblemen bij de geldnemer(s) redelijkerwijs niet mogelijk is en verkoop van de woning onvermijdelijk lijkt, dient de geldgever te bezien of onder- handse verkoop van de woning door de geldnemer voor een zo hoog mogelijke prijs mogelijk is;
2. Indien de geldgever verwacht dat bij een dergelijke verkoop van de woning de opbrengst onvoldoende is om daaruit de vorderingen uit hoofde van de lening te voldoen, dient de executiewaarde vrij van huur en gebruik en de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik door een taxateur vastgesteld te worden;
3. De geldgever stelt de stichting schriftelijk in kennis van een voorgenomen verkoop als hiervoor bedoeld;
4. De geldgever kan toestemming verlenen voor een onder- handse verkoop voor een bedrag gelijk aan of hoger dan de executiewaarde vrij van huur en gebruik;
voorwaarden & normen 2008
5. Indien geen onderhandse verkoop voor een bedrag gelijk aan of hoger dan de executiewaarde vrij van huur en gebruik tot stand komt, dient met inachtneming van artikel B11 te worden overgegaan tot executoriale verkoop.
ARTIKEL B11
Executoriale verkoop
1. Indien de geldnemer in verzuim is met de tijdige betaling van de betalingstermijnen, mag de geldgever pas tot execu- toriale verkoop van de woning overgaan en, indien de rechten uit een levensverzekering aan de geldgever zijn verpand, tot afkoop van de levensverzekering overgaan, indien de geldnemer gedurende een periode van ten minste zeven maanden in gebreke is gebleven. De geldgever stelt de stichting schriftelijk in kennis van haar voornemen tot verkoop respectievelijk afkoop als hiervoor bedoeld onder vermelding van de datum en plaats van executoriale verkoop en de naam van de notaris die belast is met de uitvoering van de executoriale verkoop;
2. Mocht een verkoop respectievelijk afkoop als hiervoor bedoeld geboden zijn om andere redenen dan niet tijdige betaling van de betalingstermijnen, of eerder dan na het verstrijken van de hiervoor vermelde periode van zeven maanden, dan behoeft de geldgever de voorafgaande schrif- telijke toestemming van de stichting. De stichting kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden;
3. Nadat de procedure van executoriale verkoop is aange- vangen bestaat de mogelijkheid de president van de recht- bank te verzoeken toe te staan dat de executie niet door openbare verkoop maar bij een bepaalde, aan de president ter goedkeuring voorgelegde, onderhandse verkoop zal geschieden (onderhandse executie);
4. Indien de geldgever verwacht dat bij een dergelijke verkoop van de woning de opbrengst onvoldoende is om daaruit de vorderingen uit hoofde van de lening te voldoen, dient de executiewaarde vrij van huur en gebruik en de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik door een taxateur vastgesteld te worden;
5. De geldgever kan een verzoek tot onderhandse verkoop, voor een bedrag gelijk aan of hoger dan de executiewaarde vrij van huur en gebruik, voorleggen aan de president van de rechtbank;
6. Het is de geldgever niet toegestaan een verzoek tot onder- handse verkoop, voor een bedrag lager dan de executie- waarde vrij van huur en gebruik, voor te leggen aan de president van de rechtbank.
ARTIKEL B12
Indiening verzoek tot betaling verlies
1. De geldgever zal binnen drie maanden na ontvangst van de opbrengst van de voor de terugbetaling van de lening gestelde zekerheden of van de gedwongen onderhandse verkoop van de woning schriftelijk een verzoek tot betaling van het verlies indienen bij de stichting.
Het verzoek tot betaling dient te geschieden door toezen- ding aan de stichting van:
a. een door de stichting vastgesteld formulier, dat door de geldgever volledig en naar waarheid is ingevuld en onder- tekend, en
b. het op de lening betrekking hebbende dossier, bedoeld in artikel A6, lid 1;
2. Mits de geldgever aan de stichting tijdig alle voor de beoor- deling van het verlies relevante informatie heeft verstrekt, zal de stichting binnen twee maanden na ontvangst van een verzoek tot betaling van het bedrag van het verlies overgaan. Bij betaling na twee maanden is de stichting over de periode vanaf het tijdstip liggende twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek tot betaling tot op de dag van betaling de wettelijke rente over het bedrag van het verlies verschuldigd, tenzij de oorzaak van de niet tijdige betaling aan de geldgever is toe te rekenen;
3. De stichting is niet gehouden tot betaling van het (gehele) verlies indien de geldgever de door de stichting vastgestelde Normen, die gelden op het moment van offreren van de lening(en) of de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht, niet in acht heeft genomen tenzij niet-betaling onredelijk of onbillijk zou zijn jegens de geldgever;
4. Indien de stichting ten gevolge van een verwijtbaar handelen of nalaten van de geldgever het verlies niet of niet geheel betaalt, is de geldgever verplicht ten aanzien van de inning van de restantvordering uit hoofde van de lening te handelen overeenkomstig de dan geldende gedragslijn van de stichting.
ARTIKEL B13
Bepaling verlies
Tot het verlies worden gerekend:
a. de restanthoofdsom van de lening, te bepalen met inacht- neming van het gestelde in artikel A1, lid 2;
b. de achterstallige rente;
c. de rente wegens te late betaling van rente en aflossing, over ten hoogste de eerste 365 dagen na het begin van het ontstaan van de betalingsachterstand;
d. door de geldgever betaalde premies van verzekeringen tegen brand- en stormschade aan de woning indien de geldnemer in verzuim is met de betaling van dergelijke premies;
e. door de geldgever bij dreigende gedwongen onderhandse of executoriale verkoop van de woning betaalde premies van een door de geldnemer gesloten levensverzekering indien de geldnemer in verzuim is met de betaling van deze premies en voor zover betaling daarvan van belang is ter beperking van verhaalmogelijkheden en/of het verlies;
f. kosten van schoonmaak, dringend onderhoud en herstel;
g. bij executoriale verkoop: de kosten, die zijn gemaakt voor het deurwaardersexploot, de veilingbiljetten, de verkoop- en/ of veilingadvertenties, het kadastraal onderzoek, de oproeper, de zaalhuur, de inzetpremie (onder welke xxxx- xxxx dan ook), griffierechten, procureurskosten en de make- laarscourtage;
h. bij gedwongen onderhandse verkoop: de makelaarscour- tage, de advertentiekosten en eventuele andere kosten, die ertoe strekken een gedwongen onderhandse verkoop van de woning mogelijk te maken in geval van beslaglegging, faillis- sement, surséance van betaling en bij een wettelijke schuld- saneringsregeling, indien daardoor een per saldo lager verlies is te verwachten dan bij executoriale verkoop en
welke kosten niet de afkoop van vorderingen van derden betreffen;
i. de kosten van één taxatie, of, indien de president van de rechtbank tot een recenter opgemaakt taxatierapport heeft verplicht: de kosten van twee taxaties;
j. de kosten van het in de openbare registers doorhalen van de 1
inschrijving van de hypotheek;
k. de gerechtskosten voor zover die rechtstreeks verband houden met de uitwinning;
l. de buitengerechtelijke kosten voor zover die rechtstreeks verband houden met de uitwinning;
m. de achterstallige bijdragen aan de vereniging van eigenaren;
n. de achterstallige canonverplichtingen;
o. de verschuldigde Onroerende Zaak Belasting en Rioolrecht;
p. overige kosten die worden gemaakt ter beperking van het verlies, voor zover deze vooraf zijn goedgekeurd door de stichting.
Onder verlies wordt niet verstaan de boete die eventueel is verschuldigd bij vervroegde algehele aflossing van de lening.
ARTIKEL B14
Melding algehele aflossing
1. De geldgever is verplicht aan de stichting melding te maken van (een) gewaarborgde lening(en) die is (zijn) afgelost.
2. De melding dient het bij de automatische incasso van de borgtochtprovisie toegekende garantienummer en de NAW- gegevens te bevatten.
ARTIKEL B15
Verkoop binnen zes maanden na aankoop
De geldgever is, in geval van verkoop van de woning binnen zes maanden na aankoop, verplicht bij een door hem geën- tameerde onderhandse executoriale verkoop dan wel gedwongen onderhandse verkoop of openbare executoriale verkoop in de koopovereenkomst respectievelijk in de veilingvoorwaarden clausules van de volgende strekking op te (doen) nemen:
voorwaarden & normen 2008
“Voor de berekening van de overdrachtsbelasting wordt een beroep gedaan op vermindering van de grondslagwaarde, omdat de verkoper of zijn rechtsvoorganger(s) het verkochte heeft verkregen binnen zes maanden voor de levering aan koper. Xxxxx keert aan verkoper het verschil uit tussen het bedrag dat aan overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn zonder vorenbe- doelde vermindering en het werkelijke aan overdrachtsbelasting verschuldigd bedrag.”
DEEL 4: SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL C1
Mededeling normen, algemene voorwaarden voor borgtocht en deelnemende gemeenten
1. De stichting zal de geldgevers met wie zij een standaard- overeenkomst van borgtocht heeft gesloten, schriftelijk in
12 kennis stellen van:
a. de Normen en wijzigingen daarvan;
b. de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht en wijzigingen daarvan;
c. de deelnemende gemeenten en wijzigingen daarin;
d. de door de geldgever te gebruiken formulieren.
2. Wijzigingen van de Normen, van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht en van de formulieren treden niet eerder in werking dan op een datum die ten minste twee maanden later zal liggen dan de datum van toezending daarvan aan de geldgevers.
ARTIKEL C2
Ingangsdatum
voorwaarden & normen 2008
Deze Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008 treden in werking op 1 januari 2008 en treden per genoemde datum in de plaats van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2007. De Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008 zijn van toepassing op borgtochten voor geldleningen waarvoor vanaf 1 januari 2008 de offerte wordt uitgebracht.
DEEL 4: SLOTBEPALINGEN
Gewijzigd t.o.v. 2007:
Artikel C2: gewijzigd zijn de jaartallen.
Normen 2008
voorwaarden & normen 2008
13
1 ALGEMEEN
1.1 Normen
Nationale Hypotheek Garantie is mogelijk voor een lening ten behoeve van het verkrijgen in eigendom van een woning, voor een lening in verband met kwaliteitsverbetering van een woning die de geldnemer(s) in eigendom toebehoort en
4 voor een aanvullende lening in het kader van de Woonlastenfaciliteit.
De Normen 2008 betreffen de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor een Nationale Hypotheek Garantie en zijn van toepassing op borgtochten voor leningen waarvoor vanaf 1 januari 2008 de offerte wordt uitgebracht.
In de Normen 2008 worden dezelfde definities gehanteerd als in de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008, tenzij anders is aangegeven.
Aan de geldgevers met wie de stichting een standaard- overeenkomst van borgtocht heeft afgesloten, verleent de stichting:
1. mandaat om op grond van de Normen 2008 namens de stichting beslissingen te nemen op aanvragen voor Nationale Hypotheek Garantie;
2. machtiging om namens de stichting de door geldnemers aan de stichting verschuldigde vergoedingen voor borg- tochten (borgtochtprovisie) te innen.
De beslissingsbevoegde organen van genoemde geldgevers zijn bevoegd van de onder 1. respectievelijk 2. verleende bevoegdheden, ondermandaat respectievelijk machtiging te verlenen.
voorwaarden & normen 2008
De geldgever is verantwoordelijk voor de toetsing. Indien een toetsuitslag negatief is, dient (dienen) de aanvrager(s) hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gebracht conform de model-afwijzingsbrief (zie Bijlagen).
1.2 Hardheidsclausule
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen kan in bijzon- dere gevallen afwijking toestaan van de Normen 2008 indien de gevolgen van handhaving ervan jegens een aanvrager onevenredige gevolgen zou hebben in verhouding tot het met de bepaling te dienen doel. Een gemotiveerd schriftelijk verzoek hiertoe dient door of namens de aanvrager(s) te worden gericht aan de stichting.
1.3 Gemeenten
Nationale Hypotheek Garantie is mogelijk in alle gemeenten in Nederland.
1.4 Schuldenaarschap
Degene wiens inkomen noodzakelijk is voor het verkrijgen van de Nationale Hypotheek Garantie, moet naast bewoner ook eigenaar en hoofdelijk (mede)schuldenaar voor de lening zijn.
Indien iemand (mede-)eigenaar van de woning is, moet deze ook (hoofdelijk) schuldenaar en bewoner zijn.
Indien iemand die geen eigenaar van de woning is, wel geheel of gedeeltelijk aansprakelijk wordt voor de lening, wordt hiermee voor de beoordeling van de Nationale Hypotheek Garantie geen rekening gehouden.
Een constructie waarbij een derde (geen eigenaar-bewoner) borg wil staan voor de lening of voor een gedeelte daarvan, is niet toegestaan.
1.5 Identiteitsbewijs
Iedere aanvrager dient een geldig identiteitsbewijs te over- leggen waaruit de nationaliteit blijkt. Een aanvrager die niet de Nederlandse of Zwitserse nationaliteit of de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte bezit, dient blijkens een vreemdelingendocument te beschikken over een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd in Nederland. Indien sprake is van meerdere aanvragers en één aanvrager voldoet volledig aan de Normen van de Nationale Hypotheek Garantie en het inkomen van de mede-aanvrager is niet benodigd voor het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie, kan de mede-aanvrager volstaan met een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd in Nederland.
1.6 Koopsom
Gewijzigd t.o.v. 2007:
Norm 1.1: gewijzigd zijn de jaartallen. Norm 1.2: gewijzigd is het jaartal.
Norm 1.8: gewijzigd is het percentage.
De koopsom van de woning dient te blijken uit een schrifte- lijke koopovereenkomst of koop-/aannemingsovereen- komst, die is ondertekend door de geldnemer(s)/koper(s) en de verkoper(s). Indien de woning wordt gekocht op de veiling, dient de koopsom te blijken uit de veilingakte (akte van gunning).
2 OPSCHORTENDE VOORWAARDEN
1.7 Erfpachtovereenkomst
Bij woningen waarvan de grond in erfpacht is uitgegeven en de erfpachtovereenkomst is gesloten voor 1 januari 1992, mag de (resterende) duur van het recht van erfpacht niet korter zijn dan de helft van de looptijd van de lening, tenzij in de overeenkomst is opgenomen dat het recht van erfpacht na de (resterende) duur onvoorwaardelijk wordt verlengd.
1.8 Borgtochtprovisie
De door de geldnemer te betalen borgtochtprovisie bedraagt 0,45% van de lening. Bij het (gedeeltelijk) vervallen van de borgtocht vindt geen (gedeeltelijke) restitutie van de betaalde borgtochtprovisie plaats. Indien sprake is van een eenmalige (premie)storting (zie Norm 12.8) ten behoeve van een meeverbonden levensverzekering of beleggingsover- eenkomst die tegelijk met het afsluiten van de lening plaats- vindt, wordt de borgtochtprovisie berekend over de lening, verminderd met het bedrag van de eenmalige (premie)storting.
Voor het verkrijgen van Nationale Hypotheek Garantie dient de aanvraag op het moment van offreren te voldoen aan de Normen. Het is toegestaan Nationale Hypotheek Garantie te verstrekken met een opschortende voorwaarde, indien:
a. feitelijke bewoning nog niet mogelijk is vanwege een over- gangssituatie, bijvoorbeeld wanneer de door de verkoper 15
aangekochte nieuwbouwwoning nog niet is opgeleverd;
b. ten behoeve van de financiering van de huidige woning garantie (gemeentegarantie dan wel Nationale Hypotheek Garantie) is verstrekt, of de financieringslasten van beide woningen samen niet vallen binnen de Normen;
c. een polis van levensverzekering ter aflossing van de lening met Nationale Hypotheek Garantie ten tijde van het passeren nog niet kan worden verpand omdat de acceptatie van de polis nog niet is afgerond;
d. een bestaande polis van levensverzekering of beleggings- overeenkomst ter aflossing van de lening met Nationale Hypotheek Garantie ten tijde van het passeren nog niet kan worden verpand aan de lening omdat deze nog is verpand aan een andere lening;
e. sprake is van aanvrager(s) die in een echtscheidingsproce- dure is (zijn) verwikkeld en de echtscheiding wel is uitge- sproken, maar nog niet is ingeschreven in de openbare registers;
f. sprake is van de aankoop van een woning ten behoeve van een voorgenomen samenvoeging met een andere woning en een daarmee samenhangende verbouwing tot één woning en de samenvoeging nog niet is gerealiseerd.
voorwaarden & normen 2008
De opschortende voorwaarde vervalt op het tijdstip dat aan de desbetreffende Norm is voldaan.
3 KREDIETWAARDIGHEID 4 TAXATIERAPPORT EN
BOUWKUNDIG RAPPORT
3.1 BKR
De geldgever dient van elke aanvrager die aansprakelijk is voor de lening een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel.
16
Indien een aanvrager thans woonachtig is in dan wel de nati- onaliteit heeft van België, Duitsland, Oostenrijk of Italië dient de geldgever tevens door tussenkomst van het BKR in het desbetreffende land een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen. Dit is voor België de Nationale Bank België (NBB-toetsing), voor Duitsland Bundesschufa (Schufa-toetsing), voor Oostenrijk bureau KSV (KSV-toet- sing) en voor Italië bureau CRIF (CRIF-toetsing).
Een Nationale Hypotheek Garantie wordt (met uitzondering van het gestelde in de volgende alinea) niet verleend indien:
1. uit de werkgeversverklaring blijkt dat sprake is van loon- beslag en/of
2. uit de opgave van het BKR blijkt dat sprake is van:
- een code 1 tot en met 4, of
- een nog lopende schuldregeling (SR), of
- een A-registratie.
Geen belemmering voor de verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie vormen A- of A1-registraties waarbij:
- blijkens de opgave van het BKR een herstelcode (H) is vermeld, of
- blijkens de opgave van het BKR de desbetreffende lening is afgelost, of
- blijkens een verklaring van de desbetreffende geldgever de achterstanden zijn ingelopen of de lening is afgelost.
Geen belemmering voor de verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie vormen 2-, 3-, A2- of A3-registraties met een praktisch laatste aflosdatum in het BKR, indien de aanvrager schriftelijk kan aantonen dat deze registratie het gevolg is van een finale kwijting van de vordering door de stichting (zie deel 1: definitie a.), zonder afkoop- of betalingsregeling.
3.2 SFH
voorwaarden & normen 2008
De geldgever dient van elke aanvrager die aansprakelijk is voor de lening een opgave op te vragen bij de Stichting Fraudepreventie Hypotheken (SFH).
Een Nationale Hypotheek Garantie wordt niet verleend indien een aanvrager is opgenomen in het SFH-systeem.
4.1 Taxatierapport
De onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik dient te blijken uit een volledig ingevuld taxatierapport met dezelfde gegevens als het laatst uitgegeven model-taxatie- rapport financiering woonruimte, vastgesteld door:
- het Contactorgaan Hypothecair Financiers (CHF);
- de Landelijke Makelaars Vereniging in onroerende zaken (LMV);
- de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen (NVM);
- de Vereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT) en
- de Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed (VBO).
Het taxatierapport dient te zijn opgemaakt door een persoon die is ingeschreven in het register van:
- de Stichting VastgoedCert, kamer Wonen/MKB, of
- de Stichting Certificering VBO-Makelaars (VBO).
De taxateur dient lid te zijn van één van de volgende brancheverenigingen:
- de Landelijke Makelaars Vereniging (LMV);
- de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM);
- de Nederlandse Vereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT);
- de Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed (VBO);
- de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR).
De taxateur dient het taxatierapport op te maken op basis van plaatselijke bekendheid.
Degene die het taxatierapport opmaakt, mag noch direct, noch indirect betrokken zijn bij de koop, verkoop, bemidde- ling, financiering, geldnemer/koper, verkoper, bemiddelaar of geldgever.
Het taxatierapport mag op het moment van offreren van de lening niet ouder zijn dan 12 maanden.
Gewijzigd t.o.v. 2007:
Norm 4.1: toegevoegd is:
De taxateur dient lid te zijn van één van de volgende brancheverenigingen: LMV, NVM, RVT, VBO, NVR.
De taxateur dient het taxatierapport op te maken op basis van plaatselijke bekendheid.
Bij verkoop van een complex bestaande woningen (verkoop huurwoningen) kan worden volstaan met een taxatierapport voor het gehele complex, onder de voorwaarde dat in het taxatierapport expliciet is aangegeven voor welke woningen het rapport geldt. Indien sprake is van verschillen in waarde dan wel verschillen in achterstallig onderhoud en/of kwali-
Gewijzigd t.o.v. 2007:
Norm 3: ‘3’ is gewijzigd in ‘3.1 BKR’. Norm 3.2 is toegevoegd.
5 LENING
teitsverbetering, dienen in het taxatierapport de relevante gegevens per woning te zijn aangegeven.
In het taxatierapport dient expliciet te zijn aangegeven of de kosten van eventueel direct noodzakelijk herstel van achter- stallig onderhoud naar schatting maximaal 10% dan wel meer dan 10% van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik zullen bedragen. Bij de inschatting van de kosten van herstel van achterstallig onderhoud dient te worden uitgegaan van uitvoering van de werkzaamheden door derden.
Indien uit het taxatierapport blijkt dat sprake is van een sloop/handhavenafweging, is Nationale Hypotheek Garantie niet mogelijk.
4.2 Bouwkundig rapport bij aankoop
Bij aankoop van een woning dient een bouwkundig rapport te worden opgemaakt indien uit het taxatierapport blijkt dat:
- de kosten van direct noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud naar schatting meer bedragen dan 10% van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik, of
- xxxxx xxxxxxxxxx onderzoek aanbeveling verdient, of
- sprake is van een appartement met een bouwjaar van 1940 of eerder, tenzij uit het taxatierapport blijkt dat na 1940 een totale renovatie heeft plaatsgevonden.
Het bouwkundig rapport dient te zijn opgemaakt door:
- de gemeente, of
- de vereniging eigen huis, of
- een bouwkundig bedrijf dat als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, zoals een architectenbureau, een bouwkundig adviesbureau, een aannemingsbedrijf of een (bouwkundig) schade-expertisebureau.
Indien het bouwkundig rapport wordt opgemaakt door een bouwkundig bedrijf, dient het bouwkundig rapport te worden opgemaakt overeenkomstig het model-bouwkundig rapport voor de Nationale Hypotheek Garantie (zie Bijlagen).
Degene die het bouwkundig rapport opmaakt, mag noch direct, noch indirect betrokken zijn bij de koop, verkoop, bemiddeling of financiering, met geldnemer/koper, verkoper, bemiddelaar of geldgever.
Het bouwkundig rapport mag op het moment van offreren van de lening niet ouder zijn dan 12 maanden.
De kosten van het direct noodzakelijk herstel dienen - ook indien de werkzaamheden in eigen beheer plaats zullen vinden - te worden bepaald op basis van uitvoering door derden.
5.1 Leningsvormen
Het is toegestaan dat een deel van de lening aflossingsvrij is, met dien verstande dat dit deel niet meer mag bedragen dan 50% van de waarde van de woning (zie deel 1:
definitie f.).
17
Bij aflossingsvormen waarbij het voor aflossing bestemde eindkapitaal niet vooraf vaststaat, dient het geprognosti- ceerde eindkapitaal voldoende te zijn om de lening aan het einde van de looptijd (behoudens een eventueel aflossings- vrij deel van de lening) volledig af te lossen. Het bruto rendement dat bij de prognose van het eindkapitaal maxi- maal mag worden gehanteerd, bedraagt 8%. Onder bruto rendement wordt verstaan het rendement voor aftrek van alle kosten.
5.2 Personeelsfinanciering
Bij een lening verstrekt door de werkgever mag de lening bij beëindiging van het dienstverband niet opeisbaar zijn. Indien een eventuele rentekorting vervalt bij het beëindigen van het dienstverband, mag bij de toetsing met deze rente- korting geen rekening worden gehouden.
5.3 Betalingstermijnen
De betalingstermijn dient maandelijks vooraf dan wel achteraf in rekening te worden gebracht. Er bestaat geen bezwaar tegen betaling voor een langere periode dan een maand, onder de voorwaarde dat sprake is van betaling vooraf.
5.4 Extra aflossing / eenmalige (premie)storting
In gevallen waarin de geldnemer door middel van extra aflossingen zijn financieringslast dient te verlagen, dienen de verschuldigde termijnen voor aflossingen in de maand- termijnen te worden opgenomen, behoudens extra aflos- singen uit subsidiebijdragen.
Voor extra aflossingen kunnen extra (premie)stortingen ten behoeve van een meeverbonden levensverzekering of een beleggingsovereenkomst in de plaats worden gesteld.
voorwaarden & normen 2008
Indien sprake is van een leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, dienen de verplichte extra aflossingen eerst te worden aangewend voor het extra aflossen van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is.
Indien een reeds lopende polis van levensverzekering of een beleggingsovereenkomst aan een lening wordt mee- verbonden, kan de opgebouwde (afkoop)waarde worden beschouwd als een eenmalige (premie)storting zoals hier- voor bedoeld (zie Norm 12.8).
6 AANKOOP BESTAANDE WONING
5.5 Overlijdensrisicoverzekering
Gedurende de periode dat de lening meer bedraagt dan 80% van de waarde van de woning (zie deel 1: definitie f.), dient sprake te zijn van een overlijdensrisicoverzekering, mini- maal gelijk aan de overschrijding.
18 De rechten en aanspraken uit hoofde van de overlijdensrisi- coverzekering moeten worden verpand aan de geldgever. Het vereiste van een overlijdensrisicoverzekering geldt voor elke eigenaar-bewoner wiens inkomen noodzakelijk is voor het verkrijgen van de Nationale Hypotheek Garantie.
De kosten van het verkrijgen in eigendom bestaan uit:
a. het laagste bedrag van de koopsom kosten koper (exclusief roerende zaken) of de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik blijkens een taxatierapport (zie Norm 4.1);
b. kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening;
c de kosten van kwaliteitsverbetering;
d een blijkens de koopovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het totale toekomstig onderhoud van de woning;
e een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
x. xxxxxxxxxxx met 12% van de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten.
Indien sprake is van een koopsom vrij op naam geldt als koopsom kosten koper (a), een bedrag ter hoogte van 93% van de koopsom vrij op naam.
De som van a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan
€ 265.000,-.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit het taxatierapport of bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en het bedrag is hoger dan € 2.500,-, geldt een depotverplichting.
voorwaarden & normen 2008
Indien sprake is van een verplichting tot het overleggen van een bouwkundig rapport, maken de daarin vermelde kosten van direct noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud deel uit van de kosten van het verkrijgen in eigendom en is de aanvrager verplicht de werkzaamheden uit te (laten) voeren.
7 AANKOOP NIEUWBOUWWONING OF BOUW IN EIGEN BEHEER
7.1 Aankoop nieuwbouwwoning
De kosten van het verkrijgen in eigendom bestaan uit:
x. xx xxxx-/aannemingssom, eventueel (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom) vermeer- derd met:
- de kosten van onroerende installaties;
- de kosten van risicoverrekening;
- het architectenhonorarium;
- de kosten van dagelijks toezicht;
- de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond en/of aannemings- overeenkomst;
- de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen;
- de legeskosten;
- de omzetbelasting.
b. de kosten van meerwerk blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie;
c. de kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening;
d. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het totale toekomstig onderhoud van de woning;
e. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
x. xxxxxxxxxxx met 8% van de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten.
De som van a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan
€ 265.000,-.
Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan derhalve geen onderdeel uitmaakt van de koop-/ aannemingssom, dient de som van a. te worden vermeer- derd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering.
Indien bij nieuwbouwwoningen sprake is van inbreng van eigen middelen, dan dienen deze middelen te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen.
voorwaarden & normen 2008
Voor alle kosten geldt een depotverplichting.
7.2 Bouw in eigen beheer
De kosten van het verkrijgen in eigendom bestaan uit:
a. de kosten van de woning volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf (zie Norm 4.2), die een specificatie dient te bevatten van de kosten bij uitvoering van de werkzaam-
heden in eigen beheer of via eigen werk (indien en voor 19
zover niet begrepen onder de begroting) vermeerderd met:
- de kosten van onroerende installaties;
- de kosten van risicoverrekening;
- het architectenhonorarium;
- de kosten van dagelijks toezicht;
- de rente verschuldigd over vervallen termijnen uit hoofde van de aankoop van grond;
- de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen;
- de legeskosten;
- de omzetbelasting.
b de kosten van de grond;
c. de kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening;
d. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het totale toekomstig onderhoud van de woning;
e. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
x. xxxxxxxxxxx met 8% van de som van a. tot en met e. voor bijkomende kosten.
De som van a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan
€ 265.000,-.
Indien de grond reeds in eigendom is, geldt als kosten van de grond (b.) de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering.
Indien bij bouw in eigen beheer sprake is van inbreng van eigen middelen, dan dienen deze middelen te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen.
Voor alle kosten geldt een depotverplichting.
8 AANKOOP WOONWAGEN EN/OF WOONWAGENSTANDPLAATS
8.1 Aankoop woonwagen
De kosten van het verkrijgen in eigendom van een woon- wagen bestaan uit:
a. de koopsom of koop-/aannemingssom;
b. de kosten van het vervoer naar en het opstellen op de
20 standplaats;
c. de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen;
d. de kosten van meerwerk of kwaliteitsverbetering;
e. de kosten van taxatie (bij een bestaande woonwagen);
f. de kosten verbonden aan het vestigen van een notarieel pandrecht op de woonwagen;
g. de kosten verbonden aan het aangaan van de lening;
h. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
i. de kosten van het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie.
De som van a. tot en met c. bedraagt maximaal de onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik blijkens een taxatierapport (zie Norm 4.1).
De som van a. tot en met i. mag niet meer bedragen dan
€ 62.000,-.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit het taxatierapport of bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en het bedrag is hoger dan € 2.500,-, geldt een depotverplichting.
8.2 Aankoop woonwagenstandplaats
De kosten van het verkrijgen in eigendom van een woonwa- genstandplaats bestaan uit:
a. de koopsom kosten koper (exclusief roerende zaken);
b. de overdrachtsbelasting;
c. de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen;
d. de kosten verbonden aan het vestigen van een notarieel hypotheekrecht op de woonwagenstandplaats;
e. de kosten verbonden aan het aangaan van de lening;
f. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
voorwaarden & normen 2008
g. de kosten van het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie.
De som van a. tot en met g. mag niet meer bedragen dan
€ 45.000,-.
8.3 Toetsing
De toetsing ten aanzien van een woonwagen en/of woon- wagenstandplaats wordt uitgevoerd door de stichting.
De stichting brengt hiervoor een bedrag van € 60,- in rekening.
Indien de woonwagenstandplaats wordt gehuurd, wordt de huurprijs in de toetsing ten aanzien van de woonwagen betrokken als een financiële verplichting.
9 VERGROTEN EIGENDOM
9.1 Nieuwe lening mede ter aflossing van een
bestaande lening in verband met scheiding of
verwerving uit onverdeelde boedel op grond van erfopvolging
Voorwaarde is dat de notariële akte van levering ter uitvoe- ring van de verdeling nog niet is ingeschreven in de open- bare registers.
Indien sprake is van een nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening, mag de lening niet meer bedragen dan de som van:
a. het door de aanvrager af te lossen deel van de restantschuld van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
b. het deel van de waarde van de woning dat door de aanvrager aan de vertrekkende partner of overige erfgenamen moet worden vergoed conform de notariële akte van levering ter uitvoering van de verdeling;
c. de kosten van kwaliteitsverbetering;
d. de kosten van het bouwkundig rapport en/of het taxatie- rapport;
e. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
f de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
g. de kosten van verwerving en financiering.
De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik.
Indien de kosten vermeld onder d., f. en g. bij het offreren van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
Bij de bepaling van de restantschuld van de bestaande hypo- thecaire en/of fiscale lening(en) behoeft de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) en/of beleggingsovereenkomst(en) niet op de restant- hoofdsom van de hypothecaire en/of fiscale lening(en) in mindering te worden gebracht.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit het taxatierapport of bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en het bedrag is hoger dan € 2.500,-, geldt een depotverplichting.
21
De som van a. tot en met g. mag niet meer bedragen dan
€ 265.000,-. Bij woonwagens mag de som van a. tot en met
g. niet meer bedragen dan € 62.000,-, bij woonwagenstand- plaatsen niet meer dan € 45.000,-.
9.2 Aanvullende lening in verband met scheiding of verwerving uit onverdeelde boedel op grond van erfopvolging
Voorwaarde is dat de notariële akte van levering ter uit- voering van de verdeling nog niet is ingeschreven in de openbare registers.
Een aanvullende lening is mogelijk onder de voorwaarde dat:
- de som van het aandeel van de aanvrager in de restant- schuld van de bestaande hypothecaire lening(en) en het deel van de waarde van de woning dat door de aanvrager aan de vertrekkende partner of overige erfgenamen moet worden vergoed conform de notariële akte van levering ter uitvoe- ring van de verdeling niet meer bedraagt dan de onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik;
- tot zekerheid voor de vordering(en) uit hoofde van de aanvullende lening een eerste dan wel tweede hypotheek of een eerste dan wel tweede pandrecht op de woning wordt gevestigd overeenkomstig artikel A2, lid 2, van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008;
- deze wordt afgesloten bij de geldgever van de bestaande lening.
Indien sprake is van een aanvullende lening, mag de lening niet meer bedragen dan de som van:
a. het bedrag dat door de aanvrager aan de vertrekkende partner of overige erfgenamen voor de woning moet worden vergoed conform de notariële akte van levering ter uit- voering van de verdeling;
b. de kosten van kwaliteitsverbetering;
c. de kosten van het bouwkundig rapport en/of het taxatie- rapport;
voorwaarden & normen 2008
d. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
e. de kosten van verwerving en financiering.
Indien de kosten vermeld onder c. en e. bij het offreren van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
Bij de bepaling van de restantschuld van de bestaande hypo- thecaire lening(en) behoeft de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) en/of beleg- gingsovereenkomsten niet op de restanthoofdsom van de lening(en) in mindering te worden gebracht. De borgstelling
22 van de Nationale Hypotheek Garantie heeft betrekking op de aanvullende lening. De borgtochtprovisie wordt berekend over de som van:
1. de restantschuld van de bestaande hypothecaire lening(en), en
2. de aanvullende lening.
Indien ten aanzien van de bestaande hypothecaire lening reeds sprake is van Nationale Hypotheek Garantie, wordt de borgtochtprovisie berekend over de aanvullende lening.
De totaalsom van de bestaande lening en de aanvullende lening dient overeenkomstig Norm 12.1 in de toetsing te worden betrokken.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit het taxatierapport of bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en het bedrag is hoger dan € 2.500,-, geldt een depotverplichting.
De som van a. tot en met x. xxxxxxxxxxx met de restant- schuld van de bestaande hypothecaire lening(en) mag niet meer bedragen dan € 265.000,-. Bij woonwagens mag de som van a. tot en met e. vermeerderd met de restantschuld van de bestaande lening(en) niet meer bedragen dan
€ 62.000,-, bij woonwagenstandplaatsen niet meer dan
€ 45.000,-.
9.3 Nieuwe lening mede ter aflossing van een
bestaande lening in verband met afkoop erfpacht- canon of verkrijgen van het recht van volle
eigendom van de grond
Voorwaarde is dat het recht van erfpacht na afkoop van de canonverplichtingen gedurende de looptijd van de lening niet kan eindigen door:
- tijdsverloop, of
- opzegging, zonder een passende vergoeding voor de waarde van de opstal.
voorwaarden & normen 2008
Indien sprake is van een nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening, mag de lening niet meer bedragen dan de som van:
a. de restantschuld van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
b. de totale kosten van de afkoop van de toekomstige canon- verplichtingen dan wel het verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond;
c. de kosten van kwaliteitsverbetering;
d. de kosten van het bouwkundig rapport en/of het taxatie- rapport;
e. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
f. de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
g. de kosten van verwerving en financiering.
De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik zoals deze wordt getaxeerd na afkoop van de toekomstige canonver- plichting of het verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond.
Indien de kosten vermeld onder d., f. en g. bij het offreren van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
Bij de bepaling van de restantschuld van de bestaande hypo- thecaire en/of fiscale lening(en) behoeft de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) en/of beleggingsovereenkomst(en) niet op de restanthoofdsom van de hypothecaire en/of fiscale lening(en) in mindering te worden gebracht.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit het taxatierapport of bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en het bedrag is hoger dan € 2.500,-, geldt een depotverplichting.
De som van a. tot en met g. mag niet meer bedragen dan
€ 265.000,-. Bij woonwagens mag de som van a. tot en met
g. niet meer bedragen dan € 62.000,-, bij woonwagenstand- plaatsen niet meer dan € 45.000,-.
9.4 Aanvullende lening in verband met afkoop
erfpachtcanon of verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond
Voorwaarde is dat het recht van erfpacht na afkoop van de canonverplichtingen gedurende de looptijd van de lening niet kan eindigen door:
- tijdsverloop, of
- opzegging, zonder een passende vergoeding voor de waarde van de opstal.
Een aanvullende lening is mogelijk onder de voorwaarde dat:
- de som van de restantschuld van de bestaande hypothecaire lening(en) en de totale kosten van de afkoop van de toekom- stige canonverplichtingen dan wel het verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond niet meer bedraagt dan de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik zoals deze wordt getaxeerd na afkoop van de toekomstige canonverplichting of het verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond;
- tot zekerheid voor de vordering(en) uit hoofde van de aanvullende lening een eerste dan wel tweede hypotheek of eerste dan wel tweede pandrecht op de woning wordt geves- tigd overeenkomstig artikel A2, lid 2, van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008; indien sprake is van het verkrijgen van de volle eigendom van de grond door de erfpachter, dient het voormelde recht van eerste of tweede hypotheek te worden gevestigd op de woning en de daarbij behorende grond;
- deze wordt afgesloten bij de geldgever van de bestaande lening.
Indien sprake is van een aanvullende lening, mag de lening niet meer bedragen dan de som van:
a. de totale kosten van de afkoop van de toekomstige canon- verplichtingen dan wel het verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond;
b. de kosten van kwaliteitsverbetering;
c. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
d. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
e. de kosten van verwerving en financiering.
Indien de kosten vermeld onder c. en e. bij het offreren van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
voorwaarden & normen 2008
Bij de bepaling van de restantschuld van de bestaande hypo- thecaire lening(en) behoeft de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) en/of beleggingsovereenkomsten niet op de restanthoofdsom van de lening(en) in mindering te worden gebracht. De borgstel- ling van de Nationale Hypotheek Garantie heeft betrekking op de aanvullende lening. De borgtochtprovisie wordt bere- kend over de som van:
1. de restantschuld van de bestaande hypothecaire lening(en), en
2. de aanvullende lening.
Indien ten aanzien van de bestaande hypothecaire lening reeds sprake is van Nationale Hypotheek Garantie, wordt de borgtochtprovisie berekend over de aanvullende lening.
De totaalsom van de bestaande lening en de aanvullende
lening dient overeenkomstig Norm 12.1 in de toetsing te 23
worden betrokken.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit het taxatierapport of bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en het bedrag is hoger dan € 2.500,-, geldt een depotverplichting.
De som van a. tot en met x. xxxxxxxxxxx met de restant- schuld van de bestaande hypothecaire lening(en) mag niet meer bedragen dan € 265.000,-. Bij woonwagens mag de som van a. tot en met e. vermeerderd met de restantschuld van de bestaande lening(en) niet meer bedragen dan
€ 62.000,-, bij woonwagenstandplaatsen niet meer dan
€ 45.000,-.
10 KWALITEITSVERBETERING
10.1 Nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening
Indien sprake is van een nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening, mag de lening niet meer bedragen dan de som van:
24 a. de restantschuld van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en), tot een maximum van de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik voordat de kwali- teitsverbetering is uitgevoerd;
b. de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
c. de kosten van kwaliteitsverbetering;
d. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
e. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
f. de kosten van financiering.
Indien de kosten vermeld onder b., d. en f. bij het offreren van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
Bij de bepaling van de restantschuld van de bestaande hypo- thecaire en/of fiscale lening(en) behoeft de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) en/of beleggingsovereenkomst(en) niet op de restanthoofdsom van de hypothecaire en/of fiscale lening(en) in mindering te worden gebracht.
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit een taxatierapport of een bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie.
Ten aanzien van de kwaliteitsverbetering geldt een depot- verplichting indien het bedrag hoger is dan € 2.500,-.
De som van a. tot en met f. mag niet meer bedragen dan
€ 265.000,-. Bij woonwagens mag de som van a. tot en met
voorwaarden & normen 2008
f. niet meer bedragen dan € 62.000,-, bij woonwagenstand- plaatsen niet meer dan € 45.000,-.
10.2 Aanvullende lening
Een aanvullende lening is mogelijk onder de voorwaarde dat:
- de restantschuld van de bestaande hypothecaire lening(en) niet meer bedraagt dan de onderhandse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik voordat de kwaliteitsverbetering is uitgevoerd;
- tot zekerheid voor de vordering(en) uit hoofde van de aanvullende lening een eerste dan wel tweede hypotheek en/ of een eerste dan wel tweede pandrecht op de woning wordt gevestigd overeenkomstig artikel A2, lid 2, van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008;
- deze wordt afgesloten bij de geldgever van de bestaande lening.
Indien sprake is van een aanvullende lening, mag de lening niet meer bedragen dan de som van:
a. de kosten van de kwaliteitsverbetering;
b. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
c. een eenmalige premiestorting in verband met een verzeke- ring die (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
d. de kosten van financiering.
Indien de kosten vermeld onder b. en d. bij het offreren van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
Bij de bepaling van de restantschuld van de bestaande hypo- thecaire lening(en) behoeft de (afkoop)waarde van de tot zekerheid meeverbonden levensverzekering(en) en/of beleg- gingsovereenkomst(en) niet op de restanthoofdsom van de lening(en) in mindering te worden gebracht.
De borgstelling van de Nationale Hypotheek Garantie heeft betrekking op de aanvullende lening.
De borgtochtprovisie wordt berekend over de som van:
1. de restantschuld van de bestaande hypothecaire lening(en), en
2. de aanvullende lening.
Indien ten aanzien van de bestaande hypothecaire lening reeds sprake is van Nationale Hypotheek Garantie, wordt de borgtochtprovisie berekend over de aanvullende lening.
De totaalsom van de bestaande lening en de aanvullende lening dient overeenkomstig Norm 12.1 in de toetsing te worden betrokken.
11 BRON VAN INKOMEN
De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit een taxatierapport of een bouwkundig rapport of een door de aanvrager te overleggen specificatie.
Ten aanzien van de kwaliteitsverbetering geldt een depot- verplichting indien het bedrag hoger is dan € 2.500,-.
De som van a. tot en met x. xxxxxxxxxxx met de restant- schuld van de bestaande hypothecaire lening(en) mag niet meer bedragen dan € 265.000,-. Bij woonwagens mag de som van a. tot en met d. vermeerderd met de restantschuld van de bestaande lening(en) niet meer bedragen dan
€ 62.000,-, bij woonwagenstandplaatsen niet meer dan
€ 45.000,-.
11.1 Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Het brutoloon of -salaris dient te worden verkregen uit (een) arbeidsovereenkomst(en) voor onbepaalde tijd, waarvan de eventuele proeftijd is verstreken.
Uitgegaan mag worden van een in het vooruitzicht gestelde 25
inkomensverhoging indien:
1. deze verhoging ingaat uiterlijk 6 maanden na het moment van offreren van de lening, en
2. blijkens een verklaring van de werkgever sprake is van een onvoorwaardelijke inkomensverhoging.
Uitgegaan mag worden van het inkomen uit toekomstig dienstverband indien uit de arbeidsovereenkomst blijkt dat:
1. het dienstverband ingaat uiterlijk 6 maanden na het moment van offreren van de lening, en
2. het een dienstverband betreft voor onbepaalde tijd zonder proeftijd.
11.2 Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Het inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken, indien de eventuele proeftijd is verstreken en een verklaring van de werkgever wordt over- gelegd van de volgende strekking:
“Bij gelijkblijvend functioneren en ongewijzigde bedrijfsomstan- digheden wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij beëindiging daarvan opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.”
In de overige gevallen (behoudens Norm 11.3) kan het inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd uitsluitend worden meegenomen voor de duur van de reste- rende looptijd van de desbetreffende arbeidsovereenkomst, gerekend vanaf het moment van offreren van de lening. Voor de resterende looptijd van de lening wordt uitgegaan van het sociaal minimum (de huidige bijstandsuitkering) waarop recht bestaat voor het desbetreffende huishouden.
11.3 Flexibele en overige arbeidsrelaties
voorwaarden & normen 2008
Indien inkomen wordt genoten uit een flexibele arbeids- relatie (zoals seizoenswerk, uitzendwerk, werk als oproep- of invalkracht) of uit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarbij geen verklaring overeenkomstig Norm 11.2 wordt afgegeven of tijdens de proeftijd van een arbeidsovereen- komst, wordt het toetsinkomen vastgesteld op basis van de afgelopen 3 kalenderjaren. Voorts dient een werkgeversver- klaring te worden overgelegd waaruit blijkt dat inkomen wordt genoten uit een (flexibele) arbeidsrelatie.
Als toetsinkomen wordt gehanteerd het gemiddelde jaarin- komen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaar- opgaven van loonvervangende uitkeringen, tot maximaal
het jaarinkomen van het laatste kalenderjaar. Het aldus berekende inkomen kan voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken.
11.4 Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf
26 Indien inkomen genoten wordt uit een zelfstandig beroep of bedrijf dient hieruit minimaal de laatste 3 kalenderjaren
aaneengesloten inkomen genoten te zijn. Het inkomen is de gemiddelde nettowinst van de afgelopen 3 kalenderjaren tot maximaal de nettowinst genoten in het laatste kalenderjaar. Ter bepaling van de nettowinst is het onderdeel “fiscale winst uit onderneming” (tot 2004) of het onderdeel “saldo fiscale winstberekening” (2004 en later) van de aangifte IB leidend.
Het inkomen van een directeur-grootaandeelhouder dient te worden beschouwd als inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf, met dien verstande dat bij de toetsing dient te worden uitgegaan van het gemiddelde bedrag van de inkom- sten uit arbeid van de afgelopen 3 kalenderjaren, tot maxi- maal het bedrag van de inkomsten uit arbeid genoten in het laatste kalenderjaar.
Indien uiterlijk per 1 juli van enig jaar gegevens van het afge- lopen kalenderjaar niet beschikbaar zijn, dient te worden uitgegaan van de 3 kalenderjaren voorafgaande aan het afge- lopen jaar.
11.5 Sociale uitkering (niet blijvend)
Indien de aanvrager een sociale uitkering geniet die niet blij- vend van aard is, wordt ter bepaling van de toegestane finan- cieringslast vanaf het moment dat er geen zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering, uitgegaan van het sociaal minimum (= huidige bijstandsuitkering), waarop voor het desbetreffende huishouden recht bestaat.
11.6 Sociale uitkering (blijvend)
Onder een blijvende sociale uitkering wordt verstaan een uitkering waarop blijkens een toekenningsbesluit dan wel een schriftelijke verklaring van de uitkerende instantie, een recht voor een niet-beperkte periode bestaat. Het totale jaar- lijkse bedrag blijkens het toekenningsbesluit wordt tot het toetsinkomen gerekend.
11.7 Alimentatie
voorwaarden & normen 2008
Alimentatie ten gunste van de aanvrager (niet ten behoeve van de kinderen) die gebaseerd is op een rechterlijke uitspraak, dan wel is vastgelegd in de overeenkomst tot beëindiging van het geregistreerd partnerschap wordt gere- kend tot het inkomen voor de periode die is vastgesteld.
11.8 Naderend pensioen
Indien de geldnemer op het moment van offreren de leeftijd van 56 jaar heeft bereikt, wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inko- mensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de leeftijd van 65 jaar met het daarbij beho- rende financieringslastpercentage. Indien de geldnemer het voornemen heeft eerder met pensioen te gaan wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering.
11.9 Afname inkomen
Indien op het moment van afname van het inkomen (Norm 11.2, 11.5, 11.7 en 11.8) op basis van de huidige Normen de toegestane financieringslast lager zal zijn dan de werkelijke financieringslast, dient door middel van extra aflossingen een zodanig niveau van maandlasten te worden bereikt, dat de overblijvende financieringslast de toegestane financie- ringslast niet overschrijdt.
12 TOETSING
12.1 Financieringslast
De jaarlijkse financieringslasten worden getoetst op basis van de bij het toetsinkomen toegestane financieringslasten (zie Bijlagen).
Het berekende bedrag aan rente en aflossing is gelijk aan het bedrag begrepen in de betaling van rente en aflossing op basis van annuïteiten met een maandelijkse betaling achteraf.
Bij de berekening van de rente en aflossing wordt de looptijd van de lening (zie Norm 12.4) en de toetsrente van de lening (zie Norm 12.3) gehanteerd.
Indien beide partners inkomsten verwerven, kan voor de gehele looptijd van de lening rekening worden gehouden met het gezamenlijk toetsinkomen. Als financieringslast- percentage geldt het percentage dat behoort bij het hoogste toetsinkomen, voor vermindering met erfpachtcanon en alimentatie (zie Norm 12.2, lid m. en lid n.).
De aanvrager dient bij de aanvraag op te geven het deel van de lening waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is. Indien sprake is van een leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt de financieringslast die voortvloeit uit dit leningdeel berekend op basis van de volgende formule:
( Ann ~ K) ~ F
F – ( R + 3,0%-punt )
waarbij geldt:
Ann = annuïteitenfactor (=1: an p) met een betaling maandelijks achteraf en de volgens norm 12.3 en
12.4 berekende toetsrente en looptijd
K = de hoofdsom van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is
F = financieringslastpercentage R = toetsrente
De aldus berekende financieringslast van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt in minde- ring gebracht op de bij het inkomen behorende toegestane financieringslast. De maximale lening is in dit geval de lening die wordt berekend op basis van de resterende toege- stane financieringslast, vermeerderd met de hoofdsom van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is.
Indien de aanvrager(s) in het buitenland belastingplichtig is (zijn), wordt het bij het hoogste inkomen behorende finan- cieringslastpercentage verlaagd met de som van de toets- rente en 3,0%-punt.
Deze verlaging geldt niet indien blijkens een belastingver- drag sprake is van fiscale behandeling van de eigen woning in Nederland.
Indien bij tweeverdieners één van beiden in Nederland belastingplichtig is en het inkomen waarvoor men in 27
Nederland belastingplichtig is, groter is dan het inkomen waarvoor men belastingplichtig is in het buitenland, geldt het financieringslastpercentage dat behoort bij het inkomen van degene die in Nederland belastingplichtig is.
Is het inkomen waarvoor men belastingplichtig is in het buitenland groter dan het inkomen waarvoor men in Nederland belastingplichtig is, wordt het toegestane finan- cieringslastpercentage verlaagd met de som van de toets- rente en 3,0%-punt.
12.2 Toetsinkomen(s)
Het inkomen uit arbeid dient te blijken uit de werkgeversver- klaring. De werkgeversverklaring mag op het moment van offreren van de desbetreffende lening niet ouder zijn dan 3 maanden. De werkgeversverklaring dient te zijn opgemaakt conform de model-werkgeversverklaring (zie Bijlagen).
Onkostenvergoedingen, zoals reis- en representatiekosten- vergoedingen alsmede vergoedingen voor een ziektekosten- verzekering (bijvoorbeeld een interim-regeling voor ambtenaren), maken geen deel uit van het toetsinkomen.
Het toetsinkomen is de som van:
a. Xxxxxxxxxxxxxxxx;
b. Vakantietoeslag: het daadwerkelijke bedrag aan vakantietoe- slag of 100% van de waarde van de vakantiebonnen;
c. Pensioen-, AOW- of VUT-uitkering: de totale jaarlijkse uitke- ring uit pensioenfonds of -verzekering en/of AOW- (incl. vakantietoeslag) en/of VUT-uitkering;
d. Sociale uitkering (zie Norm 11.5 en 11.6);
e. Onregelmatigheidstoeslag, mits structureel: het bedrag over de laatste 12 maanden;
f. Provisie, mits structureel: het bedrag over de laatste 12 maanden;
g. Overwerk, mits structureel: het bedrag over de laatste 12 maanden;
h. Vaste 13e maand;
i. Vaste eindejaarsuitkering;
voorwaarden & normen 2008
j. Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf (zie Norm 11.4);
k. Alimentatie ten gunste van de aanvrager (zie Norm 11.7);
l. VEB-toelage.
Verminderd met:
m. Jaarlijkse erfpachtcanon;
n. Alimentatie ten gunste van de ex-partner.
12.3 Toetsrente
28 Indien de hypotheekrente van de lening 10 jaar of langer vaststaat, wordt voor de toetsing uitgegaan van de geof- freerde hypotheekrente.
Indien de (resterende) rentevastperiode korter dan 10 jaar is, dient te worden getoetst op de toetsrente van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen.
Indien er sprake is van een aanvullende lening en/of meer- dere leningdelen, dient de toetsrente als volgt te worden berekend. De rente wordt gewogen op basis van de hoofdsom en de (resterende) looptijd in maanden van elk(e) lening(deel). Deze weging dient als volgt plaats te vinden:
( K1 ~ L1 ~ R1)+( K2 ~ L2 ~ R2 ) + +( Xx x Xx x Xx )
( X0 ~ L1)+( K2 ~ L2 ) + +( Kn ~ Ln )
waarbij geldt:
K = hoofdsom van het leningdeel
L = (resterende) looptijd van het leningdeel in maanden
R = toetsrente van het leningdeel 1, 2, ..., n = aantal leningdelen
De aldus berekende rente dient rekenkundig te worden afgerond op 2 decimalen.
12.4 Looptijd
Bij de toetsing dient te worden uitgegaan van de geoffreerde looptijd met een maximum van 30 jaar.
Bij combinaties van leningen met verschillende looptijden wordt uitgegaan van de lening met de langste looptijd met een maximum van 30 jaar.
12.5 Aftrek overige financiële verplichtingen
voorwaarden & normen 2008
Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geld- leningen of andere vormen van kredieten dienen in minde- ring te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplich- tingen, tenzij de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven.
Bij alle overige geldleningen of andere vormen van kredieten geldt als betalingsverplichting een bedrag ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of de kredietlimiet.
Indien de werkelijke betalingsverplichting lager is dan 2% (op maandbasis), dient dit te blijken uit de desbetreffende overeenkomst.
Indien bij toepassing van Norm 11.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschou- wing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichtingen aantoonbaar sprake is van een zakelijke finan- ciële verplichting.
12.6 Periodieke bijdragen
Voor de toetsing van de financieringslast dient te worden uitgegaan van de lening verminderd met de contante waarde van de subsidiebedragen.
Indien de periodieke bijdragen noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van Nationale Hypotheek Garantie, is verpanding van het recht op de bijdragen aan de geldgever verplicht.
Ten aanzien van periodieke bijdragen op grond van de Wet bevordering eigenwoningbezit kan worden volstaan met stille verpanding.
12.7 Eenmalige bijdrage
Indien en voor zover de bijdrage een onderdeel van de totale financiering is, is verpanding van het recht op de bijdrage aan de geldgever verplicht en dient de eenmalige bijdrage
te worden aangewend als extra aflossing.
Voor de toetsing van de financieringslast dient te worden uitgegaan van de lening verminderd met de eenmalige bijdrage.
12.8 Extra (premie)storting
Een eenmalige (premie)storting ten behoeve van een meeverbonden levensverzekering of beleggingsover- eenkomst die tegelijk met het afsluiten van de lening plaats- vindt, komt in mindering op het bedrag van de lening waarvoor de Nationale Hypotheek Garantie wordt aange- vraagd.
De toetsing van de financieringslasten vindt plaats op basis van het verschil tussen de hoofdsom en de extra (premie)storting. De hoofdsom van de lening (zonder aftrek van de extra (premie)storting) mag niet meer bedragen dan de maximale kosten van het verkrijgen in eigendom van de woning.
13 WOONLASTENFACILITEIT; AANVULLENDE LENING
13.1 Definities
In deze Norm wordt verstaan onder NHG-lening: één (of meer) lening(en) met Nationale Hypotheek Garantie.
13.2 Doel van de Woonlastenfaciliteit
Indien sprake is van een (dreigende) betalingsachterstand op een NHG-lening kan door de geldgever eenmalig een aanvullende lening worden verstrekt voor de betaling van woonlasten. Hiermee wordt beoogd een betalingsprobleem te overbruggen teneinde gedwongen verkoop te voorkomen.
13.3 Voorwaarden voor toepassing van de Woonlastenfaciliteit
De Woonlastenfaciliteit wordt uitsluitend toegepast na voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting.
De stichting kan aan deze toestemming nadere voorwaarden verbinden.
Een aanvullende lening is mogelijk onder de voorwaarde dat:
a. sprake is van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, schei- ding of overlijden van de partner;
b. de som van de NHG-lening en de fiscale lening niet meer bedraagt dan € 265.000,- (€ 62.000,- en € 45.000,- voor woonwagens respectievelijk woonwagenstandplaatsen).
13.4 Voorwaarden voor de aanvullende lening
Ten aanzien van de aanvullende lening geldt als voorwaarde, dat:
a. deze maximaal bedraagt de uitkomst van de volgende formule: 1,5 x HR x K
waarbij geldt:
HR = de gewogen rente van de leningen, berekend overeen- komstig de formule in norm 12.3; hierbij dient als toetsrente de werkelijke rente te worden aangehouden.
K = de som van de NHG-lening en de fiscale lening;
b. deze wordt verstrekt door de geldgever van de NHG-lening;
c. deze aflossingsvrij wordt verstrekt;
voorwaarden & normen 2008
d. tot zekerheid voor de vordering(en) een eerste of tweede hypotheek- en/of pandrecht is of wordt gevestigd.
De gelden uit deze lening kunnen door de geldgever worden aangewend voor de betaling van:
a. de financieringskosten in verband met het verkrijgen van de aanvullende lening;
b. de verschuldigde rente van de aanvullende lening;
c. de achterstand(en) op de NHG-lening, de fiscale lening en 29
de overige financiële verplichtingen waarmee bij de toetsing van de laatst afgesloten NHG-lening rekening is gehouden;
d. maandelijkse rentebetalingen voor de NHG-lening en de fiscale lening, welke naar het oordeel van de geldgever noodzakelijk zijn ten behoeve van het doel van de Woonlastenfaciliteit.
13.5 Melding van de aanvullende lening
De geldgever dient de aanvullende lening aan de stichting te melden. Voor de aanvullende lening is geen borgtocht- provisie verschuldigd.
13.6 Overige Normen
Bij de toepassing van deze Norm mogen de volgende Normen buiten beschouwing worden gelaten:
1.7 (Erfpachtovereenkomst); 4 (Taxatierapport en bouw- kundig rapport); 5.1 (Leningsvormen) en 5.5 (Overlijdens- risicoverzekering).
Bij scheiding vervalt voor de vertrekkende partner de verplichting tevens bewoner van de woning te zijn.
Gewijzigd t.o.v. 2007:
Norm 13: verwijderd zijn 13.3 lid c. tot en met f. Norm 13.3: Toegevoegd is:
De Woonlastenfaciliteit wordt uitsluitend toegepast na voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting. De stichting kan aan deze toestemming nadere voor- waarden verbinden.
Norm 13.4: verwijderd zijn ‘gedurende een periode van maximaal 24 maanden’ en lid e.
normen 2008
30
voorwaarden & normen 2008
bijlagen
31
Bijlagen
voorwaarden & normen 2008
FINANCIERINGSLASTTABEL TOT 65 JAAR
voorwaarden & normen 2008
Toetsrente | |||||
Toets- inkomen | t/m 4,500% | 4,501 t/m 5,000% | 5,001 t/m 5,500% | 5,501t/m 6,000% | 6,001% en hoger |
vanaf € | |||||
0 | 23,9% | 24,1% | 24,3% | 24,5% | 24,7% |
17500 | 24,9% | 25,1% | 25,3% | 25,5% | 25,7% |
18000 | 25,9% | 26,1% | 26,3% | 26,5% | 26,7% |
18500 | 26,8% | 27,1% | 27,4% | 27,7% | 28,0% |
19000 | 27,3% | 27,6% | 27,9% | 28,2% | 28,5% |
19500 | 27,6% | 28,1% | 28,6% | 29,1% | 29,6% |
20000 | 27,9% | 28,5% | 29,1% | 29,7% | 30,3% |
20500 | 28,0% | 28,7% | 29,4% | 30,1% | 30,8% |
21000 | 28,1% | 28,9% | 29,7% | 30,5% | 31,3% |
22000 | 28,1% | 29,0% | 29,9% | 30,8% | 31,7% |
24000 | 28,2% | 29,1% | 30,0% | 30,9% | 31,8% |
25000 | 28,3% | 29,3% | 30,3% | 31,3% | 32,3% |
25500 | 28,4% | 29,4% | 30,4% | 31,4% | 32,4% |
26000 | 28,6% | 29,6% | 30,6% | 31,6% | 32,6% |
26500 | 28,8% | 29,8% | 30,8% | 31,8% | 32,8% |
27000 | 28,9% | 29,9% | 30,9% | 31,9% | 32,9% |
27500 | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% |
28000 | 29,2% | 30,2% | 31,2% | 32,2% | 33,2% |
28500 | 29,3% | 30,3% | 31,3% | 32,3% | 33,3% |
29000 | 29,4% | 30,4% | 31,4% | 32,4% | 33,4% |
29500 | 29,6% | 30,6% | 31,6% | 32,6% | 33,6% |
30000 | 29,7% | 30,7% | 31,7% | 32,7% | 33,7% |
30500 | 29,8% | 30,8% | 31,8% | 32,8% | 33,8% |
31000 | 29,9% | 30,9% | 31,9% | 32,9% | 33,9% |
40000 | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% |
41000 | 30,1% | 31,1% | 32,1% | 33,1% | 34,1% |
42500 | 30,2% | 31,2% | 32,2% | 33,2% | 34,2% |
43500 | 30,2% | 31,3% | 32,4% | 33,5% | 34,6% |
44000 | 30,3% | 31,4% | 32,5% | 33,6% | 34,7% |
44500 | 30,5% | 31,6% | 32,7% | 33,8% | 34,9% |
45000 | 30,6% | 31,7% | 32,8% | 33,9% | 35,0% |
45500 | 30,7% | 31,8% | 32,9% | 34,0% | 35,1% |
46000 | 30,8% | 31,9% | 33,0% | 34,1% | 35,2% |
46500 | 30,9% | 32,0% | 33,1% | 34,2% | 35,3% |
47000 | 31,0% | 32,1% | 33,2% | 34,3% | 35,4% |
47500 | 31,1% | 32,2% | 33,3% | 34,4% | 35,5% |
48000 | 31,2% | 32,3% | 33,4% | 34,5% | 35,6% |
48500 | 31,3% | 32,4% | 33,5% | 34,6% | 35,7% |
49000 | 31,4% | 32,5% | 33,6% | 34,7% | 35,8% |
49500 | 31,5% | 32,6% | 33,7% | 34,8% | 35,9% |
50000 | 31,6% | 32,7% | 33,8% | 34,9% | 36,0% |
50500 | 31,7% | 32,8% | 33,9% | 35,0% | 36,1% |
51000 | 31,8% | 32,9% | 34,0% | 35,1% | 36,2% |
51500 | 31,9% | 33,0% | 34,1% | 35,2% | 36,3% |
52000 | 32,0% | 33,1% | 34,2% | 35,3% | 36,4% |
52500 | 32,1% | 33,2% | 34,3% | 35,4% | 36,5% |
53000 | 32,2% | 33,3% | 34,4% | 35,5% | 36,6% |
53500 | 32,3% | 33,4% | 34,5% | 35,6% | 36,7% |
Toetsrente | |||||
Toets- inkomen | t/m 4,500% | 4,501 t/m 5,000% | 5,001 t/m 5,500% | 5,501t/m 6,000% | 6,001% en hoger |
vanaf € | |||||
54000 | 32,4% | 33,5% | 34,6% | 35,7% | 36,8% |
54500 | 32,5% | 33,6% | 34,7% | 35,8% | 36,9% |
55000 | 32,6% | 33,7% | 34,8% | 35,9% | 37,0% |
55500 | 32,7% | 33,8% | 34,9% | 36,0% | 37,1% |
56000 | 32,9% | 34,0% | 35,1% | 36,2% | 37,3% |
56500 | 33,0% | 34,1% | 35,2% | 36,3% | 37,4% |
57000 | 33,1% | 34,2% | 35,3% | 36,4% | 37,5% |
59000 | 33,7% | 34,8% | 35,9% | 37,0% | 38,1% |
61000 | 34,1% | 35,2% | 36,3% | 37,4% | 38,5% |
63000 | 34,6% | 35,7% | 36,8% | 37,9% | 39,0% |
65000 | 35,0% | 36,1% | 37,2% | 38,3% | 39,4% |
67000 | 35,4% | 36,5% | 37,6% | 38,7% | 39,8% |
69000 | 35,7% | 36,8% | 37,9% | 39,0% | 40,1% |
71000 | 36,0% | 37,1% | 38,2% | 39,3% | 40,4% |
73000 | 36,2% | 37,4% | 38,6% | 39,8% | 41,0% |
75000 | 36,3% | 37,5% | 38,7% | 39,9% | 41,1% |
77000 | 36,4% | 37,7% | 39,0% | 40,3% | 41,6% |
79000 | 36,5% | 37,8% | 39,1% | 40,4% | 41,7% |
81000 | 36,5% | 37,9% | 39,3% | 40,7% | 42,1% |
83000 | 36,6% | 38,0% | 39,4% | 40,8% | 42,2% |
91000 | 36,7% | 38,1% | 39,5% | 40,9% | 42,3% |
101000 | 36,8% | 38,2% | 39,6% | 41,0% | 42,4% |
32
FINANCIERINGSLASTTABEL VANAF 65 JAAR
Toetsrente | |||||
Toets- inkomen | t/m 4,500% | 4,501 t/m 5,000% | 5,001 t/m 5,500% | 5,501t/m 6,000% | 6,001% en hoger |
vanaf € | |||||
0 | 19,6% | 19,8% | 20,0% | 20,2% | 20,4% |
17500 | 20,6% | 20,8% | 21,0% | 21,2% | 21,4% |
18000 | 21,4% | 21,6% | 21,8% | 22,0% | 22,2% |
18500 | 22,3% | 22,5% | 22,7% | 22,9% | 23,1% |
19000 | 23,1% | 23,3% | 23,5% | 23,7% | 23,9% |
19500 | 23,8% | 24,0% | 24,2% | 24,4% | 24,6% |
20000 | 24,5% | 24,7% | 24,9% | 25,1% | 25,3% |
20500 | 24,9% | 25,2% | 25,5% | 25,8% | 26,1% |
21000 | 25,3% | 25,7% | 26,1% | 26,5% | 26,9% |
21500 | 25,7% | 26,1% | 26,5% | 26,9% | 27,3% |
22000 | 26,0% | 26,4% | 26,8% | 27,2% | 27,6% |
22500 | 26,5% | 26,9% | 27,3% | 27,7% | 28,1% |
23000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% |
23500 | 27,6% | 28,1% | 28,6% | 29,1% | 29,6% |
24000 | 28,1% | 28,6% | 29,1% | 29,6% | 30,1% |
24500 | 28,6% | 29,1% | 29,6% | 30,1% | 30,6% |
25000 | 29,1% | 29,6% | 30,1% | 30,6% | 31,1% |
25500 | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,5% |
26000 | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,5% | 32,0% |
26500 | 30,3% | 30,8% | 31,3% | 31,8% | 32,3% |
27000 | 30,4% | 31,0% | 31,6% | 32,2% | 32,8% |
27500 | 30,6% | 31,2% | 31,8% | 32,4% | 33,0% |
28000 | 30,8% | 31,4% | 32,0% | 32,6% | 33,2% |
28500 | 31,0% | 31,6% | 32,2% | 32,8% | 33,4% |
29000 | 31,1% | 31,7% | 32,3% | 32,9% | 33,5% |
29500 | 31,3% | 31,9% | 32,5% | 33,1% | 33,7% |
30000 | 31,4% | 32,0% | 32,6% | 33,2% | 33,8% |
30500 | 31,6% | 32,2% | 32,8% | 33,4% | 34,0% |
31000 | 31,8% | 32,4% | 33,0% | 33,6% | 34,2% |
31500 | 32,0% | 32,6% | 33,2% | 33,8% | 34,4% |
32000 | 32,2% | 32,8% | 33,4% | 34,0% | 34,6% |
32500 | 32,4% | 33,0% | 33,6% | 34,2% | 34,8% |
33000 | 32,5% | 33,1% | 33,7% | 34,3% | 34,9% |
33500 | 32,6% | 33,2% | 33,8% | 34,4% | 35,0% |
34000 | 32,7% | 33,4% | 34,1% | 34,8% | 35,5% |
34500 | 32,8% | 33,5% | 34,2% | 34,9% | 35,6% |
35000 | 32,9% | 33,6% | 34,3% | 35,0% | 35,7% |
35500 | 33,2% | 33,9% | 34,6% | 35,3% | 36,0% |
36000 | 33,4% | 34,1% | 34,8% | 35,5% | 36,2% |
36500 | 33,6% | 34,3% | 35,0% | 35,7% | 36,4% |
37000 | 33,8% | 34,5% | 35,2% | 35,9% | 36,6% |
37500 | 34,0% | 34,7% | 35,4% | 36,1% | 36,8% |
38000 | 34,3% | 35,0% | 35,7% | 36,4% | 37,1% |
38500 | 34,5% | 35,3% | 36,1% | 36,9% | 37,7% |
39000 | 34,7% | 35,5% | 36,3% | 37,1% | 37,9% |
39500 | 34,9% | 35,7% | 36,5% | 37,3% | 38,1% |
40000 | 35,2% | 36,0% | 36,8% | 37,6% | 38,4% |
40500 | 35,7% | 36,5% | 37,3% | 38,1% | 38,9% |
Toetsrente | |||||
Toets- inkomen | t/m 4,500% | 4,501 t/m 5,000% | 5,001 t/m 5,500% | 5,501t/m 6,000% | 6,001% en hoger |
vanaf € | |||||
41000 | 35,9% | 36,7% | 37,5% | 38,3% | 39,1% |
41500 | 36,2% | 37,0% | 37,8% | 38,6% | 39,4% |
42000 | 36,4% | 37,2% | 38,0% | 38,8% | 39,6% |
42500 | 36,7% | 37,5% | 38,3% | 39,1% | 39,9% |
43000 | 36,9% | 37,7% | 38,5% | 39,3% | 40,1% |
43500 | 37,1% | 37,9% | 38,7% | 39,5% | 40,3% |
44000 | 37,4% | 38,2% | 39,0% | 39,8% | 40,6% |
44500 | 37,6% | 38,4% | 39,2% | 40,0% | 40,8% |
45000 | 37,8% | 38,6% | 39,4% | 40,2% | 41,0% |
45500 | 38,0% | 38,8% | 39,6% | 40,4% | 41,2% |
46000 | 38,2% | 39,0% | 39,8% | 40,6% | 41,4% |
46500 | 38,4% | 39,2% | 40,0% | 40,8% | 41,6% |
47000 | 38,6% | 39,4% | 40,2% | 41,0% | 41,8% |
47500 | 38,8% | 39,6% | 40,4% | 41,2% | 42,0% |
48000 | 39,0% | 39,8% | 40,6% | 41,4% | 42,2% |
48500 | 39,1% | 40,0% | 40,9% | 41,8% | 42,7% |
49000 | 39,3% | 40,2% | 41,1% | 42,0% | 42,9% |
49500 | 39,5% | 40,4% | 41,3% | 42,2% | 43,1% |
50000 | 39,7% | 40,6% | 41,5% | 42,4% | 43,3% |
50500 | 39,8% | 40,7% | 41,6% | 42,5% | 43,4% |
51000 | 40,0% | 40,9% | 41,8% | 42,7% | 43,6% |
51500 | 40,2% | 41,1% | 42,0% | 42,9% | 43,8% |
52000 | 40,3% | 41,2% | 42,1% | 43,0% | 43,9% |
52500 | 40,5% | 41,4% | 42,3% | 43,2% | 44,1% |
53000 | 40,6% | 41,5% | 42,4% | 43,3% | 44,2% |
53500 | 40,7% | 41,6% | 42,5% | 43,4% | 44,3% |
54000 | 40,7% | 41,7% | 42,7% | 43,7% | 44,7% |
55500 | 40,7% | 41,8% | 42,9% | 44,0% | 45,1% |
56500 | 40,7% | 41,9% | 43,1% | 44,3% | 45,5% |
59000 | 40,7% | 42,0% | 43,3% | 44,6% | 45,9% |
61000 | 40,7% | 42,1% | 43,5% | 44,9% | 46,3% |
63000 | 40,9% | 42,3% | 43,7% | 45,1% | 46,5% |
65000 | 41,2% | 42,6% | 44,0% | 45,4% | 46,8% |
67000 | 41,4% | 42,8% | 44,2% | 45,6% | 47,0% |
69000 | 41,6% | 43,0% | 44,4% | 45,8% | 47,2% |
71000 | 41,8% | 43,2% | 44,6% | 46,0% | 47,4% |
73000 | 41,9% | 43,3% | 44,7% | 46,1% | 47,5% |
75000 | 42,1% | 43,5% | 44,9% | 46,3% | 47,7% |
77000 | 42,2% | 43,6% | 45,0% | 46,4% | 47,8% |
79000 | 42,3% | 43,7% | 45,1% | 46,5% | 47,9% |
81000 | 42,5% | 43,9% | 45,3% | 46,7% | 48,1% |
83000 | 42,6% | 44,0% | 45,4% | 46,8% | 48,2% |
95000 | 42,6% | 44,1% | 45,6% | 47,1% | 48,6% |
99000 | 42,6% | 44,2% | 45,8% | 47,4% | 49,0% |
33
CHECKLIST DOSSIER
De geldgever dient overeenkomstig artikel A6 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2008 een dossier aan te houden, dat in voorkomende gevallen de volgende documenten dient te bevatten.
34 I. NORMEN 2008 (NHG-toetsing)
a. in verband met de eigendom:
koopovereenkomst, koop-/aannemingsovereenkomst, veilingakte (gunning) of concept-notariële akte van levering ter uitvoering van de verdeling
taxatierapport
overeenkomst storting onderhoudsfonds specificaties meerwerk of kwaliteitsverbetering gespecificeerde begroting bij bouw in eigen beheer bouwkundig rapport
akte van afkoop canonverplichtingen of overeenkomst verkrijging volle eigendom
akte van levering inzake aankoop grond erfpachtovereenkomst of een ander notarieel document waaruit de (resterende) duur van het recht van erfpacht blijkt polis verzekering hypotheeklasten bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid
saldobiljet hypothecaire en/of fiscale lening
specificaties en nota’s (woonwagen en/of woonwagenstand- plaats)
b. in verband met het inkomen:
werkgeversverklaring
verklaring voortzetting dienstverband
verklaring onvoorwaardelijke inkomensverhoging jaaropgaven afgelopen drie kalenderjaren arbeidsovereenkomst van toekomstig ingaand dienst- verband voor onbepaalde tijd
toekenningsbesluit pensioen-, AOW- en/of VUT-uitkering laatste opgave te bereiken pensioen
toekenningsbesluit sociale uitkering
verklaring uitkerende instantie (sociale uitkering) jaarrapporten zelfstandigen afgelopen drie kalenderjaren met aangiften IB
echtscheidingsvonnis of –beschikking of overeenkomst beëindiging geregistreerd partnerschap
voorwaarden & normen 2008
(echt-)scheidingsconvenant (indien opgemaakt)
c. in verband met betalingsverplichtingen en kredietwaardigheid:
uitdraai BKR uitdraai SFH
verklaring van de geldgever
overeenkomst overige financiële verplichtingen bij toetsing lager dan 2% (op maandbasis)
echtscheidingsvonnis of –beschikking of overeenkomst beëindiging geregistreerd partnerschap
(echt-)scheidingsconvenant (indien opgemaakt) aflossingsbewijzen conform norm 12.5
d. in verband met de hypothecaire lening: door de geldnemer geaccepteerde offerte xxxxxxxxxxxxxxxxxxx
polis overlijdensrisicoverzekering
afkoopwaardetabel en/of opgave van het geprognosticeerde eindkapitaal
hypotheekakte
akte van verpanding
e. bij leningen in verband met vergroten eigendom en/of kwaliteitsverbetering, tevens:
specificatie kosten aflossing bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en)
specificatie kosten verwerving en financiering
taxatierapport en/of bouwkundig rapport en/of specificaties nota’s van kwaliteitsverbetering
saldobiljet restantschuld bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en)
f. overige:
paspoort, Europese identiteitskaart of vreemdelingen- document met verblijfsvergunning in Nederland bewijs dat is voldaan aan opschortende voorwaarde
II. VOORWAARDEN 2008 (beheersaspecten)
g. in verband met artikel B1:
concept-notariële akte van levering ter uitvoering van de verdeling
echtscheidingsvonnis of –beschikking of overeenkomst beëindiging geregistreerd partnerschap
(echt-)scheidingsconvenant (indien opgemaakt) saldobiljet restantschuld hypothecaire lening inkomensgegevens (zie punt b.)
uitkomst NHG-hertoets uitdraai BKR
overeenkomst overige financiële verplichtingen bij toetsing lager dan 2% (op maandbasis)
h. in verband met artikel B2 en/of B3:
saldobiljet hypothecaire schuld wijzigingsovereenkomst of leningsovereenkomst xxxxxxxxxxxxxxxxxxx oorspronkelijke lening
oorspronkelijk taxatierapport dan wel koop-/aannemings- overeenkomst
i. in verband met artikel B4:
nota’s kwaliteitsverbetering of nieuwbouw
x. in verband met artikel B6: overeenkomst tewerkstelling werkgever huurovereenkomst
k. in verband met artikel B7:
waardebepaling
akte van gedeeltelijk royement
l. in verband met artikel B8:
uitkomsten overleg geldgever en geldnemer
m. in verband met artikel B9 en B10:
correspondentie geldgever en geldnemer
n. in verband met artikel B11:
correspondentie geldgever, geldnemer en stichting taxatierapport
35
o. in verband met artikel B12:
begeleidend schrijven
overzicht daadwerkelijk gedane betalingen
verklaring inzake daadwerkelijke (afkoop)waarde van de meeverbonden levensverzekering dan wel beleggingsover- eenkomst
akte van levering (onderhandse verkoop) of gewaarmerkte akte van inzet en afslag (veiling) verliesdeclaratieformulier
dossier
notarisafrekening ten tijde van verkoop nota’s gedeclareerde bijkomende kosten
p. in verband met Norm 13:
voorafgaande toestemming stichting toekenningsbesluit of bewijs aanvraag werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering
bewijs scheiding of bewijs uitschrijving gemeentelijke basisadministratie
overlijdensakte uitdraai BKR
inkomensbewijzen (zie punt b.)
door de geldnemer(s) geaccepteerde offerte
verklaring geldgever NHG-lening en/of fiscale lening waaruit blijkt:
t geen betalingsachterstanden gedurende de 12 maanden voorafgaand aan de huidige betalingsachterstand
t werkelijke rente NHG-lening en fiscale lening
t openstaand saldo NHG-lening en fiscale lening uitkomst WLF-toets
leningsovereenkomst aanvullende lening aflosbewijzen achterstanden
bewijsstukken kosten verkrijgen aanvullende lening
q. in verband met artikel B13:
goedkeuring stichting overige verliesbeperkende kosten
r. in verband met artikel B14:
voorwaarden & normen 2008
melding algehele aflossing lening
s. in verband met artikel B15:
verkoopovereenkomst
MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE
TOELICHTING
Inleiding
Bij de aanvraag voor Nationale Hypotheek Garantie moet in een aantal gevallen een bouwkundig rapport worden opgemaakt. Indien het rapport wordt opgemaakt door de gemeente of door de ‘vereniging eigen huis’ gelden ten
36 aanzien van het bouwkundig rapport geen vormvoor- schriften. In alle overige gevallen dient het rapport te worden opgemaakt overeenkomstig bijgevoegd Model- Bouwkundig Rapport Nationale Hypotheek Garantie.
Het staat bouwkundige bedrijven uiteraard vrij een eigen (mogelijk uitgebreider) bouwkundig rapport aan de klant te overleggen. In dat geval dienen de voor de aanvraag van Nationale Hypotheek Garantie van belang zijnde gegevens te worden samengevat in het Model-Bouwkundig Rapport.
Toetsingskader voor de keuring
In het rapport zijn de bouwtechnisch belangrijke bouwdelen aangegeven in een checklist. Deze bouwdelen worden in ieder geval geïnspecteerd, omdat gebreken aan deze onder- delen kostbaar kunnen zijn. Aan de hand van de checklist wordt per bouwdeel aangegeven op welke kosten gerekend moet worden om de gebreken op te heffen. Grote kosten- posten die zich in andere bouwdelen voordoen, moeten worden verantwoord onder ‘diversen’, evenals gebreken aan niet nader benoemde bouwdelen die van invloed zijn op veiligheid, gezondheid en gebruik.
Het toetsingskader voor de keuring is vastgelegd in het programma van eisen en aanbevelingen op bladzijde 3 en 4 van het Model-Bouwkundig Rapport.
voorwaarden & normen 2008
Bij de inspectie worden alleen de zichtbare bouwdelen gecontroleerd. Op deze manier is het niet mogelijk om een oordeel te geven over bijvoorbeeld fundering, riolering, etc. Als de inspecteur aanvullend specialistisch onderzoek nodig vindt, dan dient dat in het rapport te worden vermeld (opmerkingen).
Kostenindicaties
t De kostenindicaties kunnen betrekking hebben op:
- direct noodzakelijke kosten: kosten van het direct nood- zakelijke herstel van gebreken;
- kosten op termijn: kosten van toekomstig onderhoud (naar keuze binnen 5, 10 of 15 jaar) op basis van een bij het rapport te voegen onderhoudsplan;
- kosten voor verbetering: kosten van verbetering op basis van een bij het rapport te voegen verbeterplan dan wel een offerte ter zake.
t De kostenindicaties worden:
- afzonderlijk vermeld (direct noodzakelijk; op termijn noodzakelijk; verbetering);
- gebaseerd op aannemersprijzen (geen doe-het-zelf-werk- zaamheden);
- vermeld inclusief BTW;
- indien mogelijk en economisch verantwoord, geraamd op basis van herstel en niet op basis van complete vervanging;
- vastgesteld ervan uitgaande dat de aannemer achter elkaar kan doorwerken;
t De kosten van stut-, sloop-, en steigerwerk en de kosten van vervolgschade worden niet in de kostenindicaties opgenomen.
Fiscale aspecten
Indien de keuring is uitgevoerd om te voldoen aan de voor- waarden en normen van de Nationale Hypotheek Garantie en de hypothecaire lening is verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie, dan zijn de kosten van deze keuring, evenals de kosten voor het verkrijgen van de Nationale Hypotheek Garantie, aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS | |
AANVRAGER | KEURINGSINSTANTIE |
naam: .......................................................................................... adres: .......................................................................................... postcode/plaats: ......................................................................... telefoon: ...................................................................................... | bedrijf: ........................................................................................ adres: ......................................................................................... postcode/plaats: ........................................................................ telefoonnummer: ....................................................................... naam inspecteur: ....................................................................... nummer Kamer van Koophandel: .............................................. ingeschreven als: O (bouwkundig)schade expertisebureau O architectenbureau O bouwkundig adviesbureau O aannemersbedrijf |
WONING | VERANTWOORDING |
adres: .......................................................................................... postcode/plaats: ......................................................................... woningtype: O appartement O eengezinswoning anders: ........................................................................................ bouwjaar (indicatie): ................................................................... | Datum inspectie: Aldus naar waarheid ingevuld en ondertekend: .................................................................................................... (handtekening inspecteur) |
PAGINA 1
37
KOSTENRAMING TOTALE INSPECTIE (verzamelstaat) | |||
Direct noodzakelijke kosten | Op termijn noodzakelijke kosten | Totale kosten | |
Totaal algemeen | € | € | € |
Totaal kelder | € | € | € |
Totaal begane grond | € | € | € |
Totaal verdiepingen | € | € | € |
Totaal zolder | € | € | € |
TOTAAL WONING | € | € | € |
Verbetering | Verbeteringskosten op basis van bijgevoegd verbeterplan/offerte: | € |
voorwaarden & normen 2008
OPMERKINGEN:
....................................................................................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................................................................................
Model-Bouwkundig Rapport, Nationale Hypotheek Garantie, versie 1 januari 2006
MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE
KEURINGSRESULTATEN ALGEMENE BOUWDELEN | ||||||
Code | Element | Locatie en omschrijving gebrek | Actie | k.v. (%) | Direct noodzakelijke kosten | Op termijn noodzakelijke kosten |
A.0 | Fundering | € | € | |||
A.1 | Kruipruimte | € | € | |||
A.2 | Portiek/galerij | € | € | |||
A.3 | Dak | € | € | |||
A.3.1 | Dakbedekking | € | € | |||
A.3.2 | Schoorstenen | € | € | |||
A.4 | Brandveiligheid | € | € | |||
A.5 | Ongedierte/zwam | € | € | |||
A.6 | Diversen | € | € | |||
TOTAAL ALGEMEEN | € | € |
PAGINA 2
38
KEURINGSRESULTATEN PER BOUWLAAG | ||||||
Bouwlaag: O kelder O begane grond O verdieping ...... O zolder (invullen per bouwlaag) | ||||||
Code | Element | Locatie en omschrijving gebrek | Actie | k.v. (%) | Direct noodzakelijke kosten | Op termijn noodzakelijke kosten |
B.1.1 | Betonwerk gevels | € | € | |||
B.1.2 | Metselwerk / Gevels | € | € | |||
B.1.3 | Metalen constructie- delen | € | € | |||
B.2.1 | Kozijnen/ramen/ deuren buiten | € | € | |||
B.2.2 | Schilderwerk buiten | € | € | |||
B.3 | Vloeren, houten constructiedelen | € | € | |||
B.4 | Sanitair | € | € | |||
B.5 | Ventilatie/vocht | € | € | |||
B.6 | Diversen | € | € | |||
TOTAAL BOUWLAAG | € | € |
Toelichting
• Code: Verwijst naar bijgevoegd programma van eisen en aanbevelingen.
• Locatie en omschrijving gebrek: De plaats waar de voorziening moet worden getroffen en een omschrijving van het gebrek.
• Actie: S = slopen; H = herstellen; V = vervangen; N = nieuw aanbrengen; O = overig (toelichten).
voorwaarden & normen 2008
• k.v.(%): Kostenverdeling bij gestapelde gebouwen; k.v. geeft aan welk percentage van de totale kosten aan de woning wordt toegerekend op basis van de splitsingsakte, of een inschatting van de inspecteur. Een voorbeeld: totale kosten € 10.000,- bij 4 appartementen => k.v. = 25%, noodzakelijke kosten: € 2.500,-.
• Direct noodzakelijke kosten: Kosten die direct moeten worden gemaakt ter voorkoming van verdere schade of vervolgschade.
• 0p termijn noodzakelijke kosten: Kosten van toekomstig onderhoud (naar keuze binnen 5, 10 of 15 jaar) op basis van een bij het rapport te voegen onderhoudsplan.
Model-Bouwkundig Rapport, Nationale Hypotheek Garantie, versie 1 januari 2006
MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE
CODE | EISEN/AANBEVELINGEN | BOUWBESLUIT |
A.0 | FUNDERING Bij scheefstand en/of scheurvorming in muren moet door een deskundige de oorzaak worden onderzocht. Voorzieningen moeten overeenkomstig het rapport van de deskundige worden uitgevoerd. | § 2.1.2 + § 2.2.2 |
A.1 | KRUIPRUIMTE Bij een gevelbreedte van ten hoogste 5 meter moeten tenminste twee muisdichte ventilatie- openingen ten behoeve van kruipruimteventilatie aanwezig zijn. Bij grotere gevelbreedten minimaal drie. In de kruipruimte moet voldoende luchtcirculatie mogelijk zijn (let op puin- stort). | § 3.17.2 |
A.2 | PORTIEK/GALERIJ Aangetaste betonplaten en lateien herstellen of vervangen. Scheuren in metsel- en pleisterwerk uithakken en herstellen overeenkomstig bestaand werk. Beschadigde en gescheurde stenen vervangen. In het metselwerk (of beton) opgenomen stalen constructiedelen inspecteren op roest. Zonodig behandelen of vervangen. Ernstig aangetaste consoles, balken en kolommen herstellen of vervangen. Uitgesleten of beschadigde vloerdelen en traptreden aanhelen of vervangen. Losse leuningen vastzetten. Ontbrekende leuningen opnieuw aanbrengen. Beschadigd of aangetast hekwerk en borstweringen herstellen of vervangen. | |
A.3 | DAK Bij een kap gebreken aan de constructie zoals spanten, muurplaten, gordingen, dakbeschot, tengels en panlatten opheffen door herstel of vervanging van onderdelen. Bij een plat dak gebreken aan de constructie zoals dakbeschot, balklaag en onderslagen opheffen door herstel of vervanging van onderdelen. | § 3.6.2 § 3.6.2 |
A.3.1 | DAKBEDEKKING Kapotte en poreuze pannen of leien en vorsten vervangen. Scheefliggende dakpannen of leien en vorsten herleggen. Opgewaaide en losgeraakte shingels opnieuw bevestigen of de bedekking geheel vervangen. Loodaansluitingen nazien en indien nodig herstellen of vervangen. Gebreken aan zinken-, bitumineuze-, mastiek- of kunststofdakbedekking opheffen (bedekking zo nodig geheel vervangen). Indien nodig ballast (grind, tegels) aanvullen of vervangen. Gebreken aan goten en randafwerking opheffen. | § 3.6.2 |
A.3.2 | SCHOORSTENEN EN VENTILATIEKANALEN BUITENDAKS Gebreken aan het metsel-, voeg-, en stucwerk herstellen. Gebreken aan schoorsteenkoppen herstellen of geheel vervangen inclusief de potten. De afwaterende afwerklaag herstellen en impregneren of geheel vervangen en impregneren. Gebreken aan het loodwerk herstellen of het loodwerk geheel vervangen. | § 3.10.2 + 3.11.2 / § 3.6.2 |
A.4 | BRANDVEILIGHEID Tempex verwijderen | |
A.5 | ONGEDIERTE/ZWAM Bestrijding van ongedierte/zwam dient te gebeuren overeenkomstig een door een deskundige opgemaakt rapport. |
PAGINA 3: PROGRAMMA VAN XXXXX EN AANBEVELINGEN
39
voorwaarden & normen 2008
Model-Bouwkundig Rapport, Nationale Hypotheek Garantie, versie 1 januari 2006
MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE
CODE | EISEN/AANBEVELINGEN | BOUWBESLUIT |
B.1.1 | BETONWERK GEVELS Aangetaste betonelementen herstellen of vervangen. | § 2.1.2 + § 2.2.2 |
B.1.2 B.1.2.1 B.1.2.2 B.1.2.3 | METSELWERK / GEVELS Optrekkend vocht bestrijden. Gevolgschade herstellen. Scheuren in metsel- en pleisterwerk, alsmede loszittend pleisterwerk, uithakken en herstellen overeenkomstig bestaand werk. Beschadigde en gescheurde stenen vervangen. Gemetselde borstweringen met scheurvorming en losse stenen herstellen dan wel vervangen overeenkomstig bestaande toestand (eventueel in samenhang met herziening draagcon- structie). | § 3.6.2 § 3.6.2 |
B.1.3 | METALEN CONSTRUCTIEDELEN In het metselwerk (of beton) opgenomen stalen constructiedelen inspecteren op roest (indicator is scheurvorming en/of het uitduwen van stenen). Zonodig behandelen of vervangen. Ernstig aangetaste consoles, balken, kolommen en hekwerken herstellen of vervangen. | § 2.1.2 + § 2.2.2 |
B.2.1 | KOZIJNEN/RAMEN/DEUREN BUITEN Aangetaste delen herstellen of vervangen. Gang- en sluitbaar maken van slecht sluitende of klemmende ramen of deuren. Dakramen/dakkapellen wind- en waterdicht maken. Verrotte onderdelen (eventueel het gehele element) vervangen. Gang- en sluitbaar maken van te openen delen. Lood en zinkwerk zo nodig herstellen of vernieuwen. Waterslagen en onderdorpels zonodig vervangen. | § 3.6.2 § 3.6.2 |
B.2.2 | SCHILDERWERK BUITEN Bij bestaand houtwerk loszittende of ondeugdelijke verflagen verwijderen. Houtwerk schuren, stoppen, tweemaal gronden en aflakken. Bij bestaand staal het staal na ontroesting en reiniging tweemaal gronden -eenmaal met corrosiewerende verf- en aflakken. Bij nieuw houtwerk alle in het zicht blijvende houtvlakken driemaal behandelen met een dekkende beits of overeenkomstig de bestaande situatie. Van onverzinkt staal walshuid/roesthuid verwijderen en conserverend behandelen. Bij verzinkt staal eventuele beschadigingen bijwerken met zinkcompound. Van een te schilderen element moet ook het binnenschilderwerk in goede staat verkeren (anders voor het element ook binnenschilderwerk opnemen) Kapot glas vervangen. | § 3.6.2 |
B.3 | VLOEREN, HOUTEN CONSTRUCTIEDELEN Door houtrot en/of zwam aangetast hout (balken, onderslagen, kolommen en hekwerken) vervangen. Indien nodig balken of onderslagen verzwaren. Bij constatering van zwam moeten maatregelen gebaseerd zijn op deskundig advies (zie ook bij A.5). | § 2.1.2 + § 2.2.2 |
B.4 | SANITAIR Alleen indien een bruikbare voorziening geheel ontbreekt, moet een post opgenomen worden voor het alsnog aanbrengen ervan. | |
B.5 | VENTILATIE/VOCHT Bij inpandige keukens, badkamers en wc’s dient voldoende ventilatie mogelijk te zijn. | § 3.10.2 + § 3.11.2 |
PAGINA 4: PROGRAMMA VAN XXXXX EN AANBEVELINGEN (VERVOLG)
40
voorwaarden & normen 2008
Model-Bouwkundig Rapport, Nationale Hypotheek Garantie, versie 1 januari 2006
MODEL - WERKGEVERSVERKLARING ten behoeve van het aanvragen van Nationale Hypotheek Garantie
4
voorwaarden & normen 2008
Form30/0.0.0.0/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/000000
Gegevens werkgever | Naam werkgever: Adres werkgever: Postcode en woonplaats: | ………………………………………………………………….….......................................................... ………………………………………………………………….….......................................................... ………………………………………………………………….….......................................................... | |
Gegevens | man | vrouw | |
werknemer | Naam werknemer: | ………………………………………………………………….….......................................................... | |
Adres werknemer: | ………………………………………………………………….….......................................................... | ||
Postcode en woonplaats: | ………………………………………………………………….….......................................................... | ||
Geboortedatum: | ………………………………………………………………….….......................................................... | ||
In dienst sinds: | …………………………………………..……............................…...................(dag, maand, jaar) | ||
Functie: | ………………………………………………………………….….......................................................... | ||
Aard van het dienstverband | De werknemer heeft: | een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of is aangesteld in vaste dienst een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of is aangesteld in tijdelijke dienst tot ………..…………………............................................ inkomen uit een flexibele arbeidsrelatie, nl.: ………………………....................................... (bijv. uitzend-, inval- of oproepkracht) nee ja Zo ja, is de proeftijd verstreken? nee ja nee ja ………………………………………………………………….….......................................................... ………………………………………………………………….….......................................................... nee ja | |
Is sprake van een proeftijd? | |||
Zijn er voornemens het dienstverband | |||
binnenkort te beëindigen? Zo ja, toelichting: | |||
Directeur/aandeelhouder: | |||
Verklaring voortzetting dienstverband (indien van toepassing) | Bij gelijkblijvend functioneren en ongewijzigde bedrijfsomstandigheden wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij beëindiging daarvan opgevolgd door een arbeidsovereenkomst | nee ja ………………………………………………………………….….......................................................... (extra handtekening en firmastempel) | |
voor onbepaalde tijd: | Naam ondertekenaar: ……………………………………………................................................. | ||
Inkomen | 1. Bruto jaarsalaris1 | € (basissalaris excl. overwerk e.d.) | |
2. Vakantietoeslag ² | € …………………………….......... | ||
3. Onregelmatigheidstoeslag 4 | € …………………………….......... | ||
4. Vaste ’ 13e maand | € …………………………….......... | ||
5. Provisie 4 | € …………………………….......... | ||
6. Vaste ’ eindejaarsuitkering | € …………………………….......... | ||
7. Overwerk 4 | € …………………………….......... | ||
8. ……………………………………………...................... | € …………………………….......... | ||
Leningen/ | Is door u een onderhandse lening | nee | ja zo ja, ingangsdatum …………...…............................................. |
Loonbeslag | aan de werknemer verstrekt? | hoofdsom € ………………........ looptijd …………........... jaarlast € ………………........... | |
Is op het loon van de werknemer | nee | ja | |
loonbeslag gelegd? | Zo ja, tot …………………………. € per maand | ||
1) Het bruto jaarsalaris van het gebruikelijke aantal werkweken in de bedrijfstak. 2) Bij vakantiebonnen: 1oo% van de waarde van de vakantiebonnen. 3) Onder vast wordt verstaan: in de arbeidsovereenkomst vastgelegde onvoorwaardelijke inkomensbestanddelen. 4) Indien structureel sprake is van onregelmatigheidstoeslag, provisieregeling en/of overwerk: het bedrag over de laatste 12 maanden. | |||
Ondergetekende verklaart namens de werkgever dat alle | Getekend te ……………………………………………………………… d.d. ……………………......…… | ||
gegevens naar waarheid zijn ingevuld. | |||
Naam ondertekenaar: ……………………………………………........................ | Handtekening | ||
Voor eventuele verificatie kan | en firmastempel: …………………………………………………................................................... | ||
contact worden opgenomen met: | Naam: …………………………...................................... Tel.: ……………………………............... |
MODEL - MELDING NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE (VERSIE 15.0)
Code soort melding 0
Code soort mutatie 0
Borgtochtprovisie 1192,50
Straat/Bouwplan Hypotheekweg
Huis-/Bouwnummer 1
Postcode 1011 AA
42 Plaatsnaam AMSTERDAM Aangesloten gemeente AMSTERDAM
Gemeentenummer (CBS-nummer) 363
Aantal eigenaar-bewoner(s) 2
Achternaam eigenaar-bewoner 1 Geldneemster
Voorletters F.L.
Tussenvoegsel
Geboortedatum 31081972
Burger Service Nummer
Toetsinkomen 48600
Achternaam eigenaar-bewoner 2 Krediet
Voorletters Q.
Tussenvoegsel van
Geboortedatum 09031975
Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx
Xxxxxxxxxxxx 00000
Xxxxxxxxxx eigenaar-bewoner 3 Voorletters
Tussenvoegsel Geboortedatum
Burger Service Nummer Toetsinkomen
Soort woning 0
Getaxeerde onderh. verkoopwaarde 236607,14 Bedrag kwaliteitsverbetering 0
Kosten verkrijgen in eigendom 265000
Bouwjaar 2001
Appartementsrecht 0
Naam geldgever HYPOTHEEKBANK N.V.
Nummer geldgever 123456
Datum hypotheekofferte 15012008
Datum ingang lening 15022008
Toetsrente 6.7
Leningrente 6.7
Rentevastperiode 15
Leningnummer 123456789
Soort lening 2
Leningbedrag 265000
Aflossingsvrij deel 118000
Premiestorting bij aanvang 0
voorwaarden & normen 2008
Koopsubsidie (ncw) 0
Door ondertekening verleent de financier machtiging tot automatische incasso door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen van de aan deze garantiemelding verbonden borgtochtprovisie.
Aldus naar waarheid ingevuld op 15 februari 2008 te Amsterdam
(handtekening)
MODEL - AFWIJZINGSBRIEF
Naam Adres Woonplaats
43
Plaatsnaam, datum Kenmerk:
Onderwerp: aanvraag Nationale Hypotheek Garantie
Geachte heer / mevrouw,
Naar aanleiding van uw aanvraag voor een hypothecaire geldlening met Nationale Hypotheek Garantie in verband met de woning gelegen aan de …................…. te , deel ik u het volgende mede.
Uw aanvraag voor een hypothecaire geldlening met Nationale Hypotheek Garantie is afgewezen omdat de aanvraag niet voldoet aan de door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen vastgestelde Algemene Voorwaarden voor Borgtocht en/of Normen 2008 Hierbij voldoet uw aanvraag niet aan de volgende bepalingen:
•
•
Indien u zich niet met deze afwijzing kunt verenigen, kunt u binnen zes weken na dagtekening van deze brief schriftelijk bezwaar aantekenen bij:
De algemeen directeur van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxxx
Het bezwaarschrift dient ten minste te bevatten:
• Uw naam, adres en woonplaats en
• De grond(en) waarop u bezwaar maakt tegen de afwijzing.
Voorts dient u bij het bezwaarschrift een afschrift van deze brief te voegen en het bezwaarschrift te dateren en te ondertekenen.
Hoogachtend,
voorwaarden & normen 2008
Naam FINANCIER
MODEL - DECLARATIEFORMULIER
voorwaarden & normen 2008
44
Declaratieformulier verliezen Nationale Hypotheek Garantie Declaratie zenden aan: Nationale Hypotheek Garantie, nhg Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxxx |
Geldgever: Naam instelling: NHG-aansluitnummer: Contactpersoon: Telefoonnummer: Garantienummer: |
Geldnemer 1: Geldnemer 2: Naam: Naam: Huidig adres: Huidig adres: Postcode/woonplaats: Postcode/woonplaats: |
Geldlening: 0nderpand: Datum hypotheekofferte: Straat: Datum ingang lening: Postcode/woonplaats: Leningnummer: |
Rentepercentage: Bij aanvang: Gewijzigd per: Naar: Gewijzigd per: Naar: Ten tijde van de verkoop: |
Gedwongen verkoop Verkoopdatum: Ligt de oorzaak van de gedwongen verkoop in: Scheiding: O ja O nee Werkloosheid: O ja O nee Arbeidsongeschiktheid: O ja O nee Verkoopwijze: O Onderhands O Executoriaal O Onderhandse executie |
Verantwoording a. verklaring: Ondergetekende verklaart: ten aanzien van deze declaratie bevoegd te zijn namens de genoemde geldgever te handelen; dat is gehandeld conform de op de borgtocht van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden voor Borgtocht; dat vorenstaande gegevens volledig en naar waarheid zijn ingevuld; alle voor de beoordeling noodzakelijke documenten zijn toegevoegd (zie checklist dossier); dat de aanspraak op de borg is gemeld bij het BKR middels een HY-2 registratie (en eventueel andere coderingen) en geeft toestemming aan Stichting Waarborgfonds Xxxxx Xxxxxxxx voornoemde registratie te verwijderen en te vervangen door een registratie van Stichting Waarborgfonds Xxxxx Xxxxxxxx; en verzoekt het verlies over te maken op: Rekeningnummer: Ten name van: Te: Onder vermelding van: |
b. ondertekening: Naam: Functie: Plaats: Datum: Handtekening: |
MODEL - DECLARATIEFORMULIER (VERVOLG)
Berekening van het verlies:
Hoofdsom lening: | € | - | ||
Verminderd met: Aflossing en/of afkoopwaarde | € | - | -/- | |
Overschot uit depot | € | - | -/- | |
Gedeeltelijk royement tijdens looptijd | € | - | -/- | |
Restant hoofdsom | < | - |
Restant hoofdsom
Onbetaalde hypotheekrente
A
leningdeel 1 leningdeel 2
Datum laatste reguliere betaling Datum gedwongen verkoop Aantal dagen onbetaald Rentepercentage Restanthoofdsom (vermeerderd met evt. afkoopwaarde) Rekendagen per jaar Onbetaalde hypotheekrente Tussentijdse betalingen Netto onbetaalde hypotheekrente | -/- | ||
0nbetaalde hypotheekrente | < - |
45
B
Maandtermijn Boeterente (conform hypotheekakte) Aantal maanden niet betaald (maximaal 12 maanden) Cumulatief aantal maanden | |||
Boete te late betaling | < - |
Boete te late betaling leningdeel 1 leningdeel 2
C
Verzekeringspremies | |||
Opknapkosten | +/+ | ||
Taxatiekosten | +/+ | ||
Kadastraal onderzoek | +/+ | ||
Kosten doorhaling hypotheek | +/+ | ||
Kosten telefonische overboeking | +/+ | ||
Achterstallige onroerend zaak belasting | +/+ | ||
Achterstallige rioolrecht | +/+ | ||
Achterstallige waterschapslasten | +/+ | ||
Achterstallige bijdrage VvE | +/+ | ||
Achterstallige canonverplichtingen | +/+ | ||
Makelaarscourtage (inclusief advertenties) | +/+ | ||
Opheffingskosten beslag | +/+ | ||
Boedelbijdrage curator (alleen bij onderhandse verkoop) | +/+ | ||
Honorarium notaris | +/+ | ||
Kosten deurwaardersexploten | +/+ | ||
Veilingbiljetten | +/+ | ||
Veilingadvertenties | +/+ | ||
Oproeper | +/+ | ||
Zaalhuur | +/+ | ||
Inzetpremie (onder welke titel dan ook) | +/+ | ||
Buitengerechtelijke incassokosten | +/+ | ||
Griffierechten | +/+ | ||
Procureurskosten | +/+ | ||
Bijkomende kosten | < | - |
Bijkomende kosten gemaakt ten behoeve van de uitwinning van de woning
D
Bruto-opbrengst gedwongen verkoop | |||
Teruggave onroerende zaak belasting | +/+ | ||
Teruggave rioolrecht | +/+ | ||
Teruggave waterschapslasten | +/+ | ||
Overige ontvangen gelden | +/+ | ||
0pbrengst woning | < | - |
Opbrengst woning
voorwaarden & normen 0000
X
Xxxxxxx-xxxxxxxx Onbetaalde hypotheekrente Boete te late betaling Bijkomende kosten | € | - | +/+ +/+ +/+ | |
€ | - | |||
€ | - | |||
€ | - | |||
Totaal Af: opbrengst woning | < | - | ||
< | - | |||
Verlies < | - |
Berekening verlies
A B C D
E
46
Trefwoordenregister
voorwaarden & normen 2008
A
Afname inkomen 26
Algehele aflossing 11
Aanvullende financieringen 8
Aanvullende lening 21, 22, 24
Afkoop erfpacht 18, 19, 21, 22
Aflossingsvrije deel 9, 17
Afwijking voorwaarden en normen 14 Alimentatie 26
Appartementen 17
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Automatische incasso 8
XXX-xxxxxxxxx 00
X
Beëindiging duurzaam samenlevingsverband 5, 8, 21
Beëindiging geregistreerd partnerschap 5, 8, 21
Beleggingsovereenkomst 6, 15, 17
Bestaande woningen 16, 17, 18
Betalingstermijnen 17
Betalingsverplichtingen 28
Borgtochtprovisie 15
Bouwkundig rapport 17 Brutoloon of -salaris 27 Buitenlands belastingplichtig 27 Bureau Krediet Registratie 16
D
Deelnemende gemeenten 14
Dertiende maand 28
Depot bij kwaliteitsverbetering 9, 18, 20, 21, 22, 23
Depot bij nieuwbouw 9, 19
Directeur-grootaandeelhouder 26
Dossier 8
E
Eenmalige storting onderhoudsfonds 18, 19
Eenmalige bijdrage 28
Eenmalige premiestorting 17, 29
Eigenaar-bewoner 14
Eindejaarsuitkering 28
Eindkapitaal 17
Erfopvolging 21
Erfpacht 15, 22, 23
Erfpachtcanon 18, 19, 21, 22
Euro’s 7
Extra aflossing 17, 26
Extra (premie)stortingen 17
Executoriale verkoop 10
F
Financiële verplichtingen 28
Financieringslast 27
Financieringslastpercentage 27
Fiscale lening 5, 21, 22, 23, 24
Flexibele arbeidsrelaties 26
G
Garantie op huidige woning 15
Geprognosticeerd eindkapitaal 17 47
Geregistreerd partnerschap 5
Gedeeltelijk royement 9
H
Herstelcode 16
Herstelkosten 16, 17, 18
Hoofdelijke aansprakelijkheid 14
Huidige woning 15
Hoofdverblijf 5
Huurovereenkomst woonwagenstandplaats 20
I
Identiteitsbewijs 14
Incasso 8
Inkomen 25, 26, 27
Inkomensverhoging 25
Inbreng polis levensverzekering 17 Invalkracht 26
Inkomensdaling 26
K
Koop-/aannemingsovereenkomst 14, 18, 19, 20
Koop-/aannemingssom 14, 18, 19, 20
Koopovereenkomst 14 Koopsom kosten koper 18 Koopsom vrij op naam 18 Kosten bestaande woning 18 Kosten nieuwbouwwoning 19
Xxxxxxxxxxx 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24
Kredietwaardigheid 16
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0, 9, 14, 18, 20, 21, 22, 23, 24, 25
L
Xxxxxxxx 00
Xxxxxxxxxxxxx 00
Levensverzekering 15, 17, 29
Loon 25
Xxxxxxxxxx 00
voorwaarden & normen 2008
Looptijd lening 28
trefwoordenregister normen 2008
M
Meerwerk 19, 20
Melding 7, 9
N
Nationaliteit 14
Nieuwbouwwoning 19
O
48 Onderhandse verkoop 10
Onderhandse verkoopwaarde 16, 17, 18, 20, 21, 22, 23
Onderhoud 16, 17, 18
Onregelmatigheidstoeslag 27 Ontslag uit aansprakelijkheid 8 Onverdeelde boedel 21
Oproepkracht 26
Opschortende voorwaarde 15
Onderhoudsfonds 18, 19
Overlijdensrisicoverzekering 18 Oversluiting nieuwe geldgever 8 Overwerk 28
P
Partnerschap 5, 21
Pensioen 26
Periodieke bijdragen 28
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Premiestorting 17, 29
Prognose eindkapitaal 17
Provisie 28
T
Taxateur 16
Taxatierapport 16
Termijnen bij nieuwbouw 19 Termijnen van betaling 17 Tijdelijk dienstverband 25
Toetsinkomen 27
Toetsrente 28
Tweede hypotheek bij kwaliteitsverbetering 24 Tweeverdieners 27
Toetsing woonwagen 20
U
Uitkering 26
Xxxxxxxxxxx 00
X
Xxxxxxxxxxxxxx 00
Vakantietoeslag 27
Veiling 14
Verbeteringskosten 18, 20, 21, 22, 23
Verblijfsvergunning 14
Verhuurde woning 9
Verhoging lening 8
Verklaring voortzetting dienstverband 26 Vervanging lening 8
Vreemdelingendocument 14 Vrij op naam 18
VUT-uitkering 27
Verliesdeclaratie 10
R
Rentevastperiode 28
Restantschuld 21, 22, 23, 24
Royement, gedeeltelijk 9
S
Scheiding 5, 8
Schuldregeling 16
Seizoenswerk 26
Sociale uitkering 26
Stichting Fraudepreventie Hypotheken 16 Storting onderhoudsfonds 18, 19
voorwaarden & normen 2008
Subsidie 28
W
Waardebepaling 16
Werkgeversverklaring 27
Wet bevordering eigenwoningbezit 28 Woonlast 27
Woonlastenfaciliteit 29, 30
Woonlastenverzekering 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24
Xxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00
Wijziging lening 8
Z
Zelfbouw 19
Zelfstandigen 26
COLOFON
‘Voorwaarden en Normen 2008’ is een uitgave van
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen
Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxxx
Tel. (000) 000 00 00
Fax (000) 000 00 00
E-mail xxxx@xxx.xx Internet xxx.xxx.xx
Service & Advies (000) 000 00 00
Service & Advies van de Nationale Hypotheek Garantie is bereikbaar op de volgende tijden:
• maandag van 11.oo tot 17.oo uur;
• dinsdag t/m vrijdag van o9.oo tot 17.oo uur.
Bij Service & Advies kunt u terecht met vragen over:
• de Nationale Hypotheek Garantie;
• het NHG toetsingsprogramma.
Op xxx.xxx.xx kunt u terecht voor:
• de antwoorden op veelgestelde vragen;
• het laatste nieuws over NHG;
• het boeken van NHG-trainingen;
• het bestellen van NHG-producten.
Back Office (000) 000 00 00
De Back Office is bereikbaar van maandag t/m vrijdag
van 09.00 tot 17.00 uur.
U kunt hier terecht met vragen over:
• meldingen en afgeloste leningen;
• betalingsachterstanden;
• verliesdeclaraties;
• mutaties gemeentegarantie.
Ontwerp:
Smidswater, Den Haag / Breda
Druk:
Den Haag media groep, Rijswijk