Zitting 1973-1974 - 12 93 2 1
Zitting 1973-1974 - 12 93 2 1
Briefwisseling houdende een overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor Ruimteonderzoek inzake dienstverlening door deze Organisatie ten behoeve van de Astronomische Nederlandse Satelliet (ANS); Xxxxxxx-xxx-Xxxxx/ Xxxxxx, 0 en 7 december 1973
BRIEF VAN DE MINISTER VAN XXXXXXXXXXXX XXXXX
Xx. 0
'x-Xxxxxxxxxx, 21 mei 1974.
Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen: 22 mei 1974.
De wens, dat deze overeenkomst aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onder- worpen, kan door of namens de Kamer of door ten minste dertig leden der Kamer te kennen worden ge- geven uiterlijk op 21 juni 1974.
Ter voldoening aan het bepaalde in het tweede lid van artikel 60 en onder verwijzing naar het derde lid van art kei 61 van de Grondwet, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij de Engelse tekst en de vertaling in het Nederlands over te leggen van de op 7 december 1973 te Parijs tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Konink- rijk der Nederlanden en de Europese Organisatie voor Ruimte- onderzoek inzake dienstverlening door deze Organisatie ten behoeve van de Astronomische Nederlandse Satelliet (ANS) (Trb. 1974, 50).
Een toelichtende nota bij deze overeenkomst gelieve u hiernevens aan te treffen.
De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
X. XXX XXX XXXXX.
TOELICHTENDE NOTA
Inleiding
Ten behoeve van het ontwerp, de ontwikkeling en de werk- zaamheden samenhangende met het gebruik van de Astrono- mische Nederlandse Satelliet (hierna te noemen de „ANS") heeft de Regering de Europese Organisatie voor Ruimteonder- zoek l) (hierna te noemen de „Organisatie") verzocht gebruik te mogen maken van het volg- en verremetingnetwerk („ESTRACK") alsmede van bepaalde installaties en diensten van het Europese Centrum voor Ruimteoperaties („ESOC"), beide toebehorend aan de Organisatie. De onderhavige Over- eenkomst bevat de voorwaarden welke ter zake van deze dienst- verlening zijn overeengekomen, alsmede een geschillenregeling. Deze voorwaarden, alsook de geschillenregeling, zijn gebrui- kelijk in soortgelijke door de Organisatie met andere lid-sta- ten ten behoeve van hun nationale satellietprojecten aangegane overeenkomsten. Bij de opstelling van de Overeenkomst is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de gelijksoortige over- eenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en de Organisatie betreffende hulpverlening ten behoeve van een astronomische satelliet behorend tot het nationale ruimteprogramma van het Verenigd Koninkrijk.
Aan
de Heer Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
!) Voor het Verdrag tot oprichting van de Europese Organisatie voor Ruimteonderzoek zie Trb. 1963, 20.
12 932 1
2
De ANS
Ho:wel de ANS sinds 1969 reeds vele malen in parlemen- taire stukken aan de orde is geweest ') , menen ondergeteken- den dat het voor een beter begrip van de onderhavige Overeen- komst nuttig is op deze plaats een beknopt overzicht te geven van de met de ANS beoogde doelstellingen, de inhoud van het project en de kosten.
a. Doelstellingen
De met de ANS beoogde doelstellingen liggen enerzijds op het terrein van de astronomische wetenschap en anderzijds op dat van de „ruimte-industrie". De Regering heeft zich bij haar besluitvorming ten aanzien van de ANS gebaseerd op de volgende overwegingen.
In de internationale astronomische gemeenschap staat Ne- derland hoog aangeschreven. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen achtte het project dermate waardevol, dat zij de Regering heeft geadviseerd in het meer- jarenprogramma voor ruimteonderzoek met de uitvoering van de in de ANS op te nemen wetenschappelijke experimenten rekening te houden. Deze experimenten bieden de geleerden mogelijkheden, die in het raam van de Organisatie niet konden worden verwezenlijkt. De resultaten van het onderzoek dat met deze experimenten zal worden verricht zullen, naar ver- wacht, van grote waarde zijn voor verder internationaal onder- zoek.
Het project geeft de betrokken industrieën toegang tot geavanceerde technieken, die van grote betekenis zijn voor het industriële potentieel, met name ter versterking van de inter- nationale concurrentiepositie. De toepassing van deze nieuwe technieken beperkt zich niet tot gebruik in ruimteprojecten, maar vindt ook plaats op andere gebieden van industriële activiteit en opent daaroo nieuwe mogelijkheden. De samen- werking met de Amerikaanse „National Aeronautics and Space Administration" (NASA) in het onderhavige project heeft tot gevolg dat een aanzienlijke overdracht van technische kennis aan de Nederlandse industrie plaatsvindt. Voor meer gegevens over de overwegingen van industriële aard ter zake van het ANS-project moge worden verwezen naar de memorie van toelichting op het Wetenschapsbudget 1972.
b. Inhoud van het project
De ANS wordt ontwikkeld en vervaardigd door het In- dustrieel Consortium ANS (ICANS), gevormd door Fokker VFW B.V. en de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken. Voor het toezicht van overheidszijde op de uitvoering van het project is destijds bij gezamenlijke beschikking van de Minister van
!) a. Memories van toelichting op de begrotingen van Onderwijs en Wetenschappen en van Economische Zaken voor de dienstjaren
Onderwijs en Wetenschappen en van de Minister van Econo- mische Zaken een Beheerscommissie ANS ingesteld. Op 1 mei 1971 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Onderwijs en Wetenschappen het beheer over het ANS-project aan het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) overgedragen.
Het ontwerp voor de ANS is tot stand gekomen mede in overleg met de Nederlandse Commissie voor Geofysica en Ruimteonderzoek van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
De satelliet zal de volgende experimenten bevatten:
1. Classificatie van sterren met gebruikmaking van een fotometer voor vijf brede banden tussen 1500 en 3300 A in het ultraviolet (UV). Experiment van de Rijksuniversiteit te Groningen.
2. Meting van zachte Röntgenstralen van kosmische oor- sprong tussen 2 en 55 A. Experiment van de Rijksuniversiteit te Utrecht.
3. Meting van harde Röntgenstralen in het gebied van 2-40 KeV afkomstig van geselecteerde bronnen. Experiment van het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology en van het Amerikaanse bedrijf American Science and En- gineering Inc. Cambridge, Massachusetts, Verenigde Staten, uitgevoerd voor rekening van de NASA.
Bovengenoemde experimenten stellen aan de ANS een aan- tal technische eisen waaraan in een satelliet van deze grootte nog niet eerder werd voldaan.
De NASA heeft op zich genomen de satelliet te lanceren zonder verrekening van kosten. Ter vastlegging van de voor het project noodzakelijke samenwerking is op 5 juni 1970 door de
„Administrator" van de NASA en de voorzitter van de eerder genoemde Beheerscommissie ANS een „Memorandum of Understanding" getekend, waarvan de tekst als bijlage bij deze toelichtende nota is gevoegd.
c. Kosten
De kostenraming van het consortium bedroeg in 1969 f 46 min.; waarvan voor de satelliet f37,3 min.; voor het operatio- nele centrum f 6,7 min. en voor de operationele kosten f 2 min. Het bedrag ad f 46 min. moet worden verhoogd met f 1,5 min. wegens kosten van overheidstoezicht (NIVR) en ver- minderd met f 3 min. welk bedrag het consortium voor eigen rekening neemt. Het aldus verkregen totaal ad f44,5 min. is inmiddels door stijgingen in loon- en prijspeil, alsmede door extra technisch werk opgelopen tot f 66 min. Van deze f 66 min. drukken f 64,6 min. op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en f 1,4 min. (een bijdrage in de ope- rationele kosten) op de begroting van het Ministerie van Ón- derwijs en Wetenschappen. De kosten van de experimenten,
1969 t/m 1974 {Bijl. Hand. II: 9800, hoofdstuk VIII. nr. 2. Mz. 45, linkerkolom en hoofdstuk XIII, nr. 2, blz. 15, rechterkolom, blz. 16, linkerkolom; 10 300, hoofdstuk VIII, nr. 2, blz. 47, rechter-
kolom en hoofdstuk XIII, nr. 2, blz. 21, rechterkolom; 10 900, hoofdstuk VIII, nr. 2, blz. 46, linkerkolom en hoofdstuk XIII, nr. 2, blz. 19, rechterkolom; 11500, hoofdstuk VIII, nr. 2, blz. 50,
linkerkolom en hoofdstuk XIII, nr. 2, blz. 16, rechterkolom; 12 000, hoofdstuk VIII, nr. 2, blz. 43, rechterkolom en hoofdstuk XIII, nr. 2, blz. 29, linkerkolom; 12 600, hoofdstuk XIII, nr. 2, blz. 32, rech- terkolom).
b. Wetenschapsbudgetten 1970 t/m 1973 (Bijl. Hand. II: 10 441, nr. 5, blz. 4, linkerkolom; Hand. II 1970, blz. 4150, rechterkolom, 4151, linkerkolom en 4178, linkerkolom; Bijl. Hand. II - 11 785, nr. 2, blz. 28 en blz. 29, linkerkolom, alsook nr. 3 voor misstelling op laatstgenoemde blz.; Bijl. Hand. II - 12 089, nr. 2, blz. 13, rechterkolom; Bijl. Hand. II - 12 089, nr. 2, blz. 13, rechterkolom).
c. Verslag van een mondeling overleg tussen de vaste Commis- sie voor Economische Zaken en de Minister van Economische Zaken (Bijl. Hand. UU 143, nr. 1, blz.4, linkerkolom).
d. Schriftelijke vragen van leden van de Tweede Kamer (Aanh. Hand. II, zitting 1969-1970, blz. 2865 en Aanh. Hand. II, zitting 1971-1972, blz. 1475).
gezamenlijk ten belope van f 11,8 min., komen eveneens ten laste van de begroting van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Het totaal der rijksuitgaven ad f77,8 min. is verdeeld over de jaren 1970-1975. Xxxxx dit bedrag wordt in totaal circa f 13 min. door de betrokken industrieën zelf aan het project besteed.
De bepalingen van de overeenkomst
De bepalingen van de overeenkomst spreken naar het oor- deel van ondergetekenden voor zich zelf. Vermeld zij slechts dat het in punt 5 van de overeenkomst bedoelde contract tus- sen het Industrieel Consortium en de Organisatie is onderwor- pen aan de bepalingen van de onderhavige Overeenkomst. In verband met het voor de ANS geldende tijdschema was het niet mogelijk met de afsluiting van het contract te wachten tot de parlementaire goedkeuringsprocedure van de overeenkomst zou zijn voltooid. Dit is er de reden voor dat het noodzakelijk is geweest in de overeenkomst te bepalen dat deze voorlopig zal worden toegepast vanaf de datum van de briefwisseling.
3
Aangezien Suriname en de Nederlandse Antillen niet betrok- ken zijn bij het ANS-project zal de overeenkomst alleen voor Nederland gelden.
De Minister van Economische Zaken,
R. F. M. XXXXXXX.
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen,
G. KLEIN.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
L. J. BRINKHORST.
Memorandum van overeenstemming tussen de Programma- leiding van de Astronomische Nederlandse Satelliet en de Nationale Dienst voor Lucht- en Ruimtevaart der Verenigde Staten van Amerika
1. De Programmaleiding van de Astronomische Neder- landse Satelliet (hierna te noemen de ANSPA: Astronomical Netherlands Satellite Program Authority), op 1 april 1970 ingesteld bij gemeenschappelijk besluit van de Nederlandse Ministers van Economische Zaken en Onderwijs en Weten- schappen, en vertegenwoordigd door haar voorzitter enerzijds, en de Nationale Dienst voor Lucht- en Ruimtevaart der Ver- enigde Staten van Amerika (hierna te noemen de NASA) en vertegenwoordigd door zijn directeur anderzijds, verlangende de tijdens het ruimteonderzoek ontwikkelde vruchtbare samen- werking uit te breiden, bevestigen hun wederzijds belang bij het uitvoeren van een gezamenlijk satellietproject voor vreed- zame doeleinden.
2. Dienovereenkomstig komen de ANSPA en de NASA overeen een gezamenlijk project op te zetten dat ten doel heeft een Astronomische Nederlandse Satelliet (ANS) te lanceren in 1974 of 1975 om ultraviolette stralingen en röntgenstralingen van sterren te onderzoeken. Voor dit project zal de hiervoor geschikte Scout draagraket van de NASA worden gebruikt om de ANS vanaf de Western Test Range in de Verenigde Staten in een met zon synchrone, cirkelvormige baan om de aarde te brengen.
3. Om dit project te realiseren, zal de ANSPA al het mo- gelijke doen om de volgende taken uit te voeren:
a) het ontwerpen, vervaardigen, samenstellen, testen en naar de lanceerbasis vervoeren van een vlieggereed ruimtevaartuig en, na onderlinge overeenstemming, vlieggerede reserveonder- delen van onmisbare subsystemen en experimenten;
b) het in het ruimtevaartuig aanbrengen van een NASA- experiment voor het onderzoek van röntgenstralingen;
c) het voorzien in en het vervoeren naar de lanceerbasis van overeengekomen apparatuur voor het controleren van het ruimtevaartuig aan de grond, alsmede voor het project be- nodigde uitrusting;
d) het voorzien in faciliteiten en diensten voor het ver- zamelen van gegevens ten behoeve van normale operaties;
e) het in samenwerking met de NASA opstellen van een waarnemingsschema voor de experimenten;
f) het opstellen van opdrachten voor alle experimenten en het doorgeven hiervan aan het ruimtevaartuig, met gebruik- making van de opdrachtfaciliteiten van de ANSPA;
g) het verkrijgen van wetenschappelijke gegevens en ge- gevens betreffende het functioneren van de apparatuur in de
satelliet tijdens normale operaties, met gebruikmaking van een faciliteit van de ANSPA;
h) het herleiden en ontleden van de door de Nederlandse experimenten teruggezonden gegevens;
i) het extraheren van de door het NASA-experiment terug- gezonden gegevens en het op de band doorgeven van deze gegevens aan de NASA;
j) het voorzien in telemetrische banden, benodigd voor het verzamelen van gegevens door het NASA STADAN-net in de beginfase en in noodgevallen;
k) het publiceren van wetenschappelijke resultaten zodra dit uitvoerbaar is (zie paragrafen 12 en 13).
4. De NASA zal al het mogelijke doen om de volgende taken uit te voeren:
a) het voorzien in een in het ruimtevaartuig aan te brengen experiment voor het onderzoek van röntgenstralingen;
b) het voorzien in vervoer voor het experiment van de NASA en het deelnemen, op de daarvoor in aanmerking ko- mendc wijze, aan het testen en het aanbrengen van het experi- ment in het ruimtevaartuig;
c) het toetsen van de vlieggereedheid van het ruimtevaar- tuig;
d) het voorzien in een geschikte Scoutdraagraket en het leiden van de lancering;
e) het voorzien in een hitteschild en mechanismen voor de verbinding en scheiding van het ruimtevaartuig, na onderlinge overeenstemming;
f) het samenwerken met de ANSPA bij de voorbereiding van een waarncmingsprogramma voor de experimenten;
g) het volgen van het ruimtevaartuig door de stations van het NASA STADAN-net na onderlinge overeenstemming;
h) het voorzien in diensten voor het doorgeven van op- drachten en het verkrijgen van gegevens door het NASA STADAN-net in de operationele beginfase van de satelliet en in noodgevallen;
i) het voorzien in telemetrische banden die nodig zijn voor het vastleggen van de geëxtraheerde gegevens van het NASA- experiment;
j) het herleiden en analyseren van door het NASA-experi- ment teruggezonden gegevens;
k) het voorzien in de opleiding van het personeel van de ANSPA in NASA-centra, na onderlinge overeenstemming;
1) het publiceren van wetenschappelijke resultaten zodra dit uitvoerbaar is (zie paragrafen 12 en 13).
5. De ANSPA en de NASA zullen in onderlinge overeen- stemming uiteindelijk beslissen wanneer het ruimtevaartuig ge- reed is voor lancering.
6. Het is verstaan dat dit project een experimenteel karak- ter draagt en daarom kan worden gewijzigd, na onderlinge overeenstemming.
7. De ANSPA zal een Toeziend Directeur en de NASA een Projectleider benoemen die verantwoordelijk zullen zijn voor het coördineren van de overeengekomen functies en taken van elk van beide organisaties met betrekking tot elkaar. Zij zullen medevoorzitters zijn van een Gezamenlijke Werkgroep waar- van de leden zullen worden benoemd door de ANSPA en de NASA. Deze werkgroep is het voornaamste instrument om de uitvoering van het project te verzekeren en beide zijden op de hoogte te houden van de vorderingen die in elke fase zijn ge- maakt.
8. De Nederlandse Commissie voor Geofysica en Ruimte- onderzoek van de Koninklijke Nederlandse Academie van We- tenschappen, optredend namens de ANSPA, en de NASA zul- len ieder een geleerde voor het project benoemen, die de taak
4
heeft een nauw contact te onderhouden met zijn partner in de andere organisatie in verband met de planning van weten- schappelijke experimenten en de herleiding en ontleding van gegevens.
9. De Toeziend Directeur van de ANSPA en de Project- leider van de NASA zullen nagaan en te zamen overeenkomen welke documenten, opgesteld volgens maatstaven van de NASA (zoals de „NASA Aerospace Data System Standards" - document X-560-63-2), op het programma van de ANS zul- len worden toegepast. De overeengekomen maatstaven en de eventuele uitzonderingen daarop zullen als onderdeel van het specificatie-systeem van de ANS worden aangeduid.
10. Er zullen geen fondsen worden uitgewisseld tussen de ANSPA en de NASA. Beide organisaties zullen elk voor zich zorg dragen voor de betaling van de kosten die de vervulling van hun taken met zich meebrengt, met inbegrip van reis- en verblijfkosten voor eigen personeel en vervoerskosten voor de gehele uitrusting en al het voor de vlucht benodigde materieel, waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Voor zover uit de behoef- ten van hetzij de NASA, hetzij de ANSPA voortvloeit dat de andere organisatie extra lasten worden opgelegd, buiten die welke redelijkerwijze mogen worden verwacht, zullen de par- tijen een aan de speciale omstandigheden aangepaste regeling treffen om deze te vereffenen.
11. De ANSPA en de NASA zullen al het mogelijke doen om een regeling te treffen voor de vrijstelling van douane- heffingen voor de voor dit project benodigde uitrusting.
12. Afschriften van de onverwerkte gegevens zullen ter be- schikking staan van de NASA en van een door de ANSPA aan te wijzen organisatie. Het recht op eerste publicatie wordt voorbehouden aan de voornaamste experimentators gedurende een jaar vanaf de ontvangst van de eerste gegevens. Na een periode van een jaar zullen verslagen of afschriften van her- leide gegevens bij het „U.S. National Space Science Data Center" worden neergelegd en ingeschreven bij het hiervoor geschikte „World Data Center". Daarna zullen dergelijke ver- slagen beschikbaar worden gesteld aan belangstellende geleer- den op redelijk verzoek, door het „World Data Center" of een andere aangewezen depot-instantie.
13. De resultaten van de experimenten zullen ter beschik- king worden gesteld van de wetenschap in het algemeen door middel van publicatie in hiertoe geëigende tijdschriften of via andere gebruikelijke kanalen. Voordrukken van wetenschappe- lijke en technische verslagen en uit het project voortvloeiende publicaties zullen worden uitgewisseld tussen de NASA en een door de ANSPA aan te wijzen organisatie. Eindverslagen en publicaties zullen bij het „U.S. National Science Data Center" worden neergelegd.
14. Elk van beide organisaties mag naar verkiezing infor- matie publiceren betreffende haar eigen aandeel in het project en, na gepast overleg, betreffende het aandeel van de andere organisatie.
15. Elk van beide organisaties is gedurende de duur van het project verantwoordelijk voor schade aan eigen werknemers of andere personen van eigen nationaliteit. In geval van schade, berokkend aan personen die geen onderdanen zijn van Neder- land of de Verenigde Staten van Amerika, voor wie aansprake- lijkheid krachtens het internationaal recht en de beginselen van het Verdrag inzake de beginselen waaraan de activiteiten van Staten zijn onderworpen bij het onderzoek en gebruik van de kosmische ruimte, met inbegrip van de maan en andere hemel- lichamen, komen de twee organisaties overeen onmiddellijk met elkaar te overleggen over een billijke verdeling van de kosten voor een zodanige schikking. Indien binnen 180 dagen geen overeenstemming is bereikt, treffen beide organisaties onverwijld een regeling voor een spoedige arbitrage inzake de verdeling van de kosten van zodanige claims volgens de in 1958 opgestelde model-voorschriften inzake arbitrageprocedu- res van de Commissie voor Internationaal Recht.
16. Het is verstaan dat het vermogen van de ANSPA en de NASA om dit project uit te voeren afhankelijk is van de be- schikbaarheid van daartoe bestemde fondsen.
17. Dit Memorandum van Overeenstemming blijft van kracht gedurende 7 jaar vanaf de datum van ondertekening en daarna tot opzegging door een van beide organisaties, met in- achtneming van een termijn van 180 dagen.
Voor de Programmaleiding Voor de Nationale Dienst van de Astronomische Ne- voor Lucht- en Ruimtevaart derlandse Satelliet