VGA AA01)
Voorwaarden
Motorrijtuigen
(VGA AA01)
INHOUDSOPGAVE
ARTIKEL 1 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 5 |
ARTIKEL 2 | VERZEKERD GEBIED | 5 |
ARTIKEL 3 | BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN | 5 |
ARTIKEL 4 | VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE | 6 |
ARTIKEL 5 | DE PREMIE | 7 |
ARTIKEL 6 | WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN | 8 |
ARTIKEL 7 | WIJZIGING VAN RISICO | 8 |
ARTIKEL 8 | DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING | 9 |
ARTIKEL 9 | MEDEDELINGEN | 9 |
ARTIKEL 10 | GESCHILLEN | 10 |
ARTIKEL 11 | PRIVACY | 10 |
ARTIKEL 12 | ACCEPTATIE VIA GEVOLMACHTIGDEN | 10 |
ARTIKEL 13 | KLACHTEN | 10 |
Rubriek I Verzekeringsvoorwaarden motorrijtuigen
ARTIKEL 14 | VERZEKERDEN | |
ARTIKEL 15 | HULPVERLENING | 11 |
ARTIKEL 16 | BONUS-/MALUSREGELING | 11 |
ARTIKEL 17 | HULP AAN GEWONDEN | 12 |
Rubriek IA Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Aansprakelijkheid
ARTIKEL 18 | WET AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING MOTORRIJTUIGEN (WAM) | 12 |
ARTIKEL 19 | STREKKING EN OMVANG VAN DE VERZEKERING | 12 |
ARTIKEL 20 | BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN | 13 |
ARTIKEL 21 | VERHAALSRECHT VAN VERZEKERAARS | 13 |
ARTIKEL 22 | BEHANDELING VAN EEN SCHADEGEVAL | 13 |
Rubriek IB Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Casco
ARTIKEL 23 | CASCOVERZEKERING MOTORRIJTUIGEN | 14 |
ARTIKEL 24 | STREKKING EN OMVANG VAN DE BEPERKTE CASCODEKKING | 14 |
ARTIKEL 25 | BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN | 15 |
ARTIKEL 26 | HERSTELLEN VAN HET MOTORRIJTUIG | 15 |
ARTIKEL 27 | SCHADEVERGOEDING | 15 |
ARTIKEL 28 | NIEUWWAARDEREGELING PERSONENAUTO’S | 17 |
ARTIKEL 29 | AFSTAND VAN VERHAALSRECHTEN | 17 |
Xxxxxxx XX Verzekeringsvoorwaarden Ongevallen in- en opzittenden
ARTIKEL 30 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 17 |
ARTIKEL 31 | STREKKING XXX XX XXXXXXXXXXX | 00 |
ARTIKEL 32 | OMVANG VAN DE UITKERING | 18 |
ARTIKEL 33 | MAXIMUM XXXXXXXXXXX | 00 |
ARTIKEL 34 | BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN | 19 |
ARTIKEL 35 | VERPLICHTINGEN BIJ EEN ONGEVAL | 19 |
ARTIKEL 36 | GESCHILLEN | 20 |
Rubriek III Verzekeringsvoorwaarden Schade In- en Opzittenden
ARTIKEL 37 | VERZEKERDEN | 20 |
ARTIKEL 38 | OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING | 20 |
ARTIKEL 39 | SCHADE | 20 |
Rubriek IV Pechhulp
ARTIKEL 40 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 20 |
ARTIKEL 41 | WAAR IS RECHT OP HULP / DEKKINGSGEBIED | 20 |
ARTIKEL 42 | AARD EN OMVANG VAN DE VERZEKERING | 20 |
ARTIKEL 43 | RECHT OP HULPVERLENING | 22 |
ARTIKEL 44 | VERVANGEND VERVOER / HOTELACCOMMO-DATIE / VERVOER NAAR EINDBESTEMMING | |
OF HUISADRES / VERVANGEND CHAUFFEUR | 23 | |
ARTIKEL 45 | VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN VERGOEDING KOSTEN | 24 |
ARTIKEL 46 | VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE | 25 |
ARTIKEL 47 | UITSLUITINGEN | 25 |
ARTIKEL 48 | TERUGVORDERING VAN NIET-VERZEKERDE DIENSTEN EN/OF KOSTEN | 26 |
Xxxxxxx X – Rechtsbijstandverzekering
ARTIKEL 49 | ALGEMEEN | 26 |
ARTIKEL 50 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 26 |
ARTIKEL 51 | OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING | 27 |
ARTIKEL 52 | DE WACHTTIJD | 28 |
ARTIKEL 53 | VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE | 28 |
ARTIKEL 54 | BELANGENCONFLICTEN | 28 |
ARTIKEL 55 | GESCHILLENREGELING | 28 |
ARTIKEL 56 | RECHTSBIJSTANDGEBIED | 28 |
ARTIKEL 57 | OMVANG VAN DE DEKKING | 29 |
VOORWAARDEN MOTORRIJTUIGEN (VGA AA03)
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek (BW), indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan. Het enige gevolg van het ontbreken van onzekerheid is dat de betreffende schade niet is gedekt; de verzekering blijft onverminderd van kracht. Deze verzekering geeft dekking voor de op het polisblad van toepassing verklaarde rubrieken.
1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1 VGA
Onder VGA wordt verstaan het onderdeel van VGA Verze- keringen dat heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de verzekering.
1.2 Gebeurtenis
Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen als gevolg van een en dezelfde oorzaak ten gevolge waarvan schade (als door de verzekering gedekt) is ontstaan.
1.3 Motorrijtuig
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig, zonder dat daaraan iets is gekoppeld, met standaarduitrusting volgens de fabriekscatalogus en met de naar aard en
omvang gebruikelijke accessoires, mits vast gemonteerd in, op of aan het motorrijtuig.
1.4 Verzekeraars
De verzekeringsmaatschappij(en) waarmee u de verzekeringsovereenkomst heeft gesloten.
1.5 Verzekerden
Verzekeringnemer, de eigenaar, de bezitter, de houder en de gemachtigde bestuurder van het op de polis vermelde motorrijtuig, alsmede de met het motorrijtuig vervoerd wordende personen.
1.6 Verzekeringnemer
De persoon die de verzekeringsovereenkomst met verzekeraars heeft gesloten.
1.7 Bereddingskosten
Kosten tengevolge van maatregelen die tijdens de geldig- heidsduur van de verzekering door of vanwege verzeke- ringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelij- kerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede
verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
1.8 Aanhanger
Gekoppeld object, bedoeld om voortbewogen te worden door een motorrijtuig, dat voldoet aan de daarvoor wette- lijk gestelde eisen.
1.9 Polisblad
Onder polisblad wordt –indien van toepassing– tevens verstaan het laatst afgegeven aanhangsel bij de polis.
2 VERZEKERD GEBIED
De verzekering is van kracht voor landen die op het door verzekeraars afgegeven Internationaal Verzekeringsbe- wijs (de groene kaart) staan vermeld en hierop niet zijn doorgehaald.
3 BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN
3.1 Diefstal
De verzekering geeft geen dekking aan hen, die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en aan hen die, dit wetende, het motor- rijtuig zonder geldige redenen gebruiken.
3.2 Opzet en bewuste roekeloosheid
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt met opzet, bewuste roekeloosheid of goed- vinden van een verzekerde. Dit in afwijking van artikel 7:952 Burgerlijk Wetboek.
3.3 Rijbewijs
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt gedurende de tijd dat de bestuurder:
• een rijverbod is opgelegd en/of zijn rijbewijs is inge- nomen;
• de rijbevoegdheid is ontzegd;
• niet heeft voldaan aan de op zijn rijbewijs gestelde voorschriften;
• niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, dan wel niet heeft voldaan aan de overige ten aanzien van de rijbevoegd- heid gestelde voorschriften.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en
dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.4 Ander gebruik
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt tijdens verhuur, of tijdens gebruik van het motorrijtuig anders dan waarvoor dit volgens opgaaf aan verzekeraars is bestemd, behalve indien als pechhulp een ander motorrijtuig bij wijze van vriendendienst wordt
gesleept. Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.5 Wedstrijden
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt tijdens het deelnemen aan een wedstrijd, snel- heidsproef of -rit, tenzij het gaat om een regelmatigheids- of behendigheidswedstrijd of -rit, die niet langer duurt dan 24 uur en geheel binnen Nederland plaatsvindt, waarbij het snelheidselement niet van overwegend belang is. Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.6 Molest
De verzekering geeft geen dekking voor schade veroor- zaakt door of ontstaan uit:
3.6.1 Gewapend conflict
onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmid- delen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties;
3.6.2 Burgeroorlog
onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwo- ners van die staat betrokken is;
3.6.3 Opstand
onder opstand wordt verstaan georganiseerd geweld- dadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbare gezag;
3.6.4 Binnenlandse onlusten
onder binnenlandse onlusten worden verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen voordoen binnen een staat;
3.6.5 Oproer
onder oproer wordt verstaan een min of meer georgani- seerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbare gezag;
3.6.6 Muiterij
onder muiterij wordt verstaan een min of meer xxxxxx- niseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
3.6.7 Inbeslagname
de verzekering geeft geen dekking voor schade veroor- zaakt gedurende de tijd dat het motorrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt op grond van een besluit van een Nederlandse of vreemde mogendheid.
3.7 Atoomkernreacties
Deze verzekering dekt geen schade veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkern- reactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplitsing, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
3.8 Terrorisme
Deze verzekering dekt geen schade als het ongeval of de gebeurtenis is veroorzaakt door, opgetreden bij of voort- gevloeid uit terrorismerisico. Deze uitsluiting geldt niet voor zover dekking wordt verleend binnen de werking van het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (N.H.T.).
4 VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
4.1 Schademeldingsplicht
4.1.1 Melding bij verzekeraars
Zodra een verzekerde of tot uitkering gerechtigde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraars te melden.
4.1.2 Aangifte politie
In geval van diefstal of poging daartoe, verduistering, joyri- ding of oplichting dient verzekerde bovendien onmiddellijk aangifte te doen bij de bevoegde autoriteiten.
4.2 Verplichting tot medewerking
Verzekerden en de tot uitkering gerechtigden zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten
wat de belangen van verzekeraars zou kunnen benadelen. Zij zijn verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid.
4.3 Inlichtingen
Verzekerde en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn een schriftelijke en ondertekende verklaring omtrent de oorzaak en toedracht en omvang van de schade aan verzekeraars over te leggen. De door de verzekerde verstrekte of te verstrekken opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen dienen tot de vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
4.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraars heeft benadeeld. Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde de hier- voor genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet verzekeraars te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
4.5 Bereddingsplicht
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde
heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in art. 1.7 en daar- door de belangen van verzekeraars heeft geschaad.
4.6 Verlies van het recht op uitkering
Als verzekeraars met betrekking tot een schade een defi- nitief standpunt hebben ingenomen, zullen verzekeraars dat schriftelijk aan verzekerde mededelen. Een definitief standpunt houdt in: een afwijzing van een vordering of (een aanbod tot het doen van) een slotbetaling. Als verze- kerde niet binnen 12 maanden na schriftelijke mededeling hiertegen bij verzekeraars in verzet is gekomen vervalt zijn recht op dekking voor die schade.
5 DE PREMIE
5.1 Premiegrondslag
De premie wordt vastgesteld op grond van de op het polisblad vermelde premie- en inschalingbepalende factoren waaronder postcode, gewicht en verzekerde waarde. Verzekerde is verplicht onjuistheden en wijzi- gingen in deze gegevens direct aan verzekeraars mede te delen, waarna verzekeraars het recht hebben de premie en/of voorwaarden tussentijds aan te passen.
5.2 Premiebetaling
5.2.1 Verzekeringnemer dient de premie, waaronder begrepen de kosten en assurantiebelasting, tijdig te voldoen. In geval van betaling per jaar wordt de premie in de eerste maand van het verzekeringsjaar vooruit in
rekening gebracht. In geval van betaling per maand wordt de premie maandelijks achteraf in rekening gebracht en automatisch geïncasseerd.
5.2.2 Indien verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na dagtekening van de nota betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een
nadere ingebrekestelling door verzekeraars is vereist geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
5.2.3 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
5.2.4 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat verzekeraars de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk hebben aangemaand en betaling is uitgebleven.
5.2.5 Verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
5.2.6 De dekking wordt weer van kracht voor gebeur- tenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is voor het geheel door verzekeraars is ontvangen. In geval van overeen- gekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst
in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
5.2.7 Onder vervolgpremie wordt ook bedoeld de premie die verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging verschuldigd is.
5.2.8 Onder aanvangspremie wordt ook bedoeld de (aanvullende) premie die verzekeringnemer verschuldigd is in verband met een tussentijdse wijziging van de verzeke- ring.
5.3 Termijnbetaling
5.3.1 Indien gespreide betaling is overeengekomen, is de (resterende) jaarpremie te allen tijde verschuldigd. Deze premie is ineens opvorderbaar:
• na het verstrijken van een periode van twee maanden na een (totaal) verlies indien niet een vervangend motorrijtuig bij VGA ter verzekering is aangeboden;
• in geval van wanbetaling.
5.3.2 Indien na het verstrijken van enige betaaltermijn(en), waarover de verschuldigde premie niet is voldaan, de betaling wordt hervat, zal elke betaling die dan ontvangen wordt, als betaling van de oudste open- staande premie worden aangemerkt.
5.4 Terugbetaling en reservering van premie
5.4.1 Terugbetaling
Behalve bij opzegging wegens opzet te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar billijk- heid verminderd. Op de terugbetaling worden administra- tiekosten in mindering gebracht.
5.4.2 Reservering
Bij beëindiging van de verzekering in verband met verkoop of eigendomsoverdracht, indien verzekering- nemer dit wenst, of bij beëindiging wegens (totaal) verlies zal de premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is, worden gereserveerd. Indien verzeke- ringnemer binnen 36 maanden een ander motorrijtuig bij VGA verzekert, zal de gereserveerde premie in mindering worden gebracht op de premie voor de nieuwe verzeke- ring.
5.5 Bonus-/malusregeling
5.5.1 indien een bonus-/malusregeling is overeenge- komen, gelden de volgende bepalingen:
5.5.1.1 na elk verzekeringsjaar vindt een korting (bonus) respectievelijk toeslag (malus) op de premie plaats in overeenstemming met de van toepassing zijnde bonus-/ malusschaal;
5.5.1.2 een melding van een gebeurtenis waaruit voor verzekeraars een verplichting tot uitkering kan voort- vloeien, geldt als een schade die van invloed is op het bonuspercentage;
5.5.1.3 een gewijzigd bonuspercentage geldt met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar na de datum waarop de gebeurtenis plaatsvond;
5.5.1.4 indien de invloed van een schademelding die betrekking heeft op een voorgaand verzekeringsjaar op
de polisvervaldatum niet in de premie is verwerkt, hebben verzekeraars het recht met terugwerkende kracht de verschuldigde premie te vorderen;
5.5.1.5 wanneer mocht blijken dat een melding geen uitkering tot gevolg heeft, zal de teveel in rekening gebrachte premie verrekend worden;
5.5.1.6 een schademelding heeft geen invloed op de korting voor schadevrij verloop, als:
• het een schade betreft ontstaan door een gebeurtenis omschreven onder de beperkte cascodekking;
• de betaalde schade geheel is verhaald (bij een casco- uitkering op basis van nieuwwaarde: de werkelijke waarde);
• het hulpverlening en/of kostenvergoeding op grond van art. 15.1 of 15.2 betreft;
• het een kostenvergoeding op grond van art. 17 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden betreft;
• het hulpverlening en/of kostenvergoeding op grond van art. 24.1 betreft;
• verzekeraars de betaalde schade niet kunnen verhalen uitsluitend als gevolg van het bestaan van een schade- regelingsakkoord met andere verzekeraars;
• schade-uitkering op grond van artikel 185 WVW wordt verricht en de bestuurder geen enkel verwijt is te maken bij een aanrijding met een voetganger of fietser;
• de melding naar het oordeel van verzekeraars niet tot een uitkering zal leiden;
• verzekeringnemer de betaalde schade - inclusief de eventueel (extern) gemaakte kosten - uiterlijk binnen 3 maanden in het eerstvolgende verzekeringsjaar aan verzekeraars terugbetaalt;
• door verzekeraars een betaling is gedaan met betrek- king tot een schade die is ontstaan gedurende het gebruik van het verzekerde motorrijtuig tijdens
een dienstrit. Onder dienstrit wordt verstaan het gebruik van het motorrijtuig voor de uitvoering van een aantoonbaar gegeven opdracht direct verband houdende met het dienstverband van de gemeente- ambtenaar of het dienstverband van de medewerkers van de aan de gemeenten gelieerde bedrijven. Woon- werkverkeer wordt hieronder niet verstaan.
5.5.2 Deze regeling is niet van toepassing op de premie voor:
• een Brand- en/of Diefstalverzekering;
• een Ongevallen Inzittendenverzekering;
• een Rechtsbijstandverzekering;
• een uitsluitend Cascoverzekering;
• Bonus-/malus bescherming;
• Schade In- en Opzittenden.
6 WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN
6.1 Wijziging
Verzekeraars hebben het recht de premies en/of de voor- waarden van bepaalde groepen verzekeringen te wijzigen en wel op een door hen te bepalen datum. Verzekering- nemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij verzekering-
nemer binnen een maand na de mededeling, schriftelijk aan verzekeraars heeft medegedeeld er niet mee in te stemmen. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de dag dat de wijziging ingaat.
6.2 Opzegging
Verzekeringnemer kan deze verzekering niet opzeggen als:
• de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortv- loeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
• de wijziging een verlaging van de premie en/of een uitbreiding van de dekking inhoudt.
7 WIJZIGING VAN RISICO
7.1 Mededeling van wijziging
De verzekeringnemer is verplicht verzekeraars onmiddellijk in kennis te stellen van de navolgende veranderingen:
7.1.1 indien de aansprakelijkheid waartoe het motorrijtuig aanleiding kan geven is verzekerd: de wijziging van het gewicht van het verzekerde motorrijtuig. Onder gewicht wordt verstaan het gewicht in kilogrammen volgens de typegoedkeuring van de RDW, zoals vermeld op het kentekenbewijs deel I;
7.1.2 indien de verzekering aanspraak geeft op vergoe- ding van de aan het motorrijtuig veroorzaakte schade: de wijziging van cataloguswaarde. Onder de cataloguswaarde wordt verstaan de oorspronkelijke cataloguswaarde volgens opgave van de importeur op de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel I.
Daarbij dient te worden opgeteld de prijs van de niet in de cataloguswaarde begrepen bijzondere constructies en/ of uitvoering, welke niet onder het begrip accessoires als bedoeld in art. 23.3 vallen. Indien het bouwjaar afwijkt van het jaar van afgifte van het kentekenbewijs deel I, dan
dient ter bepaling van de oorspronkelijke cataloguswaarde te worden uitgegaan van het bouwjaar zoals vermeld onder “bijzonderheden” op het kentekenbewijs deel I.
7.1.3 verhuizing: de premie kan mede bepaald worden aan de hand van de postcode van het woonadres van de verzekeringnemer volgens het bevolkingsregister, als deze een natuurlijk persoon is. Betreft deze een bedrijf /recht- spersoon, dan wordt de regio bepaald door de postcode van het woonadres van de regelmatige bestuurder.
7.1.4 het kilometrage: onder kilometrage wordt verstaan de volgens opgave van verzekeringnemer maximaal te rijden kilometers per jaar.
De onder art. 7.1 genoemde veranderingen kunnen per de datum van wijziging leiden tot premieaanpassing.
7.2 Reparatie of revisie van eigen motorrijtuig
Indien het motorrijtuig wegens reparatie of revisie tijdelijk wordt vervangen door een gelijksoortig motorrijtuig, is deze verzekering ook van kracht voor het laatstgenoemde motorrijtuig, voor zover niet elders verzekerd. Het betreft hier geen dekking in de zin van de WAM.
Alleen verzekeringnemer kan op deze dekking een beroep doen. In geval van een gebeurtenis ontstaan met het vervangend motorrijtuig is verzekeringnemer verplicht van de vervanging aan verzekeraars mededeling te doen met opgave betreffende andere verzekeringen, welke voor het vervangende motorrijtuig van kracht zijn.
8 DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
8.1 Geldigheidsduur
De verzekering heeft een op het polisblad vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met eenzelfde termijn verlengd.
8.2 Schriftelijke opzegging
8.2.1 De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door VGA:
a. Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzegter- mijn van twee maanden;
b. Binnen een maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een uitkeringsverplichting kan leiden door verzekerde aan verzekeraars is gemeld of nadat verzekeraars een uitkering krachtens de verzekering hebben gedaan dan wel hebben afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzegbrief, behoudens in het geval dat de opzegging verband houdt met
het opzet van een verzekerde om de verzekeraars te misleiden;
c. Indien verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of
weigert te betalen en in het geval verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt of weigert te betalen. In het laatste geval echter uitsluitend indien verzeke- raars de verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag zonder resultaat tot betaling van de vervolgpremie hebben aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum; zij het in geval van niet-tijdige betaling niet eerder dan na twee maanden na de datum van dagtekening van de opzegbrief;
d. Binnen twee maanden na de ontdekking dat verzeke- ringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet om de verzeke- raars te misleiden dan wel verzekeraars de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeg- brief genoemde datum.
8.2.2 De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeringnemer. U kunt uw verzekering dagelijks met een opzegtermijn van een maand opzeggen.
8.3 Beëindiging van rechtswege
De verzekering eindigt van rechtswege:
• zodra verzekeringnemer of (na overlijden) de erfge- namen ophouden belang te hebben bij het verzekerde
motorrijtuig en de feitelijke macht daarover verliezen;
• zodra verzekeringnemer ophoudt woonplaats in Neder- land te hebben;
• zodra het verzekerde motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren;
• zodra verzekeraars de schade aan het verzekerde motorrijtuig op basis van totaal verlies hebben vergoed;
Verzekeringnemer, verzekerden, respectievelijk hun erfge- namen zijn gehouden verzekeraars van het vorenstaande zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk in kennis te stellen.
8.4 Schorsing van de verzekering
De verzekering kan op verzoek van verzekeringnemer worden geschorst indien:
• tijdelijk geen gebruik wordt gemaakt van het motorrij- tuig en vrijstelling van de voertuiggebonden verplich- ting is verkregen bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer
of
• na eigendomsoverdracht of totaal verlies niet direct een ander ter verzekering aangeboden, en door verze- keraars geaccepteerd, motorrijtuig in gebruik wordt genomen.
De schorsing heeft tot gevolg dat de dekking eindigt en weer van kracht wordt nadat daarover met verzekeraars overeenstemming is bereikt. Indien de dekking niet binnen 36 maanden wordt voortgezet voor een (ander) motorrij- tuig eindigt de verzekering.
9 MEDEDELINGEN
9.1 Mededelingen aan VGA
Alle mededelingen die verzekerden, andere belangheb- benden en verzekeraars aan elkaar dienen of wensen te doen, gelden eveneens als gedaan zodra deze ter kennis van VGA zijn gebracht.
9.2 Adres
Kennisgevingen door verzekeraars aan verzekeringnemer geschieden rechtsgeldig aan diens laatst bij verzekeraars bekende adres of aan het adres van VGA Verzekeringen, door wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
10 GESCHILLEN
Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen geldt het volgende:
10.1 Recht
beslechting van geschillen voortvloeiende uit deze verze- keringsovereenkomst is onderworpen aan het Neder- landse recht en de in de Nederlandse verzekeringspraktijk geldende gebruiken;
10.2 Bevoegdheid
Alle geschillen betreffende deze verzekeringsover- eenkomst zijn onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter.
11 PERSOONSREGISTRATIE
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de verzekeraar en/of VGA Verzekeringen verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
12 ACCEPTATIE VIA GEVOLMACHTIGDEN
12.1 Tekening verzekeraars
Voor zover acceptatie via gevolmachtigden heeft plaatsge- vonden, verklaren deze dat zij hebben getekend voor de verzekeraars en de voor deze geaccepteerde aandelen.
12.2 Niet vermelde verzekeraars
Indien de betrokken verzekeraars en de voor deze geac- cepteerde aandelen niet in de polis zijn vermeld wordt desgevraagd door de gevolmachtigde aan belangheb- benden een opgave van die verzekeraars en hun aandelen verstrekt. De belanghebbenden kunnen zich voor het verkrijgen van de bedoelde opgave eveneens tot VGA wenden.
13 KLACHTEN
13.1 Directie VGA
Eventuele klachten die verband houden met deze verzeke- ringsovereenkomst, kunnen schriftelijk onder vermelding van naam, adres en polisnummer ingediend worden bij de directie van VGA.
Directie van VGA Verzekeringen Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx
13.2 Klachteninstituut
Men kan zich ook wenden tot de volgende instantie:
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) Xxxxxxx 00000
0000 XX Xxx Xxxx tel: 0000-0000000
RUBRIEK I VERZEKERINGSVOORWAARDEN MOTORRIJTUIGEN
14 VERZEKERDEN
In afwijking van art. 1.5 geldt als verzekerde tevens de werkgever van de in voornoemd artikel genoemde verze- kerden indien deze aansprakelijk is in de zin van artikel 6:170 BW.
15 HULPVERLENING
Indien de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig waarvoor een rijbewijs A, B of BE is vereist, geeft deze verzekering aanspraak op hulpverlening en/of kostenver- goeding indien:
• het motorrijtuig wordt gestolen of niet meer aan het verkeer kan deelnemen als gevolg van brand, ongeval of enige van buiten komende oorzaak;
• de bestuurder niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen en een andere in-/opzittende de besturing niet kan overnemen.
15.1 Omvang hulpverlening in Nederland
De hulpverlening in Nederland omvat:
15.1.1 vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar een garage of een ander adres naar keuze binnen Nederland;
15.1.2 vervoer van de bestuurder en de eventuele in-/ opzittenden met hun bagage per taxi naar een adres naar keuze binnen Nederland.
15.2 Omvang hulpverlening buiten Nederland
De hulpverlening buiten Nederland (doch binnen het verzekerd gebied) omvat:
15.2.1 vergoeding van de kosten van berging en vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar de dichtstbijzijnde garage;
15.2.2 eventuele nazending van vervangende onderdelen;
15.2.3 indien (voorlopig) herstel meer dan 4 werkdagen zal vergen:
• vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar Nederland;
• als dat economisch niet verantwoord is: vergoeding van de kosten van invoer en vernietiging van het motor- rijtuig;
15.2.4 vergoeding van de kosten voor voortzetting van de reis naar de plaats van de eerste bestemming met openbaar vervoer 2e klasse (taxi’s en vliegtuigen daar- onder niet begrepen), dan wel vergoeding van de kosten voor de terugreis van de bestuurder en de in-/opzittenden met openbaar vervoer 2e klasse (taxi’s en vliegtuigen daaronder niet begrepen) vermeerderd met de kosten van vervoer per taxi naar respectievelijk van het dichtstbijzijnde bus- of spoorwegstation;
15.2.5 in geval van diefstal van het motorrijtuig, de service hiervoor bedoeld onder art. 15.2.1 tot en met
15.2.3 indien het motorrijtuig wordt teruggevonden, alsmede de service aangeven onder art. 15.2.4 na ontdek- king van diefstal.
15.3 Uitvoering
De uitvoering van deze service wordt verzorgd door de op de groene kaart genoemde hulpdienst. Deze bepaalt, met inachtneming van de omstandigheden, de wijze waarop het in art. 15.1 en 15.2 bedoelde vervoer plaatsvindt. Op de te vergoeden kosten worden in mindering gebracht de directe kosten welke toch zouden zijn gemaakt.
15.4 Korting, eigen risico
Het verlenen van deze service heeft geen invloed op de korting voor schadevrij rijden en de voor de verzekering geldende eigen risico’s zijn hierop niet van toepassing.
15.5 Uitsluitingen
De hulpverlening geldt niet voor kentekenverzekeringen en voor motorrijtuigen, die worden gebruikt voor verhuur zonder chauffeur.
16 BONUS-/MALUSREGELING
16.1 Bonus/malus-ladder voor de autoverzekering is als volgt:
Trede Korting Naar Trede
% (aantal schades)
0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | ||
01 | 20,00- | 02 | 01 | 01 | 01 | 01 | 01 |
02 | 0,00 | 03 | 01 | 01 | 01 | 01 | 01 |
03 | 10,00 | 04 | 01 | 01 | 01 | 01 | 01 |
04 | 20,00 | 05 | 01 | 01 | 01 | 01 | 01 |
05 | 30,00 | 06 | 02 | 01 | 01 | 01 | 01 |
06 | 40,00 | 07 | 03 | 01 | 01 | 01 | 01 |
07 | 45,00 | 08 | 04 | 01 | 01 | 01 | 01 |
08 | 50,00 | 09 | 05 | 02 | 01 | 01 | 01 |
09 | 55,00 | 10 | 06 | 03 | 01 | 01 | 01 |
10 | 60,00 | 11 | 07 | 04 | 01 | 01 | 01 |
11 | 65,00 | 12 | 08 | 05 | 02 | 01 | 01 |
12 | 70,00 | 13 | 09 | 06 | 03 | 01 | 01 |
13 | 72,50 | 14 | 10 | 07 | 04 | 01 | 01 |
14 | 75,00 | 15 | 11 | 08 | 05 | 02 | 01 |
15 | 77,50 | 16 | 11 | 09 | 05 | 02 | 01 |
16 | 80,00 | 17 | 12 | 09 | 05 | 02 | 01 |
17 | 80,00 | 18 | 12 | 09 | 05 | 02 | 01 |
18 | 80,00 | 19 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
19 | 80,00 | 20 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
20 | 80,00 | 21 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
21 | 80,00 | 22 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
22 | 80,00 | 23 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
23 | 80,00 | 24 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
24 | 80,00 | 25 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
25 | 80,00 | 26 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
26 | 80,00 | 27 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
27 | 80,00 | 28 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
28 | 80,00 | 28 | 16 | 12 | 08 | 05 | 02 |
16.1.1 Voor de motorverzekering geldt de onderstaande bonus/malus-ladder:
16.2 De premiekorting
Premiekorting wordt ondanks schadeaanmelding verleend:
• indien geen schadevergoeding is verschuldigd wegens aansprakelijkheidsschade of een casco-schade;
• indien de betaalde schade geheel (bij cascoschaden op basis van nieuwwaarde: de werkelijke schade) is verhaald;
• indien het een schade betreft ontstaan door een van de in art. 24.1 genoemde oorzaken;
• indien verzekeraars de betaalde schade niet kunnen verhalen uitsluitend als gevolg van het bestaan van een schaderegelingsakkoord met andere verzekeraars;
• indien verzekerde een volledig ingevuld en door betrokken partijen ondertekend zogenaamd “Europees schadeaangifteformulier” inzendt, waaruit naar het oordeel van verzekeraars blijkt, dat ter zake van die schade geen betaling ten laste van hen komt. Blijkt in een later stadium dat toch een betaling ten laste van verzekeraars dient te geschieden, dan wordt de premie- korting voor schadevrij verloop alsnog aangepast;
• indien verzekeringnemer de betaalde schade inclusief de extern gemaakte kosten binnen 3 maanden na de eerstvolgende contractsvervaldag, nadat verzekeraars hem de omvang daarvan hebben medegedeeld, terug- betaalt;
• indien er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij ter zake van het ontstaan van die aanrijding aan de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt.
17 HULP AAN GEWONDEN
Onder deze verzekering is ook gedekt, beschadiging of bevuiling van de binnenstoffering van het motorrijtuig ontstaan bij het kosteloos vervoer van personen, die bij een ongeval betrokken waren. Deze dekking is zonder eigen risico en is eveneens van kracht, indien uitsluitend een verzekering tegen de gevolgen van wettelijke aanspra- kelijkheid is gesloten.
RUBRIEK IA BIJZONDERE VERZEKERINGS- VOORWAARDEN AANSPRAKELIJKHEID
18 WET AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING MOTORRIJ- TUIGEN (WAM)
Met inachtneming van hetgeen nadrukkelijk anders in de verzekeringsvoorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of
krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrij- tuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
19 STREKKING EN OMVANG VAN DE VERZEKERING
19.1 Algemeen
Deze verzekering verleent dekking tegen de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid van verzekerde voor schade aan personen en/of zaken van derden - de daaruit voortvloeiende schade daaronder begrepen - met of door het motorrijtuig veroorzaakt en wel voor alle verzekerden tezamen tot ten hoogste het op het polisblad vermelde bedrag per gebeurtenis.
Indien de schade is veroorzaakt in een tot het verzekerd gebied behorend land, waar in de wet een hoger verze- kerd bedrag is voorgeschreven, geeft de verzekering dekking tot dit hogere bedrag.
19.2 Gekoppeld object
Indien het motorrijtuig een personenauto of bestelauto is, wordt een aanhangwagen, welke aan het motorrijtuig is gekoppeld, als deel van het motorrijtuig beschouwd.
19.3 Schade aan eigen motorrijtuigen
19.3.1 Bedrijfsmotorrijtuig
Indien het verzekerde motorrijtuig schade veroorzaakt aan een ander motorrijtuig, waarvan verzekeringnemer de eigenaar of houder is, zullen verzekeraars de schade aan dat andere motorrijtuig vergoeden, indien en voor zover zij daartoe krachtens de verzekeringsvoorwaarden
gehouden zouden zijn geweest als de schade niet door de verzekeringnemer, maar door een willekeurige benadeelde was geleden, tenzij:
• dat andere motorrijtuig in de zin van de WAM als deel van het verzekerde motorrijtuig kan worden aange- merkt;
• de schade is toegebracht in een gebouw of op een terrein in gebruik bij verzekeringnemer.
Uitgesloten is de uit het ongeval voortvloeiende bedrijfs- schade en eventuele waardevermindering.
19.3.2 Andere gezinsmotorrijtuigen van verzekeringnemer
Indien de verzekering betrekking heeft op een gezins- personenauto en met of door deze personenauto schade wordt toegebracht aan een andere personenauto, waarvan het kenteken op naam staat van een verzekerde, vergoeden verzekeraars - mits deze auto’s hoofdzakelijk door verzekeringnemer of de bij hem inwonende gezins- leden worden bestuurd - de schade aan de andere auto (met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade),
indien en voor zover zij daartoe krachtens de verzeke- ringsvoorwaarden gehouden zouden zijn geweest als de schade niet aan verzekeringnemer maar aan een derde was toegebracht.
19.4 Mede-inzittenden/mede-opzittende
Binnen de grenzen van deze polis is onder deze verze- kering begrepen de aansprakelijkheid van personen, die zich zonder het motorrijtuig zelf te besturen, in of op het motorrijtuig bevinden, dan wel daar in-, op-, af-, of uitstappen, een en ander met uitsluiting van schade, toegebracht aan het verzekerde motorrijtuig en aan
de daarmee, daarin, respectievelijk daarop vervoerd wordende zaken.
19.5 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van benadeelden door een buitenlandse overheid het stellen van zekerheid wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrij- tuig gelegd beslag of invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen, verstrekken verzekeraars deze zekerheid tot ten hoogste EUR 50.000,00 per gebeurtenis, mits sprake is van een gedekte schade. Verzekerden zijn verplicht verzekeraars te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven; zij zullen alle medewerking moeten verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
19.6 Lading en/of andere zaken
Onder de verzekering is begrepen de aansprakelijkheid van de op deze polis verzekerde personen voor schade aan derden toegebracht met of door lading of andere
zaken, terwijl deze zich bevinden op, worden vervoerd met, vallen van, dan wel nadat deze zijn gevallen van het motor- rijtuig. Aansprakelijkheid voor schade bij het laden en lossen is slechts verzekerd indien en voor zover de schade niet gedekt zou zijn door een andere verzekering, indien deze verzekering niet bestond.
19.7 Gekoppeld object
Onder de verzekering is begrepen de aansprakelijkheid van de op deze polis verzekerde personen, voor schade aan derden toegebracht met of door objecten, zolang deze objecten zijn gekoppeld aan het motorrijtuig, of nadat deze daarvan zijn losgemaakt of losgeraakt doch nog niet definitief buiten het verkeer tot stilstand zijn gekomen. Betreft de verzekering een motorrijtuig met een “maximaal toelaatbaar gewicht” van meer dan 3.500kg, dan is de dekking uitsluitend van kracht indien dit uitdruk- kelijk in de polis is vermeld.
19.8 Proceskosten, wettelijke rente en bereddingskosten
Boven het verzekerd bedrag worden vergoed:
• de proceskosten;
• de kosten van met goedvinden of op verlangen van verzekeraars gevoerde procedures en in hun opdracht verleende rechtsbijstand;
• wettelijke rente;
• de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom;
• de bereddingskosten.
20 BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op deze rubriek voorts van toepassing de hierna te noemen beper- kingen en uitsluitingen:
20.1 Zaken die de verzekerde onder zich heeft Uitgesloten is schade aan zaken die de verzekerde onder zich heeft of die met het motorrijtuig worden vervoerd, waaronder een gekoppeld object. Onder zaken die met het motorrijtuig worden vervoerd, worden niet verstaan die zaken van passagiers, die tot hun particuliere huis- houden behoren.
20.2 Personenschade toegebracht aan de bestuurder Uitgesloten is de aansprakelijkheid voor personenschade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
21 VERHAALSRECHT VAN VERZEKERAARS
21.1 Afwijking van de polisdekking
In alle gevallen, waarin verzekeraars krachtens de WAM of een met de WAM overeenkomende buitenlandse wet schade hebben moeten vergoeden, waartoe zij op grond van de polisbepalingen tegenover de desbetref- fende verzekerde niet zijn gehouden, zijn verzekeraars gerechtigd deze door hen vergoede schade te verhalen op de jegens de benadeelde aansprakelijke verzekerde,
alsmede op de verzekeringnemer. Dit verhaalsrecht omvat bovendien de door verzekeraars ter zake van deze schade gemaakte kosten.
21.2 Einde van de dekking
Een verhaalsrecht jegens de verzekerden komt verzeke- raars ook toe bij schade veroorzaakt na het einde van de verzekering of de dekking. Indien de schade door een ander dan de verzekeringnemer is veroorzaakt nadat de verzekering overeenkomstig art. 8.3 bij overlijden van de verzekeringnemer is geëindigd, zullen verzekeraars van hun verhaalsrecht tegenover de erfgenamen geen gebruik maken, indien deze voldaan hebben aan de verplichting tot kennisgeving die krachtens genoemde bepaling op hen rust.
22 BEHANDELING VAN EEN SCHADEGEVAL
Verzekeraars hebben het recht aanspraken van bena- deelden naar eigen inzicht te behandelen, een schade rechtstreeks aan benadeelden te vergoeden en met hen schikkingen te treffen.
Bestaat een schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van die uitkeringen met inachtneming van eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
RUBRIEK IB BIJZONDERE VERZEKERINGS- VOORWAARDEN CASCO
23 CASCOVERZEKERING MOTORRIJTUIGEN
Verzekerde heeft, tot ten hoogste het op het polisblad genoemde bedrag onder aftrek van het geldende eigen risico, recht op vergoeding van schade aan het motorrij- tuig ontstaan door de gebeurtenissen hierna genoemd in art. 24.1 en bovendien door xxxxxx, omslaan, slippen, van de weg of te water geraken of door andere plotseling van buiten komende onheilen. Daarboven heeft de verzekerde recht op vergoeding van.
23.1 Bewaking en vervoer van het motorrijtuig
Voor zover niet al verzekerd krachtens art. 15, de kosten van bewaking en vervoer van het motorrijtuig naar de meest nabij gevestigde reparateur, bij wie het motorrijtuig kan worden hersteld van de in de aanhef van dit artikel bedoelde beschadigingen.
23.2 Bijdrage in de averij grosse
23.3 Accessoires
Schade aan of verlies van de niet tot de standaarduitrus- ting behorende accessoires, voor zover deze aan of in het motorrijtuig vast zijn gemonteerd en wel tot een maximum van EUR 1250,00 of, indien hoger, tot een maximum van 10% van de cataloguswaarde van het motorrijtuig, alsmede van de schade aan of verlies van de overige accessoires voor zover deze bestemd zijn om de verkeersveiligheid te bevorderen, zoals een brandblusapparaat, gevarendrie- hoek, pechkoffer en -lamp, sleepkabel en verbandtrommel.
Onder accessoires worden niet verstaan die onderdelen welke zijn aangebracht ter vervanging van de standaardon- derdelen van het motorrijtuig, of het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting wijzigen.
Dergelijke voorzieningen, zoals lichtmetalen velgen, LPG-installaties, schuifdak, communicatie-, navigatie en soortgelijke apparatuur, evenals tectylbehandelingen en
speciale beschilderingen komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien uitdrukkelijk meeverzekerd.
Geen vergoeding wordt verleend voor zaken als radarde- tectoren en lasershields.
Het op het polisblad genoemde bedrag kan bovendien overschreden worden door de werking van art. 28.
23.4 Hulpverlening buiten Nederland na pech
In aanvulling op het bepaalde in rubriek I, tevens de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg tot een maximum van EUR 500,00 per gebeurtenis. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Verder worden vergoed de kosten van het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet op korte termijn verkrijgbaar zijn.
De kosten van de onderdelen zelf komen niet voor vergoe- ding in aanmerking. Wel kunnen deze door verzekeraars worden voorgeschoten. Verzekeraars kunnen echter beta- ling vooraf verlangen indien deze kosten hoger zijn dan EUR 700,00.
23.5 Motorrijwiel of scooter
In geval van een ongeval met een motorrijwiel of scooter wordt vergoed schade aan of verlies van kleding en de helm van de opzittenden tot maximaal EUR 700,00 per opzittende, per gebeurtenis.
24 STREKKING EN OMVANG VAN DE BEPERKTE CASCO- DEKKING
24.1 Schadeoorzaken
Indien volgens het polisblad het risico van beperkte casco- schade aan het motorrijtuig is verzekerd, heeft verzekerde aanspraak op vergoeding van schade ontstaan door:
a. diefstal, verduistering, joyriding, alsmede beschadiging ten gevolge van poging tot diefstal van het motorrijtuig en/of van daarin aanwezige zaken of beschadiging gedurende de tijd dat het motorrijtuig was ontvreemd. Verzekeraars zijn gerechtigd de uitkering te weigeren indien kopie deel III of het overschrijvingsbewijs van
het kentekenbewijs niet kan worden overgelegd. Niet meeverzekerd zijn zaken die niet als accessoires in de zin van de polis kunnen worden aangemerkt;
b. brand, explosie, kortsluiting, zelfontbranding en blik- seminslag;
c. ruitbreuk, niet gepaard gaande met een andere beschadiging van het motorrijtuig, behalve door de scherven van de ruit;
d. overstroming, hagelstenen, aardverschuiving, sneeuw- lawines of het omwaaien van het motorrijtuig, (om) vallende voorwerpen;
e. storm (waaronder wordt verstaan een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde);
f. botsing met vogels, loslopende dieren of overstekend wild. Schade die ontstaat bij de eventuele daarop- volgende of daaruit voortvloeiende botsingen is niet gedekt;
g. een van buiten komend onheil gedurende de tijd, dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen
en slepen en van schade als schrammen, krassen of lakschade;
h. relletjes; hieronder worden verstaan incidentele geweldmanifestaties.
24.2 Sleuteldiefstal
Zonder dat sprake is van een gedekte gebeurtenis als omschreven in art. 23 en 24.1 worden vergoed de ter voor- koming van diefstal van het verzekerde motorrijtuig nood- zakelijke kosten van wijziging, of – als zulks niet mogelijk
is – vervanging van sloten van het verzekerde motorrijtuig, indien de motorrijtuigsleutels na diefstal met braak of na beroving met geweld in het bezit van onbevoegden zijn geraakt.
Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
De vergoeding zal ten hoogste EUR 650,00 of, indien hoger, tot ten hoogste 3% van het verzekerd bedrag ‘casco’ of ‘beperkt casco’ bedragen. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de motorrijtuigsleutels afzonderlijk vermeld staan.
25 BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op de cascoverzekering voorts de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen van toepassing.
25.1 Bevriezing
Uitgesloten is schade door bevriezing anders dan als rechtstreeks gevolg van een gebeurtenis vastgelegd in art. 23 en 24.1.
25.2 Oorzaken
Uitgesloten is schade ten gevolge van slijtage, waardever- mindering, onderhoudsachterstand of zuivere mechanische schade, evenals schade, die het rechtstreekse en uitslui- tende gevolg is van onoordeelkundig gebruik van het mechanisme, constructie- of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak.
Indien echter als verder gevolg daarvan een gebeurtenis heeft plaatsgehad in de zin van art. 23 en 24.1 is de daar- door veroorzaakte schade gedekt.
25.3 Gebruiksderving
Uitgesloten is schade door het niet kunnen gebruiken van het motorrijtuig.
25.4 Audiovisuele apparatuur
Schade aan of verlies van audiovisuele apparatuur als gevolg van braak aan het motorrijtuig of diefstal is beperkt tot maximaal EUR 1750,00 per gebeurtenis, tenzij bij
de vaststelling van het verzekerde bedrag voor casco of beperkt casco rekening is gehouden met een hogere waarde voor deze apparatuur.
Uitgesloten is schade door diefstal van deze apparatuur, welke vast in het motorrijtuig is gemonteerd en waarvan na de diefstal het bijbehorende verwijderbare (bedienings) paneel niet getoond kan worden.
25.5 Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels
De verzekering geeft geen recht op vergoeding wegens diefstal van het verzekerde motorrijtuig indien verzekering- nemer - nadat hem bekend was geworden dat de motor- rijtuigsleutels waren gestolen of vermist - niet zo spoedig mogelijk adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen. Onder motor- rijtuigsleutels dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp
waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
25.6 Alcoholgebruik e.d.
25.6.1 De verzekering geeft geen dekking wanneer de gebeurtenis heeft plaatsgevonden terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcohol- houdende dranken en/of enig bedwelmend, opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden.
25.6.2 Van dekkingsuitsluiting is ook sprake, als de bestuurder weigert mee te werken aan een ademtest, urine- of bloedproef of soortgelijk onderzoek, dan wel zich hieraan onttrekt.
De uitsluitingen in art. 25.6 gelden niet voor die verze- kerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan
en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
26 HERSTELLEN VAN HET MOTORRIJTUIG
26.1 Voorwaarden herstel
Verzekerde is verplicht met het herstellen of doen herstellen van het motorrijtuig te wachten totdat verzeke- raars of door hen aangewezen deskundige(n) hem daartoe toestemming hebben verleend, tenzij de volledige herstel- kosten niet meer bedragen dan EUR 700,00 voor vier of meerwielige motorrijtuigen, respectievelijk EUR 350,00 voor andere motorrijtuigen.
26.2 Voorlopige voorziening
Indien de beschadiging van dien aard is, dat verder rijden onmogelijk is of gevaar oplevert voor het verkeer of voor het motorrijtuig zelf, doch het motorrijtuig door een eenvoudige voorlopige voorziening weer in zodanige toestand gebracht kan worden, dat het zonder die gevaren kan worden gebruikt, is verzekerde tot zodanige voorlo- pige voorziening bevoegd.
26.3 Expertise
Expertise van schade en toestemming tot herstel geschieden steeds zonder dat verzekeraars daardoor hun gehoudenheid tot vergoeding van de schade erkennen.
27 SCHADEVERGOEDING
27.1 Schaderegeling bij diefstal, braak, verduistering of joyriding
Bij de gebeurtenissen diefstal, braak, verduistering en joyriding is verzekerde verplicht direct aangifte te doen bij de politie. Verzekeringnemer verklaart zich bij vermis-
sing van het motorrijtuig akkoord met het aanmelden door verzekeraars van de voertuiggegevens aan het Vermiste Objecten Register (VOR), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door verzekeraars ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig.
Het recht op schadevergoeding ontstaat nadat een termijn van 30 dagen na aangifte is verstreken zonder dat verzek- erde de beschikking heeft gekregen over het motorrijtuig en nadat de verzekerde op verzoek van verzekeraars de eigendom van de ontvreemde, verzekerde zaken aan hen heeft overgedragen. In de akte van overdracht wordt in ieder geval bepaald dat, indien verzekeraars de macht over het motorrijtuig krijgen, verzekerde het recht heeft dit van hen terug te kopen tegen het uitgekeerde bedrag, vermeerderd met de door verzekeraars gemaakte kosten.
Indien de verzekering betrekking heeft op een personen- auto (niet zijnde een les-, lease- of huurauto), zal bij verlies van het motorrijtuig door diefstal of verduistering, mits dit risico is gedekt, aan verzekerde een bedrag van EUR 30,00 worden vergoed voor iedere dag dat het motorrijtuig niet ter beschikking van verzekerde stond. Deze vergoeding zal plaatsvinden voor een periode van ten hoogste 30 dagen.
27.2 Vergoeding bij totaal verlies
Bij totaal verlies van het motorrijtuig door een verzekerd risico vergoeden verzekeraars de waarde zoals deze was onmiddellijk voor het verlies, vastgesteld met inachtne- ming van art. 28, en verminderd met de waarde van de restanten.
Zodanig totaal verlies wordt geacht aanwezig te zijn, indien de herstelkosten de waarde van het motorrijtuig op vermeld tijdstip, verminderd met de waarde van de restanten, te boven gaan.
Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies van het motorrijtuig behouden verzekeraars zich het recht voor het wrak te doen overdragen aan een door hen aan te wijzen partij.
De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat verzekerde de eigendom van het motorrijtuig, alle sleutels behorende bij het motorrijtuig en alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kente- kenbewijs heeft overgedragen aan verzekeraars.
27.3 Standaardregeling eigen risico
Op de vastgestelde cascovergoeding wordt een eigen risico in mindering gebracht. Dit is het bedrag dat als zodanig bij “casco” wordt vermeld op het polisblad.
De hieronder genoemde uitzonderingen zijn hierop van toepassing:
• als met een motorrijtuig met minder dan vier wielen een gebeurtenis plaatsvindt als genoemd in artikel 24.1 b t/m h. In deze gevallen is een eigen risico van EUR 90,00 van toepassing;
• op uitsluitend een “dagvergoeding” als genoemd in art. 27.1 of voor “diefstal van motorrijtuigsleutels” als genoemd in art. 24.2 is geen eigen risico van toepas- sing.
27.4 Bijzondere regeling eigen risico
Ten aanzien van het toe te passen eigen risico gelden, in aanvulling op de standaardregeling, de volgende bepa- lingen. Eigen risico vermindering bij schadeafwikkeling
volgens de speciale schadeprocedure (als omschreven op de groene kaart of de bijlage bij de polis).
Indien sprake is van schade aan een personen- of bestel- auto die daadwerkelijk volgens de speciale schadeproce- dure is gerepareerd, wordt het van toepassing zijnde eigen risico met EUR 135,00 verminderd.
Deze vermindering vindt echter niet plaats, indien de reparatie uitsluitend betrekking heeft op het vervangen van een of meer ruiten van het motorrijtuig, of het arbeidsloon voor de reparatie minder bedraagt dan EUR 68,00 exclusief BTW. Indien sprake is van schade aan een motorrijwiel, wordt eerdergenoemd eigen risico verlaagd met EUR 90,00.
Vermindering eigen risico bij ruitschade
Indien sprake is van ruitschade die via de speciale ruitscha- deservice van verzekeraars (zie ook de groene kaart) wordt afgewikkeld, dan geldt met betrekking tot het eigen risico het volgende:
• Kosten verbonden aan ruitreparatie worden vergoed zonder inhouding van een eigen risico;
• Bij de vergoeding van kosten verbonden aan ruitvervan- ging wordt het geldende eigen risico met EUR 68,00 verminderd.
Indien gebruik wordt gemaakt van de ruitschadeservice als hierboven genoemd, dient de facturering via VGA te geschieden. Het eigen risico - en indien verrekenbaar de BTW - dient door verzekerde rechtstreeks aan de repara- teur vergoed te worden.
Vermindering eigen risico bij een dienstrit
Indien er schade is veroorzaakt tijdens een dienstrit (artikel 5.5.1.6) dan zal er geen eigen risico worden ingehouden door de verzekeraars
Vermindering eigen risico bij diefstalpreventie
Bij een diefstaluitkering voor een personen- of bestelauto (diefstal in die zin dat het motorrijtuig niet binnen 30 dagen na de gebeurtenis is teruggevonden) wordt het van toepassing zijnde (standaard) eigen risico met EUR 135,00 verminderd indien het motorrijtuig op het moment van diefstal was voorzien van VBV/SCM-goedgekeurde diefstalpreventieapparatuur van een hogere klasse dan bij acceptatie was vereist. Verzekerde dient de aangebrachte preventie aan te tonen door overlegging van een daartoe geldig certificaat.
27.5 Bereddingskosten
De bereddingskosten worden eveneens vergoed bij over- schrijding van het verzekerde bedrag.
28 NIEUWWAARDEREGELING PERSONENAUTO’S
28.1 Voorwaarde motorrijtuigen
Deze regeling geldt voor een motorrijtuig dat:
• volgens het Nederlandse kentekenbewijs wordt beschouwd als een personenauto met uitzondering van taxi’s, verhuur-, lease-auto’s alsmede auto’s met een grijs kenteken en
• bij afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs nieuw was en waarvan de nieuwwaarde op dat moment niet meer dan EUR 75.000,00 (incl. BPM en BTW) bedroeg en
• op het moment van schade niet ouder is dan 36 maanden.
De waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt - uitgaande van de datum van afgifte van het kentekenbewijs - als volgt bepaald:
Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt binnen twaalf maanden na de afgifte van het Nederlandse kentekenbe- wijs geldt ten behoeve van art 27.2 als waarde de nieuw- waarde op het moment van de schade.
Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt in de 13e t/m de 36e maand na de afgifte van het kentekenbewijs geldt ten behoeve van art 27 .2 als waarde de nieuwwaarde verminderd met 1,5% over de eerste EUR 10.000,00 en met 2% over het meerdere voor elke geheel of gedeelte- lijk verstreken maand die het motorrijtuig op dat moment ouder is dan 12 maanden.
28.2 Voorwaarde schadehoogte
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeur- tenis, zoals vastgesteld in art. 28.1, kan verzekeringnemer naar keuze ook aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies.
29 AFSTAND VAN VERHAALSRECHTEN
29.1 Gemachtigde bestuurder
Verzekeraars doen jegens de uitdrukkelijk of stilzwijgend door verzekerde gemachtigde bestuurder van het motor- rijtuig en diens werkgever afstand van verhaalsrechten ter zake van door hen betaalde vergoeding.
29.2 Verhaalsrecht
De afstand van het verhaalsrecht, als omschreven in art.
29.1 is niet van toepassing:
• indien de schade is ontstaan gedurende de periode, dat het motorrijtuig tegen betaling in behandeling, onderhoud of reparatie was.
• indien een uitsluiting van toepassing is die ook tegen verzekerde in het leven geroepen had kunnen worden.
RUBRIEK II VERZEKERINGSVOORWAARDEN ONGEVALLEN IN- EN OPZITTENDEN
30 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
30.1 Verzekerden
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.5 zijn verze- kerden diegenen die op het moment van het in art. 30.3 omschreven ongeval met toestemming van de daartoe bevoegde persoon zich in of op het motorrijtuig bevinden, of daar in-, op-, af- of uitstappen.
30.2 Begunstigden
De uitkeringen worden - tenzij anders is overeengekomen
- verleend:
30.2.1 ten aanzien van een uitkering wegens overlijden:
• aan de echtgenoot of de geregistreerde partner van de verzekerde;
of indien deze ontbreekt:
• aan de erfgenamen van de verzekerde.
30.2.2 ten aanzien van uitkeringen op grond van blijvende invaliditeit en geneeskundige kosten aan de verzekerde.
30.3 Ongeval
30.3.1 Onder ongeval in de zin van deze rubriek wordt verstaan: een plotseling en rechtstreeks van buitenaf op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld tijdens de looptijd van deze verzekering, ten gevolge waarvan geneeskundig vast te stellen letsel ontstaat en/of de verze- kerde overlijdt.
30.3.2 Het begrip ongeval omvat tevens:
a. zonnesteek, bevriezing, verdrinking, verstikking, blik- seminslag of andere elektrische ontlading en etsing door bijtende stoffen;
x. xxxxxxxxxx, uitputting, verhongering en/of uitdroging als gevolg van het geïsoleerd raken door enige ramp;
c. acute vergiftiging door het binnenkrijgen van giftige gassen of dampen of van vaste of vloeibare stoffen;
d. het besmet raken door ziektekiemen ten gevolge van een onvrijwillige val in het water of in een andere vloeibare stof;
e. verstuiking, ontwrichting en spierscheuring - ook indien ontstaan door eigen plotselinge krachtsinspanning - mits aard en plaats van dit letsel medisch aantoonbaar zijn;
x. xxxxxxxxxx, in betrekkelijk korte tijd door wrijving van harde voorwerpen aan handen en voeten ontstaan;
g. geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel, ontstaan ten gevolge van het ongewild binnendringen van stoffen of voorwerpen van buiten het lichaam in de luchtwegen, het spijsverteringsorgaan, de gehoor- gangen of de ogen;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging, rechtstreeks verband houdende met een gedekt ongeval, als ook complicaties en verergeringen van het ongevalletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van een medisch noodzakelijk geachte behandeling;
i. lendenspit (lumbago), peesschedeontsteking (tendo- vaginitis crepitans), zweepslag (coup de fouet), hernia nuclei pulposi en operatie van hernia (ingewands- breuken) als beperkt in art. 34.5;
x. xxxxxxxxx (of lumbaal) acceleratieletsel deceleratieletsel van de wervelkolom (post whiplash syndroom) met even-tuele neuro-psychologische en/of vestibulaire afwijkingen.
31 STREKKING VAN DE VERZEKERING
De dekking van deze rubriek geldt ten aanzien van onge- vallen, die in-/opzittenden van het verzekerde motorrijtuig overkomen tijdens of ten gevolge van het rijden in/op
het op het polisblad genoemde motorrijtuig, het daar in-, op-, af-, of uitstappen en/of het onderweg verrichten van (nood-)reparaties of het verlenen van hulp daarbij, dan wel wanneer een verzekerde zich in verband met de brand- stofvoorziening van het motorrijtuig op het terrein van een tankstation bevindt.
32 OMVANG VAN DE UITKERING
32.1 Overlijden (Rubriek A)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval overlijdt, wordt de voor A verzekerde som uitge- keerd met inachtneming van het bepaalde in art. 33.3.
Op deze uitkering worden alle bedragen in mindering gebracht die ter zake van hetzelfde ongeval reeds wegens B (zie art. 32.2) zijn uitgekeerd, maar nooit meer dan het voor overlijden volgens A uit te keren bedrag.
32.2 Blijvende invaliditeit (Rubriek B)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval blijvend invalide wordt, worden de hierna genoemde percentages van de voor B verzekerde som uitge- keerd, tenzij het bepaalde in art. 33.3 van toepassing is:
• bij algeheel verlies van de verstandelijke
vermogens 100%
• algehele verlamming 100%
• bij algeheel verlies van het gezichtsvermogen
van beide ogen 100%
• bij algeheel verlies van het gezichtsvermogen
van één oog 30%
• indien binnen het kader van deze overeenkomst reeds uitkering is verleend voor het verlies van een oog wordt bij het verlies van het
andere oog uitgekeerd 70%
• bij algehele doofheid van beide oren 60%
• bij algehele doofheid van een oor 25%
• indien binnen deze overeenkomst reeds uitkering is verleend voor algehele doofheid aan een oor, wordt bij het ontstaan van algehele doofheid
van het andere oor uitgekeerd 35%
• bij algeheel verlies van reuk en smaak 10%
• bij algeheel verlies van:
• de arm tot in het schoudergewricht 75%
• de hand en arm tot in het ellebooggewricht
of tussen elleboog- en schoudergewricht 68%
• de hand tot in het polsgewricht of de hand en arm tussen pols- en ellebooggewricht 60%
• het been tot in het heupgewricht 70%
• de voet en het been tot in het kniegewricht | 32.3 Geneeskundige behandeling (D) | |
of tussen knie- en heupgewricht | 60% | Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een |
• de voet en het been tussen enkel- en kniegewricht | 50% | ongeval kosten van geneeskundige behandeling moet |
• de duim | 25% | maken, worden deze kosten tot ten hoogste de voor D |
• de wijsvinger | 15% | verzekerde som vergoed, mits daarin niet op andere wijze |
• de middelvinger | 12% | is voorzien en nadat en voor zover de bewijsstukken aan |
• de ringvinger | 10% | verzekeraars zijn overgelegd. |
• de pink | 10% | |
• de grote teen | 10% | Onder kosten van geneeskundige behandeling worden |
• een andere teen | 5% | uitsluitend verstaan honoraria van artsen en kosten |
• de milt | 5% | gemaakt voor door een arts voorgeschreven behandeling |
• in geval van whiplashsyndroom (maximaal) | 5% | en geneesmiddelen, ziekenhuisverpleging, verbandmid- |
delen, vervoer naar en van een arts en/of ziekenhuis, |
Onbruikbaarheid wordt met verlies gelijkgesteld. Bij gedeeltelijk verlies wordt een evenredig deel van deze percentages uitgekeerd.
32.2.1 Ter zake van blijvende invaliditeit wordt in totaal nooit meer uitgekeerd dan het maximum bedrag dat wordt uitgekeerd in geval van 100% blijvende invaliditeit van de verzekerde. Bij verlies van verscheidene vingers van een hand wordt nooit meer uitgekeerd dan het bedrag dat wordt uitgekeerd bij verlies van de gehele hand.
32.2.2 Voor alle niet onder art. 31.2.1 genoemde gevallen van blijvende invaliditeit wordt een percentage vastgesteld onafhankelijk van het beroep van verzekerde.
32.2.3 Indien reeds bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt vergroot, dan wordt als grondslag voor de uitkering aangehouden een percentage gelijk aan het verschil in graad van invaliditeit voor en na het ongeval.
De vaststelling van dit percentage geschiedt met inachtne- ming van het in art. 32.2 bepaalde.
32.2.4 Verzekeraars kunnen, wanneer de blijvende aard van de invaliditeit van de verzekerde niet voor hen vaststaat, of wanneer de graad daarvan nog wijziging kan ondergaan, hun beslissing omtrent een uitkering uit hoofde van B uitstellen tot ten hoogste 1 jaar na de dag van melding van het ongeval. Maken zij van dit recht gebruik, dan vergoeden zij aan de begunstigde vanaf het
ingaan van de 7e maand na de datum waarop het ongeval is gemeld, een rente gelijk aan de wettelijke rente, te berekenen over het later vast te stellen uitkeringsbedrag uit hoofde van B.
32.2.5 Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval blijvend invalide is geworden en daarna
door een niet met dat ongeval verband houdende oorzaak overlijdt, voordat de graad van blijvende invaliditeit is vastgesteld, doen verzekeraars aan de begunstigde(n) van de voor B verzekerde som een uitkering op basis van het percentage blijvende invaliditeit, dat correspondeert met de laatst bekende gegevens ter zake van de te verwachten graad van de blijvende invaliditeit.
32.2.6 Progressieve uitkering
Indien zulks blijkt uit een aantekening op het polisblad, gelden de navolgende progressieve uitkeringspercentages. Bij een blijvende invaliditeitsgraad van ten minste 26% wordt het uitkeringspercentage verhoogd tot de hierna te noemen percentages:
aanschaffing van door het ongeval noodzakelijk geworden kunstledematen, een blindengeleidehond of een invalidenwagen.
32.4 Bagage (F)
Indien vermeld op het polisblad geeft rubriek F de verze- kerden aanspraak op vergoeding, indien zij in verband met het gebruiken van het verzekerde motorrijtuig schade lijden door vernieling, teniet gaan of beschadiging van de meegevoerde bagage.
Indien in het motorrijtuig aanwezige zaken vernield of beschadigd worden ten gevolge van een het motorrijtuig treffende gebeurtenis als brand, ontploffing, zelfont- branding, botsing, omslaan, van de weg geraken, of enig plotseling van buiten komend onheil, keren verzekeraars de kosten van herstel uit of, indien herstel niet meer mogelijk is, de waarde van die zaken onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, verminderd met de eventuele restwaarde.
In geval van vermissing van in het motorrijtuig aanwe- zige zaken wordt eveneens uitkering verleend, mits die vermissing verband houdt met een hierboven omschreven gebeurtenis. Als een dergelijke gebeurtenis wordt niet beschouwd: het beschadigen van het motorrijtuig met het oogmerk daaruit zaken te ontvreemden.
De voor de uitkering in aanmerking komende zaken zijn: door de verzekerde gedragen kledingstukken, aan de verzekerde in eigendom toebehorende gebruiksvoorw- erpen alsmede andere voor persoonlijk gebruik bestemde bagage, met uitzondering van geld, waardepapieren, handelsartikelen, sieraden, kunstvoorwerpen, of artikelen die alleen een verzamelwaarde hebben. De uitkering heeft plaats tot het maximaal voor bagage verzekerde bedrag genoemd op het polisblad en voor zover in de vergoeding niet reeds op andere wijze is voorzien.
33 MAXIMUM UITKERINGEN
In afwijking van hetgeen hieromtrent is bepaald op het polisblad geldt het volgende.
33.1 Uitkering rubriek A
Voor personen jonger dan 16 of ouder dan 70 jaar geldt een uitkering van ten hoogste EUR 5000,00 per verze- kerde.
33.2 Uitkering rubriek B
Voor B geldt een uitkering van ten hoogste EUR 10.000,00 per in-/opzittende, indien het personen betreft ouder dan 70 jaar.
33.3 Meerdere verzekerden
De verzekerde bedragen per in-/opzittende worden verminderd in verhouding van het op het polisblad genoemde aantal in-/opzittenden tot het werkelijke aantal in-/opzittenden, indien zich op het moment vam een ongeval meer in-/opzittenden in of op het motorrijtuig bevinden dan op het polisblad genoemde aantal.
34 BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op deze rubriek voorts van toepassing de hierna te noemen beper- kingen en uitsluitingen.
34.1 Misdrijf
Geen uitkering wordt verleend indien het ongeval is ontstaan bij het door een verzekerde plegen van of deel- nemen aan een misdrijf of poging daartoe.
34.2 Alcohol
Geen uitkering wordt verleend indien het ongeval is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken of enig ander genees-, bedwel- mend- of opwekkend middel verkeerde, dat de bestuurder niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden.
34.3 Laadruimte
Geen uitkering wordt verleend aan verzekerden, die in de voor zaken bestemde laadruimte van een bedrijfsmotor- rijtuig worden vervoerd.
34.4 Eerder letsel
Geen uitkering wordt verleend, indien het ongeval is ontstaan als rechtstreeks gevolg van een bestaande ziekte, gebrek of andere abnormale lichaams- of geestesgesteld- heid van de verzekerde, tenzij deze door een onder deze overeenkomst vallend eerder ongeval veroorzaakt werd. Indien daardoor alleen de gevolgen van het ongeval zijn vergroot, wordt bij de vaststelling van de grootte van de uitkering rekening gehouden met de gevolgen welke het ongeval bij de verzekerde zou hebben gehad, indien zoda- nige afwijking niet zou hebben bestaan.
34.5 Rubriek D
Indien een vergoeding volgens rubriek D is overeenge- komen, zoals nader is omschreven in art. 32.3, komt voor de in art. 30.3.2 i genoemde gevallen ten hoogste 1/5 deel van de voor deze rubriek verzekerde som per gebeurtenis voor vergoeding in aanmerking. Voor hernia pulposi wordt slechts eenmaal de hier bedoelde uitkering verleend.
35 VERPLICHTINGEN BIJ EEN ONGEVAL
Naast de verplichtingen als vermeld in art. 4 rusten op verzekerde de navolgende plichten:
35.1 Melding
Verzekerde is verplicht om aan verzekeraars een ongeval te melden binnen 3 maanden na het plaatsvinden ervan, met dien verstande dat een ongeval waaruit een recht op uitke- ring ingevolge art. 32.3 kan ontstaan, moet zijn aangemeld binnen 14 dagen nadat het ongeval zich heeft voorgedaan.
Wordt de aangifte later gedaan, dan kan toch recht op uitkering ontstaan, mits ten genoegen van verzekeraar is aangetoond:
• dat de blijvende invaliditeit en/of geneeskundige behandeling het uitsluitend gevolg is van een ongeval in de zin van deze overeenkomst;
• dat de gevolgen van het ongeval niet door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestes- gesteldheid zijn vergroot;
• dat de verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelend arts heeft opgevolgd.
35.2 Behandeling
De verzekerde is verplicht zich onverwijld onder behande- ling van een bevoegd geneesheer te stellen en niets te verzuimen dat spoedig herstel kan bevorderen.
35.3 Medewerking
De verzekerde en/of begunstigde(n) is (zijn) verplicht alle medewerking te verlenen ter vaststelling van aard en omstandigheden van het ongeval - waaronder begrepen het geven van toestemming tot het verrichten van sectie
- alsmede ter vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit.
35.4 Overlijden
Indien verzekerde komt te overlijden vervalt ieder recht op uitkering indien de erven of de begunstigden niet ten minste 48 uur voor de begrafenis of crematie aan verzeke- raars kennisgegeven hebben van het overlijden.
36 GESCHILLEN
36.1 Hoogte
Geschillen uitsluitend de hoegrootheid van uitkeringen
en vergoedingen uit hoofde van deze rubriek betreffende, worden onderworpen aan de uitspraak van een commissie van advies, bestaande uit drie leden, wier uitspraak door partijen wordt aanvaard als een bindend advies.
36.2 Commissie van advies
De leden van de commissie van advies worden gekozen uit personen, die geacht mogen worden deskundig te zijn ter zake van het onderwerp van geschil. Elk van beide partijen wijst één lid aan; deze twee leden benoemen in gemeen- schappelijk overleg het derde lid.
36.3 Geschil bij benoeming
Komen zij ter zake van die benoeming niet tot overeen- stemming, dan wordt het derde lid benoemd door de Kantonrechter te Amsterdam op eenvoudig verzoekschrift van partijen of van de meest gerede partij, welke dan aan haar wederpartij van de indiening van dat verzoekschrift kennis geeft. Van die benoeming van de leden van de commissie van advies moet blijken uit een door partijen en
die leden ondertekende akte, welke tevens inhoudt een omschrijving van het onderwerp van geschil.
36.4 Kosten
Elke partij draagt de kosten van het door haar aangewezen lid. De kosten van het derde lid worden door elke partij voor de helft gedragen. Het derde lid is bevoegd, alvorens de zaak in behandeling te nemen, van partijen depot te verlangen tot een door hem te bepalen bedrag als zeker- heid voor de voldoening van zijn kosten. Partijen zijn tot het stellen van een zodanig depot verplicht.
36.5 Andere geschillen
Wanneer, behalve geschillen bedoeld in art. 36.1, ook andere geschillen uit deze overeenkomst voortvloeiende, zijn ontstaan, zijn in afwijking van het bepaalde in art. 36.1 ook de eerstvermelde geschillen onderworpen aan de rechtspraak van de in Nederland bevoegde rechter.
RUBRIEK III VERZEKERINGSVOORWAARDEN SCHADE IN- EN OPZITTENDEN
37 VERZEKERDEN
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.5 van de Alge- mene Voorwaarden zijn verzekerden degenen die op het moment van een in art. 38 omschreven gebeurtenis met toestemming van een daartoe bevoegde persoon zich in of op het motorrijtuig bevinden, dan wel daar in-, op-, af- of uitstappen.
38 OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
38.1 Schade
De verzekering geeft recht op vergoeding van de schade die een verzekerde lijdt als gevolg van een hierna in artikel
38.2 omschreven gebeurtenis.
Onder schade wordt verstaan:
• schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
• schade ten gevolge van beschadiging of verloren gaan van met het motorrijtuig meegevoerde zaken die
behoren tot de particuliere huishouding van een verze- kerde tot een maximum van EUR 1.600,00;
• motorrijtuigen of aanhangwagens/caravans en de daarmee vervoerde zaken worden uitdrukkelijk niet als zodanige meegevoerde zaken aangemerkt.
De verzekering biedt geen dekking voor schade door beschadiging of verlies van:
• geld en geldswaardige papieren;
• accessoires/toegevoegde zaken als bedoeld in deze polisvoorwaarden;
• communicatieapparatuur (mobiele telefoons/navigatie- apparatuur);
• elektronica en computerapparatuur (laptops e.d.);
• losse sieraden.
38.2 Gedekte gebeurtenissen
Als gedekte gebeurtenis gelden:
• een ongeval, waaronder te verstaan een plotseling onverwacht van buiten komend onheil, op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld dat rechtstreeks een medisch vast te stellen letsel doet ontstaan;
• een verkeersongeval, zijnde een botsing, aan- of over- rijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
De verzekering geeft tevens dekking ingeval een zodanige gebeurtenis een verzekerde overkomt bij het onderweg verrichten van een (nood-)reparatie aan het motorrijtuig of het verlenen van hulp daarbij, dan wel wanneer hij zich in verband met de brandstofvoorziening van het motorrijtuig op het terrein van een tankstation bevindt.
39 SCHADE
39.1 Vaststelling vergoeding/rechthebbende
Bij schade als gevolg van dood of verwonding wordt de
hoogte van de schade vastgesteld overeenkomstig de daartoe strekkende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en de maatstaven van het burgerlijk recht. Als rechtheb- bende krachtens deze verzekering gelden nooit anderen dan de rechtstreeks bij de schadegebeurtenis betrokken verzekerden - voor zover deze natuurlijke personen zijn - of hun nagelaten betrekkingen.
39.2 Verzekerd bedrag
Het in de polis vermelde verzekerde bedrag geldt als maximum vergoeding per gebeurtenis en tevens per motorrijtuig, voor alle verzekerden tezamen.
39.3 Gordel/helm
Indien verzekerde, in strijd met een wettelijke verplichting, geen veiligheidsgordel of helm droeg, wordt de schade- vergoeding verminderd met 25%, tenzij verzekeringnemer gehouden is de volledige schade aan de verzekerde te vergoeden.
39.4 Dekking krachtens rubriek IA (aansprakelijkheid) Als vaststaat dat naar aanleiding van de schadegebeur- tenis een beroep kan worden gedaan op de dekking van rubriek IA (aansprakelijkheid) zal vergoeding van schade geschieden krachtens die rubriek.
RUBRIEK IV PECHHULP
40 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
40.1 Alarmcentrale
Allianz Global Assistance, telefoonnummer 020-8512294
40.2 Professionele hulpdienst
Een dealer, garage, berger of andere door de Alarmcen- trale te bepalen partij.
40.3 Verzekerde
• de verzekeringnemer;
• de eigenaar, bezitter en houder van het motorrijtuig;
• de bestuurder.
40.4 Motorrijtuig
• het op het polisblad aangegeven motorrijtuig;
• de aan het motorrijtuig gekoppelde aanhangwagen, zoals een toercaravan, vouwkampeerwagen of bagage- wagen.
40.5 Pech
Elk mechanisch defect van het motorrijtuig afkomstig van een onregelmatigheid in de montage of een defect van een onderdeel, dat het normale gebruik van het motor- rijtuig onmogelijk maakt en immobilisatie ervan tot gevolg heeft. Maar ook als immobilisatie door eigen toedoen wordt veroorzaakt. Hieronder vallen, voor deze verzeke- ring, de volgende omstandigheden:
• defecte sleutels of het achterlaten van de sleutels in een gesloten motorrijtuig;
• verkeerde brandstof;
• één lekke band;
• een lege accu door het aanlaten van stroomverbruikers.
40.6 Woonplaats
Dit is uitsluitend de woonplaats van de verzekeringnemer. De woonplaats omvat niet de andere plaatsen die binnen dezelfde gemeente vallen.
Voor bewoners van Waddeneilanden geldt het hele eiland als woonplaats.
40.7 Europa
Onder verzekeringsgebied Europa wordt verstaan:
Albanië, Xxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxx-Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Frank- rijk, Xxxxx (Xxxxxxxxx), Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxxx, Xxxxx, Xxxxxxxx (met uitzondering van de Azoren en Madeira), Roemenië, Xxx Xxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxx (met uitzondering van Xxxxxx- xxxx Xxxxxxxx xx xx Xxxxxxxx), Xxxxxxxx, Xxxxxxx (Europese deel), Vaticaanstad, Verenigd Koninkrijk, Wit-Rusland, IJsland, Zweden, Zwitserland.
41 WAAR IS RECHT OP HULP / DEKKINGSGEBIED
41.1 Nederland exclusief woonplaats
Geeft recht op hulpverlening in heel Nederland, met uitzondering van de eigen woonplaats, Vlieland en Schier- monnikoog.
41.2 Nederland inclusief woonplaats
Geeft recht op hulpverlening in heel Nederland, maar met uitzondering van Vlieland en Schiermonnikoog.
41.3 Nederland + Europa exclusief woonplaats Geeft naast recht op hulpverlening in heel Nederland, met uitzondering van de eigen woonplaats, Vlieland en
Schiermonnikoog, ook recht op hulpverlening in Europa. Voor deze dekking geldt dat het motorrijtuig maximaal 120 dagen per jaar in het buitenland verblijft.
41.4 Nederland + Europa inclusief woonplaats
Geeft naast recht op hulpverlening in heel Nederland, maar met uitzondering van Vlieland en Schiermonnikoog, ook recht op hulpverlening in Europa. Voor deze dekking geldt dat het motorrijtuig maximaal 120 dagen per jaar in het buitenland verblijft.
42 AARD EN OMVANG VAN DE VERZEKERING
42.1 Hulpverlening
Deze verzekering geeft in geval van pech in binnen-
en/of buitenland, recht op hulpverlening en/of vergoeding van kosten zoals beschreven in artikel 43 en 44.
42.2 Exclusief woonplaats
In geval van een verzekeringsvorm waarbij is gekozen voor een dekkingsgebied exclusief woonplaats bestaat nooit recht op hulpverlening in de woonplaats zoals omschreven in artikel 40.6 ook al mocht dit vermeld staan in artikel 43 en 44.
42.3 Maximering pechhulp
Verzekerde heeft maximaal 7 keer per jaar recht op hulp- verlening, met een maximum van 5 keer binnen de eigen woonplaats ook.
43 RECHT OP HULPVERLENING
In geval van pech in binnen- en buitenland, organiseert de Alarmcentrale afhankelijk van het van toepassing zijnde dekkingsgebied de volgende hulp c.q. worden de volgende kosten vergoed.
43.1 Reparatie ter plekke
Reparatie door een professionele hulpdienst ter plekke, in het geval (provisorische) reparatie binnen ca. 1 uur moge- lijk is. Niet vergoed worden: De kosten van eventuele benodigde onderdelen voor de noodreparatie.
43.2 Transport (wanneer reparatie ter plekke niet mogelijk is)
43.2.1 Binnen Nederland
• transport naar de dichtstbijzijnde professionele hulp- dienst of één op te geven adres in Nederland als deze zich binnen een straal van 25 km bevinden, of
• transport naar één op te geven adres in Nederland als dit zich buiten een straal van 25 km bevindt.
43.2.2 In het buitenland
• transport naar de dichtstbijzijnde professionele hulp- dienst.
De verzekering geeft maximaal twee keer per jaar recht op transport van het motorrijtuig en de eventueel aan het motorvoertuig gekoppelde aanhanger, met een maximum van eenmaal per jaar binnen de eigen woonplaats.
Niet vergoed worden: in geval van pech als gevolg van verkeerde brandstof de overige kosten zoals het
uitpompen van de brandstof en de kosten van de afvoer van de brandstof.
43.3 Stalling/berging
Indien transport naar een professionele hulpdienst niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat de professionele hulp- dienst op dat moment gesloten is) zal berging en stalling van het motorrijtuig en doortransport naar de dichtstbij- zijnde professionele hulpdienst plaatsvinden zodra dit mogelijk is.
43.4 Vervoer inzittenden (alleen voor Nederland, voor buitenland zie artikel 44)
In principe vindt vervoer van verzekerde plaats in combi- natie met het transport van het motorrijtuig. Indien dit niet mogelijk is, worden in Nederland de kosten van vervoer naar één adres in Nederland per openbaar vervoer of taxi vergoed. Indien er voor een vervangende motorfiets wordt gekozen worden de kosten van vervoer naar één adres
in Nederland per openbaar vervoer of taxi vergoed tot maximaal EUR 50,00.
44 VERVANGEND VERVOER / HOTELACCOMMODATIE
/ VERVOER NAAR EINDBESTEMMING OF HUISADRES / VERVANGEND CHAUFFEUR
44.1 Vervangend vervoer
Indien het motorrijtuig in Nederland naar een profes- sionele hulpdienst of specifiek adres binnen een straal van 25 kilometer wordt gebracht en het motorrijtuig niet op de dag van melding gerepareerd kan worden of als het motorrijtuig in het buitenland naar de dichtstbijzijnde
professionele hulpdienst wordt gebracht en niet binnen 48 uur gerepareerd kan worden:
44.1.1 De kosten van vervangend vervoer (huurauto) voor de duur van maximaal:
• binnen woonplaats: 1 kalenderdag.
• binnen Nederland: 2 werkdagen.
• in het buitenland: 4 werkdagen.
Indien dit niet afdoende is kan dit verlengd worden tot de voorgenomen verblijfsduur, met een maximum van 30
kalenderdagen, mits hiervoor geen dekking bestaat bij een andere verzekering.
De huurauto zal, mits voorradig en lokale omstandigheden dit toelaten van maximaal klasse B zijn. Het recht op
vervangend vervoer eindigt uiterlijk op het moment dat het motorrijtuig met pech gerepareerd is.
44.1.2 Reiskosten per openbaar vervoer of taxi naar het autoverhuurbedrijf. Voor vervoer per taxi in het buitenland geldt een maximumbedrag van EUR 100,00.
44.1.3 De verzekering geeft maximaal twee keer per jaar recht op vervangend vervoer.
44.1.4 Om aanspraak te kunnen maken op vergoeding voor vervangend vervoer dient verzekerde te voldoen aan de door het auto-/motorfietsverhuurbedrijf gestelde voorwaarden.
Niet vergoed worden: extra kosten zoals brandstof, afkoop eigen risico, verlenging van de huurtermijn, aanvullende verzekeringen, tolgelden, parkeergelden, bekeuringen, alsmede kosten voor het niet op correcte wijze afmelden of te laat inleveren van de huurauto.
44.2 Vervangend vervoer motorfiets
44.2.1 Indien de aanvullende module “Vervangende motor” is afgesloten zal naast het recht op vervangend vervoer in de vorm van een huurauto de mogelijkheid bestaan om te kiezen voor vervangend vervoer in de vorm van een motorfiets conform de voorwaarden vervangend vervoer, tenzij anders vermeld.
44.2.2 Onder de module “Vervangende motor” bestaat ook recht op vervangend vervoer indien de motorfiets in Nederland naar een professionele hulpdienst of specifiek adres wordt gebracht buiten een straal van 25 kilometer.
44.2.3 De motorfiets zal, mits voorradig en lokale omstandigheden dit toelaten, van een vergelijkbare klasse zijn als de verzekerde motorfiets.
44.2.4 Indien bekend is geworden dat de motorfiets niet op de dag van melding gerepareerd kan worden of als de motorfiets in het buitenland niet binnen 48 uur gerepa- reerd kan worden en de vervangende motorfiets niet geleverd kan worden door de professionele hulpdienst vindt de levering van een vervangende motorfiets binnen de volgende termijnen plaats:
• In Nederland: binnen 4 uur
• In het buitenland: binnen 48 uur of zo spoedig mogelijk daarna.
Tot het moment van levering van de vervangende motor- fiets in het buitenland bestaat recht op vergoeding van hotelkosten en/of taxikosten of inzet van een vervangende auto conform de elders in deze voorwaarden vermelde bepalingen. Indien sprake is van inzet van een vervan- gende auto bestaat geen recht op vergoeding van zoge- naamde drop-off kosten indien verzekerde ervoor kiest deze vervangende auto op een andere locatie in te leveren dan waar deze is gehuurd.
44.2.5 Voor levering van een vervangende motorfiets anders dan door de professionele hulpdienst waar de motorfiets voor reparatie naar toe is gebracht, geldt dat plaats en tijdstip van af- respectievelijk inlevering vooraf worden overeengekomen.
44.2.6 De verzekeraar levert als vervangende motor- fiets een motorfiets zonder trekhaak en geen driewielers, zijspannen of andere motoren waar meer dan 2 personen op vervoerd kunnen worden.
44.2.7 Er bestaat geen recht op vervangend vervoer indien de motorfiets naar het eigen huisadres wordt gebracht.
ofwel
44.3 Hotelaccomodatie
44.3.1 Indien de pech niet in de eigen woonplaats plaatsvindt de hotelkosten in Nederland (op basis van logies en ontbijt) voor 1 nacht voor maximaal EUR 80,00 (inclusief BTW) per persoon per nacht indien de terugreis niet mogelijk is.
44.3.2 Hotelkosten (op basis van logies en ontbijt) in het buitenland voor de duur van de reparatie met een maximum van 2 nachten voor maximaal EUR 80,00 (inclu- sief BTW) per persoon per nacht voor zover verzekerde vooraf nog geen accommodatie voor het verblijf ter plaatse is geregeld.
44.3.3 De kosten van openbaar vervoer/taxi van en naar de dichtstbijzijnde hotelaccommodatie.
Niet vergoed worden de kosten van maaltijden, tele- foonkosten en dergelijke.
ófwel, alleen bij verblijf in het buitenland:
44.4 Vervoer naar eindbestemming op huisadres
44.4.1 De kosten van het vervoer naar de eindbestem- ming of het huisadres van verzekerde per trein (2e klasse).
44.4.2 De kosten van openbaar vervoer/taxi van en naar het dichtstbijzijnde treinstation. Voor vervoer per taxi in
het buitenland geldt een maximumbedrag van EUR 100,00. Indien de enkele treinreis langer duurt dan 8 uur, mag er gekozen worden voor een vliegtuigticket (economy class).
In geval van doorreis naar de bestemming worden de extra reiskosten vergoed tot maximaal hetgeen terugreis naar het huisadres gekost zou hebben.
ófwel,
44.5 Vervangend chauffeur
De kosten van het inzetten van een vervangende chauf- feur indien de bestuurder tijdens de reis door ziekte of een ongeval op medisch advies het motorrijtuig niet kan besturen en niemand de besturing van het motorrijtuig kan overnemen.
44.6 Ophalen motorrijtuigen
44.6.1 Ophalen van het gerepareerde motorrijtuig (binnen- en buitenland)
Indien verzekerde na te zijn teruggereisd naar het huis- adres het gerepareerde motorrijtuig dient af te halen bij de professionele hulpdienst wordt voor maximaal 1 verzekerde vergoed:
• De reiskosten per trein (2e klasse).
• De kosten van openbaar vervoer/taxi van en naar het dichtstbijzijnde treinstation. Voor vervoer per taxi in het buitenland geldt een maximumbedrag van EUR 100,00. Indien de enkele treinreis langer duurt dan 8 uur, mag er gekozen worden voor een vliegticket (economy class).
44.6.2 Repatriëring van het ongerepareerde motorrijtuig (alleen geldig in het buitenland)
Indien het motorrijtuig in het buitenland niet binnen twee werkdagen kan worden gerepareerd, organiseert en vergoedt de verzekering:
44.6.3 De repatriëring van het ongerepareerde motor- rijtuig naar één adres in Nederland.
44.6.4 Stallingkosten tot maximaal 10 dagen. Het motor- rijtuig wordt, vanaf het moment dat besloten is om het motorrijtuig te repatriëren, binnen 10 werkdagen gebracht naar het opgegeven adres.
44.6.5 Repatriëring vindt alleen plaats wanneer de kosten van de repatriëring niet meer bedragen dan de restwaarde van het motorrijtuig. Indien het onmogelijk is het motor- rijtuig op het aangegeven adres achter te laten kiest de Alarmcentrale voor een andere locatie in de buurt. De verzekeraar is niet aansprakelijk voor diefstal of beschadi- ging van bagage, materiaal en persoonlijke voorwerpen die achtergelaten worden in het motorrijtuig.
44.6.6 Opsturen onderdelen (alleen geldig in het buitenland)
Indien de voor reparatie noodzakelijke onderdelen in het buitenland niet en in Nederland wel op voorraad of
verkrijgbaar zijn, worden vergoed: de kosten en de verzor- ging van toezending van de vervangende onderdelen, waaronder de vervulling van de noodzakelijke douane- formaliteiten. De kosten van de onderdelen en reparatie vallen niet onder de vergoeding van de verzekering.
45 VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN VERGOEDING KOSTEN
45.1 De kosten van de hulpverlening worden alleen vergoed, indien deze zijn gemaakt met toestemming van de Alarmcentrale.
45.2 De Alarmcentrale is gerechtigd verzekerde te vragen bepaalde kosten, zoals reis-, verblijf- en huurkosten in eerste instantie voor te schieten.
45.3 De kosten die verzekerd zijn binnen de genoemde voorwaarden en die vooraf door de Alarmcentrale zijn goedgekeurd, kunnen achteraf binnen een periode van
drie maanden bij verzekeraar worden gedeclareerd onder vermelding van: kenteken, dossiernummer en het bijvoegen van de originele facturen.
46 VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
46.1 Verzekerde is verplicht om tijdig de servicebeurten/ regulier onderhoud van het motorrijtuig te laten uitvo- eren.
46.2 Verzekerde is verplicht zo snel mogelijk, voor zover hij/zij daartoe in staat is, zelf contact op te nemen met de Alarmcentrale.
46.3 Verzekerde dient de aanwijzingen van de Alarm- centrale op te volgen, de noodzakelijke medewerking te verlenen en alle noodzakelijke informatie te geven die van belang is voor een goede hulpverlening.
47 UITSLUITINGEN
Naast de algemene uitsluitingen genoemd in de Algemene voorwaarden bestaat geen recht op hulp c.q. vergoeding van de kosten van hulpverlening en/of schade:
47.1 in geval van een ongeval;
47.2 in geval van diefstal of poging daartoe van het motorrijtuig en/of de aanhangwagen zelf of onderdelen ervan;
47.3 in geval van vandalisme;
47.4 in geval van immobilisatie door eigen toedoen. Hier- onder vallen o.a. de volgende omstandigheden:
• Verlies of (diefstal) van sleutels;
• Brandstoftekort (tenzij blijkt dat de brandstofmeter defect is) of bevroren brandstof;
47.5 indien aan het motorrijtuig en/of de aanhangwagen wijzigingen zijn aangebracht die niet in overeenstemming zijn met de richtlijnen van de importeur en/of de fabrikant;
47.6 indien de pech is veroorzaakt door verwaarlozing, verkeerd gebruik, opzet, grove nalatigheid, of gebruik van alcoholhoudende dranken of andere bedwelmende of opwekkende middelen;
47.7 indien onvoldoende maatregelen zijn genomen om pech te voorkomen of te beperken;
47.8 indien deelgenomen wordt aan of als assistentie- wagen meegereden wordt in welke vorm van gemotori- seerde competitie (race, rally, slipschool, testdrive etc.) dan ook;
47.9 indien het motorrijtuig wordt ingezet als ambulance, taxi of voor koeriersdiensten;
47.10 indien hulp door omstandigheden ter plaatse of door overmacht, zoals rellen, opstanden, oorlogssituaties, natuurrampen (overstromingen, aardbevingen, hagelbuien,
etc) niet kan worden verleend;
47.11 indien verzekerde niet aan de verplichtingen zoals vermeld bij artikel 46 voldoet;
47.12 indien schade voortvloeit uit gebreken in onder- delen. Kosten na toezending van niet passende onder- delen worden niet vergoed;
47.13 indien schade voortvloeit uit de keuze van een garage en de uitvoering van werkzaamheden door een ingeschakelde professionele hulpdienst of derde;
47.14 indien schade wordt veroorzaakt door, is opge- treden bij of is voortgevloeid uit atoomkernreacties onver- schillig hoe en waar deze zijn ontstaan;
47.15 indien verzekeringnemer en/of verzekerde onvol- ledige of onware opgave heeft gedaan over de oorzaak, aard of omvang van de pech of over diens adresgegevens;
47.16 indien verzekerde niet heeft gewacht op de komst van de ingeschakelde hulpverlener;
47.17 indien verzekerde een onjuiste pechlocatie heeft opgegeven;
47.18 indien plaatselijke wetten of regels overtreden moeten worden om hulp te bieden;
47.19 indien het motorrijtuig werd bestuurd door een bestuurder aan wie de rijbevoegdheid was ontzegd;
47.20 indien er sprake is van pech op een racebaan, bij sportautoevenementen of tijdens behendigheids- of snel- heidswedstrijden;
47.21 indien het motorrijtuig of de aanhangwagen zo zwaar beladen was dat pech redelijkerwijs te voorzien was;
47.22 indien er meer dan het wettelijk toegestane aantal in-/opzittenden in/op het motorrijtuig aanwezig zijn/waren;
47.23 indien de storing bij aanvang van de reis was te voorzien vanwege een slechte staat van onderhoud;
47.24 indien voor het motorrijtuig en/of de aanhang- wagen het APK-bewijs ontbreekt terwijl dit wel wettelijk verplicht is;
47.25 indien het motorrijtuig en/of de aanhangwagen niet voldoet aan de wettelijke eisen;
47.26 indien de Alarmcentrale aanwijzingen heeft dat verzekerde oneigenlijk gebruik wil maken van hulp;
47.27 indien pech het gevolg is van handelingen die op enigerlei wijze in strijd zijn met wettelijke bepalingen en/of regelingen, voor zover de verzekerde verwijtbaar;
47.28 indien verzekerde zijn/haar verplichtingen niet nakomt;
47.29 indien de hulpverlening geheel of gedeeltelijk door een ander dan de Alarmcentrale is/wordt georganiseerd;
47.30 indien de stranding opzettelijk is veroorzaakt;
47.31 indien verzekerde het motorrijtuig en/of de aanhangwagen gebruikt voor lesdoeleinden, verhuur of vervoer van personen of goederen tegen een vergoeding die een bijdrage in de kosten te boven gaat, of commer- cieel vervoer van goederen;
47.32 indien het motorrijtuig en/of de aanhangwagen geen geldig kentekenbewijs heeft of een geschorst kenteken, exportkenteken of handelaarskenteken (groene platen) heeft;
47.33 indien met het motorrijtuig en/of de aanhang- wagen ten tijde van de pech niet was verzekerd tegen Wettelijke Aansprakelijkheid;
47.34 indien met het motorrijtuig en/of de aanhang- wagen goederen worden vervoerd waardoor de wet wordt overtreden;
47.35 indien verzekerde tegenover de door de Alarmcentrale ingeschakelde hulpverlener(s), fysiek, psychisch of verbaal geweld heeft gebruikt, hen heeft bedreigd of zich op één of andere manier agressief heeft opgesteld, met als gevolg dat door dit gedrag van verzekerde in alle redelijkheid niet kan worden verlangd dat er nog (langer) hulp wordt verleend. Een en ander
wordt beoordeeld door de ingeschakelde hulpverlener(s);
47.36 indien verzekerde voor een tweede keer hulp vraagt na de eerste hulpverlening. De alarmcentrale kan dit verzoek weigeren als:
• met de eerste hulpverlening werd gestopt op verzoek of door toedoen van verzekerde;
• het opnieuw uitvallen van het motorrijtuig en/of de aanhangwagen het gevolg is van het niet opvolgen van adviezen van de hulpverlener(s);
47.37 indien de totale massa van het motorrijtuig en aangekoppelde (geladen) aanhangwagen meer bedraagt dan 3.500kg;
47.38 indien de gebeurtenis samenhangt met pech aan de aanhanger, terwijl het motorrijtuig zelf geen pech heeft en geen geldige pechhulpverzekering voor aanhangwagens is afgesloten.
48 TERUGVORDERING VAN NIET-VERZEKERDE DIENSTEN EN/OF KOSTEN
Indien de Alarmcentrale een vergoeding heeft verleend voor kosten en/of diensten die door haar of door de verze- keraar gemaakt/verleend zijn en die niet onder de dekking van de afgesloten verzekering vallen, dan heeft verzeke- raar het recht de reeds betaalde kosten terug te vorderen en/of te verrekenen met nog te verlenen vergoedingen.
Verzekeringnemer en verzekerde zijn hoofdelijk aanspra- kelijk en zijn verplicht binnen 30 dagen na schriftelijke
kennisgeving de vordering(en) te voldoen. Bij ingebreke blijven zal de verzekeraar tot incasso overgaan.
RUBRIEK V RECHTSBIJSTANDVERZEKERING
49 ALGEMEEN
De verzekering geeft recht op rechtsbijstand met betrek- king tot het motorrijtuig als omschreven in art. 50.2.
50 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
50.1 Verzekerde
Verzekerden zijn:
• verzekeringnemer;
• de gemachtigde bestuurder of passagier uitsluitend indien deze tijdens deelname aan het wegverkeer met het motorrijtuig betrokken is geraakt in een geschil, voorzover hij in dat geschil getroffen is in een op geld waardeerbaar belang;
• de nagelaten betrekkingen van een verzekerde indien en voorzover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarvoor krachtens de verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
50.2 Motorrijtuig
Het motorrijtuig dat als zodanig is omschreven op het polisblad waaronder mede begrepen de eventueel aan het motorrijtuig gekoppelde caravan of aanhanger.
50.3 Gebeurtenis
In afwijking van art. 1.2 van de Algemene Verzekerings- voorwaarden wordt onder gebeurtenis verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegenstelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
50.4 Rechtsbijstand
Rechtsbijstand houdt in:
50.4.1 het verstrekken van juridisch advies ter voorko- ming of oplossing van een (dreigend) geschil dat
verzekerde betreft;
50.4.2 het behartigen van de juridische belangen van verzekerde in een geschil waarin hij/zij betrokken is geraakt door:
• het voeren van verweer, in of buiten rechte, tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
• het geldend maken van vorderingen, in of buiten rechte, of namens hem/haar indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
• het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken.
50.4.3 het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand die voortvloeien uit de bovengenoemde activiteiten als omschreven in art. 51.3.
50.5 DAS
DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam.
51 OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
51.1 Het verzekerde risico
51.1.1 Verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbij- stand ten gevolge van een gebeurtenis, mits:
• de gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de loop- tijd van de verzekering;
• de behoefte aan rechtsbijstand bij de aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet voorzien kon worden.
51.1.2 In geval van twijfel over het bestaan van een geschil maakt verzekerde op verzoek van DAS het
geschil aannemelijk door middel van een rapport van een deskundige die benoemd is in overleg met DAS.
51.2 Verlenen van rechtsbijstand
51.2.1 De verlening van rechtsbijstand geschiedt door DAS.
51.2.2 Met verzekerde wordt overlegd over de wijze van behandeling en deze wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van het gewenste resultaat.
51.2.3 Als er geen redelijke kans (meer) is het gewenste resultaat te bereiken, wordt de rechtsbijstandverlening gestaakt.
51.2.4 DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
51.2.5 Als behandeling niet door DAS zelf kan worden voltooid in verband met het procesmonopolie draagt DAS deze over aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige. In aanmerking komen advocaten of rechtens bevoegde deskundigen, die in Nederland zijn inge- schreven of kantoor houden als de zaak hier dient of die bij het buitenlandse gerecht staan ingeschreven als de zaak daar dient. Onder rechtens bevoegd persoon wordt verstaan een terzake deskundige, die krachtens toepas- selijke regels van procesbevoegdheid in de (eventuele) gerechtelijke of administratieve procedure de noodzake- lijke rechtsbijstand mag verlenen.
51.2.6 Alleen DAS is bevoegd, na overleg met verze- kerde, opdrachten te verstrekken aan advocaten, rechtens bevoegde deskundigen en andere externe deskundigen. De opdrachten worden steeds gegeven namens verze- kerde. Verzekerde machtigt DAS hiertoe onherroepelijk.
51.2.7 In geval van een opdracht aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige, zoals vermeld in de
Wet Toezicht Verzekeringswezen, volgt DAS de keuze van verzekerde. In andere gevallen of in geval van een opdracht aan een externe deskundige bepaalt DAS de keuze.
51.2.8 Verzekeraars noch DAS zijn aansprakelijk voor schade door of in verband met de behandeling
door een externe deskundige.
51.3 Kosten van de rechtsbijstand
51.3.1 Behoudens het bepaalde in art. 51.3.2 komen voor vergoeding in aanmerking:
51.3.1.1 Interne kosten
• de kosten van de aan DAS in loondienst verbonden deskundigen.
51.3.1.2 Externe kosten
• de honoraria en voorschotten, voorzover die in het algemeen als redelijk worden beschouwd, van de externe deskundigen die door DAS worden ingescha- keld;
• de kosten van getuigen voorzover door een rechter toegewezen;
• de proceskosten die ten laste van verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
• de noodzakelijke, in overleg met DAS te maken, reis- en verblijfkosten als persoonlijk verschijnen van
verzekerde voor een buitenlandse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat.
51.3.2 Niet voor vergoeding in aanmerking komen de externe kosten die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling verhaald, verrekend of door anderen vergoed kunnen worden; DAS schiet deze kosten voor.
51.4 Uitsluitingen
In afwijking van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden verleent DAS geen (verdere) rechtsbijstand in gevallen als omschreven in de uitsluitingen vermeld in de toepasselijke rubrieken voor rechtsbijstand. Voorts verleent DAS geen rechtsbijstand:
51.4.1 als verzekerde handelt in strijd met de verzeke- ringsvoorwaarden en daardoor de belangen van verze- keraars schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als de zaak zo laat is aangemeld dat DAS alleen maar met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen;
51.4.2 als het rechtsprobleem een gevolg is van natuur- rampen;
51.4.3 in een geschil over onderhavige verzekerings- overeenkomst (DAS vergoedt echter alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als verzekerde in een onherroepelijk vonnis gelijk krijgt);
51.4.4 als de behoefte aan rechtsbijstand het beoogde of zekere gevolg is van het handelen van verzekerde of nalaten of hij het ontstaan van deze behoefte willens
en wetens heeft geaccepteerd om enig voordeel te behouden of te behalen. In een strafzaak doet DAS op het voorgaande een beroep als het strafbare feit waarvan verzekerde wordt verdacht een (voorwaardelijk) opzet- delict is, dan wel verzekerde het feit willens en wetens heeft gepleegd. DAS vergoedt achteraf alsnog de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand als bij het einde van de zaak deze omstandigheden afwezig blijken te zijn;
51.4.5 in geschillen over het instaan voor of overnemen van vorderingen van anderen door xxxxxx, xxxxxxxxxxxxx- xxxx, subrogatie of borgtocht;
51.4.6 in fiscaal of fiscaalrechtelijke geschillen waaronder ook begrepen geschillen over heffingen, retri-buties, bijdragen, leges, invoerrechten en accijnzen.
52 DE WACHTTIJD
52.1 DAS verleent geen rechtsbijstand als de aan-spraak voortvloeit uit of verband houdt met een gebeurtenis
die zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering.
52.2 Op het bepaalde in art. 52.1 doet DAS geen beroep als:
• deze verzekering direct aansluit op een soortgelijke verzekering en verzekerde daaraan bij voortbestaan dezelfde rechten had kunnen ontlenen;
• verzekerde het ontstaan van de gebeurtenis niet kon voorzien bij het sluiten van de verzekering.
• Op verzoek van DAS moet verzekerde dit aantonen.
53 VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
Verzekerde is verplicht:
53.1 indien hij/zij een beroep op de verzekering wil doen, zijn/haar verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de gebeurtenis bij verzekeraars te melden. Als verzekerde zijn/haar verzoek meer dan een jaar na het ontstaan van de gebeurtenis aanmeldt, is DAS niet meer verplicht rechtsbi- jstand te verlenen;
53.2 indien hij/zij een beroep op de verzekering doet, alle medewerking te verlenen die gevraagd wordt door DAS of door deze ingeschakelde externe deskundigen.
Dit houdt in ieder geval in dat hij/zij:
• alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn/haar verzoek betrekking hebben;
• DAS machtigt inzage te nemen in de stukken die een externe deskundige over zijn/haar zaak ter beschikking heeft;
• zich desgevraagd civiele partij stelt in een strafzaak en meewerkt aan het verhalen van rechtsbijstand op derden;
• alles nalaat wat de belangen van verzekeraars of DAS kan schaden.
53.3 de door DAS voorgeschoten kosten, voorzover hij
die ontvangt, te restitueren aan DAS.
Daaronder worden mede verstaan de bij een onher- roepelijk vonnis toegewezen proceskosten.
54 BELANGENCONFLICTEN
54.1 Er is een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechtsbijstand door DAS.
Alsdan geldt:
• als er een geschil is tussen verzekeringnemer en een van de medeverzekerden op één polis, dan verleent DAS alleen rechtsbijstand aan verzekeringnemer;
• als er een geschil is tussen twee medeverzekerden op één polis verleent DAS alleen rechtsbijstand aan verze- kerde die door verzekeringnemer is aangewezen;
• als er een geschil is tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen zijn beide verzekerden bevoegd te verlangen dat aan hen bijstand wordt verleend door een advocaat of rechtens bevoegde deskundige naar eigen keuze op kosten van DAS.
55 GESCHILLENREGELING
55.1 Als verzekerde het oneens blijft met het oordeel van DAS over de haalbaarheid of wijze van behandeling, dan kan verzekerde verzoeken dit verschil van mening voor te leggen aan een Nederlandse advocaat naar zijn keuze.
55.2 DAS legt dan dit verschil van mening, met alle relevante stukken, voor aan de aangewezen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst
verwoordt verzekerde ook zijnerzijds nog eens het verschil van mening. Het oordeel van de advocaat is bindend voor DAS. De kosten zijn steeds voor rekening van DAS.
55.3 Als verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaakbehandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daardoor alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt DAS de redelijk gemaakte kosten van rechtsbij- stand.
55.4 Het recht om een verschil van mening over de uitleg of toepassing van de polisvoorwaarden aan en rechter voor te leggen, vervalt na verloop van een jaar nadat DAS haar standpunt schriftelijk heeft bekend gemaakt.
Bijzondere verzekeringsvoorwaarden rechtsbijstand 56 RECHTSBIJSTANDGEBIED
56.1 In de volgende gevallen wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, mits de rechter van een van die landen bevoegd is en het recht van een van die landen van toepassing is:
• het verhalen van schade ontstaan door een beschadi- ging van lijf of goed;
• strafzaken;
• geschillen uit sleep- en reparatieovereenkomst.
56.2 In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, mits de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
57 OMVANG VAN DE DEKKING
57.1 De verzekerde activiteiten
Als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van de hierna genoemde activiteiten heeft
hij aanspraak op de hierna genoemde rechtsbijstand, voorzover hij in dat geschil getroffen is in een op geld waardeerbaar belang.
De verzekerde activiteiten zijn:
• de deelname aan het wegverkeer met het motorrijtuig;
• het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het motorrijtuig.
57.2 Verlening van de rechtsbijstand
DAS verleent rechtsbijstand aan verzekerde overeenkom- stig de Algemene Verzekeringsvoorwaarden voor rechtsbij- stand en de hierna volgende bepalingen:
• DAS garandeert de inzet van alle in loondienst aan haar verbonden deskundigen, ongeacht de daarmee gemoeide kosten;
• DAS vergoedt de daaruit voortvloeiende externe kosten onbeperkt.
57.3 Onvermogen
DAS vergoedt aan verzekerde de schade aan het motor- rijtuig ten gevolge van de onrechtmatige daad van een ander, voorzover de schade een eigen risico van EUR 110,00 te boven gaat tot ten hoogste EUR 750,00. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de weder- partij, tenzij verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
57.4 De waarborgsom
57.4.1 DAS schiet aan verzekerde een belang van ten hoogste EUR 12.500,00 voor als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag, gelegd op het motorrijtuig.
57.4.2 Door het aanvaarden van het voorschot machtigt verzekerde DAS onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan DAS.
57.4.3 Verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen een jaar nadat het is verstrekt.
57.5 Uitsluitingen
DAS verleent geen rechtsbijstand:
57.5.1 in geschillen over exploitatie van het motorrijtuig (verhuur, vervoer, examens, les etc.);
57.5.2 in geschillen over de aanschaf van tweedehands motorrijtuigen, tenzij deze onder schriftelijke garantie zijn gekocht bij een officiële dealer;
57.5.3 bij het voeren van verweer tegen vorderingen uit onrechtmatige daad of daarvoor in de plaats komende regresacties.
57.6 De franchise
Verzekerde kan in contractuele geschillen alleen aanspraak maken op rechtsbijstand als het belang van zijn verzoek ten minste EUR 110,00 beloopt.