Versie 4.1
Drimmelens Energie Akkoord 2020-2021
Versie 4.1
Verstandig benutten van revenuen uit de windmolens A16
Inhoud
1 Inleiding en achtergrond 3
1.1 Aanleiding 3
1.2 Lokale participatie 4
1.3 Burenregeling 5
1.4 STED 5
1.5 Drimmelens Energie Akkoord (DEA) 6
2 Uitgangspunten voor het Drimmelens Energie Akkoord 8
2.1 Inleiding 8
2.2 Criteria voor besteding 8
2.3 Doelgroepen en maatregelen 10
2.4 Inventarisatie doelgroepen 11
2.5 Mogelijke projecten 16
2.5.1 Naar de kern van het Drimmelens Energie Akkoord 17
3 DEA 2020-2021 19
3.1 Inleiding 19
3.2 Ontzorgen en financieren 19
3.3 Enthousiasmeren bewoners. 20
3.4 Collectieve zonprojecten 21
3.5 Borging van het proces 21
1 Inleiding en achtergrond
1.1 Aanleiding
Met het klimaatverdrag van Parijs in 2015 zijn er internationaal duidelijke afspraken gemaakt om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan. Deze afspraken worden vertaald naar nationaal, provinciaal, regionaal en lokaal niveau in diverse energieagenda’s en energieakkoorden. Het kabinet heeft in juni 2019 met bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en overheden een Klimaatakkoord gesloten. Voor vijf sectoren van de samen- leving geeft dit Klimaatakkoord invulling aan een pakket maatregelen. In z’n samenhang leidt dit tot tenminste 49% broeikasgasreductie (CO2) in 2030 ten opzichte van 1990. Bij het opstellen van maatregelen wordt ook al ge- keken naar de doelen voor 2050, dan moet de samenleving vrijwel CO2 neutraal zijn.
Ook in de gemeente Drimmelen wordt actief gewerkt aan de overgang van een fossiele naar een duurzame samenleving. Momenteel wordt in Drim- melen gewerkt aan een vernieuwing van het duurzaamheidsbeleid waarbij aansluiting gezocht wordt met bovenstaande landelijke uitgangspunten.
In de strategie om daar te komen zijn twee stappen essentieel:
1. Energie besparen;
2. Energie uit fossiele bronnen vervangen door duurzaam opgewekte energie van wind, zon, water, biomassa, bodemwarmte etc.
Een belangrijk project betreft de opwek- king van windenergie langs de A16. Circa 100 MW aan windenergie wordt gereali- seerd. De plaatsen waar de molens moe- ten komen zijn door Gedeputeerde Sta- ten van Brabant vastgesteld in het PIP (Provinciaal Inpassingsplan) op 28 sep- tember 2018. Op Drimmelens grondge- bied worden volgens het PIP 8 windmo- lens gerealiseerd.
Zie ook xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xxxxx- tes/windenergiea16
1.2 Lokale participatie
De provincie Noord-Brabant en de gemeenten Moerdijk, Drimmelen, Breda en Zundert hebben, samen met (wind)projectontwikkelaars en maatschap- pelijke organisaties (waaronder de Stichting Energietransitie Drimmelen, hierna: STED), in een zogenaamde Green Deal afgesproken, dat een deel van de opbrengsten van de windmolens ter beschikking komt voor het ver- snellen van de energietransitie in de omgeving van de windmolen. Op die manier profiteert de omgeving mee van de windmolens.
Om dit te realiseren is afgesproken, dat de lokale gemeenschap 25% van het bouwrecht (het recht om windmolens te bouwen) in handen krijgt. Dit betekent dat die lokale gemeenschap moet investeren in het ontwikkelen en bouwen van de windmolens en ook de risico’s daarvan draagt. Als de windmolens gerealiseerd zijn, komen de revenuen van die 25% ten gunste van de gemeenschap.
Om de investering in de genoemde 25% mogelijk te maken, is de provincie Noord-Brabant bereid gevonden om risicodragend kapitaal in te brengen. Dat gebeurt via het Energiefonds Brabant. De provincie financiert dus om het aandeel van 25% mogelijk te maken en neemt de bijbehorende risico’s voor haar rekening. In een later stadium krijgt de directe omgeving de gele- genheid om een aandeel van genoemde 25% over te nemen. Dat kan bij- voorbeeld in de vorm van winddelen, waarbij burgers en bedrijven een klein stukje eigendom van de windmolens verwerven.
Voor Drimmelen is, net als in de andere gemeenten, een apart fonds inge- richt (Participatie Fonds Wind Drimmelen) waar de opbrengsten van deze 25% deelname worden ondergebracht. In principe komen de eerste midde- len pas in dit fonds terecht als de windmolens een jaar draaien. Dan is dui- delijk wat ze exact produceren en kan 25% afgedragen worden. Naar ver- wachting wordt de eerste afdracht naar het fonds in 2022 gedaan.
Met de partijen die de Green Deal hebben gesloten, is afgesproken dat die middelen besteed worden aan projecten ter ondersteuning van de energie- transitie (o.a. in Drimmelen) onder de volgende voorwaarden:
a) Iedereen uit de lokale gemeenschap moet mee kunnen doen;
b) Er moet een goede verdeling van lusten en lasten zijn;
c) De middelen worden als hefboom ingezet om de energietransitie te ver- snellen.
In paragraaf 2.2 worden deze criteria verder uitgewerkt.
In het Drimmelens Energie Akkoord wordt, in samenspraak met alle betrok- kenen uit de gemeenschap, aangegeven hoe de middelen volgens de voor- waarden het best ingezet kunnen worden. Het DEA is opgesteld in op- dracht van de gemeente Drimmelen onder penvoering van STED.
1.3 Burenregeling
Naast de genoemde 25% participatie is er voor bewoners die binnen de ge- luidscontour van 42 dB Lden1 van een windturbine wonen een aparte rege- ling getroffen, die los staat van de hierboven genoemde 25% participatie en ook op een andere manier gefinancierd wordt: de burenregeling. Het gaat daarbij om ongeveer 140 woningen over het hele gebied van Moerdijk tot en met Zundert. Voor de burenregeling dragen de ontwikkelaars van de windmolens per werkelijk opgewekte MWh € 0,50 af. Dit geld wordt ge- bruikt om deze groep woningen energiezuiniger te maken. Zie voor meer informatie over de burenregeling
xxxxx://xxxxxxxx00.xx/xxxxxxxxxxxxx/
1.4 STED
Om de participatie van de lokale gemeenschap te borgen is in 2016 de Stichting Energietransitie Drimmelen opgericht. Volgens de statuten be- staat de besluitvormingsstructuur uit een bestuur, een Raad van Toezicht en een klankbordgroep. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door mensen uit de lokale gemeenschap.
De opdracht die deze stichting heeft meegekregen luidt:
1. Het borgen van de sociale randvoorwaarden windenergie zoals die zijn bedoeld in de Green Deal Windenergie A16.
2. Een aanzet geven tot en mede opstellen van een Drimmelense Energie Agenda (inmiddels noemen we dit: het Drimmelens Energie Akkoord.)
3. Het beheer van het fonds, dat gevoed wordt door 25 % van de opbreng- sten uit de windmolens.
In paragraaf 3.5. wordt nader ingegaan op de verdere invulling van het be- sluitvormingsproces.
Het borgen van de sociale randvoorwaarden in het A-16 gebied gebeurt binnen de Werkeenheid Wind A16. Deze werkeenheid is het samenwer- kingsverband van de provincie Noord-Brabant, de vier gemeenten langs de A16, de stichtingen die in Zundert, Drimmelen en Moerdijk zijn opgericht
1 De Lden (Engels: Level day-evening-night) is een maat om de geluidsbelasting door omge- vingslawaai uit te drukken.
(WindCent, STEM en STED) en vier dorps- en wijkraden in Breda. De werkeenheid bereidt de invulling van de sociale randvoorwaarden voor en legt deze ter fiattering voor aan de Stuurgroep Wind A16, die bestaat uit de gedeputeerde ruimte van de provincie Noord-Brabant en vier wethouders uit de gemeenten.
1.5 Drimmelens Energie Akkoord (DEA)
Het Drimmelens Energie Akkoord heeft tot doel een door alle partijen (wo- ningeigenaren, huurders, corporatie(s), bedrijven, instellingen, verenigingen en de overheid zelf) in de gemeenschap gedragen akkoord over een aantal projecten te maken waarmee de doelstelling om CO2 neutraal te worden (conform de doelstelling van Parijs en het Rijksbeleid) wordt aangejaagd. De energietransitie is een gezamenlijke uitdaging die vraagt om een gezamenlijk plan.
Er leven hiervoor in Drimmelen al ideeën om dit te realiseren. Dat gaat niet van vandaag op morgen, maar met de inzet van de middelen die vrijkomen door de komst van windmolens langs de A16 kunnen we dit proces versnel- len. Hoe en onder welke voorwaarden wordt in het DEA uitgewerkt. Belang- rijk is dat iedereen mee kan doen!
Het opstellen van het DEA kan niet los gezien worden van de afspraken die in het Nationaal Klimaatakkoord zijn gemaakt.
Vanuit het Klimaatakkoord wordt door het rijk aan de gemeenten het vol- gende gevraagd:
1. Om de 49% CO2 reductie te realiseren is het noodzakelijk lokaal
duurzame energie op te wekken. Via de Regionale Energie Strate- gie (RES) wordt op dit moment samen met de andere gemeenten in West Brabant gewerkt aan een gezamenlijk bod voor het opwekken van duurzame energie. De te realiseren windmolens langs de A16 zijn onderdeel van dat bod.
2. Gemeenten moeten voor eind 2021 aangeven op welke wijze en in welk tempo op wijkniveau het aardgas wordt vervangen door duur- zame bronnen. Dit in een proces waarbij de bewoners van de wijken nauw betrokken zijn.
In het klimaatakkoord is de ambitie uitgesproken dat 50% van de lokale pro- ductie uit wind of zon in eigendom komt van de lokale omgeving. Belangrijk- ste reden om dit te doen: voor het draagvlak van de energietransitie is het essentieel dat lokale gemeenschappen meeprofiteren van de grootschalige duurzame opwek in hun omgeving.
Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de gemeente een belang- rijke regierol speelt bij het vormgeven van de lokale energietransitie. En dat
de uitdaging voor de gemeenten er in ligt bewoners, bedrijven en alle andere relevante partijen in de gemeenschap nauw bij het proces te betrekken.
Op basis van bovenstaande rijst wellicht de vraag waarom nu al een ener- gieakkoord met projecten opstellen als (1) de eerste middelen pas in 2022 beschikbaar komen en (2) de gemeente nog een energiestrategie en wijkwarmteplannen moet maken.
Hiervoor zijn verschillende redenen aan te geven;
1. De komst van de windmolens leidt tot overlast in het gebied, dat is onvermijdelijk. Met de inzet van overheden en burgers is het gelukt om een deel van de revenuen in het gebied te houden, veel meer dan wettelijk verplicht is. Door te laten zien hoe dit tot stand is geko- men en een eerste energieakkoord samen op te stellen wordt aan draagvlak voor de noodzakelijke energietransitie gebouwd.
2. De provincie heeft aangegeven bereid te zijn een bedrag ter hoogte van de eerste revenuen al in 2020 ter beschikking te stellen, mits er lokale energieagenda’s/akkoorden met projecten worden opgesteld.
3. Er zijn maatregelen te bedenken die, welke plannen de gemeenten ook maken, altijd passen. Deze worden no-regret of (term uit het kli- maatakkoord) ‘spijtloze’ maatregelen genoemd.
2 Uitgangspunten voor het DEA
2.1 Inleiding
In dit hoofdstuk formuleren we de belangrijkste uitgangspunten voor het Drimmelens Energie Akkoord. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het ak- koord dynamisch van aard is. We starten op basis van wat we nu weten en kunnen voorzien; na verloop van tijd zal, als de kennis en ervaring toeneemt, het akkoord worden uitgebouwd en aangepast. In dit hoofdstuk gaan we in op:
a) Criteria voor besteding;
b) Doelgroepen en mogelijke maatregelen;
c) Reikwijdte en focus van het akkoord.
2.2 Criteria voor besteding
In de Green Deal zijn door de overheden (gemeenten en provincie), de lokale gemeenschappen en de ontwikkelaars de hoofdcriteria voor besteding vast- gelegd:
a) Iedereen uit de lokale gemeenschap moet mee kunnen doen;
b) Er moet een goede verdeling van lusten en lasten zijn;
c) De middelen worden als hefboom ingezet om de energietransitie te ver- snellen.
Hieronder worden deze criteria verder toegelicht en concreet gemaakt.
Ad a. Iedereen moet mee kunnen doen.
Een van de uitdagingen in de energietransitie is ervoor te zorgen dat ieder- een mee kan doen. Een voorbeeld: mensen met geld kunnen zonnepanelen aanschaffen die binnen 6 tot 8 jaar zijn terugverdiend, waarna er nog mini- maal 20 jaar geprofiteerd kan worden van gratis stroom. Mensen die niet in zonnepanelen en andere maatregelen kunnen investeren, worden gecon- fronteerd met stijgende energieprijzen en kunnen zo in de knel komen. Dit criterium stelt dat het DEA zo ingericht moet zijn dat ook deze laatste groep kan meedoen.
Nu zijn de middelen uit de windmolens beperkt in die zin, dat ze niet toerei- kend zijn om de hele energietransitie te betalen. Het is daarom zaak ze zo slim mogelijk in te zetten om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen. Het verstrekken van leningen om woningen te isoleren is een manier, maar lang niet iedereen kan of wil lenen. Bovendien kun je dan, als bijvoorbeeld €
100.000 beschikbaar is en er voor € 20.000 per woning maatregelen moeten worden getroffen, in eerste instantie maar 5 woningen doen. Het (ver)huren van maatregelen kan wel voor iedereen toegankelijk worden gemaakt, of
men nu een koop- of huurwoning heeft, of een gevulde of smalle beurs heeft. Bovendien kunnen dan veel meer woningen tegelijk worden aangepakt.
Xxx werkt het principe van huren? Op basis van een analyse van de woning kan worden vastgesteld wat er nodig is om die zodanig te isoleren dat deze in een later stadium (als de gemeente heeft aangegeven welk soort warmte op welke plek in de gemeente het beste is) is aan te sluiten op de nieuwe duurzame warmtebron.
Als gevolg van het treffen van de maatregelen daalt de energierekening. Als het nu zo wordt georganiseerd dat het huishouden niet zelf investeert, maar iemand anders dat doet, het huishouden vervolgens de maatregelen huurt van deze partij voor een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de besparing op de energierekening, dan is de woning energiezuiniger gemaakt, comfor- tabeler geworden, in waarde gestegen en zijn de woonlasten gelijk gebleven of zelfs lager geworden.
Op deze manier kan iedereen meedoen. Als bij de uitvoering van de werk- zaamheden lokale bedrijven en installateurs (mits marktconform) worden in- gezet, geeft dit de lokale economie een stimulans.
Het principe van huren kan ook worden toegepast op huurwoningen, bedrij- ven, scholen, accommodaties van sportverenigingen enz.
Ad b. Eerlijker verdeling lusten en lasten
Het principe is hier dat mensen die dichter bij de windmolens wonen en dus meer last ondervinden, meer profiteren van de lusten dan mensen die verder af wonen.
Bij dit criterium is het begrip ‘last’ in overleg met lokale overheden en om- wonenden gedefinieerd als geluidsbelasting. Daarbij zijn twee geluidscon- touren van belang: de 47 dB Lden en de 42 dB Lden contour. Als de geluids- belasting op een woning hoger is dan 47 dB Lden, mag er geen windmolen worden geplaatst, tenzij de bewoner instemt op basis van afspraken die de ontwikkelaar met hem maakt.
Tussen de contouren van 47 dB Lden en 42 dB Lden is een windmolen wel wettelijk toegestaan, maar kan er sprake zijn van geluidshinder. Buiten de 42 dB Lden grens is die hinder niet aanwezig. Voor de mensen die wonen tussen 47 en 42DB Lden contour geldt de burenregeling (zie paragraaf 1.3).
Voor de rest van de gemeente, in dit geval Drimmelen, is de 25% bedoeld, waarbij is aangegeven dat de buurten en wijken die dichter tegen het wind- molengebied aanliggen (Hooge- en Lage Zwaluwe, Wagenberg en
Terheijden), als eerste in aanmerking komen om aan projecten deel te ne- men, en buurten en wijken die verder af liggen, later.
Ad c. Hefboom voor de energietransitie
Dit criterium zegt twee dingen. Ten eerste moeten de middelen ten goede komen aan de energietransitie; ze moeten dus bijdragen aan energiebespa- ring en/of duurzame opwekking van energie. En ze moeten als hefboom wor- den ingezet. Dat wil zeggen dat ze moeten bijdragen aan het versnellen van de energietransitie. In principe betekent dit, dat de middelen revolverend (in- vesterend) moeten worden ingezet. Dat wil zeggen dat de middelen geïn- vesteerd worden in projecten en vroeg of laat weer beschikbaar komen voor volgende projecten.
Projecten als collectieve zonnedaken, zonnevelden of extra windmolens le- veren extra duurzame stroom en financiële middelen op. De revenuen uit de windmolens langs de A16 kunnen ingezet worden ter financiering van nieuwe rendabele projecten. Drimmelen staat pas aan het begin van de energietran- sitie. De revenuen uit de windmolens A16 kunnen gebruikt worden om in de toekomst meer regie op de eigen ontwikkeling van duurzame energiepro- jecten te houden. Daarbij wordt op deze manier sneller aan de eerste voor- waarde (“iedereen moet mee kunnen doen”) voldaan. Nu zijn het meestal projectontwikkelaars van buiten en de meer welgestelde bewoners die met duurzame energieprojecten starten.
2.3 Doelgroepen en maatregelen
In onderstaand schema is aangegeven welke doelgroepen we in de lokale gemeenschap onderscheiden (horizontale as) en op welke thema’s er pro- jecten geformuleerd kunnen worden (verticale as). In elk van de ‘vakjes’ (bij- voorbeeld ‘woningeigenaren/besparing’) is instrumentarium beschikbaar (voorbeeldprojecten, communicatiestrategieën, subsidiemaatregelen, voor- beelden van aanpakken, enz.) dat ingezet kan worden in Drimmelen.
Als doelgroepen worden binnen Drimmelen onderscheiden we:
1. Particuliere woningeigenaren
2. Huurders en verhuurders (waaronder corporaties en commerciële verhuurders)
3. Verenigingen van eigenaren
4. Sportverenigingen, culturele instellingen, onderwijs, zorg
5. MKB (Midden en kleinbedrijf)
6. Industrie en agrarische sector
7. Overheid en overheidgerelateerde instellingen
En als thema’s:
a) Energie reductie (besparing)
b) Zonne-energie
c) Windenergie
d) Overige bronnen (biomassa, duurzaam gas, geothermie etc.)
e) Warmte (klein/grootschalig, bronnen en netten)
f) Elektrisch vervoer
2.4 Inventarisatie doelgroepen
In de afgelopen periode zijn met de doelgroepen in Drimmelen gesprekken gevoerd om te verkennen welke behoeften er leven ten aanzien van de ener- gietransitie. In deze paragraaf een globaal overzicht.
Particuliere woningeigenaren
Drimmelen kent 11.900 woningen, waarvan ruim 9.000 particulier eigendom zijn. Belangrijke stappen in de overgang naar duurzame energie zijn het
beter isoleren van het overgrote deel van deze woningen, en het leggen van zonnepanelen op de daken. Vervolgens zal voor al deze woningen een duur- zaam alternatief voor aardgas moeten worden gevonden. De gemeente zal hiertoe op hoofdlijnen de keuzes aangeven voor het eind van 2021.
Met de stap om de woning te isoleren en zonnepanelen te leggen kan echter nu al begonnen worden. Want welke vorm van duurzame warmte er ook komt, dit zijn maatregelen waar niemand spijt van krijgt.
Het verduurzamen van de voorraad koopwoningen vereist een enorme in- spanning. Uit gesprekken met woningeigenaren in Drimmelen en met de dorp- en wijkcomités blijkt dat er veel behoefte is aan:
a) Informatie over wat de woningeigenaren te wachten staat en waar zij hulp en ondersteuning kunnen vinden;
b) Onafhankelijk advies over welke maatregelen kunnen in de woning, in welke volgorde ze moeten worden uitgevoerd, wat ze kosten en wat het betekent voor de energierekening
c) Subsidies en financieringsmogelijkheden. Veel van de maatregelen vra- gen een investering vooraf en verdienen zich op termijn terug. Veel wo- ningbezitters hebben geen of slechts beperkt middelen om zelf te inves- teren.
d) Een gemeenschappelijke aanpak, waarbij woningeigenaren in hun di- recte omgeving kunnen aanhaken bij initiateven om in collectief ver- band de woningen te isoleren.
Op dit moment zijn particuliere woningeigenaren in Drimmelen individueel en op kleine schaal al bezig met het treffen van isolerende maatregelen. Zij kun- nen daarbij onder andere gebruik maken van de gemeentelijke duurzaam- heidslening. Duurzaam Drimmelen heeft de afgelopen jaren bewoners daar- bij ondersteund en er is een Regionaal Energieloket beschikbaar voor infor- matie.
In Terheijden is het Traais Energie Collectief opgericht. TEC heeft tot doel een duurzame energievoorziening in Terheijden te realiseren. Er wordt onder andere gewerkt aan de eerste fase van een collectief warmtenet, een zon- nepark, een verkenning naar warmtewinning uit de Mark. Met hulp van onder andere een subsidie van het ministerie van Binnenlandse Zaken (Terheijden is een van de proeftuinen binnen het programma Aardgasvrije Wijken) en opbrengsten van windmolen De Noord (een van de windmolens langs de A16), worden inmiddels flinke stappen gezet.
In Made is een initiatief genomen om iets vergelijkbaars op te zetten en in de kernen van Hooge en Lage Zwaluwe en Wagenberg zijn stichtingen in ont- wikkeling die zich in willen zetten voor de energietransitie.
Huurders/verhuurders
Woningcorporatie WoonVizier heeft in totaal in de gemeente Drimmelen
2.580 woningen in bezit. De doelstelling is een CO2 neutrale woningvoorraad in 2050 te realiseren. Hiertoe is een plan gemaakt. Vertrekpunt is om de ko- mende twee perioden van 7 jaar de schil van de woningen aan te pakken en tijdens de onderhoudsmomenten in de periode van 14 jaar daarna de wonin- gen ‘van het aardgas’ af te halen.
Xxxxxxxxxx wil verkennen of de aanpak van huurwoningen te verbinden is met die van particuliere woningen. In 2022 staan ongeveer 50 woningen in Hooge Zwaluwe op de planning om te worden gerenoveerd.
Vanuit de verhuurders wordt verwacht dat er steeds meer vraag komt naar het mogen plaatsen van zonnepanelen op de huurwoning.
Woningeigenaren en huurders met smalle beurs
Naar schatting 10% van de huishoudens in Nederland heeft regelmatig pro- blemen om de energierekening te betalen. Vertaald naar Drimmelen gaat het naar schatting om ruim 1.000 huishoudens. Het merendeel van deze huis- houdens is huurder. De verwachting is dat de energieprijzen (met name de prijs van aardgas) de komende jaren verder gaan stijgen. Deze doelgroep wordt dan geconfronteerd met nog hogere lasten, terwijl ze geen mogelijk- heden heeft om de energierekening structureel omlaag te brengen door het treffen van isolerende maatregelen e.d.
Voor deze doelgroep kan worden gedacht aan een project om zonnepanelen mogelijk te maken zonder of met een beperkte eigen investering, hetzij op ‘eigen huurwoning’ of op collectief dak. Op die manier kunnen deze huishou- dens meedoen met de energietransitie en tegelijkertijd daalt de energiereke- ning; het mes snijdt zo aan twee kanten.
VVE’s
In Drimmelen is minder dan 5% van de woningvoorraad in bezit van een vereniging van eigenaren. Vaak is dit bij appartementencomplexen het ge- val. Voor het isoleren, duurzaam opwekken en uiteindelijk aardgasloos ma- ken, vereisen de VVE’s een specifieke aanpak. Er zijn voor VVE’s specifieke subsidieregelingen beschikbaar en de bestuursvorm van een VVE vraagt om een specifiek aanpak. In dit eerste energie akkoord worden de VVE niet als prioriteit benoemd.
Sportverenigingen, culturele instellingen, onderwijs, zorg
Voor sportverenigingen, culturele instellingen, onderwijs en zorg geldt het- zelfde als voor woningen, namelijk dat de belangrijkste opgave is het
terugdringen van het energiegebruik in de gebouwen en het opwekken van duurzame energie (zon) op het dak.
Sportverenigingen
De gemeente is eigenaar van de buitenterreinen en buitensportaccommoda- ties. De sportkantines, inclusief kleedruimtes, zijn in de meeste gevallen ei- gendom van de verenigingen. Alle kunstgrasvelden zijn inmiddels voorzien van ledverlichting. De benefits daarvan gaan naar de clubs. De overige vel- den zijn nog niet met LED uitgerust.
Er is met een aantal sportverenigingen gesproken; zij hebben aangegeven stappen te willen zetten in het verder verduurzamen van de accommodaties. Voor sportclubs zijn specifieke subsidieregelingen beschikbaar om ze te hel- pen de accommodaties te verduurzamen en de energierekening structureel omlaag te brengen.
Onderwijs
Met de scholen (koepels), zowel basisscholen als middelbare scholen, is ge- sproken. Een aantal scholen wil verkennen hoe de daken vol te leggen met zonnepanelen; daarbij wordt gekeken of aansluiten bij landelijke structuren als Schooldakrevolutie interessant is.
Zorg
De gemeente Drimmelen heeft een aantal oudereninstellingen binnen de ge- meentegrenzen: De Wijngaerd in Made, het Xxxxxxxx Xxx in Terheijden en de Ganshoek (nieuw) in Lage Zwaluwe. Daarnaast is er een instelling voor verstandelijk beperkten in Terheijden (Sovak).
MKB (Midden en kleinbedrijf)
Bedrijven Netwerk Drimmelen (BND) is een netwerk voor ondernemers in Drimmelen. In het netwerk wordt de afgelopen jaren steeds meer aandacht geschonken aan duurzaamheid. Het dringt meer en meer tot de bedrijven door dat ook zij aan de slag moeten met het isoleren van de gebouwen, het doorvoeren van energiebesparende maatregelen en opwekken van duur- zame energie.
De Wet Milieubeheer verplicht bedrijven en organisaties die een jaarlijks energieverbruik hebben van minimaal 50.000 kWh elektra of 25.000 m3 gas alle energiebesparende maatregelen te realiseren met een terugver- dientijd van maximaal vijf jaar. De gemeente is bevoegd gezag en heeft de uitvoering (net als de overige gemeenten in de regio) in handen gelegd van de Omgevingsdienst Midden en West Brabant (OMWB). De handhaving zal de komende jaren naar verwachting geïntensiveerd gaan worden.
Er is bij bedrijven behoefte aan:
1. Informatie: over de gevolgen van de energietransitie, over mogelijk- heden om energie te besparen en duurzaam op te wekken, over de uitvoering van de Wet Milieubeheer;
2. Inspiratie: over wat passend bij de bedrijfsstrategie de mogelijkhe- den zijn om aan te haken bij de energietransitie;
3. Ontzorging: hulp bij het vinden van de juiste aanpak en de uitvoe- ring daarvan, inclusief financieringsmogelijkheden.
Industrie/agrarische sector
In deze doelgroep ligt de focus op de agrarische sector; er is in Drimmelen weinig industrie. De sector wordt vertegenwoordigd door ZLTO Drimmelen. ZLTO Drimmelen vertegenwoordigt ruim 110 bedrijven in de groene ruimte (niet alle bedrijven zijn lid van ZLTO). In en om Drimmelen maakt de afde- ling zich sterk voor verduurzaming.
Ten aanzien van de opwekking van zonne-energie is de insteek van XXXX eerst zoveel mogelijk daken vol te leggen met zonnepanelen, en dan pas aan grondgebonden zonnevelden te beginnen. Een aantal ZLTO leden heeft grote dakoppervlakken beschikbaar op schuren en loodsen. Het moet vol- gens ZLTO mogelijk zijn een aantal zogenaamde ‘postcoderoos’-projecten te starten waarbij buurtbewoners meefinancieren en zowel de dakeigenaar als de buurt profiteren van de opbrengst.
Er worden plannen gemaakt om op korte termijn een biomassa-installatie op te richten. Dit doen de tuinders zelf.
Een aantal boeren wil inzetten op windenergie, voornamelijk in georgani- seerd verband met een betere sociale participatie, welke ten dienste kan en moet komen aan de Drimmelense bevolking. Coöperatie Zonzeelse Wind bijvoorbeeld heeft het over 100% revenuen in het eigen gebied, waarbij het sociale participatiedeel ruim boven de 25% ligt.
Overheid en overheid gerelateerde instellingen
Volgens het klimaatakkoord moeten gemeenten uiterlijk 1 mei 2019 hun vast- goedportefeuille in beeld hebben gebracht en voorzien van een aanpak waaruit blijkt dat het eigen vastgoed de komende jaren in tranches wordt verduurzaamd richting energieneutraal:
Voor het gemeentehuis is een scan uitgevoerd. In 2019 worden maatre- gelen op het gebied van comfortverbetering en alternatieve energie uit- gevoerd.
Tweede helft 2019: voor alle andere gemeentelijke gebouwen is in beeld gebracht wat de mogelijkheden zijn voor energiebesparing, gas- loos maken en opwek van duurzame energie. Daarna volgt de uitvoe- ring.
2.5 Mogelijke projecten
Op basis van de uitgevoerde verkenningen zijn de belangrijkste projecten gedefinieerd die tegemoet komen aan de behoeften van de verschillende doelgroepen. Deze projecten kunnen de basis vormen voor het energieak- koord van de komende jaren. Ze worden hieronder in algemene termen be- schreven.
1. Isolatie + zon op dak koop- en huurwoningen;
Het stimuleren van woningeigenaren aan de slag te gaan met het isole- ren van de woning en het leggen van zonnepanelen op het eigen dak. Ze ondersteunen bij het zoeken van de juiste maatregelen (via een woning- scan), ondersteunen bij het vinden van de juiste uitvoerders en het aan- bieden van financieringsmogelijkheden.
Als WoonVizier aan de slag gaat met het verduurzamen van 50 huurwo- ningen in Hooge Zwaluwe, de kopers in de buurt de kans geven in het- zelfde traject de koopwoning te verduurzamen. Zo wordt gebruik ge- maakt van organisatie- en inkoopkracht van de corporaties waar zowel de corporatie, de huurder als de woningeigenaar voordeel bij heeft.
2. De zon helpt
Voor bewoners (huurders en kopers) met een smalle beurs een project starten waarbij zij kunnen deelnemen in een collectief zonneproject op een groot dak (combi met project 6) waarbij zij niet hoeven te investe- ren in de panelen en direct een lagere energierekening krijgen. Zo kan deze doelgroep deelnemen aan de energietransitie waarbij direct een daling van de woonlasten wordt gerealiseerd.
3. Energieke (sport) clubs
Het verduurzamen van sportaccommodaties (isolatie, zonnepanelen, LED verlichting, installaties, enz.). Hiervoor zijn landelijke subsidies be- schikbaar. De clubs wordt een effectieve ondersteuning geboden bij het maken van een plan, de financiering en het uitvoeren van de maatrege- len. De leden van de clubs worden geïnformeerd over de maatregelen en gestimuleerd om met de eigen woning aan de gang te gaan.
4. Schitterende scholen
Dit project is erop gericht de scholen te verduurzamen: zonnepanelen op het dak, isoleren van de schil, aanpassen van de installaties, enz. En dit verbinden met het onderwijsprogramma op de school.
5. MKB op pad
Bij dit project wordt het MBK middels een inspiratietour geïnspireerd om met de energietransitie aan de slag te gaan. Daarnaast wordt een onder- steuningsstructuur geboden om ondernemers te helpen bij het verduur- zamen van de bedrijfspanden.
6. Collectieve daken
Dit project behelst het realiseren van collectieve zonnedaken, bijvoor- beeld via de postcoderoosregeling. Inwoners van Drimmelen die niet de mogelijkheid hebben (voldoende) zonnepanelen op hun eigen dak te leg- gen (te klein, verkeerde ligging, te veel schaduw, monument) kunnen op deze manier participeren in een collectief dak. Dat kan het dak van een agrarisch of ander bedrijf zijn.
7. Bewustwording, communicatie en informatie
Om de gemeenschap op de hoogte te brengen van de energietransitie in het algemeen en het Drimmelens Energie Akkoord in het bijzonder, is communicatie en informatie nodig. Denk daarbij aan een actieve web- site en het inzetten van social media, bijeenkomsten, enz. De komende jaren zal er stevig ingezet moeten worden op het vinden en behouden van draagvlak voor de energietransitie.
8. Ondersteuning bij het voorbereiden, uitvoeren en beheren van de projecten.
Om de energietransitie en projecten die in het energieakkoord worden benoemd voor te bereiden en uit te voeren, is uitvoeringscapaciteit nodig.
2.5.1 Naar de kern van het Drimmelens Energie Akkoord
Welke van de hierboven genoemde projecten moet nu verder worden uitge- werkt in het eerste Drimmelens Energie Akkoord?
Tijdens verschillende bijeenkomsten is bij stakeholders gepolst voor welke projecten het meeste draagvlak bestaat. Daarbij sprongen de grote zonne- daken eruit (project 3 en 6) gevolgd door de projecten die betrekking hebben op het verduurzamen van woningen (project 1).
Met het uitvoeren van dat type projecten wordt voldaan aan een belangrijk criterium dat iedereen (die dat wil) mee kan doen. Bovendien betreft het zo- genaamde no regret maatregelen.
Door iedereen werd onderkend dat het 8e en 9e project (communicatie- en ondersteuning) randvoorwaardelijk zijn voor het doen slagen van de ge- noemde projecten.
3 DEA 2020-2021
3.1 Inleiding
Op basis van de verkenningen in de voorgaande hoofdstukken wordt in dit hoofdstuk de kern van het akkoord verder uitgewerkt.
Zoals aangegeven ligt de focus in dit eerste akkoord voor 2020 en 2021 op twee no-regret maatregelen:
1. Isoleren van woningen en zonnepanelen op individuele daken;
2. Zonnepanelen op collectieve daken.
Beide maatregelen bestaan uit twee stappen:
a) Het opzetten van een structuur om bewoners en eigenaren van da- ken te ontzorgen en de maatregelen te financieren;
b) Het enthousiast maken van woningeigenaren om te gaan isoleren en zonnepanelen te leggen c.q. deel te nemen aan een collectief project, en daarbij desgewenst gebruik te maken van de aangebo- den ontzorgingsstructuur;
3.2 Ontzorgen en financieren
Ontzorgen
De vraag om bewoners te ontzorgen bij het verduurzamen van hun woning bestaat uit (zie blz. 12) informatie, onafhankelijk advies, begeleiding bij het offerte- en uitvoeringstraject, subsidie- en financieringsmogelijkheden en een gemeenschappelijke aanpak.
Dit vraagstuk is in alle gemeenschappen langs de A16 aan de orde. Het ligt dan ook voor de hand, mede gezien het schaalvoordeel dat behaald kan worden, dit met zijn allen langs de A16 te organiseren. Voor de woningen binnen de 42 dB Lden geluidscontour is hiervoor de Burenregeling ontworpen. Deze regeling kan met enkele aanpassingen geschikt gemaakt worden voor de overige woningen in de gemeente. In bijlage 1 is de burenregeling be- schreven. In essentie komt deze op het volgende neer:
1. Woningeigenaren krijgen via een online energiescan de mogelijk- heid om een eerste ruwe beeld te krijgen van de mogelijke maatre- gelen die getroffen kunnen worden, inclusief een indicatie van kos- ten en besparing op de energierekening.
2. Vervolgens stelt een onafhankelijk adviseur een maatwerkadvies op, waarin precies wordt aangegeven welke maatregelen getroffen kunnen worden, wat de kosten daarvan zijn en welke besparing op de energierekening daarmee gerealiseerd wordt. Aan het
maatwerkadvies zijn direct offertes gekoppeld, zodat direct helder is wat de precieze kosten zijn. Ook de actuele subsidiemogelijkheden zijn in het advies verwerkt. De offertes zijn afkomstig van vooraf ge- selecteerd partijen waarmee kwalitatieve en financiële raamafspra- ken zijn gemaakt. Bewoner kan ook zelf offertes opvragen en het resterend traject zelf organiseren.
3. De bewoner besluit vervolgens of en zo ja, welke maatregelen hij wil treffen en of hij de maatregelen zelf wil financieren of gebruik wil maken van de huurconstructie (zie hierna).
4. Vervolgens worden de maatregelen uitgevoerd onder verantwoor- delijkheid van de onafhankelijk adviseur.
Huren van maatregelen
De achtergrond voor het huren van maatregelen is toegelicht op blz. 8/9. Met het huren van maatregelen wordt het ook voor huishoudens die niet kun- nen of willen investeren mogelijk de woning aan te pakken.
Om het huren van maatregelen mogelijk te maken wordt een ESCO opge- richt. ESCO staat voor Energy Service Company. Het is een bedrijf dat ener- giediensten levert. De essentie van een Esco is eenvoudig: het ESCO-bedrijf financiert de maatregelen die in het maatwerkadvies zijn omschreven. Door deze investering daalt het energieverbruik en daardoor ook de energiefac- tuur. Met deze besparing (of een gedeelte ervan) betaalt de woningeigenaar huur aan de ESCO voor het gebruik van de maatregelen. Zodra de totale huursom de oorspronkelijk investering dekt, stopt de huur.
De Esco heeft een flinke som geld nodig om te kunnen voorfinancieren. Stel dat gemiddeld € 10.000 nodig is per woning en er worden (in Drimmelen) 450 woningen per jaar aangepakt (als we dat 20 jaar volhouden, zijn alle woningen in Drimmelen aangepakt), dan is jaarlijks € 4.500.000 nodig als alle woningeigenaren van de huurmogelijkheid gebruik willen maken. Als een deel van de revenuen van de windmolens ingezet wordt als eigen vermogen van de ESCO, kan daarmee het benodigde kapitaal worden aangetrokken.
3.3 Enthousiasmeren bewoners.
Met bovengenoemde structuur zijn we er nog niet. Een cruciale stap is wo- ningeigenaren enthousiast te maken om mee te doen. Daartoe moeten zij op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheden. Dat kan via online mid- delen (een website, social media) en via informatiebijeenkomsten, voorlich- tingsavonden en persoonlijke contacten. Hierbij zijn de lokale initiatieven zo- als TEC en de nieuwe coöperatie Opgewekt Drimmelen van grote waarde. Een tweede deel van de revenuen zal daarom in nauw overleg met ge- noemde initiatieven (en andere stakeholders) worden ingezet om bewoners enthousiast te maken.
3.4 Collectieve zonprojecten
Naast de isolatie van gebouwen is zon-op-daken een tweede no-regret maat- regel. Zonnepanelen op individuele daken kunnen in de hierboven beschre- ven aanpak worden meegenomen. In deze paragraaf ligt de focus op grotere collectieve daken.
Uit de inventarisatie komt vanuit verschillende doelgroepen de wens grotere daken vol te leggen met zonnepanelen; schuren en loodsen van agrariërs, grote bedrijfsdaken, daken van zorggebouwen, scholen, sportclubs, over- heid, enz. Ook hier bestaat het traject uit een aantal standaardstappen. Het meest effectief kunnen die stappen worden gezet als langs de A16 één ge- meenschappelijke standaardaanpak ontstaat. Anders wordt lokaal iedere keer opnieuw het wiel uitgevonden wat veel tijd, energie en geld kost.
Een andere reden om de collectieve daken samen op te pakken in de regio is de inpassing in het elektriciteitsnet. Die wordt de komende jaren steeds kritischer en er moet regie worden gevoerd om ervoor te zorgen dat het net goed blijft functioneren en er toch snel een aantal daken gerealiseerd kan worden.
Dus net als bij de isolatiemaatregelen voor gebouwen is er het voor de grote zonprojecten interessant onderscheid te maken in het enthousiasmeren van de lokale gemeenschappen voor het realiseren van zonprojecten op grote daken en het realisatietraject zelf.
Uit bovenstaande is af te leiden dat de opzet en uitvoering van projecten met betrekking tot de no-regret maatregelen bovenlokaal georganiseerd kan wor- den. Het informeren en enthousiasmeren van mensen om mee te doen kan het best lokaal worden opgezet, al kan hiervoor ook instrumentarium op bo- venlokaal niveau worden ontwikkeld.
Ook in dit project geldt dat de voorwaarde voor het opbouwen van de struc- tuur, het enthousiasmeren van mensen om mee te doen is. De nieuwe co- operatie Opgewekt Drimmelen richt zich met name op grootschalige pro- jecten (postcoderoos).
3.5 Borging van het proces
De belangrijkste reden om een energie akkoord op te stellen is om een ver- standige en door zoveel mogelijk mensen uit de gemeenschap gedragen be- steding van de revenuen uit de windmolens langs de A16 te vinden.
In de voorgaande bladzijden is aangegeven hoe daar voor de komende pe- riode van 2 jaar invulling aan wordt gegeven totdat de middelen uit de wind- molens binnenkomen.
Op blz. 5 is aangegeven dat Stichting Energietransitie Drimmelen is opge- richt o.a. met de volgende opdracht:
1. Het borgen van de sociale randvoorwaarden windenergie zoals die zijn bedoeld in de Green Deal Windenergie A16.
2. Een aanzet geven aan en mede opstellen van een Drimmelens Energie Agenda (inmiddels noemen we dit: het Drimmelens Energie Akkoord.)
Daarmee heeft STED voor dit moment aan die opdracht voldaan. Met het programma zoals op hoofdlijnen in dit DEA beschreven, wordt de energie- transitie verder op gang gebracht. Al lerende zullen we gezamenlijk vervolg- stappen zetten. De komende jaren zal steeds opnieuw gekeken moeten wor- den hoe de revenuen uit de windmolens ingezet kunnen worden. Daarbij zul- len allerlei lokale initiatieven ontstaan.
De STED zal samen met stakeholders bekijken hoe zij zich verder bestuurlijk kan ontwikkelen om met een zo groot mogelijk draagvlak beslissingen te ne- men over financiering van projecten uit de opbrengsten van de windmolens.
Het bestuur (met 3 leden) wordt samengesteld op basis van onafhankelijk- heid en deskundigheid. Bestuursleden worden op persoonlijke titel benoemd en opereren zonder last en ruggenspraak. In de structuur is een Raad van Toezicht voorzien met een samenstelling tussen van 5 tot 7 leden. Van be- lang is, dat de leden, naast deskundigheid in het toezicht houden op een bestuur, een lokale binding hebben.
Daarnaast wordt een klankbordgroep ingesteld, die een afspiegeling is van de totale gemeenschap Drimmelen. In die klankbordgroep moeten de sta- keholders zich vertegenwoordigd weten. De omvang van de klankbordgroep ligt tussen de 10 en 15 personen. Het doel van de klakbordgroep is:
Stimulering van de samenwerking
Bespreking nieuwe ontwikkelingen
Klankbord voor het investerings- en uitvoeringsbeleid van de Stichting Energietransitie Drimmelen (STED)
Versterking communicatie
Uiteindelijk doel is, dat vanuit de gemeenschap projecten kunnen worden aangedragen, die middels een nog te ontwerpen beoordelingskader, door de klankbordgroep worden beoordeeld en uiteindelijk door het bestuur worden geaccordeerd (onder toezicht van de RvT). Omdat de governance nog in ontwikkeling is, de middelen voor de projecten nog onzeker zijn en de sa- menleving nog moet wennen aan deze aanpak, is er bij deze eerste versie
van het DEA voor gekozen op basis van een uitgebreide inventarisatie bij alle doelgroepen de focus op de zogenaamde no-regret projecten te leggen.
Om het DEA tot een succes te maken wordt tenslotte het volgende gecon- cludeerd:
Krachtenbundeling is noodzakelijk om bewustwording te creëren t.a.v. besparen, isoleren en de mogelijkheden voor zon op daken;
Het Drimmelens Energie Akkoord is een dynamisch stuk dat periodiek bijgesteld wordt n.a.v. ontwikkelingen;
Een goede communicatie is onontbeerlijk;
Per kern gericht aan het werk gaan en waar nodig overkoepelend wer- ken
Voor een breed gedragen Drimmelens Energie Akkoord, inclusief het nog te ontwikkelen investeringskader, is de steun van het college van burgemeester en wethouders noodzakelijk.
Bijlage 1: Ontzorgingsstructuur woningisolatie (mogelijke uitwerking)
In het kader van de Burenregeling is een ontzorgingsstructuur ingericht. Deze structuur is in eerste instantie ingericht voor de 140 woningen lang de A16 die vanuit de vergoeding van € 0,50 per opgewekte MWh de mogelijk- heid krijgen hun woning te verduurzamen.
In deze structuur zijn de volgende stappen opgenomen (zie ook onder- staande figuur)
1. Online scan; ruwe eerste verkenning van de mogelijkheden de wo- ning te verduurzamen;
2. Maatwerkadvies; energieadviseur van een onafhankelijk bureau komt langs, inventariseert de woning en maakt een advies op maat, op basis van een NEN-gecertificeerde methodiek.
3. Het bureau dat het maatwerkadvies uitvoert heeft raamcontracten met uitvoerders voor alle maatregelen en voegt aan het maatwerk- advies direct offertes toe. In het advies is ook aangegeven hoeveel de besparing is die de maatregelen opleveren;
4. De woningeigenaar kan op basis van dit aanbod het hele traject op- dragen aan het bureau, of per maatregel zelf offertes ernaast opvra- gen om te kijken of er een betere prijs/kwaliteit te verkrijgen is.
5. Als de eigenaar akkoord gaat met het aanbod, worden de maatre- gelen uitgevoerd en opgeleverd.
6. De factuur van de maatregelen gaat ofwel naar de woningeigenaar in het geval deze zelf de maatregelen financiert, of de factuur gaat naar de zogenaamde ESCO, die vervolgens de maatregelen ver- huurt aan de woningeigenaar.
Bijlage 2: De Energy Service Company (ESCO).
ESCO staat voor Energy Service Company. Het is een bedrijf dat energie- diensten levert. De essentie van een ESCO is eenvoudig: het ESCO-bedrijf financiert de maatregelen die in het maatwerkadvies zijn omschreven. Door deze investering daalt het energieverbruik, en daardoor ook de energiefac- tuur, drastisch. Met deze besparing (of een gedeelte ervan) besparing be- taalt de woningeigenaar huur aan de ESCO voor het gebruik van de maat- regelen. Zodra de totale huursom de oorspronkelijk investering dekt wordt de woningbezitter volledig eigenaar en geniet van de energiebesparing en de lagere energiefactuur.
Binnen deze vorm zijn twee varianten mogelijk:
1. Met of zonder energiebesparingsgarantie;
2. Woning- of eigenaargebonden
Om een idee te krijgen hoe dat eruit ziet, het volgende voorbeeld.
We gaan uit van een hoekwoning met een oppervlak van 125 m2 en energie- label C/D. Dit is een gemiddelde woning waar al iets aan isolatie is gedaan (bijvoorbeeld dubbel glas en een matige dakisolatie).
In het maatwerkadvies wordt het volgende advies gegeven: om de woning goed te isoleren en (op termijn) van het aardgas af te kunnen is de volgende investering nodig:
a) Vloerisolatie: | € 1.500 |
b) Spouwisolatie: | € 1.500 |
c) 10 zonnepanelen: | € 4.200 |
d) Warmtepomp: | € 10.000 |
e) Vloerverwarming/LT radiatoren: | € 2.500 |
Voor de eerste fase (no-regret: vloer- en spouwisolatie en 10 zonnepanelen) is € 7.200 nodig. Met dit pakket wordt een jaarlijkse besparing op de ener- giekosten gerealiseerd van € 720,=.
Het maatwerkadvies kost ongeveer € 200,=, de totale investering is dus €
7.400. In een later stadium komt daar dan nog de stap naar gasloos bij van circa € 12.500.
De ESCO investeert in dit voorbeeld € 7.400 in de maatregelen. De totale kosten voor de ESCO (kapitaal verwerven, administratie en risico) bedraagt bijvoorbeeld € 8.000. De huurprijs bedraagt dan bijvoorbeeld € 666 per jaar gedurende 12 jaar.
Bij de verwachte stijging van gasprijzen wordt de besparing ten opzichte van niets doen hoger dan € 720,= per jaar.
Wanneer veel woningeigenaren meedoen, wordt inkoopvoordeel gereali- seerd.
Bovenstaande is een voorbeeld uitgewerkt voor koopwoningen, maar corpo- raties kunnen met hun huurwoningen in dezelfde structuur meedoen, en voor sportclubs, scholen, mkb-bedrijven is op dezelfde manier een ondersteu- ningsstructuur op te bouwen.
Als we er van uitgaan dat er gemiddeld voor alle woningen in Drimmelen €
10.000 nodig is voor de eerste fase (isoleren zonder van het aardgas af te gaan), en er 20 jaar tijd is om dit uit te voeren, dan worden er gemiddeld 450 woningen per jaar gedaan en is jaarlijks een financiering nodig van € 4.500.000,-. Na het eerste jaar daalt de financieringsbehoefte vanwege de eerste huurinkomsten.
Om de benodigde financiering te verkrijgen is eigen vermogen nodig. Door een deel van de revenuen uit Wind A16 in te zetten als eigen vermogen kan dit gerealiseerd worden.