Green Deal
Green Deal
BINNENVAART
XXXXXXXXXX.xx
1
INITIATIEFNEMERS
DEELNEMERS
<toevoegen logo’s alle partners>
Inleiding
Iedereen heeft het recht om in een gezonde en welvarende wereld te leven, ook in de toekomst. Daarom streven we naar een groene economie, waarin we de economische welvaart en groei ontkoppelen van de milieu-impact en grondstofbehoefte. Door middel van de Green Deals wil de Vlaamse Overheid de groene initiatieven en dynamiek in de samenleving bundelen en sterker maken, om met innovatie, creativiteit en ondernemerschap de maatschappelijke (milieu-)uitdagingen aan te gaan.
Net als vele andere sectoren, staat de binnenvaartsector voor een grote uitdaging om de duurzame transitie waar te maken. Zowel op Europees, nationaal als regionaal niveau zijn er recent doelstellingen met impact op de binnenvaart bepaald. Denk bijvoorbeeld aan emissiereductiedoelstellingen ten behoeve van klimaat en luchtkwaliteit, duurzame mobiliteit en de modal shift. Het einddoel is een zero-emissie logistieke sector en dus ook zero-emissie binnenvaart tegen 2050. Om onze positie als duurzame toekomstbestendige transportmodus te vrijwaren, starten De Vlaamse Waterweg nv, Departement MOW, Port of Antwerp- Bruges, North Sea Port, de Federatie van de Belgische Binnenvaart en het Kenniscentrum Binnenvaart Vlaanderen samen een Vlaamse Green Deal Binnenvaart. Deze Green Deal is een publiek-private samenwerking tussen diverse stakeholders die betrokken zijn bij het vervoer over water. Dankzij gezamenlijke doelstellingen, realistische acties en concrete engagementen willen de partners dat er tegen 2030 meer vergroening in de binnenvaart gerealiseerd wordt.
Met deze Vlaamse Green Deal Binnenvaart beogen we de vergroening van de Vlaamse binnenvaart1 en meer bepaald een emissiereductie die zowel het klimaat (zoals CO2-reductie) als lokale luchtkwaliteit (reductie van andere emissies zoals stikstof en fijn stof) ten goede komt. In dit traject wordt getracht om bestaande drempels op te heffen en zichtbare verandering te creëren waarbij verschillende mijlpalen opgenomen worden tegen zowel 2026, 2030 als 2050.
Een optimale bundeling van expertise, mankracht en initiatieven met de voornaamste betrokkenen uit de ruime binnenvaartsector zal hierbij essentieel zijn. We willen er samen met de geëngageerde stakeholders een beweging van maken die de inspanningen en realisaties voor een groene binnenvaart zichtbaar maakt. De Green Deal moet zekerheid bieden aan de Belgische binnenvaartondernemers en moet een leidraad worden voor het beleid op korte en middellange termijn. Finaal wordt het traject een referentiekader voor toekomstige initiatieven.
Afspraken
Artikel 1. Opsomming alle deelnemende partijen
1. Minister Xxxxxxx, Vlaams minister van mobiliteit en openbare werken, handelend binnen haar hoedanigheid en haar bevoegdheden binnen de Vlaamse Regering;
2. Minister Xxxxx, Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, handelend binnen haar hoedanigheid en haar bevoegdheden binnen de Vlaamse Regering;
3. Minister Xxxxxx, Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, handelend binnen zijn hoedanigheid en zijn bevoegdheden binnen de Vlaamse Regering;
hierna ‘De Vlaamse overheid’ genoemd
1 Onder de Vlaamse binnenvaart begrijpen we alle in Vlaanderen varende binnenvaart, dit impliceert dat ook niet- Vlaamse binnenvaartondernemers die in Vlaanderen varen mee in de scope vervat zitten.
4. De Vlaamse Waterweg nv vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx> (ook deel van de Vlaamse overheid);
5. Departement Mobiliteit en Openbare Werken vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx> (ook deel van de Vlaamse overheid);
6. Port of Antwerp-Bruges vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
7. North Sea Port vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
8. de Federatie van de Belgische Binnenvaart vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
9. en het Kenniscentrum Binnenvaart Vlaanderen vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
hierna ‘de initiatiefnemers’ genoemd
10. <partij 1>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
11. <partij 2>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
12. <partij 3>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
13. <partij 4>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
14. <partij 5>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
15. <partij 6>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
16. <partij 7>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
17. <partij 8>, vertegenwoordigd door <dhr. of mevr.> in zijn/haar functie van <xx>; hierna te noemen als <xx>;
18. …
hierna ‘de deelnemende partners’ genoemd Hierna samen ‘de partijen’ genoemd.
Artikel 2. Definities en specifieke bepalingen/overwegingen in deze Green Deal
2.1. In het kader van deze Green Deal worden volgende definities gehanteerd:
1. De binnenvaart: Met binnenvaart bedoelen we in het kader van deze Green Deal alle vaart met een binnenvaart meetbrief. De Green Deal omhelst logischerwijs alle vaart met een Vlaamse eigenaar. Gezien het grensoverschrijdende karakter van de binnenvaartsector, vallen ook alle niet- Vlaamse eigenaars die minimaal 60 dagen per jaar actief zijn op het Vlaamse waterwegennet binnen de scope van de Green Deal. De Green Deal focust op acties die bijdragen aan het verlagen van emissies van de Vlaamse binnenvaart in Vlaanderen. We leggen daarbij de nadruk op de beroepsvaart, zowel goederen- als passagiersvervoer op het waterwegennet. Ook eigen schepen van overheidsactoren zoals De Vlaamse Waterweg en het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust, en havenbedrijven zoals Port of Antwerp-Bruges en North Sea Port, die kunnen ingezet worden
voor demonstratieprojecten op het vlak van vergroening, zijn binnen scope. Expliciet buiten scope zijn de plezier- en recreatievaart en werkvaartuigen. Alle schakels van de keten worden meegenomen: binnenvaartondernemers, verladers, logistieke dienstverleners, financiële instellingen, kennisinstellingen, relevante overheden en havenbedrijven, technologieleveranciers.
2. Emissiereducties: Wanneer we het in deze Green Deal hebben over vergroening van de binnenvaart, dan ligt de focus op de emissiereductie ten behoeve van klimaat (o.a. CO2) en luchtkwaliteit (luchtvervuilende emissies, zoals NOx en fijn stof). Andere vergroeningspistes zijn weliswaar eveneens belangrijk. Ze zitten echter niet vervat in de scope van de Green Deal, tenzij ze expliciet bijdragen aan en/of een voorwaarde zijn voor de beoogde emissiereductiedoelstellingen en niet opgenomen worden in andere beleidsinitiatieven. We denken hierbij o.a. aan de realisatie van de modal shift (vervangen van een deel van het vervoer over de weg door vervoer per schip); klimaatadaptatie en met name veerkrachtigheid van de binnenvaart verhogen ten aanzien van toenemende perioden van droogte of hoogwater; verlagen van de voetafdruk van vaartuigen doorheen hun levenscyclus ( bv. afval, waterverbruik, bouw, onderhoud en sloop…); duurzame jobs en aangepaste competenties om de vergroening te realiseren. Binnen de scope van emissiereducties focussen we op ons gedeelte van de waardeketen en dan voornamelijk op de aandrijving van schepen. Verschillende andere thema’s met impact op de emissies kwamen in de uitwerking van deze Green Deal aan bod. We denken hierbij aan thema’s zoals walstroom, ontgassing, emissies in water,… Deze thema’s zijn belangrijk en we erkennen het belang ervan. Aangezien de ontwikkeling hiervan reeds loopt binnen andere initiatieven nemen we ze niet op als expliciete doelstelling.
3. Domein: We structureren de Green Deal volgens vier goed gekozen werkdomeinen (Beleid, Implementatie, Technologie en Financiering) binnen de vastgelegde scope. Op die manier kunnen we focus aanbrengen binnen de doelstellingen en acties. Ook laat het actoren toe om eenvoudiger bij te dragen aan die domeinen die het best aansluiten bij hun ervaring of het meest relevant zijn voor hun huidige activiteiten. De vier werkdomeinen zijn bepaald op basis van een clustering van de belangrijkste knelpunten en opportuniteiten voor de vergroening van de binnenvaart die naar voren werden gebracht door de verschillende stakeholdergroepen.
4. Domein technologie voor een groene binnenvaart: Er heerst onduidelijkheid over de technologische mogelijkheden voor vergroening onder binnenvaartondernemers. Tevens zijn vele technologieën onvoldoende marktrijp. Binnenvaart blijkt een kleine afzetmarkt voor producenten m.b.t. onderzoek en ontwikkeling van alternatieven. Dit alles leidt tot onzekerheid over de juiste investering. Onder andere volgende elementen vallen onder dit domein:
• Bevorderen van groene technologische vooruitgang. (In de gehele uitwerking van de Green Deal Binnenvaart moet ‘groene technologie’ breed geïnterpreteerd worden. Het slaat zowel op alternatieve brandstoffen, motoren, aandrijvingen, nabehandelingssystemen, infrastructuur voor bunkeren, …)
• Overzicht van de groene technologie die beschikbaar is en op termijn verwacht wordt
5. Domein financiële oplossingen voor een groene binnenvaart: Het blijkt erg moeilijk voor de binnenvaartondernemer om in de huidige markt een businesscase voor vergroening te realiseren (zowel op financieel als technologisch vlak). We kijken in dit domein onder andere naar:
• Oplossingen om de financiering van vergroening voor de hele sector mogelijk te maken
• Steunmaatregelen voor de vergroeningsinvesteringen van binnenvaartondernemers of leveranciers van groene technologie
• Wijzigingen in de werking van verladers, havens, … die motiverend kunnen werken voor andere actoren om te vergroenen
6. Domein beleid ter ondersteuning van een groene binnenvaart: Vanuit het beleid op verschillende niveaus kan de vergroening sterk ondersteund worden. Binnenvaartactoren ervaren tegenstrijdigheden of drempels in de regionale, nationale en internationale regelgeving. Binnen dit domein behandelen we onder andere:
• Een visie op vergroening die elke actor richting geeft en bedrijfszekerheid garandeert
• Een geoptimaliseerde wetgeving
• Uitrollen van een labelsysteem dat de milieuprestatie van een schip aanduidt
7. Implementatie van een groene binnenvaart: Het effectief vergroenen van de bestaande vloot vereist een grote inspanning, zowel wat betreft financiële als menselijke en materiële middelen. De pioniers op vlak van vergroening zijn al zichtbaar in de sector. Dit kan verder versterkt en uitgebouwd worden. De volgende elementen horen tot dit domein:
• Uitbouwen van een 'community' door het communiceren aan en faciliteren van partnerschappen tussen actoren in de sector
• Een mindshift realiseren bij alle betrokken stakeholders ifv vergroeningsacties
• Begeleiden van binnenvaartactoren (en in het bijzonder binnenvaartondernemers) bij de implementatie van vergroeningsacties
8. Binnenvaartondernemers: zowel binnenvaartondernemers met één of enkele schepen, als koepelorganisaties met meer dan 3 schepen
9. Financiële instellingen: voornamelijk banken die kredietdossiers voor binnenvaartondernemers uitschrijven
10. Havens: zowel zee- als binnenhavens die via hun reglementen en faciliteiten invloed hebben op de werking van binnenvaartondernemers
11. Overheidsactoren: zowel lokale besturen, Vlaamse -, Waalse -, Federale overheid als Europese platformen
12. Toeleveranciers: zowel producenten, scheepswerven als verdelers van motoren, nabehandelingssystemen, alternatieve brandstoffen en infrastructuur om deze te bunkeren
13. Verladers: zowel rechtstreekse verladers B2B en B2C, expediteurs, bevrachters, barge operatoren als koepelorganisaties
2.2. Met betrekking tot deze Green Deal dienen volgende eigen bepalingen en overwegingen in acht genomen te worden:
De doelstellingen voor de sector werden duidelijk via onder andere de internationale kaders van de Europese Green Deal2 en de Verklaring van Mannheim3. Om deze vergroeningsslag ook waar te maken in de Vlaamse binnenvaart, nam de binnenvaartsector reeds in 2018 initiatief. De Vlaamse Waterweg, Port of Antwerp- Bruges en het Kenniscentrum Binnenvaart Vlaanderen startten het project vergroeningsconsulent op met cofinanciering uit het Belgisch Fonds voor de Binnenvaart (voormalig sloopfonds). Dit driejarig project liep t/m januari 2021. De vergroeningsconsulent stond in voor de persoonlijke begeleiding van binnenvaartondernemers bij de vergroening van hun vloot. Het project heeft duidelijk bijgedragen aan het
2 xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxx-0000-0000/xxxxxxxx-xxxxx-xxxx_xx
3 xxxxx://xxx.xxx-xxx.xxx/xxxxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxx/Xxxxxxxxxx_Xxxxxxxxxx_xx.xxx
creëren van kennis en draagvlak op vlak van vergroening in de sector. Echter blijven er openstaande uitdagingen op het pad richting de doelstellingen van 2030 en vooral 2050. Om een duidelijk toekomsttraject voor de vergroening van de binnenvaart in kaart te brengen en alle relevante actoren van de binnenvaart te betrekken, bereiden de betrokken partners sinds 2021 een Vlaamse Green Deal Binnenvaart voor.
De Green Deal Binnenvaart krijgt vorm in de beleidscontext van volgende beleidskaders:
Europees beleid
De Europese Green Deal, gepubliceerd in 2019, is een richtinggevend document waarmee de Europese Commissie (EC) aangeeft dat ze de ambitie heeft om van Europa het eerste klimaatneutrale continent te maken tegen 2050. Om deze ambitie waar te maken stelt de EC acties voorop in 8 domeinen, waarvan vervoer er één is. De Europese Klimaatwet4 van 2021 verbindt de EU er wettelijk toe deze klimaatneutraliteit te bereiken tegen 2050, met een tussentijds doel voor een emissiereductie van 55% tegen 2030 (vergeleken met 1990).
Binnen de uitwerking van de Europese Green Deal stelde de Europese Commissie een Strategie voor Duurzame en Slimme Mobiliteit5 op, geldend voor alle transportmodi en uitstootbronnen. Deze Strategie preciseert onder andere dat het transportaandeel van de binnenvaart moet verhogen met 25% tegen 2030 (en 50% tegen 2050) en omvat de ambitie schepen met nul uitstoot marktklaar te maken tegen 2030. Nog in het kader van de EU Green Deal werd de EU-wetgeving geactualiseerd via het pakket "Fit for 55"6. Dit omvat een reeks voorstellen om het EU-beleid in lijn te brengen met de doelstelling om de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55% te hebben verminderd tegen 2030. Specifiek krijgt de uitwerking van het Europese beleid voor de binnenvaart vorm binnen het NAIADES III-programma7. Binnen dit kader focust de Europese Commissie zich op de doelstelling om meer vrachtvervoer te verplaatsen naar de binnenvaart alsook om de transitie naar zero-emissie binnenschepen te vergemakkelijken tegen 2050.
Naast de reductie van broeikasgasemissies, heeft Europa ook het initiatief genomen om de uitstoot van luchtvervuilende polluenten afkomstig van scheepvaartmotoren te verminderen. Met de verordening voor niet voor de weg bestemde motoren, de Europese Non Road Mobile Machinery Verordening8, legde de EU nieuwe emissienormen op voor verschillende polluenten voor nieuwe schepen (nieuwbouw) en bij hermotorisatie (geldig vanaf 2019/2020).
Tot slot heeft de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR), een internationale organisatie die sinds 1815 garant staat voor de vrijheid en de veiligheid van de scheepvaart op de Rijn, in de Verklaring van Mannheim het belang van een verdere verbetering van de ecologische duurzaamheid van de binnenvaart benadrukt. De CCR wenst de uitstoot van (1) broeikasgassen tegen 2035 met 35% ten opzichte van 2015 terug te dringen,
(2) verontreinigende stoffen tegen 2035 met ten minste 35% ten opzichte van 2015 te verminderen, (3) broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen nagenoeg uit te bannen tegen 2050. De CCR- en EU- doelen zijn compatibel qua streven op lange termijn (2050) met een emissie-neutrale vloot (vermindering van de uitstoot van ten minste 90%), al zijn er aanzienlijke verschillen in de doelstellingen op middellange
4 xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxx/xx-xxxxxx/xxxxxxxx-xxxxx-xxxx/xxxxxxxx-xxxxxxx-xxx_xx
5 xxxxx://xxxxxxxxx.xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxx_xx
6 xxxxx://xxx.xxxxxxxxx.xxxxxx.xx/xx/xxxxxxxx/xxxxx-xxxx/xxx-xxx-00-xxx-xx-xxxx-xxx-x-xxxxx-xxxxxxxxxx/
7 xxxxx://xxxxxxxxx.xx.xxxxxx.xx/xxxxxxxxx-xxxxx/xxxxxx-xxxxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxxx-xxxxxxxx-xxxxxxxxx/xxxxxxx-
iii-action-plan_en
8 Non Road Mobile Machinery (NRMM) Verordening 8 EU 2016/16281: xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxx-xxxx-xxxxxx-xxxxxxxxx_xx
termijn (waar de EU pakweg tweemaal ambitieuzer is dan de CCR)9. De CCR streeft dezelfde reducties na voor verontreinigende stoffen. Afgezien van het wegvervoer, is er op Europees niveau geen doel vastgelegd voor het terugdringen van luchtverontreinigende stoffen.
Vlaams beleid
De Europese doelstellingen rond de verminderde uitstoot van broeikasgassen kennen hun weerslag in Nationale Energie- en klimaatplannen. Voor de binnenvaart zijn met name het Vlaams Energie- en klimaatplan 203010 (VEKP) uit 2019 en de bijkomende maatregelen uit 2021 van belang. De doelstellingen hieruit worden ook specifiek voor binnenvaart aangehaald in het Luchtbeleidsplan Vlaanderen 203011 uit 2019, waarbij de focus ligt op de reductie van luchtverontreinigende polluenten. Specifiek voor de reductie van de stikstofdepostitie in de Vlaamse Natura2000-gebieden, is er de Programmatische Aanpak Stikstof12 (PAS). Binnen het Beleidsdomein MOW is met de verschillende entiteiten gewerkt aan een gemeenschappelijk Klimaatplan MOW 2030. In dit plan wordt zowel op het mitigatie- als adaptatieverhaal ingezet. Daarbij werden 20 ambitieuze doelstellingen uitgewerkt, waaronder de vergroening van de interne vloot. Dit plan werd op 30 september 2022 gelanceerd. Via de Clean Power for Transport visie 203013 tot slot wil de Vlaamse Regering het transport in Vlaanderen vergroenen en de gepaste laadinfrastructuur verder uitbouwen. Het doel is om tegen 2030 een emissiereductie van 23% te realiseren.
Conclusie beleid
Er zijn duidelijke doelstellingen geformuleerd op Europees niveau (met inbegrip van CCR) omtrent de emissiereductie van verontreinigende stoffen en broeikasgassen afkomstig van binnenvaart op middellange en lange termijn. Voor deze sector is er, behoudens de Europese Non Road Mobile Machinery Verordening14 die focust op luchtkwaliteit emissies, voorlopig geen andere wetgevende of juridische drijfveer om te evolueren naar een emissiereductie.
Hoewel het ook voor Vlaanderen duidelijk is dat emissiereductie van broeikasgassen afkomstig van binnenvaart op middellange en lange termijn noodzakelijk is, liggen de zeer concrete bindende doelstellingen voor de varende schepen in Vlaanderen nog niet vast.
Als aanleiding en bij het uitwerken van deze Green Deal Binnenvaart werden een aantal overwegingen meegenomen eigen aan de vergroening van de binnenvaart zoals het aandeel binnenvaart in het totale Vlaamse transport, het aandeel emissies van binnenvaart, … Voor de volledige beschrijving verwijzen we naar de conceptnota ‘ontwerp en lancering van de Green Deal Binnenvaart’.
9 CCR doc rv21_09 " Vergelijking van de emissiereductiedoelstellingen in de Verklaring van Mannheim enerzijds en de Green Deal van de EU anderzijds"
10 xxxxx://xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxx-xxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxx-0000-0000-xxxxxxxx-xxxxx-xxxx-xx- geintegreerde-nationale-energie-en-klimaatplannen
11 xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxx-0000
12 xxxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xx/xxx
13 Clean Power for Transport ontwerpvisie 2030: VR 2021 3004 DOC.0475/2BIS xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxx/000X0000000XX00000000X0X
00 Xxx Xxxx Xxxxxx Machinery (NRMM) Verordening 14 EU 2016/16281: xxxxx://xx.xxxxxx.xx/xxxxxx/xxxxxxx/xxxxxxxxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxx-xxxxxxxxxx/xxx-xxxx-xxxxxx-xxxxxxxxx_xx
Artikel 3. Doel van deze Green Deal
Het ultieme doel van deze Green Deal formuleren we als een gedeelde ambitie die in lijn ligt met de Europese doelstellingen rond dit thema en die verder verfijnd wordt in een set aan strategische doelstellingen. Alle betrokken partijen onderschrijven dit ultieme doel en willen zich ertoe engageren deze doelstellingen samen te realiseren. Gezien het grensoverschrijdend karakter van binnenvaart oriënteren we ons voor wat betreft de gedeelde ambitie van de Green Deal op de bestaande kaders, de Verklaring van Mannheim van de CCR en Europese Green Deal (zie artikel 2.2). We houden daarbij rekening met eventuele wijzigingen in de ambitie van de CCR op basis van voortschrijdend inzicht in de toekomst en staan open voor gelijkaardige wijzigingen aan de globale ambitie van deze Green Deal.
Het specifieke doel van deze Green Deal is omschreven in operationele doelstellingen per strategische doelstelling. Een overzicht van de operationele doelstellingen in opgenomen in bijlage. Elk van de deelnemende partijen zal bij de initiatiefnemers bekend maken welke operationele doelstellingen linken aan de eigen kerntaken en mogelijkheden en welk specifiek engagement ze daarom nemen.
DOMEIN TECHNOLOGIE VOOR EEN GROENE BINNENVAART
1. Strategische doelstelling 1: Toegankelijk en haalbaar maken van groene technologieën die bijdragen aan vergroening (retrofit en nieuwbouw)
2. Strategische doelstelling 2: Gebruiken van een uniform systeem voor emissiemeting en – rapportering in lijn met Europese kaders
3. Strategische doelstelling 3: Versneld evolueren naar een multi-fuel situatie
4. Strategische doelstelling 4: Blijvend verbeteren van de energie-efficiëntie van de binnenvaart
DOMEIN FINANCIËLE OPLOSSINGEN VOOR EEN GROENE BINNENVAART
1. Strategische doelstelling 5: Opbouwen van een fonds voor vergroening met bijdrage van verschillende stakeholders
2. Strategische doelstelling 6: Uitwerken van oplossingen om de kosten van vergroening haalbaar te maken
3. Strategische doelstelling 7: Realiseren van de vergroening via een substantiële inspanning door elke actor in de binnenvaart (verladers, financiële instellingen, havens, binnenvaartondernemers, …)
4. Strategische doelstelling 8: Creëren van een business case voor binnenvaartactoren die willen investeren in vergroening
BELEID TER ONDERSTEUNING VAN EEN GROENE BINNENVAART
1. Strategische doelstelling 9: Werken aan een beleid dat zowel op korte als lange termijn richting aangeeft (2030 en 2050)
2. Strategische doelstelling 10: De Vlaamse Overheid en havenbedrijven nemen een voorbeeldrol op op vlak van vergroening
3. Strategische doelstelling 11: Komen tot eenvoudigere regelgeving bij vergroening
4. Strategische doelstelling 12: Fiscale incentives uitwerken die in een overgangsfase groene technologieën economisch haalbaar maken
5. 3.5 Strategische doelstelling 13: Een grondig zicht verwerven op hoe een Europees emissielabel ingeschakeld kan worden ifv effectieve vergroening
IMPLEMENTATIE VAN EEN GROENE BINNENVAART
1. Strategische doelstelling 14: Realiseren van een mindshift bij alle (huidige en toekomstige) actoren uit de Vlaamse binnenvaart, met focus op binnenvaartondernemers en verladers
2. Strategische doelstelling 15: Begeleiden van binnenvaartondernemers bij het verzamelen van informatie over vergroening en het effectief vergroenen
Om onze doelstellingen te kunnen monitoren, worden per domein specifiek meetbare doelstellingen vastgelegd. Voor elk van de doelstellingen wordt waar mogelijk ook een nulmeting uitgevoerd. We brengen hierbij zowel de output, outcome als impact van de Green Deal in kaart.
- Output: Aantal touchpoints met actoren (per type actor), Aantal bijeenkomsten met (deel) van het netwerk, …;
- Outcome: Per operationele doelstelling (Aantal begeleidde binnenvaartondernemers, Aantal pilootprojecten, …), Aantal nieuwe samenwerkingen, …
- Impact: Vergroening van de binnenvaart (Aantal en grootte van vergroeningsinvesteringen; …), Mate van emissiereductie ifv klimaat en ifv luchtkwaliteit.
Artikel 4. Tijdsduur van deze Green Deal
Er wordt verwacht dat deze Green Deal vier jaar in beslag neemt en afloopt in 2027. Jaarlijks wordt een evaluatie voorzien. We streven dus naar resultaten tegen 2026 (met name op het vlak van het vervullen van een aantal basisvoorwaarden voor vergroening ovv financiering, beleid/regelgeving, mind shift in de keten en technologiekeuzes) die zichtbare impact creëren naar 2030 en 2050 toe. 2050 is het moment waarop de effectieve vergroening op het terrein moet gerealiseerd zijn en waarop de binnenvaart (bijna) emissieneutraal zou moeten opereren.
Artikel 5. Niet-afdwingbaarheid van de Green Deal als inspanningsverbintenis
De Green Deal is een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis tussen de partijen die het document ondertekenen. De partijen komen bovendien overeen dat de afspraken opgenomen in de Green Deal niet in rechte afdwingbaar zijn. De partijen engageren zich ertoe om, met wederzijds respect, gedurende de termijn van de Green Deal, samen te werken aan de succesvolle uitvoering van de Green Deal.
Artikel 6. Opsomming partijen met hun specifieke engagementen
De deelnemers engageren zich om in het kader van de Green Deal Binnenvaart onderstaande acties uit te voeren. Deze opsomming geldt als een startset van acties. In de Green Deal zullen opportuniteiten gecreëerd worden om nieuwe acties te formuleren, al dan niet in de vorm van nieuwe samenwerkingen. Gedurende de looptijd van de Green Deal is er dan ook de kans om bijkomende acties te registreren. Deze zullen beschikbaar worden gesteld op de website en in het voorgangsrapport.
1. <partij 1> Partij 1 zal …
Partij 1 draagt bij … Partij 1 organiseert …
…
2. <partij 2>
Partij 2 is initiatiefnemer om … Partij 2 treedt op als …
Partij 2 onderzoekt en stimuleert …
3. …
Artikel 7. Stuur- en werkgroepen
Binnen de 6 maanden na de ondertekening van de Green Deal zal door de initiatiefnemers een stuurgroep worden opgericht die representatief is samengesteld uit deelnemende partijen van de Green Deal. Als nodig kan de stuurgroep worden aangevuld met relevante derden of experten, die als waarnemer kunnen deelnemen. De Vlaamse overheid zal in de stuurgroep op zijn minst vertegenwoordigd worden door de initiatiefnemers De Vlaamse Waterweg nv en Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
De stuurgroep is verantwoordelijk voor de opvolging en de bewaking van de uitvoering van de Green Deal, de beoordeling van de toetreding en uitreding van partijen in de Green Deal, de jaarlijkse verslaggeving aan het Green Deal loket, het opleveren van een eindrapportage, … .
Via een projectgroep wordt de dagelijkse werking van de Green Deal aangestuurd. De leden van deze projectgroep nemen elk één of meerdere concrete verantwoordelijkheden op zoals communicatie, draagvlakcreatie, fondsenwerving, borging, ... Ook zetelt hier voor elk van de vier domeinen één subtrekker in die het overzicht van de verschillende acties binnen één domein bewaakt en de voortgang hiervan opvolgt. Deze subtrekkers richten actiegerichte werkgroepen op, die aan de project- en stuurgroep zullen rapporteren. Hierbij wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de aanwezige expertise binnen de deelnemende partijen.
Artikel 8. Informatie-uitwisseling tussen partijen, openbaarheid van Green Deal en gebruik resultaten
Partijen verklaren dat zij alle nuttige informatie in het kader van de acties aan elkaar zullen overmaken, zodanig dat alle betrokkenen steeds over voldoende en up to date informatie beschikken. Voor informatie met commerciële of financiële gevoeligheden werken we met een geheimhoudingsverklaring (NDA), in zoverre dit verenigbaar is met de openbaarheid van bestuur van de organisatie. De Green Deal doet ten aanzien van de partners geen rechten ontstaan op het vlak van auteursrechten en intellectuele eigendom. In principe zijn de resultaten dus publiek goed en kunnen de resultaten van een Green Deal vrij gebruikt worden door anderen of in andere projecten, waardoor het effect ervan vergroot en verruimd wordt zonder extra ondersteuning van de overheid.
In communicatie spreken we over de Vlaamse Green Deal <nr> Binnenvaart. Deze maken de initiatiefnemers openbaar via hun websites alsook via de website van het departement Omgeving. Deze actieve openbaarheid van bestuur maakt dat anderen kennis ervan kunnen nemen waardoor de navolging van de gemaakte afspraken wordt bevorderd. Ook aan deelnemers wordt gevraagd om te communiceren over de Green Deal, via woord, beeld, website, brochure en eventueel andere of aanvullende communicatiemiddelen, en om daarbij steeds het logo van de Green Deal Binnenvaart te gebruiken. Communicatie op sociale media zoals Twitter, Facebook en LinkedIn behoort tot de mogelijkheden. Om een maximale Vlaamse herkenning te krijgen, wordt voorgesteld om gebruik te maken van de hashtag #greendealsvlaanderen. Deze komt idealiter telkens bij de communicatieboodschappen te staan.
Hierbij engageren de partners zich om minstens de volgende niet-limitatieve bepalingen te vervullen:
1° in brochures krijgt het logo van de Vlaamse overheid en de verwijzing naar de Green Deal of een gelijkwaardige alternatieve vermelding in de tekst voldoende zichtbaarheid;
2° bij elk evenement met betrekking tot de Green Deal wordt de Vlaamse overheid voldoende zichtbaarheid gegeven. De organisatoren van het evenement zorgen er tevens voor dat het logo van de Vlaamse overheid bij een presentatie en in mogelijke filmpjes die betrekking hebben op het project, aan het begin en het einde getoond wordt;
3° in een tv-spot of radiospot met betrekking tot de Green Deal krijgt het logo van de Vlaamse overheid voldoende zichtbaarheid;
4° op affiches m.b.t. de Green Deal krijgt de Vlaamse overheid de nodige zichtbaarheid. Het logo van de Vlaamse overheid krijgt een gelijkwaardige plaats ten opzichte van eventuele andere, al dan niet commerciële partners;
5° op een website van de Green Deal staat het logo van de Vlaamse overheid duidelijk zichtbaar op de homepage van de website (boven de vouwlijn);
6° omgekeerd, zal de Vlaamse overheid zelf in haar eigen relevante publicaties en communicatie verwijzen naar deze Green Deal.
Artikel 9. Evaluatie Green Deal
De uitvoering van de Green Deal zal via een stuurgroep van nabij worden opgevolgd. Er zal minstens jaarlijks door de stuurgroep een schriftelijke (generieke) evaluatie en stand van zaken worden opgemaakt voor het Green Deal loket. Hierbij dient o.a. een antwoord gegeven te worden over de mate waarin de doelstelling van de Green Deal reeds is gerealiseerd, hoe de bijdrage van de Green Deal m.b.t. duurzaamheid en economie gemeten wordt. Bij de afloop van de Green Deal zal door de stuurgroep een eindrapport worden opgemaakt.
Eventueel kan voor het meten van sommige effecten, gebruik gemaakt worden van een onafhankelijke derde die de voortgang beoordeelt.
Artikel 10. Wijzigingen aan de inhoud
Elke partij kan aan de andere partijen verzoeken om de Green Deal te wijzigen. Dit door middel van een schrijven gericht aan de voorzitter van de stuurgroep van de Green Deal.
Partijen zullen na het ontvangen van het verzoek binnen een termijn van 6 weken in overleg treden.
Enkel mits schriftelijk akkoord van de stuurgroep wordt deze voorgestelde wijziging goedgekeurd. De wijziging en het schriftelijk akkoord zullen als bijlagen aan de Green Deal worden toegevoegd en maken er integraal deel van uit.
Artikel 11. In- en uittreding partijen Green Deal
Er kunnen steeds nieuwe partijen toetreden tot de Green Deal. Een nieuwe partij zal daarvoor schriftelijk een verzoek overmaken aan de voorzitter van de stuurgroep. De engagementen van deze nieuwe partij worden hierbij duidelijk omschreven. Na schriftelijk goedkeuring van de aanvraag door de stuurgroep, maakt de partij officieel deel uit van de Green Deal waardoor voor die partij ook alle rechten en engagementen verbonden aan de Green Deal van toepassing zijn vanaf de datum van de schriftelijke goedkeuring van de aanvraag.
De aanvraag en goedkeuring zullen als bijlage aan de Green Deal worden toegevoegd.
Elke partij van de Green Deal kan te allen tijde en met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden door middel van een aangetekend schrijven aan de voorzitter van de stuurgroep, uittreden uit de Green Deal.
Artikel 12. Ontbinding van de Green Deal
Mocht de uitvoering van de Green Deal onmogelijk worden, dan kan de stuurgroep beslissen de Green Deal voortijdig te ontbinden.
Artikel 13. Overzicht namen met handtekeningen van alle partijen
Namens <partij 1> | Namens <partij 2> | Namens <partij 3> | Namens <partij 4> |
Dhr./Mvr. | Dhr./Mvr. | Dhr./Mvr. | Dhr./Mvr. |
Namens <partij 1> | Namens <partij 2> | Namens <partij 3> | Namens <partij 4> |
Dhr./Mvr. | Dhr./Mvr. | Dhr./Mvr. | Dhr./Mvr. |
Het origineel van de getekende Green Deal zal gedurende de looptijd door het Departement Omgeving worden bewaard. Iedere partij zal één door het Departement Omgeving voor eensluidend verklaarde kopie van de Green Deal ontvangen.
Artikel 14. Datum inwerkingtreding
Deze Green Deal treedt in werking vanaf de dag na de ondertekening ervan door de laatste partij. De in de Green Deal opgenomen timing en planning dienen steeds ten opzichte van deze begindatum berekend te worden.
Bijlage
Overzicht domeinen Vlaamse Green Deal Binnenvaart, Strategische en Operationele Doelstellingen
1. DOMEIN TECHNOLOGIE VOOR EEN XXXXXX XXXXXXXXXXX
0. Strategische doelstelling 1: Toegankelijk en haalbaar maken van groene technologieën die bijdragen aan vergroening (retrofit en nieuwbouw)
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
1.1 Opstellen van een up-to-date overzicht met de meest geschikte groene technieken en hun toepassingen | Een eenvoudig en neutraal overzicht van de groene technologieën geschikt voor de binnenvaart, dat mee evolueert met inzichten uit onderzoek en de praktijk. Dit wordt verrijkt met verschillende parameters om de technieken op te scoren zoals financiële gegevens, vaarprofiel, benodigd vermogen, … |
1.2 Uitvoeren van x pilootprojecten voor een variëteit aan types schepen en vermogens en verspreiden van de resultaten | Het versnellen van onderzoek en ontwikkeling dankzij pilootprojecten die in partnerschap door verschillende stakeholders uitgevoerd worden (incl. toeleveranciers en kennisinstellingen). De leerlessen worden breed gedeeld in het netwerk van de Green Xxxx. Xx een pilootproject zitten steeds volgende drie componenten vervat: ▪ Technische haalbaarheid ▪ Financiële haalbaarheid ▪ Milieuwinst |
1.3 Onderzoeksproject naar de milieuwinsten van retrofit en nieuwbouw voor x aantal technieken | Het onderzoeken van de mate waarin retrofit (met verschillende technieken) of nieuwbouw een geschiktere oplossing is op vlak van energiezuinigheid en emissies, rekening houdend met het financieel oogpunt. |
1.4 Delen van ervaring en kennis over groene technologieën (specifiëren onder ‘implementatie’) | Speciale aandacht gaat naar de disseminatie van de opgedane kennis over (bv. overzicht van groene technieken) en ervaring met (bv. resultaten uit pilootproject) groene technologieën op maat van de doelgroep. We streven daarrbij een balans na tussen successen én uitdagingen. Domein 4. Implementatie bevat een set aan specifieke operationele doelstellingen rond kennisdeling. |
2. Strategische doelstelling 2: Gebruiken van een uniform systeem voor emissiemeting en – rapportering in lijn met Europese kaders
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
2.5 Verfijnen van bestaande meetmethodologieën bv. toevoegen van een focus op meten aan de pijp, op meeteenheid per ton kilometer, op verschil per vaarprofiel, … (als input voor CCR) | Het uittesten van onderdelen van een meet- en rapporteringssysteem voor emissies als input voor de ontwikkelingen op Europees niveau. De focus kan periodiek verlegd worden en dient verder bepaald te worden door een werkgroep. |
2.6 Verhogen draagvlak voor het uitvoeren van emissiemetingen: bv. in kaart brengen hoe we het gebruik van een meting kunnen versnellen; informeren over meetsysteem, … | Het vergroten van de bereidheid om emissies te meten en rapporteren bij verschillende binnenvaartactoren. Startende van het in kaart brengen van de huidige drempels voor het gebruik, over het uitwerken van oplossingen tot het grondig informeren van alle potentiële gebruikers. |
2.7 Opzetten van een pilootproject om bestaande meetsystemen te demonstreren en het emissiereductiepotentieel van de installatie van haalbare groene technologie aan te tonen | Het versnellen van de toepassing van een uniform meet- en rapporteringssysteem via een pilootproject dat de werking ervan demonstreert. Aan de hand van de resultaten van deze metingen duiden we ook het potentieel aan emissiereductie dat de installatie van groene technologie met zich meebrengt. |
3. Strategische doelstelling 3: Versneld evolueren naar een multi-fuel situatie
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
3.1 Opzetten van pilootprojecten met een variatie aan duurzame alternatieve brandstoffen, voor verschillende vaarprofielen en types schepen | Het versnellen van het gebruik van duurzame alternatieve brandstoffen via pilootprojecten waarbij de toepassing getest wordt bij verschillende types schepen met verschillende vaarprofielen. Ook het dissemineren van de resultaten valt hieronder. |
3.2 Faciliteren van (internationaal) overleg rond oplossingen om de prijs van duurzame alternatieve brandstoffen haalbaar te maken | Het opzetten van een werkgroep die oplossingen uitdenkt om de prijs van duurzame alternatieve brandstoffen haalbaar te maken voor binnenvaartactoren. De aanpak wordt verder uitgewerkt door de werkgroep en omvat de consultatie van internationale actoren in de binnenvaart. |
3.3 Versnellen van beschikbaarheid infrastructuur om duurzame alternatieve brandstoffen op te slaan en te bunkeren voor alle betrokken binnenvaartactoren | Het faciliteren van de installatie van infrastructuur die het gebruik van duurzame alternatieve brandstoffen toelaat, zowel op het schip als aan wal. De aanpak omvat onder andere het opstellen van een strategische visie over welk alternatief waar beschikbaar te maken zodat verschillende opties voorhanden zijn. |
3.4 Afstemmen rond hinderpalen in regelgeving en uitwerken van gemeenschappelijk kader rond gebruik en bunkeren van duurzame alternatieve brandstoffen | Het in kaart brengen van de barrières die het gebruik en de bunkering van duurzame alternatieve brandstoffen hinderen om te komen tot een stimulerend regelgevend kader (zie ook beleid). |
4. Strategische doelstelling 4: Blijvend verbeteren van de energie-efficiëntie van de binnenvaart
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
4.1 Evalueren van bestaande mogelijkheden voor het verminderen van energieverbruik op het schip en tijdens het varen en dit vertalen in behapbaar overzicht | Het in kaart brengen van de gekende optimalisatiemogelijkheden (voor zowel energieverbruik op het schip als operationeel verbruik tijdens het varen), het evalueren van de effectiviteit en haalbaarheid ervan, het aanvullen met nieuwe mogelijkheden en het weergeven in een duidelijk overzicht. |
4.2 Sensibiliseren over effectieve mogelijkheden voor het verminderen van energieverbruik op het schip en tijdens het varen | Het bewust maken van binnenvaartactoren over de optimalisatiemogelijkheden rond energieverbruik en operationeel verbruik en de winst die het op verschillende vlakken brengt (milieuwinst, monetair, …). |
2. DOMEIN FINANCIËLE OPLOSSINGEN VOOR EEN GROENE BINNENVAART
1. Strategische doelstelling 5: Opbouwen van een fonds voor vergroening met bijdrage van verschillende stakeholders
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
5.1 Uitwerken van tussentijdse oplossingen op Vlaams niveau (met bedrijfsleven binnenvaart en overheid) in functie van geleidelijke integratie in fonds op CCR niveau | In afwachting van een Europees fonds bedenkt een werkgroep tussentijdse oplossingen om op Vlaams niveau reeds elementen van dit type financiering uit te rollen, die in een later stadium geïntegreerd kunnen worden in het uniforme systeem op Europees niveau. |
5.2 Opzetten van een participatief traject om input te verzamelen rond de gewenste modaliteiten van een fonds op CCR niveau | Het betrekken van een grote groep binnenvaartactoren om de gewenste modaliteiten voor een fonds rond vergroening te verzamelen en af te toetsen (bv. criteria om budget uit fonds aan te wenden). |
2. Strategische doelstelling 6: Uitwerken van oplossingen om de kosten van vergroening haalbaar te maken
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
6.1 Onderzoeken van een aantal kostenverlagende oplossingen gericht op CAPEX (bv. standaardiseren, groepsaankoop, samenwerken met andere sectoren…) | Het in kaart brengen van oplossingen die een invloed hebben op de Capital Expenditures (capex), namelijk de kost voor de ontwikkeling of aankoop van een groene technologie, en het onderzoeken van de effectiviteit en haalbaarheid ervan. Een voorwaarde voor de oplossingen is dat deze mogelijk gemaakt worden door de inzet van verschillende actoren. |
6.2 Onderzoeken van een aantal kostenverlagende oplossingen gericht op Opex (bv. alternatieve bedrijfsmodellen zoals as-a-service, plafonnering van Opex- kost zoals bij voorbeeld windenergie, …) | Het in kaart brengen van oplossingen die een invloed hebben op de Operational Expenditures (Opex), namelijk de kost voor de operationalisering of het gebruik van een groene technologie, en het onderzoeken van de effectiviteit en haalbaarheid ervan. Een voorwaarde voor de oplossingen is dat deze mogelijk gemaakt worden door de inzet van verschillende actoren. |
3. Strategische doelstelling 7: Realiseren van de vergroening via een substantiële inspanning door elke actor in de binnenvaart (verladers, financiële instellingen, havens, binnenvaartondernemers, …)
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
7.1 Verladers doen inspanningen om langetermijncontracten af te sluiten met binnenvaartondernemers en een hogere vrachtprijs te betalen voor schepen die geïnvesteerd hebben in groene technieken | Verladers bekijken welke mogelijkheden er zijn om binnenvaartondernemers die investeren in vergroening te belonen, bijvoorbeeld via het betalen van een hogere vrachtprijs of het afsluiten van een langetermijncontract |
7.2 Financiële instellingen doen inspanningen om leningen voor vergroeningsprojecten uit te geven waarbij de drempel bereikbaar is voor bedrijven met een kleine vloot | Financiële instellingen breiden de financieringsfilosofie in het kader van een vergroeningsinvestering uit, bijvoorbeeld door korting te geven op de rentevoet, de looptijd van de financiering te verlengen, een waarborgsysteem uit te breiden, … |
7.3 Havens doen inspanningen om gedifferentieerde haventarieven toe te passen die binnenvaartschepen belonen als ze aan bepaalde emissienormen voldoen met een niet te verwaarlozen prijsverschil, … | Havens bekijken de opties om zich te engageren richting binnenvaartondernemers die investeren in vergroening, bijvoorbeeld door een langere concessie uit te schrijven, gedifferentieerde haventarieven toe te passen, … |
7.4 Toeleveranciers doen inspanningen om de prijs voor groene technologieën te verlagen (bv. standaardiseren) | Toeleveranciers onderzoeken de mogelijkheden om de kostprijs voor ontwikkeling, productie en vermarkting van hun groene technologie te verlagen, bijvoorbeeld door een type product te standaardiseren, door samen te werken in de ontwikkeling, … |
4. Strategische doelstelling 8: Creëren van een business case voor binnenvaartactoren die willen investeren in vergroening
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
8.1 Toegankelijker maken van bestaande of opzetten van nieuwe Vlaamse steunmaatregelen voor binnenvaartactoren die willen investeren in vergroening | Het verbeteren van de toegang tot bestaande Vlaamse steunmaatregelen (bijvoorbeeld eenvoudigere aanvraagprocedure, herzien van de criteria, …) en het ontsluiten van nieuwe Vlaamse steunmaatregelen voor vergroeningsoplossingen. |
8.2 Integreren van binnenvaart binnen bestaande Vlaamse steunmaatregelen via afstemming met bevoegde instanties vanuit diverse beleidsdomeinen | Het aantonen van de impact van vergroeningsingrepen in de binnenvaart op de werking van verscheidene Vlaamse beleidsdomeinen (zoals omgeving, mobiliteit en openbare werken, economie, wetenschap en innovatie, …) en deze expliciet linken aan subsidiemechanismen van verscheidene Vlaamse beleidsdomeinen (bijvoorbeeld VLAIO instrumentarium) |
8.3 Lobbyen bij Europese instanties over toegankelijkheid Europese financiering (steunprogramma’s, leningen, …) | Het behartigen van de belangen van Vlaamse binnenvaartactoren bij Europese instanties teneinde de toegang tot Europese financiering eenvoudiger te maken. We denken hierbij zowel aan steunmaatregelen, leningen, … |
3. BELEID TER ONDERSTEUNING VAN EEN GROENE BINNENVAART
1. Strategische doelstelling 9: Werken aan een beleid dat zowel op korte als lange termijn richting aangeeft (2030 en 2050)
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
9.1 Uitwerken van een beleidsbrede routekaart die op lange termijn richting aangeeft en is geënt op wat Europa uitwerkt | Het opstellen van een routekaart die de verschillende beleidsdomeinen omvat en op lange termijn richting geeft aan de vergroening van de binnenvaart. Deze alligneren we op het Europese beleid. |
9.2 Uitwerken en implementeren van actieplannen voor bepaalde niches in de vloot | Het inzoomen op specifieke niches in de vloot (bv. een bepaald vaarprofiel, type schip, type traject, …) en hiervoor een actieplan op maat uitwerken dat de vergroening versnelt. |
2. Strategische doelstelling 10: De Vlaamse Overheid en havenbedrijven nemen een voorbeeldrol op op vlak van vergroening
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
10.1 Uitwerken van een visie rond vergroening voor de vloot van de Vlaamse Overheid en havenbedrijven | Het creëren van een visie op hoe de Vlaamse Overheid en havenbedrijven de volledige vergroening van hun vloot kunnen realiseren. Hierbij wordt geleerd van en afgestemd met andere lidstaten. |
10.2 Uitvoeren van pilootprojecten met groene technologieën | Het versnellen van het gebruik van groene technologieën via pilootprojecten waarbij de toepassing getest wordt in de vloot van de Vlaamse Overheid en havenbedrijven. |
10.3 Integreren vergroening in overheidsopdrachten transport | Het integreren van de ambitie naar vergroening in overheidsopdrachten voor transport door het aanpassen van de vragen en criteria. |
10.4 Werken aan een continue vaarsnelheid voor binnenvaartondernemers | Het motiveren van binnenvaartondernemers om aan een continue snelheid te varen met het oog op energiezuinig varen, dit door te werken aan de optimalisatie van de planning en vaarroutes (mbt toegang tot kunstwerken) |
3. Strategische doelstelling 11: Komen tot eenvoudigere regelgeving bij vergroening
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
11.1 Uitwerken van een actieplan om barrières weg te werken in regelgeving bij het gebruik van groene technologie | Het in kaart brengen van de barrières in regelgeving die vergroening tegenhouden, het uitwerken van alternatieven en het onderzoeken van de effectiviteit en haalbaarheid ervan. Dit geheel gieten we in een actieplan dat tot eenvoudigere regelgeving leidt. Specifiek onderzoeken we ook de mogelijkheid tot het installeren van experimenteerruimte voor groene binnenvaart. |
11.2 Opheffen van barrières in regelgeving via de beleidsagenda van hogere beleidsniveaus | Het aankaarten van barrières in regelgeving die buiten de Vlaamse bevoegdheid vallen door het aangaan van gesprekken met andere beleidsniveaus en het gezamenlijk zoeken naar oplossingen. |
11.3 Harmoniseren van reglementering rond brandstoffen over havens en lidstaten heen | Het uniform definiëren van de havenreglementen over havens in binnen- en buitenland heen. Zo zijn bijvoorbeeld reglementen rond duurzame alternatieve brandstoffen nog havengebonden. |
4. Strategische doelstelling 12: Fiscale incentives uitwerken die in een overgangsfase groene technologieën economisch haalbaar maken
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
12.1 Opzetten van een onderzoekstraject met fiscaal expert om tot effectieve incentive te komen | Het in kaart brengen van de verschillende mogelijkheden rond fiscale incentives en het onderzoeken van de effectiviteit via een fiscaal expert, om dit vervolgens te installeren in de praktijk van de binnenvaart. |
3.5 Strategische doelstelling 13: Een grondig zicht verwerven op hoe een Europees emissielabel ingeschakeld kan worden ifv effectieve vergroening
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
13.1 Uitwerken en analyseren van x scenario’s met Vlaamse toepassingen voor een Europees emissielabel | Het uitwerken van verschillende scenario’s waarbij een Europees emissielabel een differentiatie in prestaties en financiering toelaat en deze evalueren. |
13.2 Verhogen betrokkenheid van actoren in de binnenvaart bij komst van emissielabel (bv. communicatie-acties) ifv snelle invoering op CCR niveau | Het vergroten van het draagvlak bij binnenvaartactoren om het Europese emissielabel te gebruiken eens dat het gelanceerd wordt. Acties rond informeren, opleiden en uittesten vallen hieronder. |
4. IMPLEMENTATIE VAN EEN XXXXXX XXXXXXXXXXX
0. Strategische doelstelling 14: Realiseren van een mindshift bij alle (huidige en toekomstige) actoren uit de Vlaamse binnenvaart, met focus op binnenvaartondernemers en verladers
Operationele doelstelling | Korte beschrijving |
14.1 Frequent communiceren over vergroening en de Green Deal Binnenvaart | Het op geregelde basis communiceren over de verschillende aspecten en impact van vergroening op maat van elke binnenvaartactor en dit op transparante wijze. Ook een frequente update over de voortgang en activiteiten van de Green Deal Binnenvaart valt hieronder. |
14.2 Minimum één consortium met Vlaamse stakeholders vormen voor Europees demonstratieproject | Het indienen en realiseren van een Europees dossier voor een demonstratieproject met een consortium aan partners vanuit het netwerk dat de Green Deal Binnenvaart vormt. |
14.3 Oprichten van een proeftuin met minimum 5 piloot- en demonstratieprojecten bij meerdere schepen | Het organiseren van een zichtbare experimenteerplek waar piloot- en demonstratieprojecten bij verschillende types schepen gecentraliseerd worden. Deze is eenvoudig toegankelijk voor elke binnenvaartactor en geeft inzicht in de verschillende aspecten en impact van vergroening. |
14.4 Verbinden van actoren via frequente netwerkdagen | Het samenbrengen van de verschillende actoren in de binnenvaart tijdens bijeenkomsten in kader van de Green Deal Binnenvaart. Via ontmoeting, kennisdeling en het vormen van partnerschappen faciliteren we samenwerking en verbinding in de sector. |
14.5 Inzoomen op welke rol specifieke actoren kunnen opnemen in de vergroening van de binnenvaart | Het consolideren van kennis en ervaring rond de vergroening van de binnenvaart in functie van oplossingen en vergroeningsmogelijkheden voor specifieke types actoren (bv. met verladers een standaardcontract uitwerken, met binnenvaartondernemers samenwerking bevorderen, …) |
2. Strategische doelstelling 15: Begeleiden van binnenvaartondernemers bij het verzamelen van informatie over vergroening en het effectief vergroenen
Korte beschrijving
Operationele doelstelling
15.1 Voorzien van een begeleider die één-op-één advies geeft mbt vergroening (inclusief operationele ondersteuning bij aanvraag steunmechanismen) | Het bieden van begeleiding rond vergroening voor binnenvaartactoren, met het zwaartepunt bij binnenvaartondernemers die hun bestaande vloot willen vergroenen. Deze neemt de vorm aan van een visibel, neutraal aanspreekpunt met technische expertise die zo ook informatie kan terugkoppelen aan de andere domeinen in deze Green Deal. |
15.2 Oprichten van één neutraal online platform dat alle informatie over vergroening centraliseert | Het installeren van een online platform dat informatie rond vergroening van alle partijen in de binnenvaart bundelt en centraliseert. Het kan zowel gaan om informatie over beschikbare technologie, inzichten in kostprijs, relevante regelgeving, beschikbare subsidies, resultaten van pilootprojecten, … |
15.3 Vergroening (technologieën, nspanningen, …) kenbaar maken bij educatieve instellingen | Het integreren van vergroening in de opleidingen relevant voor binnenvaart. We denken hierbij zowel aan de basis opleidingstrajecten voor de instroom van binnenvaartondernemers als in opleidingen voor binnenvaartondernemers die hun beroep reeds uitoefenen. |
i